't Juttertje
UIT DE WIJDE WERELD
'n Greep van dit en dat
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
jL-a «TeS'.ta
van ZATERDAG 18 FEBR. 1928.
DE VERGISSING.
Kleine oorzaken hebben groote
gevolgen.
Folker stond, met een donker gezicht,
op het perron te wachten. Hij was ge
komen om een meisje af te halen en hij
had 't land.
„Loop naar de maan!" had hij gepro
testeerd, toen Henk Cornet, zijn oompag-
non, die door een telegram elders ontbo
den was, hem verzocht om, in zijn plaats,
z'n schoonzuster af te gaan halen, „fit ken
het meisje immers niet!"
„Ik zelf heb haar Immers ook nooit ge
zien", herinnerde hem zijn vriend. ,,Zij
was in 't buitenland, toen Agnes en ik
trouwden".
„Als Agnes met me mee gaat, vind ik
't best", verklaarde Folker. Hij hield van
de vrouw van zijn compagnon, deels om
dat zij zooveel van haar man hield. Tegen
over andere vrouwen beneden de zestig
jaar voelde hij zich nooit bizonder op zijn
gemak. -
„Als Agnes de baby alleen durfde laten,
hoefde ik jou niet te derangeeren", ver
klaarde Henk. „Maar de kleine heeft 'n
beetje kou gevat 't is wel niet erg, maar
Agnes is niet te bewegen 't huis uit te
gaan. En je zult Dianthe gemakkelijk ge
noeg vinden. Ze lijkt op Agnes. En van
dat soort zullen er zeker geen twee in een
trein zitten jongen 1"
En daar stond Folker nu, in een keurig
grijs pak, en met een wanhopig gezicht
keek hij naar den zwerm van reizigers,
die den trein verliet. Wat 'n massa vrou
wen!
Folker begon met de verkeerde aan te
spreken en werd afgesnauwd. Opeens trok
een groot meisje elegant gekleed, zijn aan
dacht. JBj zij geleek op Agnes, maar ze
was grooter. Met den hoed in de hand liep
hij op haar toe.
„Heb ik het genoegen? juffrouw
Vogels?"
Het meisje bleef staan en keek hem op'
lettend aan. Hij had geen tijd voor expllca'
ties. Twee keurig gehandschoende hand
jes lagen op zijn schouders, hij ademde
even den geur van een licht parfum in en
een paar zachte lippen raakten zijn wang
aan!
„Ja, Juffrouw Vogels!" Zij lachte.
„Jij bent m'n eerste en eenige broer
Jonge man, en ik verzeker je, dat ik daar
van profiteeren zal!"
Zij stak haar arm door den zijnen en
als werktuigelijk liep hij naast haar voort,
achter den portier aan, die haar koffers
droeg, luisterend naar den vloed van
woorden, die gelukkig geen antwoord be
hoefden!
De heele geschiedenis was hem als een
nachtmerrie. Dit meisje hield hem voor
haar zwager, dien ze nog nooit gezien had,
en ten aanechouwe van een aantal men-
schen had ze hem gekust En het leek hem
een brutaliteit haar te zeggen, hoe zij zich
vergiste. Als ze het wist, zou ze hem niet
meer durven aanzien. Beter dat ze er pas
van hoorde, als ze goed en wel thuis was!
Pas toen ze samen in de taxi zaten stel
de ze hem een directe vraag.
Gelukkig, want Folker zou niet eerder
in staat zijn geweést haar behoorlijk te
antwoorden. w n„
^Hoe gaat het met de baby?"
J)e kleine heeft een beetje kou gevat",
herhaalde Folker de woorden van zijn
vriend, terwijl hij- bloosde tot achter zijn
oo ren.
„De schat!" zei het meisje. „Hoe veel
tanden heeft ze al?"
„Tanden? - O ik zoo 't gewone
aantal denk ik!"
„O! - Ja, zeg Henk, t is e^enlijk een
schande, maar ik weet heusch met hoe-
veel tanden 'n kind van een half jaar ge
woonlijk heeft!"
Maar ze wachtte tevergeefs op naderen
uitleg. Folker laohte verlegen en hoopte
in stilte dat ze ergens anders over zou be
ginnen.
W« UrrtM$6 Moo.de wear.
HÜ beeïï Jota «n intiem, vrienden
noemden hem Joop.
„Nou meneer Folker. Ik noem hem lie
ver Joople. Heb jij ook zooveel met hem
op als Agnes? Dan zal ik mijn tegenzm
moeten overwinnen, terwille
vrede".
Mf Ut ta tm niet uitaan
ïtó"Rij«-tv*
gen, „dat ik hij heelemaal niet! Hij is v
3Xr„nertda'Mm.t«rU.n,eir
hij haar om haar gev htvaardigde
Ser in de waan liet, na»1 v,n hH
meende het meisje. „Agnes zweert bij z'n
volmaaktheid en jij zegt dat hij een ge
woon menschelijk wezen is, maar dat hij
mij niet bevallen zal". „Of is dat omdat
ik je zoo onverstandig lijk".
„O, juffrouw Vogels".
Hij dacht dat ze hem weer een kus zou
geven, want ze boog zich over hem heen.
Maar" ze gaf hem alleen een klap op de
hand.
„Zeg eens, ik ben geen juffrouw Vogels
voor m'n eenigen broer! Zeg Diantha!"
„Diantha!"
Toen stond de taxi stil.
„Zijn we er al?", informeerde het meisje.
En ja, het was ongelooflijk, maar ze
stonden reeds voor Henk's deur.
„Wacht even", beval hij den chauffeur,
terwijl hij Diantha uit den wagen hielp.
'„Ga je niet mee naar binnen?" vroeg het
meisje verbaasd.
„Neen, nu niet", stamelde hij, zich
dwingend tot een glimlach.
„Tot ziens dan!
Zijn verwachting, dat haar zusterlijke
genegenheid haar verder zou doen gaan
dan tot eon handdruk werd teleurgesteld
en zij verdween achter de deur.
Den volgenden dag ontving hij een
briefje van Agnes.
„Kom je bij ons dineeren? We hebben
ons kostelijk geamuseerd over Diantha'»
vergissing. Tot zien».
Agnes Cornet.
Drie weken later vroeg Joop Diantha
ten huwelijk. Maar zij keek langs hem
heen en zei: „Ik kan geen ja zeggen,
eer ik je een bekentenis heb gedaan en
dan zal je niets meer van me willen
weten."
„Diantha!" schreeuwde hij ontzet
Zij keek hem aan.
„Ik wist dat jij het was!"
„Wat bedoel je ik begrijp niet...."
„Toen je me afhaalde Agnes had me
een kiekje gestuurd van jou en Henk. Ik
herkende je dadelijk maar ik was te
gen je ingenomen, omdat Agnes je altijd
zoo ophemelde en je zag er zoo norsch
uit en toen besloot ik je beet te nemen
en ik weet nu, dat 't erg onvrouwelijk
van me was en en 't spijt me."
Toen werd haar mond gesloten door
zijn eersten kus.
bij den ezel, die hem naar 't koninkrijk
Marokko bracht waar hij den koning het
brood leende, om den hongersnood te
stillen, op voorwaarde dat hij het over
een jaar bij zijn vader terug zou bren
gen. Daarna in het koninkrijk Morgen
land komende, lengde hij, met behulp van
zijn flesch, op dezelfde voorwaarde, het
daar bestaande gebrek aan wijn. Einde
lijk bezorgde hij op zijn terugreis den
koning van Frankrijk, weer op dezelfde
conditie door zjjn tooverzwaard, de over
winning op den vijand. Hier ontmoette hij
zijn broeders, die hem dooden wilden, om
dat zij de eer, den wondervogel aan hun
vader te brengen, voor zich begeerden.
Zij zagen evenwel van dit snood voor
nemen af, toen Artus beloofde, dat hij
nooit naar Engeland zou terugkeeren.
Toen de beide broeders de aan Artus
ontstolen vogel bij hun vader brachten,
bleek de Feniks niet te zingen, zoodat de
gewenschte genezing uitbleef. Artus was
intusschen vermomd naar Engeland over
gekomen en had zich als knecht bij den
stalmeester van zijn vader verhuurd. Ook
de Prinses van 't kasteel had zich op reis
begeven om den geliefden jongeling te
zoeken, haar weg nemende door de lan
den, aan welker koningen Artus zijn
brood en zijn flesch en zijn zwaard ter
leen had gegeven, die juist, met een uit
gelezen schare van ridders zich op reis
begaven om het geleende in dank naar
Engeland terug te brengen. Zoo kwamen
dan die allen, met de Prinses te Londen.
Zij zond haar twaalf reuzen tot den koning
om den Prins op te eischen. Deze stuurde
eerst Karei en daarna Willem tot haar,
maar beiden werden beschaamd terug
gezonden en waren genoodzaakt hun
vader te bekennen hoe zij met hun jong
ste broeder gehandeld hadden, waarna de
koning tien groote belooning uitloofde aan
dengene, die Artus vond en tot hem leid:
de. Toen dit den verloren gewaanderi
Prins ter oore kwam, begaf hij zich op
weg naar 't hof, en nauwlijks was hij daar
aangekomen of de Feniks hief zijn gezang
aan en de koning werd van zijn kwaal
genezen. Karei eri Willefn moesten tof
straf voor hun euveldaad, sterven en
Artus vierde bruiloft met de Prinses van
Gelukkig Arabië.
°™HJJ most ssn eigenaardig mensch ftJa",
EEN OUD SPROOKJE.
Zeker koning van Engeland leed eens
hevig aan podagra. Nadat hij tevergeefs
de hulp zijner geneesheeren had ingeroe
pen, nam hij zijn toevlucht tot de waar
zeggers, die verklaarden dat hij van zijn
kwaal verlost zou worden, wanneer hij
den vogel Feniks een uur lang had hoo
ren zingen. Karei, de oudste van 'sko-
nings zonen, toog, nadat zijn vader, na
veel moeite daarin bewilligde, op reis,
teneinde den wondervogel te zoeken, maar
kon, in Frankrijk gekomen, het genot en
de verleiding niet weerstaan en vergat
vader en vogeL Willem, die in leeftijd op
zijn broeder Karei volgde, begaf zioh daar
na, met nog meer tegenzin van zijn vader,
op reis en liet zich in Calais door zijn
broeder op den verkeerden weg brengen,
waarna de derde zoon, Artus, op zijn
beurt henentoog, nadat het dezen nog
meer moeite dan de anderen had gekost
de toestemming van zijn vader te ver
krijgen.
Hij doorreisde vele landen tot hij in
Gelukkig Arabië kwam, waar hij in een
zeer groot bosch een ouden man en
vrouw vond, die in geen jaren andere
menschen hadden gezfen. De oude vrouw
wees hem den weg naar een schitterend
paleis, bewoond door echoone jonkvrou
wen, die hem in verleiding zouden trach
ten te brengen. Indien hij deze weerstond,
moest hij niet een der prachtige paarden,
welke zij hem zouden aanbieden, maar
den ouden ezel, die in den stal achter de
deur staat, als gunst verzoeken. Zoo ge
zegd, zoo gedaan. Een eindweegs van het
paleis verwijderd zijnde, begon de ezel al
dus te spreken:
„Ettelijke mijlen van hier liggen drie
kasteelen, van welke de een door twaalf
reuzen, het andere door evenzooveel lui
paarden en het derde door een gelijk aan
tal leeuwen bewaakt wordt, en daar ver
toeft de vogel Feniks, die eiken dag van
elf tot twaalf uur zingt, zóó dat de be
wakers der kasteelen in slaap worden ge-
tooverd; draag zorg dat* uur te benutten
om den vogel te bemachtigen."
Terwijl de prins zijn taak traohtte te
volvoeren, zag hij een brood liggen, dat
niet verminderde, al sneed hij er van om
zijn honger te stillen; hij vond ook een
flesch wijn, die vol bleef, al dronk hij er
van om zijn dorst te lesschen en eindelijk
zag hij een zwaard, waarbij geschreven
stond dat het den bezitter steeds de over
winning op zijn vijanden verzekerde. Een.
en ander nam hij met zich. Toen hij ten
leste den zingenden vogel meende te grij
pen, ontwaarde zijn oog een wonder
schoons prinses, die hem haar liefde be
tuigde.
Vóór de klok twaalf sloeg, was hij weer
HANDEL IN WILDE DIEREN.
Wenscht u misschien een
schoot-olifantje?
Voor degenen onder onze lezers, die
van plan zijn zich een olifant of een rhino-
oeros als huisdier aan te schaffen, kan het
volgende artikeltje zijn nut hebben.
Een merkwaardige opdracht voor het
leveren van wilde diepen heeft een ve.r-
eeniging van sportsmen in de Vereenig-
de staten aan „The World's ZoolOgical
Trading Company", een Brltsche firma
gedaan. De order, de grootste van dien
aard in den zoölogischen handel, houdt in:
15 olifanten, 8 nijlpaarden, 8 rhinoceros-
sen, 8 giraffen, 35 elanden, 16 waterbok
ken, 40 geiten, 16 leeuwen, 15 luipaarden,
85 zehra's, 15 hertebeesten (gnoe's), 10
billy-geiten en verder wilde varkens en
apen.
De directeur van de onderneming deel
de aan een Engelsch blad mede, dat de
Amerikaansche sportsmen, die dezen koop
sloten, groote perceelen land hadden ge
kocht en de dieren wilden gebruiken voor
den aanfok. „Wij hebben een aantal die
ren in voorraad, zeide hij, direct gereed
om af te leveren."
„Er is een algemeen tekort aan wilde
dieren. De dierentuinen zijn tijdens den
oorlog niet in de gelegenheid geweest om
de dieren, die stierven, te vervangen.
Honderd-duizenden stuks groot wild wer
den gedurende den veldtocht in Oost-
Afrika gedood. De Jacht op groot wild be
looft derhalve een voordeelig zaakje te
worden voor avontuurlijke jongelui."
De tegenwoordige prijzen zijn: Olifant
12.000, rhinoceros 12.000, giraffe
14.400, leeuw (met zwarte manen)
600, zebra 1200, jachtluipaard 720
tot 840, wilde hond 250.
De overtocht van een giraffe van Afri
ka naar Engeland kostte voor den oorlog
,860 en thans 1800, terwijl de vracht
voor een luipaard 720 bedraagt, dat is
gelijk aan de marktwaarde van het dier.
SELF-SERVICE
Help u zelf ln den wlnkeL
De eenige vorm, waarin we „self
service" hier te lande kennen, is in de
sporadischvoorkomende automatische
restaurants'en in de diverse automaten bij
uitspanningen en stations. Het is weer
Amerika, dat het principe van afschaf
fing van bediening, met als gevolg goed-
kooper product, meer in het groot gaat
toepassen. Behalve dat men er een groot
aantal bloeiende automatische restau
rants aantreft, waar dikwijls op de drukke
tijden geen plaatsje meer te krijgen Is,
vindt men er tegenwoordig ook talrijke
winkels van verpakte waren, comestibles,
etc., waar men niet bediend wordt en waar
het schaarsche personeel alleen dient voor
controle en voor de kas. Het publiek houdt
wel van dergelijk winkels, omdat men
aan zijn lot overgelaten wordt tot men
keuze heeft gedaan en dan slechts even
bij de kas behoeft te wachten om het ge
kochte mee te kunnen nemen.
Van bezorgen der aankoopen is ook
meestal geen sprake, daar dit vrij duur
is. In die zaken zijn groote aanplakbiljet
ten aangebracht met opschriften, die aan-
toonen hoeveel goedkooper de waar ge
leverd kan worden tengevolge van het
uitschakelen van bediening en van bezor
gen.
In Rochester (een plaats van 800.000
zielen) werd zoo'n automatische kruide
nierszaak opgericht, die in het eerste jaar
een omzet had van 600.000 dollar en in
het tweede van 700.000. In het begin moest
het publiek ln toom worden gehouden
door de politie, zoo groot was de toeloop.
EEN RECORD REIS.
In Hollywood, de Amerikaansche film
stad zou een interieur-scène worden op
genomen voor een nieuwe film' en de re
gisseur, die niet gestoord wilde worden,
zei den jongen, die als portier dienst zou
zou, doen, dat hij niemand, onder welk
voorwendsel ook, binnen laten.
„Als iemand naar mij persoonlijk
vraagt," voegde hij er aan toe, „dan zeg
je maar dat ik naar Calcutta ben ver
trokken."
Na een paar uur van ingespannen ar
beid was de scène behoorlijk gefilmd en
de regissseur vroeg, naar buiten gaande,
den jongen of er iemand geweest was.
„Ja, mijnheer," antwoordde de jongen,
'„mijnheer die en die," (en hij noemde een
naam van een der vervelendste bezoekers,
die altijd en altijd weer het werk kwa
men storen) „was er en vroeg naar U."
„En heb je hem gezegd, dat ik naar
Calcutta was?"
„Ja, mijnheer, ik«zei dat u vanmorgen
was vertrokken."
„Uitstekend, en wat zei hij?"
„Hij vroeg wanneer u terug zou komen
en toen heb ik hem gezegd, dat het wel
niet voor. de lunch meer zou zijn, mijn-
1 eer."
DE INSPECTIE.
Er waren klachten ingekomen, dat in
?n bepaalde wijk van de stad veel meer
enschen in de huizen bijeen woonden,
c an met het oog op de zedelijkheid en de
1 ygiëne wel wenschelijk was.
Een inspecteur van de volksgezondheid
e woningtoezicht gingen ersamen op
i t om een onderzoek in te stellen. Aan
e ;n woning waar zij afinschelden werd
bun de deur opengedaan door de dochter
das huizes ën een der heeren vroeg haar:
„Hoeveel menschen wonen hier, meisje?"
„D'r woont hier niemand; we zijn hier
maar voor een paar weken gelogeerd."
„Maar hoeveel menschen zijn er dan
hier?"
„Ik alleen. Vader is gaan wandelen en
moeder
„Neen, zoo bedoel ik het niet," zei de
vrager ongeduldig, „ik wil alleen maar
het aantal bewoners van deze woning we
ten. Hoeveel personen hebben hier van
nacht geslapen?"
„Ja, ziet u," was het antwoord, „ik had
vreeselijke kiespijn en mijn broertje had
oorpijn en we hebben allebei zoo hard ge
huild, dat niemand heeft kunnen slapen."
„Toen zeiden de heeren, dat ze wel eens
terug zouden komen.
HET REINIGEN VAN SPIEGELS.
Wil men het spiegelglas schoonmaken,
alsof het nieuw ware, dan passé men de
volgende methode toe. Men drenkt een
spons in schoon water, drukt ze stevig
'uit, bevochtigt ze met zuiveren alcohol en
wrijft daarmede over het glas. Vervolgens
bestuift men het glas met blauwsel, dat
men in een neteldoeken lap tot een dotje
gewrongen heeft, poetst met een fijnen
zeemenlap het glas schoon en wrijft het
dan met een ouden zijden doek.
DE NIAGARA-WATERVAL.
De Niagara is een rivier in Noord-
Amerika, die uit het meer Erio stroomt
en zich in dat van Ontario ontlast met een
verschil in waterstand van 100 M. Bij
het dorp Chlppawa begint de rivier, eigen
lijk slechts een verbindingskanaal tus-
schen de beide meren, door het toenemend
verval sneller te stroomen en houdt op be
vaarbaar te zijn, bereikt op een afstand
van 4V» uur van haren oorsprong het
eilandje Goat-Island, dat een kwart ha-
rer breedte beslaat, en werpt zich ter
weerszijde daarvan in de diepte met een
gedruisoh, dat zioh soms uren ver doet
hooren in den omtrek. Zoo vormt zjj den
beroemdsten waterval der wereld, terecht
Niagar, „Donder der Wateren" geheeten,
waaraan zij ook zelve haar naam ontleent,
wolken van melkwit schuim te voorschijn
roepende, waarmede de steenklompen
worden overzwalpt en waarin de stralen
der zon allerlei kleurschakeerihgen te
voorschijn roepen en, bij kalm weer de
prachtigste regenbogeg doen ontstaan.
Bij de zoogenaamde Tafelrots, wegens
haar overhelling en vlakke gedaante al
dus geheeten, heeft men een der beste ge
zichtspunten op de hoogte, en zoo nabij dat
men het water, even voordat het neder-
stort, met de hand kan aanraken. De wa
termassa verwijdert zich van de rota door
de kracht, waarmede zij nadert en valt en
laat tusschen den .granietwand een ruimte,
die vaak betreden wordt. De ademhaling
is er echter door het schuim, dat er met
geweld in, alle richtingen rondgeslingerd
wordt, moeilijk. Duizenden bezoekers ko
men jaar in jaar uit het stoute natuur-
tafreel bewonderen. Het Gaot-Island is
reeds lang door een brug met den Ameri-
kaanschen wal verbonden. Een weinig bo
ven den val is een hangende ijzeren brug,
over welke de spoorweg gaat. De omlig
gende streek is zeer bevolkt en prijkt met
vele lusthuizèn en hotels.
Tob Nooit Hoekje.
GEEP HET BESTE
Er bestaat een aandoenlijk klein ver
haaltje in dat mooie boekje van Ollve
Schreiner: Droouien, over een schilder,
die een wondervolle roode gloed schil
derde in zijn kunstwerken, waarvan geen
van zijn collega's wist hoe hü aan de
verfstoffen ervoor kwam. Toen zij hem
dood vonden bij zijn schildersezel ont
dekten zij een oude wond in de buurt
van zijn hart en ging hun een licht op.
hun doode makker had met zijn harte-
bloed1 geschilderd.
Aandoenlijk door de eenvoudige wijze
van schrijven en de simpelheid van het
gegeven, blijft dit symbolische verhaaltje
waar voor eiken arbeid, die de mensch
goed moet verrichten. Zeker, het treft
heel mooi, dat deze werker een artist was,
die zijn hart, zijn ziel moest geven in zijn
scheppingen, maar toch blijft voor u en
ons bestaan de waarheid uit dit verhaal:
„wij moeten in onzen arbeid onze beste
krachten leggen".
Onze tijd is een tijd van massaproduc
tie, onze producten gaan door tientallen
handenparen voor zij de fabriek verlaten
en onze arbeiders zijn onderdeelen van
machines geworden in het groote produc
tieproces van onzen tijd. Er blijft den ar
beider geen gelegenheid meer over om
ziel ln zijn werk te leggen en zoo het
rhytme van ons tijdsgewricht het ge
doogde, wij zouden ons willen terug-
droomen in den tijd, die zoo ver achter
ons ligt, toen een timmerman en een
schoenmaker kunstenaars in hun v.ak
waren.
Waar onze arbeid niet meer toestaat,
dat wij onszelf geven in ons werk en waar
de bekwame hand de mindere is gewor
den van de rappe hand, die a la minute
werkt, daar moeten wij trachten in het
leven, bulten werkplaats of fabriek het
beste te geven, wat wij kunnen, In het
verplaatsen van een voorwerp, in het
schikken van bloemen in een vaas, in het
arrangeeren van onze huiskamer: in alles
letterlijk kunnen wij ons geven op z'n
best. En dat zijn wij verplicht,, want waar
de tijd geen gelegenheid geeft in fabriek
of werkplaats, om den mensch te dwin
gen zijn allerbeste te geven, daar is het
noodzakelijk, dat wij in het dagelijksche
leven dien goeden trek in ons bewaren
en met toewijding en liefde die dingen
verrichten waarvoor wij onze belang
stelling hebben.
„Geef het beste wat in u is, waar gfj
ook ztjt"
Dr. JOS. DE COCK.
Mej. J. te EL
Stuur, ons eens een beschriJvng van uw
jeugd, want hoogstwaarschijnlijk zit daar
de fout.
X. te H.
Neemt u toch wat meer in acht, uw
driftbuien brengen u in allerlei moeilijk
heden. Lees nog maar eens aandachtig
ons Bohrijven van 27 October '27.
Vader te EL
Mislukte levens zijn niet alleen de
levens van menschen, die in de gevange
nis zijn terecht gekomen, of die in ar
moede en ellende een kommervol bestaan
voortsleepen; het zijn evenmin de levenij
van hen, die in een maatschappelijke po
sitie zijn aangeland, waarin zij zich niet
op hun. gemak gevoelen. Bedenk dit wel
qlvorens gij uw zoon dwingt een beroep
te volgen, wat hijzelf niet wenscht Niet
vroeg genoeg kunnen ouders en opvoe
ders beginnen met op de neigingen der
kinderen acht te slaan en te zorgen, dat
zij komen in een beroep dat goed voor
hen is en dat hen niet onbevredigd laat
Verzonden hrieven:
G. J. te EL; Winkelier te EL; Naaister
te H.
Voor de lezers van ons blad geeft onze
psychologische medewerker Dr. Jos. de
Cock, van Merlenstraat 120, 's-Graven-
hage gratis zielkundige adviezen, oun.
over de wijze waarop zij hun geest kun
nen verfrisschen en hun wilskracht en
energie kunnen versterken.
De vragen worden geregeld in dit blad
behandeld. Mochten de beantwoordingen
te uitvoerig worden dan direct schrifte
lijk aan de aanvragers.
i Zij kende haar.
Zeg,' is Mia van Stralen een vriendin
van je?
Ja. Wat heeft ze van me verteld?
Ook.
„Wat heb jij den heelen winter ge
daan?"
„Ik ben bij mijn vader in de saak ge
weest En jij?"
Jüc heb ook niets gedaan.'1
KLEINIGHEDEN DIE TE PAS
KUNNEN KOMEN.
Pianotoetsen kunnen gereinigd' worden
door ze af te wrijven met melk.
Als een eenvoudig en probaat middel
tegen hik la aan te bevelen een schepje
suiker.
Als men kalkspatten ln het oog krijgt
is het beste, er onmiddellijk suikerwater
in te druppelen.
Om een haarborstel te reinigen houdt
men de borstelharen in een liter warm
water, waarin een theelepel ammoniak is
opgelost. Nawasschen met koud water
en vervolgens drogen. Men dient op te
passen, dat de rug van den borstel niet
met het water in aanraking komt
Goud«n ooiliers e.d. geven soms «wart
af. Dit kan alleen verholpen worden door
het nog eens te laten fijnbranden of te
laten vergulden, hoewel op den duur heit
euvel zich herhaalt
Wit hout maakt men schoon door er
aardappelmeel over te strooien, hetgeen
vervolgens met een zachte linnen doek
wordt uitgewreven. Ten slotte klopt men
het hout goed uit
J
317. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
B.