ZONNESCHERMEN en MARQUISEN binnenland DE SAMENVOEGING VAN OORLOG EN MARINE. Jb. HARJER ZOON Derde Blad. VAN ZATERDA8 18 FEBRUARI 1928 Het wetsontwerp met 28 tegen 17 stemmen aangenomen. Vergadering van Donderdag 16 Febr. DEFENSIE-ONTWERP. DIRECTEUR LOODSWEZEN. De kapitein ter zee de heer W. F. van SelteAmft ^recteur van het loods wezen te Amsterdam, heeft teeen 1 Anril ontslag uit zijn betrekking aangevraagd wegens langdurigen dienst. i*eer Van Erp Taalman Kip heeft ngeveer vijf jaren de functie van het loodswezen vervuld. D® JtMSTERDAMSCHE GEMEENTE- begroottng goedgekeurd. Door Ged. Staten. In de Woensdagmiddag gehouden ver- Sering van Gedeputeerde Staten van inoo d is de gemeente-begrooting 1928 van Amsterdam goedgekeurd. DE RIJKSMIDDELEN OVER JANUARL De eerste maand van het nieuwe jaar geeft een opbrengst der middelen van 48.609.880 tegeni 43J824JL25 in Januari 1 Vftl* Over 1927 hnmers werd van de opbrengst der rfliwtellbelasting slechte 60 in het We- Sntfonds gestort. In het lloopende jaar zal der opbrengst hiervan aan dit' fonds ten goedé komen. Zoodoende paraisseert op den vergelijkenden staat voor Januari 1927 dit middel nog met 1.965.425 (zijinde 40 van de werkelijke opbrengst van die maand) terwijl die voor de afgeloopen maand' noo' de gewone middelen slechte 430.475 be droeg. Dit verschil ad 1.685.000 doet het rJifldeelig" verschil van Januari 1928 tegen over dezelfde maand van het vorige jaar, /816.000, in een „voordeellg" van 1.220.000 verkeeren. WOEKERPRAKTIJKEN IN DE MIJNSTREEK. Ook in de mijnstreek woekert het kwaad van de tegen woekerrente geldleenende voorschotbanken in ernstige mate, en reeds eenige Jaren geleden werden de arbeiders tegen de praktijken dezer ban ken gewaarschuwd. De laatste maanden evenwel zijn de woekeraars opnieuw op getreden. Daarnaast staat het kvaad van het afbetalingssysteem, dat den laatston tijd, blijkens een oorrespondentle in de Tel. zulke afmetingen heeft aangenomen, dat honderden gezinnen gebukt gaan on der de gevolgen hiervan en met handen en voeten gebonden zijn aan deze afbeta- lingsmngazijnen, die overal hun filialen en agenten hebben. En steeds kankert dit kwaad nog voort Dagelijks komt het voor, dat kooplie den, die handel drijven in plano's, stofzui gers, ameublementen, naai- en wasch- machines, kinderwagens, rijwielen, gram mofoons, radio-installaties en dergelijke artikelen, hun waar bij de mijnwerkers aan den man trachten te brengen en dat dikwijls met suoces. De Mijndlrectie heeft thans een circu laire uitgevaardigd waarin nogmaals tegen het gevaar gewaarschuwd wordt. De leencontracten zijn zeer geraffineerd opgesteld, zoodat meestal de kantonrech ter, die deze gevallen van „niet betaalde renten en aflossing" te behandelen krijgt, den betrokkene moet veroordeelen, hoe wel deze al eenige honderden percenten rente betaald heeft. Gelukkig, en daar wordt vaak gebruik van gemaakt kan de rechter in sommige gevallen de termij nen, waarin betaald moet worden, zoo danig verlengen, datd e leenbank of woe keraar zijn opzet ziet misloopen. DE UITSLUITING IN HET HEEREN KLEEDIN G BEDRIJF. De hoofdkantoren der vakbonden besluiten tot maatregelen van tegenweer. Donderdag zijn te Amsterdam de hoofd besturen der vakbonden in de kleeding- industrie bijeengekomen. Ter vergadering werd allereerst vastgesteld, dat de hoofd besturen geen enkele mededeellng van hei hoofdbestuur van den Bond van Kleed er- makerspatroons hebben ontvangen over de uitsluiting van de georganiseerde kleermakers. Evenmin was bericht ont vangen, dat de Bond van Kleedermakere- patroons alsnog genegen te, een confllCi te vermijden door overleg. De hoofdbesturen der vakbonden be sloten, de uitsluiting te beantwoorden me een besluit tot staking WJ een) aantal leden van den bond van kleermakerspatroons. Reeds kwamen rapporten uit afdeelingen binnen, dat bij eenige firma 8 niet zal wor den gewerkt. In belangrijke plaatsen zijn de kleermakers tegen Zaterdag a.s. ter ver gadering opgeroepen voor het n^"en Tf*n maatregelen, opdat WJ bepaalde werk gevers geen enkel stuk meer zal worden gemaakt. PENSIOENACTIE ZEEMACHT, Woensdag 16 Febr. j.1. hield de Bond voor pensioenactie der Zeemacht te f? bouw Patrimonium te Lelden een zeer druk bezochte vergadering. a„ Ata .preker tred op de h«« uit den Haag, die ulteenzettehoedeoud gepensioneerden weer de dupe waren ju worden van den onwil der regeering. Sp zeide o.m. dat tot zijn groote vreugde ook in Helder een afdeeling was opgericht, welke mededeellng met een daverend ap- dIbua werd beantwoord. Om 11 uur werd de druk-bs«oohte ver gadering gesloten. Voortgezet wordt de behandeling van het wetsontwerp houdende wettelijke voorzieningen naar aanleiding van de op heffing van de departementen van ma rine en van oorlog en van de instelling van een departement van defensie. De heer Verkouteren (c.-h.) be grijpt den minister niet Hy heeft afge zien van de splitsing en nu had hij, als ge volg daarvan zijn ontwerp moeten intrek ken, want die twee hangen onverbreke lijk samen. Spreker acht een eigen Indi- Bche marine ondenkbaar; er is geen in dustrie, geen scheepsbouw in Indiö, die daarvoor dienen kunnen. Spreker herinnert eraan, wat onze ma rine voor ons land geweest is. Er is een ijd geweest, dat Engeland en Nederland de eenige zeemogendheden waren, en dat iet een bijzondere eer was voor een bui- tenlandsch diplomaat, in Den Haag te worden geplaatst Ook in den tegenwoor- digen tijd mag men de beteekenis van de marine niet onderschatten. Nog onlangs heeft een Amerikaansch admiraal gezegd: zeemacht is wereld macht Spreker blijft volhouden, dat we aan onze zeehelden de schoonste blad zijden van onze geschiedenis danken. Wanneer het wetsontwerp er komt zal iet zijn met behulp van de socialisten, die het leger willen afbreken, terwijl de mi nister het wil verbeteren. Hoe is dat met elkaar te vereenigen? Spr. zal tegen het ontwerp stemmen De heer Van Embden (v.-d.) acht de samenvoeging een hervorming, die de voorstanders van ontwapening als zooda nig slechte met onverschilligheid bezien. De anti-fusionisten trachten echter het ontwerp in opspraak te brengen door tel kens te wijzen op den stem der voorstan ders van ontwapening. Daarom wil spre- cer duidelijk maken, dat deze stem met de argumenten voor ontwapening niets te maken heeft Het is onrecht, de ontwape- naars gebrek aan vaderlandsliefde te ver wijten. ZIJ verschillen met de heeren van het patriottische monopolie niet in doel, maar slechts in middel. Twee argumenten zyn er die spreker tot voorstemmen zullen brengen: in de eerste plaats de te verkrygen bezuini ging. Ér moet n.1 bezuiniging voort vloeien uit fusie, vooral als men denkt aan de mogeiykheid van een derde de partement van luchtvaart of een vierde van munitie, zooals Engeland kent en ge kend heeft. Bezuiniging op een nutteloos en ge vaariyk departement is het motief, het anders voor te stellen is demagogie. Een tweede motief ligt in het dryven der erg ste militairisten. Spreker onderscheidt drie groepen: le de ontwapenaars, 2e de halfslachtige, die, zy het noode, de be wapening voortzetten, 8e de ouderwetsche denkers in oorlogsgeest. Verwerping van dit wetsontwerp zou voor de Eerste Kamer noodwendig assimi latie beteokenen aan het standpunt der rasechte militaristen en door het Neder- landsche volk begrepen worden als een militaristische overwinning en zou aan de kiezers van menige staatsparty het vol gende Jaar interessante problemen ter overdenking geven. Spreker zal, zonder geestdrift, voor het ontwerp stemmen. De heer Janssen (r.-k.) meent, dat de voorstelling, alsof dit ontwerp vitale belangen raakt, lichteiyk overdreven is Er zijn teekenen, die erop wyzen, dat de bestryding buiten de Kamer meer gerich is tegen dezen minister dan tegen het wetsontwerp, waarby spreker het oog heeft op hetgeen geschreven is in termen als „men vermoedt, dat", „men fluistert: dat," enz. Dat 's ministers marlnebeleld met dit ontwerp gemoeid zou zyn, is onjuist. He' ontwerp is een gevolg van 's ministers doortastendheid in het afknippen van on noodige franje en het opruimen van spin rag. Het is spr. niet duidelijk geworden, waarom het ontwerp zou moeten worden verworpen. De splitsing is eerst door de tegenstanders als de cardo quaestionis be schouwd, later, toen de splitsing was prijs gegeven, was daarom weer het ontwerp niet aanvaardbaar. Dat de zorg voor zee- en landmacht voor Nederland best aan één hand kan worden toevertrouwd, wordt niet betwist, Het gevaar ziet men in Indië. Volgens spr. heeft de minister de fout begaan al te zeer den nadruk te leggen op de ge ringe bemoeienis met Indië. Vast moe' echter staan, dat de minister, voorzoover de volksvertegenwoordiging hem daartoe in staat stelt, de middelen moet leveren ter verdediging van Indië. En het is dul- deiyk genoeg gebleken, dat deze minister zich daar niet aan onttrekt. De gevoelsargumenten tegen het ont werp maken op spr. geen indruk. -Spr, van meening, dat bezuiniging verkregen zal worden en wat de mogelijkheid van beheer in een samengevoegd departement door één persoon betreft, ten onrechte twyfelt men daaraan op grond van de mo- geiykheid eener splitsing. De splitsing is door dezen minister uitdrukkeiyk prijs gegeven en mooht in de toekomst een mi nister de taak te zwaar achten, dan Is er nog een andere weg om hem te ontlasten dan de opheffing der eenheid onzer marine. Men behoort te onderschelden tusschen de z.g. kwaadaardige splitsing en een goedaardige, welke laatste in het belang der personeelsvoorziening noodig is en waarvoor spr. dan ook in het geheel geen vrees koestert. De meening is geuit, dat de minister van defensie in den regel Iemand uit de landmaoht zal zyn. Dat is inderdaad mo gelijk al kan het ook anders. Waarom zou een niet-militair niet een goed minister van defensie kunnen zyn? De vraag rest of beide departementen te beheeren zyn door één persoon. Vast staat, dat de heer ColiJn het mogeUjk achtte en dat minis ter Lambooy al had de kapitein Lam- booy er indertyd bezwaar tegen het eveneens mogelijk acht. Het is mogeiyk, dat de heer Ooiyn door zyn persooniyke gaven in staat was het beheer van twee departementen te voeren, doch spr. weigert aan te nemen, dat Oo iyn, met zyn groote levenservaring, niet zou kunnen beoordeelen waartoe anderen, met minder groote gaven, in staat zyn. Spr. zal voor het ontwerp stemmen. De Voorzitter geeft het woord aan den heer v. Lansobot, doch alvorens deze an het woord komt, wordt te 12 u. 45 een ïalf uur gepauzeerd. De vergadering wordt te 1.20 heropend. De heer Van Lansohot (r.-k.) be toogt, dat het ontwerp staat te midden van veel bestrijding, dat het ook buiten de Ka mer groote oppositie heeft uitgelokt en in de Kamer ook zeer de aandacht trekt Aan voorlichting heeft het niet ontbroken en dat acht spr. een gelukkig verschynsel. iy heeft nooit geweten, dat er zooveel marinespecialiteiten in dé Kamer waren. Spr. laat zioh niet indeelen by nlhllis- ,en, idealisten en defaltisten, hy zal als de katholieken in de Tweede Kamer voor iet ontwerp stemmen en wenscht toch ge acht te worden open oogen te hebbein voor 'slands verdediging. BH de marinebegrooting is gebleken, dat het personeelsvraagstuk geregeld is ;en genoege van de Indisohe regeering en daar komt nog by, dat deze minister eigeniyk nog meer personeel naar Ned.- ndië heeft willen sturen dan de beeren van marine zelf verlangden. En nu de splitsing. Dat is een vrij nevelachtige kwestie, waarover alle Bpre- kers niet geUjk denken. Telkens merkt men, dat de heeren langs elkaar heen redeneeren. De minister heeft er intus- schen afstand van gedaan, zy is van de baan. By dit ontwerp wordt er niet over beslist. Men vergeet overigens nog, dat splitsing niet tot stand kan komen zonder medewerking van de volksvertegenwoor diging, die het volkomen in haar hand heeft, de splitsing tegen te houden. Het typeerende van dit ontwerp is, zegt spr., dat alleen beslist wordt, dat de samenvoeging geschieden zal, maar van den modus quo bevat bet ontwerp niets dat zal allemaal uitgemaakt worden. En is nu al die kritiek niet praematuur Door onze stem aaü dit ontwerp te geven ontnemen wy onszelf het recht niet te oordeelen over de te nemen maatregelen by de begrootingen. Er is reeds op ge wezen, dat de inrichting van de bureauz een proefneming zal zjjn. De directeur van de Hoogere Marine-krijgsschool, de beer van Reede, schreef zelf, dat de weg nog niet zou zyn afgebakend door de aanneming van dit ontwerp. Spr. splitst de kritiek in een kritiek op de uitvoering, die by al beeft behan deld en een kritiek ten principale, die hierop neerkomt, dat één persoon de functie niet kan waarnemen. Deze kritiek staat zeer zwak, omdat drie rechtsohe regeeringen op dit punt eenstemmig waren. Zy, die buiten de Kamer adviezen hebben gegeven, zyn niet verantwoorde- ïyk en de Kamer beeft te kiezen tussoben de adviezen van verantwoordeiyke en niet-verantwoordeiyke menschen. En voor spr. als leek geeft het laatste advies den doorslag. Echter zou hy van den minister president de geruststellende verklaring wenschen, dat door dit ontwerp geen afbreuk wordt gedaan aan de verdediging van Indië. De heer Brlët (a.-r.) betoogt, dat de staatscommissie van 1906 concludeerde, dat de defensiebelangen van Indië moeten komen in één hand, n.1. van den minister van koloniën, een volledige splitsing dus. Dezelfde gedachte bezielde de r.-k. de fensiecommissie van 1920, en de Troon rede van 1925. Diezelfde gedachte vinden wy terug in den brief van dezen minister van 7 Maart 1927, zy het in bedekte termen. Ook moet spr. opkomen tegen de mee ning, dat de minister van koloniën ver antwoordeiyk zou zyn voor de verdedi ging van Indië, waardoor de rechtstreek scbe bemoeienis van den minister van marine gering is. Spr. meent, dat dit een afschuiven van de verantwoordeiyk beid van den minister van marine is. De verhouding van den minister van marine tot de verdediging van Indië en tussohen den minister van marine en dien van koloniën heeft tot veel verwarring aan leiding gegeven. De minister zegt tbansL dat dit vraagstuk niet aan de orde is en dat de splitsing is losgelaten. In de toe komstplannen betreffende de verhouding van marine en koloniën ziet spr. een verstrekkende beteekenis, ook een ge deeltelijke splitsing. De Minister: En vier nieuwe torpedo jagers, die bemand moeten worden voor Indië, zyn verzwegen. De beer Steger: Zy worden in dit boekje althans niet genoemd. Vervolgens betoogt spr. dat voor het ambt van minister geen specialist noodig is; hy zou er zelfs niet voor deugen, maar iets anders is het of men iemanc hebben moet met kennis van zaken en dat acht spr. onafwysbaren eisoh. De heer Van Wasseneer van Oatwyok (c.-h.) herinnert eraan, dat de oommissie in 1906 de splitsing voorstelde in dien zin, dat de marine in Indië onder Kolo niën zou komen en dat dan het kleine beetje marine noodig voor de kustver dediging hier te lande wel by oorlog kon komen. Echter wat deze minister wil is de samenvoeging sonder splitsing. Spr. heeft de overtuiging dat men tal moeten Ingezonden Mededeellng. Tot de beste, soliedst afgewerkte behooren die van de N.V. Behangerll en Sftoffeerderl| IPOORSTRAAT 49 - TEL. INTERC. Vraagt Stalen en prl|sopgave. komen tot splitsing der marine en dat dat zelfs zeer waarschyniyk zal moeten gebeuren op een oogenblik, waarop het ongelegen komt. Men kan niet van van daag of morgen de splitsing hebbendie zal moeten worden voorbereid en die voorbereiding zal moeten geschieden door den minister van marine. Daarom kan spr. op dit oogenblik het ontwerp niet aannemen. De Minister van Oorlog, de heer Lam- >ooy, dankt ben, die hem hebben gesteund. !ïet zal niet verwonderen, dat, na alles wat spr. in de laatste weken heeft moeten ezen en hooren, het hem aangenaam ia. dat elndeiyk de kluisters van zyn mond zyn afgenomen. In de eerste plaats wil spr, het ontwapeningsvraagstuk buiten beschouwing laten, omdat anders bet vraagstuk, waarover het hier gaat, in de verdrukking zou komen. Spr. zal dan ook niet ingaan op de woorden van den heer van Embden over nonsensioale voorschrif ten voor gasaanvallen; slechts wil hy op merken, dat op de Roode Kruisoonferentle te Brussel dit boekje zeer geroemd is Als de minister elke Bplitsing afwys - heeft zyn ontwerp geen anderen ,zin dan de omverhaling der bestaande organisatie en ontbreekt hem bet inzicht in de be- angen der verdediging van Indië. De üerste Kamer heeft er tegen te waken dat een slag wordt toegebracht aan de marine. De heer Steger (r.-k.) heeft geen ant woord gekregen op veie vragen, die bij hem gerezen zyn. Hem rest dus niet* anders dan de moeilijkheden uit te spre ken en te waobten of de minister ze als nog weg kan nemen. Spr. vraagt zich af hoe de minister ka i zeggen, dat eenheid van opvatting vei- eischt wordt voor de afdeelingen, stal, materiaal en personeel, terwyi hij di-> afdeelingen Juist niet wil samenvoegei De voornaamste drijfveer voor den minister is de bezuiniging, die «uiteraard* uit samenvoeging moet volgen. Dat ge - ooft spr. niet. Hy weet iets van industrii af en daar is juist in den laatsten tyd d i aandacht gevestigd op samenvoeging te bezuiniging. Daarby is echter gebleken, dat bezuiniging volstrekt niet in het alge meen, volstrekt niet uiteraard uit samen voeging volgt. De minister moet dus voo.' dit byzondere geval de bezuiniging aan toonen. En hy heeft juist verklaard, dat by daartoe niet in staat is. Aangaande bet personeelsvraagstuk is spr. geenszins deskundig, doch de cijfers van den minister die den indruk wekten alsof het beroepspersoneel van 65Ö0 tot 4800 man verminderd was, zyn volgens inlichtingen van den commandant der zeemacht te Helder, niet Juist, daar by het eerste wel, by het tweede oyter echter niet het personeel in opleiding geteld zou zyn, samen 600 man, zoodat de totale ver mindering slechts 100 man zou bedragen. De Minister: Ik kan u nu reeds zeggen, dat deze oyfers onjuist zyn. De heer Steger zal gaarne de nadere mededeelingen van den minister afwaoh- ten. Wat het materieel betreft oiteert spr. een boekje over een vergadering van de Marlnevereeniging en de Alg. Ver. van Marine-offloieren, volgens hetwelk het oefenmaterleel verminderd is. Spr. betreurt het, dat de partyen waar toe de heeren de Vos v. Steenwyk en Rink behooren, nog eer de minister aan bet woord is gekomen, bun veto hebben uitgesproken, waardoor alles wat spr. gaat zeggen, voor hen Luft is. Wanneer men de agitatie tegen dit ontwerp na gaat, zal men zien, dat vooral de marine- offloieren actie gevoerd hebben om geen sterker woord te gebruiken. Men beeft getracht de overtuiging te vestigen, dat de veiligheid van het rijk in gevaar zou worden gebracht. Spr. is altyd groot voorstander geweest van vrije meenings- uiting, ook van ambtenaren tegen hun minister, wanneer althans de schrijvers zich niet verschuilen achter een masker van anonimiteit. Spr. meent, dat de ma rine-officieren de objectiviteit niet vol doende in aoht hebben genomen. Men stelde prijs op een afzonderiyk departe ment en heeft allerlei zaken, die niets met de samenvoeging te maken hebben, erby gehaald en is erin geslaagd bier een sfeer van wantrouwen te wekken en het ontwerp, ook door persooniyke aan vallen op den minister, gehuld in een sluier van geheimzinnige gevaren. De belangen der maritieme verdediging van Indië zouden minder goed behartigd kun nen worden «n van de samenvoeging zou splitsing een gevolg moeten zijn. Het laatBte poogt men aan te toonen door te betoogen, dat het dep. v. defensie de In disohe belangen moet veronachtzamen en dat organisatorisch uit de samenvoeging de splitsing logisoh moet volgen. Het is echter duideiyk dat dit laatste niet op gaat. De splitsing is van regeeringswege voor het eerst aanhangig gemaakt door den oud-zeeoffleier min. Westerveld, die op 24 Oot. 1928 betoogde herhaald door den heer CoUjn op 26 Oot. dat het voor de meest economische organisatie der marine noodig is, dat leder deel zyn afzonderiyke personeelsvoorziening hebbe. Toen spr. dien zin voorlas aan de overzyde, werd gezegddat was een ver gissing, doch in de M. v. A. by de be grooting voor 1924. van denzelfden mi nister leest spr. dat de regeering de splitsing |van het personeel die van het materieel was al van te voren oon- form het ontwerp-Vlootwet aangekondigd spoedig sou doorvoeren. Dece minister zag dus geen andere economische oplos sing van de vraag dan door personeels» splitsing. De leden van deze Kamer, die de campagne tegen het ontwerp hebben gevolgd, zullen moeten hebben opmerken, dat tegen een wetsontwerp zelden meer gewerkt is met gevoelsargumenten en verdachtmakingen. By de actie hebben zich vooraanstaande personen aange sloten, die het ontwerp hebben bestreden met argumenten, die daarbuiten staan. Spr. heeft pogen aan te toonen, dat split sing onvermydeiyk was, omdat hy meende, dat het overgroote personeel hier te lande een |gevolg was van de geregelde aflossing in Indië. By bespreking met min. Ooliin biykt spr. eohter al gauw, dat de split sing niet moest zyn een Prinzipienreiterei en by verdere studie blijkt hem, dat er geen verband is tusschen bet teveel aan personeel hier en de marine in Indië. Spr. komt dus op de splitsing terug, by neemt aan de voorstanders van de split sing den wind uit de zeilen en nu gaat man zeggen, denk erom, denk erom, aan dit ontwerp zit de splitsing noodzakeiyk vast. Als spr. tooh het personeelsvraag stuk zoo gaat oplosson, dat daarvoor de splitsing niet meer noodig is, is daardoor dan niet de eenheid in de hand gewerkt? Spr. heeft de oommissie-ten Bosch de opdracht gegeven goed rond te zien of in het leger op vruchtbare |wyze perso neel van de marine ware te werk te stel len, dat bier in de marine overbodig is. Spr. komt nu tot een pyniyk punt, de vergadering te Helder, waar de oud- kolonel Rendorp op een wyze over den minister beeft gesproken, die zijn gezag by de marine niet kan verhoogen. In die vergadering heeft men met verkeerde cyfers gewerkt en dat is eigeniyk nog erger. Uit een eenvoudige optelling uit bet marineboekje kunnen de juiste offers biyken. De heer Rendorp beweert, dat in 1925 in Indië 1500, in Nederland 4000 man aanwezig was, in 1928 in Indië 2100, in Nederland 2900 en in opleiding 500, zoodat er eigeniyk niet veel verminderd is. De feiten zijn, dat op 1 Jan. 1925 6000 man beroepspersoneel was, waarvan 1500 in Indië en 4500 in Nederlandop 1 Jan. 1926 6900 man totaal, Juni 1927 5800, 1 Januari 1928 5600 waarvan 2100 in Indië en ongeveer 600 in opleiding, zoodat er bovendien nog ongeveer 8000 in Nederland waren. Dat beteekent, dat spr. bet aantal in Indië met 600 heeft vermeerd, het aantal in Nederland met 500 verminderd. Het signaal «wees op uw hoede voor splitsing* is met byzondere kracht ge blazen door den afgetreden vlootvoogd in Indië, dien spr. zeer hoog waardeert als zeeman, doch tegenover wien hy de Kamer op organisatorisch gebied de noodige voorzichtigheid aanbeveelt. Want juist hy is een der oorzaken geweest, die de gedaobte aan splitsing hebben opgewekt. Dat gaat spr. aantoonen. De Voorzitter verzoekt den min. zyn rede morgen voort te zetten. De Minister breekt zyn rede af. De Voorzitter verdaagt te 4 u. 86 de vergadering tot Vrijdag 11 uur. Voort.gezet wordt de behandeling van het wetsontwerp., houdende wettelijke voorzie ningen naar aanleiding van de opheffing van de departementen van marine en van oorlog en van de instelling van een depar tement van def ensie. De Minister van Oorlog en van Marine a. i., de heer L a ra b o O y, zet zym rede voort. Spr. heeft gisteren betoogd, dat zym regeling inzake de personeels organisatie juist den splitsems den wind wit de zeilen nam, doch dat de voorstellen, 'indertyd door den heer Goosizen gedaan, dé splitsing moes ten bevorderen. Dat toont spr. aan. Een ander bezwaar was, dat het ééne de- Kirtement te zwaar zou zijn voor één inan. aartegemover wil' spr. slechts opmerken), dat in de laatste 9l/j jaar slechts gedurende 4 jaar er een zelfstandig minister van ma rine is geweest. Spr. meent, dat het beheer best by één minister kan berusten en dat men1 geen Uebermensch daarvoor behoeft te zyn. Men vreest, dat dn de toekomst geen zee officier aan helt hoofd van het departement zal komen, maar dat is van ondergeschikt belang; de voornaamste vraag is of men den rechten .man kan vinden. Daar komt by, dat tot nog toe de marine-officieren niet veel studie maakten van organisatie-vraagstuk ken, terwyil thans de marine-officieren ook in de Hoogere Krijgsschool een inzicht krijr gen in de algemeen© defensievraagstukken, waardoor onder hen dé geschiktheid voor de leiding van de defensie toeneemt. Dat is het voordeel van de samenvoeging. Het heeft spr. pijiniijk getroffen, dat de bear de Vos v. Steenwijk zeide, dat spr. de marine achterstelde bijl 't iegeir. Hij noemde ten 'bewijze daarvan het afschaffen van een inspecteur van den geneeskundigen dienst voor de marine. "Waarom is dat echter ge schied? Vroeger waren) er drie afdeelingen: Helder, Amsterdam en Rotterdam, maar nu üs alleen' Rotterdam overgebleven en daar voor kan de commandant de taak volkomen vervullen. Spr. beantwoordt dan de verschillende debatera Aan hét eind van zijn rede zou spr. deni leiders van den Vrijheidsbond en van de Ghr.-Hist, fractie, die hun standpunt reeds bepaald hebben, willen vragen: wist gij, toen gy uw standipunt bepaaldet, wat Ik u thans hebt meegedeeld? Wist git dat, de cyfers waarmee de minister bestookt werd, onjuist waren? Wiet gy, dat de hoogste marine-autoriteiten «en directoraat-generaal ■■RB i Eerste Kamer. Oppervlakkig bezien schijnt 1928 dus niet bijzonder gunstig in te zetten. Een nadere beschouwing der cijfers leert echter anders.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 9