ZONNESCHERMEN en MARQUISEN
binnenland
DE SAMENVOEGING VAN OORLOG EN MARINE.
Jb. HARJER ZOON
Derde Blad.
VAN ZATERDA8 18 FEBRUARI 1928
Het wetsontwerp met 28 tegen 17 stemmen aangenomen.
Vergadering van Donderdag 16 Febr.
DEFENSIE-ONTWERP.
DIRECTEUR LOODSWEZEN.
De kapitein ter zee de heer W. F. van
SelteAmft ^recteur van het loods
wezen te Amsterdam, heeft teeen 1 Anril
ontslag uit zijn betrekking aangevraagd
wegens langdurigen dienst.
i*eer Van Erp Taalman Kip heeft
ngeveer vijf jaren de functie van het
loodswezen vervuld.
D® JtMSTERDAMSCHE GEMEENTE-
begroottng goedgekeurd.
Door Ged. Staten.
In de Woensdagmiddag gehouden ver-
Sering van Gedeputeerde Staten van
inoo d is de gemeente-begrooting
1928 van Amsterdam goedgekeurd.
DE RIJKSMIDDELEN OVER
JANUARL
De eerste maand van het nieuwe jaar
geeft een opbrengst der middelen van
48.609.880 tegeni 43J824JL25 in Januari
1 Vftl*
Over 1927 hnmers werd van de opbrengst
der rfliwtellbelasting slechte 60 in het We-
Sntfonds gestort. In het lloopende jaar zal
der opbrengst hiervan aan dit' fonds
ten goedé komen. Zoodoende paraisseert op
den vergelijkenden staat voor Januari 1927
dit middel nog met 1.965.425 (zijinde 40
van de werkelijke opbrengst van die maand)
terwijl die voor de afgeloopen maand' noo'
de gewone middelen slechte 430.475 be
droeg. Dit verschil ad 1.685.000 doet het
rJifldeelig" verschil van Januari 1928 tegen
over dezelfde maand van het vorige jaar,
/816.000, in een „voordeellg" van 1.220.000
verkeeren.
WOEKERPRAKTIJKEN IN DE
MIJNSTREEK.
Ook in de mijnstreek woekert het kwaad
van de tegen woekerrente geldleenende
voorschotbanken in ernstige mate, en
reeds eenige Jaren geleden werden de
arbeiders tegen de praktijken dezer ban
ken gewaarschuwd. De laatste maanden
evenwel zijn de woekeraars opnieuw op
getreden. Daarnaast staat het kvaad van
het afbetalingssysteem, dat den laatston
tijd, blijkens een oorrespondentle in de
Tel. zulke afmetingen heeft aangenomen,
dat honderden gezinnen gebukt gaan on
der de gevolgen hiervan en met handen
en voeten gebonden zijn aan deze afbeta-
lingsmngazijnen, die overal hun filialen
en agenten hebben.
En steeds kankert dit kwaad nog voort
Dagelijks komt het voor, dat kooplie
den, die handel drijven in plano's, stofzui
gers, ameublementen, naai- en wasch-
machines, kinderwagens, rijwielen, gram
mofoons, radio-installaties en dergelijke
artikelen, hun waar bij de mijnwerkers
aan den man trachten te brengen en dat
dikwijls met suoces.
De Mijndlrectie heeft thans een circu
laire uitgevaardigd waarin nogmaals
tegen het gevaar gewaarschuwd wordt.
De leencontracten zijn zeer geraffineerd
opgesteld, zoodat meestal de kantonrech
ter, die deze gevallen van „niet betaalde
renten en aflossing" te behandelen krijgt,
den betrokkene moet veroordeelen, hoe
wel deze al eenige honderden percenten
rente betaald heeft. Gelukkig, en daar
wordt vaak gebruik van gemaakt kan
de rechter in sommige gevallen de termij
nen, waarin betaald moet worden, zoo
danig verlengen, datd e leenbank of woe
keraar zijn opzet ziet misloopen.
DE UITSLUITING IN HET HEEREN
KLEEDIN G BEDRIJF.
De hoofdkantoren der vakbonden
besluiten tot maatregelen van
tegenweer.
Donderdag zijn te Amsterdam de hoofd
besturen der vakbonden in de kleeding-
industrie bijeengekomen. Ter vergadering
werd allereerst vastgesteld, dat de hoofd
besturen geen enkele mededeellng van hei
hoofdbestuur van den Bond van Kleed er-
makerspatroons hebben ontvangen over
de uitsluiting van de georganiseerde
kleermakers. Evenmin was bericht ont
vangen, dat de Bond van Kleedermakere-
patroons alsnog genegen te, een confllCi
te vermijden door overleg.
De hoofdbesturen der vakbonden be
sloten, de uitsluiting te beantwoorden me
een besluit tot staking WJ een) aantal leden
van den bond van kleermakerspatroons.
Reeds kwamen rapporten uit afdeelingen
binnen, dat bij eenige firma 8 niet zal wor
den gewerkt. In belangrijke plaatsen zijn
de kleermakers tegen Zaterdag a.s. ter ver
gadering opgeroepen voor het n^"en Tf*n
maatregelen, opdat WJ bepaalde werk
gevers geen enkel stuk meer zal worden
gemaakt.
PENSIOENACTIE ZEEMACHT,
Woensdag 16 Febr. j.1. hield de Bond
voor pensioenactie der Zeemacht te f?
bouw Patrimonium te Lelden een zeer
druk bezochte vergadering. a„
Ata .preker tred op de h««
uit den Haag, die ulteenzettehoedeoud
gepensioneerden weer de dupe waren ju
worden van den onwil der regeering. Sp
zeide o.m. dat tot zijn groote vreugde ook
in Helder een afdeeling was opgericht,
welke mededeellng met een daverend ap-
dIbua werd beantwoord.
Om 11 uur werd de druk-bs«oohte ver
gadering gesloten.
Voortgezet wordt de behandeling van
het wetsontwerp houdende wettelijke
voorzieningen naar aanleiding van de op
heffing van de departementen van ma
rine en van oorlog en van de instelling
van een departement van defensie.
De heer Verkouteren (c.-h.) be
grijpt den minister niet Hy heeft afge
zien van de splitsing en nu had hij, als ge
volg daarvan zijn ontwerp moeten intrek
ken, want die twee hangen onverbreke
lijk samen. Spreker acht een eigen Indi-
Bche marine ondenkbaar; er is geen in
dustrie, geen scheepsbouw in Indiö, die
daarvoor dienen kunnen.
Spreker herinnert eraan, wat onze ma
rine voor ons land geweest is. Er is een
ijd geweest, dat Engeland en Nederland
de eenige zeemogendheden waren, en dat
iet een bijzondere eer was voor een bui-
tenlandsch diplomaat, in Den Haag te
worden geplaatst Ook in den tegenwoor-
digen tijd mag men de beteekenis van de
marine niet onderschatten.
Nog onlangs heeft een Amerikaansch
admiraal gezegd: zeemacht is wereld
macht Spreker blijft volhouden, dat we
aan onze zeehelden de schoonste blad
zijden van onze geschiedenis danken.
Wanneer het wetsontwerp er komt zal
iet zijn met behulp van de socialisten, die
het leger willen afbreken, terwijl de mi
nister het wil verbeteren. Hoe is dat met
elkaar te vereenigen?
Spr. zal tegen het ontwerp stemmen
De heer Van Embden (v.-d.) acht
de samenvoeging een hervorming, die de
voorstanders van ontwapening als zooda
nig slechte met onverschilligheid bezien.
De anti-fusionisten trachten echter het
ontwerp in opspraak te brengen door tel
kens te wijzen op den stem der voorstan
ders van ontwapening. Daarom wil spre-
cer duidelijk maken, dat deze stem met
de argumenten voor ontwapening niets te
maken heeft Het is onrecht, de ontwape-
naars gebrek aan vaderlandsliefde te ver
wijten. ZIJ verschillen met de heeren van
het patriottische monopolie niet in doel,
maar slechts in middel.
Twee argumenten zyn er die spreker
tot voorstemmen zullen brengen: in de
eerste plaats de te verkrygen bezuini
ging. Ér moet n.1 bezuiniging voort
vloeien uit fusie, vooral als men denkt
aan de mogeiykheid van een derde de
partement van luchtvaart of een vierde
van munitie, zooals Engeland kent en ge
kend heeft.
Bezuiniging op een nutteloos en ge
vaariyk departement is het motief, het
anders voor te stellen is demagogie. Een
tweede motief ligt in het dryven der erg
ste militairisten. Spreker onderscheidt
drie groepen: le de ontwapenaars, 2e de
halfslachtige, die, zy het noode, de be
wapening voortzetten, 8e de ouderwetsche
denkers in oorlogsgeest.
Verwerping van dit wetsontwerp zou
voor de Eerste Kamer noodwendig assimi
latie beteokenen aan het standpunt der
rasechte militaristen en door het Neder-
landsche volk begrepen worden als een
militaristische overwinning en zou aan
de kiezers van menige staatsparty het vol
gende Jaar interessante problemen ter
overdenking geven. Spreker zal, zonder
geestdrift, voor het ontwerp stemmen.
De heer Janssen (r.-k.) meent, dat
de voorstelling, alsof dit ontwerp vitale
belangen raakt, lichteiyk overdreven is
Er zijn teekenen, die erop wyzen, dat de
bestryding buiten de Kamer meer gerich
is tegen dezen minister dan tegen het
wetsontwerp, waarby spreker het oog
heeft op hetgeen geschreven is in termen
als „men vermoedt, dat", „men fluistert:
dat," enz.
Dat 's ministers marlnebeleld met dit
ontwerp gemoeid zou zyn, is onjuist. He'
ontwerp is een gevolg van 's ministers
doortastendheid in het afknippen van on
noodige franje en het opruimen van spin
rag.
Het is spr. niet duidelijk geworden,
waarom het ontwerp zou moeten worden
verworpen. De splitsing is eerst door de
tegenstanders als de cardo quaestionis be
schouwd, later, toen de splitsing was prijs
gegeven, was daarom weer het ontwerp
niet aanvaardbaar.
Dat de zorg voor zee- en landmacht
voor Nederland best aan één hand kan
worden toevertrouwd, wordt niet betwist,
Het gevaar ziet men in Indië. Volgens
spr. heeft de minister de fout begaan al
te zeer den nadruk te leggen op de ge
ringe bemoeienis met Indië. Vast moe'
echter staan, dat de minister, voorzoover
de volksvertegenwoordiging hem daartoe
in staat stelt, de middelen moet leveren
ter verdediging van Indië. En het is dul-
deiyk genoeg gebleken, dat deze minister
zich daar niet aan onttrekt.
De gevoelsargumenten tegen het ont
werp maken op spr. geen indruk. -Spr,
van meening, dat bezuiniging verkregen
zal worden en wat de mogelijkheid van
beheer in een samengevoegd departement
door één persoon betreft, ten onrechte
twyfelt men daaraan op grond van de mo-
geiykheid eener splitsing. De splitsing is
door dezen minister uitdrukkeiyk prijs
gegeven en mooht in de toekomst een mi
nister de taak te zwaar achten, dan Is er
nog een andere weg om hem te ontlasten
dan de opheffing der eenheid onzer
marine.
Men behoort te onderschelden tusschen
de z.g. kwaadaardige splitsing en een
goedaardige, welke laatste in het belang
der personeelsvoorziening noodig is en
waarvoor spr. dan ook in het geheel geen
vrees koestert.
De meening is geuit, dat de minister
van defensie in den regel Iemand uit de
landmaoht zal zyn. Dat is inderdaad mo
gelijk al kan het ook anders. Waarom zou
een niet-militair niet een goed minister
van defensie kunnen zyn? De vraag rest
of beide departementen te beheeren zyn
door één persoon. Vast staat, dat de heer
ColiJn het mogeUjk achtte en dat minis
ter Lambooy al had de kapitein Lam-
booy er indertyd bezwaar tegen het
eveneens mogelijk acht.
Het is mogeiyk, dat de heer Ooiyn door
zyn persooniyke gaven in staat was het
beheer van twee departementen te voeren,
doch spr. weigert aan te nemen, dat Oo
iyn, met zyn groote levenservaring, niet
zou kunnen beoordeelen waartoe anderen,
met minder groote gaven, in staat zyn.
Spr. zal voor het ontwerp stemmen.
De Voorzitter geeft het woord aan
den heer v. Lansobot, doch alvorens deze
an het woord komt, wordt te 12 u. 45 een
ïalf uur gepauzeerd.
De vergadering wordt te 1.20 heropend.
De heer Van Lansohot (r.-k.) be
toogt, dat het ontwerp staat te midden van
veel bestrijding, dat het ook buiten de Ka
mer groote oppositie heeft uitgelokt en in
de Kamer ook zeer de aandacht trekt Aan
voorlichting heeft het niet ontbroken en
dat acht spr. een gelukkig verschynsel.
iy heeft nooit geweten, dat er zooveel
marinespecialiteiten in dé Kamer waren.
Spr. laat zioh niet indeelen by nlhllis-
,en, idealisten en defaltisten, hy zal als
de katholieken in de Tweede Kamer voor
iet ontwerp stemmen en wenscht toch ge
acht te worden open oogen te hebbein voor
'slands verdediging.
BH de marinebegrooting is gebleken,
dat het personeelsvraagstuk geregeld is
;en genoege van de Indisohe regeering
en daar komt nog by, dat deze minister
eigeniyk nog meer personeel naar Ned.-
ndië heeft willen sturen dan de beeren
van marine zelf verlangden.
En nu de splitsing. Dat is een vrij
nevelachtige kwestie, waarover alle Bpre-
kers niet geUjk denken. Telkens merkt
men, dat de heeren langs elkaar heen
redeneeren. De minister heeft er intus-
schen afstand van gedaan, zy is van de
baan. By dit ontwerp wordt er niet over
beslist. Men vergeet overigens nog, dat
splitsing niet tot stand kan komen zonder
medewerking van de volksvertegenwoor
diging, die het volkomen in haar hand
heeft, de splitsing tegen te houden.
Het typeerende van dit ontwerp is, zegt
spr., dat alleen beslist wordt, dat de
samenvoeging geschieden zal, maar van
den modus quo bevat bet ontwerp niets
dat zal allemaal uitgemaakt worden. En
is nu al die kritiek niet praematuur
Door onze stem aaü dit ontwerp te geven
ontnemen wy onszelf het recht niet te
oordeelen over de te nemen maatregelen
by de begrootingen. Er is reeds op ge
wezen, dat de inrichting van de bureauz
een proefneming zal zjjn. De directeur
van de Hoogere Marine-krijgsschool, de
beer van Reede, schreef zelf, dat de weg
nog niet zou zyn afgebakend door de
aanneming van dit ontwerp.
Spr. splitst de kritiek in een kritiek
op de uitvoering, die by al beeft behan
deld en een kritiek ten principale, die
hierop neerkomt, dat één persoon de
functie niet kan waarnemen. Deze kritiek
staat zeer zwak, omdat drie rechtsohe
regeeringen op dit punt eenstemmig
waren.
Zy, die buiten de Kamer adviezen
hebben gegeven, zyn niet verantwoorde-
ïyk en de Kamer beeft te kiezen tussoben
de adviezen van verantwoordeiyke en
niet-verantwoordeiyke menschen. En voor
spr. als leek geeft het laatste advies den
doorslag. Echter zou hy van den minister
president de geruststellende verklaring
wenschen, dat door dit ontwerp geen
afbreuk wordt gedaan aan de verdediging
van Indië.
De heer Brlët (a.-r.) betoogt, dat de
staatscommissie van 1906 concludeerde,
dat de defensiebelangen van Indië moeten
komen in één hand, n.1. van den minister
van koloniën, een volledige splitsing dus.
Dezelfde gedachte bezielde de r.-k. de
fensiecommissie van 1920, en de Troon
rede van 1925. Diezelfde gedachte vinden
wy terug in den brief van dezen minister
van 7 Maart 1927, zy het in bedekte
termen.
Ook moet spr. opkomen tegen de mee
ning, dat de minister van koloniën ver
antwoordeiyk zou zyn voor de verdedi
ging van Indië, waardoor de rechtstreek
scbe bemoeienis van den minister van
marine gering is. Spr. meent, dat dit
een afschuiven van de verantwoordeiyk
beid van den minister van marine is. De
verhouding van den minister van marine
tot de verdediging van Indië en tussohen
den minister van marine en dien van
koloniën heeft tot veel verwarring aan
leiding gegeven. De minister zegt tbansL
dat dit vraagstuk niet aan de orde is en
dat de splitsing is losgelaten. In de toe
komstplannen betreffende de verhouding
van marine en koloniën ziet spr. een
verstrekkende beteekenis, ook een ge
deeltelijke splitsing.
De Minister: En vier nieuwe torpedo
jagers, die bemand moeten worden voor
Indië, zyn verzwegen.
De beer Steger: Zy worden in dit boekje
althans niet genoemd.
Vervolgens betoogt spr. dat voor het
ambt van minister geen specialist noodig
is; hy zou er zelfs niet voor deugen,
maar iets anders is het of men iemanc
hebben moet met kennis van zaken en
dat acht spr. onafwysbaren eisoh.
De heer Van Wasseneer van Oatwyok
(c.-h.) herinnert eraan, dat de oommissie
in 1906 de splitsing voorstelde in dien
zin, dat de marine in Indië onder Kolo
niën zou komen en dat dan het kleine
beetje marine noodig voor de kustver
dediging hier te lande wel by oorlog kon
komen. Echter wat deze minister wil is
de samenvoeging sonder splitsing. Spr.
heeft de overtuiging dat men tal moeten
Ingezonden Mededeellng.
Tot de beste, soliedst afgewerkte
behooren die van de
N.V. Behangerll en Sftoffeerderl|
IPOORSTRAAT 49 - TEL. INTERC.
Vraagt Stalen en prl|sopgave.
komen tot splitsing der marine en dat
dat zelfs zeer waarschyniyk zal moeten
gebeuren op een oogenblik, waarop het
ongelegen komt. Men kan niet van van
daag of morgen de splitsing hebbendie
zal moeten worden voorbereid en die
voorbereiding zal moeten geschieden door
den minister van marine. Daarom kan
spr. op dit oogenblik het ontwerp niet
aannemen.
De Minister van Oorlog, de heer Lam-
>ooy, dankt ben, die hem hebben gesteund.
!ïet zal niet verwonderen, dat, na alles
wat spr. in de laatste weken heeft moeten
ezen en hooren, het hem aangenaam ia.
dat elndeiyk de kluisters van zyn mond
zyn afgenomen. In de eerste plaats wil
spr, het ontwapeningsvraagstuk buiten
beschouwing laten, omdat anders bet
vraagstuk, waarover het hier gaat, in de
verdrukking zou komen. Spr. zal dan ook
niet ingaan op de woorden van den heer
van Embden over nonsensioale voorschrif
ten voor gasaanvallen; slechts wil hy op
merken, dat op de Roode Kruisoonferentle
te Brussel dit boekje zeer geroemd is
Als de minister elke Bplitsing afwys -
heeft zyn ontwerp geen anderen ,zin dan
de omverhaling der bestaande organisatie
en ontbreekt hem bet inzicht in de be-
angen der verdediging van Indië. De
üerste Kamer heeft er tegen te waken dat
een slag wordt toegebracht aan de marine.
De heer Steger (r.-k.) heeft geen ant
woord gekregen op veie vragen, die bij
hem gerezen zyn. Hem rest dus niet*
anders dan de moeilijkheden uit te spre
ken en te waobten of de minister ze als
nog weg kan nemen.
Spr. vraagt zich af hoe de minister ka i
zeggen, dat eenheid van opvatting vei-
eischt wordt voor de afdeelingen, stal,
materiaal en personeel, terwyi hij di->
afdeelingen Juist niet wil samenvoegei
De voornaamste drijfveer voor den
minister is de bezuiniging, die «uiteraard*
uit samenvoeging moet volgen. Dat ge -
ooft spr. niet. Hy weet iets van industrii
af en daar is juist in den laatsten tyd d i
aandacht gevestigd op samenvoeging te
bezuiniging. Daarby is echter gebleken,
dat bezuiniging volstrekt niet in het alge
meen, volstrekt niet uiteraard uit samen
voeging volgt. De minister moet dus voo.'
dit byzondere geval de bezuiniging aan
toonen. En hy heeft juist verklaard, dat
by daartoe niet in staat is.
Aangaande bet personeelsvraagstuk is
spr. geenszins deskundig, doch de cijfers
van den minister die den indruk wekten
alsof het beroepspersoneel van 65Ö0 tot
4800 man verminderd was, zyn volgens
inlichtingen van den commandant der
zeemacht te Helder, niet Juist, daar by
het eerste wel, by het tweede oyter echter
niet het personeel in opleiding geteld zou
zyn, samen 600 man, zoodat de totale ver
mindering slechts 100 man zou bedragen.
De Minister: Ik kan u nu reeds zeggen,
dat deze oyfers onjuist zyn.
De heer Steger zal gaarne de nadere
mededeelingen van den minister afwaoh-
ten. Wat het materieel betreft oiteert spr.
een boekje over een vergadering van de
Marlnevereeniging en de Alg. Ver. van
Marine-offloieren, volgens hetwelk het
oefenmaterleel verminderd is.
Spr. betreurt het, dat de partyen waar
toe de heeren de Vos v. Steenwyk en
Rink behooren, nog eer de minister aan
bet woord is gekomen, bun veto hebben
uitgesproken, waardoor alles wat spr.
gaat zeggen, voor hen Luft is. Wanneer
men de agitatie tegen dit ontwerp na
gaat, zal men zien, dat vooral de marine-
offloieren actie gevoerd hebben om geen
sterker woord te gebruiken. Men beeft
getracht de overtuiging te vestigen, dat
de veiligheid van het rijk in gevaar zou
worden gebracht. Spr. is altyd groot
voorstander geweest van vrije meenings-
uiting, ook van ambtenaren tegen hun
minister, wanneer althans de schrijvers
zich niet verschuilen achter een masker
van anonimiteit. Spr. meent, dat de ma
rine-officieren de objectiviteit niet vol
doende in aoht hebben genomen. Men
stelde prijs op een afzonderiyk departe
ment en heeft allerlei zaken, die niets
met de samenvoeging te maken hebben,
erby gehaald en is erin geslaagd bier
een sfeer van wantrouwen te wekken en
het ontwerp, ook door persooniyke aan
vallen op den minister, gehuld in een
sluier van geheimzinnige gevaren. De
belangen der maritieme verdediging van
Indië zouden minder goed behartigd kun
nen worden «n van de samenvoeging zou
splitsing een gevolg moeten zijn. Het
laatBte poogt men aan te toonen door te
betoogen, dat het dep. v. defensie de In
disohe belangen moet veronachtzamen en
dat organisatorisch uit de samenvoeging
de splitsing logisoh moet volgen. Het is
echter duideiyk dat dit laatste niet op
gaat. De splitsing is van regeeringswege
voor het eerst aanhangig gemaakt door
den oud-zeeoffleier min. Westerveld, die
op 24 Oot. 1928 betoogde herhaald
door den heer CoUjn op 26 Oot. dat
het voor de meest economische organisatie
der marine noodig is, dat leder deel
zyn afzonderiyke personeelsvoorziening
hebbe. Toen spr. dien zin voorlas aan de
overzyde, werd gezegddat was een ver
gissing, doch in de M. v. A. by de be
grooting voor 1924. van denzelfden mi
nister leest spr. dat de regeering de
splitsing |van het personeel die van
het materieel was al van te voren oon-
form het ontwerp-Vlootwet aangekondigd
spoedig sou doorvoeren. Dece minister
zag dus geen andere economische oplos
sing van de vraag dan door personeels»
splitsing. De leden van deze Kamer, die
de campagne tegen het ontwerp hebben
gevolgd, zullen moeten hebben opmerken,
dat tegen een wetsontwerp zelden meer
gewerkt is met gevoelsargumenten en
verdachtmakingen. By de actie hebben
zich vooraanstaande personen aange
sloten, die het ontwerp hebben bestreden
met argumenten, die daarbuiten staan.
Spr. heeft pogen aan te toonen, dat split
sing onvermydeiyk was, omdat hy meende,
dat het overgroote personeel hier te lande
een |gevolg was van de geregelde aflossing
in Indië. By bespreking met min. Ooliin
biykt spr. eohter al gauw, dat de split
sing niet moest zyn een Prinzipienreiterei
en by verdere studie blijkt hem, dat er
geen verband is tusschen bet teveel aan
personeel hier en de marine in Indië.
Spr. komt dus op de splitsing terug, by
neemt aan de voorstanders van de split
sing den wind uit de zeilen en nu gaat
man zeggen, denk erom, denk erom, aan
dit ontwerp zit de splitsing noodzakeiyk
vast. Als spr. tooh het personeelsvraag
stuk zoo gaat oplosson, dat daarvoor de
splitsing niet meer noodig is, is daardoor
dan niet de eenheid in de hand gewerkt?
Spr. heeft de oommissie-ten Bosch de
opdracht gegeven goed rond te zien of
in het leger op vruchtbare |wyze perso
neel van de marine ware te werk te stel
len, dat bier in de marine overbodig is.
Spr. komt nu tot een pyniyk punt, de
vergadering te Helder, waar de oud-
kolonel Rendorp op een wyze over den
minister beeft gesproken, die zijn gezag
by de marine niet kan verhoogen. In die
vergadering heeft men met verkeerde
cyfers gewerkt en dat is eigeniyk nog
erger. Uit een eenvoudige optelling uit
bet marineboekje kunnen de juiste offers
biyken. De heer Rendorp beweert, dat
in 1925 in Indië 1500, in Nederland 4000
man aanwezig was, in 1928 in Indië 2100,
in Nederland 2900 en in opleiding 500,
zoodat er eigeniyk niet veel verminderd
is. De feiten zijn, dat op 1 Jan. 1925
6000 man beroepspersoneel was, waarvan
1500 in Indië en 4500 in Nederlandop
1 Jan. 1926 6900 man totaal, Juni 1927
5800, 1 Januari 1928 5600 waarvan 2100
in Indië en ongeveer 600 in opleiding,
zoodat er bovendien nog ongeveer 8000
in Nederland waren. Dat beteekent, dat
spr. bet aantal in Indië met 600 heeft
vermeerd, het aantal in Nederland met
500 verminderd.
Het signaal «wees op uw hoede voor
splitsing* is met byzondere kracht ge
blazen door den afgetreden vlootvoogd
in Indië, dien spr. zeer hoog waardeert
als zeeman, doch tegenover wien hy de
Kamer op organisatorisch gebied de
noodige voorzichtigheid aanbeveelt. Want
juist hy is een der oorzaken geweest,
die de gedaobte aan splitsing hebben
opgewekt. Dat gaat spr. aantoonen.
De Voorzitter verzoekt den min. zyn
rede morgen voort te zetten.
De Minister breekt zyn rede af.
De Voorzitter verdaagt te 4 u. 86 de
vergadering tot Vrijdag 11 uur.
Voort.gezet wordt de behandeling van het
wetsontwerp., houdende wettelijke voorzie
ningen naar aanleiding van de opheffing
van de departementen van marine en van
oorlog en van de instelling van een depar
tement van def ensie.
De Minister van Oorlog en van Marine
a. i., de heer L a ra b o O y, zet zym rede
voort. Spr. heeft gisteren betoogd, dat zym
regeling inzake de personeels organisatie
juist den splitsems den wind wit de zeilen
nam, doch dat de voorstellen, 'indertyd door
den heer Goosizen gedaan, dé splitsing moes
ten bevorderen. Dat toont spr. aan.
Een ander bezwaar was, dat het ééne de-
Kirtement te zwaar zou zijn voor één inan.
aartegemover wil' spr. slechts opmerken),
dat in de laatste 9l/j jaar slechts gedurende
4 jaar er een zelfstandig minister van ma
rine is geweest. Spr. meent, dat het beheer
best by één minister kan berusten en dat
men1 geen Uebermensch daarvoor behoeft
te zyn.
Men vreest, dat dn de toekomst geen zee
officier aan helt hoofd van het departement
zal komen, maar dat is van ondergeschikt
belang; de voornaamste vraag is of men den
rechten .man kan vinden. Daar komt by, dat
tot nog toe de marine-officieren niet veel
studie maakten van organisatie-vraagstuk
ken, terwyil thans de marine-officieren ook
in de Hoogere Krijgsschool een inzicht krijr
gen in de algemeen© defensievraagstukken,
waardoor onder hen dé geschiktheid voor de
leiding van de defensie toeneemt. Dat is
het voordeel van de samenvoeging.
Het heeft spr. pijiniijk getroffen, dat de
bear de Vos v. Steenwijk zeide, dat spr. de
marine achterstelde bijl 't iegeir. Hij noemde
ten 'bewijze daarvan het afschaffen van een
inspecteur van den geneeskundigen dienst
voor de marine. "Waarom is dat echter ge
schied? Vroeger waren) er drie afdeelingen:
Helder, Amsterdam en Rotterdam, maar nu
üs alleen' Rotterdam overgebleven en daar
voor kan de commandant de taak volkomen
vervullen.
Spr. beantwoordt dan de verschillende
debatera Aan hét eind van zijn rede zou
spr. deni leiders van den Vrijheidsbond en
van de Ghr.-Hist, fractie, die hun standpunt
reeds bepaald hebben, willen vragen: wist
gij, toen gy uw standipunt bepaaldet, wat Ik
u thans hebt meegedeeld? Wist git dat, de
cyfers waarmee de minister bestookt werd,
onjuist waren? Wiet gy, dat de hoogste
marine-autoriteiten «en directoraat-generaal
■■RB i
Eerste Kamer.
Oppervlakkig bezien schijnt 1928 dus niet
bijzonder gunstig in te zetten. Een nadere
beschouwing der cijfers leert echter anders.