T Tweede Blad. "n zaterdag 3 maart 1928 Gemeenteraad v. Helder, ttergaderlng van. Donderdagmiddag 2 uur Afwezig met kennisgeving de he-eren- Borkert en Van Dam. Verder bij: den aan vang de heer Biersteker. Voortgegaan wordt met d'e Algemeene beschouwingen, meentebegrootlng. (Replieken!). Ge- Het antwoord tegengevallen. van B. en W. De heer Grunwald: De beantwoor- dfimg vab het College, speciaal clie van den wethouder van financiën» eni den wethouder van de bedrijven is Spr. tegengevallen. Wat de wethcudeir van financiën betreft, beeft bet optimisme, waarmede deze d'e be grooting verdedigde, spr. onaangenaam ge stemd» Het komit spr. voor, dat dit geen goede kijk toont op de financiën onzer ge meente. Wat is toch het geval? Eerst zijn er verscheidene beHiastimgobjectert aange boord, meer dan dit vroeger is gesohied tot zoodanige hoogte, dat wij niets meer heb ben om aan té boren en dus aan het eilnte 2Hm vam'belasting-objecten» De bedirijfs winsten zijn- m. 1 zoodanig opgevoerd tot dat de minste tegenslag de winsten zuïen coen dalen. De uitgaven zijn eveneens op gevoerd en dan- nog te durven- spreken van optimisme. Het wil e-r bij spr. niet In, dat c© wethouder van financiën dit ernstig heeft gemeend. In spr.'s laatste vierjarige weth-ouders- peitlode heeft hij steeds ©en pessimistisch en toon doen hooien en toch was hij den heer Bok en andewe raadsleden1 nog niet p-essi mlstilseh -genoeg). Spr. waarschuwt nogmaals om de uitga ven zoo laag mogelijk te houden), en wijst 0. a. op het belangrijk tekort hij den) bouw van het nieuwe raadhuis. Hieruit biijkt weü, dat spr. het destijds bij het neohite eind had, toen hij zefiJd©, dat de begroeting zeker 20.000 te laag was, want het tekort- is thans zelfs 25.000. Dit wordt ook al weer --en jaarlijksche -meerdere uitgave van 2500. Spr.'s verantwoordelijkheid voor deze begrooting. Spr. was ontstemd over het antwoo-rdi van den heer Verstegen, die zeer goed weten kon, dat de begrooting. niet gereed was toen spr. wethouder was. De bedrijfsbegrootin» gen worden in dten regel ilru September of October pas behandeld en daarna in de Com missie gebracht. Dat hem de geraamde winst-uitkomsten verbaasde» zal men- kun nen begrijpen. Wanneer hij de afgieloopen vierjarige periode nagaat, en dan ziet het reusachtige veracht, tussehen de uitkom sten van 192-6 en ce raming van 1928, dan vraagt blij zich af: is deze raming van de winst noodiig geweest cm de begrooting sluitend te maken; anders kan spr. zich moeilijk indenken waardoor dit groote ver schil kan ontstaan. Men- kan die uiitgaven en onkos.en tot een minimum, uittrekken en ce ontvangsten- opvoeren» om tot hcogere winsten tie komen. Spr. zegt niet, dat zu.ks hlier is geschied, maar hij mieient toch hier tegen te mogen waarschuwen. Spr. acht he beter de winst ramingen miet tot het uiterste op te voeren in de verwachting, dat het zal meevallen, om deze dan te gebruiken voor het volgende jaar. Als praotisch koopman zal spr. op het verdere betoog van dien wethouder niet in gaan, cimdat -hij het o-pncemen van belas tingontduiking iin het geheeie land als een groot kwaad, doch hier als een academische kwestie beschouwt, waar wij voor onze ge meen!© niets aan hebben. Dit weet spr. alleen» dat ai' het mogeiiajke is gedaan- en nog gedaan wordt om onze gemeente belangrijke bedasitiingobjiecten te ontnemen. Spr. heeft slechts te wijzen op het laatste besluit o-m het loodswezen hier geheel te doen verdwij nen. Waar wij dit aüels weten, moeten wij meer ciam voorzichtig zijn om de gemeente- hlrishouiling op 1© voeren. Deze beschou wing beboer de eigenlijk tte wcirten gericht tot den wethouder vain- fin-andiënt, doen waar de heer Verstegen, blijkens zljm beschou wing, ook op dit gebied -thuis 'ls, is dit hier ook op zijn plaats. Verfraaiing der stad. Spr. wil den hleier Van Breda den lof nlLe-t onthouden, dalt dit alles onder zijn beheer is geschied, doch walt heeft deze gedaan? Groote bedragen geput uiilt ce financiën. Spr. wili er op wlijzen, dat -hiji de Ke-rkgracht nuet t'egeltirotitoir nliie't goedl acht, omdat deze w.eg door een Singel nu een belangrijke verfkeersweg geworden, fefitéiüik nu -te Knuli ]s. Spr. zal er den ook niet aan kurv- nien medewerken, dit ook op de Loodsgracht te doen aanlleggeni De Loodsgracht, waar aan een paar belangrijke veren zijn gele gen, zou, bij het aanleggen van een -tegel- trottoir een groote belemmering zijn, omdat ook deze gracht te smal is voor een derge lijke bestrating. Tege'itnottcdrs zijn goed in breed© straten, waar mem links en rechts van de straat kan locpen, doch niet- aan een zoo smalle gracht als d© LoodsgracM iis. De Voorzitter van den Raad as schijnbaar begeesterd door dten optimistisch en toon van den wethio-uder van financiën en -meen- de niet de minste aandacht te moeiten schenken aan hetgeen door den vorige n wethouder van financiën is gezegd» Blijk baar is de Voorzitter van meeniimg: de Ko rting is dood» léve de Koning, doch begraven 5s sp nog nliet en ai' zal m-eni niet van htem kunnen verwachten, dat hiij afbreekt, wat het tegenwoordige Ooll'ege meerit te moeten opbouwen, waaraan hij, zooals van zelf spreekt, bereid: ij» zijn medewerking -te ver- lusnlem, toch kai spa. nog»» vwwiahiten» dat door TT;_- - van den Raad aan 7>ijirL Icaïtme, zakte.fijike rede d'e noodlige aan- 70-u ziiini geschonken. Is er noodtoestand? 'V Voorzitter vraag, of onze- financieel© 'Costia-nd niu zocdrndg is, dat van ©ent nood- 1 v-md sprake fit.-, 700 |g onze toe stand-gelukkig nog -niet» doch ga:.ni wij: d'oor ais biji d'eze begpootamg, dan helstaat: de groote fcana, dat d'it wei' gebéurt. Zeker,, d-e Ilelen'Ln'- gen. welke w,iji hebben: gestoten» staan ge lukkig goed, doch, te wijzen o-p de imandetre koi- irs van- Rottendam met- onize gieanieente "ebt spr. nu riet -zoo gelukkig, omdat de koersen van dergelijk© pla-aitfeen slteeds aan. de beurs genoteerd staan en de om-ze: alleen- dan,, als er vraag naar komt Wat d'e belas tingen^ aangaat, zegt dé Voorzitter zeCf, dat de off-irie.ren niet méér kunnen betalen» hetzelfde wat spr, zoo- dikwijls zeil hee-flt gezegd. Bedrfjfsreserveerlng. Spr. zal nffelt i-n herhaling toeten betref fende 's Voorzitters imeenirisn, dat cver- bleLdsbleid'nijiveni niet moo-cllg hébben' reserve- fo-nidsen te kweekeni; dlit lis -reeds dtoor den heer De Zwart uitvoerig bestreden en- spr. kan (dille imeerilmg ge-heel' onderschreven-. Jammen, dat teen in den ccrlcgiriijid de in- konnsiten-berastlLngi groot© verschotten ga ven^ dit ml!©!'is geschied eni bijlna die gehteele Raad illni 1926 de eixtra reserve van 1926 en- 1926 van 50.000 van de- bedrijven afvoerde c-m de beignootiing sluitend te maken» Wanneer spr. zich nu heeft moeten be- riem tot kritiek cp het Collége van B. en W., d-an moge hét ook nu van nteerimg zij», dat het College -er rich niets van, zaï aan trekken, doch wanneer we dlan in de ver keerde richting gaan» is het Plet cte schuld van die raadsleden, welke het CdlOege wil len steunen. Centrale Boekhouding. Daar is naar spr. meienlng eer een tekort dan een teveel aan personeel-. Het, ware 'te weniscben» dat ieder raadslid) eens een jaar ang wethouder was, dan zou hij- wel be merken, dat men voor allerlei dingen k-rmt t-e staan, die men aüs raadslid' ma-kke.lijk kan critisearten» Het verbaast sp-r.» dat de heer Bok thanis direct met een straatbelas;,ing komt, maar de hieietr Bok had; zich desltlijtis wat voorzichtiger moéten uitbaten) tégen spr. Met citaten uïit de notulen leest spr. voor wat deze toen zedda De gestie van den heer Bok mét zijn- stiraatibelastiimg, zy-n -te laat ingedienden aftrek <cp aandtang van zijiii partij1 tenslotte gekomen), zouden) mij ianlei'ding- geven nog méér tegen den wet houder te zeggen, maar Ik begrijp zijn moeilijke positie. Mceit fik nu ©veriafié de heer Bok tegen d'e begrootli-nig stemmen? Ik zal diit ntiet dioen» zegt spr. De heer Van- Os: Dat is ïïef Dé heer G r u n w a 1 d Het lis dé pllicbt van ieder raadslid, dié zijn taak) begrijpt. Zat de heer Van Os op dé pCaats van een héér Bok, dan zou ik hem féller weülïcht aanvallen dan tik nu dén beer Bok dééd. De beer Biersteker komt tor vergadering). W erkverschaf f lng. Dé heer Vandier Veer behandett de waaremtrent hij van meeriLng verschilt met dén heer De Zwart De wetnkverschaffing is volstrekt ndet niieuw, in kritieken tfijd ié er ritijd werkverschaffing geweest» Maar dat werd Ui-t partiicuüiere fondsen) bestreden. Hét kostte de gemeente niets. Spr. meent >ver de zaak een oordeel te hebben, tal' van brieven van hoogstaand© mannen aan spr. bewijzen dat Maar o-m werk te (kunnen krijgen, -meet men kunnen werken. Spr. toeft öiaarvan een voorbeeld. De beste ba zen woéden zij» dfte werken, kunnen» Men rij vooraichitfig een uitspraak te deen om trent de Hoornen; spr. meent, dat aüs men aan de Ned. Heidem-aatéchappij o-f het Stéatsboechbehéer vraagt of wy- Men in- de Donkere Duinen onder het. loon werken, zaf men daan zéggen, dat het niet zoo is. Spr. wil ermee zeggen» <?ati dit werkver- schaffinlg moeit biüjven en men er hét voli-e loon ,nïet voon geren kan. De Motte-De Zwart gaat spr. te ver. Zelf is hij al' jaren werk zaam als weakvierscbafifler; h;i ke-erde er 2000 voor uüb, irnaar krijgt dkar weUïcht geen 200 voor terug» Maar zoo-'ni man ver dient niet het volte loon van den andér. Spr. hleeft nliét gezegd» zooals het. in- de courant stond, n.l. dat men ander werk er aan -geeft om uitkeering -te krijgen, maar er was er een» die ufit -part'iculllie-r werto weg liep naar de werkverschaffing. De heer Verstegen weet ervan» ontken- het maar niet.... De heer Verste®en -zal daar straks op antwoorden. De heer Van- d e r V e r En Sé heer Bogaard is er die schuld' van, dli-e heeft dlLen man bij mij weggehaald» Spr. -ga-at op dit punt nader in, en) vertélt n-og allerléi van de werkverschaffing. As het eierilgszins kan, moet onze nrbeliid pro ductief zijm. Laten we oud© menschien geen steenem lasten kloppen; dfi© moéten bedeeld worden. Wat moeten we met zooveel w-erke'.oozen, die we hierheen halen, doen? Er is geen empfooy voor hen» OngetUkkige eni o-ude tnienlschen gere men toe, maar er zijn- er heel wat die ro-ndloopen met eien efi) op den rug en lang w-erki -hebben eér -ze gedraaid zijn, We moeten met. elkaar overleggen- of het kan, of niet. Contiact tussehen werkman en werkgever is ,goed.( maar m-en, dénk© nfiet, dat bij: die' eersltleni ook nliet walt hapert» De heer E ij We ris heeft niet veel meer t© zeggen» d'aar de héeaien Biersteker en GrunwaM- véél- recht 'gezet hébben-. ■Er zijn alp deze 7 vergaderingen wijze woordén geisprolkéni, maar er is ook veel gezégd dat niet -bijl dé begrooting hoorde. Spr. hééft in zjjra betoog uitsluitend dien toéstand onzer gemeente belsproken, de gr-oéienldte winsten en onze hooge belBstin1- genj. Spr. dééd. dat om dé oiogen te openen, van het Collége! eni dénl -Raadi De heer De Beier hééft het dtoien voorko men -alsof de cht.-poiffitfiieke partijen) vereend' optrekitoen met Gemeentebelang. Niets i* mlinider waar; Gemeentebeilant hééft een and«) terrein. wUe op l £ept is mi«: uitgegaan va-n- dé rech-tisoh© fractie, de- bood schap was organisatorisch, en de boodschap zoowel' van den heer Van1 Bréda als van den héér SmiitS is geslaagd. D© verkiezing van den heer Bok een daad van tactiek. Dot wij: dien wethouder van Geuieemte- bélanig nament kan eeni dlaadl van -taktfiek zijm. A :is -hét geen: po&iitiieke, par-tüj» hét is een onzete grootst© flractlies eni wty, -he-bben dié menschien willen- 'loennen. Het is een kwestie van -takttilek; Geim-aentebeiang hieéft niu de kia-ns t© -verwezenillijkien wat het wil. Het; College op het zondaarsbankje, zeide Voo-riz. Wij: mogen dat! riiielt dtoém,, dé Raiad i's de regeerder, -hiet College de uitvoerder, en, 'dlit CoiEege ils ingiewijdi in tal' -van dingen en. kan clus den Ra-ad léldén en' raden» Zoo heeft spr. de- zaak bekeken. Tal van weithoudéirscris-issen ontstaan doordat hét Ooilege géeri verantwoording wil dragen» Hooge belastingen der burgerfj Ziji ,kam noch wil dlié hooge belastingen dragenl, zooalls d© Voo-r-z. zeli, miaar ze- móét» Dlei so'C,.idie,mioC'Taitieni zwiiigieni erover, maar dé cmCevredenén wcri'en cok gevonden en den dé arbeidersbevolking. Er gaan veie waarschuwingen uiiitl voor slechte betalieirs •De heer De Nlij's Zij Wen hét liggen tot er eeri waarschuwing komt» -Dé heer EijPd'er s betwist dit» Spr. komt -n-u op den weihouder van fi mandiën» dfi© zijn cijfers -c,p pap'ier heeft laten zetten. Dat heeft u n-lieit, te d'oeni; we hebben dé begroeting dl,e aanwijzing geven, De bellastliinlg iis hocget. -u mag -dat brute- of mete nemen, men kan dat nfiet' ontkennen. Ook recognities o-f winsten kemen neer op een meerder bedrag ufiit c'e bedrijiven. Spr. gaat hlier natter op in. hfij verwacht eeni antwoord van dén wéthcuder u'it dé be grootiteg, .nliet van ©an ambtenaar. Spr.'s democratie. -D-e heer Borkert vroeg: wat Lebben we aam Eüjtcers a»s oemccraat? De daden beefi spr. c© laats.© jaireni al' uitgestippeodi; tal üezer desicerata toornen op het jjsije van den -heer Biersteker voor. 'Het laatste wtl' spr. aan de loonen komen. S.ls de héér Bolk- een fimainoieeién to-estania niieti zoo erg vindt» waarom komt hij dan met het voorstel dier 6 Spr,. ontwikkeut de volgende stellingen: Ie. D© overheid heeft recbbwaamclig te liandeten» geen barmhartigheidl, maar recht. 2e. In het loon moet ruimte -zitten voor levensontplooiing voor all hare ciienaren, 3e» De rechtspositiié vain de overheids bedrijven drukken op hét -product» olie van d© diensten op de belastingen). 4e» 'D© onderdanen hebben gezamenlijk d© lasten te dragen van diensten en bedrij ven, m-et ©en zoo redelijk mogelijke pro gressie in d© belastingen» 5e. Het algemeen belang mag niet op gaan door be.asiiingvntiea -De penéioenkorilng van 5 bed'raagt 27.342. Die komen niet ten goedé van c© belastingen, maar van- d'e wiins.jgévendé be- orijven. Bovendién 'is hét voor ingang met Januari al1 te 'laat, dus er gaat ©en geceelte van dé opbrengst af. 'De Joon-en van rijks- en gemeentewerk- iiadleni zijn hier vrijwéi gelijk; valkiiéden Rijkswerf groep 4 en 5 verlclienen 33.60 en 36, dat is gemiddeld dus 34.80. Hier van gaat af de storting voor hun pensioe nen» er komt bij de kindertoeslag, zoodat het gemiddelde loon is 33J>ö. Een vakman der gemeente (en' zoo zijn ©r plm. 70) ver dient: 34.60, af 31/, pensioenpremie blijft 33.40, dat ils ongeveer hetze.fld©. 'De ntet-v-aM'iédén zijin bij- dé gemeente gunstiger. Bij- het particulier bedrijf is de werkman vraag en aanbod» dus koopwaar. Dé heer Van Os: Wij- hébben een col léctfief contract! De heer E ijl der s: Dat is ©en strijd tussc-hen vraag en aanbod. Ec ken hier be drijiven» die niet meer kunnen geven» maar wel zouden willen» Voor ce overheid is dat wat andera Interruptie- van dé hée-ren Van Os en Biersteker. De heer Eijildiers bespreekt nog de moties De Zwart. De laatst© zou spr. ge splitst willen zien. De aoïie voor fliin. ver betering ten -si-echts 'orga-nilsa'torisch ge- voérd wordèn» Heeft dat geen resul/taat, dia-n- kunnen we neg alüéen o-ptrékfcen. Hierna komt de heer Smits aan het woord. M. de V. Ik heb het woord gevraagd met dezelfde bedoeling waarvoor men ge woonlijk het woord vraagt voor een per soonlijk feit. En ofschoon Ik het niet daarheen wil leiden, meen ik toch goed te doen door -een en ander even recht te te zetten. De heer v. Loo is gisteravond begon nen met een woord te W'ijden aan zijn col lega Smits. De heer v. Loo .meende dat het verkeert van mij was gezien er -op te wijzen, dat hij zich eerst moest opwerken tot de hoogte waarop d-e heer d-e Boer stond, toen hij zijn standpunt als vrijzin nig democraat uiteenzette, om als demo craat in aanmerking te komen. Maar M. d. V., zoo is het niet, hij toch is meer dere malen aangewezen als nog meer de mocraat als de S.-D. en dan gaat het toch nietaan om te spreken zooals ik deed. M. d. V., nu zal het zeker aan mij lig gen, mfar de heer v. Loo heeft verkeerd begrepen. Het is alweer de heer de Boer, die mij in de gelegenheid stelt te weer leggen, wat de heer v. Loo zegt. Deze heer heeft het noodig gevonden om zijn standpunt nog eens nader te definieeren en zeide toen m.i.z. terecht, dat hij door ■een maatregel te helpen nemen, zooals hij bedoelde toen hij sprak over de sala- rieering der werklieden in de Donkere Duinen geen haar minder of meer „de mocraat" zou zijn en dus zou handelen naar eigen eer en geweten. En daarbij sluit ik me ten volle aan. En als ik dan verder zeide, dat demooratie niet is pin gelen naar een centje meer of minder objena», das reept de heer r. Lee uit: bewijs mij eens wanneer ik dat deed!! En is het nu imijn schuld, M. d. V., dat de heer v. Loo mij niet heeft begrepen? Doch als de lieer v. Loo bang is, dat ik niet meer de ware democraat zou zijn, dan geloof ik dat er andere zaken zijn, welke voor hem reden van bezorgdheid g^ven. Spr. noemt eenige van die zaken en be antwoordt daarmede tevens den heer Bor kert, welke ook al zijn bezorgdheid hier over uitdrukte. M. d. V. Op blz. 4 van het Algemeen Rapport wordt, sprekend oveT den finan- tieele en economische toestand onzer gemeente door eenige leden als hun ge voelen kenbaar gemaakt» dat zij niet ge rust zijn over de gevolgen van het over de Rijkswerven uitgebrachte Rapport, m.i. terecht. Volgens hun gevoelen zullen d-e gevolgen, indien die voorstellen wor den uitgevoerd zooals zij in dat Rapport zijn neergelegd-, voor onze gemeente ern stige gevolgen hebben. En toch, M. d. V., zijn een groot gedeelte der belangheb benden waarschijnlijk gerust gesteld door h-et feit, dat men het voor de werf te dezer stede nog zoo erg niet vindt, ja, dat uien zelfs in zeker mate tevreden kan zijn. Nu weet ik niet hoever het Ollege van B. en W. onder laatstgenoemde moet gerekend worden. Ik meen echter te mo gen opmerken, dat er voor tevredenheid absoluut geen reden is, en het onze voor naamste plicht moet zijn te waken, op dat wij niet bedrogen uitkomen. Doch wat zien wij nu gebeuren? De vrienden van den heer v. Loo en van den heer Borkert in de 2e Kamer spreken zich uit voor het behoud der werven en zelfs zal d-e heer Hiemslra hierover een interpellatie hou den. Ik heb dus alle reden om aan te ne men, dat deze handelt, zoo niet in op dracht -dan toch met goedvinden der partij en wij mogen dus aannemen, dat de S.D.A.P. in de Kamer voor de Marine- begrooting zal stemmen. Doet zij dat niet, ■dan onthoudt zij daarvoor elke cent ter aanwending in 't belang der werven niet alleen, doch dan doet zij precies hetzelfde wat de commissie inzake het werfvraag stuk deed, welke in haar rapport zegt: dat de capiciteit van de werf in overeen stemming moet zjjn met de behoefte on zer marine, welke, begrijp het goed, eerst is afgebroken tot een marine van 't oogenblik. Wij kunnen ons dus verheugen over deze gunstige wending ter zake, doch er is een zaak waarover ik mij ten zeerste ongerust maak n.1. deze: de verklaring der SJD.A.P., bij monde van den heer Zadelhof bij de begrooting van Oorlog gedaan, dat zij n.1. bij mogelijke mobli- sati-e, ook bij eene welke ons zou worden opgedrongen, den geregelden loop op alle mogelijke manderen zullen tegen werken, dus trachten onmogelijk te ma ken! Maar bij mobilisatie zijn wij juist op onze werven aangewezen, wij hebben ze dan noodig. En, M. d. V., als nu de Mi nister weet, dat de S.-D. werklieden dit zullen doen, dan vrees ik, en me dunkt daar is reden voor, dat hij de werf in vredestijd ook niet noodig zal achten, en zoo maken zij hun bekeering teh goede ook nog geheel nutteloos. Tot zoover de S.D.A.P.-vrienden van Borkert. En nu de V.-D. In dezen Raad zijn ook zij voor het behoud der werven. Maar daarbuiten? Ook zij stemden in de Ka mer tegen de Marinebegrooting. Vindt de heer v. Loo dat dan goed! En het was toch de heer Oud, met alle respect, die in de 2e Kamer verklaarde, dat d© Min. een goed man was. Maar hij stomd© tegen zijn begrooting van Marine, hoewel zij dezen minister liever hadden dan elke andere, die minder zou bezuini gen, aldus de heer Oud in de Kamer. Spr. wil er nog even op wijzen, dat het getuigt van ware „democratie" als men weet rekening te houden met de realiteit der dingen, instede door met voorbij gaan hiervan, zich van de macht te ver zekeren. En wanneer straks moet worden gehandeld, dan moge ik u de verzekering geven, dat gij en ik hier in den Raad en gelukkig ook in de Kamer menschen zult aantreffen, die ondanks het feit, dat wij z.g. door Katholiek te zijn bij.de reactie worden ingelijfd, hun plicht weten te doen. De beer Sch-oef f-ele n-bergeir zal het kort maken/; spr. is er beu van» Er zijn bHcemen, gestrooid' gisterenavond. o-p hét te- ivenüé Dijk van den heer Van Loo. Spr. was -iaar werkelijk va-n- ontdaan. Men heeft het gehad) over cé filnantiiën van Óen- Heihér, en niemand' heieift gezegd, dat -het -niet zoo was. Spr. heeft pr&vinlesgewJJre -dé belastin gen opgeteld en geieft daarvan voorbee-lcén. Den Hektor lis 't hoogst, behaltve dé inko mens van 1000.die toch niet veel be- -teekienien. -Er staan nog veSe woningen! hfiér leeg. In de Held. Crt. stondén- vete aanvragen voor geödiléenling vootr verbouwing. Geen bewijs van welvaart voor -cén middenstianid. Eik dern, raadsClidi dis venpCichlti op te ko men ook -vooir dén middenstand-, zelfs voor dien IWapii'taM-. Spr. behamidélt nog aridére punten en komt dan cp de löonien voor werkverschaf fing. Hij- licht toe wat destüjdls door betm gezegd fis, zoo al-s- dé hteer Verstegen he-t voorsttelide. was hét) nfieti Julijit» Ook walt jiooir dien' heer De Zwart gezegd ils, weer legt. spr. Bij- inte-rrupifié antwoordt déze -bewezen te hebben dat wat hfiji zeilde» juist was. D© koolteer- en cokesprijzen Vlaardingen—Helder. Spir. heeft toch bewezen, dat rijm bewe ring juiiist was; hij heeift het schrijven- -van Vilaardlingeni overgelégd! D-e heer Verste gen) heeft spr. nliet weeirlégd- o-mfrenit dé -teer. Hij draaiidé er oirh he-ea Het fis wel eigenaardig, dat juiist niu tie prijzen) vain te -teer verhoogd' werdén nad'at -spr. dé zaak naar voren heeft gébracht. De brief van Vliegen. Ook deze brengt spr. ter sprake. Spr. zet ook dit uiteen; nevenbedoelingen raten bfij gpjL vist vees, k# wuids iümi kst saaair p-unt weten, omdat/ hij: de stratenbelasting otei sociaal vonti. en1 niet in- hét belang van de gemeente Men heeft mij verweten, dait ik de soc- >e..i. i.iS.ohen Je beenen loop. Het tegen-- -ls 1 g, va»; i jm. uouriing jegens mi») v, s oorzaak a&i wfij oro afscheii-tién. Denkbeeldige mtiur In de samenleving. Dat ié eeri mu-ur -van gewapend' beton: aan oen eenen karnt oe van Hee-ks» enz., maar ook d© Wibauts, etc. En ais er één oen moéd hééft op tien miuiur- 'te trimmen en met oé viuist -te a'aan tian (krijgt men daarna een inzldkung *en een -teruggang. Eni nooit eall- vrylwriig clie m-uuir omver gaan,, titaar meet eien ciJkke Bentha aan -te pas komen eni wat er dan gebeurt is niet te voorzien» Sp<r. 'is bere'id den tégen te kruisen. Hfij houdt vam dén strijd; mlet dien heeir Van Bréda heeft hfij a'itfijd goed kunnen opschie ten. De argumenten d'ie hfij aanvoert© over Je straten c-tc. moet- hfij: inaair riet aan- cee- kium'c.gen voorleggen:. De heer Van Breda kteefJ zijm gegevens vlsini Bureau Gem.- werkern, maar zie ziijln onjuist. Spr. begeeft zich iln <Lé»ihris:he uite©nzetLilirgén hller- omunepit. A$n spr» fis médegieitoeLc» dat een prijsvènsebill fin steen) fis ontstaan. Nu is dlïe straatsteen' afgekeurd! nadat de zaak fin de -Co-mm. v. Publ. W. lis besprok-en. Het s spin. nfiet te deen een of andér hoofdL ambten-aa-r te dupeer en, maar er zijn hlieT- omOrent praatjes rondgestrcoild» M-vea-u-verhooging van straten» Dat kost zeer veel, ce heeir Van Breda heeft dli't riet weerlegd. *tHeeft spr. verbaasd.- dat cé democratie van- de verschilen-dé partijen nliet is samen te vcegeni. En spr. heeft naar aanleiding daarvan ook gezegd- dla-t de -heer Van Breda- na die opheffing tor huurwetten) de huur van al' zijn- woningen verhoogd heeft. Het' is zfijm recht» maar dan- is zijn voorstefl voor een Gem. huurverordénling ook sctdjn. De heer Borkert heeft iéts gezegd over ce klEsse-justiitlle, dat spr. recht zet. Spr„ clie binnensmonds en -zeer raid! spreekt» fis aan te Voorzitteistafeül slecht- ©n aan d« perstafel- nagenoeg heélemaal nfiet te ver staan. Spr. welt uitvoerig over dlit geval uit» Sp-r. -toont een schrijven' van- dien Offi cier van Justitie oven dé zaak van de handtéekienlimg, dat hij, niet voorleest maar ter beschikking komt van den Raad» Bezuinigingen, Bij- te voorgestelde bezuinigingen rijn er, dlle spr. goedkeuring kunnen wegdragen, al zouten ze waarschijnlijk objecten aan- snlijdén» waarvoor het beter was het niét te doen. Onjuist is het te zeggen wat ba-ten dïe 28.-000.van te penisioenbéffing? Ze baten wel. Spr. stemt er nfiet voor, om dat hfij niet wfi]| tornen aan de loonen van bet personeeL Zuiverder fis het- met te reserves dé schtódenj af te lossen. Als deze begrootüng riet gtewfijrigd worti.t en nadere bezuMgiingen hiervoor worden ingevoerdl, zal' spr. tegenstemmen» Mevrouw. DekkerKI fik) wil een tweetal dlingem rechtzetten. Ie. De kwestie v-am wat démocratie ia Spr. uitdbukkiing was geenszins een sip of the tongue In haar eerste betoog heeft' zij dmdélfijk uit eengezet wat zij ontiér demooratie verstaat» Zooals mij Mer zitten» zijn wfiji allemaal- de mocraten. 2e. Komt spr. op het liberalisme. Liberalen hébben zeer veel' ideaCén. Zou d'e heer Verstegen denken, dat fik hli©r zou zitten» alS ik geen Idéalen had? vraagt spr. Ik rit «hier als vrouw voor wie het een groote opoffering is het raadslidmaatschap 'te moeten waarnemen» Ik zou wenschen, dat dé fcijtil aanbrak» dat we allemaal een zelfde ideaal hadden! Spr. behandelt -n-u te reradhilDente tegen haar beoog aangevoerde gronden» De pensioenheffing. Mens stelt dfi-e voor afis een saiansver- mliinidering. Dat fis het niiei. De pensicenskcrtiing is dé betaling (con tributie) voor het récht op pensioen» en is b'Jj hét Rlijfc en vetle gemeenten inge voerd. Heiter heeft het personeel tot bedien vrij gesteld van 'dé betaling, e r g 0 ais het -ware voor diat personeel betaald'. Die betaling is gun-st» goedheid, geen verplichting, en mist uit dfien hoofd© eken rechtsgrond'. Het geméen'tépersoneel) Is reeds 171/. achteruitgegaan, betoo-gt mén» De vermin dering van- inkomen -geldt, voor ale cate gorieën» midtenstan-d, boerenstorid» werk- i-iecén vrije bedrijven. Het loon in dé, vrije bedrijven is van f 1 naar 0.60 teruggelocpen» d. i. 40%. BIJ b-eoordeeling fis ach-terulitgégaa-ii m-oet men rien naar 2 factoren, n.1: 1-e. die procenten waarmee achteruitgegaan is, 2e. bet index cijfer. Nu is het finoexciijfier meer gedaald dain 171/, derhalve IS hét loon niet ach- terulitgegaan» Hooge loo-nlen brengen/ meerder© wel vaart» Deze -stelling van Davis ls onpas, zegt spr. Zij geldt voor toon in productllesteiSel, waarbij: dé hooger© kosten v-erhaal'd' kunnen wordtin. Trouwens, deze stelltlng JS ook aanr vech-tbaatr. Doch hier gaat de stelling geheel nfiet op. Het weiJvaartspeifi- bldjft lin denzelf den stand, wié va-n bedldé betaalt Het bedrag van dé-ze bezuiniging over tie gehee'lé b-urgeriji ls gering, is -een artder argument, d'a-t is aarJgevo-erci Het komt 'hier op n-eer: 28000 inwoners 1 of pér gezin 4.—. De heer Boogaard vraagt hét woord. De Voorzitter merkt op» tiat h©t d© gewoonte ils» dat alléén wié fin eerste in stantie het woord voemdé, repliceert» Voor een- persoonlijk feit ié het wat anders. -Spr. beperkt niemand eni méént, dat van dén Raad' mag worden vérwachit» dat 'het met déze replliélkén uit ils. Vam de 18 spre kers zytni er 14 aan het woord geweest» het geen' welletjes is» Discussie over de orde» De heer Van Os vindt dit standpunt toch eigenaardig. Wanneer één JÜdl van efike fraotié hét woord voerde» was -het wat an ders, maar va» dé e.d.a.p. hebbew aïïerléd iiiiirti k«t> wéftzd! séveinri» es kénss» I,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 5