Hoest, Keelpijn
kondlgd antilementair of anti-gosdienstig
te zyn. Ik zonder uit het anarchisme met
rijn m DJeu ni maltre. En het is heele-
maal niet soc.-dem, Spr. gaat daar nader
op in. Discipline is noodig voor machts-
formatie en wie dat niet doet, doet zijn
organisatie ten doode opschrijven. Er
rijn menschen geweest, die zich in die
organisatie niet op hun plaats voelden;
spr.*gaat heit verloop en ontstaan der S.
-L/. A P, n&,
Als de heer Trap zijn oogen de kost
geert, weet hij wel, dat er nog leven in
hot socialisme is. En wie do organisatie
erkent als machtformatie, mag politiek
niet ongeorganiseerd zijn.
8l/a pensicon.
De heer Schoeffelenberger wil de
ambtambtenaren met inkomens boven
8000.laten betalen, dat zijn er 8 in de
gemeente.
Mevrouw Dekker-Klik zeide iets, dat
met democratie niets te maken heeft. We
leven in een maatschappij, waar .bulgin
gen gemaakt worden naar hoogere krin
gen. Ook armenbédeellng heeft met de
mocratie niets te maken; de heer de Boer
heeft het juist omschreven.
Dat tegen de woorden van Davls iets
in te brengen is, geloof ik graag, maai;
het is niet gebeurd.
„De liberalen hebben heel wat idealen."
In het liberalisme kunnen wenschen zijn
die niet vrij zijn van .idealen, maar het
liberalisme als zoodanig uiteengezet door
Adam Smlth, is zuiver egoïstisch. De heer
Biersteker schudt van neen, laat hij een
zin aanwijzen in het werk van Smlth.
waaruit het tegendeel blijkt.
De heer v a n D a m: De strijd tegen
den slavenhandel.
De heer Verstegen: Wat heeft dat
met het liberale systeem van staatsbe
stuur te maken? Biet systeem is zuiver
gebaseerd op eigenbelang, Individueel
eigenbelang. Het meest platte egoïsme,
idealloos, volslagen uitgerekend, zuiver
systeem van indivldueele strekking.
De heer van Dam heeft gezegd, spre
kende over de refributiën, het rijk betaalt
daar niet voor. Neen, dat weten we, wat
heeft het voor nut zooiets te zeggen?
Toen de heer de Zwart citeerde uit Ford,
zeide de heer v. Dam: dat is zeker recla
me voor auto'sl Wat zijn dat voor opmer
kingen?
Vermogensaanwas. De heer v. Dam
heeft het zeker gehad over het nationaal
vermogen, maar spr. heeft het gehad ovei
de inkomens van 16000 en hooger.
De heer van Dam: U heeft weer die
zelfde foutl
De heer Verstegen: U heeft mijn
betoog niet aangetast? Als lk een effect
heb. moet ik daar dan belasting van be
talen?
De heer van Dam: Ja zeker!
De heer Verstegen: Maar ik ken
er genoeg, die hun aandeelen in de safe
hebben en niemand komt dat aan de weet.
Dat bankgeheim maakt dat er zooveel
vermogen aan den fiscus ontsnapt Hoe
hooger uw land getaxeerd wordt, des te
meer ls uw vermogen. Maar dan worden
de Inkomsten uit dat land ook hooger.
Geroep en ontkenningen!
De heer Verstegen: Als het land
duurder wordt, wordt de pacht hooger.
De heer Biersteker: Je kunt dat
niet als een vaste stelling lanceerenl
De heer Verstegen: Als vaste stel
ling; de uitzonderingen bevestigen die.
De groot-grondbezitters zijn niet zoo, dat
ze als ze meer belasting moeten betalen,
ze hun pacht niet zouden verhoogen.
Achterhalen van verzwegen belasting
redt het vaderland niet, zegt de heer van
Dam. De geheele staatspensioneerlng kan
ervan b:-taald worden. Hij heeft ook ge
sproken over verlies, maar de belasting
wordt altijd verhaald bij de allerlaags'en,
maar bij wie zijn efefcten in de brandkast
heeft, geschiedt het niet En men kan
het niet goedpraten met een beroep op
verlies op effecten! Wij zeggen men moet
het ook bij de anderen halen.
Geroep: Natuurlijk!
De heer Verstegen: Gij roept na
tuurlijk, maar wie het doen wil, wordt
teruggesteld, zooals geschiedde met on
sen partijgenoot Bekaar.
De heer van Dam zeide de 8 pen
sioenheffing was g'-en sluitpost. Wat ls
het dan? Men wil trachten de begrooting
cr toch sluitend mee maken, dat kan men
toch niet ontkennen.
De heer v a n O s: Wss die straatbela§.
ting dan ook sluitpost?
De heer Verstegen: Ja, maar de
Raad heeft het besluit daartoe genomen!
De heer van Dam zegt, die 28.000.
is voor den middenstand geen kwestie
van leven of dood. Wie ze moeten op
brengen zijn pl.m. 200 menschen, en dat
geld wordt onttrokken aan eveneens pl.m.
200 middenstanders. Dus u benadeeld
den middenstand.
Werkloosheid en de protectie van Ame
rika. De heer v. Dam besprak een congres
van het N.V.V. Het was evenwel geen
congres over protectie, doch over werk
loosheid.
De heer v a n D a m: Die men met pro
fetie wilde oplossen!
De heer Verstegen: Daaromtrent
verschillen wij van meening.
De-heer van Dam: Dat heb ik ook
gezegd.
De heer Verstegen: Maar waarom
deedt ge dat? Wat was dan uw conclusie?
De protectiekwestle staat hier buiten.
Wij hebben alleen gezegd, dat Ford een
goed organisator is, de protectie is er
door u ingehaald.
Een sterk geprononceerd partijgenoot
van den heer van Dam, de heer Rijnen
berg uit Nijmegen, keurt volledig het
standpunt van den heer van Dam af ten
opzichten van de pensloenenpremlehef-
fing. Spr. citeert diens woorden.
„Dragen en lijden" ls het geloofsideaal,
zeide de heer v. Dam „en voor het recht
opkomen". De heer van Dam noemde het
bist. mat. een dogma. Dat is onjuist, het
steunt op feiten en het geloof kent het
dogma. Het meerendeel der s.d. aanvaardt
het hist. mat. als methode van geschiede-
nisonderzoek en dit wordt verward met
het philoeofisch materialisme van Feuer-
baeh en Büohner. Belde loopen ze naast
elkaar en niet in elkaar.
Protesten. Interrupties!
De heer Verstegen: Het is bewe
zen tenzij men iemand, die het Geloof
onderzoekt, buiten de deur zet, zooals ge
schiedde met Kant en Spinoza. Maar we
zijn dien tijd voorbij, men is over het
christendom nog lang niet uitgestudeerd.
Spr. gaat daar nader op ln. Steeds ls er
groote strijd geweest. Reeds ln het Oude
Tes'ament ranselde de profeet Amor er
op los. Spr. weidt nog nader over een en
ander uit en breekt om elf uur zijn be
toog af.
Nog wordt behandeld:
Voorstel tot benoeming van een onder
wijzer aan de Openbare Lagere School
no. 11 (Hoofd de heer IJ. Lunshof).
De vooidracht luidt:
1. J. Erkens, onderwijzer op wachtgeld
te Slikkerveer.
2. J. Smit, onderwijzer op wachtgeld te
Balkbrug.
De Voorzitter merkt op, dat de
wet ons verplicht een wachtgelder te
benoemen.
Aangenomen.
Voortzetting Vrijdagmiddag 8 uur.
Het verslag van de raadsvergadering van
gisterenmiddag da opginomeu ln het vjjïde
bMi
Radio-Rubriek.
HET VOLKENBONDS-OMROEP-
STATION TE GENEVE.
Het omroepstatlon voor den Volken
bond te Genève wordt den laatsten
tijd ln de pers druk besproken, echter
zonder dat nadere gegevens genoemd
worden. Wij zijn daarom eens op infor
matie uitgetogen en vernamen dat nog
niets definitief vaststaat.
Wel heeft de Zwitsersche Marconl-Mij.
in Bern, tengevolge van het zeer drukke
tekgraafverkeer tijdens de zittingen van
den Volkenbond besloten tot den bouw
van een te Ie grafiezender van 48
K.W. Deze zal zeer waarschijnlijk in de
nabijheid van Bern gebouwd worden.
De hooge energie waarborgt een b e-
drijfszeker verkeer met geheel Euro
pa; de normale energie bedraagt ni. ca.
10 K.W.
Nu word verleden Jaar door den Vol
kenbond een commissie benoemd, be
staande uit vertegenwoordigers van
Frankrijk, Engeland, Italië, Duitschland
en Nederland om de mogelijkheid te
onderzoeken een zender te bouwen, welke
den Volkenbond ln staat zou stellen 1t
tijden van nood berichten over de ge
heele wereld uit te zenden.
Mr. Goldsmith, de chef-ingenieur var
de „Radlo-Corporatlon of America" heef'
aan de hand van nauwkeurige metingen
berekend, dat een telefoniezender voor
bedrijfszekere ontvangst over de geheelt
wereld met eenvoudige toestellen eer
energie zou moeten bezitten van 6501
K.W. voor een reikwijdte van 2000 K.M.
Mr. Arthur Eurrows, secretaris van d<
„Union Internationale de Radlophone" t
Genève is van meening dat het voldoend'
zou zijn een zender nabij het Volken
bondsgebouw op te richten, welke lr
verbinding kan komen met de voornaam
ste kebelknooppunten van de wereld. Vi'
de kab'1» kunnen de berichten dan ver
der doorgegeven worden. De meest be
langrijke zittingen van den Volkenbond
werden tot nu toe vla den kabel door
gegeven naar een omroepstatlon, terwij
andere stations de uitzending overnamen
Dat 't gesproken woord niet duidelijk
overkwam was 't gevolg van den siecnter
kabel.
Het 48 K.W. Marconl-station, wat trou
wens uitsluitend voor tel gr af le ls
zal wel geheel apart staan van den Vol
kenbondszender. Dat men een energlr
van 5500 K.W. zal aanwenden ls absoluu
buitengesloten; er zijn nog andere mid
delen welke tot het gestelde doel be
drijfszekere telefonle-ontvangst over dr
geheele wereld lelden. De samenwer
king en organisatie van den Europee-
sohen omroep Is wel van dien aard da'
men door her-uitzending geheel Europe
kan bestrijken. Men zou dus kunnen vol*
staan met een normaal omroepstatlon. Df
uitzendingen kunnen dan opgevanger
weiden door andere Europeesche station?
en weder heruitgezonden. De practijk
heeft de mogelijkheid hiervan reeds dik
wijls bewezen.
Met bet oog op de verbinding met dr
overige werelddeelen zou men een ultra
korte-golf zender moeten gebruiken: doo'
heruitzending zouden de luisteraars dar
ook onder het bereik van de Volken
bondsuitzendingen gebracht worden. Dr
benoeming van Dr. Koomans els deskun
dige bij den bouw van het Volkenbonds
station duidt er ook wel op, dat de oplos
sing in die richting gezocht wordt.
Zoo zullen eerlang de Volkenbonds
afgevaardigden het woord woeren met dr
„wereld" als auditorium. Inderdaad eer
groote aanwinst voor den wereldvrede.
Ingezonden Mcdedeellng.
Mijnhardt's Hoesttabletten. Doos 30 ct
Mjjnhardt's Keelpijntabletten, 60 en 30 ct
Bij Apoih. sn Drogisten.
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Onze meeuwen. De Loosdrechtsche plassen. Schrikkeldag.
Een Indische dag. Voorjaar mode.
Toen Gerhart Hauptman, deberoemd<
Duitscho tooneelschrijver, enkele jarei
geleden fragmenten uit zijn werk in dei
Hollandschen Schouwburg kwam voor
lezen en wij hem bij die gelegenheid
huldigden, gaf hij, als een soort tegen
beleefdheid, zijn indrukktn van Amster
dam weer, die hij den vorige» avond ii
zijn hotel, heet van de naald, op het pa
pier had geworpen.'Ik herinner me nog
goed, hoe deze kernachtige woorden
schets een beeld van onze stad opriep,
dat deed denken aan de schilderijen vai
Breitner: het was, als 't ware, een krach
tig, met breede vegen geborstelde com
positie, waarin, als hoofdelement, hei
donkere stuwen van den arbeid over-
heerschte en de steeds voortgaande, nooit-
aflatende bedrijvigheid aan de kaden,
waar de karren af en aan rijden, de lieren
ratelen, waar gelost en geladen wordt,
temidden van stoomwolken en motorge
ronk en geschreeuw, het motief was,
waaromheen deze, als hulde bedoelde,
beschrijving draaide. Daardoor en daar
omheen had de dichter een lichter motiel
geweven dat ook telkens terugkeerde, en
dat voor hem ook bij het beeld van onze
stad zooals hij dat in zich droeg, behoor
de; de meeuwen, die als wonder-witte,
onbesmette confetti door de kwistige hano
der natuur in speelsche spilzucht ovei
ernstig arbeidende Stedemaagd wordl
uitgegooid. We zijn in de donkere win
termaanden, als de natuur wel voorgoeo
en ver weg gebannen schijnt uit onze
straten, zalen, kamers en kantoren, wel
heel dankbaar voor dit gracieus gebaar
van: „heelemaal vergeten zijn jullie nog
niet". We hebben aandacht voor onze
meeuwen; we blijven op de bruggen
staan kijken naar hun zwerm-vlucht over
het gracht-water, hun klappend zwenken
om een toren of een mast. Zij boeien ons
evenveel als een afgewaaide hoed, een
straatjongens-heibeltje, of een bekeuring.
En dat zegt voor ons Amsterdammers
watl En 't blijft heusch niet bij een
platonische liefde: we voeren onze win-
terscbe gasten met de resten van ons
maal uit woonhuis- en kantoorraam, we
strooien vanaf den wallekant handen vol
brood. En wie het dan toch nog eens
vergeten mocht dit daadwerkelijk toonen
van onze dankbaarheid, wordt in de
koude dagen voortdurend aan de ver
zuimde plicht herinnerd door de op vele
muren en trottoirs met krijt geschreven
woorden: „Gedenk de meeuwen; ook zij
hebben honger". Zij, van hun kant, nemen
wel onze offeranden genadiglijk aan, wil
len in ruil daarvoor overdag wel onze
omgeving met wat witte blijheid komen
stoffeeren, maar we moeten nu niet den
ken dat ze familiaar met ons worden, dat
ze als vrienden aan buis bij ons zullen
gaan verketren, - er b.v. de nachten
zullen overblijven.... Tegen den avond
zeggen zij ons graoielijk vaarwel en gaan
aan den rand der sloten en wateren bui
ten de stad rij aan rij stil zitten droomen
en slapen, en peinzen hoelang deze ver
velende winterscho corvée nog duren
noet. Deze dagen, nu het eerste lente-tij
de schuchtere orocussen in het Vondel
park wakker en de eerste rieten stoeltjes
op de café-terassen naar buiten roept,
Komt het einde voor hen ln zicht. Lang
zamerhand raken we ze kwijt. We merken
het ternauwernood. Onze aandacht voor
hen neemt af. Ze zijn niet meerde eenige
ieekenen der natuur. Eiken dag komen er
nu nieuwe, andere bij.... En daarheen
_;aat nu voorloopig h«el onze belangstel
ling.
We voelen ons niet meer zoo inge
loten. We gaan we weer denken aan
■ruit trekken met auto, flets, naar zee
en bosch en hel. Aan het zeilen op de
boosdrechtsche plassen... Ai, daar
reft een pijl; een pijl van twijfel, va»
wjjfel, van angstig bedreigd worden...
Hoe staat 't toch met die plassen. Steeds
weer duiken er geruchten op van droog-
naking, van dichtwerpen met stads-afval.
„ieeds een vijf en twintig jaar geleden
varen ze er al, zulke geruchten; plannen
voor droogmaking waren er toen zelfs
al met doorwrochten teekeningen, sta
tistieken en berekeningen, waarvoorden
ijverigen propagandist Obreen destijds
het publiek met brochures, voordrachten,
enz. trachtte te winnen. Heel ernstig
heeft men echter toen die plannen nooit
genomen. Nu voelt men zich van meer
abij bedreigd. Naar bet gerucht wil,
'ijn er achter de coulissen «energieke
zakenlieden* aan het werk, die in het
opkoopen van ons stadsvuil en het daar
mede aanplempen van die plassen een
winstgevende onderneming zien. Men is
uang, dat de gemeente zich op een kwa
len dag zal laten verleiden tot het in-
taan op de door deze lieden voorgestelde
transactie. Het moet, redeneert men, voor
«de gemeente* wel verleidelijk zijn nog
een aardig winstje op het vuil te manen
en verder van al de soesah die het weg
werken van dat vuil meebrengt, voor goed
if te zijn. Men vreest. Tooh behoeft men
zich, als we de zaak wat nader bezien,
ïiet zoo ongerust te maken. We zitten
net het vuil en afval-probleem niet meer
zoo als eenige Jaren geleden. Na ampele
bestudeering door een commissie kwam
nen tot de sloteom, dat het nieuwste
systeem van vuilverbranding, waarbij de
moderne techniek het ook mogelijk maakt
te ontkomen aan de kwalijk riekende
gassen en dampen die bij de verbranding
over een gedeelte van de stad neerzijgen,
le beste oplossing van het probleem is,
waar eigenlijk niets tegenover gesteld
kan worden. Althans voor groote steden
niet. Oneconomisch behoeft het ook niet
te zijn; de verbrandingsproducten zijn
voor een deel goed verhandejbaar. Een
■ast besluit in dpzen is er van onzen
„laad intusschen nog niet. De, kans zou
dus. theoretisch, nog bestaan dat «en
meerderheid zich tenslotte toeh nog voor
le plannen van bovenbedoelde «zaken-
tienen* zou laten winnen. Maar mogen
we den beer Wibaut die als oude rot
in onze stadspolitiek zijn pappenheimers
toch wel kent gelooven, dan zal zulk
•en meerderheid nooit gevonden worden.
Als het tot een stemming komt zal zijns
inziens en we mogen meen ik op dit
inzicht vertrouwen blijken dat het
ivergroote meerendeel der raadsleden,
buiten alle politieke kleur om, voor de
aanbevolen verbrandingsmethode zal zijn
en daarnaast stevig genoeg bewust, dat
de Loosdrechtsche plassen in hun tegen-
woordigen vorm als een noodzakelijk en
latuurlijk water- en natuurstation be-
hooren behouden te worden. Medewerking
van Amsterdam aan snoode dempings-
ilannen valt nooit en nimmer te ver
wachten. Eerder nog en laten we hopen
dat 't hiertoe komt zullen we er bij
het Rijk op aandringen dat het ook andere
gemeenten zal weten te bewegen zich van
medewerking in dezen in den één of
anderen vorm te onthouden.
Zeilen op de plassen vrooljjke uit
gangen in witte zomerdrachtgetweeën
in een boot, in 't rietgalant avontuur
«hij en zij*je vind op deze wijze van
zelf den overgang naar den «schrikkel
dag* waardoor heen we zoo Juist zonder
ongelukken gezeild zijn. Zonder voorals-
iog aan het daglicht getreden ongelukken
tenminste. Want wie zal zeggen welk een
gepast gebruik er binnenshuis en «bin-
nensparks* door de tóch al voortva
rende moderne meisjes van dezen dag der
«omdraaiing aller waarden* gemaakt is?
Maar waarom, heb ik me afgevraagd, be-
I erken we dat omdraaien alleen tot het
rauw-omgrensde terrein van het vragen
t isschen «hij* en «zij*? Waarom vatten
v e het niet wat breeder en in meer alge-
L.eenen zin op; het zou dezen éénen
ettra-dag in de vier Jaar nog kleurrijker
f leerzamer maken Het «vragen*,
bat «moeite doen voor*, het «veroveren*
^schiedt toch waarachtig ook nog wel
e -gens anders dan alleen in de «hij-zij*
v ereld, heeft toch nog wel eens een
a ideren achtergrond dan den ambtenaar
van den Burgerlijken Stand en het eigen
nestjeOm maar vlak bij huis te blijven
speelt de auteur, de krantenschrijver,
niet altijd de hij-rol van het «vragen*
tegenover de »zjj«-l zers-schaar?
Waarom dat ook niet voor dezen éénen
dag eens omgedraaid?.... Laat ons,
journalisten, dien éénen dag eens achter
de krant bij het kopje thee zitten en door
U, publiek, worden bezig gehouden
Eén keer, een blad met niets dan Inge
zonden Stukken b.v. «Vraagt» U, over
vier jaar, ons eens?
Bedenkende dat een extra-collegedag
rl.H- Studenten over 't algemeen maar
matig welkom is, hadden GUratoren van
onze Univers teit en Bestuurderen van
het Koloniaal Instituut er dezen schrik
keldag wat op gevonden om de voedster-
lingen onzer Alma Mater terwille te zijn.
De Universiteit was namelijk voor dezen
eenen dag officieel gesloten. Daarentegen
had het Koloniaal Instituut zijn poorten
wijd geopend en bereidde men er de leer
gierige jeugd een Indischen dag waarop
de Mataram-fllm vertoond werd, het wer
ken van deze instelling werd uiteengezet,
onder geleide de rijke verzamelingen
werden vertoond, enz., enz. Een voor
treffelijk plan, dat gezien de groote be
langstelling zeker geslaagd mag heeten.
Propaganda voor onzen Oost op dergelijke
sympathieke en degelijke wijze bedreven
kan er eigenlijk nooit genoeg gevoerd
worden!
Ik voel wel, nu deze brief voor een
groot deel op het voorjaarstbema en ook
gezien dien schrikkeldag op het
„zij"»thema geborduurd is, dat ik min of
meer verplicht ben ook wat over de ok-
mende voorjaars-mode te zeggen. Temeer
waar onze diverse groote modehuizen
reeds druk doende zijn met het kwistig
rondzenden van hun invitaties voor de
lente modeshows. Moet ik een vrouwelijk
collega gelooven die van deze dingen
haar specialiteit maakt en die ik, nood
gedrongen, hier even tehulp roep, dan
gaan wij een tijd tegemoet dat er een
keer komt in de, tot nu toe nog altijd
overheerschende tenden in de vrouwen
mode naar het jongensachtige of manne
lijke. De keer zal natuurlijk geleidelik
en met de noodige, vrouwelijke tact gaan.
Het jongenskopje, de mannelijke jasjes
en ^moking-jas, etc. ze zullen nog wel
niet ineens verdwijnen, maar in de
modemagazijnen vertoonen zich tooh de
onmiskenbare teekenen, dat de beroemde
leuze „vrouw moet vrouw blijven", weer
meer opgang gaat maken. Zoo heeft o. a.
de voile weer heel bescheidenlijk haar
intrede in de modewereld gedaan. „En
waar voiles en kant verschijnen", zegt
mijn vrouwelijke collega, „als het sublieme
teeken der vrouwelijkheid, mogen wij
voorspellen, dat de Jongensmode den lang-
sten tijd geleefd heeft". Welke voorspel
ling natuurlijk alleen voor haar rekening
komt. Ik houd me er buiten.
Er komt dit tot slot en omdat lk U
beloofde het te berichten geen aparte
Dienst voor de Stadsuitbreiding en Stads
ontwikkeling, maar wél, zooals B. en W.
in tegenstelling met den heer Wibaut
wilden, een aparte afdeeling van P. \y.
voor deze zaken. De beslissing is gevallen
aan het theeoretisch bespiegelen is een
eind gemaakt. Mi n kan aan het werk
gaan. Dat is de hoofdzaak en... verheugend
TIJDSCHRIFTEN, WEEKBLADEN enz.
Verschenen bij C. Morka Czn. te Dortrecht
het Februari-nummer van Morks Magazijn.
Albert Hohn's teekening geeft de donkere
verkiesingswolken, waarvoor Frankrijk,
Duitschland en Engeland, gauw in huis
vluchten. Oannegietor geeft een karakter-
scheta van Albert Heijn en diens groot
winkelbedrijf; niet portretten van Albert
Heijn, zijn zoons en schoonzoon en vele
andere foto's. Dim Couvee geeft een vlotte
schet8:Htt Spaansohe papier, tewijl Elie
More het slot schrijft van «De Witte Vos».
Van M. Stljns vinden we een artikeltje
over der. Vlaumsohen schilder «Delaunois»,
vooral een schilder van kerk-interieurs
O. K. Kesler, terwijl Peerke den. Belg
eenige gevoelige «Kleurgedichtjes» iu
zondt,
In «Populaire wetenschap» wordt de
toekomst van het Amerikaansche Karak
ter besproken.
Rolland van Ruijve bespreekt weer
eenige nieuwe tooneelstukken.
Dan vinden we nog het 2e bedrijf van
«De Spion van den Prins». En in Boeken
tafel wordt o.a. besproken Zurkel en
Blauwe Lavendel van F. V. Toussaint v.
üoelaere en een Propagandaboekje voor
de Xlde Olympiade te Amsterdam.
PLUIMVEETEELT.
BROEDMACHINE 07 BRQEDSCHE
KIP?
Da auto haait het paard verdrongen, fis
Een aboane, de heer H. Brouwer, Brakke-
veldweg 9i, alhier, schrijft ona, dat hij een
witte Leghorn heeft (afstammeling van een
W. L. Am. type met een productie van 324
eieren ln 363 dagen) die dezer dagen in den
tijd van een week zei eieren legde, 'waarvan
een met een gewicht van 106 gram, een van
92 gram en 4 stuks tuaschen de 70 en So gram.
Deze voordeellge "kip legt gemiddeld 6 eieren
per week met een gewicht van pl.m. 74 gram
per el
Het gaat met de liefde als met een boot.
Wie de eerste verruimt, moet mat de
tweede genoegen nemen.
vliegmachine de trekschuit en de itoomboot en
zoo heeft de broedmachine de plaats van da
broedhen ingenomen. Dat èn de broedmachine
èn het kippetje een succes zijn geweest be
hoeft geen betoog, maar om een hen voor
weken op te sluiten, om twaalf kuikens voort
te brengen en dan nog een paar maanden tijd
1 te verliezen om de kuikens groot te maken,
is onnoodig tijdverlies. Hoeveel eieren had
deze hen niet kunnen leggen gedurende den
broed- en opfoktijd? de extra-eieren zullen de
onkosten der machine ruimschoots betaald
hebben, want als het broedtijd is en we willen
een behoorlijk kwantum kuikens hebben, dan
hebben we soms 6 i io hennen gelijk gezet.
Wij leven nu in de dagen van Kunstmatig
broeden, als men er tenminste op een minder
of meerder mate op groote schaal voor in gaat.
Heeft men een vertrouwbare broedmachine,
dan kan men het beste verwachten, ....als de
eieren maar goed zijn. En een kuiken, gezond
geboren, is half gewonnen. Tijd is ook hier
geld. Vroege kuikens kan men steeds verkrij
gen sis men een broedmachine heeft; men be
hoeft niet te wachten tot Mevrouw Kip be
lieft te broeden. Vroege kuikens, vroeg eieren,
voordeelig pluimvee.
Maar nu een ander praatje. Kuikens laten
uitbroeden ls geen kunst, mair als de kuikens
uit de nauwe woning zijn gestapt, dan moet
gij beginnen om te werken. Maar het is al
gebeurd, dat alt da kuikens uitkwamen, men
toen eerst begon te denken: waar zal ik het
goedje huisvesten? Dat ls het paard echter
achter den wagen spanr.en. Misère z»I het ge
volg zijn. Daarom zeg ik liever, dat niet ieder
een een kuiken tot leghhen of fokhaan kan
opfokken.
Het opfokken van kuikens verelscht studie
en werk, Werk, omdat het kuiken veel vij
anden heeft. Niet alleen moet de behuizing ge
schikt zijn, maar wij moeten ook voor de
noodige lucht en warmte zorgen. Werk bij
dag en bij naeht en vooral des avonds laat
moet gij uitvinden of alles voor den nacht wel
oluls is. Ga met uw lantaarn naar de nacht
hokken en zie of het ongedierte niet het beste
bloed van uw kuiken* uitzuigt. Gij moet in
voortdurenden oorlog zijn tegen alle schade
lijk gebroed, dat iu da duisternis wandelt. Zijt
gij gerust op dit punt, dan kunt gij gaan sla
pen, maar gij moet weer vroeg op zijn, om te
kijken, of misschien niet een of meer van uw
kuiken» ln den slag zijn geweest. De nacht
wa» lang; de temperatuur óf te drukkend óf
onder normaal, gij leert; van avond zult gij
andera doen, gij hebt de fout uitgevonden.
Dit zal niet meer gebeuren. Een hospitaal
voor kuikens is nog nooit een succes geweest.
Gij kunt den raad opvolgen van bekwame kip-
pendofcters. maar gewoonlijk is het beste mid
del mear: maak dood! Fen kuiken dat ..ge
dokterd" is, is nooit een prima leghan of een
prima fokhaan geworden. En al woritt het dier
ook groot, voor den foktoom ia het ongeschikt
en ongewenseht. Een eerlijke handelaar zal u
nooit een „gedokterde" hen of haan verkoo-
pen. Dit zal zijn zaak afbreuk doen, al wordt
het ook niet dadelijk uitgevonden. Dit is eigen
bedrog de bedrieger bedrogen.
Al» ge dagkuikens koopt, neemt dan vsn het
beste bloed. Goedkoop ls duurkoop. Vraag
niet aan den verkooper: „Wat ls uw minste
orijs?" maar vraag: Stuur mij van uw besten
toom. Hieronder zult gij aanstordv vnor ten
hen of haan den priis terug krijgen van uw ra
kuikens of nog meer: prijzen op de tentoon
stellingen of de legwedstrijden.
Volg de artikeltjes ln dit blad met aanwacht.
En als gij er nog meer van wilt weten en naar
een degelijk en toch ook goedkoop vakblad
verlangt, dat voor alles practlsch ls en de ar
tikeltjes met tal van foto's en teekeningen toe
licht. dan kan lk u momenteel geen beter blad
aanbeve'en dan „De Pluimveebode", hetwelk
te Apeldoorn wordt uitgegeven en aleehts
i.— per jaar kost, welk blad zich in zeer
korten tijd een buitengewoon grooten lezers
kring heeft verworven en dit inderdaad door
zijn practisehen zin verdient. Deze raad ia nog
de beate, welke ik u heb kunnen geven.
Het el van ted en dat van 92 gram ligt ter
bezichtiging ln de etalage van den winkel van
den heer Boonen, Keizerstraat 88.