Hoest, Keelpijn kondlgd antilementair of anti-gosdienstig te zyn. Ik zonder uit het anarchisme met rijn m DJeu ni maltre. En het is heele- maal niet soc.-dem, Spr. gaat daar nader op in. Discipline is noodig voor machts- formatie en wie dat niet doet, doet zijn organisatie ten doode opschrijven. Er rijn menschen geweest, die zich in die organisatie niet op hun plaats voelden; spr.*gaat heit verloop en ontstaan der S. -L/. A P, n&, Als de heer Trap zijn oogen de kost geert, weet hij wel, dat er nog leven in hot socialisme is. En wie do organisatie erkent als machtformatie, mag politiek niet ongeorganiseerd zijn. 8l/a pensicon. De heer Schoeffelenberger wil de ambtambtenaren met inkomens boven 8000.laten betalen, dat zijn er 8 in de gemeente. Mevrouw Dekker-Klik zeide iets, dat met democratie niets te maken heeft. We leven in een maatschappij, waar .bulgin gen gemaakt worden naar hoogere krin gen. Ook armenbédeellng heeft met de mocratie niets te maken; de heer de Boer heeft het juist omschreven. Dat tegen de woorden van Davls iets in te brengen is, geloof ik graag, maai; het is niet gebeurd. „De liberalen hebben heel wat idealen." In het liberalisme kunnen wenschen zijn die niet vrij zijn van .idealen, maar het liberalisme als zoodanig uiteengezet door Adam Smlth, is zuiver egoïstisch. De heer Biersteker schudt van neen, laat hij een zin aanwijzen in het werk van Smlth. waaruit het tegendeel blijkt. De heer v a n D a m: De strijd tegen den slavenhandel. De heer Verstegen: Wat heeft dat met het liberale systeem van staatsbe stuur te maken? Biet systeem is zuiver gebaseerd op eigenbelang, Individueel eigenbelang. Het meest platte egoïsme, idealloos, volslagen uitgerekend, zuiver systeem van indivldueele strekking. De heer van Dam heeft gezegd, spre kende over de refributiën, het rijk betaalt daar niet voor. Neen, dat weten we, wat heeft het voor nut zooiets te zeggen? Toen de heer de Zwart citeerde uit Ford, zeide de heer v. Dam: dat is zeker recla me voor auto'sl Wat zijn dat voor opmer kingen? Vermogensaanwas. De heer v. Dam heeft het zeker gehad over het nationaal vermogen, maar spr. heeft het gehad ovei de inkomens van 16000 en hooger. De heer van Dam: U heeft weer die zelfde foutl De heer Verstegen: U heeft mijn betoog niet aangetast? Als lk een effect heb. moet ik daar dan belasting van be talen? De heer van Dam: Ja zeker! De heer Verstegen: Maar ik ken er genoeg, die hun aandeelen in de safe hebben en niemand komt dat aan de weet. Dat bankgeheim maakt dat er zooveel vermogen aan den fiscus ontsnapt Hoe hooger uw land getaxeerd wordt, des te meer ls uw vermogen. Maar dan worden de Inkomsten uit dat land ook hooger. Geroep en ontkenningen! De heer Verstegen: Als het land duurder wordt, wordt de pacht hooger. De heer Biersteker: Je kunt dat niet als een vaste stelling lanceerenl De heer Verstegen: Als vaste stel ling; de uitzonderingen bevestigen die. De groot-grondbezitters zijn niet zoo, dat ze als ze meer belasting moeten betalen, ze hun pacht niet zouden verhoogen. Achterhalen van verzwegen belasting redt het vaderland niet, zegt de heer van Dam. De geheele staatspensioneerlng kan ervan b:-taald worden. Hij heeft ook ge sproken over verlies, maar de belasting wordt altijd verhaald bij de allerlaags'en, maar bij wie zijn efefcten in de brandkast heeft, geschiedt het niet En men kan het niet goedpraten met een beroep op verlies op effecten! Wij zeggen men moet het ook bij de anderen halen. Geroep: Natuurlijk! De heer Verstegen: Gij roept na tuurlijk, maar wie het doen wil, wordt teruggesteld, zooals geschiedde met on sen partijgenoot Bekaar. De heer van Dam zeide de 8 pen sioenheffing was g'-en sluitpost. Wat ls het dan? Men wil trachten de begrooting cr toch sluitend mee maken, dat kan men toch niet ontkennen. De heer v a n O s: Wss die straatbela§. ting dan ook sluitpost? De heer Verstegen: Ja, maar de Raad heeft het besluit daartoe genomen! De heer van Dam zegt, die 28.000. is voor den middenstand geen kwestie van leven of dood. Wie ze moeten op brengen zijn pl.m. 200 menschen, en dat geld wordt onttrokken aan eveneens pl.m. 200 middenstanders. Dus u benadeeld den middenstand. Werkloosheid en de protectie van Ame rika. De heer v. Dam besprak een congres van het N.V.V. Het was evenwel geen congres over protectie, doch over werk loosheid. De heer v a n D a m: Die men met pro fetie wilde oplossen! De heer Verstegen: Daaromtrent verschillen wij van meening. De-heer van Dam: Dat heb ik ook gezegd. De heer Verstegen: Maar waarom deedt ge dat? Wat was dan uw conclusie? De protectiekwestle staat hier buiten. Wij hebben alleen gezegd, dat Ford een goed organisator is, de protectie is er door u ingehaald. Een sterk geprononceerd partijgenoot van den heer van Dam, de heer Rijnen berg uit Nijmegen, keurt volledig het standpunt van den heer van Dam af ten opzichten van de pensloenenpremlehef- fing. Spr. citeert diens woorden. „Dragen en lijden" ls het geloofsideaal, zeide de heer v. Dam „en voor het recht opkomen". De heer van Dam noemde het bist. mat. een dogma. Dat is onjuist, het steunt op feiten en het geloof kent het dogma. Het meerendeel der s.d. aanvaardt het hist. mat. als methode van geschiede- nisonderzoek en dit wordt verward met het philoeofisch materialisme van Feuer- baeh en Büohner. Belde loopen ze naast elkaar en niet in elkaar. Protesten. Interrupties! De heer Verstegen: Het is bewe zen tenzij men iemand, die het Geloof onderzoekt, buiten de deur zet, zooals ge schiedde met Kant en Spinoza. Maar we zijn dien tijd voorbij, men is over het christendom nog lang niet uitgestudeerd. Spr. gaat daar nader op ln. Steeds ls er groote strijd geweest. Reeds ln het Oude Tes'ament ranselde de profeet Amor er op los. Spr. weidt nog nader over een en ander uit en breekt om elf uur zijn be toog af. Nog wordt behandeld: Voorstel tot benoeming van een onder wijzer aan de Openbare Lagere School no. 11 (Hoofd de heer IJ. Lunshof). De vooidracht luidt: 1. J. Erkens, onderwijzer op wachtgeld te Slikkerveer. 2. J. Smit, onderwijzer op wachtgeld te Balkbrug. De Voorzitter merkt op, dat de wet ons verplicht een wachtgelder te benoemen. Aangenomen. Voortzetting Vrijdagmiddag 8 uur. Het verslag van de raadsvergadering van gisterenmiddag da opginomeu ln het vjjïde bMi Radio-Rubriek. HET VOLKENBONDS-OMROEP- STATION TE GENEVE. Het omroepstatlon voor den Volken bond te Genève wordt den laatsten tijd ln de pers druk besproken, echter zonder dat nadere gegevens genoemd worden. Wij zijn daarom eens op infor matie uitgetogen en vernamen dat nog niets definitief vaststaat. Wel heeft de Zwitsersche Marconl-Mij. in Bern, tengevolge van het zeer drukke tekgraafverkeer tijdens de zittingen van den Volkenbond besloten tot den bouw van een te Ie grafiezender van 48 K.W. Deze zal zeer waarschijnlijk in de nabijheid van Bern gebouwd worden. De hooge energie waarborgt een b e- drijfszeker verkeer met geheel Euro pa; de normale energie bedraagt ni. ca. 10 K.W. Nu word verleden Jaar door den Vol kenbond een commissie benoemd, be staande uit vertegenwoordigers van Frankrijk, Engeland, Italië, Duitschland en Nederland om de mogelijkheid te onderzoeken een zender te bouwen, welke den Volkenbond ln staat zou stellen 1t tijden van nood berichten over de ge heele wereld uit te zenden. Mr. Goldsmith, de chef-ingenieur var de „Radlo-Corporatlon of America" heef' aan de hand van nauwkeurige metingen berekend, dat een telefoniezender voor bedrijfszekere ontvangst over de geheelt wereld met eenvoudige toestellen eer energie zou moeten bezitten van 6501 K.W. voor een reikwijdte van 2000 K.M. Mr. Arthur Eurrows, secretaris van d< „Union Internationale de Radlophone" t Genève is van meening dat het voldoend' zou zijn een zender nabij het Volken bondsgebouw op te richten, welke lr verbinding kan komen met de voornaam ste kebelknooppunten van de wereld. Vi' de kab'1» kunnen de berichten dan ver der doorgegeven worden. De meest be langrijke zittingen van den Volkenbond werden tot nu toe vla den kabel door gegeven naar een omroepstatlon, terwij andere stations de uitzending overnamen Dat 't gesproken woord niet duidelijk overkwam was 't gevolg van den siecnter kabel. Het 48 K.W. Marconl-station, wat trou wens uitsluitend voor tel gr af le ls zal wel geheel apart staan van den Vol kenbondszender. Dat men een energlr van 5500 K.W. zal aanwenden ls absoluu buitengesloten; er zijn nog andere mid delen welke tot het gestelde doel be drijfszekere telefonle-ontvangst over dr geheele wereld lelden. De samenwer king en organisatie van den Europee- sohen omroep Is wel van dien aard da' men door her-uitzending geheel Europe kan bestrijken. Men zou dus kunnen vol* staan met een normaal omroepstatlon. Df uitzendingen kunnen dan opgevanger weiden door andere Europeesche station? en weder heruitgezonden. De practijk heeft de mogelijkheid hiervan reeds dik wijls bewezen. Met bet oog op de verbinding met dr overige werelddeelen zou men een ultra korte-golf zender moeten gebruiken: doo' heruitzending zouden de luisteraars dar ook onder het bereik van de Volken bondsuitzendingen gebracht worden. Dr benoeming van Dr. Koomans els deskun dige bij den bouw van het Volkenbonds station duidt er ook wel op, dat de oplos sing in die richting gezocht wordt. Zoo zullen eerlang de Volkenbonds afgevaardigden het woord woeren met dr „wereld" als auditorium. Inderdaad eer groote aanwinst voor den wereldvrede. Ingezonden Mcdedeellng. Mijnhardt's Hoesttabletten. Doos 30 ct Mjjnhardt's Keelpijntabletten, 60 en 30 ct Bij Apoih. sn Drogisten. AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. Onze meeuwen. De Loosdrechtsche plassen. Schrikkeldag. Een Indische dag. Voorjaar mode. Toen Gerhart Hauptman, deberoemd< Duitscho tooneelschrijver, enkele jarei geleden fragmenten uit zijn werk in dei Hollandschen Schouwburg kwam voor lezen en wij hem bij die gelegenheid huldigden, gaf hij, als een soort tegen beleefdheid, zijn indrukktn van Amster dam weer, die hij den vorige» avond ii zijn hotel, heet van de naald, op het pa pier had geworpen.'Ik herinner me nog goed, hoe deze kernachtige woorden schets een beeld van onze stad opriep, dat deed denken aan de schilderijen vai Breitner: het was, als 't ware, een krach tig, met breede vegen geborstelde com positie, waarin, als hoofdelement, hei donkere stuwen van den arbeid over- heerschte en de steeds voortgaande, nooit- aflatende bedrijvigheid aan de kaden, waar de karren af en aan rijden, de lieren ratelen, waar gelost en geladen wordt, temidden van stoomwolken en motorge ronk en geschreeuw, het motief was, waaromheen deze, als hulde bedoelde, beschrijving draaide. Daardoor en daar omheen had de dichter een lichter motiel geweven dat ook telkens terugkeerde, en dat voor hem ook bij het beeld van onze stad zooals hij dat in zich droeg, behoor de; de meeuwen, die als wonder-witte, onbesmette confetti door de kwistige hano der natuur in speelsche spilzucht ovei ernstig arbeidende Stedemaagd wordl uitgegooid. We zijn in de donkere win termaanden, als de natuur wel voorgoeo en ver weg gebannen schijnt uit onze straten, zalen, kamers en kantoren, wel heel dankbaar voor dit gracieus gebaar van: „heelemaal vergeten zijn jullie nog niet". We hebben aandacht voor onze meeuwen; we blijven op de bruggen staan kijken naar hun zwerm-vlucht over het gracht-water, hun klappend zwenken om een toren of een mast. Zij boeien ons evenveel als een afgewaaide hoed, een straatjongens-heibeltje, of een bekeuring. En dat zegt voor ons Amsterdammers watl En 't blijft heusch niet bij een platonische liefde: we voeren onze win- terscbe gasten met de resten van ons maal uit woonhuis- en kantoorraam, we strooien vanaf den wallekant handen vol brood. En wie het dan toch nog eens vergeten mocht dit daadwerkelijk toonen van onze dankbaarheid, wordt in de koude dagen voortdurend aan de ver zuimde plicht herinnerd door de op vele muren en trottoirs met krijt geschreven woorden: „Gedenk de meeuwen; ook zij hebben honger". Zij, van hun kant, nemen wel onze offeranden genadiglijk aan, wil len in ruil daarvoor overdag wel onze omgeving met wat witte blijheid komen stoffeeren, maar we moeten nu niet den ken dat ze familiaar met ons worden, dat ze als vrienden aan buis bij ons zullen gaan verketren, - er b.v. de nachten zullen overblijven.... Tegen den avond zeggen zij ons graoielijk vaarwel en gaan aan den rand der sloten en wateren bui ten de stad rij aan rij stil zitten droomen en slapen, en peinzen hoelang deze ver velende winterscho corvée nog duren noet. Deze dagen, nu het eerste lente-tij de schuchtere orocussen in het Vondel park wakker en de eerste rieten stoeltjes op de café-terassen naar buiten roept, Komt het einde voor hen ln zicht. Lang zamerhand raken we ze kwijt. We merken het ternauwernood. Onze aandacht voor hen neemt af. Ze zijn niet meerde eenige ieekenen der natuur. Eiken dag komen er nu nieuwe, andere bij.... En daarheen _;aat nu voorloopig h«el onze belangstel ling. We voelen ons niet meer zoo inge loten. We gaan we weer denken aan ■ruit trekken met auto, flets, naar zee en bosch en hel. Aan het zeilen op de boosdrechtsche plassen... Ai, daar reft een pijl; een pijl van twijfel, va» wjjfel, van angstig bedreigd worden... Hoe staat 't toch met die plassen. Steeds weer duiken er geruchten op van droog- naking, van dichtwerpen met stads-afval. „ieeds een vijf en twintig jaar geleden varen ze er al, zulke geruchten; plannen voor droogmaking waren er toen zelfs al met doorwrochten teekeningen, sta tistieken en berekeningen, waarvoorden ijverigen propagandist Obreen destijds het publiek met brochures, voordrachten, enz. trachtte te winnen. Heel ernstig heeft men echter toen die plannen nooit genomen. Nu voelt men zich van meer abij bedreigd. Naar bet gerucht wil, 'ijn er achter de coulissen «energieke zakenlieden* aan het werk, die in het opkoopen van ons stadsvuil en het daar mede aanplempen van die plassen een winstgevende onderneming zien. Men is uang, dat de gemeente zich op een kwa len dag zal laten verleiden tot het in- taan op de door deze lieden voorgestelde transactie. Het moet, redeneert men, voor «de gemeente* wel verleidelijk zijn nog een aardig winstje op het vuil te manen en verder van al de soesah die het weg werken van dat vuil meebrengt, voor goed if te zijn. Men vreest. Tooh behoeft men zich, als we de zaak wat nader bezien, ïiet zoo ongerust te maken. We zitten net het vuil en afval-probleem niet meer zoo als eenige Jaren geleden. Na ampele bestudeering door een commissie kwam nen tot de sloteom, dat het nieuwste systeem van vuilverbranding, waarbij de moderne techniek het ook mogelijk maakt te ontkomen aan de kwalijk riekende gassen en dampen die bij de verbranding over een gedeelte van de stad neerzijgen, le beste oplossing van het probleem is, waar eigenlijk niets tegenover gesteld kan worden. Althans voor groote steden niet. Oneconomisch behoeft het ook niet te zijn; de verbrandingsproducten zijn voor een deel goed verhandejbaar. Een ■ast besluit in dpzen is er van onzen „laad intusschen nog niet. De, kans zou dus. theoretisch, nog bestaan dat «en meerderheid zich tenslotte toeh nog voor le plannen van bovenbedoelde «zaken- tienen* zou laten winnen. Maar mogen we den beer Wibaut die als oude rot in onze stadspolitiek zijn pappenheimers toch wel kent gelooven, dan zal zulk •en meerderheid nooit gevonden worden. Als het tot een stemming komt zal zijns inziens en we mogen meen ik op dit inzicht vertrouwen blijken dat het ivergroote meerendeel der raadsleden, buiten alle politieke kleur om, voor de aanbevolen verbrandingsmethode zal zijn en daarnaast stevig genoeg bewust, dat de Loosdrechtsche plassen in hun tegen- woordigen vorm als een noodzakelijk en latuurlijk water- en natuurstation be- hooren behouden te worden. Medewerking van Amsterdam aan snoode dempings- ilannen valt nooit en nimmer te ver wachten. Eerder nog en laten we hopen dat 't hiertoe komt zullen we er bij het Rijk op aandringen dat het ook andere gemeenten zal weten te bewegen zich van medewerking in dezen in den één of anderen vorm te onthouden. Zeilen op de plassen vrooljjke uit gangen in witte zomerdrachtgetweeën in een boot, in 't rietgalant avontuur «hij en zij*je vind op deze wijze van zelf den overgang naar den «schrikkel dag* waardoor heen we zoo Juist zonder ongelukken gezeild zijn. Zonder voorals- iog aan het daglicht getreden ongelukken tenminste. Want wie zal zeggen welk een gepast gebruik er binnenshuis en «bin- nensparks* door de tóch al voortva rende moderne meisjes van dezen dag der «omdraaiing aller waarden* gemaakt is? Maar waarom, heb ik me afgevraagd, be- I erken we dat omdraaien alleen tot het rauw-omgrensde terrein van het vragen t isschen «hij* en «zij*? Waarom vatten v e het niet wat breeder en in meer alge- L.eenen zin op; het zou dezen éénen ettra-dag in de vier Jaar nog kleurrijker f leerzamer maken Het «vragen*, bat «moeite doen voor*, het «veroveren* ^schiedt toch waarachtig ook nog wel e -gens anders dan alleen in de «hij-zij* v ereld, heeft toch nog wel eens een a ideren achtergrond dan den ambtenaar van den Burgerlijken Stand en het eigen nestjeOm maar vlak bij huis te blijven speelt de auteur, de krantenschrijver, niet altijd de hij-rol van het «vragen* tegenover de »zjj«-l zers-schaar? Waarom dat ook niet voor dezen éénen dag eens omgedraaid?.... Laat ons, journalisten, dien éénen dag eens achter de krant bij het kopje thee zitten en door U, publiek, worden bezig gehouden Eén keer, een blad met niets dan Inge zonden Stukken b.v. «Vraagt» U, over vier jaar, ons eens? Bedenkende dat een extra-collegedag rl.H- Studenten over 't algemeen maar matig welkom is, hadden GUratoren van onze Univers teit en Bestuurderen van het Koloniaal Instituut er dezen schrik keldag wat op gevonden om de voedster- lingen onzer Alma Mater terwille te zijn. De Universiteit was namelijk voor dezen eenen dag officieel gesloten. Daarentegen had het Koloniaal Instituut zijn poorten wijd geopend en bereidde men er de leer gierige jeugd een Indischen dag waarop de Mataram-fllm vertoond werd, het wer ken van deze instelling werd uiteengezet, onder geleide de rijke verzamelingen werden vertoond, enz., enz. Een voor treffelijk plan, dat gezien de groote be langstelling zeker geslaagd mag heeten. Propaganda voor onzen Oost op dergelijke sympathieke en degelijke wijze bedreven kan er eigenlijk nooit genoeg gevoerd worden! Ik voel wel, nu deze brief voor een groot deel op het voorjaarstbema en ook gezien dien schrikkeldag op het „zij"»thema geborduurd is, dat ik min of meer verplicht ben ook wat over de ok- mende voorjaars-mode te zeggen. Temeer waar onze diverse groote modehuizen reeds druk doende zijn met het kwistig rondzenden van hun invitaties voor de lente modeshows. Moet ik een vrouwelijk collega gelooven die van deze dingen haar specialiteit maakt en die ik, nood gedrongen, hier even tehulp roep, dan gaan wij een tijd tegemoet dat er een keer komt in de, tot nu toe nog altijd overheerschende tenden in de vrouwen mode naar het jongensachtige of manne lijke. De keer zal natuurlijk geleidelik en met de noodige, vrouwelijke tact gaan. Het jongenskopje, de mannelijke jasjes en ^moking-jas, etc. ze zullen nog wel niet ineens verdwijnen, maar in de modemagazijnen vertoonen zich tooh de onmiskenbare teekenen, dat de beroemde leuze „vrouw moet vrouw blijven", weer meer opgang gaat maken. Zoo heeft o. a. de voile weer heel bescheidenlijk haar intrede in de modewereld gedaan. „En waar voiles en kant verschijnen", zegt mijn vrouwelijke collega, „als het sublieme teeken der vrouwelijkheid, mogen wij voorspellen, dat de Jongensmode den lang- sten tijd geleefd heeft". Welke voorspel ling natuurlijk alleen voor haar rekening komt. Ik houd me er buiten. Er komt dit tot slot en omdat lk U beloofde het te berichten geen aparte Dienst voor de Stadsuitbreiding en Stads ontwikkeling, maar wél, zooals B. en W. in tegenstelling met den heer Wibaut wilden, een aparte afdeeling van P. \y. voor deze zaken. De beslissing is gevallen aan het theeoretisch bespiegelen is een eind gemaakt. Mi n kan aan het werk gaan. Dat is de hoofdzaak en... verheugend TIJDSCHRIFTEN, WEEKBLADEN enz. Verschenen bij C. Morka Czn. te Dortrecht het Februari-nummer van Morks Magazijn. Albert Hohn's teekening geeft de donkere verkiesingswolken, waarvoor Frankrijk, Duitschland en Engeland, gauw in huis vluchten. Oannegietor geeft een karakter- scheta van Albert Heijn en diens groot winkelbedrijf; niet portretten van Albert Heijn, zijn zoons en schoonzoon en vele andere foto's. Dim Couvee geeft een vlotte schet8:Htt Spaansohe papier, tewijl Elie More het slot schrijft van «De Witte Vos». Van M. Stljns vinden we een artikeltje over der. Vlaumsohen schilder «Delaunois», vooral een schilder van kerk-interieurs O. K. Kesler, terwijl Peerke den. Belg eenige gevoelige «Kleurgedichtjes» iu zondt, In «Populaire wetenschap» wordt de toekomst van het Amerikaansche Karak ter besproken. Rolland van Ruijve bespreekt weer eenige nieuwe tooneelstukken. Dan vinden we nog het 2e bedrijf van «De Spion van den Prins». En in Boeken tafel wordt o.a. besproken Zurkel en Blauwe Lavendel van F. V. Toussaint v. üoelaere en een Propagandaboekje voor de Xlde Olympiade te Amsterdam. PLUIMVEETEELT. BROEDMACHINE 07 BRQEDSCHE KIP? Da auto haait het paard verdrongen, fis Een aboane, de heer H. Brouwer, Brakke- veldweg 9i, alhier, schrijft ona, dat hij een witte Leghorn heeft (afstammeling van een W. L. Am. type met een productie van 324 eieren ln 363 dagen) die dezer dagen in den tijd van een week zei eieren legde, 'waarvan een met een gewicht van 106 gram, een van 92 gram en 4 stuks tuaschen de 70 en So gram. Deze voordeellge "kip legt gemiddeld 6 eieren per week met een gewicht van pl.m. 74 gram per el Het gaat met de liefde als met een boot. Wie de eerste verruimt, moet mat de tweede genoegen nemen. vliegmachine de trekschuit en de itoomboot en zoo heeft de broedmachine de plaats van da broedhen ingenomen. Dat èn de broedmachine èn het kippetje een succes zijn geweest be hoeft geen betoog, maar om een hen voor weken op te sluiten, om twaalf kuikens voort te brengen en dan nog een paar maanden tijd 1 te verliezen om de kuikens groot te maken, is onnoodig tijdverlies. Hoeveel eieren had deze hen niet kunnen leggen gedurende den broed- en opfoktijd? de extra-eieren zullen de onkosten der machine ruimschoots betaald hebben, want als het broedtijd is en we willen een behoorlijk kwantum kuikens hebben, dan hebben we soms 6 i io hennen gelijk gezet. Wij leven nu in de dagen van Kunstmatig broeden, als men er tenminste op een minder of meerder mate op groote schaal voor in gaat. Heeft men een vertrouwbare broedmachine, dan kan men het beste verwachten, ....als de eieren maar goed zijn. En een kuiken, gezond geboren, is half gewonnen. Tijd is ook hier geld. Vroege kuikens kan men steeds verkrij gen sis men een broedmachine heeft; men be hoeft niet te wachten tot Mevrouw Kip be lieft te broeden. Vroege kuikens, vroeg eieren, voordeelig pluimvee. Maar nu een ander praatje. Kuikens laten uitbroeden ls geen kunst, mair als de kuikens uit de nauwe woning zijn gestapt, dan moet gij beginnen om te werken. Maar het is al gebeurd, dat alt da kuikens uitkwamen, men toen eerst begon te denken: waar zal ik het goedje huisvesten? Dat ls het paard echter achter den wagen spanr.en. Misère z»I het ge volg zijn. Daarom zeg ik liever, dat niet ieder een een kuiken tot leghhen of fokhaan kan opfokken. Het opfokken van kuikens verelscht studie en werk, Werk, omdat het kuiken veel vij anden heeft. Niet alleen moet de behuizing ge schikt zijn, maar wij moeten ook voor de noodige lucht en warmte zorgen. Werk bij dag en bij naeht en vooral des avonds laat moet gij uitvinden of alles voor den nacht wel oluls is. Ga met uw lantaarn naar de nacht hokken en zie of het ongedierte niet het beste bloed van uw kuiken* uitzuigt. Gij moet in voortdurenden oorlog zijn tegen alle schade lijk gebroed, dat iu da duisternis wandelt. Zijt gij gerust op dit punt, dan kunt gij gaan sla pen, maar gij moet weer vroeg op zijn, om te kijken, of misschien niet een of meer van uw kuiken» ln den slag zijn geweest. De nacht wa» lang; de temperatuur óf te drukkend óf onder normaal, gij leert; van avond zult gij andera doen, gij hebt de fout uitgevonden. Dit zal niet meer gebeuren. Een hospitaal voor kuikens is nog nooit een succes geweest. Gij kunt den raad opvolgen van bekwame kip- pendofcters. maar gewoonlijk is het beste mid del mear: maak dood! Fen kuiken dat ..ge dokterd" is, is nooit een prima leghan of een prima fokhaan geworden. En al woritt het dier ook groot, voor den foktoom ia het ongeschikt en ongewenseht. Een eerlijke handelaar zal u nooit een „gedokterde" hen of haan verkoo- pen. Dit zal zijn zaak afbreuk doen, al wordt het ook niet dadelijk uitgevonden. Dit is eigen bedrog de bedrieger bedrogen. Al» ge dagkuikens koopt, neemt dan vsn het beste bloed. Goedkoop ls duurkoop. Vraag niet aan den verkooper: „Wat ls uw minste orijs?" maar vraag: Stuur mij van uw besten toom. Hieronder zult gij aanstordv vnor ten hen of haan den priis terug krijgen van uw ra kuikens of nog meer: prijzen op de tentoon stellingen of de legwedstrijden. Volg de artikeltjes ln dit blad met aanwacht. En als gij er nog meer van wilt weten en naar een degelijk en toch ook goedkoop vakblad verlangt, dat voor alles practlsch ls en de ar tikeltjes met tal van foto's en teekeningen toe licht. dan kan lk u momenteel geen beter blad aanbeve'en dan „De Pluimveebode", hetwelk te Apeldoorn wordt uitgegeven en aleehts i.— per jaar kost, welk blad zich in zeer korten tijd een buitengewoon grooten lezers kring heeft verworven en dit inderdaad door zijn practisehen zin verdient. Deze raad ia nog de beate, welke ik u heb kunnen geven. Het el van ted en dat van 92 gram ligt ter bezichtiging ln de etalage van den winkel van den heer Boonen, Keizerstraat 88.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 7