UIT DE OUDE DOOS.
1 POPULAIRE RUBRIEK
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van ZATERDAG 10 MAART 1928.
Tob Nooit Hoekje.
320. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
de heilzame rem.
Wat een laaiïng van leven was er overal
merkbaar in de laatste dagen van Febru
ari, toen de zon zoo heerlijk straalde aan
vlekkeloos reinen hemel. Overal kon mon
den grooten drang in de natuur waar
nemen; de grond spleet op vele plaatsen
en hier en daar zag je een tipje van een
spruitsel van narcis en crocus als een
spichtig tongetje door de aardspleet
steken, alsof het ons wilde toonen, dat het
ons danig voor het lapje had gehouden nu
we het eigenlijk nog niet verwacht hadden.
De knoppen aan de boomen: je kon ze
zien zwellen en aan de vlierstruik kwam
zelfs al ontbolstering van den struikknop,
terwijl de rabarber zijn knobbelig hoofd
als een roode biljartbal boven den grond
schoof. Zelfs zag je dien knop al splijten
en als toegeklapte waaiers de bladen zich
scheiden van den hartknobbel.
Het was de geweldige drangstoot in de
natuur, die het sluimerend levenssprankje
weer aanporde tot een gloeiende vonk, die
nog maar weinig noodig had om uit te
slaan tot een felle vlam, welke hoog op
sloeg, doch kans liep meteen al zijn kracht
en al zijn energie uit te putten en dan te
verdooven.
En het was ook moeder natuur, die zei-
de: niet te overmoedig; verspil niet dade
lijk al je kracht en maak je eerst stevig
klaar voor de lange levensreis.
En zoo zette ze den heilzamen rem aan
en bracht de razende vaart tot staan, opdat
al dat oplaaiende leven zich niet in vollen
overmoed zou te pletter loopen.
Naast de stralende zon, die vroolijkheid
en blijheid bracht, gaf ze ook de kille
nachten, die het land overdekte met een
witte, fijngedonste sprei en bruggen en
steigers overstrooide met een fijn, teer-wit
poeder.
En het tongetje van narcis en crocus,
dat spottend boven den grond werd uitge
stoken, schrompelde ineen; de knoppen
aan de takken haalden het dek weer over
de ooren; de rabarberknobbel liet de toe-
geklapte waaiertjes onuitgespreid.
Te vroeg hadden ze willen starten voor
nog het eigenlijke start-schot was geval
len.
En de tijd die hen nu nog restte, gingen
ze benutten om' zich voortdurend fee-trai
nen en ze maakten zich krachtiger en ster
ker.
Het is als met den overmoed der jeugd.
Ook die heeft noodig den heilzamen rem
te voelen zoo nu en dan, opdat haar kracht
en energie niet aanstonds zal zijn opge
bruikt als ze komt te staan in het volle
leven. Eerst moet ze leeren den levens-ac
cumulator op te laden, langzaam en lang,
opdat ze later haar levensstroom langer en
intenser kan laten vloeien.
Het is er mee als met den kunstenaar,
wiens leven dieper én breeder wordt door
de slagen van den tegenspoed, doch die
door de loutering komt tot grooter ont
plooiing van zijn talent.
Dat is ook weer in herinnering ge
bracht bij het verscheiden van den kun
stenaar Toorop, wiens oeuvre dieper en in
niger werd naar mate hij den levensrem
krachtiger voelde drukken.
Het is als met ieder mensch, die door
ervaring en tegenslag gelouterd, zijn in
nerlijk zijn voelt verdiepen en zijn oordeel
breeder doet worden, zoodat hij het leven
beter aan kan en krachtiger telkens en
met nieuwe veerkracht bezield voort
schrijdt op den levensweg.
Zoo heeft ook de natuur even den rem
aangeschroefd, opdat de natuurkinderen
zich eerst krachten konden verzamelen,
die hen aanstonds klaar voor den levens
strijd deden zijn.
Want aanstonds zal daar strijken over al
wat leeft de zachte streeling en de warme
koestering en alles wat tot berstens toe ge
vuld is met levensenergie, zal de deui
opengooien en de ramen hoog opschuiven
en prangen naar buiten om heel de natuur
te vullen met geur en kleur en leven en
blijheid. En dan zal weer het wonder ge
schied zijn van de ontplooiing van den
scheppenden drang en alles zal zijn heer
lijkheid, terwijl een machtig orkest davert
door heel de schepping; het machtig or
kest, dat uitjubelt zijn vreugde en zijn
dankbaarheid.
interessante historische
avonturen van een
Standbeeld.
Durft niemand nog oranje dragen.
De Rotterdammers 'zijn altijd trotsch
geweedt op hun geleerden stadgenoot, den
wereldberoemden Erasmus. Geen wonder,
dat, toen ze in 1459 den later als Philips
ii zoo gehaten zoon van hun allerbesten
graaf van Holland, keizer Karei V, op vi
site kregen, Erasmus ook van de party
moest zijn. De geleerde was echter al dood.
Hij was in 1536 te Bazel overleden. Men
-een houten beeld, dat hem
voor moest stellen of de gelijkenis erg
sprekend was valt te betwijfelen, maar
dat doet er ook weinig toe, de bedoeling
was goed. Het beeld kreeg een blad in
de hand, een welkomstgroet aan den lie
ven Philip.
Toen het bezoek afgeloopen was, vond
men hét jammer, het beeld' weer op te rui
men. Ze hadden er zooveel zorg aan be
steed, en dus bleef het staan. Dit stand
beeld zal wel het eerste geweest zijn in
Nederland. Zoo'n houten beeld kon ech
ter niet al te best tegen weer en wind;
maar de Rotterdammers, nu eenmaal aan
hun standbeeld gewend, wilden Erasmus
behouden en het houten beeld werd' ver
vangen door een van arduinsteen. Dat
was in 1557. Vijftien jaar heeft die stee-
nen Erasmus het uitgehouden; in 1572
namen de Spaansche soldaten hem eens
DESIREE.
De mismaakte.
Zonder de minste belangstelling nam
hij den hoorn van de telefoon op.
„Hallo bent u daar?"
„Ja," zei hij. „Maar met wie spreek ik?"
„Met Desiree." Haar stem klonk zacht.
„u kent me niet. Goeden mididag."
Zij belde af en hij bleef nadenkend
staan met den hoorn in zijn hand.
„Desiree"Wat een vreemde naam.
Nog nooit had hij deze gehoord, behalve
in een boek of een tooneelstuk. Hij kende
heel wat Katharina's, Ethers Veronicas
en zelfs een Orangeade. Maar geen Desi-
réé.Werkelijk, een naam met een
aantrekkelyken kank.
Den volgenden dag belde zy hem weer
op. „Hallo", hoorde hij haar zeggen, bent
u daar?"
„Ja, maar met wie wilt u eigenlyk
spreken?"
„Met Dick Harding."
„Maar wie bent u dan toch?
„Desiree."
,Jk weet, dat het erg, erg onbeleefd
YRii mij is.maar.maar.ik kan.
„U kunt mij zich niet herinneren."
„Juist. Maar helptru dan even.Waar
heb ik u ontmoet?"
„Goeden middag."
..Dat is kras," zei hij, terwijl hij de tele
foon neerlegde. „Ze houdt mij voor den
msl99
Hij probeerde de gedachte aan haar
van zich af te zetten, maar de bijzondere
klank van haar stem bleef hem bij.
Toen ze den volgenden dag weer opbelde
smeekte bij haar: „Toe zeg me toch wie
u bent, juffrouw Desirée. Een man wordt
ean zooveel meisjes voorgesteld en dik
wijls verstaat hij de namen bij de kennis
making niet. Kent u mij eigenlijk goed?"
I „Hoe zie ik er dan uit?"
,J)onker en middelmatig groot. U loopt
altijd met gezwinden pas en hebt een
goed, vriendelijk gezicht."
„Ik bloos.
„O ,dat doet u vaak!"
„Ken ik u dan ook?"
„Neen!"
„Hoe komt het dan, dat u mij kent?"
,Ja het dan vreemd, dat ik een boek
met gedichten van u heb en dat daar
voorin uw portret staat? Buitendien zie
ik u dikwijls voorbijgaan."
Hij aarzelde even. „Desirée, ik wou
graag eens kennis met je maken."
„Waarom plaagt u mij dan zoo?"
,Jk plaag u niet ik wil alleen maar
met u spr.ken.
„Maar waarom dan toch als u mij
nooit zult zien?"
Hij meende haar adem vlugger te hoo-
ren gaan en heel zacht hoorde hij.
„Omdat ik van u houd!"
„Dan wil ik kennis met je maken," zei
hij kalm.
„Neen. Was ik een man en u het
meisje, dan zou ik u kunnen opbellen en,
hoe onconventioneel ook, zou u zeggen,
„romantisch is het zeker." Maar aange
zien u in dit geval de man bent en Ik het
meisje, zegt u: „Hoe brutaal", of min
stens „Hoe eigenaardig". En als u mij in
het eerste geval zoudt zeggen, dat u niet
van mij zoudt houden, zou ik weggaan.
Treurig, maar niet vernederd. Doch in dit
geval zou ik me schamen en me heel
klein voelen...."
,3ent u dan zoo zeker, dat ik niet van
u zou kunnen houden?"
„Ik ben niet mooi.... niet knap....
niet gezellig.
„Maar je stem, Desiréeje stem.
zeg je daar niets van? Die lijkt op een heel
vreemd meesleepend gezang. Zij fasci
neert mij. Ik moet je leeren kennen!"
„Zoo gaat het toch ook. Wij kunnen
steeds met elfeaar praten. Elke dag als je
wilt".
,<Daar wil ik voorloopig mee tevreden
zijn. Eiken dag om zes uur zal ik op je
wachten ....Is je weigering heusch on
herroepelijk?"
even onderhanden, trouwens behalve het
beeld moest de stad zelf het ook erg ont
gelden. Eerst werd' Erasmus met een ha
gelbui van kogels begroet en vervolgens
gooiden ze hem. in het water. Gelukkig
lieten zijn trouwe Rotterdammers hem
niet in den steek en zoodra de Spaansche
helden vertrokken waren, vischten ze
hem wéér op. Maar ach, wat zag hij eruit.
De kogels hadden hem deerlijk gehavend
en hoe ze hem ook schoonmaakten en op
poetsten, fraai was het beeld niet meer.
Geld was er ook niet voor een nieuw, dus
bleef Erasmus daar zoo opgekalefaterd
staan tot 1621. Nu was het wel een beetje
al te bar geworden en het stadsbestuur
bestelde in een royale bui, aan den be
roemden beeldhouwer Hendrik de Keijzer,
uit Amsterdam een derde beeld. De eer
ste Erasmus was van bout geweest, de
tweede van steen, de derde zou eindelijk
van metaal worden.
Die metalen Erasmus werd ook al niet
met rust gelaten. Ditmaal waren het de
predikanten die er tegen te keer gingen.
Gelukkig alleen maar met woorden, maar
die waren lang niet malsch. De tegenpar
tij liet het er ook niet bij zitten en schold
terug, totdat de kerkelijke Synode van
Zuid-Holland zoo verstandig was aan dien
twist een einde te maken en er den ker-
keraad op wees, dat deze zich er niet ver
der mee te bemoeien had.
Dat dezen ze dan ook niet, maar in 1672,
juist honderd jaar nadat den steenen
Erasmus verdronken was, zag de stede
lijke regeering zich genoodzaakt, den me
talen Erasmus in veiligheid te brengen
en op te bergen. Hij werd van zijn voet
stuk gehaald eji voorloopig ergens onder
gebracht, anders zou hij wellicht weer te
water zjjn geraakt.
Vijf jaar later was hij weer present, op
een nieuw en prachtiger voetstuk op de
Groote Markt.
Nog eenmaal zou hij aan een gepot ge
vaar bloot staan. Napoleon bad' metaal
noodig voor zijn kanonnen en evenals nu
tydeij» den grooten wereldoorlog zoovele
Dmtsche kanonnen uit staal van stand-
b'fiden zijn gesmolten, moest ook Erns-
ma. 11 bijna aan geloovtii. Of nu de groo
te Keizer toch nog te veel eerbied had voor
d>* kurst en weteus:!i!ii>, of dat men he.t
met kostbaarder metaal dan Erasmus
verschaffen kon, tevreden stelde, is niet
bekend. Zeker is 't dat ean het standbeeld
van den grooten humanist de vernedering
bespaard bleef om in een vuurmond om
gesmolten te worden.
In de volgende woorden liet men hem
toen zijn vreugde uiten over het besluit
van den keizer:
Hier sta ik nog gelijk voor dezen
Aandachtig in mijn boek te lezen;
Maar had mij eens Napoleon
Zooals hij had gedreigd, gegoten tot
kanon,
Dan had ik hiertoe afgezonderd,
Hem zeker van zijn troon gedonderd.
Van tijd tot tijd heeft de metalen Eras
mus zich nog wel eens met de politiek be
moeid. Het beeld droeg in 1747 er. 48 en
ook in de woelige jaren van 1785 en 1795
de ondersoheidingsteekens van de party,
die de baas was. Een vryheidshoed moet
hy ook al op gehad hebben en in 1813 liet
men hem als volgt de gevoelens van het
volk vertolken:
Durft niemand nog oranje dragen.
Ik durf ndjn ouden kop wel wagen.
B.
HOE ZIET DE WERELD ER
TEGENWOORDIG UIT?
Daarom Is zo zoo duur!
Een flesch goede orampagne bevat het
sap van drie pond druiven.
Answora.
Zeker konteeken.
Wanneer een man oplettend luistert
naar hetgeen een vrouw zegt, is dit een
teeken dat zij niet getrouwd zyn.
The Scotsman.
Wat Iedereen kan!
Byna iedereen meent, dat er drie din
gen zyn, die hy heel goed kan doen: een
courant beheeren, een kachel oppoken en
een land regeeren.
Ons bloed.
Ons bloed wisselt van 36.5 tot 37.4 gr.
Celsius, is 's morgens het laagst, en des
avonds het hoogst.
Made In Germany.
Op de Londensohe tentoonstelling van
Britsche Industrieën werd de stand van
een der exposanten gesloten, daar zyn wa
ren Duitsch fabrikaat bleken te zyn.
Daily News.
Adam en Eva waren Amerikanen.
Een Amerikaansch nrofessor heeft aan
getoond dat de Hof van Eden in Ohio was
gelegen. Men kan er zioh op voorbereiden
dat een dezer dagen een Amerikaan zal
bewyzen, dat Engeland is ontdekt door
een inboorling der Vereenigde Staten.
London Opinlon.
Altijd weer hetzelfde.
Claude Manet's „Femme dans le Jar-
din" is aan het Louvre verkocht voor
200.000 francs. Het is een der belangrijkste
werken van de impressionistische school,
j Manet's werk werd eens geminacht. In
11; 175 was hy straatarm en blyde 10 of 20
vin zyn doeken te verkoopen voor 100
fi ancs per stuk.
Truth.
Woningnood leidt tot bigamie.
Een 55-jarige seinwachter te Le Mans
I w is onlangs in het huwelyk getreden met
oi n 75-jarige weduwe, die hem een kamer
ir haar woning had aangeboden op voor
warde, dat hy trouwde. De politie had
echter vernomen, dat zyn eerste vrouw
neg leefde en thans is hy wegens biga
mie tot twee jaren gevangenisstraf ver
oordeeld.
Journal.
Montenegro's export-artikelen.
Koning Nikolaas van Montenegro ver
stond de kunst zyn dochters goed uit te
huwelyken. Gevraagd wat Montenegro's
voornaamste export-artikel was, moet hy
eenmaal hebben gezegd: „Myn dochters"
Eene huwde met den koning van Italië,
eene met den tegenwoordigen koning van
Servië, en twee met Russische grootvor
sten.
Spektator.
Nederlandsch in Mekka.
En toen gebeurde er iets, wat eenig is
in de analen van de Hedjaz.... dat een
aankomende pelgrim van uit zyn soekdoef
tot een wandelaar in de straten van
Mekka roept: „Goeden morgenI"en
dat twee Mohammedanen in de Heilige
Stad zich aan elkander voorstellen en el
kaar hartelijk begroeten in.... de Neder-
landsehe taal.
Bgd. Abdoellah in de Tel.
„Ik wil niet gaarne een mooi ding, dat
ik pas gekregen heb, weer verliezen".
„Hoezoo?"
„Als u my een keer aanschouwd hebt,
zult u my nooit weer terug willen zien.
„Ik wou het toch wel eens probeeren.
Je naam, Desirée.
„Dat is niet myn werkeüjke naam, doch
ik koos dezen zelf. Om de beteekenis: „De
reikhalzende". En niemand die ooit naar
my gereikhalsd heeftToe praat met
mij en laat de telefoon den tooverstaf zyn,
die ons geestelyk tot elkaar brengt!
Laat ik ook eens in myn leven een wer-
keiyken liefdes-roman beleven en ais dan
in latere jaren een oude weduwnaar my
ten huwelyk vraagt, omdat ik een vermo
gen geërfd heb, kan ik hem weigeren, met
de waardigheid van een vrouw, die een
ideale liefde heeft moeten ontberen.
lederen dag belde ze hem op en telkens
weer trachtte hy haar over te halen om
elkaar te ontmoeten. Ze hielden beiden
van schilderyen en zeer dikwyls kwam
hun smaak overeen.
Drie dagen had ze hem niet opgebeld en
hy begon ongerust te worden. Hoe vaak
had hy, als de telefoon ging, vol verwach
ting den hoorn opgenomen om hem even
vaak weer teleurgesteld neer te leggen.
„Eindelijk 1" zei hy. met een zucht van
verlichting, toen hy den moeien klank van
haar stem weer hoorde.
„Wat was het eenzaam zonder je. Waar
om plaag je me toch zoo? O, de klank van
je stem.
„Ik zing ook".
„Wat is je lievelingslied?"
,And if thou wilt, remember, And lf
thou wilt, forget".
„Dat ken ik ook. De muziek Is van Tay-
lor. Maar wanneer we getrouwd zijn,
mag je dergelyke weemoedige liederen
niet meer zingen".
„Ik zal nooit trouwen. Zelfs myn moe
der fronst haar voorhoofd, als ze me ziet.
Zy kykt zoo min mogelijk naar me. Zy is
nooit met my op straat geweest. Ze is oen
schoonheid".
„Ik moet kennis met je maken'.
„Neen. Neen!"
Den volgenden dag hoorde hy op straat
een meisje met een mooie gtem tegen haar
hondje praten. Hy sprak haar aan. „Bent
u Disirée?"
Boos klonk de stem: Als u niet onmid-
deliyk weggaat roep ik een agent".
Hy wendde zich af. Desirée kon zoo
niet zyn.
Op een avond hoorde hy zingen. Een
vrouwenstem klonk door het open ven
ster: „And if thou wilt
Hy stormde de stoep op en schelde.
„Woont hier juffrouw Desirée?" vroeg hy
het meisje.
„Neen mynheer".
„Hier, dit is voor jou. Ga naar boven en
zeg aan de dame, die zingt dat er beneden
i iemand is, die Juffrouw Desirée wenscht
te spreken".
Het meisje kwam terug. „De Juffrouw
weet niet. wat u bedoelt".
Een diepe teleurstelling maakte zich
van hem meester. Drie avonden wachtte
hy tevergeefs op haar opbellen. Den vier-
dei. hooide hy eindelyk weer haar gelief
de stem.
„Je bent toch niet ziek geweest?"
„Neen, maar ik was bang.Hoe bent
u myn adres te weten gekomen?"
„Ik wist, dat hii het was. Wanneer mag
ik je eindelyk eens aanschouwen? Durf
je je niet aan my toe vertrouwen?"
„Neen".
„Wat heb je dan? Ben je blind?"
„Neen. maar vreeseHjk leeiyk".
„Ik ben biy, dat je niet mooi bent, want
ik zou niet graag een vrouw willen heb
ben, die op een afbeelding van een ciga-
ratte-plaatje ïykt".
,Als u my ziet, zult u zeggen" arme
stakkerd", en ik houd zooveel van u, dat
ik dat niet zou kunnen verdragen".
„Na onze gesprekken houd ik zooveel
van je, dat ik je niet meer eerst behoef te
zien en je nu reeds zegt: „Wordt myn
vrouw. Ik laat my nu ook niet langer af
wijzen. Morgen ben ik by je".
Hy hield' zyn adem in, terwyi hy op
haar antwoord wachtte.
„Nu dan, Tcom morgen. Ik beschouw al
't gezegde als niet gesproken".
„Hoe laat mag ik komen?"
„Om acht uur wacht Ik je".
„Ik zal de telefoon uitschakelen, roodat
Je me niet meer kunt bereiken.
GEESTDRIFT.
Geestdrift Is de menscheiyire eigen
schap, waardoor de mensoh zioh verheft
boven zyn gewone vermogens en eigen
schappen; waardoor hy zijn karakter ver
hoogt, zoodat elke trek ln kracht en om
vang toeneemt. Wie de daden der geest-
driftigen bestudeert, zal zien, dat daaraan
Iets ongewoons, iets bovenmatigs Is; het Is
alsof de mensch, die geestdriftig is alle
eigenschappen van een gewoon sterve-
ling in hoogere mate bezit In geestdrif
tig handelen zit het geheim van het tot
stand brengen van alle groote dingen. De
geestdrift, heeft eens een bekend opvoed
kundige gezegd, verheft boven het aard-
sche. Het is alsof de geestdriftige zich
twee blanke vleugels aanhecht, waarmee
hy zich verheft boven het aardsche stof.
Zyn geest schynt vervuld van èen verhe-
ven zending.
Daarom ook Is het zoo heerlyk ln tyden
van tegenspoed geestdrift te bezitten.
Want wie geestdrift heeft, dié zal door
zyn bewonderenswaardigen blik op het
hoogere de aardsche lasten niet zien en
hy zal nalaten te tobben over zyn ramp
spoed. Zoolang het vuur der geestdrift
nog laait in den mensch, zal niets hem
smarten, want hy gevoelt hoe de laaiende
brand in Hem op zeker oogenblik naar
buiten zal slaan, om al het koude te ont
vonken, dat zyn rampspoed uitmaakte.
Zonder geestdrift verflauwen moed en
kracht en de wil wordt zwakker om in dit
leven aan te pakken en te verbeteren, wat
verbeterd moet worden.
Geestdrift is het krijgsvuur in de har
ten der menschen, dat dient om op den
strijd tegen de neerdrukkende machten
der maatschappy te ontvonken. Houd dit
vuur brandend en gy zult ondervinden,
hoe spoedig de neerdrukkende machten
zullen wyken voor zyn gloed. Geen groot-
sohe daden zyn volbracht, of de schepper
ervan heeft zich gezengd aan den brand
der geestdrift en naarmate de daden
grootscher waren, naar die mate ook laai
de de geestdrift.
Dr. JOS. DE COCK.
Zoeker te H. Gy klaagt erover, dat
gy u nooit ergens rustig en op uw gemak
gevoelt en steeds zoekende zyt naar nieu
we émoties. Gy wilt dus dat de uiterlijke
omstandigheden u bevrediging brengen,
maar dat gaat niet. In uw innerlyk moet
gy een verandering teweeg brengen. Gy
moet leeren genieten van het heden. Ook
heeft het zyn nut, zoo af en toe eens te
kyken naar zyn minderen, want dat doet
eigen bezittingen in waarde stygen. Maak
uw leven wat eenvoudiger en zoek uw be
vrediging in uw werk. Door met meer lust
te arbeiden brengt gy uzelf moreel en fi
nancieel vooruit.
Ten Kate heeft gezegd:
Zalig die werken!
Hun bloeit de woestyn:
Arbeid doet wonderen,
Maakt water tot wyn.
Winkelier te H. Van Dr. de Cock zyn
verschenen „Beheerscht uzelf", „Tob
Nooit", „Doe Anders".
N. N. te H. Veel en velerlei kan de
oorzaak zyn van slapeloosheid. Wy kun
nen dat maar niet direct uit een enkel
schrijven opmaken. Slaapmiddelen zyn
natuurlijk in geen geval goed. Laat naar
bed gaan werkt evenmin gunstig, zooals
uzelf hebt ondervonden. Wy zouden u nu
raden, ga voor gy u ter ruste begeeft eerst
een wandeling maken, dat verfrischt uw
geest en brengt kalmte. Slaap verder met
open ramen en denk terwyl gy gaat slapen
Vol spanning volgde hy den volgenden
dag het dienstmeisje dat hem door de rui
me hal de breede trap opleidde en hem in
een donkere kamer binnenliet. Desirée
was vaag te onderscheiden. Ze zat in een
laag stoeltje. Haar handen lagen in haar
schoot, heeL wit en stil en fyn. Hy nam ze
op en zei: „Ik wist, dat je zulke handen
had het Hjken fyne witte bloemen.
Zy gaf geen antwoord, maar liet haar
hand in de zyne rusten.
„Zeg wat tegen me Desirée, laat me je
stem van dichtby hooren. Vertel me, wat
je verdriet doet.Aan je toekomstigen
man want dat ben ik kan je toch
alles zeggen? Zal ik het licht opsteken?
Mag ik?"
„ïk ben bang, niet voor jou maar voor
mezelf.Doch overtuig je.
Hy draaide het licht op en stond een
oogenblik verbaasd stil, toen hy haar
beeldschoon profiel zag.
„Waarom heb je me dit aangedaan en
me zoo misleid?" vroeg hy treurig.
„Ik heb je niet misleid".
„Jawel, want je bent mooi, heel mooi.
En dat weet je immers
Zonder een woord te zeggen draaide zy
haar gezicht om en hy zag, dat het van
den slaap tot de kaak verminkt was door
een bloedrood litteeken.
Na eenige seconden zwygen begon hy:
„Is dat alles?"
„Alles".
„Waarom heb je dan zoo overdreven?"
„Ik heb dit sinds myn geboorte het ls
niet te genezen.
„Waarom zei je, dat je leeiyk was".
„Iedereen, zelfs myn moeder laat me dat
voelen. De menschen wenden verschrikt
den blik af, als ze me aanzien.
„Voor mij ben je het liefste en mooiste
meisje, dat ik ooit ontmoette.
Hij trok haar naar zich toe en verborg
haar hoofdje in zyn armen. Hy wou haar
kussen. Instinctmatig keerde ze hem den
volmaakten kant van haar gelaat toe.
Maar hy nam haar hoofd tusschen zyn
handen en drukte met een gebaar van
groote teed'erhrid oen kus op haar arme,
verminkte wang.
B.
't Juttertje
Roblrison.
Ik durf mijn ouden kop wel wagen
„Ja, zeker."
Hij was verbaasd over de beslistheid
van haar antwoord. „Neen, neen, nooit
zult mij leeren kennen."