T TWEEDE EN LAATSTE BLAD. PLAATSELIJK NIEUWS Historische overleveringen van Nederlandsche plaatsen GEMENGD NIEUWS VAN DINSDAG 29 MEI 1928. Bij h©t te 'b Gravenhage gehouden Esperanto-examen slaagden onze plaats- Ëenooten mej. A. Raadsveld en de heer Tuinder, voor het diploma B (onder wijsbevoegdheid). Beide leerlingen van den heer O. Govers. LEGER DES HEIL& Mem verzoekt ons te willen melden, dat vanwege bovengenoemde organisatie een Bazar wordt gehouden van 5 tot en met 7 Juni a.s, welke zal dienen tot bestrijding der onkosten van de restauratie hunner vergaderzaal Concert, te geven door Helderts Fanfarecorps in de muziektent Julianapark, op Vrijdag 1 Juni, 's avonds 8 uur 80. Programma: HELDERS FANFARECORPS IN CONCOUR& Op het ooncours te Utrecht behaalde „Helders Fanfarecorps'* in den oonoert- wedstrijd met 104 punten den eersten prijs, in den marschwedstirijdi met 7(16 punten eveneens den eersten prijs. In den, des avonds gehouden eerewed strijd voor le prijswinmers behaalde de ver- eeniging 97 punten, welk resultaat haar waarschijnlijk een prijs in t vooruitzicht stelt. De jury bestond ullt de heeren N. A. Bouwman, J. B. v. d'. Glas, J. H. Oaro, W. Petri en Kuno ötierlin. Het is In hoofdzaak te danken aan den IJver en de bekwaamheid van zijn directeur, den heer Lugtenbuirg, dat het corps dit succes in Utreoht mocht boeken, al komt daar natuurlijk ook bij de groote ambitie van de leden, die de repetities trouw be zoeken. Wij ontvangen van „een muziekliefheb ber" nog een stukje, waarin deze zijn be wondering en waardeering uitspreekt voor de prestatie van het corps. ZOMERSCHE PINKSTERDAGEN. Rillend van kou hebben we de laatste weken van onze zoo veelbelovend aange vangen en zoo droevig verloopen Meimaand doorgeworsteld. Rondom den, voor het meerendeel uitgebluschten haard, hebben we saamgeschuiild, onze verkleumde handen gewarmd aan het kopje thee, dat bovendien in ons binnenste de ijsmassa trachtte te ontdooien, en verlangend gingen onze ge dachten uit naar gloeiend-heete erwtensoep met een kluif, naar stevige stamppot van boerenkool met flink vet ,en een stuk worst.Helaas! in plaats daarvan kregen we de litanieën van moeder de vrouw over de dure jonge groenten: bloemkooltjes voor een holle kies, man, van 60, 60 cent het stuk! Vijf krop andijvie en wat is dat nu voor Ven huishouding! van twaalf cent per stuk! Klaagde je hij' den leveran cier, dan luidde het onveranderlijke ant woord: de kou is de oorzaak van de duurte! En- zuchtend nam je maar weer boonen, ofschoon de kinderen er niet van atem, om dat 't zoo'n droge kost le! Dat was het leven binnenshuis. Ook. bui tenshuis was de boel in de war: weken en wekenlang stonden bloemen in knop, zonder tot uitbotten te komen, de vruebtboomen bloeiden, maar de bloesem waaide of regen de weg zonder dat de vrucht zich kon zet ten, De mooie zomerjaponnetjes, acht lagen al weken en weken klaar, dik onder de naphtalineballetjesi, in èen verborgen hoekje van de kast. Waarlijk, het was hopeloos, absoluut hopeloos! Was er al eens een beetje be hoorlijke dag, koud bleef het nog altijd, maar Je wa9 al biyi dat het dragelijk was dan werd' men door een nieuwe periode van extra-stevige kou weer herinnerd aan den Noordscheiï MeL, die zoo koud', zoo Ïuur, zoo naar is, die November kan zijn. ot we tenslotte met phlloaophische kalmte den toestand aanvaardden: het moet dan gaan zooals het gaat, we hóuden de winter- kleeren bil de hand. ,,'n Mooie boel", mopperde dezer dagen een winkelier, .„wollen goed wordt niet meer gekocht, want iedereen rekent op warmte, onze voorjaarsstoffen worden niet gekocht, want t is nog te koud, en als het nu straks warm begint te worden, 'komen de tmen- schen wagen wanneer we nu die voorjaars mode® opruimen. Zoo hebben wijl geen om zet. nu en geen verdienste straks". Zooals die winkelier mopperden we allen en wie ons voorspeld had, dat we nog vóór het einde dezer maand een lofli ed zouden kunnen aanheffen op den lang-verwachten zomer, dien hadden we ongeloovig aan. gezien. En voor talloos-vélen hebben dé bedde buitenge woon-tmooié Pinksterdagen veel zeer veel goed gemaakt. Was het weer Zon dag nog Ietwat onbetrouwbaar, zóó, dat je als Nederlander en gewend aan de klimato logische grillen, terdege de kat uit den 'boom moest kijken, 's Maandags, den Tweeden Pinksterdag straalde uit een wol- keioos-blauwen hemel onafgebroken de zon. En het was ongelooMijk zooal® die goedei trouwe zon weder het leven en vroolijlfchedd wekte. Al vroeg in den morgen waren de straten en speciaal de zeedijk, vol wande laars en fietsen, logé's troffen het, dat zij de zee op haar mooist zagen en overal was levendige dlruikte. 'De Zwemclub „Frissche morgenP had in letterlijken zin haar tenten reeds op den dijk opgeslagen^ en ook let terlijk genomen zal „Frissche morgen" een frisschen morgen hebben gehad: Want zwemmen is goed, maar dan in warm water, nietwaar? De Texelsche boot-voerde om half twaalf een groot aantal passagiers aan, en bij de Alkmaarsche bus werd' om een plaats ge vochten. Als er drie bussen voor Alkmaar beschikbaar waren geweest, had.' men er zes tekort gekomen. Ja, de chauffeur moest handtastelijk optreden tegen een wat te vrijpostige passagieres, die met alle geweld meewilde en daarvoor een partijt je worste len over had. 'In Alkmaar was de toevloed; van passa- giers,die met de bus terugwilden, zóó over stelpend!, dat ruim 160 menschen genood zaakt waren, wilden ze niet In Alkmaar blijven staan, van den trein gebruik te maken om weder thuis te komen. Naar wij vernemen, was het de bedoeling van de onderneming geweest den dienst reeds met de Pinksterdagen uit te breiden, maar do daarvoor benoodigde bussen1 waren niet tijdig gereedgekomen. Trouwens, bij zulk plotseling zomerweer Js schier geen enkel vervoermiddel in staat aan den aandrang te voldoen. 'Van Texel moesten Maandagavond de vele bezoekers, Helderschen zoowel als toe risten van elders, iin twee overvolle booten vervoerd worden», Met de Esona zijn eveneens velen' naar het fraaie Kennemerland vertrokken; de terugvarende boot van Maandagavond' was tjokvol. Per spoor zijn belangrijk veel meei* menschen binnengekomen dan vertrekken; in hoofdzaak met de treinen van 18118 en. 20.02 Zaterdag. Ook Zondagmorgen nog zijn zeer velen hier per trein gearriveerd. En de grootste trek was wel, al vroeg in den middag, naar ons groeiende bad plaatsje, Huisduinen. De voortreffelijke autobusregeilpg, die thans tot stand is ge komen, en die de laatste dagen, met dien zwaren regenval, vrijwel met leege bussen moest rijden, kon het nu op de drukke uren niet bolwerken: af en aan reden de bussen, pas hadden ze een lading badgasten afge leverd, of full speed ging het weer terug, een nieuwe bezending halen. Alle gelegen heden in Huisduinen waren in den namid dag vol; op „Dennenheuvel" kwam men handen tekort. De tennisbaan, de danszaal (want ondanks de tropische hitte werd er nog gedanst), de kindervermakelijkheden allee was in gebruik en buiten en binnen zat het, ónder de tonen van een gezellig strijkje, tjokvol. Op het badhuis boven was geen plaatsje meer te krijgen; voor zoover men er niet in slaagde op het terras al klimaatechiétenxï van het strandleven te ge nieten, was men onder de verandab gezeten, luisterend naar de uitstekende muziek, en verfrissohende lafenis met langzame teugen naar binnen werkendi Beneden, aan' het strand:, heerschte rexie de hoog-aomersche badplaats-conjunctuur. Weliswaar was er, daar het badseizoen zóó vroeg in het jaar nog niet geopend' is, geen gelegenheid tot baden, maar dit belette nie mand: nu reed® van de zomersohe genoegens te profifèeren. Alle beschikbare 'badstoelen waren in gebruik, de chooolade- en con- sumptieteiitjea opgeslagen, de vaders en moeders lagen Ini luchtig gewaad op het zand, en in de tallooze kuilen en kolkjes genoot het kleine goed met volle teugen van het aloude pootjebaden. En de bussen voerden steeds maar meer menschen aan, steeds maar meer. Ook te voet, per flets, per rijtuig, in particuliere auto's kwamen ze opzetten^ wie in het bezit was van een tont, had dile meegenomen en op het vrije strand opgeslagen.kortom, het was een zomensche dag van de eerste orde. DE WATERPUT TE HEILO. Er is een tijd geweest eeuwen gele den ongetwijfeld, maar wat beteekenen eeuwen eigenlijk tegenover den ouder dom der marde? dat geheel de duin rand die zich thans in dien eigenaardl- gen bochtigen vorm langs de Noordzee uitstrekt, was bezet met bosschen, dichte, bijkans ondoordringbare bosschen, waar in beren, wolven, wilde stieren hulsden en de jacht voor de inwoners tot een niet ongevaarlijke ontspanning maakten. Het was in die dagen, dat het licht van den Christeltjken godsdienst nog niet over het volk van de lage landen aan Maas en Waal en Rijn was opgegaan; dat dit nog leefde In zijn geloof aan de oude heiligen, die evengroot in aantal als veeleischend in off ra waren! Het is van deze vroege eeuwen, dat figuren dagteekenen als Bo- nifacius en Willebrord, de belde Christen- nrpdikers die historisch vden grootsten naam achter zich gelaten hebben, doch v«m wie we In 't algemeen slechts weten, dat de een te Dokkum door de vertoorn de Friezen werd ter dood gebracht, en dat de andere de waterput te Heilo ont dekte als oen wonder, dat hjj toonde op een oogenblik, dat men aan het geloof van zijn Christus scheen te twijfelen. Het zag er in die dagen wel anders uit ln den Alkmaarderhout dan thans. Uiter aard, geen goed onderhouden paden, ge lijk wij die nu kennen, maar ook geen kerken, noch ln Alkmaar, noch ln de buurtschappen. En toch, zóó groot was de roep, die er van Willebrord uitging, dat uit den omtrek duizenden en nog eens duizenden naar hem kwamen luisteren om te hooren wat hij over het nieuwe ge loof te vertellen had. Willebrord was ln 657 geboren ln Nort- humberland. Reeds op zeventien-jarigen leeftijd werd hij door zijn ouders in het klooster van het nabijgelegen Rijpon ge bracht en genoot er zijn opvoeding onder den abt Wildfried, die reeds onder de Friezen het evangelie had gepredikt. La ter, op zijn reizen naar Iersche klooaters, Ook dé Donkere Duinen aan den Stroo- weg en de uitspanning „Duinoord" moch ten zich in een druk bezoek verheugen, vooral den tweedén Pinksterdag, toen een vroolijk zonnetje doorbrak en zich den ge- heelen dag deed' gevoelen. Velen werdén hierdoor dan ook uit dé stad naar buiten gelokt, en niet alleen uit onze woonstad', neen, ook van elders waren velen naar hier gekomen. Met dergelijke dagen kan men gelukkig meer en meer oonstateeren^ dat er meer menschen in die stad kamen, dan dat er uit De heer Klop van /Duinoord" had voor een gezellig, vroorijk strijkje gezorgd, d:at vele hoorders en ook danslustigen 'trok. Anderen vertoefden liever in de natuur zelve en snjj: hadden hiertoe ruimschoots ge legenheid:, in dé Donkere Duinen en in de meer stille uitgestrekte Duinen langs den Strooweg. De Donkere Duinen worden de moeite van het bezoeken meer en meer waard. Of schoon nog wel' eendgszins primitief, kan men in alles flinke vooruitgang bespeuren. Er zijn op sommige plaatsen reed's dennen van meer dan' manshoogte, waarlangs het een aardige wandeling ie naar het vijvertje met de goudkarpers, hetgeen mettertijd wel' hét centrum van een druk bezoek zal worden. En kan dat ook anders? De zee, het prachtige strand!, wellicht een van het mooiste van HoUand's zeekust, uitgestrekte afwisselende duinen, mettertijd begroeid, zullen niet nalaten meer en meer menschen van buiten te trekken. Het publiek begint zich van betere zdjlde te laten zien en houdt zhch gelukkig stipt aan de bepalingen, zoodat de beplantingen door niéts in hun groei belemmerd' worden. Bij het vijvertje heeft men gelegenheid te over om uit te rusten en eenlgen tijd te verpoozen, wat velen ook deden. Dwars door de Duiinen wandelden de meesten ver der naar het strandi en Huisduinen, waar men terug langs den zeedijk een aangename wandeltocht had. En> den ganschen langen dag door bleef hét stralend! mooi' weer. Wél dreigde een oogenbiik eenige verandering, een windje stak op en wolken verduisterden even ae zon, maar dleze ging ndet van ons heen zon der nog voor de laatste maal onze zee, ons strand, ons landschap in den gulden gloed van haar schijn te hebben gezet. Zoo hebben deze Pinksterdagen, althans de Tweede, aan velen genoegens, voordeel en aangename herinneringen gebracht en deen zij ln ons weer den meed herleven, dat hét toch eenmaal zomer wordt. De drukte elders. Dat ook elders in het land de mooie Pinksterdagen vertier brachten^ laat zich denken. Zaterdagmiddag waren op alle stations op de hoofdlijnen dhizenden menschen op gesteld om op eiken binnenkomenden trein een waren stormaanval te verrichten. Voor-,, midden- en natreinen waren tot aan den nok en ln het bagagenet} e toe gevuld. Bij de groote steden,, zooals Rotterdam b.v„ stonden en lagen honderden menschen op de wei zich te koesteren in het zonnetje. Langs de bewaakte overwegen stonden lange ïiles van auto's en op de plassen en vaarten langs de spoorbaan' zag men menig rank zeilbootje met zijn witte vleugels de eerste schuchtere pogingen op het water vlak verrichten. Aan het Oentraal Station te Amsterdam heerschte een geweldige drukte. Bij' de in gangen stonden twee politie-agenten gepos teerd, die wanhopige pogingen deden het loop-verkeer der voetgangers in ordelijke banen te leiden: En 'toen Zondagmorgen de zon doorbrak, ontstond uit de hoofdstad een geweldige uittocht; stations van trein en tram en dé afvaartsteigers der booten vertoonden het gewone beeld van zonnige feestdagen; en vele duizenden zijn naar bosch of duiin' in de omgeving van Amsterdam getrokken. Natuurlijk ontbraken ook de op zulke Pink sterdagen behoorende „pinksterblommen" niet: mannen en vrouwen ini feestelijk op getuigde auto's, met de daarbij behoorende toeters en andere blaasinstrumenten, kar den al vroeg door de nieuwe wijken naar buiten. Alle stadsparken waren weldra dicht bevolkt, op de banken geen plaats meer te krijgen. Fotografen en straatfilmers deden goede zaken, evenals Ijiscomannen, bananen-, ohooolade-i, balonnen- en zuurtjes- verkoopers. Tot laat in den avond bleef het in de binnenstad', in en voor de oafé's druk. Vooral viel hier het groot aantal vreemde lingen op, dat Amsterdam thans herbergt; veelal hoorde men uitslulitendi vreemde ta len spreken. Schevenlngen heeft ook tijdens de Pink sterdagen haar fleurigste kleed aangetrok ken; honderden hébben van het mooie weer genoten en op sommige uren was het er zeer druk. Hoewel de caflé's allerminst reden tot klagen hebben gehad, was het niet leerde hij den beroemden abt Egbert den Heilige kennen en woonde diens lessen sij. Op zijn dertigste jaar werd hij tot miester gewijd, en het hart brandde hem n de borst om erop uit te trekken ten einde de kracht van het evangelie te ver- condigen, waar deze nog niet bekend was. Was het te verwonderen, dat hy, die van zijn leermeester Wildfried zooveel van de Friezen en hun ruwen godsdienst had vernomen, zich opmaakte om juist daar heen te gaan. De oogst zou groot zijn, termeer, wijl de arbeiders er nog weini gen waren. Vergezeld van slechts een tiental volgelingen trok hij naar het hei- densche land, onbewust van de ontvangst, die hem daar zou wachten. Hij heeft er eindelooze beproevingen ondervonden van vermoeienis en angst, van lijden en nood, van lichamelijke ontbering en gevaar voor den dood, gevaren, die zeker in geen mindere mate door de tegenwoordige zendelingen worden gedragen. Hij reisde langs den Rijn naar Utrecht; vervoegde zich bij Pepyn, den machtigen hofmeier van den Franschen koning. Hij deed er het voorstel om het heidensche deel der bevolking het evangelie te prediken, want zoo gevoelde het de politieke zin van dit overvol. Het officieels badseizoen is na tuurlijk nog niet geopend!, maar toch was er reeds gelegenheid tot het nemen van een bad gegeven. Het water was Zaterdag evenwel nog koud'. Tweeden' Pinksterdag werden er 400 baden genomen. Rotterdam heeft geprofiteerd van de ge legenheid, dtot aldaar de Nijverheidsten- toonstehingi (Nenyto) is geopend, en vele dulizmiden Rotterdammers hebben daaraan een Bezoek gebracht. Maar ook hier gaven verreweg de meiesten er de "voorkeur aan dé stad te verlaten; en reeds vroeg in den morgen van Tweeden Pinksterdag begon de uittocht. Het vliegveld1 Waalhaven heeft wat het aantal bezoekers en passagiers voor rondvluchten betrof, een 'recordvlucht ge maakt; Zondag waren er 5000 bezoekers en werden Ii30 pleiziervluchiten gemaakt. Maandag was het aantal 'bezoekers ongeveer 10.000, den geheelen dag werden met twee toestellen passagiexsvluchten gemaakt. On geveer 400 bezoekers hebben aldus een bezoek boven hun stad gemaakt. De groote bussen konden de drukte voor Schevenln gen, Den Haag of Waalhaven, niet ver werken; op het station der Electrische was dé toevloed: van passagiers groot. Ook in Bergen en Heilo was de drukte 'tijdens de Pinksterdagen groot. Het spreekt vanzelf, dat hier vele Helderschen waren, die met de overvolle bussen of de Esona een dagje van boschlucht kwamen profi- teeren. HET DORUS RIJKERSFONDS. De gift uit Uruguay. Te Den Haag Is Zaterdagmiddag met eenige plechtigheid de gift van f 1274 van de Tweede Kamer van Uruguay aan het Dorus Rijkersfonds, als erkenning van dankbaarheid naar aanleiding van het optreden der Nederlandsche redders bij de ramp der »Mafalda« aangeboden. De gezant van Uruguay, de heer En- rique Buero, die te Brussel i9 gevestigd, was hiervoor met mevr. Buero naar Den Haag overgekomen. De ministers van Buitenlandsche Zaken en van Waterstaat waren vertegenwoordigd door de heeren mr. dr. Rendorp, directeur van het Pro tocol en gep. luit. ter zee le kl. J. M. de Ronde, laatstgenoemde tevens namens den hoofdinspecteur voor de scheepvaart. Mede waren aanwezig de consul-gene raal van Uruguay de heer Speelman.de eere-voorzitter van het Dorus Rijkers- fonds, de heer W. Houwing, burgemees ter van Den Helder, het hoofdbestuur van het fonds, de heer P. J. Kouter, voorzit ter van het Alg. Ned. Verbond en de leider van de Uruguaysche voetbaldele gatie, de heer Felix Pollerie. De heer W. Houwing hield in de Fransche taal een toespraak, wearin hij de republiek Uruguay noemde een der meer en meer op den voorgrond tredende sta ten, die in Amerika de Latijnsche cul tuur hoog houden. Hij wees er op, dat het voor het Neder landsche team een eer is in het krijt te mogen treden tegen een elftal uit Uruguay, Gelet op de reputatie van dit elftal, zal het voor hen een zware wedstrijd worden. Dit neemt, aldus de burgemeester, niet weg, dat zij in de eerste plaats als tegen standers zullen hebben de vertegenwoor digers van een volk, dat op zoo sympa thieke wijze uiting weet te geven aan zijn waardeering. De burgemeester releveerde vervolgens, dat de gift verzameld is door de leden van de.Natio:le Vergadering van Uruguay als het wire met instemming van het geheele volk en bedoeld is als een bewijs van hoogachting aan de Neder landsche zeelieden, naar aanleiding van de assistentie door de bemanning van de »Alhena« verleend aan de schipbreu kelingen der »Principessa Mafalda*. Spr. verzocht den gezant, de tolk te willen zijn van groote erkentelijkheid aan de leden van de Volksvertegenwoordiging van zijn land. De heer Enrique Buero beantwoordde de toespraak eveneens in de Fransche taal. Spr. wees vooral op de beteekenis, die de daad der redders heeft gehad en hij verzekerde, dat Uruguay groote be wondering koestert voor Nederland en zijn volk. 8pr. overhandigde daarna de jtift voor het Fonds. Een strijkje liet het volkslied van Uru guay en het Wilhelmus hooren. Daarna sprak mr. Rendorp nog een kort woord tot den gezant, wien hij den dank van Nederland overbracht, waarop de heer Buero dankte voor de waardige ontvangst. Laat een tyran zich toch nooit verbeet den dat hij boven zijn omgeving staat. Een hoogstaand mensch tyranniseert niet! hof, het Christendom was een band om de vijandig gezinde volken met de Fran ken te verbroederen. Pepyn steunde en raadde; van diens aanbevelingen voor zien trok hij naar Rome tot den Paus, die den onvermoeiden zendeling met zijn apostolischen zegen deed terugkeeren. Hij vestigde zich te Utrecht, en van daar uit trok hij geheel het land door. Hij was de eerste Aartsbisschop der Friezen, en hij werd tot deze waardigheid op nauwelijks veertig-jarigen leeftijd benoemd. Eens, van een reis naar Rome teruggekeerd, ontving hij het bericht, dat in Mesland een geweldige storm had gewoed, met donder en bliksem, en deze storm had vele der gewijde wouden zoo goed als ver nield. Was hier niet voor het volk, dat ge loofde aan zijn goden, een teeken te zien, dat het met de macht van Wodan en de zijnen, zoo deze al bestaan hadden, ten einde liep? Het is Willebrord geweest, die tot aan den voet van den troon van koning Rad boud is doorgedrongen. Hij heeft hem in het gemoed getroffen, maar kon hem van zijn heidensche dwalingen niet bekeeren. Willebrord zette door; hij trok naar Friesland; hij ging naar Denemarken en Binnenland. EEN GOED BEGIN.... De koopman P. uit de Ammanstraat al hier had den 16-jarigen J. L. in dienst genomen. Den eersten dag vervaischte de jongen een ontvangstbewijs, waardoor hij 40 cent wederrechtelijk ontving. Den tweeden dag stal hij uit het magazijn een pak veters. Den derden dag heeft hij een bedrag van 46 verduisterd, welk bedrag hy voor zyn patroon by klanten moest gaan innen. Thans is hy ontslagen. HU ia aangehouden en opgesloten. DOOR ZIJN HOND AANGEVALLEN. De heer Vermeulen uit Alkmaar, die Vrijdagnamiddag in het Heiioërbosch liep te wandelen met zjjn hond, wilde het dier, dat ongezeggelijk was en steeds weg liep, daarvoor afstraffen. Het dier was daarvan eohter niet gediend en viel zyn baas aan, waarop een gevecht ontstond tusschen beiden. Op het hulpgeroep van V. kwamen tenslotte een paar werklieden toeloopen, die het woedende dier verjoe gen. De heer V. was in het geveoht, dat wel een half uur had geduurd, deeriyk toegetakeld en bloedde uit verschillende wonden, terwyi bovendien zyn kleeren versoheurd waren. De man werd in het Elizabethziekenhuis verbonden. De hond rende naar huis, waar hy met bloed be spat aankwam. Toen de heer V. in zyn woning teruggekeerd was, gaf hU op dracht den hond af te maken. ONDEUGDELIJKE WORST. Zondagmiddag is het gezin van den agent van politie T., wonende in de Paul Krugerstraat, te Rotterdam, welk gezin uit man, vrouw en vier kinderen van resp. 11, 8, 7 én 4 jaar, bestaat, na het eten van roomys en leverworst onwel geworden. Op advies van den huisdokter is het gezin per auto van den G. G. D. naar het zieken huis aan den Coolsingel gebracht, waar het ter verpleging is opgenomen. Hoewel de toestand van de patiënten ernstig is, bestaat er geen reden tot ongerustheid. Later is gebleken, dat de verscttijnselen welke zich voorgedaan hebben naar alle waarschijniykheid aan de leverworst zijn te wijten geweest. Er zyn n.1. meer men schen die van het ys gegeten hebben en die geen nadeeligu gevolgen hebben onder vonden. De worst waarvan de leden van het gezin hebben gegeten is by een slager in de buurt in beslag genomen. DE 14.000 UIT HET VONDELPARK. Na 30 jaar eigenaar. In de maand September van het vorige jaar vond een huisknecht, in dienst in de P. O. Hooftstraat in een Vondelpark paadje een pakje, waarin 14000 gld. aan bankpapier. De geschiedenis van dit geval hebben wy uitvoerig verhaaldde vinder bracht zyn vondst naar de politie en de eigenaar van het geld was en bleef zoek en is dit tot op dit oogenblik ge bleven. „Het Volk" herinnert aan deze zaak en bericht, dat de politie het geld by een solide instelling heeft belegd; dat de vinder drie jaren nadat het geld gevon den is het in bezit kan nemen en dat hij pas na 60 jaren, de verjaringstermyn in dergeiyke gevallen, volkomen eigenaar is geworden. Dit laatste is naar het Hbl. verneemt niet geheel en al juist. De stadsadvocaat heeft dit geval behandeld, hij heeft een rapport uitgebracht en daarin wordt verklaard, dat na 80 jaren de Tinder eigenaar la. Ernstig auto-ongeluk te Oegstgeest. Drie gewonden, waarvan twee ernstig. Op den Leldschenstraatweg te Oegst geest, juist tegenover het krankzinnigen gesticht Endegeest, is gistermiddag te ongeveer 2 uur een ernstig ongeluk ge beurd. De 27-jarige M. Auwerbaan, direc teur-secretaris van het Tusschinsky theater, wonende Amstel 82 te Amsterdam, kwam in gezelschap van de 81-jarige juffrouw M. van Amerongen en de 22-jarige juffrouw S. Blitz, eveneens uit Amsterdam, met een vierpersoons Renault auto uit de richting Den Haag, op de terugreia naar Amsterdam, toen hij de bocht van den straatweg zonder eenige noodzaak daartoe te veel naar rechts nam, waar door de auto die een vaart van 60 K.M. had tegen een boom langs den weg op reed. Het voorste gedeelte van de auto werd geheel vernield terwyi de heer Auwerbaan, die aan het stuur zat, tus- later naar Zeeland en Vlaanderen, van waar hy over Brabant naar Sticht terug keerde. Zelfs in het Luxemburgsche was hy werkzaam, en het convent van Epter- nach heeft hy gesticht. In 789, op 82- jarigen leeftyd, heeft hij te Utrecht het moede hoofd ter ruste gelegd; een werke lijk vroom en onvervaard dienaar des Heeren, die voor de verbreiding van het geloof in het toen bijkans geheel heiden sche Nederland veel, ontzagiyk veel heeft gedaan. Laat Hofdyk, die de jongen en de ouden onder ons zoo menigmaal in de ta- fereelen der geschiedenis heeft rondge voerd, ons eens vertellen hoe het toeging by zyn predikingen. Betreedt gy het too- neel in de nabyheid van Alkmaar, dan ziet gy, dat de voornaamste hunner is een kloeke, krachtige man van viiftigjarlgen leeftyd, die een langen witlinnen alba draagt door een langen linnen gordel op gebonden, met een korteren stool daar over en den purperen schouderkraag of pallium, belde grootendeels weer bedekt door de korte, scharlakenroode zyden tu niek, met gouden kwasten, alles bedekt door een grooten, violetkleurigen mantel, die hem van de schouderen plooit Ook 1. „Leve Helder1» Fanllre Corps", Marsch, Th. C. Lugtenberg. 2. „Antigone", Ouverture, Fem. Rosscau. 3- Cortege Nuptual, Grand Marsch, G. Godefroy 4. Le Rocher Fantöme, Ouverture, Fr. Popy. 5. Les Frisson9, Scènes de Ballet, G. Gadenna. 6. Avec Aplomb, Marsch, R. Volstead.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 5