T
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
PLAATSELIJK NIEUWS
Historische overleveringen van Nederlandsche plaatsen
GEMENGD NIEUWS
VAN DINSDAG 29 MEI 1928.
Bij h©t te 'b Gravenhage gehouden
Esperanto-examen slaagden onze plaats-
Ëenooten mej. A. Raadsveld en de heer
Tuinder, voor het diploma B (onder
wijsbevoegdheid). Beide leerlingen van
den heer O. Govers.
LEGER DES HEIL&
Mem verzoekt ons te willen melden, dat
vanwege bovengenoemde organisatie een
Bazar wordt gehouden van 5 tot en met 7
Juni a.s, welke zal dienen tot bestrijding
der onkosten van de restauratie hunner
vergaderzaal
Concert,
te geven door Helderts Fanfarecorps in de
muziektent Julianapark, op Vrijdag 1
Juni, 's avonds 8 uur 80.
Programma:
HELDERS FANFARECORPS IN
CONCOUR&
Op het ooncours te Utrecht behaalde
„Helders Fanfarecorps'* in den oonoert-
wedstrijd met 104 punten den eersten prijs,
in den marschwedstirijdi met 7(16 punten
eveneens den eersten prijs.
In den, des avonds gehouden eerewed
strijd voor le prijswinmers behaalde de ver-
eeniging 97 punten, welk resultaat haar
waarschijnlijk een prijs in t vooruitzicht
stelt.
De jury bestond ullt de heeren N. A.
Bouwman, J. B. v. d'. Glas, J. H. Oaro, W.
Petri en Kuno ötierlin.
Het is In hoofdzaak te danken aan den
IJver en de bekwaamheid van zijn directeur,
den heer Lugtenbuirg, dat het corps dit
succes in Utreoht mocht boeken, al komt
daar natuurlijk ook bij de groote ambitie
van de leden, die de repetities trouw be
zoeken.
Wij ontvangen van „een muziekliefheb
ber" nog een stukje, waarin deze zijn be
wondering en waardeering uitspreekt voor
de prestatie van het corps.
ZOMERSCHE PINKSTERDAGEN.
Rillend van kou hebben we de laatste
weken van onze zoo veelbelovend aange
vangen en zoo droevig verloopen Meimaand
doorgeworsteld. Rondom den, voor het
meerendeel uitgebluschten haard, hebben
we saamgeschuiild, onze verkleumde handen
gewarmd aan het kopje thee, dat bovendien
in ons binnenste de ijsmassa trachtte te
ontdooien, en verlangend gingen onze ge
dachten uit naar gloeiend-heete erwtensoep
met een kluif, naar stevige stamppot van
boerenkool met flink vet ,en een stuk
worst.Helaas! in plaats daarvan kregen
we de litanieën van moeder de vrouw over
de dure jonge groenten: bloemkooltjes voor
een holle kies, man, van 60, 60 cent het
stuk! Vijf krop andijvie en wat is dat
nu voor Ven huishouding! van twaalf
cent per stuk! Klaagde je hij' den leveran
cier, dan luidde het onveranderlijke ant
woord: de kou is de oorzaak van de duurte!
En- zuchtend nam je maar weer boonen,
ofschoon de kinderen er niet van atem, om
dat 't zoo'n droge kost le!
Dat was het leven binnenshuis. Ook. bui
tenshuis was de boel in de war: weken en
wekenlang stonden bloemen in knop, zonder
tot uitbotten te komen, de vruebtboomen
bloeiden, maar de bloesem waaide of regen
de weg zonder dat de vrucht zich kon zet
ten, De mooie zomerjaponnetjes, acht lagen
al weken en weken klaar, dik onder de
naphtalineballetjesi, in èen verborgen hoekje
van de kast.
Waarlijk, het was hopeloos, absoluut
hopeloos! Was er al eens een beetje be
hoorlijke dag, koud bleef het nog altijd,
maar Je wa9 al biyi dat het dragelijk was
dan werd' men door een nieuwe periode
van extra-stevige kou weer herinnerd aan
den Noordscheiï MeL, die zoo koud', zoo
Ïuur, zoo naar is, die November kan zijn.
ot we tenslotte met phlloaophische kalmte
den toestand aanvaardden: het moet dan
gaan zooals het gaat, we hóuden de winter-
kleeren bil de hand.
,,'n Mooie boel", mopperde dezer dagen
een winkelier, .„wollen goed wordt niet meer
gekocht, want iedereen rekent op warmte,
onze voorjaarsstoffen worden niet gekocht,
want t is nog te koud, en als het nu straks
warm begint te worden, 'komen de tmen-
schen wagen wanneer we nu die voorjaars
mode® opruimen. Zoo hebben wijl geen om
zet. nu en geen verdienste straks".
Zooals die winkelier mopperden we allen
en wie ons voorspeld had, dat we nog vóór
het einde dezer maand een lofli ed zouden
kunnen aanheffen op den lang-verwachten
zomer, dien hadden we ongeloovig aan.
gezien.
En voor talloos-vélen hebben dé bedde
buitenge woon-tmooié Pinksterdagen veel
zeer veel goed gemaakt. Was het weer Zon
dag nog Ietwat onbetrouwbaar, zóó, dat je
als Nederlander en gewend aan de klimato
logische grillen, terdege de kat uit den
'boom moest kijken, 's Maandags, den
Tweeden Pinksterdag straalde uit een wol-
keioos-blauwen hemel onafgebroken de zon.
En het was ongelooMijk zooal® die goedei
trouwe zon weder het leven en vroolijlfchedd
wekte. Al vroeg in den morgen waren de
straten en speciaal de zeedijk, vol wande
laars en fietsen, logé's troffen het, dat zij
de zee op haar mooist zagen en overal was
levendige dlruikte. 'De Zwemclub „Frissche
morgenP had in letterlijken zin haar tenten
reeds op den dijk opgeslagen^ en ook let
terlijk genomen zal „Frissche morgen" een
frisschen morgen hebben gehad: Want
zwemmen is goed, maar dan in warm water,
nietwaar?
De Texelsche boot-voerde om half twaalf
een groot aantal passagiers aan, en bij de
Alkmaarsche bus werd' om een plaats ge
vochten. Als er drie bussen voor Alkmaar
beschikbaar waren geweest, had.' men er
zes tekort gekomen. Ja, de chauffeur moest
handtastelijk optreden tegen een wat te
vrijpostige passagieres, die met alle geweld
meewilde en daarvoor een partijt je worste
len over had.
'In Alkmaar was de toevloed; van passa-
giers,die met de bus terugwilden, zóó over
stelpend!, dat ruim 160 menschen genood
zaakt waren, wilden ze niet In Alkmaar
blijven staan, van den trein gebruik te
maken om weder thuis te komen. Naar wij
vernemen, was het de bedoeling van de
onderneming geweest den dienst reeds met
de Pinksterdagen uit te breiden, maar do
daarvoor benoodigde bussen1 waren niet
tijdig gereedgekomen. Trouwens, bij zulk
plotseling zomerweer Js schier geen enkel
vervoermiddel in staat aan den aandrang te
voldoen.
'Van Texel moesten Maandagavond de
vele bezoekers, Helderschen zoowel als toe
risten van elders, iin twee overvolle booten
vervoerd worden»,
Met de Esona zijn eveneens velen' naar
het fraaie Kennemerland vertrokken; de
terugvarende boot van Maandagavond' was
tjokvol. Per spoor zijn belangrijk veel meei*
menschen binnengekomen dan vertrekken;
in hoofdzaak met de treinen van 18118 en.
20.02 Zaterdag. Ook Zondagmorgen nog
zijn zeer velen hier per trein gearriveerd.
En de grootste trek was wel, al vroeg
in den middag, naar ons groeiende bad
plaatsje, Huisduinen. De voortreffelijke
autobusregeilpg, die thans tot stand is ge
komen, en die de laatste dagen, met dien
zwaren regenval, vrijwel met leege bussen
moest rijden, kon het nu op de drukke uren
niet bolwerken: af en aan reden de bussen,
pas hadden ze een lading badgasten afge
leverd, of full speed ging het weer terug,
een nieuwe bezending halen. Alle gelegen
heden in Huisduinen waren in den namid
dag vol; op „Dennenheuvel" kwam men
handen tekort. De tennisbaan, de danszaal
(want ondanks de tropische hitte werd er
nog gedanst), de kindervermakelijkheden
allee was in gebruik en buiten en binnen
zat het, ónder de tonen van een gezellig
strijkje, tjokvol. Op het badhuis boven was
geen plaatsje meer te krijgen; voor zoover
men er niet in slaagde op het terras al
klimaatechiétenxï van het strandleven te ge
nieten, was men onder de verandab gezeten,
luisterend naar de uitstekende muziek, en
verfrissohende lafenis met langzame teugen
naar binnen werkendi
Beneden, aan' het strand:, heerschte rexie
de hoog-aomersche badplaats-conjunctuur.
Weliswaar was er, daar het badseizoen zóó
vroeg in het jaar nog niet geopend' is, geen
gelegenheid tot baden, maar dit belette nie
mand: nu reed® van de zomersohe genoegens
te profifèeren. Alle beschikbare 'badstoelen
waren in gebruik, de chooolade- en con-
sumptieteiitjea opgeslagen, de vaders en
moeders lagen Ini luchtig gewaad op het
zand, en in de tallooze kuilen en kolkjes
genoot het kleine goed met volle teugen
van het aloude pootjebaden. En de bussen
voerden steeds maar meer menschen aan,
steeds maar meer. Ook te voet, per flets,
per rijtuig, in particuliere auto's kwamen
ze opzetten^ wie in het bezit was van een
tont, had dile meegenomen en op het vrije
strand opgeslagen.kortom, het was een
zomensche dag van de eerste orde.
DE WATERPUT TE HEILO.
Er is een tijd geweest eeuwen gele
den ongetwijfeld, maar wat beteekenen
eeuwen eigenlijk tegenover den ouder
dom der marde? dat geheel de duin
rand die zich thans in dien eigenaardl-
gen bochtigen vorm langs de Noordzee
uitstrekt, was bezet met bosschen, dichte,
bijkans ondoordringbare bosschen, waar
in beren, wolven, wilde stieren hulsden
en de jacht voor de inwoners tot een niet
ongevaarlijke ontspanning maakten. Het
was in die dagen, dat het licht van den
Christeltjken godsdienst nog niet over het
volk van de lage landen aan Maas en
Waal en Rijn was opgegaan; dat dit nog
leefde In zijn geloof aan de oude heiligen,
die evengroot in aantal als veeleischend in
off ra waren! Het is van deze vroege
eeuwen, dat figuren dagteekenen als Bo-
nifacius en Willebrord, de belde Christen-
nrpdikers die historisch vden grootsten
naam achter zich gelaten hebben, doch
v«m wie we In 't algemeen slechts weten,
dat de een te Dokkum door de vertoorn
de Friezen werd ter dood gebracht, en
dat de andere de waterput te Heilo ont
dekte als oen wonder, dat hjj toonde op
een oogenblik, dat men aan het geloof
van zijn Christus scheen te twijfelen.
Het zag er in die dagen wel anders uit
ln den Alkmaarderhout dan thans. Uiter
aard, geen goed onderhouden paden, ge
lijk wij die nu kennen, maar ook geen
kerken, noch ln Alkmaar, noch ln de
buurtschappen. En toch, zóó groot was de
roep, die er van Willebrord uitging, dat
uit den omtrek duizenden en nog eens
duizenden naar hem kwamen luisteren
om te hooren wat hij over het nieuwe ge
loof te vertellen had.
Willebrord was ln 657 geboren ln Nort-
humberland. Reeds op zeventien-jarigen
leeftijd werd hij door zijn ouders in het
klooster van het nabijgelegen Rijpon ge
bracht en genoot er zijn opvoeding onder
den abt Wildfried, die reeds onder de
Friezen het evangelie had gepredikt. La
ter, op zijn reizen naar Iersche klooaters,
Ook dé Donkere Duinen aan den Stroo-
weg en de uitspanning „Duinoord" moch
ten zich in een druk bezoek verheugen,
vooral den tweedén Pinksterdag, toen een
vroolijk zonnetje doorbrak en zich den ge-
heelen dag deed' gevoelen. Velen werdén
hierdoor dan ook uit dé stad naar buiten
gelokt, en niet alleen uit onze woonstad',
neen, ook van elders waren velen naar hier
gekomen.
Met dergelijke dagen kan men gelukkig
meer en meer oonstateeren^ dat er meer
menschen in die stad kamen, dan dat er uit
De heer Klop van /Duinoord" had voor
een gezellig, vroorijk strijkje gezorgd, d:at
vele hoorders en ook danslustigen 'trok.
Anderen vertoefden liever in de natuur
zelve en snjj: hadden hiertoe ruimschoots ge
legenheid:, in dé Donkere Duinen en in de
meer stille uitgestrekte Duinen langs den
Strooweg.
De Donkere Duinen worden de moeite
van het bezoeken meer en meer waard. Of
schoon nog wel' eendgszins primitief, kan
men in alles flinke vooruitgang bespeuren.
Er zijn op sommige plaatsen reed's dennen
van meer dan' manshoogte, waarlangs het
een aardige wandeling ie naar het vijvertje
met de goudkarpers, hetgeen mettertijd
wel' hét centrum van een druk bezoek zal
worden.
En kan dat ook anders?
De zee, het prachtige strand!, wellicht een
van het mooiste van HoUand's zeekust,
uitgestrekte afwisselende duinen, mettertijd
begroeid, zullen niet nalaten meer en meer
menschen van buiten te trekken.
Het publiek begint zich van betere zdjlde
te laten zien en houdt zhch gelukkig stipt
aan de bepalingen, zoodat de beplantingen
door niéts in hun groei belemmerd' worden.
Bij het vijvertje heeft men gelegenheid
te over om uit te rusten en eenlgen tijd te
verpoozen, wat velen ook deden. Dwars
door de Duiinen wandelden de meesten ver
der naar het strandi en Huisduinen, waar
men terug langs den zeedijk een aangename
wandeltocht had.
En> den ganschen langen dag door bleef
hét stralend! mooi' weer. Wél dreigde een
oogenbiik eenige verandering, een windje
stak op en wolken verduisterden even ae
zon, maar dleze ging ndet van ons heen zon
der nog voor de laatste maal onze zee, ons
strand, ons landschap in den gulden gloed
van haar schijn te hebben gezet.
Zoo hebben deze Pinksterdagen, althans
de Tweede, aan velen genoegens, voordeel
en aangename herinneringen gebracht en
deen zij ln ons weer den meed herleven, dat
hét toch eenmaal zomer wordt.
De drukte elders.
Dat ook elders in het land de mooie
Pinksterdagen vertier brachten^ laat zich
denken.
Zaterdagmiddag waren op alle stations
op de hoofdlijnen dhizenden menschen op
gesteld om op eiken binnenkomenden trein
een waren stormaanval te verrichten.
Voor-,, midden- en natreinen waren tot aan
den nok en ln het bagagenet} e toe gevuld.
Bij de groote steden,, zooals Rotterdam b.v„
stonden en lagen honderden menschen op
de wei zich te koesteren in het zonnetje.
Langs de bewaakte overwegen stonden
lange ïiles van auto's en op de plassen en
vaarten langs de spoorbaan' zag men menig
rank zeilbootje met zijn witte vleugels de
eerste schuchtere pogingen op het water
vlak verrichten.
Aan het Oentraal Station te Amsterdam
heerschte een geweldige drukte. Bij' de in
gangen stonden twee politie-agenten gepos
teerd, die wanhopige pogingen deden het
loop-verkeer der voetgangers in ordelijke
banen te leiden:
En 'toen Zondagmorgen de zon doorbrak,
ontstond uit de hoofdstad een geweldige
uittocht; stations van trein en tram en dé
afvaartsteigers der booten vertoonden het
gewone beeld van zonnige feestdagen; en
vele duizenden zijn naar bosch of duiin' in
de omgeving van Amsterdam getrokken.
Natuurlijk ontbraken ook de op zulke Pink
sterdagen behoorende „pinksterblommen"
niet: mannen en vrouwen ini feestelijk op
getuigde auto's, met de daarbij behoorende
toeters en andere blaasinstrumenten, kar
den al vroeg door de nieuwe wijken naar
buiten. Alle stadsparken waren weldra
dicht bevolkt, op de banken geen plaats
meer te krijgen. Fotografen en straatfilmers
deden goede zaken, evenals Ijiscomannen,
bananen-, ohooolade-i, balonnen- en zuurtjes-
verkoopers. Tot laat in den avond bleef het
in de binnenstad', in en voor de oafé's druk.
Vooral viel hier het groot aantal vreemde
lingen op, dat Amsterdam thans herbergt;
veelal hoorde men uitslulitendi vreemde ta
len spreken.
Schevenlngen heeft ook tijdens de Pink
sterdagen haar fleurigste kleed aangetrok
ken; honderden hébben van het mooie weer
genoten en op sommige uren was het er
zeer druk. Hoewel de caflé's allerminst
reden tot klagen hebben gehad, was het niet
leerde hij den beroemden abt Egbert den
Heilige kennen en woonde diens lessen
sij. Op zijn dertigste jaar werd hij tot
miester gewijd, en het hart brandde hem
n de borst om erop uit te trekken ten
einde de kracht van het evangelie te ver-
condigen, waar deze nog niet bekend was.
Was het te verwonderen, dat hy, die van
zijn leermeester Wildfried zooveel van de
Friezen en hun ruwen godsdienst had
vernomen, zich opmaakte om juist daar
heen te gaan. De oogst zou groot zijn,
termeer, wijl de arbeiders er nog weini
gen waren. Vergezeld van slechts een
tiental volgelingen trok hij naar het hei-
densche land, onbewust van de ontvangst,
die hem daar zou wachten. Hij heeft er
eindelooze beproevingen ondervonden van
vermoeienis en angst, van lijden en nood,
van lichamelijke ontbering en gevaar
voor den dood, gevaren, die zeker in
geen mindere mate door de tegenwoordige
zendelingen worden gedragen. Hij reisde
langs den Rijn naar Utrecht; vervoegde
zich bij Pepyn, den machtigen hofmeier
van den Franschen koning. Hij deed er
het voorstel om het heidensche deel der
bevolking het evangelie te prediken, want
zoo gevoelde het de politieke zin van dit
overvol. Het officieels badseizoen is na
tuurlijk nog niet geopend!, maar toch was
er reeds gelegenheid tot het nemen van
een bad gegeven. Het water was Zaterdag
evenwel nog koud'. Tweeden' Pinksterdag
werden er 400 baden genomen.
Rotterdam heeft geprofiteerd van de ge
legenheid, dtot aldaar de Nijverheidsten-
toonstehingi (Nenyto) is geopend, en vele
dulizmiden Rotterdammers hebben daaraan
een Bezoek gebracht. Maar ook hier gaven
verreweg de meiesten er de "voorkeur aan
dé stad te verlaten; en reeds vroeg in den
morgen van Tweeden Pinksterdag begon
de uittocht. Het vliegveld1 Waalhaven heeft
wat het aantal bezoekers en passagiers voor
rondvluchten betrof, een 'recordvlucht ge
maakt; Zondag waren er 5000 bezoekers
en werden Ii30 pleiziervluchiten gemaakt.
Maandag was het aantal 'bezoekers ongeveer
10.000, den geheelen dag werden met twee
toestellen passagiexsvluchten gemaakt. On
geveer 400 bezoekers hebben aldus een
bezoek boven hun stad gemaakt. De groote
bussen konden de drukte voor Schevenln
gen, Den Haag of Waalhaven, niet ver
werken; op het station der Electrische was
dé toevloed: van passagiers groot.
Ook in Bergen en Heilo was de drukte
'tijdens de Pinksterdagen groot. Het spreekt
vanzelf, dat hier vele Helderschen waren,
die met de overvolle bussen of de Esona
een dagje van boschlucht kwamen profi-
teeren.
HET DORUS RIJKERSFONDS.
De gift uit Uruguay.
Te Den Haag Is Zaterdagmiddag met
eenige plechtigheid de gift van f 1274
van de Tweede Kamer van Uruguay aan
het Dorus Rijkersfonds, als erkenning
van dankbaarheid naar aanleiding van
het optreden der Nederlandsche redders
bij de ramp der »Mafalda« aangeboden.
De gezant van Uruguay, de heer En-
rique Buero, die te Brussel i9 gevestigd,
was hiervoor met mevr. Buero naar Den
Haag overgekomen. De ministers van
Buitenlandsche Zaken en van Waterstaat
waren vertegenwoordigd door de heeren
mr. dr. Rendorp, directeur van het Pro
tocol en gep. luit. ter zee le kl. J. M. de
Ronde, laatstgenoemde tevens namens
den hoofdinspecteur voor de scheepvaart.
Mede waren aanwezig de consul-gene
raal van Uruguay de heer Speelman.de
eere-voorzitter van het Dorus Rijkers-
fonds, de heer W. Houwing, burgemees
ter van Den Helder, het hoofdbestuur van
het fonds, de heer P. J. Kouter, voorzit
ter van het Alg. Ned. Verbond en de
leider van de Uruguaysche voetbaldele
gatie, de heer Felix Pollerie.
De heer W. Houwing hield in de
Fransche taal een toespraak, wearin hij de
republiek Uruguay noemde een der meer
en meer op den voorgrond tredende sta
ten, die in Amerika de Latijnsche cul
tuur hoog houden.
Hij wees er op, dat het voor het Neder
landsche team een eer is in het krijt te
mogen treden tegen een elftal uit Uruguay,
Gelet op de reputatie van dit elftal, zal
het voor hen een zware wedstrijd worden.
Dit neemt, aldus de burgemeester, niet
weg, dat zij in de eerste plaats als tegen
standers zullen hebben de vertegenwoor
digers van een volk, dat op zoo sympa
thieke wijze uiting weet te geven aan
zijn waardeering.
De burgemeester releveerde vervolgens,
dat de gift verzameld is door de leden van
de.Natio:le Vergadering van Uruguay
als het wire met instemming van het
geheele volk en bedoeld is als een
bewijs van hoogachting aan de Neder
landsche zeelieden, naar aanleiding van
de assistentie door de bemanning van
de »Alhena« verleend aan de schipbreu
kelingen der »Principessa Mafalda*.
Spr. verzocht den gezant, de tolk te
willen zijn van groote erkentelijkheid aan
de leden van de Volksvertegenwoordiging
van zijn land.
De heer Enrique Buero beantwoordde
de toespraak eveneens in de Fransche
taal. Spr. wees vooral op de beteekenis,
die de daad der redders heeft gehad en
hij verzekerde, dat Uruguay groote be
wondering koestert voor Nederland en
zijn volk. 8pr. overhandigde daarna de
jtift voor het Fonds.
Een strijkje liet het volkslied van Uru
guay en het Wilhelmus hooren.
Daarna sprak mr. Rendorp nog een
kort woord tot den gezant, wien hij den
dank van Nederland overbracht, waarop
de heer Buero dankte voor de waardige
ontvangst.
Laat een tyran zich toch nooit verbeet
den dat hij boven zijn omgeving staat.
Een hoogstaand mensch tyranniseert
niet!
hof, het Christendom was een band om
de vijandig gezinde volken met de Fran
ken te verbroederen. Pepyn steunde en
raadde; van diens aanbevelingen voor
zien trok hij naar Rome tot den Paus, die
den onvermoeiden zendeling met zijn
apostolischen zegen deed terugkeeren. Hij
vestigde zich te Utrecht, en van daar uit
trok hij geheel het land door. Hij was de
eerste Aartsbisschop der Friezen, en hij
werd tot deze waardigheid op nauwelijks
veertig-jarigen leeftijd benoemd. Eens,
van een reis naar Rome teruggekeerd,
ontving hij het bericht, dat in Mesland
een geweldige storm had gewoed, met
donder en bliksem, en deze storm had
vele der gewijde wouden zoo goed als ver
nield. Was hier niet voor het volk, dat ge
loofde aan zijn goden, een teeken te zien,
dat het met de macht van Wodan en de
zijnen, zoo deze al bestaan hadden, ten
einde liep?
Het is Willebrord geweest, die tot aan
den voet van den troon van koning Rad
boud is doorgedrongen. Hij heeft hem in
het gemoed getroffen, maar kon hem van
zijn heidensche dwalingen niet bekeeren.
Willebrord zette door; hij trok naar
Friesland; hij ging naar Denemarken en
Binnenland.
EEN GOED BEGIN....
De koopman P. uit de Ammanstraat al
hier had den 16-jarigen J. L. in dienst
genomen. Den eersten dag vervaischte de
jongen een ontvangstbewijs, waardoor hij
40 cent wederrechtelijk ontving. Den
tweeden dag stal hij uit het magazijn een
pak veters. Den derden dag heeft hij een
bedrag van 46 verduisterd, welk bedrag
hy voor zyn patroon by klanten moest
gaan innen. Thans is hy ontslagen. HU ia
aangehouden en opgesloten.
DOOR ZIJN HOND AANGEVALLEN.
De heer Vermeulen uit Alkmaar, die
Vrijdagnamiddag in het Heiioërbosch
liep te wandelen met zjjn hond, wilde het
dier, dat ongezeggelijk was en steeds weg
liep, daarvoor afstraffen. Het dier was
daarvan eohter niet gediend en viel zyn
baas aan, waarop een gevecht ontstond
tusschen beiden. Op het hulpgeroep van
V. kwamen tenslotte een paar werklieden
toeloopen, die het woedende dier verjoe
gen. De heer V. was in het geveoht, dat
wel een half uur had geduurd, deeriyk
toegetakeld en bloedde uit verschillende
wonden, terwyi bovendien zyn kleeren
versoheurd waren. De man werd in het
Elizabethziekenhuis verbonden. De hond
rende naar huis, waar hy met bloed be
spat aankwam. Toen de heer V. in zyn
woning teruggekeerd was, gaf hU op
dracht den hond af te maken.
ONDEUGDELIJKE WORST.
Zondagmiddag is het gezin van den
agent van politie T., wonende in de Paul
Krugerstraat, te Rotterdam, welk gezin
uit man, vrouw en vier kinderen van resp.
11, 8, 7 én 4 jaar, bestaat, na het eten
van roomys en leverworst onwel geworden.
Op advies van den huisdokter is het gezin
per auto van den G. G. D. naar het zieken
huis aan den Coolsingel gebracht, waar
het ter verpleging is opgenomen. Hoewel
de toestand van de patiënten ernstig is,
bestaat er geen reden tot ongerustheid.
Later is gebleken, dat de verscttijnselen
welke zich voorgedaan hebben naar alle
waarschijniykheid aan de leverworst zijn
te wijten geweest. Er zyn n.1. meer men
schen die van het ys gegeten hebben en
die geen nadeeligu gevolgen hebben onder
vonden. De worst waarvan de leden van
het gezin hebben gegeten is by een slager
in de buurt in beslag genomen.
DE 14.000 UIT HET VONDELPARK.
Na 30 jaar eigenaar.
In de maand September van het vorige
jaar vond een huisknecht, in dienst in
de P. O. Hooftstraat in een Vondelpark
paadje een pakje, waarin 14000 gld. aan
bankpapier. De geschiedenis van dit
geval hebben wy uitvoerig verhaaldde
vinder bracht zyn vondst naar de politie
en de eigenaar van het geld was en bleef
zoek en is dit tot op dit oogenblik ge
bleven.
„Het Volk" herinnert aan deze zaak
en bericht, dat de politie het geld by een
solide instelling heeft belegd; dat de
vinder drie jaren nadat het geld gevon
den is het in bezit kan nemen en dat hij
pas na 60 jaren, de verjaringstermyn in
dergeiyke gevallen, volkomen eigenaar
is geworden. Dit laatste is naar het Hbl.
verneemt niet geheel en al juist. De
stadsadvocaat heeft dit geval behandeld,
hij heeft een rapport uitgebracht en
daarin wordt verklaard, dat na 80 jaren
de Tinder eigenaar la.
Ernstig auto-ongeluk
te Oegstgeest.
Drie gewonden, waarvan twee
ernstig.
Op den Leldschenstraatweg te Oegst
geest, juist tegenover het krankzinnigen
gesticht Endegeest, is gistermiddag te
ongeveer 2 uur een ernstig ongeluk ge
beurd. De 27-jarige M. Auwerbaan, direc
teur-secretaris van het Tusschinsky
theater, wonende Amstel 82 te Amsterdam,
kwam in gezelschap van de 81-jarige
juffrouw M. van Amerongen en de 22-jarige
juffrouw S. Blitz, eveneens uit Amsterdam,
met een vierpersoons Renault auto uit
de richting Den Haag, op de terugreia
naar Amsterdam, toen hij de bocht van
den straatweg zonder eenige noodzaak
daartoe te veel naar rechts nam, waar
door de auto die een vaart van 60 K.M.
had tegen een boom langs den weg op
reed. Het voorste gedeelte van de auto
werd geheel vernield terwyi de heer
Auwerbaan, die aan het stuur zat, tus-
later naar Zeeland en Vlaanderen, van
waar hy over Brabant naar Sticht terug
keerde. Zelfs in het Luxemburgsche was
hy werkzaam, en het convent van Epter-
nach heeft hy gesticht. In 789, op 82-
jarigen leeftyd, heeft hij te Utrecht het
moede hoofd ter ruste gelegd; een werke
lijk vroom en onvervaard dienaar des
Heeren, die voor de verbreiding van het
geloof in het toen bijkans geheel heiden
sche Nederland veel, ontzagiyk veel heeft
gedaan.
Laat Hofdyk, die de jongen en de
ouden onder ons zoo menigmaal in de ta-
fereelen der geschiedenis heeft rondge
voerd, ons eens vertellen hoe het toeging
by zyn predikingen. Betreedt gy het too-
neel in de nabyheid van Alkmaar, dan
ziet gy, dat de voornaamste hunner is een
kloeke, krachtige man van viiftigjarlgen
leeftyd, die een langen witlinnen alba
draagt door een langen linnen gordel op
gebonden, met een korteren stool daar
over en den purperen schouderkraag of
pallium, belde grootendeels weer bedekt
door de korte, scharlakenroode zyden tu
niek, met gouden kwasten, alles bedekt
door een grooten, violetkleurigen mantel,
die hem van de schouderen plooit Ook
1. „Leve Helder1» Fanllre Corps", Marsch,
Th. C. Lugtenberg.
2. „Antigone", Ouverture, Fem. Rosscau.
3- Cortege Nuptual, Grand Marsch, G. Godefroy
4. Le Rocher Fantöme, Ouverture, Fr. Popy.
5. Les Frisson9, Scènes de Ballet, G. Gadenna.
6. Avec Aplomb, Marsch, R. Volstead.