UIT DE OUDE DOOS.
UIT DE WIJDE WERELD
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
mm
van ZATERDAG 9 JUNI 1928.
DE LEGENDE VAN DEN VENU8-
BERG.
Wagner's Tannhfiuser. De
Grot der Slbylle.
De zanger of minstreel Tannhfiuser te
midden van den wellust en de genietingen
van den Venusberg verlangt eindelijk te
rug naar het leven op aarde. Hij ontwor
stelt zich aan de verleidende woorden van
Venusen.... op aarde teruggekeerd,
sluit hij zich aan bij een groep pelgrims.
De zangers, voor een wedstrijd naar den
Wartburg geroepen door den, landgraaf
van Thuringen, vinden hem in gebed ver
zonken. Zij nemen hem in hun kring op.
De zangwedstrijd begint, het onderwerp
is de liefde.
DE BEZIENSWAARDIGHEID.
DE Kua
Groet, liefdedaad en contract'
zegel.
B.
HOE ZIET DE WERELD ER
TEGENWOORDIG UIT?
Nederlandsch Spoorwegwoordenboek.
Dorado voor den wandelaar.
Het Goudland.
Lectuur op een koopje.
Snel recht
Voordeellge belegging.
De waarde van nederigheid.
Troost voor scheidsrechters.
Onze klassebewuste conducteurs.
Zoolang de voorraad strekt.
Turksch feminisme.
Daarom Is bet vleescb zoo duur!
Tob Nooit Hoekje.
PERSOONLIJKHEID.
Wanneer twee menschen hetzelfde
werk verrichten, dan doen zij niet het
zelfde werk. Het is bekend, dat ieder
mensch in zijn werk Iets van zichzelf legt
hoe eenvoudig het werk, dat hij verricht
ook moge zijn. Ieder mensch toch heeft
iels in zich, waardoor hij zich onder-
scheldt van zijn soortgenooten en dat
zich te eenigertdjd uiten moet en wil on
danks de persoon zelf. Dit eigenaardige
in den mensch is rfjn zuiverste wezen,
zijn kern-wezen, zijn ik-heid en deze
treedt naar voren uit zijn handelingen,
die door ik-heid haar eigenaardige trek
ken krijgen, zoodat do mensch iets eigens,
iets persoonlijks laat zien: z'n persoon
lijkheid. Ieder mensch bezit persoonlijk
heid, maar niet ieder mensch is een per-
stoonlijkheid. Onder een persoonlijkheid
verstaan wij iemand, die door zijn gedra
gingen eerbied afdwingt van zijn mede-
mensohen, d.w.z. een mensch wiens per
soonlijke eigenaardigheden zoo sterk
spreken en daarboven van zulk een vast
heid zijn, dat hij daar staat als oen on
veranderlijk, strak monument van on
wrikbaarheid in leven en in werken.
De aristocratische knecht.
't Juttertje
333. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
Wolfram van Eschenbach verheerlijkt
haar als een „wonderbron" vafï hoog, edel
genot, heilig voor de zinnelijkheid.
Tannhfiuser bezingt haar daarentegen
als de bron van zinnelijke lust De ver
ontwaardiging breekt los. Tannhfiuser
verdedigt zich woedend en slingert den
„armzaligen, die nooit de liefde genoten
hebben", de woorden toe: „Zieht in den
Berg deB Venus eln". Nu is zijn geheim
verraden. Woedend wil men hem voor
zijn afschuwelijke daad te lijf. Alleen de
jonkvrouw Elisabeth, die bezorgd is voor
„zijn eeuwig heil" treedt voor hem op.
Eindelijk wordt besloten: Tannhfiuser zal
zich aansluiten bij de pelgrims, die op
trekken naar de eeuwige stad, om van
den Paus vergiffenis hunner zonden te
verkrijgen.
Op dien tocht legt hij zich de zwaarste
boetedoeningen op, maar toch, terwijl de
anderen de zoo vurig verlangde vergif
fenis verwerven, moet hij, omdat hij in
den Venusberg geweest is de woorden
hooren :„Als deze dorre staf zal groeien
en bloeien, zult gij de vergiffenis ver
krijgen." In wanhoop besluit de ongeluk
kige nu zich weer in de genietingen van
den Venusberg te werpen. Venus roept
den ontrouwe reeds het welkom toe. De
zangers trachten hem te weerhouden. Eli
sabeth is op dit oogenblik gestorven en
haar smeekbede redt hem.
Veel is er geschreven over de legende
die ten grondslag ligt aan dit werk van
Wagner, waarin hij den zangwedstrijd
omstreeks 1800 op den Wartburg gehou
den met den hoofdinhoud van een be
roemd volkslied, en andere overeenkom
stige verhalen heeft samengevlochten.
Niet onwaarschijnlijk is de meening van
Gaston Paris, dat de legende van den
Venusberg dezelfde is als die van de
MontiSibeliini of Sibellynsche berg,
ten Oosten van Rome. De Sibellynsohe
berg zou dan dezelfde zijn als de Venus
berg. In een werk „Ola Salade", dat om
streeks 1440 uitkwam, geeft Antoine de
la Salie een nauwkeurige beschrijving.
Hij heeft vroeger dezen beng 2200 M.
hoog beklommen en vond op den top
den ingang van een grot, die men rug
waarts kruipende moet ingaan. Men komt
dan in een kamer van 4 meter hoogte, met
in den steen uitgehouden banken langs
de kanten. Hij heeft zijn naam en devies
in den wand gegrift naast vele ander*,
die nu echter verdwenen zijn.
Zijn beschrijving blijkt ook aan tegen
woordige bezoekers, op eenige verande
ringen na tengevolge van instortingen,
nog juist. Verder is Antoine de la Salie
niet doorgedrongen. Wel vertelt hij, dat
volgens de bewoners dezer streek in die
kamer de opening is van een zeer enge
gang, waarin men op zijn buik achteruit
schuivende, kon komen. Hij heeft twee
van de drie jongelieden gesproken, die
van mondvoorraad, touwen en lantaarns
voorzien, zich dieper gewaagd hadden.
Zij vertelden, dat verderop de gang zich
zóó verwijdde, dat men rechtop met zijn
drieën naast elkander kon loopen. Drie
mijlen verder hadden zij een scheur ge-
vondem waardoor zulk een vreemde en
geweldige wind blies, dat zjji niet verder
hadden gedurfd. De lui vertelden ook: In
vroegeren tijd was er een ridder gekomen
uit Duitschland, „waar de lui zeer reislus
tig zijn en steeds op zoek naar wonder
lijke dingen". Hij trad met zijn schild
knaap de grot van Sybille in, door een
gang, die zich weldra verbreedde, en toen
door een metalen deur tot een poort van
kristal. Weldra werd die geopend, men
deed hun rijke kleederen aan en geleidde
hen met muziek door kamers en zalen,
vol fraai gekleede hofdames en edelen,
naar de Koningin, die op een prachtigen
troon gezeten hun vriendelijk toesprak in
hun moedertaal, want de bewoners van
dit paleis spreken alle mogelijke talen.
Hij vernam uit haar mond, dat allen,
die hier zijn, in hun staat onveranderd
zullen blijven tot het einde der wereld.
„En wat zal er van hen en u worden
wanneer de wereld vergaat?" vroeg de
ridder. „Dan zullen wij worden wat voor
ons bepaald is. Tracht niet daar iets van
te weten te komen." Daarna maakte zij
hen bekend met de hier geldende regels:
„Hij kon acht dagen blijven en den ne
genden heengaan; anders moest hij wach
ten tot den dertigsten, en daarna tot den
driehonderdsten; als hij dan niet heen
ging, moest hij voorgoed daar blijven. Hij
moest, evenals zijn schildknaap, uit de
aanwezige dames, die nog zonder ridder
waren, er een kiezen. De ridder bleef na
den negenden dag, na den dertigsten, en
tot den driehonderdsten dag, want de
voortdurende genietingen waren zoo, dat
een dag slechts een uur scheen. Er was
echter een vlekje op deze zaligheid. lede
ren Vrijdag te middernacht verlieten de
dames haar bedgenoot en begaven zich
met de koningen in daarvoor bestemde
kamers, waar zij tot Zaterdag midder
nacht in de gedaante van adders en slan
gen verkeerden. Na dien dag waren zij
weer schooner dan ooit. Dit bracht den
ridder tot nadenken. Hij begon te den
ken dat hij in het paleis van den duivel
was en in een verschrikkelijke zonde
leefde. Op den driehonderdsten dag ging
hij heen met zijn schildknaap, die hem
met weerzin volgde. Hij ging den berg af,
recht door naar Rome om zijn zonde te
biechten. Maar de biechtvader verwees
hem voor deze afschuwelijke daad naar
den Paus, die zich wel voornam hem met
tertijd vergiffenis te schenken, maar, om
voor allen een voorbeeld te stellen, hem
nu toornig wegjoeg.
B.
Het Spook van Ridder Marco.
Op een dag, toen ik mij verveelde,
bladerde ik in een reisgids en mijn aan
dacht werd getrokken door de toelichting
die bij het dorpje Santa Marco werd ge
geven.
Er stond: „Santa Marco, een half uur
sporen van Granada, en bekend om zijn
spookhuis, de half-ruïne van het kasteel
Santa Marco. De tegenwoordige eipimar
Escamillo, hotelhouder, schenkt het
kasteel aan degenen, die er een nacht in
doorbrengt. Het kasteel is voor een peseta
van 12—4 uur te bezichtigen'*.
Ik was voor mijn studie in Granada en
daar mijn schetsen mij niet veel meer dan
mijn maal en een glas wijn opleverden,
besloot ik het kasteel met een nacht sla
pen te veroveren, en den buit dan weer te
verkoopen.
LEVENSGEVAARLIJK I
Wanneer je Zondags wandlen wilt
Zoo naar Huisduinen toe,
Dan denk je bij je zelf wel eens
Ben 'k soms het leven moe?
De auto's snorren je voorbij,
Zoo op het kantje af
Ze dringen je haast in de sloot,
't Is bij de beesten af.
Het stof dat dwarrelt om je heen,
Je'oogen stuiven dicht,
Ze gunnen je, beslist 't is waar,
Niet eens een vrij gezicht.
Wij leven vrij, wij leven blij,
Op Neêrlandsch dierb'ren grond,
Maar hier op den Huisduinerweg
Is 't vreeslijk ongezond.
Wanneer komt daar verand'ring in?
't Wordt wel een beetje tijd.
Wanneer worden de voetgangers
Van dezen last bevrijd?
Of moet 't zoo maar blijven gaan?
Dan gaat het zeker mis.
De put wordt dan weer pas gedempt,
A!» 't kalf verdonken i«.
JAN MENS.
Ik liet er geen gras over groeien en een
uur later trad ik het hotel of beter gezegd
de herberg van Escamillo binnen.
„Buenas dias Senor Escamillo", riep ik
den waard toe, die achter zijn vervelooze
toonbank een glas stond te drogen.
„Gegroet heer artist, mijn wUn is over
heerlijk".
„Ik kom het kasteel verdienen, ik ga
ei; vannacht slapen I"
De man begon te lachen en antwoord
de: „Ga je gang, maar je komt er nitet
levend van terug".
„t Kan me niets schelen, ik wil er sla
pen. Ik heb een geladen revolver bij me
en als ik die het spook onder den neus
houd, dan zal 't wel respect voor mij krij
gen Geef mij een glas wijn".
Hij bracht mjj het glas en kwam bij mij
zitten, begon op vertrouwelijken toon: „U
is jong en mooi, de senoras zullen u mis
sen en waarom uw jong leven voor een
gril te vernietigen
„Is 't er dan zóó gevaarlijk?"
„En wat, je moet weten dat de. voorou
ders van ridder Marco er spoken met
drie en dertig kleine duivels, die het ge-
heele kasteel gloeiend maken, zoodra er
's nachts iemand in is, die geen afstamme
ling van het geslacht van ridder Marco
Je moet weten, ridder Marco w«s een
De oude Israëlieten groetten hun vrien
den en bekenden met een kus op hand
hoofd of schouder, en de woorden: Scha
lom lecha (vrede zij u). Wilden zjj Iemand
bijzonder veel eerbied bewijzen, dan kus
ten zij hem ten voeten of drukten een kus
op den grond. Van de Joden ging de kus
als begroetingsmiddel over in de kerk der
Christenen. Voor het Avondmaal gaf men
elkaar oorspronkelijk „de kus des vre
des", terwijl men op Paschen zijn vrien
den met een kus begroette en plechtig ge
tuigde: „De Heer is waarlijk opgestaan!"
In de Grieksche Kerk moet deze ge
woonte nog voortleven. Bij den Roomsch
Katholieken eeredienst komt het kussen
ook nog voor. Zoo heeft meü daar den
zoogenaamden pantoffelkus, een kus uit
eerbied op het kruis, dat gestikt is in de
pantoffel van den Paus. Bij Bisschoppen
kust men alleen den ring aan den vinger,
Deze ring is gewoonlijk versierd met een
mooien edelsteen, die volgens sommigen
de kracht bezit onreine gedachten en be
geerteu te onderdrukken. Bij de verkie
zing van een nieuwen Paus heeft de eer
ste adoratie plaats: de Paus zit op den
zetel vóór het altaar en ontvangt de kar
dinalen. Dezen kussen knielend den Paus
en deze verheft zich daarna van zijn zetel
en geeft den kardinalen een vredeskus op
de wangen.
In het oude Rome vierde de kus hoog
tij. In den keizertijd echter werd een
groot misbruik van het kussen gemaakt
De Romeinsche zeden waren toen verre
van rein en onschuldig. Bij drinkgelagen
werden de vrouwelijke bedienden zoo
vaak achtereen gekust, als er letters wa
ren in den naam van den gastheer. Het
werd zoo erg met kussen, dat Augustus en
ook Tiberius zich genoodzaakt zagen, ver
ordeningen tegen het kussen in het leven
te roepen. Het werd den gehuwden ver
boden elkaar in tegenwoordigheid van
hun dochter te kussen. Ja, het geven van
een kus in het openbaar, onverschillig
aan wie, werd strafbaar gesteld. Een
dame, gehuwd of ongehuwd, die zich door
een vreemdeling liet kussen, verloor
naar het Romeinsche recht haar bruid
schat. Lang bleef echter de kus bij de
Romeinen de gewone groet. Zelfs een be
delaar mocht men niet ongekust voorbi,
laten gaan.
In de Middeleeuwen was een kus dik
wijls het symbool van de bekrachtiging
van een verdrag of van een belofte. Zoo
moest bij de aanvaarding van een leen
een vazal, den leenkus op het zwaard van
den leenheer drukken. Bij het afleggen
van een eed, was het gewoonte, het kruis
of de Evangeliën te kussen. Bij doctors
promoties bleef een vorm-kus nog lang
in gebruik. De handkus is in Italië een
teeken van vertrouwelijkheid tegenover
dames. De Russische dame daarentegen
iaat zich niet de hand kussen, maar het
voorhoofd. De arme Rus knielt voor een
hooggeplaatst persoon, vat zijn knie en
kust deze eerbiedig. Veel is er over den
kus en het kussen geschreven. Het be
kende: „Een kusje is maar stof. Wil je
het niet hebben, dan veeg je het maar
of," werd voorheen op een minder smake
lijke manier uitgedrukt als „den kus uit-
spouwen". Zoo leest men bij een ouden
dichter: „De mondt, die met geweld van
yemandt werdt gekust, die spouw de kus
maer uyt, zoo werd de schand geblust"
Naar Plato is een kusje meer een ver
menging van ziel dan van lichaam; want
zegt hij, daar geschiedt een zoete over
gang der levendigste geesten, van het
eene hart in het andera Dezelfde Plato
verzekert ons, dat eenige wakkere gees
ten liefde veroorzaken, die door de oogen
der beminde schietende, tot het hart des
minnaars inslippen. Socrates getuigde:
daar is geen beter middel om ons te doen
verlieven dan een kusje. Ja, hij beweerde
nog meer: Houdt u zeiven stil en zie maar
alleen, van ver iemand kussen; niettegen
staande de groote tusschenwijdte, zult gij
ietwat aangeblazen worden, dat u de her
senen zal doen omloopen en dol maken.
schuinsmarcheerder, die bij mijn voorou
ders altijd en altijd op de lat dronk, en
toen hij niet meer betalen kon, gaf hij het
kasteel in pandEn daar zijn Marco's
adellijke voorouders nu nog boos over.."
„Hoog interessant, maar ik wil een
kasteel hebbenEen nachtje slapen is
gemakkelijker dan den dikken ijzeren
ring van het Heidelberger Slot door te
bijtenIs er een slaapkamer?"
„Neen, je moet op den grond liggen..
Ben je getrouwd?"
N««n!"
,','Heb je een liefje?"
„Neen!"
Escamillo keek somber voor zich uit en
verzonk in gedachten. Met een geweldige
stemverheffing, waardoor hij verschrikt
opkeek, riep ik hem toe: „Haal den al-
calde, om een contract op te maken, daar
in moet vermeld worden, dat het kasteel
nadat ik er een nacht in vertoefd heb,
mijn eigendom isJe kan dien ouden
rommel weer van me terugkoopen.
„Dus u blijft bij uw besluit?"
„Ja".
Eensklaps helderde het gelaat van Es
camillo op. Het geleek of hij plotseling al
le angst en somberheid kwijt was en op
een luchtigen toon vroeg hij mty: „En
weten uwe vrienden van uw onderneming
af?"
Boemeltreinen stoppen aan de stations
sneltreinen er tusschen.
N. R. Ort
Servië importeerde in de laatste twaalf
maanden niet meer dan 100 automobielen.
Frankf. Zeitung.
Men beweert dat 4/6 deel van den
wereldvoorraad goud zich in de Vereenig-
de Staten bevindt.
Daily News.
De Mooren zijn als die meeste Hollan
ders; zij berusten in het duurder worden
van alles, behalve van de krant
Daily News.
Op de Fidzji-eilanden is een witte men-
schenstam ontdekt, die met smaak men-
schenvleesch, gekookt, gebraden of rauw
verorbert. De gevangen vijanden werden
steeds gebraden en opgegeten.
Tfigl. Korrespondenz.
Op een boerenboelgoed in de gemeente
Idaarderadeei (Fr.) werden ookhooi
wagens verkocht, die voor ruim 30 jaar
gekocht waren voor ruim 180. Ze brach
ten, na 30 jaar gebruikt te zijn, thans
ruim 400 op.
Standaard.
Niets, niemand te kennen, die in ons
een gevoel van nederigheid en kleinheid
doet opkomen en het verlangen, beter te
worden, dat is zeker de laatste tragedie,
die een zich ontwikkelende menschenziel
kan overkomen.
Times Education Supplement
Men lette er eens op hoe zelden de heet
hoofden, de warhoofden, de fanatieken,
de wereldstormers menschen zijn, die ge
regeld hun lichaam oefenen en waarde
hechten voor zich zeiven aan de sport,
als tegenhangster van geestelijke inspan
ning.
De Kampioen.
Men biedt den Haagschen tramconduc
teur een dubbeltje aan en hij stopt het in
een zeemleeren zakje, ongeveer van de
soort waardoor men bij ons de benzine
filtreert Dan maakt hij zich klaar om u
21/* cent terug te geven, met een spoed,
die een geboren lijntrekker zou doen
watertanden. Dan, om te toonen, dat je
zelf veel kwieker bent, en het heele zaakje
je tot aan den keel zit, grom je wat en
draal je hoofd af, wat beteekent: „Laat
maar zitten, conducteur."
De raad van volkscommissarissen te
Moskou heeft een besluit uitgevaardigd,
waarbij het aantal zaken, dat gratis te
verkrijgen zal zijn, nog aanzienlijk uitge
breid wordt Zoo zullen kosteloos worden:
telegrammen aan autoriteiten, telefoon,
waterleiding, electriciteit, in alle staats-
administraties en ondernemingen en even
eens voor degenen, die er aan verbonden
zijn; brandhout voor diezelfde catego
rieën alle levensmiddelen, die op kaarten
verstrekt worden; huren voor personeel
in staatsdienst Het aantal personen in
staatsdienst zal nog meer worden uitge
breid.
Krasnaja Gazeta.
Men behoeft slechts een paar uren te
Konstantinopel te zijn om te zien dat de
Moslem-vrouw een gansch andere plaats
heeft gekregen, in het leven, in de poli
tiek, en in de „monde". In Turkije is de
vrouw in geest en ziel het eenig moderne,
en het is mogelijk, dat het Turksche volk
daar zijn wedergeboorte aan zal hebben
te danken.
H. O. Wooda.
Vijftig jaar geleden schatte men het
aantal vleescheters in de geheele wereld
op 800 millioen, thans op 687 millioen.
Matin.
Ik gevoelde bij intuïtie, dat hij een ont
kennend antwoord verwachtte doch ik
stelde hem teleur en riep uit, terwijl ik
hem lachend aanzag: „Natuurlijk ik heb
het hen gezegd; als ik morgenmiddag in
Granada niet terug ben, dan kunnen ze
mijn stoffelijk omhulsel op de ruïne van
St. Marco vinden!"
De herbergier vloekte, stond op en liep
een paar maal het kleine vertrek op en
neer, terwijl hij zijn hoofd schudde ec
moöjptldo: „Zoo jong en zoo mooi en dan
to willen sterven, vermoord te worden
door spoken.
„Haal den aloalde".
„Senor, die is er niet, die is naar
Madrid".
„Nu 't begint me te vervelen. Jij schrijft
een verklaring dat de ruïne van mij is
als ik er een nacht doorbreng; tegen don
eer kom ik terug.... Voldoe je hier niet
aan mijn verzoek, dan geef ik er publi
citeit aan, en de vermaardheid van je
ruïne is naar de maan en er kijkt geen
kip meer naar om"
Ik stond op en vertrok, Escamillo in
groote vertwijfeling achterlatend.
De zon begon de kruinen der boomen
,e purperen en ik keerde naar de her-
terg terug, waar mij een vreemd schouw
spel trof. Er waren behalve de waard nog
zeven dorpsgenooten, die tegen elkaar
Toch is deze man gelijk aan uzelf; toch
is deze man slechts gradueel verschillend
van u in de trekken van zijn karakter,
die hij naar voren weet te brengen. Gij
bergt al die trekken in uzelf, maar gij
hebt ze nooit tot leven gewekt, doordat
gij de noodige aandacht voor uzelf hebt
gemist, terwijl een ander wel aandacht
schonk aan die trekken en ze ontplooide
en ontwikkelde om ze tot gelding te bren
gen voor de oogen der wereld. Het gaat
zeer vélen zoo: zij vergeten de schat
kamers van hun wezen te ontsluiten,
waardoor zij, die anders persoonlijkheden
hadden kunnen zijn, vervlakken tot on
benulligheden.
Dr. JOS. DE OOCK.
N. N. te H.
Gij zijt veel te bang van aard, denkt
bij alles, dat gij u belachelijk maakt. Dat
moet anders worden.
Met opgeheven hoofd moet gij de we
reld tegemoet treden, moedig en onver
vaard, gedragen door een sterk bewustzijn
van innerlijke kracht. Als gij deze
leus tot uw levensdevies maakt zal er
zeker een groote kracht van u uitgaan.
Wie met opgeheven hoofd in blijmoedig
heid door het leven gaat, verwerft zich
daardoor een kracht, die niet licht zal be
zwijken en die hem over heel wat strub
belingen zal heen helpen. Wilt gij wer
kelijk vooruit komen in de wereld dan
moet gij wat meer aandacht gaan beste
den aan de wijze, waarop gij de dingen
des levens tegemoet treedt. Gij behoeft
daarom niet trotsch of uit de hoogte te
worden, want dat zijn altijd symptomen
van innerlijke zwakte. De waarlijk sterke
mensch is niet zoo hoogvaardig, doch
weet in zijn' optreden een zekere waar
digheid te leggen, die vrij is van iedere
gemaaktheid en dan ook werkelijk impo
neert. Zoo iets wordt echter maar niet
zoo eensklaps verkregen. Het is de vrucht
van een gestadig werken aan den op
houw van het eigen innerlijk. Maar het
resultaat is de moeite en de inspanning,
die het vereischt, ten volle waard.
Verzonden brieven:
G. te H.; Mevr. X. te H. Eiectricien
te H.
Voor de lezers van ons blad geeft onze
psychologische medewerker Dr. Jos. de
Cock, van Merlenstraat 120, 's-Graven-
hage gratis zielkundige adviezen, o.m.
over de wflze waarop zij hun geest kun
nen verfrisschen en hun wilskracht en
energie kunnen versterken.
De vragen worden geregeld in dit blad
behandeld. Mochten de beantwoordingen
te uitvoerig worden dan direct schrifte
lijk aan de aanvragerB.
De eehtgenoote van een O.W.-er gaf
audiëntie aan een aspirant livreikneoht.
Deze had de beste getuigschriften en ver
wees mevrouw naar zijn vroegeren mees
ter, baron O.
Ik vraag negenhonderd gulden be
halve kost, livrei enz. zei de knecht.
Negenhonderd gulden? Je hadt toch
zeker zooveel niet bij baron C.? vroeg
mevrouw.
Dat is zoo, antwoordde de aspi
rant-livreiknecht bij hem genoot ik een
salaris van slechts zeshonderd gulden,
maarik was daar meer in mijn stand.
raasden en tierden en collectief weer
tegen Escamillo scholden, die een hou
ding had aangenomen welke synoniem
was aan een hond, die van zijn meester
een pak slaag heeft gehad. Toen ik een
paar stappen in het lokaal was, hielden
zij op en keken mij uitdagend aan. Ik
liet mij daardoor niet van de wijs brengen
en riep met donderende stem, die als een
emmer water op hun woede van zuidelij
ken aard neerplofte.
„Escamillo, sluit me in het spookhuis pp,
geef mij het contract of ik brul 't overal
uit, dat het in jelui kasteel niet spookt.."
Perplex, waren ze, zij zaten nu bij
elkaar als stoute kinderen die hun straf
verwachten, Escamillo werd dioor hem
fluisterend aangespoord om mij antwoord
te geven.
„Dus u blijft bij uw besluit?" vroeg hij
angstig,
.Hat
Ja....'
heb je me al gevraagd.... Ja
„Nog nooit heeft een vreemdeling zoo
iets verlangd, zelfs niet is St. Marco door
bloed bezoedeld, zelfs niet door een lief
desdrama en nu komt zoo'n schilder uit
het hooge noorden die eèn spokenmoord
aan de onbevlekte geschiedenis van St.
Marco wil verbindenOh.... dat had
den onze grootvaders ja, zelfs onze over-
groot-vaders nooit gedachtriep een
i