VOOR OE KINDEREN VOOR DE VROUWEN. BABBELUURTJ& OVER MODE. Strand-kleedlng. Non, lk waag t er op hoor! Ik reken maar doodleuk op nu minstens drie maan- We trekken er in groeten getale naar toe, dan heeft de zon tenminste reden om schenen te den mooi warm zomerweer. We zullen I Wat wordt er ook al van de bad- toch ééns aan 't baden en zwemmen moe-1 kleeding een werk gemaakt Wel leven ten beglnnenP Waar gaat 't anders heen met onze heerlijke, gezellige badplaatsen. we ln een tijd van veel aandacht voor de kleeding Men kon aan chique badplaatsen der aanwezigen, die er niet zoo provin ciaal uitzag. „De tijden veranderen1 jongelui.Geef mij het papier, verder behoeven jelui voor mij geen angst uit te staan, want mijn re volver Is van een goed merkIk heb al meer met spoken gevochten". Escamlllo gaf mij het oontractje, en sa men verlieten we de herberg, nagestaard door de gasten ln de herberg, en toen we door het dorp liepen, prevelden de bewo ners allerlei onverstaanbare woorden, waarbij de angst op hun gelaat te lezen stond. Zwijgend naderden we de half-rulne. Ik gevoelde mij niet erg op mijn gemak, doch liet het niet blijken, maar Escamlllo, was geheel in de war en liep zweetend en zuchtend naast mij hoewel het ln 't ge heel niet warm was. We waren ln het kasteel waarvan en kele lokalen nog ongeschonden waren, er lag wel puin op den vloer maar overigens waren ze bewoonbaar. Na mij rondgeleid te hebben, kwamen we op een binnen plaats, waar een groote bel, met aan den klepel een lang touw gebonden, dat gedeeltelijk op den vloer hing. „Senor, als u in levensgevaar verkeert en er uit wil, dan moet u de bel lulden en wij komen te hulpU blijft dus hier?" „Ja.... ja en nog eens ja...." Escamlllo gaf geen antwoord meer en ging hoofdschuddend weg De ruïne kon Ik niet verlaten, de deur was gegrendeld en het terras aan de ach terzijde grensde aan een diepe kloof in de bergen. Heerlijk was het uitzicht van het ter ras. Ver weg de blauwe kam van de ber gen en daarachter zonk de zon als een gloeiende schijf weg. In het dal lagen verschillende dorpen in het duister en werden de avondklokjes geluid, terwijl in de hulzen de vensters hier en daar ver licht waren. Langen tijd tuurde lk naar dit verruk kelijke kleurenspel en de avondster twin kelde reeds aan den dlep-blauwen nacht hemel toen ik door eenlg geritsel ln de vroeger ook wel vee! elegants aanschou- Boer: Je wou zeker main neme hè? Karei ooit ®en k"?,]}00-1?- u wen, maar dan werd het alléén gedragen en springt meteen met zijn rechterhand „Nee, natuurlijk nlet, als o en is door de elite. Nu eohter worden alle soor- uit de tram, en valt met zi)n rug ln een' Maar we moeten Roland ln Karei e kamer hoop modder. - Zie je wel, als ik die vent zien te smokkelen. Als Roland vlak Mijn z'n zin had gedaan, had !k er met mlenibed kraait, dan moét Karei wel wakker H worden". ten kleeding door alle soorten mensohen gedragen. Het eenlg© verschil is nu niet meer de soort kleeding, maar de kwaliteit kleeding. Het eenvoudigste meisje draagt nu b.v. evengoed een bad-mantel als de meest-deftige dame, al moge dan de eer ste oen van gebloemd cretonne dragon en de laatste een van „tissu de Rodier". Het voornaamste is om zoo lang en zoo goed mogelijk den versterkenden en zenuw stilleinden invloed van de zee en de zon te ondergaan. Kroop men vroeger snel in z'n koetsje na het kwartier of half uur baden in zee, tegenwoordig blijft men nog heerlijk een geruimen tijd daarna vertoe ven aan 't strand, zonder zich weer eerst deftig in 't pak te steken. Wat men wèl doet is zich „voor-iedereen-toonbaar-ma- ken" door zich in een bad-mantel of -peig noir te hullen en dan zoo heerlijk lui te laten koesteren en stoven door de zon. Waarméé en hóe men doet hangt in hoofdzaak van onze porteanonnaie en on zen smaak af. De gegevens, welke ons vanuit Paris verstrekt woeden, zijn elegant en aller gezelligst Fleurige mooie doeken met licht-echte kleuren, zijn er om de bad- jasjes van te maken en leuke aparte mo dellen zijn er om de verwende vrouw te omhangen. Wanneer men de groote keuze ook in deze afdeeling kleeding bekijkt dan krijgt men toch wel respect voor die eeuwig- bezige mode-ontwerpers. Altijd bedenken zij weer wat nieuws, altijd hebben zij weer de een of andere verrassing voor de koningin „Vrouw". En deze laat het zich heel gemoedelijk aanleunen, zij accepteert alles met onbewogen gelaat. Niet onverstandig is het, om de bad mantels van niet al te dunne en een wei nig warmte-gevende stoflage te nemen, daar het natte badpak allicht wat rillerig maakt neus in gevallen. Practlsch. Mevrouw (in den tuin tot huisknecht): Jan, redder dien hoop zand eens op. Jan: Waar moet ik het laten me vrouw? Mevrouw: Maak een gat in den grond en doe het erin. Jan: Jawel, maar waar moet ik dan de aarde laten? Mevrouw: Maak het gat zoo groot dat alles er samen in kanl KLEINIGHEDEN. Die te pas kunnen komen. Nieuwe kousen dient men, voor ze te dragen, in zeepsop te wasschen. Vet- of vruchten vlekken in witte klee ding wrijve men, voor ze in de wasch te doen, met parafine even in. Zet in de kinderkamer steeds een syphon spuitwater voor de hand; een be gin van brand kan daarmede gedoofd worden. Wanneer een klein kluitje boter bij het rookwater wordt gedaan, zal men geen 'aast hebben van het overkoken van som mige koolsoorten. Een zwart marmeren schoorsteenman tel, die wat dof geworden is krijgt men weer prachtig glanzend door hem weer op te poetsen met.... zwarte schoen- crème. w DE LANGSLAPER. Karei was op een kostschool en had het daar best naar zijn zin. Maar één ding vond hij akelig: het vroege opstaan. Om zes uur liepen de wekkers af in de slaap zalen en even later kwam een van de onderwijzers kijken, of er geen jongens te bed gebleven was. Toen Karei pas op de kostschool was, werd hij eiken ochtenc vrij onzacht wakker gepord, maar toen hij vrienden gemaakt had en hun ver telde, dat hij heusch den wekker noo hoorde, toen maakten de vrienden hem wakker, vóór de onderwijzer van de week verscheen. Dat wakker-maken gebeurde natuurlijk ook niet altijd even zacht zinnig: nu eens werd hij door twee vrienden uit zijn bed getild en op he koude zeil gelegd, dan weer Verd hem een natte spons in zijn gezicht geduwd, maar Karei vond dit toch beter dan voor een luilak gehouden te worden. En dat hi lang niet lui was, toonde hij wel bij de gymnastiekles eiken ochtend van hal" zeven tot zeven uur en ook bij de andere lessen en op de sportmiddagen. Kare deed dapper aan alles mee en had overa plezier ln. Maar het wakker worden was en bleef een heele toer. Nu zou Karel's Grootvader jarig zfln. Dat was altijd een heel feest, waarbij da Ka AAN LINDBERGH. Beste Lindbergh, fiere luchtheld, Met je fijne, open snuit, Hing dan eind'lijk dat gezanik Je je jolige vliegenierskeel uit? Nu krijg je weer hè, koene vlieger, Brieven groot en brieven klein, Niet vol roem en vol van hulde, Maar vol jammer en venijn. Och ja, beste, zoo zijn menschen, De geestdrift is hun slechts een vlaag, De ,Jbosanna"-roep van gister Is 't „kruist hem" van vandaag. REA. Zoo'n slimmerd. Conducteur (tot boer, wiens vrouw ge zegd had, dat hij alles juist andersom moest doen, dan wat de menschen ln de stad hem zeiden): Je moet met je lin "terhand uitstappen baas. ruïne werd opgeschrikt, en daardoor her' innerd aan mijn gevaarlijke onderneming. Ik trok mijn revolver, en tot schieten ge reed, keek ik uitdagend in het vertrek bij het terras.Groot was mijn verbazing, toen eensklaps de bel begon te luiden en op hetzelfde oogenblik de bezoekers van de herberg, die ik daareven tevoren ont moet had, uit de duisternis zag treden. Het luiden hield op en Escamlllo kwam ook te voorschijn roepend: „Ah Je hebt de bel geluid, Je hebt er genoeg van!" Ik gaf daarop geen antwoord en ging met den rug naar de menschen gekeerd op een steenen stomp op het terras. „Sënor je hebt de bel geluidl" riep de ïerbergier met nadruk. „Geen kwestie van.... ruk uit!" „Jawel, ze hebben het allemaal ge- ïoord, niet José.Juan.Pablo. Benito. Je hebt het verloren....!" „Geen kwestie van",.... riep ik terug. Een oogenblik was er stilte, toen volg de een fluisterend spreken en daarmee vroeg Escamillo mij: „Voor hoeveel erken je de bel geluid te hebben?" „Spookt het hier dan niet?" „Ja, zeker, maar deze nacht heel erg, want de zon ging bloedrood onder, de duivels van ridder Marco stoken het vuur hevig, dat de zon er rood gloeiend van werdWe kunnen het niet over ons heele familie tegenwoordig was. Kare had aan den directeur der kostsohool ge vraagd, of hij ook mocht gaan en daar Karei een goede leerling was, had de di recteur geen enkel bezwaar. Karei kon dan den ochtend van den verjaardag met den eersten trein vertrekken en behoefde niet voor '8 avonds laat terug te komen Karei vond het heerlijk maar.ja, da i vroege, dat extra vroeg© opstaan. Hi moest 's nachts in een kamer alleen sla' pen, dat niet alle jongens om vijf uur wakker zouden worden door het gerate van den wekker. En Karei was vreeselijk bang, dat hij als gewoonlijk den wekker niet hooren zou. De directeur was wel van plan, om zei' ook om vijf uur op te staan en te zorgen, dat zijn leerling op tijd naar het station ging, maar hij zeide dit niet aan KareL Hij wilde eigenlijk wel eens weten, of de jongen nu heusch door het lawaai van een wekker heensliep. Of dat het toch een beetje luiheid was. Karei ging den avond voor den ver jaardag al om acht uur naar bed, hopende dat hij dan om vijf uur wakker zou wor den. Hij zette den wekker op een stoe vlak naast zijn hoofd, controleerde of hi wel goed op den gestelden tijd afliep en ging toen slapen. De vrlénden waren evenwel nog klaar wakker en daar ook zij niets af wisten van het plannetje van den directeur, za ten ze hard te denken over een middel om Karei te helpen. Joop stelde voor. den wekker van hun slaapzaal stilletjes ook op vijf uur te zet ten, dan zou hij er alleen uitgaan en Karei even waarschuwen. Maar de jon gens begrepen best, dat daar een standje op zat, want de slaapkamer van de onder wijzers grensde aan de slaapzaal der groote jongens en natuurlijk zou mijnheer Brandt het lawaai hooren. Jan wou probeeren den heelen nacht wakker te blijven, maar dat plan leek de vrienden heelemaal niet veilig: ze wisten best, dat je nog gauwer dan anders in slaap viel, als je probeerde om wakker te blijven. Plotseling kreeg Hans een ingeving. „Roland", riep hij uit, „die kraalt tegen woordig al om vier uur!" „Loop door" zei Jan. „Denk Je, dat „Ja, ja!" riep Joop geestdriftig. „In de schuur staat nog een heel groote mand. Daar doen we stroo in en wat kippenvoer. En .vlak vóór we naar bed gaan zetten we Roland er in en brengen hem in Karel's kamer". De jongens genoten van hun plannetje en konden het gelukkig ook uitvoeren, zonder dat iemand het merkte. De haan jullie hebt natuurlijk al begrepen, dat Roland een haan is liet zich rustig in de mand zetten en in Karel's kamer bren gen. Karei sliep als öen marmot. De vrienden zetten den wekker op den grond en de mand op den stoel naast Karel's bed. Joop grinnikte nog tegen Roland: „En nou kraai je op tijd hoor. Anders.." Wat Joop „anders" zou, vernam Roland niet, want de drie jongens hoorden een stap de trap op koipen en.slopen vlug de gang over naar huri eigen slaapzaal, waar ze ook spoedig in diepe rust waren. Maar plotseling werden zij en hun zaal- genooten opgeschrikt door een vreeselijk spektakel. Alle jongens vlogen hun bed den uit en keken met slaperige, ver schrikte gezichten in de gang, waar..., de directeur en zijn vrouw jacht maakten op Roland, die luid kraaiend omhoog en omlaag fladderde. Toen namelijk de direc teur en zijn vrouw vóór ze zich ter ruste begaven nog even als gewoonlijk „de ronde" deden, toen had Roland de streep licht die in Karel's kamer scheen, zeker voor een eerste zonnestraal aangezien. En als een trouwe haan was Roland gaan kraaien. De directeur had verschrikt de slaapkamerdeur geopend en Roland in de war door dat plotselinge licht, was ang stig uit zijn mand gevlogen. Hans en Joop en Jan keken elkaar eens aan en Hans zei plotseling flink: „Mijn heer, ik heb het gedaan. Karei weet er niets van, maar we wilden hem helpen". De directeur en zjjn vrouw en ook de andere jongens keken Hans stom-ver baasd aan. Roland, door de stilte bedaard, streek kalm op den grond neer en liet zich nu rustig vangen en naar het kip penhok brengen. Daarna moest Hans alles aan den dlreo- teur uitleggen. De Jongens schaterden en ook de directeur kon zijn lachen niet in houden, zoodat het standje erg meevleL De directeur stelde de vrienaen gerust omtrent Karel's tijdig ontwaken en ried hem aan daarvoor nooit meer een haan te hulp te roepen. Want.... Karei was bij al het tumult rustig doorgeslapen. RAADSELS. Oplossingen der vorige raadsels. L Elk meent zijn uil eea valk te sijn. n o 0 I m crypt zwemmen lymplidi sluizen staat 1 d a Nieuwe raadsels. I XXXXXXXXXX Op de kruisjes- lijnen komt de naam van een land. Op de 2e rij een stadje in Noord- Holland; op de 8e rij een groot water; op X de 4e rij een dorp X bij Arnhem; op de 5e rij een lastig 6e rij een hemel de 7e rij een vogel; op de dier; op de 9e rij een voegwoord; op de 10e rij een mede klinker. H Welk spreekwoord staat hieronder? .e. .o*. 1.... m ij d i e n Goede oplossingen werden ontvangen van: J. A.; F. A. d. B.; H. B.; J. B.; J. B.; d. G. D.; W. D.; A. E.; J. van E. G.; X knaagdier; op de lichaam; op 8e rij een viervoetig hart krijgen, Je te laten vermoorden". „Dat gaat jullie absoluut niets aan als ik me wil laten vermoorden...." Zooals ik reeds vertelde, bevond zich onder het gezelschap iemand, die er min der provinciaal dan de overigen uitzag. Deze kwam nu naar mij toe, en stelde zich aan mij voor als Pablo Oassolo, apothe ker van St Marco en vervolgde daarna: „Senor lk wil met u open kaart spelen, en u zult met mij eerder tot een vergelijk komen dan met die eenvoudige dorpsbe woners. U hebt als artist al veel van de wereld gezien en ook wel veel gelezen, en u zult natuurlijk, toen u het waagstuk ondernam, begrepen hebben dat het hier evenmin spookt, als bij u thuis. Het kasteel wordt echter jaarlijks door dui zenden vreemdelingen bezocht om de at tractie van de legende van ridder Marco en het dorp heeft daardoor een behoor lijk bestaan. Nog nimmer is er een vreem deling geweest om er te blijven slapen en als u het deed, en 's morgens ongedeerd terugkeerde, zou het geheele dorp, dat ze ker gelooft dat het spookt, er niet over uitgepraat zijn, zoodat ten slotte het ge- beurde wijd en zijd bekend werd en de ruïne zou de attractie en het dorp zijn be staan verliezen. U begreep dat natuurlijk, en ik geloof ook, dat het er u om te doen was, om op een grappige manier aan geld te komen en daarom stellen wij u schade loos door u een bedrag van 600 peseta aan te bieden als u erkent de bel geluid te hebben, terwijl wij u bovendien een aandeel in onze onderneming geven, dat jaarlijks 80% dividend geeft.... Hier is het geld, het aandeel en u kunt op onze kosten bij Escamillo logeeren.... De wel vaart van St. Marco ls ln uw handen se nor.... Luid de bel en wij zijn de beste vrienden F. F.; N. v. Gj A. H.L. H.; H. K.; P. K.; T. W. K.; G. L.; A. v. d. M.; J. M.; K. en M. M.; L. v. d. M.; A. S.; J. Chr. 8.; 8. T.; W. T.; M. W.; W. W. en 8. en M. van Z. woordde ik, terwijl ik moeite had om mijn achen te bedwingen, want ik was met mjjn belooning in de wolken; nog nimmer ïad ik zooveel moppen bij elkaar gehad. Ze keken elkaar beteuterd aan, sommi gen ervan keken zoo zielig, dat ik mede lijden met hen kreeg en de grap niet ver der door wilde voeren. „Goed geef hier.." Nu klaarden hun gezichten op, en wel drie hielpen my de bel te luiden, die luid de alsof de klepel het koper moest stuk slaan.... Een uur later was de herberg stampvol, en ik vertelde hoe de grond, in het kasteel rood werd van den vuurgloed, hoe het te- c er van myn schoenen begon te schroeien, hoe ridder Marco in volle wapenrusting .weeduizend duivels op my afstuurde en my door hen met gloeiende tangen liet utijpen en met gloeiende staven liet slaan, terwyi Escamillo geen handen ge noeg had om de bekers met wyn van la- razona te vullen Den volgenden morgen vertrok lk naar Granada met een onaangenaam gevoel in myn hoofd, vyfhonderd peseta's en een aandeel in de naamlooze vennootschap De ïuïne van St Marco ln ntijn zak. „Zeg jongens, als lk het aanbod niet aanneem en hier biyf slapen, dan heb ik de ruïne en jelui krijgen elk een aandeel van my, dat vind ik veel beter.ant-1 Corrp Brena. B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 8