NATUUR EU TECHNIEK
Populair B ij voegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van ZATERDAG 21 JULI 1928.
(AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
339.
HET LEVEN ACHTER DE SCHERMEN
„Kleine Annoncen!"
Ik zoek iets te koop, en lees daarom de
kleine advertenties in een plaatselijk blad.
Mijn aandacht dwaalt af van de „Te
Koop"-rubriek, en opeens treft het me,
hoeveel tragische humor er in de adver
tentiekolommen verscholen ligt. Zooeven
ergerden en verveelden me de gewichtige
redactioneele mededeelingen in de rubrie
ken binnen- en buitenland; geharrewar
over nietigheden en Raads- en Kamerver
slagen; gezeur in Ingezonden stukken tus-
schen X. en IJ. over een opgebroken
straat of een broodje-met-twee-spiegeleie-
ren, dat ergens één gulden twintig kostte;
twistgeschrijf tusschen ondernemers van
concurreerende autobussen; berichtjes
over een speech bij de onthulling van een
oorlogsmonument, over de echtscheiding
van een filmacteur of een tentoonstelling
van hengelsport. En opeens ben ik nu
hevig geboeid do'or de advertenties....
„Te koop tegen elk aannemelijk bod:
een papegaai met kooi, een ketel voor de
kleine wasoh en een weinig gebruikt
scheermes". Hoe moet de nood in dat huis
houden gedrongen hebben! „Gelieve geen
goederen af te geven aan mijn huisvrouw
Jannetje Petronella Pierewaay, zullende
door haar aangegane schulden niet door
mij voldaan worden." Welk een treurspel
ging vooraf, dat tot zulk een openbaar
heid noopt! „Willem, keer terug tot uw
bedroefde ouders en ontvang hun toestem
ming tot uw verloving". En wie weet,
waartoe Willem al in zijn baioorigheid ge
raakt is!
Maar een andere afdeeling volgt: die van
den „meer en meer gebruikelijken weg".
Twee levenslustige meisjes zoeken, onder
het motto: „Huwelijk", twee dito jonge
lieden „genre Rodolpho Valentino". Het
staat er, en zóó worden dus huwelijken
voorbereid, misschien wel gesloten. Als
de jongelieden maar op een levenslusti-
gen Valentino gelijken zijn alle huwelijks
idealen van deze dito meisjes vervuld. Ge
lukkig is de eisch nogal hoog....
Een Duitscher legt het minder lustig,
zelfs bijna somber aan: „Seriöser Herr",
zegt hij onder het zeer vet gedrukte op
schrift „Heirat" (en als Duitscher komt
hem zijn zelf-kwalificatle ongetwijfeld
toe), Amateurphotograph, wünscht die
Bekanntschaft einer Seriösen Dame".
Is het amateur-fotograafschap van
dezen serleuzen Germaan het eenig gees-
tes- en gemoedsbezit, dat hij zijn even se
rieuze dame ten huwelijk brengt, dan
moge het kiektoestel voor de humoristi-
schen noot zorgen in den ernst, die deze
eohtvereenlging bedreigt (tenzij myn op
vatting van het woord juist verkeerd is,
zooals ik hoop te begrijpen uit een kleine
annonce, waarin „een serieus" juffrouw
een helder zolderkamertje vraagt.
Vroolijker, lichtzinniger bijna, vat de
dame-met-kind de huweiyksmogelijkheden
od, die zij veronderstelt in haar oproep:
„de héér, die Zondag halfeen met dashond
op den Heuvelweg liep, dame met kind
volgde, en met zakdoek wuifde, gelieve
adres op te geven". Bij de volgende ont
moeting, die misschien een tweeden vader
voor het kind gaat beteekenen, zal deze
stille getuige wel tijdig naar bed gezon
den worden....
Ziedaar enkele weinige grepen uit de
tragi-komiek der advertentiën, waarin,
onder de pooverste en luchthartigste
vooropstellingen, levensverbintenissen
woiden ingeleid. Misschien zie ik het te
zwart, en komt het eenig noodige dikwijls,
als het huwelijk eenmaal gesloten is, van
zelf. Is de goede wil tot geluk aanwezig,
dan gaat het in den echt als in het duo,
dat een violist door een advertentie in
dezelfde krant vormen wil: „Pianiste ge
zocht om samen welwillend te musicee-
ren". En ten overvloede zouden partijen
zich nog om advies kunnen wenden tot
.miejuffrouw Penna, de ondoorgrondbare,
oogenblikkelijke, spoedzienster; uitstra-
lingsgloed; visioenuitlegster, werkt met
zeven spellen antieke Leonardskaarten".
Dan kan het niet misgaan!
BETTY'S GELUK.
De nieuwe Japon.
„Dus je bent van plan met Carlyle te
trouwen?"
Ja
Derek Vayghan greep Betty bij den
arm. „Waarom?" vroeg hij heftig. „Maar
och, dat hoef ik je niet te vragen. Om
zijn geld natuurlijk."
»Au, laat mij los, Derek, je doet my
Ptjn."
Hij hield haar nog steviger vast „In
flndere woorden je verkoopt je! iiJj
wilde met opzet wreed zijn, haar pijn
doen, omdat Betty, die hij altijd als zijn
persoonlijk eigendom beschouwd had,
oen anderen man durfde te verkiezen
boven hem. De tranen, die haar in de
oogen sprongen vermurwden hem niet.
„Ik kom, na drie jaren voor mijn land
gestreden, geleden en gezwoegd te heb
ben, uit Frankrijk terug, en vindt jou ge
ëngageerd met een droogstoppel als
hij. Je bent net als alle anderen, om de
liefde geef je niets, als er geen geld bij
in het spel komt."
Zs maakte zich met een ruk los. „Als
SCHIJNDOOD VAN DIEREN.
„Half leven".
In waterplasjes van onze dakgoten kan
men vaak een uiterst kleine, slechts met
loupe of microscoop goed onderscheid
bare diersoort ontdekken, welke men we
gens een rij trilharen die voor haar voort
beweging dienen, „raderdiertjes" noemt.
Onze landgenoot Anthonie van Leeuwen
hoek bemerkte nu eens, dat dergelijke
diertjes, in een droppel water op een
glaasje gebracht, na de verdamping van
het water geheel uitdrogen konden zon
der te sterven. Want als hij ze na eenigen
tijd met versch regenwater bevochtigde,
zag hjj de uitgedroogde diertjes, tot zijn
groote verrassing weer in beweging ge
raken en lustig rondzwemmen. Hij her
haalde de proef talrijke malen, slaagde er
steeds in de dieren te zien herleven. Eens
zelfs nadat zij vijf maanden lang in uit-
gedroogden toestand verkeerd hadden!
Wat is nu het bijzondere van het feit?
Het bijzondere is, dat gedurende den tijd,
dat de diertjes uitgedroogd zijn, een der
voornaamste kenmerken van het leven:
de stofwisseling,_is opgeheven.
Men vraagt zien nu af: zijn dergelijke
uitgedroogde raderdiertjes levend? Ei
genlijk niet, want ze missen het voor
naamste kenmerk van leven: de stofwis
seling. Ze zijn dan dood? Ook niet. Want
ze kunnen weer herleven. Wat zijn ze dan
wel?
Een juist begrip daarvan hebben we
niet, maar wel hebben we een mooi woord
om dien onbegrijpelijken toestand aan te
duiden. We spreken dan met den groo-
len Franschen physioloog Claude Ber-
nard, die het woord uitgedacht heeft, van
„latent leven".
Een dergelijke toestand van latent leven
kan men behalve door uitdrogen, ook
door bevriezen krijgen. Even onmisbaar
als water, is ook de warmte onontbeerlijk
voor alle sdheikundige processen. Hoe
warmer omgeving, hoe krachtiger en snel
ler alle scheikundige processen verloc-
pen. Ook bij dieren en menschen. Nu wist
men echter al lang zelfs de oud-Ro-
meinsche dichter Ovidius heeft het al be
zongen,' toen hij als banneling aan de
Zwarte Zee vertoefde dat koudbloedige
dieren des winters door en door bevrie
zen en toch, ontdooid, weer herleven
kunnen.
De bekende physioloog Preyer is echter
de eerste geweest, die het feit met nauw
keurige middelen in het laboratorium on
derzocht. Hij bevestigde de oude obser
vaties. Hij kon kikkers stijf doen bevrie
zen, zoodat hun lichaamstemperatuur tot
2.5 graden C. daalde, en toch herleef
den zij! Het fpit noemde hij „anabiose".
dat letterlijk opleving beteekent, en den
toestand waarin de bevroren dieren ver
keerden noemde hij „levensvatbare leven
loosheid", wat zeker een knap goochelen
met woorden i3. Aardiger is het beeld dat
hij uitdacht om dien toestand begrijpelij
ker te maken: hij sprak van een klok met
gespannen veer, maar waarvan men den
slinger vasthoudt. De klok (het leven)
stond stil: de koude houdt de stofwisseling
tegen, maar pauw laat men den slinger
los (ontdooit men het dier) of de stofwis
seling begint weer: het leven keert terug,
de klok loopt! Latere onderzoekers breid
den Preyer's proeven nog uit: zoo kon
Pictet kikkers tot 28 graden onder nul
brengen en weer zien herleven.
Het is duidelijk hoeveel voordeel de
dieren kunnen trekken van dit vermogen,
aan uitdroging of bevriezing te weer
staan. Een dakgoot is dan eens vol water,
dan staat ze weer droog. Een sloot in ons
goede land is zomers een lauw bad, 's win
ters een ijsstrook. Alle raderdiertjes en
alle kikkers waren al lang uitgestorven,
als gene door uitdroging, deze door be
vriezen stierven.
Reviviscentie (herleving) en anabiose
zijn de middelen waardoor deze dieren
aan de wisselvalligheid der levenshoudin
gen in hun weerstand bieden
B.
ik jou was, zou ik Carlyle niet veroordee-
len zonder hem te kennen, Derek. Dat is
heel onbillijk van je. En als je zooveel van
mij hield, waarom heb je dat dan niet ge
zegd toen je wegging?"
„Omdat ik je niet zonder fortuin of
vooruitzichten ten huwelijk kon vragen,
dat weet je heel goed."
Betty voelde eenige gewetenswroeging
dat ze hem zoo hard had toegesproken.
„Ik had het je van mijn engagement
moeten schrijven Derek," zei ze zacht.
„Het spijt mij voor je, maar er is nu niets
aan te doen. Ik zal je zeggen, hoe het ge
komen is. Zooals je weet stond papa op
het punt bankroet te gaan, en zou er lee-
lijk aan toe geweest zijn, als Carlyle hem
niet op zoo kiesoh mogelijke wijze
te hulp was gekomen. Daarna vroeg hij
mij ten huwelijk, en zei dat ik volstrekt
niet moest denken dat ik verplichting
aan hem had, omdat hij papa geholpen
had, maar dat hij oprecht van mij hield.
En dat doet hij, Derek."
„Ach wat! Een man als hij weet niet
eens wat liefde is. Je zult alleen een soort
huishoudster voor hem zijn, maar geen
deel .uitmaken van zijn zieleleven, zijn
inspiraties, zijn beter ik. Weet je wel dat
deze toekomstige man van je als loopjon
gen is begonnen?"
„Zooveel te eervoller voor hem dat hij
hét zoover gebracht heeft!"
Opeens trok Vaughan haar aan zijn
borst in een krachtige liefkoozing. Betty
gaf zich lijdelijk aan hém over. Haar
oogen straalden, haar hart bonsde, zoo
De bekende Tsaar Peter van Rusland
stelde een belasting in op het dragen
van den baard, een geliefkoosd weelde
artikel bij zijn volk. Bij betaling van het
verschuldigd bedrag werd een penning
uitgereikt juist als bij onze honden,
belasting welke men steeds bij zich
moest dragen, ten einde geen kans te loo-
pen dat de politie als haarknipper optrad.
Wie weet of de schuldenlast der volken er
nog niet eens toe leidt, deze oude belas
ting opnieuw in te voeren.
In onzen baardeloozen tijd zou een der
gelijke belasting echter niet veel opleve
ren.
Dank zij den oorlog, weet thans ieder
wat een torpedo is, maar niet ieder weet
hoe het helsche ding aan zijn naam is
gekomen. Het ontleent dien aan een leven
den onderzeëer, n.1. den Sidderrog, wiens
wetenschappelijken naam „Raja Torpe
do" luidt. Deze visch, die veelvuldig in
den Atlantischen Oceaan voorkomt, bezit
een soort van electrisch orgaan, hetwelk
hem in staat stelt den vijand, die hem
durft naderen, verdovende schokken toe
te brengen. Het woord „torpedo" betee
kent dan ook letterlijk „verlamming".
Niet alleen menschen en dieren kun
nen hoesten. In Amerika groeit een plant,
die bijzonder gevoelig is voor stof. Wan
neer de poriën of kleine openingen in de
bladeren door stof verstopt raken, wor
den de, in het blad ontwikkelde gassen
met kracht uitgedreven. En dit gaat ver
gezeld van een geluid, dat denken doet
aan ons hoesten, hetwelk ieder versteld
doet staan, die met de eigenaardigheid
dezer plant niet bekend is.
Om uit een nest jonge honden het beste
exemplaar te kiezen gaan de Schotsche
herders als volgt te werk. De hondenmoe
der wordt eerst alleen in een kamer opge
sloten, totdat zij angstig en ongerust wordt
over haar jongen. Wanneer ten laatste de
deur wordt geopend, rent zij naar buiten
en het moederlijk instinct blijkt zoo sterk
te zijn, dat het jong, dat zij in haar bek
wegdraagt, altijd 't beste en sterkste van
het nest blijkt te zijn.
In Nicaragua bevindt zich een meer, het
Njepa-meer genaamd, waarvan het water
van nature een geconcentreerde zeep
oplossing bevat. Wanneer men daarin de
handen steekt en ze even over elkaar
wrijft, begint het water te schuimen, en
de handen zijn even schoon, als wanneer
men ze met de beste toiletzeep had ge-
wasschen. De bewoners van de omstreken
van dit meer gebruiken het water om er
hun linnen in te wasschen, hun huizen
te schrobben, enz.
In de vijftiende eeuw was Londen
slechts een provinciestadje en de tweede
stad van het rijk, Brlstol, had toen 25.000
inwoners. In 1600 had Londen 150.000 zie
len, een eeuw later bedroeg de bevolking
reeds 700.000 zielen en in 1800 059.000
zielen. Maar sindsdien werd Londen spoe
dig een millioenenstad; in 1811 had de
stad het eerste millioen inwoners over
schreden, in 1851 het tweede millioen, in
1880 bedroeg het aantal inwoners 8.18
millioen, in 1890 4.2 millioen, in 1900
6 millioen.
Er kunnen geen roodharige kinderen
geboren worden, tenzij een der voorouders
van vaders of moederszijd.e rood haar
heeft. Roodharlgen trouwen zelden met
elkaar; er schijnt een zekeren antipathie
tusschen hen te bestaan; doch, wanneer
zij het doen, hebben zij altijd roodharige
nakomelingen. Ouders, waarvan de een
rood en de ander donker haar heeft heb
ben bijna nooit roodharige kinderen.
WETENSWAARDIGHEDEN.
Het Metropolitan Museum te New-York
wordt dag en nacht bewaakt door 50 sup
poosten en 50 detectives, allen gewapend
met revolvers; verder door honderd sig'
naalkastjes en talrijke verborgen alarm'
klokken.
De gebroeders Wright bouwden het
eerste vliegtuig in 1900, maakten hun
eersten tocht in 1903, in 1905 won Santos
Dumont den eersten prijs, in 1908 Farman
den Grand-Prix; in 1909 vloog Blériot het
Kanaal over.
De naam van het gas werd uitgedacht
door den Brusselschen scheikundige van
Helmont (1644 overleden). Hij ontleen
de het nieuwe woord aan het Latijnsche
„chaos", waaronder door de ouden ver
staan werd de vormlooze massa, uit wel
ke alles is voortgekomen.
De letters U. S. ter aanduiding van de
United States de „Vereenigde Staten"
van Noord-Amerika werden door het
volk schertsend gelezen als Uncle Sam,
Oom Sam, waarmee gedoeld werd op ze
keren Samuel Wilson, keurmeester van
levensmiddelen.
Men is onwillekeurig géneigd te ipee-
nen dat de bliksemafleider een vinding
van later tijd is. Intusschen moet eeuwen
vóór Benjamin Franklin bij de Chineezen
de., gewoonte hebben bestaan, om zwaar
den, met de punt omhoog, op bamboe
stokken te bevestigen en zóó in den grond
te zetten, ten einde den bliksem af te lei
den. Aan dit gebruik lag het geloof ten
grondslag, dat men op deze wijze de ver
persoonlijkte natuurkracht schrik kon
aanjagen en tot bedaren brengen.
had John haar nog nooit omhelsd. Hij
aanbad haar als een godin, maar zag
blijkbaar niet in dat ze het recht had
eveneens yan het leven de diepere emo
ties te leeren kennen.
„Betty, kijk m(j eens aan, ik heb je zoo
lief," smeekte Derek, „en wil je tot vrouw.
Voorloopig kan ik je geen behoorlijk
tehuis aanbieden, maar beloof mij op mij
te zullen wachten."
Geheel overweldigd door zijn vurige
smeekbede opende ze de lippen om te ant
woorden tot de bediende met luide stem
aankondigde: „Meneer Carlyle!"
„Het spijt mij dat ik stoor," zei de nieuw
aangekomene, van de een naar de ander
ziende," maar we hadden afgesproken
om vier uur naar Legrange te gaan, niet
waar?"
„Je stoort ons niet," zei Betty. „Mag ik
je eens voorstellen aan een ouden vriend
van mij Derek Vaughan?"
Derek boog koel, „dan ga ik maar
heen," zei hij. „Ik zie je later wel, Betty.
Dagl"
Carlyle wachtte tot de deur achter hem
gesloten was, toen kust hij zijn meisje.
„Je hebt mij beloofd dat ik je in je nieuwe
japon zou zien, lieveling," zei hij, „maar
als je het liever uitstelt?"
„Neen, ik houd mij altijd aan mijn
woord," zei ze. „Ik zal mij direct even
klaar maken."
Ze snelde weg en kwam weldra glim-
laohend weer binnen. Hij had haar graag
willen zeggen dat ze het liefste en mooi
ste meisje was dat hij ooit ontmoet had,
KLEINIGHEDEN.
Die te pas kunnen komen.
Oud koper wordt glanzend na inwrij
ving met verdund zoutzuur; wanneer het
erg bewerkt is gebruikt men zeepsop met
ammonia.
Doe in een flesoh gelijke deelen azijn en
parafine. Dit is een beproefd middel voor
het schoonmaken van schilderijen, spie
gels, piano's enz.
Zijden linten wasoht men met naphta.
Dompel het lint er even in en wasoh het
niet de hand. In de buitenlucht laat men
het drogen.
Om vochtvlekken uit glacé-handschoe
nen te verwijderen, wikkelt men de hand
schoenen in zijdepapier en legt ze met
een paar stukjes geest van hertshoorn in
een gesloten bus. Na enkele dagen zijn
de vlekken verdwenen.
Wanneer de huid pijnlijk is tengevolge
van verbranding door de zon wrijve men
er een mengsel van gelijke deelen kom-
kommersap, glycerine en rozewater op.
Om wormen uit potpalmen te verdrij
ven zet men den pot eenigen tijd in een
emmer met water. De wormen komen dan
te voorschijn. Men moet de planten daar
na laten uitlekken en ze niet eerder
gieten vóór de aarde bovenop weer droog
begint te worden.
maar in haar tegenwoordigheid ontbraken
hem de woorden. Inplaats daarvan keek
hij op zijn horloge en zei dat ze zich
haasten moesten omdat Legrange reeds
om zes uur sloot.
Gelukkig kwamen ze nog bijtijds. „Ja,
alles is pasklaar, mademoiselle," zei
Legrange. „Wilt U zoo goed zijn, naar
boven te gaan."
Even later werd Carlyle verzocht haar
te volgen. En toen hij Betty voor de spie
gel zag staan in de japon, die een waar
meesterstuk was, en haar enorm flatteer
de, kon hij met moeite een uitroep van
bewondering onderdrukken.
„De japon is goed uitgevallen", zei Le
grange, „maar doet juffrouw Cordon's
figuur nog niet voldoende uitkomen. Ha!
ik heb een idee! Mag ik dat eens ten uit
voer brengen, Monsieur! Hier een paar
diamanten, daar een zilveren halve maan
tje. Sta mij toe mademoiselle. Ma foi! Nu
is het volmaakt. Er zijn geen woorden
voor te vinden".
„Dat kost zeker nog al wat?" vroeg Car
lyle zacht.
„Neen, slechts een bagatel honderd
vijftig guinjes", antwoordde Legrange
onverschillig.
Misschien ving Betty de woorden op, in
elk geval gaf ze de coupeuse een wenk
haar de japon te helpen uittrekken.
„Betty", fluisterde Carlyle, „mag ik je
die japon cadeau geven? Ik weet wel dat
het gewoonlijk niet gedaan woydt, maar
als ik je een diamanten halssnoer gaf, zou
je niet weigeren en wat is het verschil?"
Betty zag in gedachten het apottende
Tob Nooit Hoekje.
Ik gevoel lust mij in de wereld
te wagen. Goethe.
Dat is het groote levensgevoel, dot ons
allen van tijd tot tijd bevangt en dat de
bevoorrechte onder ons voortdurend ge
grepen houdt en voorwaarts stuwt. Ja,
dat heerlijke, bevrijdende gevoel, dat je
aanzet tot nieuwe daden en groote on
dernemingen, dat je in volslagen blijheid
des gemoeds het wereldsohe gewoel doet
binnentreden met diep in je de zekerheid,
dat wat ook je deel zal worden geluk
of leed je het helfdhaftig kimt aan
vaarden! Een kostelijke gave, die ons de
sohoonste scheppingen van kunst en
wetenschap, de koenste ontdekkingen en
de stoutste zwerftochten heeft geschon
ken. Waarlijk, de mensch die deze nobe
le drift in zich voelt branden, altoos vol en
krachtig, zonder noemenswaardige inzin
kingen, is wel benijdenswaardig.
Eilacie, het zijn slechts enkelen, die
(zeer grooten onder ons, die zoo voluit te
leven vermogen. En terecht. Want het zou
er raar in de wereld gaan uitzien, indien
wij allen kunstenaars, geleerden of hel
den waren. Maar toch.... aan den ande
ren kant zou het stellig geen kwaad kun
nen, wanneer de gemiddelde mensch wat
meer van die heerlijke stuwkracht en
dadendrang in zich had. Immers, d£ mees
ten onzer kunnen een portie werkelijke
levensvreugde en ware levensmoed opper
best gebruiken.
Gelukkig daarom, dat in de binnenste
van iederen mensch een bron aanwezig is,
waaruit hij ruimschoots voor dit doel kap
putten. Alleen de meesten onzer hebben
hieraan zoo weinig aandacht geschon
ken, dat de bron allengs verstopt is ge
raakt en daarin ligt de oorzaak van menig
verstoord evenwicht. Evenzeer als een
goede bloedsomloop onmisbaar is voor een
gezonde lichaamsgesteldheid, is een fris-
sche circulatie op het gebied van het ge-
dachtenleven onontbeerlijk voor een ge
zonden, opgewekten, daadbereiden geest.
Wij moeten niet gelijk dit maar al te
veel geschiedt met onze gedachten
blijven binnen het benepen kringetje der
dagèlijksche sleur, maar wij moeten on
zen geest richten op de schoonheid en
de wijsheid van het leven en ons daarbij
bewust, maken, dat geluk en welslagen
het deel kunnen zijn van elkeen, mits
men zich maar niet door de kleinere en
grootere strubbelingen die elkeen wei
eens op zijn levenspad ontmoet, laat over
rompelen en in een hoek drukken. Ge
luk in eenigen vorm is voor elkeen weg
gelegd, maar het ligt meestal niet voor
het grijpen'. Wij moeten het leeren vin
den. En om dit te kunnen heeft men een
vonkje noodig van den levenslust, waar
over wij in den aanhef dezes rekten.
Lezer te H.
Uit uw schrijven merkten wij op, dat
gij u niet bevredigd gevoelt. Maar denkt
u nu eens goed na. Door van levensrich
ting te veranderen kunt gij toch maar
niet ineens de fouten en gebreken, die
gij jaren met u hebt meegetorst, alleen
inaar door het goede voornemen van u
afschudden. Gij weet toch zelf wel beter,
dat zoo'n inventaris van verkeerdheden
maar niet zoo ineens is weggeruimd.
Daarvoor zult gij geruimen tijd aan uzelf
moeten werken. En wij kunnen u wel ver
zekeren, dat gij daarvan geen spijt zult
hebben. Maar gij moet niet alles willen
forceeren en uzelf direct veranderd wil^
len zien. Alles heeft zijn tijd noodig. Von
del heeft gezegd: „De kruik houdt aller
langst denTeuk van het eerste sap".
Gij hebt een half leven noodig gehad,
om de idee voor levensverandering in u
te doen rijpen, nu moet gij met de ver
betering ook maar wat geduld hebben.
Vrager te H.
Zeker is het lastig voor u terug te moe
ten in een omgeving, die gij ontgroeid
zijt. Beschouw het echter als iets onver
mijdelijks en van tijdelijken aard en stel
het u als taak uw omgeving op hoo-
ger peil te brengen. Zelf moet gij uw
steun zoeken in zeer goede lectuur.
Verzonden brieven: P. K. te H. Ouders
te H. Nieuweling te H. X. te N.
gezicht van Derek voor zich en zei „Dank
je, het is heel vriendelijk van je, maar ik
wil liever dat niet. Als we getrouwd zijn
kun je me natuurlijk voorschrijven wat
ik dragen zal, maar tot zoolang wensch ik
mijn eigen japon te kiezen en ze zelf te
betalen".
Carlyle zei niets, maar er kwam een
droevige uitdrukking in zijn oogen, en
toen ze in het Carlton Hotel thee gingen
drinken, ontbrak de rechte stemming.
Toen Betty den volgenden avond, naar
haar kamer ging om zich te kleeden voor
het bal bij Lady Frobisher, zag ze de ber
wuste japon met diamanten en al, op een
stoel uitgespreid voor haar klaar liggen.
„Ik dacht stellig dat u van plan was die
te dragen", zei de kamenier, toen ze er
scherp over berispt werd.
Neen ze dacht er niet over. Ze was nog
niet met John getrouwd, en nu wensohte
hij haar in weerwil van haar wensch
reeds te toonen dat hij haar heer en mees
ter en zij van hem afhankelijk was. „O,
ik haat hem!" zei ze, met de voet op den
grond stampend. En ze gooide de japon in
een hoek van de kamer. „Ik zal mijn
crème zijden aantrekken je weet wel,
Suzette, ja, die!"
Indien Carlyle eenigszins teleurgesteld
was, toen hij Betty de balzaal binnen zag
komen, toonde hij dit niet. Zijn gezicht
straalde integendeel van vreugde, terwijl
hij haar begroette. Ze keek hem aan met
kouden blik en uitdagende houding. Een
groepje heeren verzamelde zich om haar
heen, ze flirtte schandelijk met hen, tot
't Juttertje