UIT DE WIE WERELD DE MAAN. Populair Bijvoegsel van de l-ELDERSCHE COURANT, Tan Zato»"dag 11 Augustus 1928. Tob Nooit Hoekje. WIMANTLSCHE SCHAKINGEN. En ook keel eenvoudige. R bestaat heel wat verschil van mee- mn* ondermaansche, maar er zal nau^elflks een scherper tegenstelling te vin<pn zijn, dan die tusschen een rechts geleerde en een jonge dame, waar het om het beoordeelen van een schaking gaat Wait terwijl dit van het standpunt van den eersten beschouwd, steeds een min 1®?r. str&fbaar feit is, zijn zeker 99 van ae DU jonge dames geneigd, een ontvoe ring voor het toppunt van alles wat mooi en jomantisch is te houden en in den schater een ridder te zien, die voor zijn betomden moed zeker een zoet loon ver dient Natuurlijk hebben wij dan steeds de ontvoering uit liefde op het oog; ja, zij houdBn deze zelfs voor de eenig-mogelijke redei; de juristen kennen echter andere oorziken en er bestaan dan ook verschil lend! strafbepalingen voor. In de zestien de eiuw stond op gewelddadige schaking van een vrouwelijk wezen de doodstraf, onveischillig of de ontvoerder behoorlijke plannen dan wel niet had. De wet was zoo streng, omdat in den Riddertijd de scha kingen aan de orde van den dag waren en niettegenstaande de afschaffing van het vuistrecht en van iedere eigen recht spraak, deze door enkele roofridders bij wijze van beroep werden uitgeoefend. Een minnende jongeling behoefde slechts opdracht te geven een schoone, wier hand geweigerd was, te ontvoeren en dit werd zelfs op klaarlichten dag uitge voerd. Natuurlijk werden zij goed betaald, voor hui diensten, die het huwelijk moge lijk miakten. Tegenwoordig komt een echtvereniging op die manier niet meer lot stand, daar de noodige papieren van Jet jongp paartje in orde moeten zijn, doch alfs in tiet einde der achttiende eeuw was dit nog anders en kon in het, van uitste- ktnde watten voorziene Engeland, het on gehoord» gebeuren, dat een vrouw een nun ontvoerde en zich met dezen tegen zijn wil, geheel volgens de wet, liet trou- wïi. De bijzonderheden van deze daad, dit indertijd in geheel Europa enorm op- zi® verbekte, zijn de volgende. Ongeveer 17& leefie in Londen een vrouw Anna Mobstard die, hoewel heel groot, toch ze 3 gcvxi geproportionneerd was, en zóó moti, dit geen man zonder welgevallen naar haar kon zien. Dit gevoel veranderde ech;er in eerbiedige vrees, wanneer Miss Motsiard bewijzen gaf van haar buitenge wone lichaamskracht of haar bedrevenheid tooide in schermen en schieten en worste len. N.emard durfde haar daarom trou wen, tot eiidelijk de twee meter lange kocpman Henslop het toch maar waagde. Zijn vrcuw bleek echter grenzeloos twist ziek te zijn, zoodat hij er genoeg van kreeg en liet huwelijk weer vrij spoedig ontbon den was. Nu werd Anna Moustard her- berfierster en hoofd van een smokke- laaisbende, die den autoriteiten heel wat last gaf. Eindelijk verlargde zij weer naar rust en daar zjjl een rijken vrijgezel kende, besloot zij dezen te huwen. Hij wilde er weliswaar niets van weten, maar dit was geen afdoende reden voor de energieke dame om haar plannen op te geven. Zij nam zich voor den door haar gekozen bruidegom te ontvoeren en in Schotland met hem te trouwen. De aanslag gelukte. De ongelukkige werd, omdat hij niet tot kalmte was te brengen, ook nog streng afgezonderd. Toch gelukte het zijn vrien den hem te ontdekken en tegelijkertijd met zijn bevrijding zijn vrouw gevangen te nemen. Zij werd naar Londen gebracht en daar in 1790 tot drie jaar tuchthuisstraf in Newgate veroordeeld, daar haar daad volgens de uitspraak van de rechtbank, als de meest goddelooze, zondigsté ontee- ring der huwelijkswetten beschouwd werd. Sindsdien heben in Engeland talrijke schakingen plaats gehad, maar de ont voerden waren daarbij steeds van het vrouwelijk geslacht, tot een dertig jaar geleden weer een man, en wel de broeder van een hooggeplaatst Engelsch bankbe- ambte, Mr. William Robertson, door een dame werd ontvoerd. Over de wijze waar op, is tot dusverre niets naders bekend geworden. Men weet slechts, dat Robert son op den dag waarop hij een jonge dame uit een zeer geziene familie naar het al taar zou voeren, niet verscheen, en er in plaats van den man zelf, een brief kwam, waarin vermeld stond, dat de vermiste aan boord van een jacht een ernstig on geluk had gekregen en aan zijn verwon dingen was overleden. Dit was echter zoo als later bleek, niet juist. Robertson leef de, en wel in gevangenschap van een jonge rijke Amerikaansche, die hij vroe ger bemind had, maar daarna verlaten. Zij kon deze smaad niet dulden en daar om was de trouwelooze door haar toedoen aan boord van een schip gebracht, opdat zijn huwelijk met een ander onmogelijk zou worden. En dit doel is ook bereikt, want Robertson is in Engeland nooit meer gezien. Een bewijs voor de slimheid en vinding rijkheid, die de minnende schakers aan den dag legden, is het volgende staaltje Een Italiaansche bakker, bewaakte zijn mooi dochtertje zeer scherp, omdat hij wist dat zij van een musicus hield. De vader wilde van den armen artist niets weten, en de jongeling scheen het meisje daarom te willen ontvoeren. Dientenge volge mocht Marietta zoo heette de schoone ten slotte haar woning in het geheel niet meer verlaten en zooals men in de buurt vertelde hield de „wreede" vader de deur op slot, zoodat ieder die het huis in of uit wilde, eerst met hem in aanraking moest komen. Niettegenstaande dat, was Marietta op een goeden dag weg. De bakker brak zich het hoofd erover, hoe dat mogelijk was geweest, tot hij na de verzoening zijn dochter als vrouw van den musicus in de armen mocht sluiten. Nu hoorde hij, dat de jonge man zich in dertijd als broodhandelaar verkleed had, en met eenige reusachtige manden op een wagen was komen aanrijden. Deze had hij in de bakkerij van den vader zijner gelief de met brooden laten vullen. Ongezien wist Marietta in een mand te kruipen. Da delijk dekte de „kooper" haar met een doek toe, en zij werd tegelijk met de „andere" verzameling brood uit de bakke rij gereden Men kan de maan op drie mieren be schouwen. Ten eerste uit een ast^nnmiflch oogpunt: haar stand aan den he^el, haar invloed op andere lichamen, vnl. \p onze aarde, haar loop door het heelal, e^ Ten tweede uit een natuurkundig oogpij: de geographische en geologische to^and van haar oppervlakte, haar bewoonbar- heid, enz. En ten derde op de min 0f meer theatrale manier, waarop zij dikvfyg beschouwd wordt door velen, die 'savo: van haar zachte stralen genieten en h daarbij dan wel eens min of meer melan cbolisch aanzien. Over dit laatste punt zullen wij het echter niet hebben, daar dit misschien wel onder het wetenswaardige, doch niet o'nder het wetenschappelijke kan worden gerekend I Het is onmogelijk, ook maar «enigszins te benaderen, hoe lang de maan reeds be staat. Kunnen wij niets met zekerheid zeggen omtrent den levensduur van de maan, beter zijn wij op de hoogte met haar stand aan den hemel, waaromtrent de laatste kwarteeuw zeer nauwkeurige waarnemin gen zijn gedaan. Van alle hemellichamen is de maan het dichtst bij onze aarde; de rechte afstand van de aarde tot de maan is slechts 30 maal de middellijn van de aarde of 60 aardstralen. De grootste afstand tot de aarde bedraagt 405.850 K.M. de kleinste 868.640 K.M. Deze afstand is dus betrekkelijk gering, altijd in vergelijking met de onnoemelijke afstanden, waarmede wij bij de bestudee- ring van het heelal kennis maken. Deze afstand kan door electriciteit en licht in enkele seconden worden afgelegd (800.000 K.M. per seconde). De schijnbare grootte van een ver van ons verwijderd voorwerp hangt vnL van drie omstandigheden af: 1. de reëele, de werkelijke grootte, 2. de afstand, waarop dat voorwerp zich van ons bevind, 8. de hoek, waaronder we dat voorwerp waarnemen. De eerste twee punten veranderen niet; de maan blijft natuurlijk altijd even groot en ook altijd nagenoeg even ver van ons verwijderd. De hoek waaronder wij haar zich van ons bevindt, dit is dan ook de oorzaak dat wij, afge zien, verandert echter voortdurend, en maan, haar toch nog in verschillende grootten waarnemen. Als de maan laag staat, dicht bij den horizon, zien wij haar in den regel grooter, dan wanneer zij hoog aan den hemel in het zenith staat. Dit eeft echter ook nog een andere oorzaak, 1. dat bij zeer lagen stand van de maan stralen, die ons bereiken, door de s<Vuine richting, waarin zij in onzen daVpkring vallen, sterk gebroken worden en (aardoor een als het ware misvormd beelA vormen, hetgeen wij ook bij zons- opgai^ en zonsondergang kunnen waar nemen Het 1* hier niet de plaats om uit te leg gen, hen men tot die bepaling van den juisten aftand van de maan tot de aarde is gekomt. Toen Archimedes den Tyran van Syrav.se eens een astronomische kwestie zoi uitleggen en daartoe ook eenige wisk^dige berekeningen maakte, beval de Ty>jn hem, deze achterwege te laten. Archimedes antwoordde echter be daard: „Laat t»na voortgaan, er is in de wetenschap gereserveerde weg voor koningen." Wij Vullen de wiskunde echter wel achterwege laten, waaruit we met vreugde kunnen ipmaken, dat er wel een gereserveerde wegjs voor onze lezers. Wel kunnen we »>ver den afstand van de maan tot de aard* nog mededeelen, dat deze reeds heel vroe^ bij benadering be kend was en dat me* reeds eeuwen te voren wist, dat deze tagenotg 80 aard- Een tweede staaltje van vindingrijkheid is het volgende. Niet zoo heel lang geleden nog stapte een muildier uit de poort van de stad Santa Rita de Passa in Mexico. Over zijn zadel hingen twee groote draagmanden. Een politieagent, die voor de poort de wacht hield, had medelijden met het arme beest. Het scheen hem te zwaar beladen. HJj hield het daarom aan en vroeg wat de manden bevatten. „Niets dan oud flzer," luidde het antwoord. Het hoort van den Senor Martinez en moet naar diens huis worden gebracht voor een verbouwing." Toen de agent dien naam hoorde week hij dadelijk terug, want dien heer mochten geen moeilijkheden in den weg gelegd worden. Immers had hij den agent niet on langs nog een flinke fooi gegeven, opdat een zeker Rodrigo Nunes, ten slotte toch niet met zijn dochter Estrella zou vluchten om zich in het dichstbijzijnde dorp te laten trouwen? Derhalve een oogje dicht en twee uur later kwam het muildier in Puebla de Los Angeles, het doel van den tocht, aan. Daar hield het voor de kerk stil. De manden werden losgemaakt en op den grond neer gezet. Nauwelijks was dit gebeurd, of de deksels gingen open en uit de eene mand keek het hoofd van Estrella, uit de andere dat van Rodrigo, die dit plan samen had den bedacht en nu het loon voor de min der prettige uurtjes in hun enge verblijf plaats kregen. Dames zijn meer energiek in het beden ken van zulke plannen, dan men gewoon lijk aanneemt. Alleen jammer, dat zij uit vreugde over het aangename vooruitzicht vaak niet kunnen zwegen en daardoor niet alleen alles dikwijls verijdelen, maar ook groot onheil kunnen stichten. Een zekere William Jenkinson heeft ook dit moeten ondervinden. Nauwelijks te Snijder in Kansas aangekomen, werd hij hevig verliefd op een jong meisje, en na een korte kennismaking vroeg hij haar hand. Hij werd weliswaar niet afgewezen maar het huwelijk werd telkens uitgesteld,zoo dat Jenkinson zijn meisje voorstelde, haar te ontvoeren, en haar ergens anders te trouwen. Zij stemde toe. 's-Avonds zou een rijtuig in de nabijheid van de woning staan. Dit geschiedde en weinig seconden na aankomst van hèt vehikel sprong een vrouwelijke gestalte er in. In draf ging het naar Dodge-city, waar een geestelijke het paartje in den echt verbond. Toen zij uit de kerk kwamen, brak de morgen aan en nu zag Jenkinson tot zijn ontzetting, dat hij niet met zijn geliefde, maar met haar tweelingzuster getrouwd was. De echte bruid had de zuster in vertrouwen genomen en daar deze ook op Jenkinson verliefd was, was zij haar zuster vóór geweest. B. Je kunt mannen bfj sigaren ver gelijken. Hoezoo? Wel, als je ze laat uitgaan, zijn ze nooit meer zoo goed. Je kunt geen twee dingen tegelijk doen. Neen. Daarom valt het den meesten waarschijnlijk zoo moeilijk, te vergeven en te vergeten. Ik heb een vreeselijke verkoudheid in mijn hoofd, sprak de bediende. Nu, dat is tenminste beter dan heele- maal niets, bromde de procuratiehouder Een ding is me opgevallen sedert je getrouwd bent: er mankeeren geen knoo- pen meer aan je colbert. O, neen; voordat we acht dagen ge trouwd waren had Minnie me al geleerd hoe ik ze er aan moest zetten. Verbeeld je, Henri, toen ik gister avond aan het zingen was hebben ze een slof door het raam gegooid. Wel, vrouwtje, zing dan vanavond weer; misschien gooien ze de tweede ook dan heb je tenminste een paar. Je moet me niet kwalijk nemen, sprak Pieterse tot zijn vriend, die een weduwe had getrouwd, maar ik zou er niets voor voelen om de tweede man van een vrouw te worden. Och, antwoordde de vriend, ik voel er in ieder geval meer voor om de tweede te zijn, dan de eerste. Ik vrees dat je me zult vergeten als je eenmaal weg bent. Zeker niet, lieveling; ik zal aan je denken, als al het andere in de vergetel heid weggezonken is. Dat is het juist waar ik bang voor ben; je zult alleen maar aan me denken als je nergens anders aan te denken hebt. De wereld gaat in zedelijk opzicht vooruit, sprak de teleurgesteld erfgenaam; vroeger, als iemand gestorven was, maak ten de erfgenamen ruzie over de verdee ling van de nalatenschap; maar tegen woordig zorgt de ontvanger van de suc cessierechten er wel voor, dat er niets meer overblijft dat de moeite waard is om er ruzie over te maken. „WEEST B] U" Fl. Blfitter) Oud inbreker (tot zijn zoon). Jonge als jij Je niet aanwent fatsoenlijk je handen te wasschen inplaats van overal vingerafdrukken achter te laten zul je nooit op 'n eervolle wijze door het leven komen. middellijnen bedraagt, welke afstand weer ongeveer overeenkomt met 110 maan- middellijnen. Latere metingen hebben dit bevestigd; de middellijn der maan is inderdaad gelijk aan 3/11 van die der aarde. De tijd, dien het. licht noodig heeft om ons vanaf de maan te bereiken is 1.25 se conde. Door de onnoemelijke snelheid, waarmede het licht zich door de ruimte voortplant, kunnen we ons aan de hand van die opgave nog in het geheel geen denkbeeld vormen van den werkelijken afstand. Wij zeiden reeds, dat die afstand uit een astronomisch oogpunt maar een kleinigheid was. Om er zich echter eenigs- zins een denkbeeld van te kunnen vormen, diene het volgende: a. Een kanonskogel, die zich voortbe weegt met een gemiddelde snelheid van 500 M. per sec. (30.000 K.M. per uur) zou 8 dagen en 5 uren noodig hebben, om van af de aarde de maan te bereiken. b. De gemiddelde snelheid van het ge luid is 832 M. per sec. Het geluid nu heeft in tegenstelling met het licht, als midden stof voor zijn voortplanting lucht noodig, en daar zich tusschen onze dampkrings- grens en de maan een reusachtige lucht ledige ruimte bevindt, kan het geluid zich onmogelijk van de aarde tot de maan voortplanten. Stellen wij ons echter een oogenblik voor, dat dit bezwaar niet be stond, dan zou een heftige vulcanische uitbarsting, die op de maan plaats had, eerst 13 dagen en 20 uren later door ons kunnen worden gehoord. c. Een sneltrein, rijdende met een ge middelde snelheid van «80 K.M. per uur, zou den aardomtrek in 51 dagen kunnen afleggen, terwijl hij, om van hier tot de maan geplaatst was van ons, kon men in derweg zou moeten blijven, dus daartoe ruim 1 jaar en 3 maanden noodig zou hebben. Toen men den afstand wist, waai op de maan geplaatst was, van ons, kon men ia verband met haar rjcWjnir.re grooita o .k haar volume bepalen, en vond daarvoor 22.150.000.000 kubieke K.M. De baan, die de maan door het lucht ruim beschrijft, is vnl. afhankelijk van den invloed van de aard6. Het is de aan trekkingskracht, welke door de aarde op de maan wordt uitgeoefend, die dezen loop vnl. regelt. Natuurlijk is deze ook nog van andere machtige invloeden afhanke lijk, want, greep slechts een kracht vanuit de richting der aarde in het zwaartepunt der maan aan, dan zou deze natuurlijk met reusachtige snelheid naar de aarde komen vallen. Nemen we eerst eens in aanmerking de aantrekkingskracht van de zon, die den omloop van onze aarde regelt; deze kracht is natuurlijk ook van grooten invloed op de maan, die zich op nagenoeg gelijken afstand van de zon bevindt. Dat er van de aarde uit een kracht werkt, die de eigenschap heeft, de licha men naar zich toe te trekken, is het eerst ontdekt door Newton. Als jonge man van 23 jaar zat hij eens op een stillen zomer avond buiten, toen een appel van een naast hem staanden boom plotseling los liet en op den grond vieL Daar op dat oogenblik geen enkel ander geluid de stil te om hem heen verstoorde, trof hem deze nietige gebeurtenis. De gedachte ging hem door het hoofd: Hoe komt het nu, dat iets, dat aan de een of andere macht, die het vallen belet, onttrokken wordt, al tijd naar beneden valt en dan nog wel al tijd in een richting, loodrecht op het hori zontaal vlak der aarde? Toen hij daar verder over doordacht, viel zijn oog op de maan, die helder aan den hemel stond, en het bevreemdde hem, dat die maan, toch ook een voorwerp dat zich geheel vrij in het heelal bevindt, niet naar omlaag viel. Dit nu bracht hem tot de ontdekking, dat van de aarde uit een kracht moet gaan, die de voorwerpen naar zich toetrekt, die op alle stoffen een soort magnetische wer king uitoefent, maar ook, dat er eveneens van andere hemellichamen, dergelijke krachten moeten uitgaan, wier Invloed „Weest bereid I" dat is de inter nationale leuze van de padvindersorga nisatie, een aansporing tot een daadkrach tig waakzaam zijn. Het lijkt ons een voor treffelijke leuze voor een vereoniglng, welke zich op het gebied der jeugd- opvoeding beweegt. Maar ook voor velen, die de jaren der jeugd reeds achter zich hebben en midden in het volle leven staan, behelst deze wapenspreuk ongetwijfeld een raadgeving, welke zij zich met vrucht ten nutte zouden kunnen maken. Op een dezer dagen in Engeland gehouden arbei derscongres, dat gepresideerd werd door een reeds vergrijsden voorzitter, tracht ten eenige bolsjewisten op de tribunes, een geregeld verloop der vergadering on mogelijk te maken. De voorzitter richtte toen een ernstige vermaning tot de onrust stokers om zich ordelijker te gedragen. Deze aansporing had echter bitter weinig succes bij de blijkbaar op een relletje be luste bezoekers. En wat deed de oude heer, die het congres presideerde daarop? Hij legde bedaard den voorzittershamer neer, begaf zich naar boven en zette eigenhan dig twee van de ergste belhamels buiten de zaal. Dit krachtdadige optreden liet niet na indruk te maken op de overige rustverstoorders en het oongres kon zijn werkzaamheden verder ongemoeid afdoen. Ziehier nu een aan de alledaagsche levenspractijk ontleend voorbeeld van een daadkrachtig bereid zijn en van het suo- ces, waarmede een kloek optreden in verreweg de meeste gevallen bekroond wordt. Deze voorzitter kende geen aarze ling, hij vroeg zich niet af of de mannen op de tribune wellicht jonger en sterker dan hij zouden zijn, hij kende slechts één doel en dat was de situatie te blijven be- heerschen. En hij triomfeerde, niet om zijn buitengewone lichaamskracht, want hij was een oud man, maar door de sug gestieve macht van zijn onverzettelijk op treden. De herrie-makers ontmoetten in hem een man, die zonder aarzeling of vrees de moeilijkheden van het oogenblik tegemoet trad en onbewust voelden zij de geestelijke superioriteit van deze leiders figuur. De overigen hadden ongetwijfeld nog wel kunnen voortgaan met het maken van rumoer en wanneer zij gewild hadden, dan zouden zij het in lichaamssterkte on getwijfeld van den congresvoorzitter heb ben kunnen winnen, maar al deze over wegingen weken terug voor het moreele gezag, dat van het energieke optreden van den president uitging. Zooals het hier verliep gaat het zoo vaak in het leven. Wanneer wij aarzelend en dralerig staan tegenover de moeilijkheden, dan loopen wij alle kans het onderspit te zullen del ven. Maar wanneer wij vastbesloten zijn de teugels van ons leven strak in handen te houden, wanneer wij een moeilijke si tuatie onvervaard in de oogen durven te zien en er niet voor terugdeinzen de koe flink bij de horens te pakken, dan zal het niet licht gebeuren, dat de moeilijkheden ons boven het hoofd zullen groeien. Waar het op aankomt, dat is op wat onverzette lijkheid van wil en kordaatheid, zooals de congresvoorzitter van wien wij zooeven vertelden, zoo prachtig aan den dag wist te leggen. Een uitnemend voorbeeld, om te onthouden en zich in pénibele momen ten voor oogen te stellen. Als een treffen de illustratie van die uitnemende leuze voor jong en oud: „Weest bereid". Dr. JOS. DE OOCK. Werker te H. De beste manier om te slagen is, dat gij u het einddoel van uw arbeid reèds nu voor oogen stelt. Deze voorstelling heeft tweeërlei waarde, n.L doordat gij het werk reeds voltooid ziet in uw gedachte, werkt deze alleen al de vol tooiing in de hand en ten andere zal de voorproef van de vreugde over het afge maakte werk, het verlangen om eraan te werken grooter maken. Bedenk telkens, evenwicht moet maken met die der aard- aantrekkingskracht. Toen men de zwaartekracht eenmaal kende, was dit als het ware het ei van Columbus. Immers, als die zwaartekracht er niet was, waaraan zou het dan moeten worden toegeschreven, dat b.v. een ka nonskogel, die in een horizontale richting wordt voortgeschoten, niet steeds die rich ting blijft behouden, maar langzamerhand daalt en tenslotte op den grond neerkomt? De snelheid van die daling nu zal altijd gelijk zijn aan de snelheid, waarmede de kanonskogel zou gevallen zijn, wanneer men hem eenvoudig vanuit een rusttoe stand had losgelaten. Ditzelfde kunnen wij nu op de maan ook toepassen. Zooals bekend is, beschrijft de maan in een tijdsverloop van ongeveer een maand een cirkel rondom onze aarde; de juiste omloopstijd is 27 dagen, 7 uren, 43 minuten en 11 seconden. De snelheid, waarmede de maan zich voortbeweegt, is 1017 M. per sec. Vergelijken we dien toe stand nu met den kanonskogel, waarvan wij zooeven spraken, dan zou de maan, als andere hemellichamen niet mede hun in vloed op haar deden gevoelen, steeds in een horizontale lijn voortvliegen. Werkte uitsluitend de aantrekkingskracht der aarde op de maan, dan zou deze er zich steeds meer en steeds sneller naar hoe be wegen, en een hevige botsing tusschen maan en aarde zou tenslotte onvermijde lijk zijn. Nu is de geheele werking van ons zonnestelsel weer zoo prachtig inge richt, dat de combinatie van de zwaarte kracht, die vanuit de aarde op de maan ingrijpt, met de magnetische invloeden, die vanuit andere hemellichamen op haar worden uitgeoefend, juist tot eindresul taat hebben, dat de maan zich steeds op gelijken afstand van de aarde blijft be vinden, en er tevens met een zeer regel matige snelheid omheen draait (Wordt vervolgd 4 Juttertje 3*2' (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). GEEN TALENTEN I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 7