UIT DE WIE WERELD
DE MAAN.
Populair Bijvoegsel van de
l-ELDERSCHE COURANT,
Tan Zato»"dag 11 Augustus 1928.
Tob Nooit Hoekje.
WIMANTLSCHE SCHAKINGEN.
En ook keel eenvoudige.
R bestaat heel wat verschil van mee-
mn* ondermaansche, maar er zal
nau^elflks een scherper tegenstelling te
vin<pn zijn, dan die tusschen een rechts
geleerde en een jonge dame, waar het om
het beoordeelen van een schaking gaat
Wait terwijl dit van het standpunt van
den eersten beschouwd, steeds een min
1®?r. str&fbaar feit is, zijn zeker 99 van
ae DU jonge dames geneigd, een ontvoe
ring voor het toppunt van alles wat mooi
en jomantisch is te houden en in den
schater een ridder te zien, die voor zijn
betomden moed zeker een zoet loon ver
dient Natuurlijk hebben wij dan steeds de
ontvoering uit liefde op het oog; ja, zij
houdBn deze zelfs voor de eenig-mogelijke
redei; de juristen kennen echter andere
oorziken en er bestaan dan ook verschil
lend! strafbepalingen voor. In de zestien
de eiuw stond op gewelddadige schaking
van een vrouwelijk wezen de doodstraf,
onveischillig of de ontvoerder behoorlijke
plannen dan wel niet had. De wet was zoo
streng, omdat in den Riddertijd de scha
kingen aan de orde van den dag waren en
niettegenstaande de afschaffing van het
vuistrecht en van iedere eigen recht
spraak, deze door enkele roofridders bij
wijze van beroep werden uitgeoefend.
Een minnende jongeling behoefde
slechts opdracht te geven een schoone,
wier hand geweigerd was, te ontvoeren en
dit werd zelfs op klaarlichten dag uitge
voerd. Natuurlijk werden zij goed betaald,
voor hui diensten, die het huwelijk moge
lijk miakten. Tegenwoordig komt een
echtvereniging op die manier niet meer
lot stand, daar de noodige papieren van
Jet jongp paartje in orde moeten zijn, doch
alfs in tiet einde der achttiende eeuw was
dit nog anders en kon in het, van uitste-
ktnde watten voorziene Engeland, het on
gehoord» gebeuren, dat een vrouw een
nun ontvoerde en zich met dezen tegen
zijn wil, geheel volgens de wet, liet trou-
wïi. De bijzonderheden van deze daad,
dit indertijd in geheel Europa enorm op-
zi® verbekte, zijn de volgende. Ongeveer
17& leefie in Londen een vrouw Anna
Mobstard die, hoewel heel groot, toch
ze 3 gcvxi geproportionneerd was, en zóó
moti, dit geen man zonder welgevallen
naar haar kon zien. Dit gevoel veranderde
ech;er in eerbiedige vrees, wanneer Miss
Motsiard bewijzen gaf van haar buitenge
wone lichaamskracht of haar bedrevenheid
tooide in schermen en schieten en worste
len. N.emard durfde haar daarom trou
wen, tot eiidelijk de twee meter lange
kocpman Henslop het toch maar waagde.
Zijn vrcuw bleek echter grenzeloos twist
ziek te zijn, zoodat hij er genoeg van kreeg
en liet huwelijk weer vrij spoedig ontbon
den was. Nu werd Anna Moustard her-
berfierster en hoofd van een smokke-
laaisbende, die den autoriteiten heel wat
last gaf. Eindelijk verlargde zij weer naar
rust en daar zjjl een rijken vrijgezel kende,
besloot zij dezen te huwen. Hij wilde er
weliswaar niets van weten, maar dit was
geen afdoende reden voor de energieke
dame om haar plannen op te geven. Zij
nam zich voor den door haar gekozen
bruidegom te ontvoeren en in Schotland
met hem te trouwen. De aanslag gelukte.
De ongelukkige werd, omdat hij niet tot
kalmte was te brengen, ook nog streng
afgezonderd. Toch gelukte het zijn vrien
den hem te ontdekken en tegelijkertijd
met zijn bevrijding zijn vrouw gevangen
te nemen. Zij werd naar Londen gebracht
en daar in 1790 tot drie jaar tuchthuisstraf
in Newgate veroordeeld, daar haar daad
volgens de uitspraak van de rechtbank,
als de meest goddelooze, zondigsté ontee-
ring der huwelijkswetten beschouwd werd.
Sindsdien heben in Engeland talrijke
schakingen plaats gehad, maar de ont
voerden waren daarbij steeds van het
vrouwelijk geslacht, tot een dertig jaar
geleden weer een man, en wel de broeder
van een hooggeplaatst Engelsch bankbe-
ambte, Mr. William Robertson, door een
dame werd ontvoerd. Over de wijze waar
op, is tot dusverre niets naders bekend
geworden. Men weet slechts, dat Robert
son op den dag waarop hij een jonge dame
uit een zeer geziene familie naar het al
taar zou voeren, niet verscheen, en er in
plaats van den man zelf, een brief kwam,
waarin vermeld stond, dat de vermiste
aan boord van een jacht een ernstig on
geluk had gekregen en aan zijn verwon
dingen was overleden. Dit was echter zoo
als later bleek, niet juist. Robertson leef
de, en wel in gevangenschap van een
jonge rijke Amerikaansche, die hij vroe
ger bemind had, maar daarna verlaten.
Zij kon deze smaad niet dulden en daar
om was de trouwelooze door haar toedoen
aan boord van een schip gebracht, opdat
zijn huwelijk met een ander onmogelijk
zou worden. En dit doel is ook bereikt,
want Robertson is in Engeland nooit meer
gezien.
Een bewijs voor de slimheid en vinding
rijkheid, die de minnende schakers aan
den dag legden, is het volgende staaltje
Een Italiaansche bakker, bewaakte zijn
mooi dochtertje zeer scherp, omdat hij
wist dat zij van een musicus hield. De
vader wilde van den armen artist niets
weten, en de jongeling scheen het meisje
daarom te willen ontvoeren. Dientenge
volge mocht Marietta zoo heette de
schoone ten slotte haar woning in het
geheel niet meer verlaten en zooals men
in de buurt vertelde hield de „wreede"
vader de deur op slot, zoodat ieder die
het huis in of uit wilde, eerst met hem in
aanraking moest komen. Niettegenstaande
dat, was Marietta op een goeden dag weg.
De bakker brak zich het hoofd erover,
hoe dat mogelijk was geweest, tot hij na
de verzoening zijn dochter als vrouw van
den musicus in de armen mocht sluiten.
Nu hoorde hij, dat de jonge man zich in
dertijd als broodhandelaar verkleed had,
en met eenige reusachtige manden op een
wagen was komen aanrijden. Deze had hij
in de bakkerij van den vader zijner gelief
de met brooden laten vullen. Ongezien
wist Marietta in een mand te kruipen. Da
delijk dekte de „kooper" haar met een
doek toe, en zij werd tegelijk met de
„andere" verzameling brood uit de bakke
rij gereden
Men kan de maan op drie mieren be
schouwen. Ten eerste uit een ast^nnmiflch
oogpunt: haar stand aan den he^el, haar
invloed op andere lichamen, vnl. \p onze
aarde, haar loop door het heelal, e^ Ten
tweede uit een natuurkundig oogpij: de
geographische en geologische to^and
van haar oppervlakte, haar bewoonbar-
heid, enz. En ten derde op de min 0f
meer theatrale manier, waarop zij dikvfyg
beschouwd wordt door velen, die 'savo:
van haar zachte stralen genieten en h
daarbij dan wel eens min of meer melan
cbolisch aanzien. Over dit laatste punt
zullen wij het echter niet hebben, daar dit
misschien wel onder het wetenswaardige,
doch niet o'nder het wetenschappelijke
kan worden gerekend I
Het is onmogelijk, ook maar «enigszins
te benaderen, hoe lang de maan reeds be
staat.
Kunnen wij niets met zekerheid zeggen
omtrent den levensduur van de maan,
beter zijn wij op de hoogte met haar stand
aan den hemel, waaromtrent de laatste
kwarteeuw zeer nauwkeurige waarnemin
gen zijn gedaan.
Van alle hemellichamen is de maan het
dichtst bij onze aarde; de rechte afstand
van de aarde tot de maan is slechts 30
maal de middellijn van de aarde of 60
aardstralen. De grootste afstand tot de
aarde bedraagt 405.850 K.M. de kleinste
868.640 K.M.
Deze afstand is dus betrekkelijk gering,
altijd in vergelijking met de onnoemelijke
afstanden, waarmede wij bij de bestudee-
ring van het heelal kennis maken. Deze
afstand kan door electriciteit en licht in
enkele seconden worden afgelegd (800.000
K.M. per seconde).
De schijnbare grootte van een ver van
ons verwijderd voorwerp hangt vnL van
drie omstandigheden af:
1. de reëele, de werkelijke grootte,
2. de afstand, waarop dat voorwerp
zich van ons bevind,
8. de hoek, waaronder we dat voorwerp
waarnemen.
De eerste twee punten veranderen niet;
de maan blijft natuurlijk altijd even groot
en ook altijd nagenoeg even ver van ons
verwijderd. De hoek waaronder wij haar
zich van ons bevindt,
dit is dan ook de oorzaak dat wij, afge
zien, verandert echter voortdurend, en
maan, haar toch nog in verschillende
grootten waarnemen. Als de maan laag
staat, dicht bij den horizon, zien wij haar
in den regel grooter, dan wanneer zij hoog
aan den hemel in het zenith staat. Dit
eeft echter ook nog een andere oorzaak,
1. dat bij zeer lagen stand van de maan
stralen, die ons bereiken, door de
s<Vuine richting, waarin zij in onzen
daVpkring vallen, sterk gebroken worden
en (aardoor een als het ware misvormd
beelA vormen, hetgeen wij ook bij zons-
opgai^ en zonsondergang kunnen waar
nemen
Het 1* hier niet de plaats om uit te leg
gen, hen men tot die bepaling van den
juisten aftand van de maan tot de aarde
is gekomt. Toen Archimedes den Tyran
van Syrav.se eens een astronomische
kwestie zoi uitleggen en daartoe ook
eenige wisk^dige berekeningen maakte,
beval de Ty>jn hem, deze achterwege te
laten. Archimedes antwoordde echter be
daard: „Laat t»na voortgaan, er is in de
wetenschap gereserveerde weg voor
koningen." Wij Vullen de wiskunde echter
wel achterwege laten, waaruit we met
vreugde kunnen ipmaken, dat er wel een
gereserveerde wegjs voor onze lezers.
Wel kunnen we »>ver den afstand van
de maan tot de aard* nog mededeelen, dat
deze reeds heel vroe^ bij benadering be
kend was en dat me* reeds eeuwen te
voren wist, dat deze tagenotg 80 aard-
Een tweede staaltje van vindingrijkheid
is het volgende.
Niet zoo heel lang geleden nog stapte
een muildier uit de poort van de stad
Santa Rita de Passa in Mexico. Over zijn
zadel hingen twee groote draagmanden.
Een politieagent, die voor de poort de
wacht hield, had medelijden met het arme
beest. Het scheen hem te zwaar beladen.
HJj hield het daarom aan en vroeg wat
de manden bevatten. „Niets dan oud flzer,"
luidde het antwoord. Het hoort van den
Senor Martinez en moet naar diens huis
worden gebracht voor een verbouwing."
Toen de agent dien naam hoorde week hij
dadelijk terug, want dien heer mochten
geen moeilijkheden in den weg gelegd
worden. Immers had hij den agent niet on
langs nog een flinke fooi gegeven, opdat
een zeker Rodrigo Nunes, ten slotte toch
niet met zijn dochter Estrella zou vluchten
om zich in het dichstbijzijnde dorp te laten
trouwen?
Derhalve een oogje dicht en twee uur
later kwam het muildier in Puebla de Los
Angeles, het doel van den tocht, aan. Daar
hield het voor de kerk stil. De manden
werden losgemaakt en op den grond neer
gezet. Nauwelijks was dit gebeurd, of de
deksels gingen open en uit de eene mand
keek het hoofd van Estrella, uit de andere
dat van Rodrigo, die dit plan samen had
den bedacht en nu het loon voor de min
der prettige uurtjes in hun enge verblijf
plaats kregen.
Dames zijn meer energiek in het beden
ken van zulke plannen, dan men gewoon
lijk aanneemt. Alleen jammer, dat zij uit
vreugde over het aangename vooruitzicht
vaak niet kunnen zwegen en daardoor
niet alleen alles dikwijls verijdelen, maar
ook groot onheil kunnen stichten. Een
zekere William Jenkinson heeft ook dit
moeten ondervinden. Nauwelijks te Snijder
in Kansas aangekomen, werd hij hevig
verliefd op een jong meisje, en na een
korte kennismaking vroeg hij haar hand.
Hij werd weliswaar niet afgewezen maar
het huwelijk werd telkens uitgesteld,zoo
dat Jenkinson zijn meisje voorstelde, haar
te ontvoeren, en haar ergens anders te
trouwen. Zij stemde toe. 's-Avonds zou een
rijtuig in de nabijheid van de woning
staan. Dit geschiedde en weinig seconden
na aankomst van hèt vehikel sprong een
vrouwelijke gestalte er in. In draf ging
het naar Dodge-city, waar een geestelijke
het paartje in den echt verbond. Toen zij
uit de kerk kwamen, brak de morgen aan
en nu zag Jenkinson tot zijn ontzetting,
dat hij niet met zijn geliefde, maar met
haar tweelingzuster getrouwd was. De
echte bruid had de zuster in vertrouwen
genomen en daar deze ook op Jenkinson
verliefd was, was zij haar zuster vóór
geweest.
B.
Je kunt mannen bfj sigaren ver
gelijken.
Hoezoo?
Wel, als je ze laat uitgaan, zijn ze
nooit meer zoo goed.
Je kunt geen twee dingen tegelijk
doen.
Neen. Daarom valt het den meesten
waarschijnlijk zoo moeilijk, te vergeven
en te vergeten.
Ik heb een vreeselijke verkoudheid
in mijn hoofd, sprak de bediende.
Nu, dat is tenminste beter dan heele-
maal niets, bromde de procuratiehouder
Een ding is me opgevallen sedert je
getrouwd bent: er mankeeren geen knoo-
pen meer aan je colbert.
O, neen; voordat we acht dagen ge
trouwd waren had Minnie me al geleerd
hoe ik ze er aan moest zetten.
Verbeeld je, Henri, toen ik gister
avond aan het zingen was hebben ze een
slof door het raam gegooid.
Wel, vrouwtje, zing dan vanavond
weer; misschien gooien ze de tweede ook
dan heb je tenminste een paar.
Je moet me niet kwalijk nemen, sprak
Pieterse tot zijn vriend, die een weduwe
had getrouwd, maar ik zou er niets voor
voelen om de tweede man van een vrouw
te worden.
Och, antwoordde de vriend, ik voel
er in ieder geval meer voor om de tweede
te zijn, dan de eerste.
Ik vrees dat je me zult vergeten als
je eenmaal weg bent.
Zeker niet, lieveling; ik zal aan je
denken, als al het andere in de vergetel
heid weggezonken is.
Dat is het juist waar ik bang voor
ben; je zult alleen maar aan me denken
als je nergens anders aan te denken hebt.
De wereld gaat in zedelijk opzicht
vooruit, sprak de teleurgesteld erfgenaam;
vroeger, als iemand gestorven was, maak
ten de erfgenamen ruzie over de verdee
ling van de nalatenschap; maar tegen
woordig zorgt de ontvanger van de suc
cessierechten er wel voor, dat er niets
meer overblijft dat de moeite waard is om
er ruzie over te maken.
„WEEST B]
U"
Fl. Blfitter)
Oud inbreker (tot zijn zoon). Jonge als jij Je niet aanwent fatsoenlijk je
handen te wasschen inplaats van overal vingerafdrukken achter te laten zul je
nooit op 'n eervolle wijze door het leven komen.
middellijnen bedraagt, welke afstand
weer ongeveer overeenkomt met 110 maan-
middellijnen. Latere metingen hebben
dit bevestigd; de middellijn der maan is
inderdaad gelijk aan 3/11 van die der
aarde.
De tijd, dien het. licht noodig heeft om
ons vanaf de maan te bereiken is 1.25 se
conde. Door de onnoemelijke snelheid,
waarmede het licht zich door de ruimte
voortplant, kunnen we ons aan de hand
van die opgave nog in het geheel geen
denkbeeld vormen van den werkelijken
afstand. Wij zeiden reeds, dat die afstand
uit een astronomisch oogpunt maar een
kleinigheid was. Om er zich echter eenigs-
zins een denkbeeld van te kunnen vormen,
diene het volgende:
a. Een kanonskogel, die zich voortbe
weegt met een gemiddelde snelheid van
500 M. per sec. (30.000 K.M. per uur) zou
8 dagen en 5 uren noodig hebben, om van
af de aarde de maan te bereiken.
b. De gemiddelde snelheid van het ge
luid is 832 M. per sec. Het geluid nu heeft
in tegenstelling met het licht, als midden
stof voor zijn voortplanting lucht noodig,
en daar zich tusschen onze dampkrings-
grens en de maan een reusachtige lucht
ledige ruimte bevindt, kan het geluid
zich onmogelijk van de aarde tot de maan
voortplanten. Stellen wij ons echter een
oogenblik voor, dat dit bezwaar niet be
stond, dan zou een heftige vulcanische
uitbarsting, die op de maan plaats had,
eerst 13 dagen en 20 uren later door ons
kunnen worden gehoord.
c. Een sneltrein, rijdende met een ge
middelde snelheid van «80 K.M. per uur,
zou den aardomtrek in 51 dagen kunnen
afleggen, terwijl hij, om van hier tot de
maan geplaatst was van ons, kon men in
derweg zou moeten blijven, dus daartoe
ruim 1 jaar en 3 maanden noodig zou
hebben.
Toen men den afstand wist, waai op de
maan geplaatst was, van ons, kon men ia
verband met haar rjcWjnir.re grooita o .k
haar volume bepalen, en vond daarvoor
22.150.000.000 kubieke K.M.
De baan, die de maan door het lucht
ruim beschrijft, is vnl. afhankelijk van
den invloed van de aard6. Het is de aan
trekkingskracht, welke door de aarde op
de maan wordt uitgeoefend, die dezen
loop vnl. regelt. Natuurlijk is deze ook nog
van andere machtige invloeden afhanke
lijk, want, greep slechts een kracht vanuit
de richting der aarde in het zwaartepunt
der maan aan, dan zou deze natuurlijk
met reusachtige snelheid naar de aarde
komen vallen. Nemen we eerst eens in
aanmerking de aantrekkingskracht van de
zon, die den omloop van onze aarde regelt;
deze kracht is natuurlijk ook van grooten
invloed op de maan, die zich op nagenoeg
gelijken afstand van de zon bevindt.
Dat er van de aarde uit een kracht
werkt, die de eigenschap heeft, de licha
men naar zich toe te trekken, is het eerst
ontdekt door Newton. Als jonge man van
23 jaar zat hij eens op een stillen zomer
avond buiten, toen een appel van een
naast hem staanden boom plotseling los
liet en op den grond vieL Daar op dat
oogenblik geen enkel ander geluid de stil
te om hem heen verstoorde, trof hem deze
nietige gebeurtenis. De gedachte ging
hem door het hoofd: Hoe komt het nu,
dat iets, dat aan de een of andere macht,
die het vallen belet, onttrokken wordt, al
tijd naar beneden valt en dan nog wel al
tijd in een richting, loodrecht op het hori
zontaal vlak der aarde? Toen hij daar
verder over doordacht, viel zijn oog op de
maan, die helder aan den hemel stond, en
het bevreemdde hem, dat die maan, toch
ook een voorwerp dat zich geheel vrij in
het heelal bevindt, niet naar omlaag viel.
Dit nu bracht hem tot de ontdekking, dat
van de aarde uit een kracht moet gaan,
die de voorwerpen naar zich toetrekt, die
op alle stoffen een soort magnetische wer
king uitoefent, maar ook, dat er eveneens
van andere hemellichamen, dergelijke
krachten moeten uitgaan, wier Invloed
„Weest bereid I" dat is de inter
nationale leuze van de padvindersorga
nisatie, een aansporing tot een daadkrach
tig waakzaam zijn. Het lijkt ons een voor
treffelijke leuze voor een vereoniglng,
welke zich op het gebied der jeugd-
opvoeding beweegt. Maar ook voor velen,
die de jaren der jeugd reeds achter zich
hebben en midden in het volle leven staan,
behelst deze wapenspreuk ongetwijfeld
een raadgeving, welke zij zich met vrucht
ten nutte zouden kunnen maken. Op een
dezer dagen in Engeland gehouden arbei
derscongres, dat gepresideerd werd door
een reeds vergrijsden voorzitter, tracht
ten eenige bolsjewisten op de tribunes,
een geregeld verloop der vergadering on
mogelijk te maken. De voorzitter richtte
toen een ernstige vermaning tot de onrust
stokers om zich ordelijker te gedragen.
Deze aansporing had echter bitter weinig
succes bij de blijkbaar op een relletje be
luste bezoekers. En wat deed de oude heer,
die het congres presideerde daarop? Hij
legde bedaard den voorzittershamer neer,
begaf zich naar boven en zette eigenhan
dig twee van de ergste belhamels buiten
de zaal. Dit krachtdadige optreden liet
niet na indruk te maken op de overige
rustverstoorders en het oongres kon zijn
werkzaamheden verder ongemoeid afdoen.
Ziehier nu een aan de alledaagsche
levenspractijk ontleend voorbeeld van een
daadkrachtig bereid zijn en van het suo-
ces, waarmede een kloek optreden in
verreweg de meeste gevallen bekroond
wordt. Deze voorzitter kende geen aarze
ling, hij vroeg zich niet af of de mannen
op de tribune wellicht jonger en sterker
dan hij zouden zijn, hij kende slechts één
doel en dat was de situatie te blijven be-
heerschen. En hij triomfeerde, niet om
zijn buitengewone lichaamskracht, want
hij was een oud man, maar door de sug
gestieve macht van zijn onverzettelijk op
treden. De herrie-makers ontmoetten in
hem een man, die zonder aarzeling of
vrees de moeilijkheden van het oogenblik
tegemoet trad en onbewust voelden zij de
geestelijke superioriteit van deze leiders
figuur. De overigen hadden ongetwijfeld
nog wel kunnen voortgaan met het maken
van rumoer en wanneer zij gewild hadden,
dan zouden zij het in lichaamssterkte on
getwijfeld van den congresvoorzitter heb
ben kunnen winnen, maar al deze over
wegingen weken terug voor het moreele
gezag, dat van het energieke optreden
van den president uitging. Zooals het hier
verliep gaat het zoo vaak in het leven.
Wanneer wij aarzelend en dralerig staan
tegenover de moeilijkheden, dan loopen
wij alle kans het onderspit te zullen del
ven. Maar wanneer wij vastbesloten zijn
de teugels van ons leven strak in handen
te houden, wanneer wij een moeilijke si
tuatie onvervaard in de oogen durven te
zien en er niet voor terugdeinzen de koe
flink bij de horens te pakken, dan zal het
niet licht gebeuren, dat de moeilijkheden
ons boven het hoofd zullen groeien. Waar
het op aankomt, dat is op wat onverzette
lijkheid van wil en kordaatheid, zooals de
congresvoorzitter van wien wij zooeven
vertelden, zoo prachtig aan den dag wist
te leggen. Een uitnemend voorbeeld, om
te onthouden en zich in pénibele momen
ten voor oogen te stellen. Als een treffen
de illustratie van die uitnemende leuze
voor jong en oud: „Weest bereid".
Dr. JOS. DE OOCK.
Werker te H. De beste manier om te
slagen is, dat gij u het einddoel van uw
arbeid reèds nu voor oogen stelt. Deze
voorstelling heeft tweeërlei waarde, n.L
doordat gij het werk reeds voltooid ziet in
uw gedachte, werkt deze alleen al de vol
tooiing in de hand en ten andere zal de
voorproef van de vreugde over het afge
maakte werk, het verlangen om eraan te
werken grooter maken. Bedenk telkens,
evenwicht moet maken met die der aard-
aantrekkingskracht.
Toen men de zwaartekracht eenmaal
kende, was dit als het ware het ei van
Columbus. Immers, als die zwaartekracht
er niet was, waaraan zou het dan moeten
worden toegeschreven, dat b.v. een ka
nonskogel, die in een horizontale richting
wordt voortgeschoten, niet steeds die rich
ting blijft behouden, maar langzamerhand
daalt en tenslotte op den grond neerkomt?
De snelheid van die daling nu zal altijd
gelijk zijn aan de snelheid, waarmede de
kanonskogel zou gevallen zijn, wanneer
men hem eenvoudig vanuit een rusttoe
stand had losgelaten.
Ditzelfde kunnen wij nu op de maan
ook toepassen. Zooals bekend is, beschrijft
de maan in een tijdsverloop van ongeveer
een maand een cirkel rondom onze aarde;
de juiste omloopstijd is 27 dagen, 7 uren,
43 minuten en 11 seconden. De snelheid,
waarmede de maan zich voortbeweegt, is
1017 M. per sec. Vergelijken we dien toe
stand nu met den kanonskogel, waarvan
wij zooeven spraken, dan zou de maan, als
andere hemellichamen niet mede hun in
vloed op haar deden gevoelen, steeds in
een horizontale lijn voortvliegen. Werkte
uitsluitend de aantrekkingskracht der
aarde op de maan, dan zou deze er zich
steeds meer en steeds sneller naar hoe be
wegen, en een hevige botsing tusschen
maan en aarde zou tenslotte onvermijde
lijk zijn. Nu is de geheele werking van
ons zonnestelsel weer zoo prachtig inge
richt, dat de combinatie van de zwaarte
kracht, die vanuit de aarde op de maan
ingrijpt, met de magnetische invloeden,
die vanuit andere hemellichamen op haar
worden uitgeoefend, juist tot eindresul
taat hebben, dat de maan zich steeds op
gelijken afstand van de aarde blijft be
vinden, en er tevens met een zeer regel
matige snelheid omheen draait
(Wordt vervolgd
4 Juttertje
3*2' (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
GEEN TALENTEN I