NATUUR EN TECHNIEK VOOR DE VROUWEN. dat het bereikte doel u voorspoed en ge not zal verschaffen en koester die ge daohte, zoo dikwijls gij maar kunt. WJt weten wel, de laatste loodjes wegen he zwaarst, maar wij geven u de overtuiging, dat 'gij in uw ondernemingen zult slagen als gij onze raad opvolgt, want dan za' uw werk geen oogenblik meer verdrieten. Natuurlijk hebt gij dikwijls met moeilijk heden te kampen, maar die te overwin nen, geeft zelfvertrouwen en dat is iets wat de moeite volkomen waard is. Verzonden brieven: Mevr. 8. te H., Dames D. te H., Vrager te N. Voor de lezers van ons blad geeft onze psychologische medewerker Dr. Jos. de Cock, van Merlenstraat 120, 's-Graven hage gratis zielkundige adviezen, o.m over de wijze waarop zij hun geest kun nen verfrisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen worden geregeld ln dit blad behandeld. Mochten de beantwoordingen te uitvoerig worden dan direct schrifte lijk aan de aanvragers. MICROBEN OP BRONS EN GOUD. *n Broedplaats op een horloge. Uit onlangs gedane waarnemingen is gebleken, dat sommige organismen van lagere orde kunnen leven en zich voort planten in zekere middelstoffen, welke men altijd voor ten eenenmale ongeschikt had gehouden om aan elke levensvoor waarde, hoe ook genaamd, te voldoen. Een voorbeeld hiervan werd eenige maanden geleden door Dubois medegedeeld, die in met ammoniak geneutraliseerde oplossin gen van geooncentreerd zwavelzuur koper, welke bij photogravures gebruikt worden, witachtige vlokjes vond, gevormd door uiterst fijne op schimmel gelijkende draad jes. Hij bracht een geringe hoeveelheid van deze vloeistof op brons over en be merkte dat de samenstelling daarvan door de werking der schimmel een verandering onderging en, na verdamping, op het brons malachietkleurige vlekken achter liet, welke volkomen de kleur van oud brons hadden. De microben stellen zioh echter tegen woordig niet meer tevreden met brons, ze doen ook het edelste der metalen aan. Se dert eenigen tijd bemerkte men in een goudsmidswinkel te Madrid, dat op alle uit Frankrijk en Duitschland ontvangen voorwerpen van mat goud roodachtige en zwarte vlekken ontstonden, welke met de gebruikelijke wijze van schoonmaken niet konden verwijderd worden. Deze vlekken werden niet waargenomen bij de gouden voorwerpen met gepolijste oppervlakte. Het verwisselen van de watten en het papier, waarin de mat-gouden voorwerpen gewikkeld waren, voorkwam het ontstaan der vlekken niet Calderon hield zich met dit zonderlinge verschijnsel bezig en, overtuigde zioh in de eerste plaats, dat de voorwerpen vai: het bepaalde goudgehalte waren, en zij geen sporen van vreemde bestanddeelen, welke bij het polijsten en schoonmaken gebezigd werden, droegen. Toen hij na verschillende nasporingen de watten, waarin gevlekte voorwerpen gewikkeld waren, aan een microscopisch onderzoek onderwierp, ontdekte Calderon daarin eigenaardige roode stipjes, welke in vorm met sommige sporen overeenkwamen. Dit deed de gedachte in hem opkomen, dat hij te doen had, met een ontwikkeling van microben op de ruwe oppervlakte van het matte goud, en de vlekken ontstonden door de kleurende bestanddeelen, welke dergelijke microben van zich geven. Een eerste proef, om te bepalen of bovengemelde hypothese aannemelijk was, bestond daarin, dat hij twee pakjes van in watten gewikkelde gouden voorwerpen maakte, en daarvan één aan een tempe ratuur van 130° blootstelde. Na verloop van veertien dagen was er op de voorwer pen in het laatste pakje geen enkele vlek te bespeuren, terwijl die in het niet ge steriliseerde de gewone vlekken vertoon den. Nog duidelijker was het door Cal deron verkregen resultaat, toen hij rein- cultures maakte van het stof in den goud smidswinkel en de roode stipjes in de watten. Daarbij kwam hij tot de ontdek king, dat zoowel het stof als de roode stipjes sporen bevatten van den aspergil- lus niger en den microcoocus cinnabareus en de zwarte vlekken door het eerste, de roodachtige door het tweede micro-orga nisme veroorzaakt werden. Calderon ver klaart de ontwikkeling dezer microbén daar ter plaatse door de ligging van den winkel in de nabijheid van een grooten vijver, en verder aan de daarvoor gunstige omstandigheden, wijl de in de lucht zwe vende kiemen zich gemakkelijk kunnen ontwikkelen in watten en op de niet ge polijste oppervlakte van mat goud. Jongen, jij houdt niet op met vra gen. Ik zou wel eens willen weten hoe het gegaan zou zijn als ik zooveel gevraagd had, toen ik een jongen was. Nu, antwoordde de veelbelovende zoon, dan hadt u nu misschien een paar van mijn vragen weten te beantwoorden. Aangereden voetgangen bellen? Fietsrijder: Jawel, maar fietsen. Kun je niet ik kan niet De helft dier taak ia feeda volbracht, soodxa men er maar aan begonnen ia. WONDERPLANTEN. Er bestaan eenige planten, die door een of andere eigenaardigheid de menschen verbazen. Tot deze behooren ten eerste de „roos van Jericho", die uit Syriö afkom stig en ten tijde der Kruistochten naar hier werd gebracht. Een onoogelijke plant, in verdroogden toestand, op een vogel nest gelijkend, werd zij tengevolge van haar eigenaardigheid het voorwerp van bijgeloovige gebruiken. Zij kan maanden lang in gedroogden toestand verkeeren, zonder haar schijnbare levenskracht te verliezen. Maakt men ze vochtig, dan spreidt zij zich spoedig uit en ontwaakt tot een soort nieuw leven. In Graubunder- land (Alpen), wordt daarom heden ten dage, deze plant met Kerstnacht tot open gaan gebracht en onder den naam „Kerst, roos" speelt zij in dezen nacht bij gods dienstoefeningen een gewiohtige rol. Een andere zoogenaamde „Roos van Jericho" is die uit de tropische Corderillos afstammen de „opstandingsplant", een afgevaardigde uit de Woestijn. Zij smukt bij regenweer de steile hellingen van de Corderillos me haar groote smaragdkleurige rozetten, die zich in het droge jaargetijde tot kogel vormige ballen sluiten. Daar deze ronde ballen, ter grootte van een kleine vuist in den handel voorkomen, zoo kan men het uitspreiden der bladeren evenals he groen worden van binnen, in tijd van een kwartier gadeslaan, als men de plant in iet water legt De volkomen droge ballen behouden hun levensvatbaarheid jaren, ang. Een derde, op de weiden vooral voorkomende plant, het sneeuwklokje, gaat in den volksmond eveneens voor een wonder door. Haar bloesem, die zich uit een bruine wortelstok heft, draagt een vleeschroode bloem. In het vrije veld bloeii deze plant in den herfst bladeren en vruchten ontwikkelen zich eerst in het vol gend voorjaar, waarom zij dan ook sneeuwkolkje genoemd wordt LICHTENDE 8TEENEN. De ontdekking van t radium heeft de jelangstelling voor de kunstmatig lich- ende steenen, wederom levendig gemaakt hoewel deze met het radium weinig o: niets te maken hebben. In de geschiedenis der alchemie (kunst om goud te maken) spelen de lichtende steenen een groote rol, en men geloofde in hen den steen der wijzen te bezitten. De eerste kunstmatige briilanten fabriceerde een schoenmaker uit Bologne, die bi) het zoeken naar goud zwaarspaat en koolstof gegloeid had. Zes tig jaar later ontdekte een daglooner het phosphorus, wat zooveel als „lichtdrager" beteekent. Terzelfder tijd ontdekte de Duitsche burgemeester Baldewijn, bij het graven van zwavelhoudende kalksalpeter, een nieuwe lichtende steen, waarvan hij beweerde, dat het vuur bevatte, dat Pro- meteus uit den hemel gestolen had. Eerst in 1730 werd de ware natuur van de lich tende steenen wetenschappelijke vastge steld en nu gaat men zoover, lichtende steenen voor industrieele doeleinden, na melijk voor sieraden kunstmatig te ver vaardigen. Zulk een versiersel, dat in een duister vertrek licht verspreidt, is dan ook het heerlijkste wat men zien kan, en het effect ervan is magisch, te meer daar het gelukt is, al naar gelang wijze en duur der afkoeling het smeltingsproces en de samenvoeging der minerale grondstoffen het kleurenspel der lichtende steenen naar willekeur te veranderen. Bij voorkeur wor den de zilverfluoresceerende maanlicht- steenen en de roodlichtsteenen gezocht, terwijl de groenlichtende steenen iets spookachtigs verleenen en het aangezicht met een geheimzinnigen schijn omgeven, dat niet nalaat, dat spreekt vanzelf, op ontvankelijke gemoederen zijn uitwerking te oefenen. In ieder geval, kunnen ons in den allerlaatsten tijd, dank zij de lichten de steenen, in een licht verschijnen, waar in wij ze nog niet kenden. DE VULPENHOUDER. Velen, voor wie de vulpenhouder onmis baar geworden is, zullen zich weieens af- govraagd hebben, wie eigenlijk de uit vinder van deze practische pen is. Vreemd genoeg is hiervan niets bekend, wel we ten wij, dat het geen vinding van den laat- sten tijd is. In 1788 bevatte een Engelsche blad reeds een advertentie, waarin het pu bliek werd aangemoedigd om „fontein penhouder" te koopen. Maar de kooplust kwam niet De pen was nog niet goed, hoewel het beginsel zelf toen nog niet nieuw was. Een dictionaire voor kunst en wetenschap van 1764 wees reeds op de voordeelen van wat onze vulpenhouder zou worden en vol gens een werk van Bate over de reizen in de 17e eeuw schreven in 1600 reeds toe risten hun Indrukken in hun zakboekje met een penhouder, die zelf den inkt be vatte. DE „GURE". Wat de bloedwraak voor de volkeren van den Balkan en de Vendetta voor de bewoners van Oorsica is, dat is de Gure voor de oer-inwoners van Australië. Als een lid van den stam door 'n lid van den anderen stam wordt verslagen, dan eischt dit onrecht een zoenoffer. De ziel van een man, die verslagen is, heeft niet eerder rust, voor diens dood is verzoend. Zij moet rondzwerven en de bekenden opstoken. De bestraffing van den schuldige geschiedt bij de eerste gunstige gelegenheid door een Gure-wraaktocht. Zulk een Gure wraaktocht gaat onder uitgebreide cere moniën, ook vooraf en onder medewerkinj van een toovenaar. De overval volgt den anderen morgen vroeg; zoodra de eerste vogelroep den nieuwen dag begroet, wort t de moordenaar gedood, dan nemen de wre kers stukken van zijn huid, van zijn vleesch en van zijn vet mede. De overige stamgenooten laat men met rust. Na den terugkeer wordt verslag uitgebracht DIAMANTEN IN METEOORSTEEN EN Het museum voor natuurlijke historie te Weenen, is in het bezit gekomen van een, op 4 September 1886 te Nowy-Ure; Krasnoslodsk, gouvernement Penza, ge vallen meteoorsteen, die een zwarte kleur heeft en waarin zeer fijne diamanten, en wel in een hoeveelheid, bedragende 1 Pet der geheele massa van den steen, zijn gevonden. Het was niet voor de eerste maal, dat men diamanten in meteoor- steenen aantrof. Onlangs heeft Fletschen te Londen in Australië meteoor-ijzer, gra- phiet in den kristalvorm aan diaman' eigen ontdekt Hij noemde dit mineraal Gliphotoniet GEEN GELUKKIGE HUWELIJKEN MEER! In Baltimore bestaat een vereeniging, die zich ten doel stelt ongelukkige huwe lijken te voorkomen. Iedere jongeman kan lid worden, waardoor het uitzicht Jiem wordt geopend een misstap te ontgaan, zoodra de plechtige stonde is aangebroken dat hij het wenschelijk acht in den huwe- lijksstaat te treden. Voelt hij zijn hart- thermometer tot dit kritieke hoogtepunt stijgen, dan komt het er maar op aan, of zjjn bloed koud genoeg is, om zich bij de vereeniging als „getroffen" te melden. Deze onderzoekt dan alle omstandigheden nauwkeurig en wint berichten en be trouwbare natuurlijk over het karak ter der schcone, die het den jonkman heeft aangedaan. Wanneer de tijd van onderzoek, waarin de huweljjkscandidaat zijn ziel in leidzaamheid moet bezitten, voorbij is, krijgt hij getuigschriften om trent haar, en den raad der vereeniging haar te nemen of te laten staan, op den koop toe. 't Is zoo klaar als een klontje hi Baltimore geen ongelukkige huwe lijken meerl Benijdenswaardig Baltimore ONDERZEESCHE TELEGRAAF KABELS. In Europa, Azië, Afrika en Australië zijn er tegenwoordig 62 onderzeesche tele graafkabels, die te zamen een lengte van 6625 Engelsche mijlen hebben; de lengte der enkele «baden bedraagt 9783 Eng. mijlen. De diepste ligt 1660 vadem, de ondiepste l1/* vadem beneden de opper vlakte der zee. In de Vereenigde Staten en Britsch-Amerika telt men 96 onderzee' sche kabels. De voornaamste van de reeds in gebruik zijnde onderzeesche telegraafkabels, zijn de volgende: Van Dover naar Calais 27 Eng. mijlen, van Dover naar Ostende 801/»; over de Belt in Denemarken 18; van Zweden naar Denemarken 12; van Italië naar Corsica 110; van Corsica naar Sardinië 11; van Engeland naar Holland 140; naar Hannover 280; van Ceylon naar iet vaste land van Indië 30; van Tasmanië naar het vaste land van Australië over de Bass-straat 240; van Toulon naar Corsica 193, enz. De oudste van de Onderzeesche kabels arbeidt reeds sedert 74 jaren (1854). Het grootste getal geleiddraden in één kabel is 9. De grootste diepte is die tusschen Toulon en Corsica, 1660 vadem, en die tusschen Barcelona en Mahon, 1400 vadem. BABBELUURTJE OVER MODE. EEN SLIM PAARD. Iemand maakte een codicil bij zijn tes tament, luidende: „Ik legateer de som van 15.000 aan mijn vriend B., onder voorwaarde, dat hij mijn paard tot aan zijn natuurlijken dood zal onderhouden, zonder 't ooit te laten werken." Drie dagen later werd de man door het paard uit het zadel geworpen en het dier rapte hem dood. „Aha," riep de notaris uit, toen hij het ïoorde, „het paard zal het testament te weten zijn gekomen." Student komt met waterlaarzen op het ooilege. Professor vraagt boos: Is het tegenwoordig mode, zulke laar zen te dragen? Ja, professor. Maar men verschijnt er toch niet mede in gezelschap van fatsoenlijke men schen? Nee, professor. Msderne lingerie. Het spreekt vanzelf, dat onze lingerie zich volkomen moet aanpassen bij onze moderne kleeding. Want stel u de sierlijke lange kanten welke half over de knie vielen van de vroegere Fransche pan talon eens voor, gedragen bij het korte strakke rokje van tegenwoordig. Dit zou toch niet gaan, ons schoonheids-gevoel zou er zich tegen verzetten, steeds zoo'n geschitter van witte kart bij den zoom van den rok te zien. Zóó met den onder kant, zóó met den bovenkant. De vroegere „gesloten halsjes", zouden nu al heel slecht te pas komen..., Zoo dacht natuurlijk ook „Vrouwe Mode" en zij gaf ons onderkleeding, welke paste Het eerste model is een onderjurk v crêpe de chine. Hoewel zeer eenvoud van opzet, n.1. een glad lijfje met geplb seerd rokje, wordt het sterk verfi-M? door de garneering welke bestaat uit rnw chinaal zijden koord-borduursel. Het tweede model is een chemiseculo van zijden tricot. Het is een lief en pr tig model met zeer eenvoudige versier»* Nummer drie iaat ons een chemlil enveloppe zien, vervaardigd van effen genopte nansouk. Dit model is weer tan* F, lijk bewerkelijk van samenstelling als nummer vier dit is. Dit is ook t<« zeer zorgvuldig gesneden model en maakt van jersey de sole. De ee maar hoog-fijne garneering zijn de naden. Het vijfde model is een hoogst eleg bij onze bovenkleeding. Zij zijn uiterst jurk van crêpe salln gegarneerd nét dj practisch van opvatting en men is met weinig stukken klaar. De meest geliefde dracht is tegenwoordig de chemise-culotte of chemise-enveloppe en daarover heen de in 't Fransch betitelde „cache-corset- petit-jupon" kort gekleede onderjurk. ji deze twee soorten lingerie worden heel mooie variatie's gemaakt en verscheidene soorten materiaal worden hier gebezigd. Van het eenvoudigste batist tot aan de duurste soorten «yêpe-de-chine komen in ïanmerking. Onze teekeningen geven een paar ele gante voorbeelden, die een goed idee ge ven van de aandacht welke aan het onder deel der kleeding gegeven wordt. VOOR DE KINDEREN. HET VERLOREN PARELSNOER. Op zekeren dag ging een goudsraid op reis met eenige kostbaarheden. Hij deed goede zaken en keerde 's avonds huis waarts met in zijn tasch drieduizend gul den en een kostbaar parelsnoer, het eenige artikel dat hij nog niet had kunnen ver- oopen. Maar, o wee!, toen hij thuis kwam, miste ij de tasch. Onmiddellijk liep hij naar de drukkerij, gaf een advertentie op voor de krant van den volgenden dag en liet ook een kennisgeving aanplakken, waar- stond, dat de eerlijke vinder van de l asch honderd gulden belooning zou krij gen bij terugbezorging. De tasch werd gelukkig door een eer- jk man gevonden, een arme timmerman, oen de timmerman naar huis ging en iet bureau van de krant passeerde, zag lij de kennisgeving. Zonder aarzelen be- sloothij de tasch terug te brengen. Mai eerst moest hij naar huis, om te ete Jaar vertelde hij zijn vrouw van z: vondst en ook van de belooning die h wachtte. De vrouw was blij, maar minjpr eerlijk dan haar man, vond ze, dat/iij est het parelsnoer voor zichzelf koniou- cen. Zoo'n parelsnoer had bij het ifllen cht uit de tasch kunnen glijden. Maar hoe de vrouw ook praatte fa hoe ze zich beklaagde over haar de man gaf niet toe en zei, dat ze aüleel blij moest wezen met een eerlijk vereende be- ooning van honderd gulden. Onmiddellijk na het eten stafje de man naar den juwelier. Die toony zich ver- ïeugd bij het terugzien va/zijn tasch. Maar vóór hij den timmermih de beloof de belooning gaf, wilde hij/^rst de tasch nazien. Dat vond de timmefian best, doch vreemd keek hij op, toen juwelier plot seling boos uitriep: „Zef vriend, er is maar één parelsnoer. Wir is het tweede? Soms aan je vrouw of ëeisje cadeau ge daan?" De timmerman antwfbrdde rustig: „Wat denkt u wel mijnheej Ik ben een eerlijk man an heb niets uf da tasch genomen. den kant. Het daarnaast staande onder- jurkje is van crêpe de chine, ook met lij den kantstof gecombineerd. Het spresM van zelf dat dit kostbare stukjes zi. mw nagemaakt van batist met sterto tvif- kant zullen zij eveneens keurig zij*. De 7e onderjurk is van linon mefvolaiÉ' en ajour naden versierd. Deze J"" u volants, alléén geschikt om o: stijl- of strookenjurken gedrag den. De 8e jurk is een zeer te^e, n.1 vffl crêpe georgette gegarneerd/met djdfll I kant. Maar 't is ook al we/reen lid ids» voor eenvoudiger materiaal Als ik oneerlijk was, -lad ik toch vast m|» vondst voor iederejn verzwegen." De sluwe koopnén, die liever geen hap? derd gulden belening wilde betalen, r ap echter kwasi vfontwaardigd uit: „NA zoo slim ben jêwel. Je snapt best, dat IK de nummers vp het bankpapier altijd no teer en dat jajóat dus niet uit zou kunnlB geven, zonde; dat je diefstal gemerkt zou worden. Be/rg me maar heel gauw 1>» snoer teru/anders zal ik de politie waar schuwen. fnn een belooning is natuurles geen sprf el" „Zoo nJiheer, is het u daarom te doenr vroeg timmerman. „Ik zal u vóór zen!" /gelijk greep hij de tasch brachföie naar het politie-bureau als ge- gev«sfien voorwerp terug willen bezorg®, vooflevallene aan een ndvocaat, die er eenfechtzaak van maakte. i rechter, die een wijs man was en uw- k begreep, dat de timmerman een eer* 4. man was en de ander een gierigaar s, zeide: „De juwelier Is zonder twtk '1 (el een man van eer. Hü zegt, dat hij een xasch met twee halssnoeren verloren he De door den timmerman gevonden tascn bevat slechts één halssnoer en Is dus de tasch van den juwelier. Deze opnieuw een advertentie moeten p en een nieuwe kennisgeving moeten aan plakken! En wat deze brave Ummemian betreft. Zonder bedenken heeftbij gevonden voorwerp teru gwillen - Ij Dat hij daarby aan het verkeerde «d kwam, is niet zyn schuld. De werkelü eigenaar zal de tasch nog wel komen^JP eischen. En ik meen, dat den ttomerro een belooning toekomt van minstens a honderd gulden, te betalen uit Ik verwacht stellig, dat de eigen W belooning niet te hoog zal vinden Het spreekt vanzelf, ,n me' en vooral diens vrouw, heel blij de ontvangen belooning en dankbaar, ze eeriyk gebleven waren. ii^htef0 De juwelier kreeg toch zyn wat tasch terug, daar hü met de num bankbiljetten zijn recht op de tascu. f bewijzen. Maar hy kwam er nieta .jg. een ongenadig standje over zyn w* heid. VACANTIE-WEER. Zachte zomerregen Daalt bij stroomen neer, Doet ons fijn genieten Van vacantie-weer. Alle dagen regen, 't Kleine stukje blauw Gaat weer gauw veranderen In een regengrauw. Optimisten zeggen: 't Blijft zoo niet bestaan; Na regen komt de zonne, Zoo is 't altijd gegaan. Och, schijnt straks de zonne Bij mooi zomerweer, Dan behoort vacant!s Zeker tot weleer. Rea. Corry Brem.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 8