KAN NE WASSER
De Bloembladen van Lao-Tze
Eerste Blad.
BS ALTIJD OOEDIKOOPER
OOK VOOR DAMES-CONFECTIE
ra.
feuilleton.
J. AT/LAN DUNN.
niet? WA
Schele hoofdpijn
(Wordt vervolgd.)
HELDERSCHE COURANT
Verschijnt Dinsdag-, Donderdag, en Zaterdagmiddag
Bureau: Koningstraat 29 Telefoon: 50 en 412
Licht op
voor Auto's en Fietsen:
Dinsdag 28 Aug8/29 uur.
Woensdag 29 8.27
ONVOLWAARDIGE ARBEIDS
KRACHTEN.
Wanneer men bij de verzorging van
gebrekkigen stil blijft staan, nadat men
ze óf door medische behandeling óf door
speciale opleiding zoover heeft gekregen,
dat zij maatschappelijk bruikbaar zijn,
dan doet men half werk.
Feitelijk nog minder dan half werk,
omdat de kosten, aan een en ander be
steed, en die zeer hoog zijn, dan zeker
onnut zijn en dus beter niet besteed had
den kunnen worden.
Er zijn nog heel wat menschen, die
deze kosten evengoed al niet nuttig be
steed achten.
Zij redeneeren als volgt, dat in de natuur
alles wat zwak is, moet wijken voor de
Bierkaren en dat onze maatschappij naar
diezelfde natuurwet is opgebouwd. Wat
zich in den strijd om het bestaan niet kan
handhaven, moet maar verdwijnen en
dezulken kunstmatig in stand houden is
volgens deze leer niet minder dan zieke
lijk.
Het is het stelsel van het laissez faire,
de liberale economie, voor welks conse
quenties zelfs de liberalen van de laatste
vijftig jaren zelf zijn teruggedeinsd.
De steeds grooteren omvang van onze
sociale wetgeving duidt daar reeds op en
er is geen enkele reden, waarom men do
bescherming, die men de validen meer
en meer deelachtig doet worden, niet uit
zou strekken tot de gebrekkigen tevens.
Uit humanitair oogpunt zou men de
laatsten reeds veel eerder hebben moeten
beschermen en helpen.
De oude volkeren maakten zooals
wij reeds eerder zeiden de gebrek
kigen en ouden van dagen, dus zij, die
ren, eenvoudig af. Dat was een radicaal
middel, waaraan in onze maatschappij
vanzelf geen sprake meer zou kunnen
zijn. Intusschen schijnt het ons dikwijls
wreeder toe, de gebrekkigen aan hun lot
over te laten, zooals nu grootendeels nog
het geval is, dan ze, zooals vroeger, tijdig
uit hun ellende te verlossen.
Er is dus geen ontkomen aan, we zullen
alles moeten doen, óók.de onvolwaardi-
gen een zoo goed mogelijk levensbestaan
te geven en de maatschappij een zoo groot
mogelijk percentage van hun arbeids
kracht te laten verkrijgen.
En dan is men er niet mee af, de ge
brekkige kinderen alléén 't voor hen be
stemde onderwijs te doen geven.
Zoo kamen we vanzelf tot het begrip
der „Nazorg".
Hoe staat het daarmee in ons land? De
Inspecteur van het B. O. geeft aan die
Nazorg de volgende omschrijving:
le. Regelmatig toezicht door speciale
nazorg-ambtenaren;
2e. Avönd-onderwljs;
8e. W rk-lnrichtingen voor laagstaande
zwakzinnigen;
4e. Vakopleiding door een beperkt aan
tal zwakzinnigen.
Zooals men ziet, beperkt de heer van
Voorthuysen de Nazorg hier tot de groep
zwakzinnigen.
Men v>.rgete echter niet, dat het gebied
der Nazorg veel en veel grooter is. Niet
alleen dat andere jeugdige gebrekkigen
na het verlaten der school, evengoed die
zorg van noode hebben. We hebben nog
Ingezonden Mededeellng.
door
^Zü nam een plaats in zijn leven in;
mocht die onvervuld blijven, dan zou die
een leegte achterlaten, een smart en een
voortdurend verlangen naar iets, wat h«
cevoelde dat het Lot voer hem bestemd
bad Hij was een oordeel over haar hande-
w'en ten slotte blijven opschorten Die
wS haar door baar stiefbroeder inge-
e^en en er waren misschien verzachten-
§fo™!°ndi«h«te- 't was met meer dan
ecnliik de kwestie uit te praten. Met een
man zou hij erop aangedrongen hebben
d™te Hoi Falls te doen en nu
""stol* ga ik ree," reide hij. „Naar
h/Sofsten. Wanneer wonschtmij
wb«/hSêna°t Haat tamelijk «oed met
hSn Misschien wilt ge hem ook zien; t
zoniet meer dan billijk tegenover hem
ziin Zult ge komen?"
„Waar is het? In de zeven en negen-
tlgi?He bloosde een weinig, want zij wist,
dat hh zich de bijzonderheden herinnerde
van de val, die men voor hem uitgezet
had.
de groote groepen volwassenen, door
ziekte of ongevallen gebrekkig geworden,
en die evenzeer geholpen dienen te wor
den.
Het vraagstuk in zijn vollen omvang
wordt, zooals reeds eerder is opgemerkt,
op het A.V.O. Congres in Ootober a.s. be
handeld.
In de genoemde vier punten, door Dr.
v. Voorthuysen genoemd, zit alles, wat
voor de zwakzinnige oud-leerlingen noo-
dig is.
Punt 1 is wel het voornaamste.
Zonder een man, die zich er geheel en
uitsluitend mee kan belasten, slaagt de
Nazorg niet of slechts ten deele. Van de
capaciteiten van dezen ambtenaar hangt
ook zoo ontzettend veel af. Hij moet niét
alleen ter zake bekwaam zijn, maar daar
naast moet hij een groote liefde voor dit
dikwijls zeer ondankbare en ontmoedi
gende werk hebben
Hij is de man, die als tusschenpersoon
optreedt tusschen ouders en school, tus-
Bohen school en maatschappij!. Hij geeft
zijn raad1 en voorlichting bij de keuze van
de tewerkstelling al naar de capaciteiten
der gebrekkigen. Hij is de arbeidsbemid
delaar en dient dus het vertrouwen te
hebben van de werkgevers, die vrijwillig
moeten worden gebracht tot de aanne
ming van zulke onvolwaardige arbeids
krachten.
Hij is degene, die dadelijk bij allerlei
moeilijkheden en conflicten als tusschen
persoon optreedt. Want men vergete niet,
dat vooral de zwakzinnigen door hunne
gedragingen en omgangsfouten dikwijls
tot moeilijkheden aanleiding geven.
De taak van den nazorg-ambtenaar is
dus zeer omvangrijk. Rusteloos is hij
altijdbezig en is eigenlijk nooit klaar.
Daarbij valt hij van de eene in de andere
teleurstelling, zoodat hij wel iemand moet
zijn met een sterke overtuiging en een
groot geduld. De goede resultaten moe
ten hem tenslotte de bevrediging schen
ken, die voor leder in moeliyk werk on
misbaar is. De slechte resultaten mogen
heim daarbij niet ontmoedigen.
De zwakzinnige, die de speciale school
verlaat, moet nu voor de maatschappij
voor het vrije bedrijf verder worden op-
geleld1.
Voor een eigenlijke vakopleiding ko
men echter maar zeer weinigen in aan
merking. Dit zijn de besten en deze zul
len tot het beroep, voor hen geschikt, dus
worden opgeleid. (Zie punt 4.) Het mee-
rendeel zal altijd tot de ongeschoolden
behooren. Maar ook daarvoor is een ze
kere handvaardigheid noodlg, waarop
reeds op de school voor B. O., waar de
handenarbeid een zeer voornaam deel
van het lesrooster Is, wordt gerekend.
Men tracht dus de oud-leerlingen in
het vrije bedrijf te werk te stellen. Maar
la ar mede is de taak van de Nazorg niet
afgeloopen.
Het groote gevaar voor deze geestelijk
achterlijken is juist de vrije tiijd. Niet
allen komen uit gezinnen, waar het voor
hen veilig is, ze aan hun lat over te laten.
Ingezonden Mededeellng.
Wij Breien de Aller Fijnste WoNen K ousen
zeer netjes voor U aan. JAAP SNOR.
Voor nieuw werk zijn wij nummer één. Tel. 251.
Bij het volgende kruispunt riep Keeler
een leeg rijtuig aan en stilzwijgend reden
zij naar het pension. De laatste keer had
den zij tezamen gereden naar de lan
dingsplaats in Honolulu van de Wing-
Wo-Wang bazaar af, toen hij voor haar
de anjelier leis had gekocht en zij ge
zegd had gaarne zijn vriendin te willen
wezen. Dat soheen al lang geleden.
Hij volgde haar in een vertrek, dat als
bibliotheek was ingericht en achter de
officieele ontvangkamer lag. Hooge open
slaande ramen gaven toegang tot een bal
kon, dat op een tuin uitzag. Zij exuseerde
zich voor enkele oogenbMkken on kwam
zonder hoed en mantel terug; haar haar
glansde in de zon, die door het raam
soheen.
„Wij, zullen hier ongestoord zijn," zeide
zij toen zij de jalousieën half neerliet en
met haar rug naar het venster ging zitten.
„Ik heb er voor gezorgd, dat wij met rust
gelaten worden, ik zal .u niet lang ophou
den.
„Mijn moeder huwde Richard Cart-
wright," vervolgde zij met zachte stem.
„Hij was ingenieur aan eenige spoorwe
gen, welke in China aangelegd moesten
worden. Hij had reeds een zoon, die bijna
twintig jaar was. Twee dagen voor het
Bokseroproer, dat in Beking zijn hoogte
punt bereikte, snelde een priester hulp
zoekend naar ons toe; Hij werd door de
Boksers vervolgd. Ik was toen zeven
jaar oud."
„Dan ben je nu vier en twintig," re
kende Keeler stilletjes voor zich uit.
„Ik herinnerde me niet veel meer van
het gebeurde, want ik zag het niet. Maar
de man was verschrikkelijk door messte
ken verwond. Mijn stiefvader verjoeg de
Punt 2 is dus het Avondonderwijs; dat
echter voor een groot percentage tevens
ontspanning bedoelt te zijn.
De oud-leerlingen worden dus vastge
houden en onder leiding van het perso
neel van het B. O. worden zij! in hun
vrijen tijd met voortgezet onderwijs en
ontspannende bezigheden aan de gevaar
lijke omgeving van de straat onttrokken.
De avondverzorging is dus een voor
naam onderdeel van de Nazorg.
Ten slotte is het heele streven er op
gericht, het aantal geestelijk minder
waardigen, dat zonder bijzondere hulp in
eigen onderhoud voorziet, zoo groot mo
gelijk te maken. Dit lukt reeds voor 60
h 70
Van de rest lukt dit gedeeltelijk en
voor een deel heelemaal niet. Maar dit
residu moet toch zoo klein mogelijk wor
den gehouden.
Dit nu is nog mogelijk door speciale
werkplaatsen, zooals in punt 8 genoemd1.
In deze werkplaatsen arbeiden dus
zwakzinnigen, die anders onherroepelijk
in de gestichten terecht komen bij ge
breke aan wat beters.
Daar in die kleine omgeving van lot-
genooten, onder voortdurend toezicht en
bezigheid, kunnen zij nog een deel van
hun levensonderhoud verdienen en spaart
de overheid de dure gestichtsverpleging
nog uit. Natuurlijk is er nu wel in den
loop der jaren verschuiving zoowel naar
boven als naar onder in die drie verschil
lende groépen.
Van de hesten dalen er door allerlei
omstandigheden wel eens af naar de
tweede en deTde groep, zoo ook van de
tweede naar de derde en van do derde
naar het gesticht.
Het omgekeerde komt ook voor en het
is de ambtenaar van de Nazorg, die al
deze verschijnselen moet weten, ze nagaat
en in elk bijzonder geval zijn zorgeu
wijdt aan de beste oplossing.
In ons land is de Nazorg nog in de
kinderschoenen.
Het in dit jaar uitgekomen Rapport
van het Bureau voor kinderbescherming
te Amsterdam, samengesteld door den
secretaris van bet'' bureau, den heer
Hoogland1 en den Ambtenaar van de Na
zorg aldaar, den heer de Boer, vermeldt
er het volgende van.
In Noordholland bestaat het instituut te
Amsterdam en Haarlem, in welke beide
gemeenten een speciale ambtenaar de
leiding heeft. Alleen ln Haarlem is het
avondonderwijs tevens opgenomen.
In belde plaatsen is een werkplaats, te
Haarlem van gemeentewege, te Amster
dam door particulieren, (het Antonia Wil-
helminafonds) gesticht.
De voorwaarden zijn in deze plaatsen
dus aanwezig, om van de resultaten van
het zwakzinnigenonderwijs veel te mo
gen verwachten.
Overigens is men in Hilversum bezig.
Buiten Noordholland is alleen in Dor
drecht sind's 1926 de Nazorg geregeld In
Delft subsidieert de gemeente een parti
culiere vereeniging, te Arnhem, Vlaardln-
gen, den Haag en Rotterdam is de zaak
in voorbereiding.
Ziehier alles. Ongetwijfeld is dit niet
veel en wordt het wel tijd, dat het vraag
stuk eens in vollen omvang wordt beke
ken, opdat dit tevens een spoorslag zij
voor de overheid, zich er rekenschap van
te geven.
Boksers en deed wat hij kon voor den
priester, maar dat was niet veel, want
binnen het uur stierf hiji. Echter was er
in de vouwen van zijn vest een gouden
plaatje verstopt met vreemde lettertee-
kens erop. Mr. Cartwright bewaarde het
meer als een herinnering, dan dat hij het
voor waardevol hield, geloof ik. In elk
geval, twee dagen later zagen wij ons
genoodzaakt met de overigen een schuil
plaats te zoeken in de Britsche legatie
en werd het tijdelijk vergeten. Toen de
redding kwam opdagen verlieten wij Pe
king en begaven ons naar Shanghai.
De spooraanleg werd natuurlijk niet
voortgezet. Mijn stiefvader verloor al zijn
gold, en de vernietiging zijner plannen,
waaraan hij jaren gewerkt had, soheen
zijn levenslust te ondermijnen. Hij was
niet jong meer en stierf het volgende
jaar. Wij, mijn moeder, mijn stiefbroeder
en ikzelf gingen naar Amerika en woon
den een poosje in Hoosac Falls. Mijn
moeder was daar geboren, had de boer
derij van „de Eglantier" in eigendom.
Zij bracht niet veel op en had toen vol
strekt geen waarde. Zij stierf toen ik
achttien was.
Tegelijkertijd1 had mijn broeder een be
trekking gekregen als Secretaris bij Mo.
Vea in New York. Hij woonde bij Mo.
Vea en droeg zorg voor zijn zaken, wan
neer deze op reis was, hetgeen 't' grootste
gedeelte van den tijd het geval was, tot
twee jaar geleden. Richard kreeg die be
trekking gedeeltelijk door zijn kennis van
het Mandarijnsch ik onderhield de
mijne door met Richard het te blijven
spreken, grootendeels voor de grap om
een taal voor ons zelf te hebben, vooral
echter, ofschoon Mr. Ma Vea eerst daar
Intusschen is het vraagstuk van de
plaatselijke werk-inrichtingen, ren voor
naam onderdeel van de Nazorg, nog lang
niet opgelost
Als we zien, dat in de betrekkelijk
kleine werkplaatsen te Amsterdam en
Haarlem (pl.m. 20 tot 25 tewerkgesteld en)
al overproductie is, blijkt dit voldoende.
Dezelfde klacht treffen we in de ver
slagen der blindenwerkplaatsen aan.
En dit is begrijpelijk. Het werk, dat
door al deze gebrekkigen kan worden
verricht, bepaalt zich tot het maken van
zeer eenvoudige producten.
Het vlechten van matten, het maken
van bezems en borstelwerk, eto. en dit
zou nog niet bet ergste zijn, maar in alle
krankzinnigengestichten, in gevangenis'
sen en opvoedingsgestichten worden de
zelfde artikelen eveneens in groote hoe
veelheden gemaakt.
Daarbij komt, dat de particuliere indu
strie dezelfde producten op de markt
gooit voor prijzen, die de helft lager zijn,
dan den kostprijs in de laatste inrich
tingen.
Het is derhalve onmogelijk, om de
werk-inrichtingen zóó te exploiteeren,
dat zij een dekkende rekening opleveren.
Nu is dit op zichzelf niet zoo erg. Men
kan het verlies dezer inrichtingen be
schouwen als een post, die men anders
dubbel en dwars aan ondersteuning zou
uitgeven, m.a.w. in het loon, dat de ge
brekkigen ontvangen, zit sleohts een
klein deel verdiend arbeidsloon (en dit
moeit de prijzen der producten bepalen)
de rest Is ondersteuning, die ais loon
wordt uitgekeerd.
Het voordeel is dan, dat men deze on-
voliwaardigen buiten de armenzorg houdt.
Maar hoe dan ook de moeilijkheden van
don verkoop blijven, ook al verkoopt men
tegen ooncurreerende prijzen en daarom
is dit een aangelegenheid, die wed dege
lijk nader onder de oagen moet worden
gezien. Want levering uitsluitend aan de
Overheid zal ook niet helpen. De gemeen
telijke blindenwerkplaats te Amsterdam,
waar 20 blinden aan den slag zijn, voor
ziet ruim in de behoefte van alle gemeen
telijke instellingen en bedrijven.
Gelukkig is het dan ook, dat werkplaat
sen voor slechts kleine aantallen noodlg
zijn. De Amsterdamsche Nazorg-amb
tenaar rekent, dat het voor die gemeente
nog geen 100 bedraagt in totaal, als hij
alleen de zwakzinnigen in het oog houdt.
Maar ook al is dit getal juist, dan zul
len er globaal genomen, in ons land toch
altijd nog een goede 600 zwakzinnigen bui
ten Amsterdam zijn, die in aanmerking i
voor dergelijke werkplaatsen komen. 1
En voor een deel dezer inrichtingen, ui.
die voor het platteland, rijst dezelfde moei
lijkheid als bij de scholen van het B. O.,
de kwestie van het vervoer en het ver
blijf. Want ook hier zuilen gezamenlijk
gestichte en geëxploiteerde werkplaatsen
noodig zijn, waardoor een aantal der te-
werkgestelden moet reizen en ter plaatse
verblijven al of niet in internaat.
Wel is waar zullen er naar rato ln de
steden altijd veel meer gebrekkigen in
aanmerking komen voor die werkplaatsen
als op het platte.and, omdat in den land
en tuinbouw, dus ter plaatse, een goede
gelegenheid voor arbeid ln 't vrije bedrijf
te vinden is, algeheele opheffing der ge
schetste moeilijkheid is daarmede niet te
verkrijgen, nog daargelaten, dat uien óók
ten plattelande niet alléén met zwakzin
nigen maar evenzoo met aile andere vor
men van gebrekkigheid te maken heeft,
die toch evenzeer op hulp zijn aangewezen.
Het is te hopen, dat op het Congres te
Amsterdam voor deze moeilijkheden
wegen worden gevonden. Dit staat wel
vast, de oplossing zal geld kosten. Geld,
dat deels later minder zal worden uitge
geven, maar toch meer geld, dan men er
cu voor uitgeeft. Met 't meerdere gewen
we wat levensgeluk en levensvreupde aan
duizenden van onze meest ongelukkige
medemenschen, zoodat de hoogere kosten
zeker gewettigd zijn.
In de bekende gebrekkigen-werkplaat-
sen te Frankfort a/Main, waar bijna 900
invaliden van alle vormen arbeiden, wordt
een tekort van pl.m, 860.000 per jaar ge
maakt of 400 per arbeider.
Dit bedrag zou andiers in allerlei vorm
waarschijnlijk aan ondersteuning worden
besteed, terwijl thans de tewerkgestelden
het gevoed hebben, dat zij niet bedeeld
zijn en hun levensonderhoud zelf verdie
nen.
Welk een gewichtige factor dit in een
menschenJeven is, kan alleen hij beseffen,
die het ongeluk wel eens heeft getroffen,
om te moeten bestaan van liefdegaven.
Hoe meer men dus ook de gebrekkigen
aan dien geesel kan onttrekken, hoe beter.
Zie hier de zedelijke beteekonis van de
Nazor®.
A. W. MICHELfi.
Haarlem, 15 Auf. 1928.
Het 2e gedeelte van dit artikel is op
genomen in de Held. Ort. van Dinsdag
21 Aug.
BUITENLAND.
ENGELAND.
DE L 55.
De onderhandelingen met
Rusland.
Naar Reuter verneemt, duren de onder
handelingen met de Sowjet-Unie over de
terugbrenging naar Engeland van de lij
ken, die uit de in den grond geboorde
duikboot L 55 zijn gehaald, voort. De En-
gelsche regeering stelt zich voor het koop
vaardijschip, dat de lijken aan boord zal
nemen, te laten voorafgaan door het oor
logsschip Champion, die de lijken in de
Oostzee zal overnemen.
DUITSCHLAND.
HET GESCHIL IN DE RIJNSOHEEP-
VAART BIJGELEGD.
Tusschen de patroons en werknemers
in de Rijnscheepvaart is thans een loon
regeling getroffen. Deze geldt tot 31 Maart
1929 en kan dan door beide partyen wor
den opgezegd.
Men is in bevoegde kringen overtuigd,
dat thans voor goruimen tyd vrede in de
Rynvaart zal heerschen.
Ingezonden MododeeUng.
U vaak te wijten aan
•Icchle spijsvertering.
Foster'i MaagplUen
verdrijven spoedig uw
kwaal, werken uiterst
zacht en verschaffen
o een gezonden eetlust
nieuwe energie en een
opgeruimd humeur,
Fosler's Maagplllen
Alom verkrijgbaar I 0.65 per flacon.
omtrent onwetend' was, omdat deze van
zijn bezit van dit bloemblad afwist. By j
hun tweede onderhoud toonde hij het Mr. j
Mo. Vea aangezien ham bekend was dat I
hy een' verzamelaar van Oostersohe cu
riositeiten was. Mr. Mo. Vea was dadelijk
vol belangstelling en vertelde hem dat hy
ook een plaatje had, precies gelijk aan
dit. Het had eenige waarde zeide hij en
hy bood Richard' de betrekking aan en
honderd dollars in ruil voor het plaatje;
de verkoop was een conditie voor zijn
benoeming tot secretaris.
Ik wist niet totdat totdat gij; te Hoo
sac FaU® kwaamt, van het geheim van het
blaadje af, of liever van dat van die ge-
heele bloem. Dit wensch ik u duidelijk
te maken."
Zy sjprak met grooten ernst en Keeler
boog zyn hoofd. Hy had gehoopt iets der-
gelyks te zullen vernemen.
„Ik wist noch dat mijn broeder afgiet
sels had genomen van de blaadjes, die
rechtens Mr. Mc. Vea toebehoorden, noch
dat hy eenige gedroogde kruiden geno
men had, particuliere brieven had geco-
pieerd en luistervink speelde by eenige
gesprekken, die Mr. Ma Vea met profes
sor Mo. Adie hield. Nadat hy gewond
werd vertelde hly mij-alles. Ik zal niet
trachten myn broeder te excuseeren."
„Uw stiefbroeder," verbeterde Keeler.
„Mijn stiefbroeder. Eerst werd hy mee
gesleept door het denkbeéld' dat men hem
onrecht aandeed, ten tweede door dezelfde
manie, die Mc. Vea te pakken had. Ik
weet alleen dat hy op een. zomer in
hoogst opgewonden toestand te Hoosac
Falls kwam en mij vertelde, dat Mr. Mc.
Vea hem bedrogen had met de waarde
van het bloemblad, dat zijn lastgever
reusachtige sommen uitgaf om de andere
blaadjes te bemachtigen en dat de bloem
in haar geheel een geheim' bevatte van
onberekenbare waarde.
„Hij was zonderling ontroerd, over het
geen hy*' Ma Vea's verraad noemde.
Richard heeft een eigenaardig karakter,
Mr. Keeler. Ik vermoed, dat zyn leven in
China zijn eigenlyke natuur veranderd
heeft. Hy houdt zich afgezonderd, is, be
halve tegen mij,, zeer uit de hoogte.
„Geen eigen broeder zou vriendelijker
kunnen zyn of zou meer voor me hebben
kunnen doen. Wy waren heel arm en na
myn moeders dood heeft hiji byna alles,
wat hij verdiende, besteed voor mijn op
voeding en voor myn geluk.
„Hij sprak met Mr. Mc. Vea over de
waarde van het blaadje, wees er op, dat
hy genoeg op de hoogte zyner particu
liere zaken was, om te weten, hoeveel
geld voor de andere besteed was. Mr. Ma
Vea lachte hem uit. 't Is een man, die
verkwistend is op 't punt van uitgaven
welke aan zyn grillen tounnen voldoen,
maar gierig op een penny waar 't de za
ken van anderen betreft. Hij1 maakte er
geen geheim, van, dat hy veel meer had
willen betalen om het blaadje van Richard
te krygen, maar bespotte hem over 't idee
van eenige verdere belooning.
„Richard wilde nnj toen gaarne naar
het Weslesley College zenden. Ilc had er
myn hart op gezet, daarheen te gaan en
hy legde 't zóó aan, dat hy mij daarheen
kon sturen; ik was te jong en te zelfzuch
tig om te bedenken, welke opofferingen
hem d'it kostte. Maar hy bleef altyd van
oordeel dat Mc. Vea hem bestolen had.