T
«ELDEH VEILING.
Derde Blad
BINNENLAND
Historische overleveringen van Nederlandsche plaatsen
Vraagt Uw leverancier
uitsluitend eieren van de
VA» ZATERDAG 15 SEPTEMBER 1928.
DE PRINS NAAR DE ZUIDERZEE
WERKEN.
De Prins is voornemens op Vrijdag 28
September a.s. een bezoek te brengen
aan de bij en aan de Noord-Hollandsche
kust in uitvoering zijnde Zuiderzee
werken.
DE NIEUWE BURGEMEESTER VAN
ROTTERDAM.
De officleele bevestiging.
De benoeming van mr. P. Droogleever
Fortuyn, lid van de Tweede Kamer en van
den Haagschen gemeenteraad en oud-wet
houder van de residentie, tot burgemees
ter van Rotterdam is thans officieel afge
komen.
Bij Koninklijk besluit is de benoeming
geschied met ingang van den ook reeds
genoemden datum van 16 Ootober.
MILITAIR EERBETOON BIJ DE
OPENING DER STATEN-GENERAAL.
Zooals reeds dezer dagen werd bericht,
lag het in het voornemen ditmaal ook het
korps Mariniers te Rotterdam te doen
deelnemen aan het eerbetoon en het af
zetten van den weg, bij de opening der
Staten-Generaal op Dinsdag 18 dezer.
Nader kan thans worden medegedeeld,
dat een deel van dat korps de eerewaoht
zal vormen aan de Ridderzaal, bij aan
komst en vertrek van de Koningin, den
Prins en Prinses Juliana.
Het zal zijn een afdeellng van het korps
Mariniers ter sterkte van 75 hoofden, on
der bevel van den kapitein. Het eene ge
deelte van deze afdeellng zal zich opstel
len Noordwaarts, het andere gedeelte
Zuidwaarts van den hoofdingang. Bij deze
eerewacht zal zich bevinden de comman
dant van de afdeellng Mariniers.
Een ander gedeelte van het korps ma
riniers, ter sterkte van 50 hoofden, onder
bevel van een luitenant, zal dienst doen
aan weerszijden van de Heulstraat en aan
een zijde in het Noordeinde, n.1. het ge
deelte langs het gebouw der Nederland-
sche Bank.
De mariniers zullen de groote tenue
dragen.
Overigens wijkt het aandeel dat de mili
tairen bij de a.s. opening van het nieuwe
zittingjaar der Staten-Generaal is toebe
deeld niet af van het programma van
voiige jaren.
DE WEG DEN HAAG—ROTTERDAM.
Aan de N, V. Aannemingsmaatschappij
v/h Zanen en Verstoep te Gouda ia voor
682.000 opgedragen bet maken van de
aardenbaan RijswijkRotterdam.
DE NATIONALE LANDSTORMDAG.
Met 20.000 man op 27 September
naar den Haag,
Ter gelegenheid van het tienjarig be
staan van den Bijzonderen Vrijwilligen
Landstorm zal op 27 September a.s. een
nationale landstormdag op Houtrust wor
den gehouden. Uit alle deelen des lands
zullen de vrijwilligers van den B. V. L.
en van de vrijwillige landstormkorpsen
motordienst, vaartuigendienst, spoorweg
dienst en luchtwachtdienst, naar schatting
een kleine 20.000 man, in den Haag samen
komen, om in verschillende optochten met
muziek naar het Houtrust-terrein te mar-
cheeren, waar dien middag de heeren
Duymaer van Twist, dr. J. Th. de Visser,
mr. D. Fock, H. Oolijn, mr. P. Droog
leever Fortuyn en mr. dr. L. N. Deckers
het woord zullen voeren.
De organisatie.
Degenen, die aan den landstormdag op
27 September zullen deelnemen, en daar-
voor de reis naar den Haag uit alle pro
vinciën zullen maken, doen dit grooten-
deels op eigen kosten; slechts voor hen,
die de kosten niet kunnen dragen, wordt
van andere zijde vergoeding verstrekt. Uit
de openbare kas zijn voor dezen land
stormdag geen gelden gevraagd of ver
kregen. De kosten van dien dag worden
intusschen op 75 mille geraamd, doch
men ls dan ook reeds ln het voorjaar be
gonnen, daarvoor te sparen.
Bijna allen zullen ln burgerkleeding
den landstormdag bijwonen; alleen de lei
dende officieren zullen in uniform ge
kleed zijn. Alle verbanden en afdeellngen
zullen hun vaandels meenemen. Muziek
zal o.a. worden gegeven door de Kon. Mll.
Kapel en door de Marinekapel. In de lucht
zullen vliegers in reuzenlnitialen B. V. L.
schrijven.
DE NIEUWE WET OP DE NAAM-
LOOZE VENNOOTSCHAPPEN.
Treedt op 1 April 1029 in werking.
Bij, Kon. besluit van 8 dezer, St.bl. no.
864, is de inwerkingtreding van de wet
van 2 Juli 1928, St.bL no. 216, tot wijzi
ging en aanvulling van* de bepalingen
omtrent de naamlooze vennootschappen en
regeling van do aansprakelijkheid voor
het prospectus, bepaald op 1 April 1929.
BELANGSTELLING VOOR BERGEN
EN BERGEN AAN ZEE.
Ook In den nazomer.
Bergen en Bergen aan Zee hebben ook
dezen zomer hun reputatie van druk be
zochte badplaats en vacantle-oord schitte
rend bevestigd. Het aantal gasten steeg ln
het drukst van het seizoen tot over de
Ingezonden Mededeellng.
Wekelijks versche aanvoer
uit de stad en omgeving.
De vrouwtjes van Stavoren.
Onder de steden, die in Nederlandsche
overleveringen een plaats innemen, staat
Stavoren vooraan. Er zijn tijden geweest,
dat Stavoren en Makkum en Hindelóopen
aan de Friesche kust, gelijk Enkhuizen en
Hoorn en Medemblik aan de Noord-Hol
landsche of eigenlijk de West-Friesohe
kust, plaatsen waren van groote beteeke-
nis. Dat hier rijkdommen van voor dien
tijd ongekenden omvang lagen opgesta
peld, in koopwaren, die verder over de
omliggende landen werden verspreid, en
dat groote sier werd gemaakt door dege
nen, die deze rijkdommen vereenlgden,
dat weten wij, en wij weten ook, dat om
standigheden, gelijk de economische ge
schiedenis deze in zoo groot getal te zien
geeft, vooral in die gevallen, dat men niet
tijdig de bakens heeft weten te verzetten,
hebben bijgedragen tot het verval, dat
langzaam maar zeker gekomen is, en dat
enkele dezer levende steden heeft ge
maakt tot wat men overigens geheel
ten onrechte villes mortes noemt. Maar
voor Stavoren kennen wij dan nog een
bijzondere reden, en dat is de spilzucht
van het vrouwtje van Stavoren, dat der
Goden toorn op zich laadde en het Vrou
wenzand deed ontstaan, dat de haven
dicht en niet langer toegankelijk maakte.
Dat is echter maar het eene vrouwtje
van Staroven. Zij was geweldig rijk; haar
man had haar vele pakhuizen met goe
deren, en niet minder schepen, nagelaten.
Zij was rijk, maar zy was ook flink, en zij
behield zelf het beheer over de uit
gebreide bezittingen, die de hare waren,
maar met haar rijkdom, met haar voor
spoed stegen ook haar Ingeboren hoog
moed. En zoo gebeurde het, dat eens op
een dae toen het mooiste harer vaar
tuigen reeds gereed lag om uit te zeilen,
zy den schipper by zich Uetkomen.en
hem gebood om van de reis, die hij stond
te ondernemen, iets moois iets heel btf-
zonders iets buitengewoon kostbaars met
zich te brengen. Want zy wilde, dat ieder
in de stad er van zou spreken; dat zij be-
niid zou worden door al de andere koop-
bouwen, rjk geiyk zy. „Gy hebt dever
ste reizen gemaakt," aldus sprak zy tot
„„Vitnnflr- eii weet wat gewoon en
ongewoon is; breng my iets wat tot hiertoe
de oogen in Stavoren en daarbuiten niet
hebben aanschouwd, en gij zult beloond
worden als geen ander."
De schipper ging, in arrenmoede het
hoofd schuddend. Want alles wat kost
baar was in de handelssteden, die hy had
besocht, aan de Scandinavische en aan de
Dultsche kusten, was reeds in het bezit
van zyn gebiedster. Onvervaard toog hy
aan den gang, en waar hU kwam, ging hy
naar de kostbaarste winkels en verzocht
het schoonste te toonen, dat men hem
toonen kon. Maar telkenmale was hy te
leurgesteld, want wat hy zag, mocht mooi
en belangwekkend zyn, het voldeed niet
aan de eischen van zyn gebiedster. Zoo
strekte hy zyn tocht steeds verder uit, en
zoo kwam hij in Danzig, het toen onaf-
hankeiyke, machtige Danzig, dat een der
voornaamste steden van de Hanze vorm
de. Hy had er veel van gehoord, want
reeds vóór hem waren er tal van Neder
landsche schippers geweest, geiyk er na
hem ook zouden komen, die aan Dan
zig hebben gegeven dat eigenaardige
karakter, dat de stad heeft: niet Duitsch,
niet Poolsch, maar Hollandsch en
Vlaamsch. Hij ging door de nauwe gas
sen, die de haven van de stad verbinden
met het middengedeelte, waar het raad
huis en de beurs gelegen zyn, en zijn oog
speurde in de winkels.
Hy ging naar binnen, maar ook hier
vond hy niets. Totdat zyn weg hem voer
de langs een der oude hoven met die
prachtige voorportalen, waarvoor Danzig
bekend en beroemd is. En daar zag hy,
de eenvoudige schipper, iets wat hem
kostbaarder leek dan zilver of goud. Hy
zag er de mooiste tarwe, die hy ooit had
gezien; en aangezien hij kon bieden el-
ken prijs, die hem goeddacht, had hy den
koop spoedig besloten. Gelukkig zyn op
dracht te hebben volvoerd, spoedde hy
zich huiswaarts, waar zyn gebiedster hem
reeds lang, verwachtte. Want zy was on
geduldig, zy vreesde niet, dat zij niet ge
hoorzaamd zou worden, maar zy verlang
de, als een kind naar een stuk speelgoed,
naar dat kostbaarste, dat de oude schip
per haar zou brengen. Zy zag met hoog
moed uit naar de huizen in de nabyheid
van de hare in de toen rijke en machtige
stad, die Stavoren vormde, en zy dacht
by zichzelf, dat over wellicht slechts en
kele dagen zy zou hebben, wat geen dezer
andere vrouwen had en zy verheugde zich
reeds over de blikken van afgunst, die
haar zouden worden toegeworpen.
En toep kwam de voor haar verheugen
de dag, dat de nadering van het schip
haar gemeld werd. Als altijd, wanneer een
schip van een verre reis terugkwam,
drong de menigte naar de haven. Zij ont
zag zich niet vooraan te dringen; zy wilde
de eerste zijn om den schipper te spreken.
En zij vroeg hem wat hij met zich had ge
8000. Wel had) men zich aan zee zoowel
als in Bergen-binnen meer van' het voor
seizoen voorgesteld1, doch het weer werkte
in dien tijdl zeer tegen. De Augustus
maand! heeft echter veel goed gemaakt
Deze maand was beter dan andere jaren
eni opmerkelijk was ditmaal, dat na 15
Augustus het bezoek nog zoo druk waa
Verleden jaar had1 het hotel Nassau Ber
gen te Bergen aan Zee in de tweede helft
van Augustus 17 gaston, terwijl er nu tot
het ©inde dier maand nog ruim ,70 pen
siongasten waren.
UIT HET GRAFISCH! BEDRIJF.
Hel pensioenfonds ln werking.
Naar wij vernemen heeft de pensloen-
oommiseie uit het grafisch bedrijf beslo
ten met ingang van 1 Januari 1929 het
pensioenfonds ln werking te doen treden.
Het zal ln eigen beheer worden genomen.
De premies worden van de loonen afge
trokken. Binnen eenige maanden zullen
een directeur en een administrateur wor
den benoemd.
K. V. K. HOLL. NOORDER
KWARTIER.
Woensdag werd ten stadhuize te Alk
maar een vergadering gehouden van de
K. v. K. voor Holl. Noorderkwartier.
De voorzitter, de heer S. W. Arntz wijd
de eerst eenige woorden aan de nagedach
tenis van burgemeester Burger, en her
innerde daarna aan het Middenstandsoon-
gres.
Naar aanleiding van een schrijven in
zake zilverbons werd opgemerkt dat de
ervaring heeft geleerd dat verscheidene
takken van handel, alsook het publiek
Srijs stellen op het behoud der zllverbons.
tocht tegen de handhaving der riJks-
daalderbons overwegend bezwaar bestaan,
dan zou door de uitgifte van vyigulden-
bons aan dezen wensoh tegemoet geko
men kunnen worden. De heer Grondsma
stelde voor den Minister te vragen zyn in
vloed te willen aanwenden om de beoog
de uitgifte door de Ned. Bank gedaan te
krijgen. Hiertoe werd besloten.
Op voorstel van den heer Schmalz werd
besloten nu reeds aan de directie der
Spoorwegen te vragen om den volgenden
zomer 8-daagsche abonnementskaarten ln
te voeren tegen goedkoopere prijzen, dan
nu het geval is geweest.
Inzake de winkelsluiting werd na ver
schillende besprekingen n.a.v. adressen
van andere Kamers ten slotte met 8 tegen
6 stemmen besloten den Minister te vra-
bracht, en hy noemde haar de tarwe. Hy
wachtte op haar goedkeurend, haar in
stemmend antwoord; immers hy had geen
moeite ontzien; zyn gedachten waren
steeds met haar wensch bezig geweest.
Maar de rijke, trotsche vtouw, die slechts
iets wenschte, dat haar ulteriyk aanzien
kon verhoogen, voelde zloh op deze wyze
als bespot. Zy meende dien spot te lezen
in veler oogen, waar hy Intusschen niet
was, want de verstandlgen, die haar om
ringden, begrepen de waarde van deze
tarwe, dat kostbare voedsel, dat over
achtte haar bevelen in den wind geslagen.
En zy was rijk en machtig genoeg om het
te toonen.
Zy trad op den man toe. „Schipper, waar
is uw tarwe geborgen?" „Aan stuurboord",
klonk zyn antwoord. „Dat men dan die
lading aan bakboord weer in zee werpe",
klonk het scherp en smalend uit haar
mond. Waarom zou men haar niet ge
hoorzamen? Zelfs onder de omstanders
was er geen, die afkeuring toonde; zy
was een rijke vrouw; zy kon doen wat zij
wilde, en zy, de mannen en vrouwen van
Stavoren, waren ook rijk genoeg. Maar zy
spotten vergeefs, want het was alsof de
tarwe. Zy was vergramd, vertoornd; zy
boord geworpen was om aan een toornige
gril van een spilzieke en trotsche vrouw
te voldoen, bleef waar zy was gevallen.
De haven verzandde, veel sneller dan men
had gedacht; steeds nieuw zand scheen
door het oude te worden aangetrokken, en
al spoedig was de haven van Stavoren,
eens open voor elk schip, nauweiyks meer
toegankeiyk. Op dat zand, hetwelk het
Vrouwenzand werd geheeten, ging een
volgenden zomer graan als vanzelf
groeien. Maar ten onrechte verheugde
men zich over dezen nieuwen rijkdom,
want al was het hoog van halm, er was
geen korrel voedsel in.
Als deze trotsche vrouw de armste werd
van allen, die in Stavoren, door haar en
haar overmoed werden getroffen, dan was
er eene, die aan haar zyde heeft moeten
gaan. Dat was dat andere vrouwtje van
Stavoren, dat niet alleen trotsoh en spil
ziek was, maar onbarmhartig en onver
draagzaam. Ook zy bezat vele schepen,
en op een goeden dag, dat vyf dezer sche
pen zeilree lagen, zat zy, de blanke arm
steunend het blanke hoofd, door de kleine
ruiten te zien naar het bonte schouwspel,
dat de straat en de haven opleverden. Zij
zag rustig naar buiten, totdat opeens ge
joel, ln de onmiddelijke nabijheid harer
statige woning, haar verraste. Het scheep-
vaartbedryf heeft te allen tijde tot de
moeilijke, de riskante bedrijven behoord;
in den ouden tijd nog meer dan tegen'
woordig, en zjj, vrouwe Margaxetha, wist
8en de Zondagwlultlng uit de wet te llch-
in.
Zonder stemming werd goedgekeurd
een voorstel De Raat om er op aan te
dringen dat het werktydenbesluit niet zal
worden ingevoerd, alvorens de wet op de
winkelsluiting in het Staatsblad ttfaai
Met 8 tegen 7 stemmen werd verwor
pen een verzoek van Tilburg om den per
soon, die na 8 uur koopt evengoed straf
baar te stellen als den winkelier.
Vragen werden gesteld door den heer
M. A. Kolster over de wyze waarop den
Helder van de nieuwe situatie, ontstaan
door afsluiting van de Zuiderzee, voordeel
zal kunnen trekken.
De voorzitter stelde voor een commis
sie te benoemen, die het beoogde onder
zoek zal doen. Z]j zal het recht krijgen
om deskundigen buiten de Kamer om by-
stand te vragen.
Nadat de heer Blaauwboer er op had
gewezen dat er reeds een Zulderzeeoom-
missie bestaat en dat hij zich met het voor-
stol kon vereenigen als deze commissie
in het onderzoek de leiding behield, werd
aldus besloten.
Naar aanleiding van een opmerking
van den heer Grondsma over verminde
ring van de lasten der Zuiderzeedijken
door het Hoogheemraadschap daar deze
dyken toch gewone polderdijken zullen
worden, antwoordde de voorzitter dat de
belasting inderdaad zeer onsympathiek
was omdat de groote steden er niet aan
meedoen.
Over deze quaestie zal een oonferentle
met het bestuur van het hoogheemraad
schap worden aangevraagd.
Den heer Grunwald bevreemdde het dat
de quaestie Twuyverweg nog steeds niet
opschiet. Hy zag er een tralneeren ln
door de Langedyker gemeenten. Nadat de
verschillende standpunten der Langendy-
ker gemeenten en Alkmaar hog eens
tegenover elkaar waren gesteld vereenig-
den de heeren zich met een voorstel Rin-
gerg om direct naar den minister te gaan
en diens tusschenkomst in te roepen,
DE TOL TE MUIDEN.
Een nieuwe verkeersregeling
smoort biet verrei
De burgemeester van Muiden heeft, in
overleg met de hoogere autoriteit, een
nieuwe verkeersregeling vastgesteld, die
hedenmorgen in werking treedt
Uit de richting Amsterdam moeten alle
auto's, evenals dit Zondag het geval was,
om Muiden heen rijden, dus over de hulp-
burg om naar het Gooi te gaan. Hiervan
zyn de autobussen van de „Gooi Express"
uitgezonderd. Wielrijdere en motorwiel-
ryders mogen naar eigen verkiezing van
de hulpbrug gebruik maken of door den
tol gaan, in het laatste geval moeten zjj
tolgeld betalen.
Het verkeer van Naarden moet door de
dorpsstraat tot de Tolbrug rijden. Wie
daarvoor niet te vinden is moet links af
slaan langs de Heerengracht en krijgt ge
legenheid over de hulpbrug te gaan. Pos
ten van marechaussees en gemeente-
het even goed als haar tydgenooten en
voorgangers. Men kon nooit weten en dus
ging zy zien, de straat op, waar zy al Bpoe-
dlg ln een grooten hoop volks tereoht
kwam, allen starend naar een ln lompen
gehulden man, die op den grond neerlag,
en van honger en uitputting biykbaar be
wusteloos was. Schamele kleeren omhul
den zyn ledematen, die biyk gaven van
doorgestane ellende. Het volk verwachtte
medeiyden van de rijke vrouw, voor wie
dit medeUjden immers niets zou beteeke-
nen. Hoe gemakkeiyk kon zij niet een
paar lieden roepen om dezen man naar
haar huis te dragen; hem voedsel en ver
kwikking te schenken, die hem een ander
mensch, een werkeiyk mensch zouden ma
ken I Hoe gemakkeiyk zou zy hem niet
werk kunnen geven, dat hem ln het leven
hield! Zelfs de machtigste mensch, zoo was
van den kansel geleerd, vermag niets te
gen de macht van den dood. Maar hier
scheen het byna alsof de macht van deze
ryke vrouw sterker was dan die van den
dood, want één woord van haar en dit
slachtoffer was aan de hand van den dood
ontnomen.
zy zag naar het bonte tafereel Zy zag
de kleeren der burgers, grof, ruw ge
maakt. Zy zag naar de vrouwen, van wie
er meer dan één knappe gelaatstrekken
had, enkele jeugdiger dan de hare. Maar
ook die vrouwen, haar gewaden waren
niet kostbaar genoeg om haar schoonheid
te doen uitkomen. Met een glimlach van
zelfvoldoening zag zy neer op haar eigen
kostbaar gewaad; op de sieraden, die het
blanke van hals en gelaat zoo goed de
den zien.
De omstanders vergisten zich; zy hiel
den dezen glimlach voor een van bemoe
diging jegens den arme, die daar uitge
strekt lag en meer met bewegingen dan
met woorden om hulp smeekte. Maar
trotsoh richtte de vrouw zich op, en ruw,
in elk geval wreed klonk het van haar
lippen, dat ln Stavoren geen plaats was
voor bedelaars en nietsnutters. „Wilt gy
niet werken, zoo maak U dan voort; wilt
gy werken, sta op en ga uw gang. En gy*
lieden, die zoo nieuwsgierig staat te ga
pen, waarom zyt gy van uw arbeid weg-
geloopen; waarom reppen zich niet uw
hand?"
Ruw, wreed en toornig klonk haar
stem. En zy was machtig, geiyk die andere
vrouw, die jaren later de kostbaarste
tarwe in zee zou doen storten, ter wille
van een gril zy werd gehoorzaamd, en
men wendde zich van haar af. Maar toen
zy poogde zich van den arme af te wen
den, leek het als hield hy haar blik vast.
Leek het als zag zy niet slechts het scha
mele lichaam met de uitgeteerde trekken,
iBgooafto Mededeellng. (767)
V\OES\-
politie zullen op den smallen weg en bfj
de hulpbrug het verkeer regelen.
Den heer Floris Vos ls aangezegd;, dat
hy bij herhaling van pogingen om het
verkeer te belemmeren ln arrest zal wor
den gesteld.
Hei ls te verwachten, dat ongetwijfeld
tegen ajs. Zondag gearrangeerde relletjes
door de getroffen maatregelen zullen uit
blijven.
De ambtenaar van hei O.M. heeft het
beslag op de vrachtauto van den heer Vos
opgeheven.
Florfe Vos heeft 14 dagen vacantle.
Naar het Hbl verneemt, heeft de heer
O. B. te Blaricum, die eiken ochtend de
zen tol passeert in zyn auto, den tolgaar
der een bedrag ter hand gesteld, waaruit
voor de eerstvolgende veertien dagen het
tolgeldl voor den heer F. Vos is betaald. De
heer B. meent dat de wantoestand te Mui
den inderdaad uitstekend gedemonstreerd
ls, zoodat alle automobilisten den heer
Vos zeer dankbaar mogen zyn voor zyn
optreden doch dat het nu welletjes ls,
aangezien hei te betreuren zou zijn als
by voortzetting der demonstratie moord
en doodslag het gevolg zouden wezen, iets
wat niet uitgesloten ls.
maar als zag zy een dreigend omhoog ge
heven vuist, die haar toeriep dat zy ge
vloekt was. Was het slechts haar verbeel
ding, of wees hy op haar schepen, die daar
zeilree lagen, en vloekte hy deze met
haar? Trotsch nam zy den kostbaren ring
van haar vinger, wierp die ln zee en riep,
dat eerder die ring zou terugkomen dan
dat haar schepen zouden vergaan.
Dagen vergingen, weken en maanden.
Schepen gingen in dien tyd uit en kwa
men dikwerf eerst na langen, langen tyd
terug. Bleven ook niet altijd by elkander,
raakten in verschillende koers. Maar van
de schepen van vrouwe Margaretha kwam
er geen een terug, niet na een half, niet
na een heel jaar. Aanvankeiyk was er nie
mand, die ongerustheid toonde; het waa
zoo dikwyis voorgekomen. AanvankeUjk
ging vrouwe Margaretha niet 's avonds of
's ochtends aan het havenhoofd kyken
naar ©enig zeol, dat in de verte te ontdek
ken viel. Aanvankelijk wenschte zy haar
vyf schepen ten volle en geheel, maar op
den duur verminderde haar eisch, en nam
zy met vier, met drie, met twee, ja zelfs
met één schip genoegen. Haar keuken
was goed voorzien, haar geldbuidel was
nog niet leeg, maar zy zag het einde reeds
naderen. Totdat op een goeden dag een
man door de straten liep, die op haar deur
den klopper liet vallen, en de dienstmaagd
toeriep, dat hy een visch had zoo groot,
zoo kostbaar, dat zy slechts voor vrouwe
Margaretha bestemd kon zyn. Het was
een prachtige visch; men riep vrouwe
Margaretha ln de keuken en-ook zy sloeg
vol. bewondering het beest gade. Men
maakte het gereed voor het middagmaal,
en plotseling rolde iets hards voor de
voeten van de vrouw. Zy zag op, en bleek
van schrik herkende zy haar ring met den
kostbaren diamant, dien zy eens aan de
zee had gegeven om nooit weer te keeren.
Al haar rijkdommen, die haar nog geble
ven waren, bood zij voor wie haar den
ring wilde ontnemen, maar niemand wilde
haar helpen.
Wanneer jaren later de uitgeteerde ge
stalte van het vrouwtje van Stavoren, dat
het Vrouwenzand deed ontstaan, en zoo
doende tot den ondergang der stad voer
de, aan de hulzen heeft geklopt om een
bete broods, dan heeft zy wellicht ontmoet
de schim van vrouwe Margaretha, die eens
den armen uitgeteeiden man vergeefs om
hulp deed smeeken, in het gezicht van
haar ryke en overladen woning. Alle deu
ren bleven voor haar gesloten, en zy was
armer dan deze armste vroeger' was ge
weest, want zy vond zelfs geen mede
lijden, zy vond niets dan afkeer en af
schuw. Het zyn geen aantrekkelijke vrou
wenfiguren, die de overlevering uit Sta-
voren tot ons brengt!
Begrijpelijkerwijze is het laatste woord
in de tolkwestie bij Muiden nog niet gespro
ken. Integendeel, zooals de heer Zonne
veld, consul van den A.N.W.B., gisteren
avond in „De Tel." schrijft: de strijd gaat
pas beginnen. Reeds eerder had dit blad
uiteengezet, dat wat het Waterschapsbe
stuur waaronder de tol ressorteert
deed, onrechtmatig was. Immers, het niet-
betalen van tolrechten is een zaak van
civielrechtelijken aard en nimmer kan men
door middel van marechaussées een wei
gerachtig automobilist dwingen. Men had
de automobilisten dan ook eenvoudig door
moeten laten na proces-verbaal te hebben
opgemaakt inzake de weigering van betalen
der tolgelden. Daarna kon een civiele actie
worden ingesteld, doch dit is juist wat men
niet wil. Het blad is dan ook hevig, veront
waardigd over het feit, dat de regeering
door het posteeren van marechaussées, me
dewerkt aan het doorvoeren van een cn-
rechtmatigen eisch.
In het nummer van gisterenavond is,
zooals we zeiden, de heer Zonneveld, consul
van den A.N.W.B., aan het woord. Uit
diens schrijven nemen wij het volgende
over:
Hoe men ook denken moge over de wijze,
waarop de heer Floris Vos een einde tracht
te maken aan de tolkwestie te Muiden,