PopulairBijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
van Zaterdag 22 September 1928.
Tob Nooit Hookjo.
348. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
DE NIEUWSGIERIGHEID VAN DB
NATUURVOLKEN.
HOE ZIET DE WERELD ER
TEGENWOORDIG UIT?
Zoet tn soorten.
BBCLAJM&
't Juttertje
BRUILOFT AAN DEN OEVER
VAN HET TSCHAD-MEEB.
Een massa-huwelijk van
N eg er-prinsessen.
In Noord-Afrika ligt ondier da branden
de zon het groote zoet-water-meer Tschad,
dat de Arabieren Bahr-es-Salam noemen.
Frankrijk bezit een deel der landen aan
den Noordelijken oever liggend' en zoo
kon het gebeuren dat een Fransch admi
nistratief ambtenaar in dat land een
massahuwelijk van neger-prinsessen mee
maakte, welke plechtigheid interessant
genoeg verliep om hier naverteld te wor
den. In de bewuste landstreek leefde en
regeerde ten vorigen jare de negervorst
G autioné, die een rijk en machtig man
la, met een groot aantal vrouwen, zijn
veestapel, zijn enorme voorraden van
caoutchouc, ivoor e.d. Hij belijdt den wil
den eeredienst van den fetish en laat
zich teekenen, die zijn goden wel zoo
goedgunstig zijn te willen geven, door
zijn medicijnmannen verklaren. Waar
vorst Gautioné vele vrouwen heeft, heeft
hij ook veie dochters en het behoort tot
de gewoonten van zijn hof dat eens in de
tien jaar een gedeelte dier prinssen in
massa worden uitgehuwelijkt.
In de maand Augustus van het vorige
jaar vond wederom zulk een 10-jarige
plechtigheid plaata Vijftien schoonen, die
het koninklijk bloed in de aderen hadden,
waren de gelukkige bruiden. De plechtig
heid ving vermoedelijk in verband' met
de heete zonnestralen, die in Oentraal-
Afrika op het midden van den dag ple
gen neer te dalen eerst om vijf uur
's middags aan. Een sympathiek gezinde
menigte onderdanen, die tevoren reeds
koninklijk onthaald was op een bepaalde
soort licht gerstebier, dat de geliefe drank
des lands was, wachtte rondom 's vorsten
„paleis" op den feestelljken uittocht. En
daar kwamen zij uit de vrouwenvertrek
ken, de gelukkige prinsessen.
Maar op dezen blijden dag gingen zij
niet te voet. Zij zaten schrijlings te paard
op de ruggen harer aanstaande echtelie
den. En dat wil wel iets zeggen, wanneer
men weet, dat de dochters verplicht zijn
zich zóó te voeden, dat zij een weinig om
vangrijk worden. Voor negersmaak is
zwaarlijvigheid' een verleidelijk schoon.
Bovendien wachtten deze koningsdoch
ters ai sinds lange jaren met smarte op
den heugelijken trouwdag en waarmee
zou men heter den langzaam voortschrij
denden tijd kunnen dooden dan met eten?
Hoe dit zij, de gelukkige bruigoms torsten
hun schoonen last met blijmoedigheid. En
dat niet alleen: ze maakten er fantastische
sprongen bij, ten einde te toonen, dat ze
het vrachtje best aankonden en de ko
ningsdochter waard waren. Voor zoover
het met de gebruiken des lands vereenig-
baar was, droegen de bruiden een bruids
gewaad. Doch gezegde gebruiken schrij
ven de vrouwen het costuum voor dat on
ze moeder Eva reeds droeg in het Para-
dija Niettemin hadden zij zich getooid.
Haar hoofden waren kaalgeschoren en
overdekt met een laagje vet. waarop een
rood poeder was gestrooid, dat glansde ln
de zon. Eén haariok op de kruin was ge
spaard gebleven en diende de schoone, met
toevoeging van haneveeren, voor dia
deem. Haar robe was als men het zoo
mag noemen vervaardigd van.een
dun laagje gele oker, dat haar bruine huid
DE SPIEGEL.
De mislukte aanslag.
Zij waren geen vrienden, h^wel zij tot
dezelfde club behoorden, aan dezelfde ta
fel middagmaalden, dezelfde genoegens
zochten; tussc'hen hen bestond een van
hm, oynasium-jaren dateerende rivaliteit,
die hen op voet van gewapenden vrede
^Paul Denis was'de minst ^lle van de
beide antagonisten; zijn gemakkelijk na
tuur hielp hem spoedig over kleine strub
belingen heen; Otto Vermeer daarentegen
wrokte lang ais hij een, P^^^^gelèdcn
hij voor een nederlaag hield, had geleden.
Op een zomermiddag trad Paul ^en'8
met zijn vriend, Harry Smalt, het café
binnen, waar de clubleden gehoon wa-
ner, hun middagdrankje te gebruiken. Hij
werd bij zijn binnentreden met vragen en
uitroepen bestormd, waarop hu
antwoordde: „Ja, ik doe mee, ik heb mij
^jyior oogen wendden zich naar Otto
Vermeer, die trachtte bonne mine a mau-
vai» jeu te maken, maar zijn gelaatsuit
drukking niet voldoende in zijn macht
dokte en bekoorlijk werd afgezet met een
lanf? wit ceintuur met fladderende einden.
Voilé tout. Maar welk een overdaad aan
sieraden vergoedde al hetgeen elders ge
mist mooht worden! De koningsdochters
waren van top tot teen behangen met ket
tingen, armbanden, ringen van koper, van
goud, van kralen.Zij rinkelden bij den
wilden rondgang tegen elkaar, als bruids
klokjes.
En die rondgang was niet van korten
duur, want dte hofetikette wil dat de bruid
haar opwachting maakt bij alle familie
leden en alle vrienden, verzameld aan het
hof. Zoo trok de stoet rond. Achter brui
gom en bruid kwam de moeder der prin
ses, een der vele vrouwend van den vorst,
gewapend met een paardenstaart, waar
mee ze voortdurend de vliegen verjoeg
van de teedere huid harer dochter. Iedere
bruid had haar „speciale" moeder aldus
achter zich aan. Dan kwamen de vriendin
nen met groote veeren waaiers, de slaven
mot de tabouretjes, die bij halteplaatsen
dienst deden, de dragers van de bruids-
gesch nken, de dansers der symbolieke
dansen en eindelijk het orkest van slagin
strumenten, dat als waanzinnig te keer
ging om de woeste negerliederen van die
feestvierende menigte te begeleiden.
Als de rondgang ten lange leste afge-
loopen is, mag de aanstaande echtgenoot
zijn bruid op den grond deponeeren. Maar
rusten mag hij nog niet. Het zou van ge-
brgc aan mannelijke kracht getuigen in
dien bij thans al reeds moe was.
Teneinde het tegendeel te bewijzen,
voert hij nu een wilden dans uit. Hij
transpireert hevig en zelfs het zand onder
zijn voeten is vochtig. Ook de prinsessen
lijden aan dat euvel, al zitten ze thans ook
doodstil en gelijken ze bont-geschilderde
houten afgodsbeelden. Nu vangt de taak
der respectieve moeders aan. Met teeder-
heid herstellen zij aan het toilet harer
dochters alles wat door de warmte ge
leden mocht hebben. En teneinde de ge-
wenschte verkoeling te brengen, likken
zij ten laatste het gezicht der prinsessen
droog. Na dit smakelijk gebeuren woTdt
de bruid verfrischt met een weinig anti
monium voor de oogen, een weinig olie
voor haar lippen, kin en neusgaten en als
dan alles op de goede plaats zit, kettingen
armbanden, veeren zijn verschikt en ver-;
schoven, dan stoo'en de moeders schelle
kreten uit. Het zijn afscheidsgroeten aan
haar scheidende kinder m
Nu komt de bruidegom weer in actie.
Plotseling schiet hij toe, werkt zijn bruid
weer op zijn rug en rent in blijden galop
met haar naar de nieuwe woning. Zoo
ging het vijftien malen achtereen. Toen
was het 10-jaarlijksche massa-huwelijk
gesloten. Geen bruidspaar was meer te
zien. Slechts de feestvierende menigte
bleef den lichten nacht door op straat en
dronk van het koninklijk gerstebier, tot
den nieuwen dag. Aldus trouwen konings
dochters aan de oevers van het Tschad-
Over het algemeen zijn de natuurvolke
ren, zoodra ze met Europeanen in aan
raking komen, sohuw en wantrouwend.
Hebben zij echter vertrouwen in de vreem
delingen gekregen, dan wordt de nieuws
gierigheid groot en kunnen zij er niet ge
noeg van krijgen om de zeldzame schatten
van den vreemdeling aan te gapen.
Toen Nordenskjold bij het omvaren van
Azië aan de Siberische kust overwinterde,
kwamen de inboorlingen dagelijks met
hun vrouwen aan boord van de „Vega".
Zoodra de natuurvorscher of een van
zijn begeleiders in een boek las, gingen de
mannen en vrouwen om hem heen staan.
Ze staarden naar het onbegrijpelijke ding,
dat de lezer ln handen had en stieten een
stemmig een schreeuw van verwondering
uit, zoodra een bladzijde werd omgeslagen.
Toen Zintgraff in het binnenland van
Kamerun reisde, had zich in de nabijheid
van zijn hoofdkwartier een Engelschman
neergelaten. Om lichamelijke bewegingen
te kunnen doen, turnde de man geregeld
iederen avond aan een horizontalen tak
van een boom. Om dit te aanschouwen
kwam telkens de geheele mannelijke be
volking der omliggende dorpen aangeloo-
pen. Door deze liefhebberij heette de ma
gere, langarmige Engelschman bij de ne
gers algemeen „de aap".
Toen Karei v. d. Steinen bij de Bakairi's
(een stam van Oentraal-Brazilië) kwam,
venvekten zijn kleerende grootste nieuws
gierigheid. Men betastte ieder stuk en
draaide het telkens om en om. Toen men
bij deze gelegenheid den getatoueerde
kiwi op den arm van den natuurvorscher
ontdekte, was men ten hoogste verwon
derd, daarna echter zichtbaar teleurge
steld, omdat er nog niet meer dergelijke
teekeningen te vinden waren. Nauwkeurig
onderzochten de Baakiri's zijn zakken. On
begrijpelijk vonden ze de lucifers en tel
kens weer vroegen ze het horloge te zien,
dat zij „maan" noemden, omdat het....
's nachts niet sliep.
MERKWAARDIGHEDEN.
Reeds in 1600 werden vulpenhouders
gebruikt.
Velen zien het geluk slechts in het on
bereikbare.
De welstand van den man blijkt uit de
kleeren van zijn vrouw.
De ideale echtgenoot» ls altijd met een
anderen man getrouwd.
Platonische liefde is de periode tusschen
de eerste ontmoeting en den eersten kus.
Een man voelt dat hij bemind wordt, de
vrouw moet het gezegd worden.
Menschen die altijd pfeoies weten, waar
om ze iets doen, zijn onuitstaanbaar. -
De moeilijkheid is niet in den smaak
van de menschen te vallen, maar wel ze
dit te doen erkennen.
De vrouw die het grafschrift voor haar
man schrijft, geeft het laatste woord.
Als een man aandachtig naar een vrouw
luistert, zijn het niet man en vrouw.
NUTTELOOZK MOEIT! I
Meester: Jan, waarom wil jij dat
sommetje van de 2 en 8 centstukken niet
uitrekenen
Jan: Omdat m'n moeder zegt dat twee
of drie centen niets meer beteekenen
tegen a-oordig.
De eeuw van de bioscoop.
Een zekere Londensche blosooop geeft
nu speciale matinees voor moeders met
zuigelingen. Deze laatsten kunnen met
wagen en al aan de zorgen van een spe
ciale bewaarster worden toevertrouwd.
De Westersuikerraffinaderij te Amster
dam heeft een capaciteit van drie mil-
lioen K.G. geraffineerde suiker per week.
Zij maakt een vijftig verschillende soor
ten suiker.
Nw. Roti Courant
Aan de lus in de lucht
Een aeroplane van den luohtdienst
LondenBrussel bracht dezer dagen 81
passagiers over. Een hunner moest zich
met een plaats aan de lus vergenoegen.
Evening News.
De voortdurende zorg.
De oude winkelier lag op sterven en zijn
geheele familie was om het sterfbed ver
zameld.
Is Marie daar? vroeg de stervende
met zwakke stem.
Ja, manlief, hier ben ik.
Is Adolf hier?
Ja vader.
Is Tina daar?
Ja vader.
Is Betje daar?
Ja vader.
-r- Is Simon daar?
Ja vader.
Alle menschen, en wie past er dan op
den winkel?
meer.
i
B.
Waar blijft I-ombroso?
Het bestaan van een abstract misdadi-
gers-type vindt reeds lang heftige bestrij
ding. De heer Clarke Hall, magistraat aan
het Old-street Police Court, verklaarde dat
in bijna elk geval van verstokt misdadi-
gers-instinct, hieraan verwaarloozing van
de zijde der ouders ten grondslag lag. Het
misdadige kind is, volgens hem, een uit
vloeisel van wanorde en verkeerde behan
deling. Misdadige aanleg kan gemakke
lijk en met goeden uitslag worden bestre
den alvorens het kwaad gelegenheid heeft
zich te ontwikkelen wanneer met deze
bestrijding reeds in de prille jeugd en in
de goede richting wordt aangevangen.
i Timea
DE WAARHEID!
had, om zijn verbaasde teleurstelling te
verbergen.
„Dat valt je tegen Vermeer!" plaagde
één der jongelui.
„Waarom," braveerde de aangespro
kene.
„Je meende den prijs al in je zak te
hooren rinkelen en nu
De beide nieuw aangekomenen zetten
zich in den kring en een reeks van ge
sprekjes ontspon zich, die alle draaiden
om hetzelfde onderwerp.
Er was een wedstrijd uitgeschreven
voor studenten-wielrijders; dit was reeds
eenige jaren achtereen geschied, in de
academie-stad; ditmaal echter was de door
een rijken, excentrieken ouden sportlief
hebber den vader van de studenten
race-idee uitgeloofden prijs buitenspo
rig hoog en zeker wel waard, er den strijd
voor aan te binden.
Paul Denis was aanvankelijk niet van
plan geweest, zich als deelnemer op te ge
ven; hij had -nimmer te voren op wedstrij
den gereden en hij was juist vol ijver aan
het blokken voor een examen.
Onder pressie van zijn vrienden was hij
ten slotte van besluit veranderd; de uit
geloofde prijs liet hem tamelijk koud, hij
had het geld niet noodig, maar de te be
halen eer lonkte hem verleidelijk toe, tor-
wijl hem bovendien tot aangenamen pnk-
kel was, dat Otto Vermeer zijn voornaam
ste tegenstander zou zijn.
Hij kon niet ontkennen, dat zijn kansen
gunstig stonden: hij was sterk en t&al, be
Waarzegster: Ik zie eeu
groote zorg baart
Bezoeker: De Holland Anerlka Lijn. Ja, m'n vrouw
wil overkomen.
schikte over groot uithoudingsvermogen
en was aardig in training.
„Wij praten, alsof het een race tusschen
Vermeer en mij gold!" sprak hij in een
even ingetreden stilte. „Maar heeft nie
mand de volledige lijst van deelnemers
gezien? Niet? Dan kunnen we nog voor
aardige verrassingen komen te staan.
Maar, nietwaar, Vermeer, wij zullen trap
pen, alsof ons leven ervan afhangt."
„Bouman en Kersten zijn dagelijks op de
baan te vinden!" deelde Otto Vermeer
mee.
„Twee leelijke ooncurrenten."
„Onzin!" weerde een der anderen af.
„Vermeer was verleden jaar die twee ver
vooruit."
Het gezelschap brak op, om zich naar
huis to begeven, waar gemiddagmaald
werd.
„Ik hoop niet," zei Harry Smalt, later
op den avond, toen hij met Paul Denis
naar hun gemeenschappelijke kamer ging
„dat de wenschen, die Vermeer op het
oogenblik ten opzichte van jou koestert,
vervuld zullen worden."
„Wat bedoel je?"
„Wel, ik zou niet graag willen, dat je
een been brak. of door een of andere
kwaadaardige ziekte werd overvallen."
„Kom, je overdrijft."
„Heb je zijn gezicht gezien".
„Neen, niet bepaald."
„Tk wel."
„En?"
„Hij haat je en verwenseht Je."
„Zou ik mij terugtrekken?"
„Ben je razend, kerelP"
„Ik maakte er maar gekheid mee. Na
tuurlijk denk ik er niet aan. Het zou mij
juist genoegen doen, als ik hem dwars
kan zitten. Niet erg vriendelijk van mij,
maar de vent heeft vanaf onze jongens
jaren nooit anders gedaan, dan mij pla
gen en ergeren, waar en wanneer hij maar
kon. Het wordt werkelijk tijd, daarvoor
eens revansche te nemen, ten minste als ik
kan."
„Pas maar op Je fiets."
„Hoezoo?"
„De vent is gemeen genoeg om
„Onzin! Nu speelt Je verbeeldingskracht
je parten. Hij kan mij niet uitstaan, maar
hij is een fatsoenlijke kerel, en niet tot
gemeenheden in staat."
Harry Smalt bromde wat onverstaan
baars.
„Wat zeg je?" vroeg Paul.
„Als hij later dokter is, moet hij prak
tijk zien te krijgen onder rijke, oude lui,
en zich dan door de aanstaande erfgena
men laten betalen, om ze wat eerder aan
hun geld te helpen."
Paul Denis lachte.
Vóór hij antwoorden kon, werden zij
door een kennis aangesproken en Otto
Vermeer met zijn goede en kwade eigen
schappen gleed voor eenigen tijd weg uit
hun gedachten.
In de volgende dagen daohten zij des te
meer aan hem, daartoe gedwongen door
zijn plotseling ontwaakt» neiging, om
Reclame hier, reolamt daar, reelame
overall I
De reclame neemt een belangrflka
plaats in, ln onze hedendaagsche wiaat-
sohappi), want gij kunt u geen handels
huis voorstellen, dat niet op een of ande
re wijxe aijn waren dbpr reclame tracht
aan den man te brengen. W# gunnen den
handelshuizen gaarne het suooes, dat zij
met hun reolame oogsten, maar het wordt
erg bedenkelijk wanneer reclame
maakt wordt met andere dingen dan
oolada, limonade, sigaren, ena
Wanneer de menschen met zichzelf
reclame gaan maken en hun werkelijk of
hun voorgewend kunnen beginnen aan te
prijzen met alle mogelijke middelen, zoo
dat zij dit tot koopwaar maken, dan is voor
onze Eurojpeesche begrippen de reclame
ongepast. In Amerika denkt men hier anr
der» over en, uitgaande van het stand
punt, dat ieder mensoh koopman is, om
dat elk wat te verkoopen heeft, hetzij
meubelen, hetzij sijn diensten, hetzij sQn
capaciteiten, acht men reclame gepast
voor iedereen. Ook hier ls dit begrip lang
zamerhand doorgedrongen en al adver
teert de medicus niet, dat bij de beste in
het iand is, die blinde darmen opereert,
of al prijst een advocaat zich niet aan als
die gewiekste in het vrijpleiten van boe
ven, onder allerlei vorm, wordt ook hier
reclame gemaakt.
Er is misleidende reclame, die meer
belooft dan zij geeft en er is bona-fide
reclame, waarbij de kooper niet bedrogen
ui,komt. Het is de plicht, dat wij zorgen
eerlijke verkoopers te zijn van waren,
zoowel als van capaciteiten. De reclame,
die wij over onszelf verspreiden moet
waar zijn, zoodat zij die erop afgaan niet
bedrogen uitkomen. Er zijn menschen
die alleen door reclame nog bestaan, an
ders al morsdood waren.
Laat men toch van u kunnen getuigen,
wat Maria Stuart van zichzelf getuigde:
„Ik ben beter dan mijn roep."
Dr. JOfl. DE OOCK.
N. N. te H.
Dat gij u altijd en overal van iedereen
de mindere gevoelt, ligt niet aan anderen,
maar aan uzelf. Gij laat u te veel ln een
hoekje drukken, als gij u over iets of
iemand een meening hebt gevormd, hebt
gij evenveel recht die meening te uiten
als ieder ander. Wanneer een goed id'ee
bij u gerijpt is, moet gij dat ook ten uit
roer brengen. Zöodra er iets van iemand
uitgaat, wordt de persoonlijkheid ver
sterkt en dwingt dat anderen een zeker
respect af. Gij moet ln de eerste plaats
uw persoonlijkheid krachtiger maken door
meer handelend op te treden. Door uw
goede opleiding en uw kennis moogt gö
zeker wel uw eischen stellen, terwijl er
bij u voorloopig van een „te groote mond
hebben" nog geen sprake kan zijn. Be
scheidenheid is goed, maar een te groote
bescheidenheid' lijkt op lafheid. Neem
uzelf maar aandachtig onderhanden en
Bchud uw „ik" flink wakker, d«n zult gij
spoedig bemerken, dat er meer in zit,
dan gij tot nog toe vermoed hebt Het ifl
dikwijls zeer lastig zichzelf goed te ken
nen en de moeite van het bestudeeren
zeker waard.
Verzonden brieven:
D. J. te H.; Zeeman te H.; Zakenman
te H.
Voor de lezers van ons blad geeft onze
psychologische medewerker Dr. Jos. de
Cock, van Merlenstraat 120, 's-Graven-
hage gratis zielkundige adviezen, o.m
over de wijze waarop zf] hun geest lun-
nen verfrisschen en hun wilskracht eH
energie kunnen versterken.
De vragen worden geregeld ln dit blad
behandeld. Mochten de beantwoordingen
te uitvoerig worden dan direct schrifte
lijk aan de aanvragers.
Deze getuigén verklaren dat jij de
konijnen hebt gestolen. Wat heb je daar
tegen in te brengen?
Die menschen liegen, Edelachtbare.
Als ik konijnen ga stelen, zal ik er toch
geen getuigen bij halen!
zich meer dan gewoonlijk bij hen aan te
sluiten.
Hij scheen zijn wrok te begraven en
toonde zich aan hen van zijn beminnens-
waardigsten kant, fajj vergat zijn gezicht
in een sarcastischen plooi te trekken, zoo
dra Paul Denis zijn mond open deed, het
kwam zelfs voor, dat hij hem zonder voor
behoud gelijk gaf; het scheen werkelijk
zijn bedoeling te zijn, zich bij zijn voor-
maligen vijand aangenaam te maken.
„Ik vertrouw hem niet!" hield Harry
Smalt vol.
„Jij ziet spoken op klaarlichten dag,"
verweet Paul Denis kribbig. „Waarom
wil je toch altijd overal wat achter zoe
ken? Het spreekt immers vanzelf, dat ons
beider deelnemen aan den wedstrijd een
soort van band tusschen ons vormt, die
ons nader te zamen brengt dan.
Das Wunder ist gescheh'n,
Allein mir fethlt der Glaube."
citeerde Harry en bracht toen behendig
het gesprek op éen ander onderwerp over,
inziend, dat het veTgeefsdhe moeite was,
zijn vriend tot wantrouwen en kwaad
denkendheid te willen prikkelen.
Hij besloot echter zijn oogen en ooren
goed open te houden en te blijven luiste
ren naar de inwendige stem, die hem
waarschuwde, dat Otto Vermeer geen zui
ver spel speelde, dat er een verborgen
bedoeling huisde achter diens plotselinge
voorliefde voor het gezelschap van Paul
Denis en van hem, Harry Smalt, dié als
V