kantongerecht den helder.
Zitting van Dinsdag 25 September 1028.
HtJ had er water, bij gedaan.
De melkverkooper v. D„ een overigens
bij den keuringsdienst niet ongunstig
aangeschreven slijter, stond terecht voor
het feit, dat hij water in zijn karnemelk
gemengd had!, de man had dit, volgens
zijn zeggen, gedaan om die goede hoeda
nigheid van de karnemelk te bewaren.
Hij had echter vergeten het water, dat
op de melk blijft drijven, er weer af te
gooien en zoo was hij tegen die lamp ge-
loopen, omdat de keurmeester toevalliger
wijs een monster nam.
Een en ander kwam den kantonrechter
niiet onwaarschijnlijk voor en zoo kwam
v. D. er genadig af met een boete van 5
gulden1.
De zaak met het luchtje.
De Spoorgrachtbewoner van A., die er
van beschuldigd was een emmer beer in
het kanaal te hebben geleegd, tot begrij
pelijke en groote ergernis van een twee
tal overburen, stond nu weer terecht,
'daar hij in de vorige zitting beweerd had
dat de emmer boenwater van zijn vrouw
bevatte en de agent, die het proces-ver
baal opgemaakt had van dit frissche
zaakje, toen niet aanwezig was. Nu was
deze agent wel ter terechtzitting en het
bleek dat hij zich zeer serieus van zijn
taak gekweten had. Hij had zich ervan
overtuigd, dat de beeremmer van den
huize van A. .geledigd was, al had v. A.,
om het te doen voorkomen dat de emmer
nog gevuld was, deze met vuil water vol
laten loopen en met vuile dotjes en pluis
jes versierd. U ziet, beklaagde was zeer
vindingrijk. Nog andere ontwijfelbare
teekenen waren voor den verbaliseeren-
den agent aanwezig als daar zijn de zeer
bizondere aroma in de woonkamer en win
kel en niet nader te defineeren overblijf
selen langs kanaalkant en in het water.
De hoogste boete voor dit feit, een som
van 3 gulden, zal beklaagde moeten be
talen, tenzij hij er de voorkeur aan geeft
in hooger beroep te gaan en dan meer te
moeten dokken.
Overtreding leerplichtwet.
P. K.. vader van leerplichtige kinde
ren, was reeds vroeger beboet voor het
feit, dat een van zijn zoontjes niet naar
school ging. Nu stond de man weer
terecht en waar het bekend was dat het
hoofdzakelijk onwil van den man is, ter
wijl zijn optreden ter terechtzitting ook
niet de sympathie opwekte, werd hij ver
oordeeld tot 10 gulden boete of 8 dagen
hechtenis.
Een ander huisvader kwam' er voor een
zelfde overtreding met 50 cent af.
Voor het rijden aan' den linkerkant van
den weg werd L. D. beboet voor gulden
af 2 dagen hechtenis.
G. N. P. voor het onbeheerd laten staan
van een rijwiel tot 3 gulden1 boete.
Een drietal zaakjes werden aangehou
den tot de zitting van 27 November.
DE TEXELSCHE RACEZIEKTE.
Geen reclame voor het vreem
delingenverkeer.
De klacht schijnt algemeen dat meer
dere bewoners van het overigens zoo
schoon en rustig eiland Texel, het leven
van hun medemenscben, waaronder in
den zomer dat van die talrijke vreemde
lingen behoort, in gevaar brengen door
onverantwoordelijk en roekeloos rijden
op motorrijwielen en in auto's door de
dorpen en langs wegen. De Texelsche po
litie schijnt deze race-manie lijdelijk aan
te zien, het komt althans zelden of nooit
voor dat er een procesverbaal wordt op
gemaakt tegen de maniakken.
Maar dezen zomer werd het een Am-
ftterdamschen procuratiehouder, den heer
M. Polak, die met zijn familie zijn vacan-
tie op Texel doorbracht, wel een beetje
te bar. De motorrijder O. P. Keizer had
hem en zijn mede pensiongenoot, den heer
Hartland, adjunct directeur van v. Gel
ders Papierfabrieken te Apeldoorn, wat
je noemt dood geërgerd op het strand te
de Koog, door het vertoonen van levens
gevaarlijke toeren op zijn motorrijwiel,
tussohen een badend en op het strand ge
nietend publiek. De maat was vol en liep
's avonds over toen de motorrtfder met 'n
razende vaart voor hotel Texel, waar ge
noemde heeren logeerden; aan kwam zet
ten en1 het zeer weinig scheelde of hij had
het 12-jarig zoontje van den heer P. aan
gereden. Een klacht werd ingediend en
Dinsdag stond de beklaagde, een groote
robuste kerel, terecht. Hij had als getuige
a decharge de 16-jarige J. Boekei meege
nomen, die beweerde dat hij niet hard ge
reden1 zou hebben.
'De kantonrechter had den jeugdigen
getuige van te voren ernstig gewaar
schuwd niets dan' de zuivere waarheid te
zeggen, daar hij anders vervolgd zou wor
den wegens meineed. De jongen bleef
echter bij zijn bewering dat K. de maxi
mumsnelheid niet overtreden zou hebben.
Het was uitsluitend uit consideratie met.
dezen getuige decharge dat de kanton
rechter de zaak uitstelde. De jongen kon
zich dan nog eens bedenken. De getuige
Polak, die de ouders van het jongmensch
van nabij kende, waarschuwde den jongen
ernstig geen valsch getuigenis af te leg
gen. Blijkbaar heeft B. deze raadgevingen
ter harte genomen, want toen hij na on
geveer een half uur weer voor de balie
kwam, zei hij, dat zijn bewering dat Kei
zer niet hard gereden zou hebben niet
juist was. Hij had dit gezegd -uit collegia
liteit. Hoe hard' K. gereden had wist hij
«chUr niet te zeggen.
De kantonrechter wist nu evenwel ge
noeg en veroordeelde den roekeloozen
rijder tot een boete van 100 gulden, subs.
10 dagen hechtenis en de intrekking van
het rijbewijs voor den tijd van 1 jaar. De
ambtenaar van het O. M. had 75 gulden
gevraagd' en intrekking van het rijbewijs
voor denzelfden tijd.
De bekl. zeide in hooger beroep te zul
len gaan.
Wij: zouden de politie aan den overkant
in overweging willen geven strenger
tegen dergelijke race-maniakken op te
treden, het gevaar is anders niet denkbeel
dig dat het eiland, dat om zijn schoonheid
zoo gezocht wordt, dOor vreemdelingen
zal worden gemeden, men vergalt zijn va-
cautie toch liefst niet door zich dagelijks
te moeten ergeren aan motor-idioten, die
het leveni van hun medemenschen in ge
vaar brengen.
ZEEKRIJGSRAAD DEN HELDER.
Zitting van Woensdag 25 September 1928.
In deze zitting had de beëediging plaats
van den nieuwen fiskaal Mr. G. H. van
Driel. Na het voorlezen van de acte van
beëediging sprak de president, Mr. de Sit-
ter den wensoh uit dat de verstandhou
ding tusschen fiskaal en krijgsraad van
even aangenamen aard zou blijven, als
deze tot nog toe waa
Hiermee was deze korte plechtigheid
geëindigd en werd' overgegaan tot de be
handeling van de op de rol staande straf
zaken, waarvan de eerste
een deserttegeval
was, één van de vele die in iedere zit
ting van den zeekrijgsraad worden behan
deld.
De stoker le fcL J. P. D., dienende aan
boord Hr. Ma Z. 7 had den dienst aan
boord te zwaar gevonden, het leven was
ondraaglijk, er was te kort machinekamer-
personeel, het logies was met oliedampen
bezwangerd en dat alles bij elkaar had
hem ertoe doen besluiten de plaat te poet
sen. Van 14 Juli tot 28 Augustus was D.
er tusschen uit geweest en had zich op
den 28sten weer aangemeld, met gevolg
dat hij in arrest werd gesteld en Woens
dag terecht stond.m
De fiskaal vond niet veel redenen om
clementie te verleenen. De stoker moest
nog maar 1 maand aan boord van de Z. 7
dienen, zoodat spr. diens standpunt niet
begrijpt. De man heeft bovendien een on
gunstig strafregister. De fiskaal eischt 3
maanden gevangenisstraf, met aftrek van
de preventieve hechtenis.
Mr. Veltman hield een sympathiek plei
dooi, waarin hij wees op de zwakke con
stitutie van beklaagde en den slechten tijd
d'en deze aan boord van de Z. 7 heeft door
gebracht Bij informatie is verdediger ge
bleken dat het verhaal van den beklaagde
niet overdreven is, zoodat hij meent dat
in dit geval wel verzachtende omstandig
heden zijn, hij besluit met clementie voor
den verdachte te vragen.
De fiskaal persisteert bij zijn eisch.
Nadat de krijgsraad in raadskamer is
geweest deelt de president mede dat deze
zaak wordt uitgesteld tot een volgende zit
ting om dan nog twee getuigen te hooren,
n.1 de commandant van de Z. 7 en de
chef van de machinekamer van genoemde
Z. boot.
In de zitting van 9 October zal deze
zaak opnieuw voorkomen. De beklaagde
blijft in arrest.
Aanranding van een schildwacht
De pootige stoker der 2e kL M. M., die
aan boord van Hr. Ms. Wachtschip domi
cilie heeft, was den 5en Juli van dit jaar
aan het kermisvieren geslagen, met ge
volg dat 'hij eerst te 2 uur in den nacht zijn
kooi inkroop. Dit alles zou hem niet voor
den krijgsraad gebracht hebben ware het
niet dat hij om 4 uur gepord was gewor
dt door de wacht, om de vuren aan te
maken. Voor deze minder aangename taak
was aangewezen de schildwacht den Br.,
die porde en porde, maar niets dan een
onderaardsoh gebrom kreeg te hooren,
totdat M. hem een minder parlementaire
uitdrukking naar het hoofd slingerde.
Den Br. trok voorloopig af, doch waar hij
fl's plicht'--"trouw sctiuuwacht zijn taak
naar behooren had te volbrengen, zon hij
op een middel om den alweer snurkenden
stoker, tot de nuchtere -erkel6kheid
terug te brengen, en hiervoor kwam' hij
op het lumineuze idee het voeteneind van
de kooi los te maken en te laten vieren,
waardoor de onwillige stoker netjes op het
dek zou glijden en dan zeker wakker zou
zijn.
Hij bereikte Zijn doel, doch M. was het
met dit afdoende middel niet eens en toen
hjj den schildwacht in zijn bereik zag, gaf
hij dezen een muilpeer, die hem lang ge
heugd heeft.
De fiskaal kwalificeerde chze aardig
heid als insubordinatie en beschouwde
het als een ernstig militair vergrijp, zoo-
dat hij niet kon besluiten, niettegenstaan
de de gunstige conduitenstaat van ver
dachte, een voorwaardelijke straf te
eischen. Hij vroeg twee maanden gevan
genisstraf.
.'De verdediger Mr. Eeoen vond de straf
veel te zwaar en zou de zaak terug willen
wijzen naar den commandeerenden offi
cier, of den verdachte anders voorwaar
delijk willen veroordeelen.
De fiskaal zegt dat dit geval niet kan
worden afgedaan door den commandee-
rend n officier en dat het in strijd zou
zjjn met de militaire krijgstucht den ver
dachte voorwaardelijk te straffen. Hjj
handhaaft dan ook zijn eisch.
Uit'praak later.
Met z'n oom op stap, dat werd een
dure grap.
De matroos-zeeimlicien J. G. H., die den
4en Augustus met verlof naar Breda
ging, had het twijfelachtige genoegen
door zijn oom, een oud-koloniaal te wor
den afgehaald. In zes jaar hadden de
familieleden elkaar niet gezien en dit
hartroerende wederzien werd in het
dichtstbijzijnde café beklonken en be
dronken. Al spoedig was H. in een zoo
vroolijke feeststemming, dat hij niet eens
bemerkte, dat hij bij het naar huis gaan
zijn oom kwijt raakte en dat hij slaags
raakte met een agent van politie. Eerst
den volgenden morgen, toen hij in een
van de logeerkamers van de Bredasche
gevangenis ontwaakte, werd hij gewaar
dat er wol iets bizonders aan de hand ge
weest moest zijn. Dit werd1 hem dan ook
duidelijk gemaakt en Woensdag stond hij
voor den krijgsraad terecht terzake dron
kenschap en wederspannigheid. Voor
het eerste feit werd door den fiskaal een
boete van 1 gulden geëischt, subs. 1 dag
hechtenis, voor het tweede een gevange
nisstraf van 1 maand.
Een volksoploop, ontactisch optreden
van de politie.
In den nacht van 1 op 2 Juli was er
voor een café in de Spoorstraat een volks
oploop ontstaan door zingende (schreeu
wende) bezoekers. Voor het café van den
caféhouder Brink stonden eenige matro
zen daarvan te genieten. Aan den over
kant, voor de Tivoli-bioscoop, stonden
een tweetal agenten in uniform, die in
grijpen niet noodig oordeelden, althans
op hun post bleven. Bij dezen voegde
zich een derde man (een agent in bur
ger), die al spoedig op de matrozen toe-
stapte en hun verzocht door te loopen.
„Met welk recht verzoekt u dat?" vroeg
matroos M. W. Sch., die niet drank vrij
was en door het optreden van dezpn bur
ger .geïrriteerd werd. De burgermaakte
zich toen bekend als agent van politie en
verzocht toen nogmaals door te loopen.
Eerst toen een politic-agent in uniform
het verzoek tot den matroos richtte vol
deed deze daaraan. De agent in burger
(Huitinga) ging dén matroos daarop ach
terna en zei nogmaals tegen dezen dat
wanneer hij tot doorloopen aanmaande,
de matroos niet anders dan te gehoor
zamen had. Opgeruid door omstanders
nam de matroos een dreigende houding
aan en de agent en matroos raakten hand
gemeen.
Het slot van dit drama was dat Sch. voor
den krijgsraad verschijnen moest wegens
wederspannigheid.
De fiskaal zeide dat de delinquent niet
willens en wetens verzet tegen het open
baar gezag had gepleegd, doch dat het
verzet meer was geweest tegen den per
soon van den agent Huitinga, wiens op
treden hij veroordeelde.
Eischer vroeg een geldboete van 7.50,
subs. 12 dagen hechtenis.
Uitspraak later.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Een onhandelbare patiënt
R. te Den Helder had zich te verant
woorden wegens een hevig verzet tegen
de politie. Hij werd veroordeeld tot 1
maand gevangenisstraf.
Beter hard geblazen dan de mond gebrand
De «heer L., landbouwer te Wie-
ringen en 'n wandelend vaatje buskruit,
explodeerde 11 Juli letterlijk van woede,
omdat een jongen, met name Jantje Kos
ter, hem op z'n eigen land voor den mal
stond te houden. Hjj wist den spotboef te
krijgen en diende hem een duchtig pak
rammel toe, ressorterende daaronder een
blauw oog. De ouders van Jantje gingen
daarmee niet accoord en heden werd
poestige L., die al eens meer een
aanval van loshandigheid had, tot 20
boete of 20 dagen veroordeeld.
TnlnbouwershelbeL
De tuinbouwer J. de V. uit St. Pan-
cras constateerde op 17 Juli tot zijn er
gernis, dat zijn collega dé Wit de akker-
sloot verontreinigde, wat hinderlijk en
verboden1 was. In Zjjn opgewondenheid
noemde hij zijn vakbroeder een leelijke
huichelaar en praatte toen zjjn mond
voorbij. Daar echter werd aangenomen.,
dat die V. niet geheel ten onrechte zijn
hart had gelucht, werd de straf op slechts
3 boete of 3 dagen bepaald.
Een opwekkend handelsproduct
De Vitamine D 8, die er in onze groente
moet huis houden, werkt bepaald irritee
rend op de teelers en handelaars, want
ook de groentenhandelaar O. v. D. te Hel
der stond terecht ter zake eenvoudige be-
leedigmg van zijn concurrent J. K., die
iets had gezegd' over andijvie door v.
D. op de veiling gekocht, waarop déze,
terecht gebelgd, hem had verweten' dief
stal van 8 kisten. K. liet ztefh met die kis
ten niet kisten en diende een klacht in
met het effect, dat v. D. heden tot 10
boete of 10 dagen werd veroordeeld.
Persoonlijke kennismaking gewenscht
Zekere G. K. huurde te Den Helder
hij den rijwielhadelaar O. Gorter een fiets,
die door hem te Veteeroord tot eigen pro
fijt werd versjacherd. Hij moest deswege
heden terecht staan, doch hij was niet
present. De politierechter wilde echter
per sé eens met dezen snuiter conversee
ren en hjj heeft alzoo de zaak verdaagd
tot 15 Oet. en inmiddels aanhouding en
voorgeleiding van K. gelast.
Het was geen koek en el, maar 'n familie-
kijfpartij.
B. te Den Helder, die op niet al te
besten voet staat met zjjn zwager L.,
kreeg op 27 Juli reuze mot met dezen laat
ste. Er werd gevochten en gescholden
en 't werd 'n herrie van je welste. B.
bekwam een. bloedende kersepit en
was bestemd de rol te spelen van
den man dis de klappen kreeg en nu ook
nog terecht moest staan wegens beleedi-
ging van zijn zwager. B. ontkende
alle schuld en: kon naar zijn zeg
gen een geheel leger getuigen laten aan
rukken om dit te bewijzen. Maar zijn ver
weer werd toch niet afdoende geacht en
het familieproces werd beëindigd met zijn
veroordeeüng tot 10 boete of 10 dagen.
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK.
(Meerv. strafkamer).
Zitting van 26 September.
De reizende strafzaak.
De verlofhouder Hendr. B. te Den Helder
reed in eten nacht van 13 September van. het
vorige jaar in gezelschap van eemige vroo-
tijke vrienden enz. met zijn motorrijtuig op
4 wielen, meer uitvoerig auto genaamd,
naai Schageni, waar feest werd gevierd! Na
afloop van. dat gezellig uitstapje was de op
gewekte stemming er niet minder op ge
worden en werd) op weg naar huis de auto
van een kruidenier uit Julianadorp in elkan
der gereden en eindelijk weer in het goeie
Heldertje gearriveerd, trok in de Spoorstraat
het motorrijtuig van mijnheer B. döor zijn
abnormale snelheid, vreemdsoortig slinge
rende bewegingen), de speciale aandacht van
agent T„ die tevens constateerde, dat de be
stuurder het blijkbaar overbodig vond,
eenig signaal te geven.
Hij maakte proces-verbaal op en de be
stuurder werd! tot f 10 boete of 10 dagen
veroordeeld.
'In hooger beroep besliste de rechtbank,
dlat de oproep niet in orde was en. sprak
verdachte vrijt waarop de officier in cas
satie ging bij, denl Hoogen Raad.
Deze decreteerdle, dat de oproeping niets
te wenschen overliet) en verwees de zaak
terug naar de meerv. strafkamer te Alkmaar.
De officier, thans leunende op den Hoogen
Raad, vorderde bevestiging van het vonnis
van den Helderschen kantonrechter.
Ook een gebed zonder «lnd,
Na lange rustperiode werden we heden
nog eens gelukkig gemaakt met een bejaar
de strafzaak tegen den boekhouder F. C. J.
S. te Amsterdam, voorheen in betrekking
aan het vliegkamp „De Kooij" te Den Hel
der. Aan dezen man was ten laste gelegd
verduistering van eenige gecollecteerde geil
den ten behoeve van een cadeautje voor een
vertrekkenden officier-vlieger. Welk feit
dateerde van September 1927. Reeds eenige
malen was deze zaak in behandeling geweest
en heden' werden' niet minder dan 7 getui
gen gehoord).
De officier bleef btf zijn meening, dat het
hier niet een civiele kwestie, doch een straf
baar feit gold, en vorderde 2 maanden ge
vangenisstraf.
De verdediger mr. Zeegers, officier en
tevens advocaat, verkondigde een geheel
tegenovergestelde meening en verzocht vrij
spraak of 'm geldboete en als de rechtbank
1'ertoe niet was te bewegen, dan maar een
voorw. straf.
Ingezonden.
Den Helder, 26 Sept '28.
Hooggeachte Redactie.
Met veel, zeer veel belangstelling nam
ik kennis van het ingezonden stuk van
den heer Monhemius- De vraag dringt
zich bij mij naar voren: „Wie van de
ooncerteerende vereenigingen zal dit plan
niet van harte toejuichen?" (Hoewel we
ook kunnen zeggen: „Alles schon dage-
wesen").
Benige jaren geleden is er in deze rich
ting ook leiding genomen en gegeven,
naar ik mij meen te herinneren met suc
ces. De poging, de hernieuwde poging
moet krachtig gesteund worden, wellicht
ware, wanneer de heer Monhemius eenige
maanden geleden zijn „plan" aan het
publiek had toevertrouwd', reeds voor
komen wat nu gaat geschieden: 15 Octo
ber concert door 't Vocaal-Ensemble
(plaatselijke vereeniging), 22 October ju-
bileum-conoert mevr. A. Noordewier-Red-
dingius.
Natuurlijk wil ik op het „plan de cam
pagne" van den heer Monhemius niet
vooruit loopen maar zou voorshands alleen
dit willen adviseeren: Daten wij ons
wenden tot de diverse verenigingen en
besturen, maar niet omgekeerd, op hen
wachten of zij komen". Wanneer het plan
wordt uitgevoerd moet reeds dit seizoen
succes verzekerd zijn, er is dus haast bij,
we weten: „niemand kan hier tegen zijn";
't is dus alleen een1 kwestie van organisa
tie. En met den heer Monhemius aan 't
hoofd kunnen we veilig zee kiezen.
U mijnheer de Redacteur dankzeggend
voor de verleende plaatsruimte en stil
zwijgende medewerking.
Hoogachtend!,
A. A. DE HOOGH,
Stationstraat 6.
o
Geachte Redacteur,
De slagers, zoowel als hun slachtplaat
sen, staan den laatsten tijd in onze ge
meente in het centrum der „publieke
belangstelling. Zooals bekend, vindt dit
zijn oorzaak in de al of niet wenschelijk-
heid van een gemeentelijk abbatoir. Eén
van de in uw bla dter sprake gebrachte
punten was de vraag: „Zal de prijs van
het vleesch door een gemeentelijk abattoir
stijgen, ja of neen." Ieder gevoelt dat dit
voor het publiek (consument) van het
meeste belang is, terwijl de verdere voor-
of nadeelen, behalve dan de „gemeente-
financiën" niet zoozeer de belangstelling
van het publiek hebben. Het gaat dus in
hoofdzaak om de vleeschprijzen. En nu
laat ik het abattoir los, om te komen tot
het doel van mijn schrijven.
Met klimmende verbazing las ik een
serie advertenties in het Zatsrdagno. van
„de Courant Het N. v. d. D.", waarin
onderscheidene slagers, hun prima, prima
waren annonceeren voor prijzen, 100 pek
goedkooper dan hier wordt betaald. Ik
noem slechts enkele: Runderlappen 45 ct.
per pond; 6 pond lappen voor 1 gulden, 8
pond gehakt 50 cent, Biefstuk 60 cent,
Ossenlappen 40 cent, dik vet 40 cent, enz.
enz. En dit is niet één enkele slager, maar
ziet u het maar na, een heele serie, zoo
als ik reeds opmerkte. Ik kom hierdoor
tot de gevolgtrekking, dat of, de Amater-
damsche slagers hun waren bijkans weg
geven, of wij hier en niet zoo'n beetje, te-
veel betalen.
M. d. R., Zou de Heldersche Slagersver-
eeniglng, wier Ingezonden stukken over
het abattoir, door het publiek met inte
resse zijn gelezen, ook deze puzzle willen
oplossen?
Met dank voor de plaatsing,
Consument
PLUIMVEETEELT.
BIJVOEGSELS.
De armoede berooft den mensch ge
woonlijk van geestkracht en energie. Een
leege zak kan onmogelijk recht overeind
staan.
r
Er bestaan een groot aantal voedermengsels
in den handel onder allerlei namen, voluit ea
soms zeer geheimzinnig afgekort tot puzzlea.
Daaronder worden gewis zeer vele goede mer
ken aangetroffen. Eten geluk is maar dat goeds
wijn geen krans behoeft en dat ieder onzer
lezers wel weet welke merken bedoeld worden
als wij die aanprijzen. Men zie slechts onze
annonces door en dan is voor hem, die nog
zoeken moet, de keus wel te doen. Maar het
zou onbillijk zijn hier rechtstreeks namen van
firma's te noemen en wij hebben wel zód veel
vertrouwen in het doorzicht en de ervaring
van de meeste onzer lezers, dat zij dit
zaakje best in orde zullen brengen.
De granen behooren alle frisch en zuiver,
zooveel mogelijk stofvrij te zijn. De beste kwa
liteit, op het oog wat duurder, zal steeds ds
voorkeur hebben. Onder den neus gehouden,
moeten de granen steeds een aangenamen
hooiaohtigen geur van zich geven. Duf en
vochtig riekend graan houdt bederfkiemen in
zich. De eenige stof, die hierop een uitzonde
ring maakt, is de ongepelde boekweit, die altijd
eigenaardig duf van lucht is.
Maar behalve de granen verlangen onze
hoenders in de stadsren ook zachtvoer met
brood en andere tafelresten, benevens ruime,
dagelijksche voorziening van groenvoer, grit,
schelpen, kalk, houtschool, enz.
Bovendien zijn er tegenwoordig nog heel
wat stoffen in den handel, die voor onze kip
pen als bijvoegsels van groote waarde kunnen
geacht worden. Van het grootste gewicht zijn
bij den opfok van het jonge goed de levertraan
en de gist, die voor onze dieren door het rul
lig aan te maken zachtvoer kunnen geroerd
worden. Sommigen mengen de levertraan door
het graan- of korrelvoer, iets, dat bij ons niet
behoeft, want de graankorrels zouden dan uit
een bak gegeten moeten worden, een methode
die onzen kippen niet ten goede zou komen,
omdat hun dan de gelegenheid benomen wordt
ijverig te zoeken naar de korrels, die wij met
kwistige hand wijd en zijd op het zand van de
scharrelruimte strooien. Juist dat zoeken naar
de laatste verspreide korrels is zoo'n gezonde
beweging voor onze dieren, veel meer dan het
is voor losloopende hoenders.
De gist, die als een frisch riekend geelbruin
poeder in onze handen komt, roeren wij vooral
door het daarna aan te maken roer. Er bestaat
ook een plaatsvervangende combinatie van
levertraan en gist, evenals in poedervorm met
bijmenging van nog andere voederstoffen. De
normale groei en vooral de vlugge, regel
matige bevedering der kuikens worden er mee
bereikt.
Men moet ons goed verstaan. Wij noemen
deze stoffen niet onmisbaar en zijn niet geneigd
te beweren, dat er geen zachtvoerstoffen
bestaan, welke op zichzelf voldoende zijn.
Ook beweren wij niet dat eiken dag, onder
normale omstandigheden deze bijvoegsel» ge
geven worden. De conditie der dieren bepaalt
de menigvuldigheid en het 'kwantum van dezs
bijvoeders. Zijn de dieren in goede conditie, dis
heelemaal niets te wenschen overlaat, welnu,
dan kunnen zij gerust deze extra's ontberen.
Maar zoodra er iets minder goed in orde blijkt,
stelle men het geven ervan niet uit, want
in de meeste gevallen komt het juist daarop
aan het ware moment ran ingrijpen niet voor
bij te laten gaan.
De groote vraag van al of niet melk san
onze kippen te geven, zoowel tijdens hun groei
als na de ontwikkeling en gedurende den leg;
kan in den tegenwoordigen tijd vrij gemakke
lijk opgelost worden. Niemand toch kan twij
felen aan de voedingswaarde van melk, spe
ciaal karnemelk voor kippen en ander klein
vee, maar een groot bezwaar was het toe
dienen ervan in vloeibaren vorm, het zoo
moeilijk beslist rein houden van potten of bak
ken. Bedorven of onreine melk doet inmmers
groot kwaad en kan heel licht zelf» doodelijk
werken. En dan eiken dag van den melkman
die melk voor de kippen te moeten inslaan
wordt door onze stadsmenschen zoo vaak uit
gesteld of vergeten. Vandaar was het al eea
zeer groote vooruitgang toen de halfvloeibaro
karnemelk in den handel kwam. Dit is een
prima produkt, dat bij de pluimvee- en var
kenshouding in het groot ran veel nut kan
zijn, maar voor stadsmenschen heeft zoo'n vat
met dikke melk allerlei bezwaren voor opber
gen en goed houden bij warmte en bij vorst.
Van al die moeilijkheden zijn we tegenwoor
dig ook al weer ontheven, nu de beste karne
melk in poedervorm (karmelpo) te koop is in
het groot en ook in het klein, zelfs bij het kilo.
Ook zijn er al fabrikanten, die deze karmelpo
door hun voedermeel heenwerken, zonder
merkbare prijsverhooging. Als men dit poeder,
lichtgeel van kleur, door het zachtvoer roert,
en het geheel daarna aanmaakt met een mi
nimum lauw-warm water, komt de heerlijk
frissche melkgeur, zooals men die in een mel-
kerij ruikt, ons in den neus en het blijkt
dat onze kippen daar ook op gesteld
zijn, want hun eetlust neemt merkbaar toe.
De gevolgen blijken na een gebruik van eenige
weken van hoog effect, door den aanzet van
stevig vleesch, geen vet en door verhoogde»
leg van merkbaar grooter eieren.
Wij beschouwen dus de hier genoemde bQ-
voeders als van hooge waarde voor de hoen
ders in- de stadsren.