Mantels
J. J. H. KOOPMAN,
WESTSTRAAT 17.
een sein gelijktijdig d© trossen door te
snijden.
Het moment suprème het opperste mo
ment, waarop heel deze menschenimassa met
spanning staat te wachten, nadert: 'baas
«ruk komt aanloopen en vraagt „klaar om
te snijden?" De mannen zijn klaar, hun mes
sen snUlden de weeke touwmassa, en
daar gaat de bok, daar valt-iel
Een geweldige plons klinkt nu en 40.000
K.G. hout valleni in het dok. Een hooge wa
terzuil van tientallen meters rijst op, de
heele „Gelderland1" verdwijnt efachter....
Van de werf klinkt gejoel en hoera-geroep.
Dan zakt het water; het borrelt nog een
beetje, de houten massa rijst weer omhoog
en ligt, nog met touwen aan den wal ver
bonden, rustig in het water te deinen. Dan
hollen we naar de plaats waar de reus viel;
hU is nog geheel intact, zijn beide schuins
op elkander staande masten zijn nog verbon
den; slechts krioelt het in het dok van kleine
stukjes kurk. En baas Kruk pinkt een traan
weg, terwijl ingenieur Monhemius hem de
hand drukt: sic transit gloria mundil zucht
hU in het Spaansch. En reeds zijn twee sloe
pen op weg naar het nu drijvend© monster
om hem verder te sloopen. Maar het vlot-
bruggetje is intact gebleven, en ook uw
dienstwillige dienaar heeft niet één schram
metje opgeloopen. Hetgeen wel ietwat jam
mer is, want nu is het net of hU geen wer
kelijk gevaar geloopen heeft.
Daar ligt nu de mastenbok, gesneuveld op
het veld van eer, gestorven in het harnas.
Want er was niet veel aan afgetuigd; bijna
in zijin geheel is hij te gronde gegaan. En
daar liggen1 ook weder de „Douwe Aukes".
de „Atjeb", de „Tromp", de „Gelderland",
de JHeemskerck", levenloos en verlaten als
tevoren. Adieu, mastenbok, gij zult uw werk
niet meer verriichtenl
REVUE „BK KIJK WEL 01!".
In een tijdsperiode, waarin het amuse
ment, dat wij kennen onder den naam van
revue, meer en meer opgeld doet, waarin in
ons kleine landje verschillende gezelschap
pen zich beijveren met het beste en aan
trekkelijkste dat dit genre kan aanbieden,
voor den dag te komen, verdient een
nieuwe poging in deze richting de aandacht.
Temeer is dat het geval, wanneer het hier
betreft een revue, geschreven en samenge
steld door een stadgenoot, met stadgenootjes
opgevoerd en waarin bovendien, plaatselijke
toestanden zijn verwerkt
En als zoodanig had dan ook des heeren
Boelens' nieuwe revue een meer dan door
slaand succes, toen Donderdagavond de pre
mière ervan in „Casino" ging. Een succes,
dat volstrekt niet was een „auocès dJestime",
een beleefdheids-succes, maar dat een wel
gemeende hulde was aan den directeur en
rijn jeugdige artistem En nu moge het waar
zijn, dat de opvoering wel eens lydt aan een
■tekort aan distinctie, aan goeden smaak,
men bedenke, dat de heer Boelens, wil hU
wat bereiken, wel eens met grove effecten
werken moet, dat hUi om het zoo te zeggen,
spelen moet op den smaak van zijn audi
torium.
Hoe het zU, de nieuwe revue was een
succes, een groot succe9 zelfs. Reeds bi
deze eerste opvoering was de zaai goe
bezet, en herbaalde malen moest het spe
worden onderbroken door stormachtig ap
plaus van het publiek of door overweldi
gend gelach hU de vele grollen en grappen,
die „langs den, neus w eg" gelanceerd werden.
Voor een belangrijk aeei is dit succes te
danken aan de revue zeii, die belangrijker is
dan baar voorgangster, maar als tweede
factor komt daarbij ongetwijfeld de meerders
routine van de jeugdige actrices, die erin
medewerken. Het gezelschapje is niet groot,
een veertien- of vijftiental meisjes werken
mede, en een paar heeren. Maar de heer
Boelens bereikt er wonderen mee en de kin
deren vinden het zelf fijn. Enthousiast wa
ren ze, dat de heer Polak aanbood de revue
ook Zondagavond te geven; het worden al
geroutineerde tooneeirotten, ze schminken
zichzelf en redden zich met alles en nog wat.
De vaders en moeders, die er bij komen
om ze te helpen, staan eigenlijk zoo'n beetje
voor spek en boonen» Ze maken zelf hun
requisietemlijstje en steken dat boven de
kaptafel. Het lange haar behoeft geen zorgen
meer te baren), omdat alles zoon beetje ge-
fcobt «a ge&biagied is. Ze hebben door hua
optreden vrUmoeaighvld gekregen en maln-
tlen, en zoo goed ais ze een vfichvrouw uit
de Jordaan weten te intimideeren, zoo goed
kennen ze het vorstelijk gebaar eener grande
dame. Het stijve, houterige van de eerste
voorstellingen is verdwenen; het zijn vol
ledige actnices geworden en als ze het pu
bliek; tot het meezingen van een refreintje
•willen overhalen, dan moet er al heel wat
gebeuren als het niet lukt en moet gezegd
publiek al een collectie houten klazen zijn,
niet waardig om een revue te gaan zien.
Ofschoon de revue „slechts" twee bedrij
ven telt, krijgt men de volle maat, want de
bedrijven zijn een aaneenschakeling van
•tafereelen, en duren zeer lang. Bij deze
eerste voorstelling was het over half twaalf
eer het publiek, hoogst voldaan en de re
freintjes van den) slotzang nog nazingend:
De revue begint met een scène in' een
bapperssalon. Natuurlijk uitsluitend vrou
welijk personeel, en het is spotgoedkoop:
friction, bobben, en hoe het meer heeten
mag, kost tezamen „mMr" 2.60. Boelons
(Hein Knobbel) en Ali de Boer (de revue-
direoteur) zitten hun beurt af te wachten,
maar eerst komt er nog een dametje en gaat
zonder complimenten in den stoel zitten.
Want „dames gaan voor". Hierna gaat Hein
met zijn allerliefste echtgenoot©, die tever
geefs haar best deed er als een heel ordinaire
adhterbuurtjuffrouw uit te zien, en die naar
den naam van Nelly Verschuur luistert, als
mede met den directeur naar Berlijn. Ze
passeeren dan eerst de douane, waar zich, in
verband met de onbekendheid van Hein's
echtgenoote met de Duitsche taal, vermake
lijke tafereeltjes afspelen, en gaan in Berlijn
op zoek naar een woning. Daar er evenwel
groote woningnood' in de Duitsche hoofdstad
bestaat, zijn er alleen kamers per uur te
krijgen. Hein zet een boom op over Holland,
waar ze geen woningnood kennen, speciaal
Den Helder, waar te kust en te keur wo
ningen te krijgen zijn in de Rue Visch en
omgeving, voorzien van stroomend water
(als het regent), enz., en komt zoo op de
Banken, die niet (Veendammer, enz.) en de
banken, die wel soliede zijn (d^ bank aan de
Buitenhaven). En in een alleraardigste imi
tatie van die bank krijgen we een finale, die
er wezen mag. Geflankeerd door een ma
troosje eener- een zeeofficier anderzijds, ais-
mede door het gezelschapje, brengt llika
Pape daar baar hulde aan de daad van luite
nant De Jongh» om vervolgens in een drietal
coupletten bet drama van de Amerikaansche
duikboot te bezingen, die met baar beman
ning gezonken is.
'Het zou ons te ver voeren het verder ver
loop te vertellen; wif veronderstellen, dat
onze lezers zelf wel de revue zullen willen
gaan zien. Zij krijgen na het hierboven ver-
baalde nog een aantal aardige scènes; zoo Is
er een grappige filmopname, waarbij de beer
Boelens voor Maharadja speelt Ongelukkig
is de hij zijn oostuum behoorende pantalon
veel te wijd, zoodat hij verplicht is die met
de hand vast te houden. De filmdirecteur
acht dit geen bezwaar, doch de situatie wordt
ietwat ingewikkeld als hdi ingevolge het
Ingezonden Mededeellng.
DAMES-KLEEDERMAKER.
naar maat, van prima wollen
stoffen, half met zijde gevoerd,
145.-,
met Bontkraag en Manchetten
van af f 12.- hooger.
Elegante Coupe. Mooie bewerking.
AMSTERDAMSCHE BRIEVEN.
Forensen-vreugd. Het A.V.O.-€ongrea „De cost gaet
voor de baet uit". - Hendrik de KeUser. - Mevr. Noordewier.
a. voor d© Vereeniging „Laat de Kinder-
kens tot Mijl komen)" op 3 X 63.32 -f-
670.60 730.40;
b. voor de Ver eniging van de H. Ca-
tharina van Senen te Voorschoten:
voor 1925 op 81.78, voor "26 op 63-32;
3°. de bjjdtnage, krachtens art. 102 der
L.Ojwet 1920 over 1926:
a. voor de Protestantscbe Vereeniging
tot stichting en instandhouding van een
school met den Bijbel te Koegras op nihil;
b. voor de Vereeniging „Laat de Kin-
deikens tot M!ij> komen" op f 442.90.
Betreffende laatstgenoemde vergoeding
is een staat dn de bijlage opgenomen van
18 namen van oudera, die recht hebben op
vergoeding, enkele andere zijn afgewezen.
Een en ander voor belanghebbenden uit
voerig) in genoemd© belagen omschreven.
HERFSTKUREN.
Vermoedelijk zullen die annalen van lange
jaren! her nageslagen moeten wonden om
te kunnen vaststellen, dat er op den 4den
October een zoo zonnige en warm© dag 'is
geweest als in den jare 1928.
Het is te merken) eau de verschrompe
ling van het groen, aan bet korter zijn aer
scenario met uitgestrekte handen op rijn ge- dagen, aan den killen avond en nacht, dat
liefde moet toeloopen. Er zijn voorts een
paar scèn s over Rusland ingelascht; hei
arme en het rijke. In het tweede gedeelte
krijgen we een scène „gelukspoppen"; een
zwaar-dramatischie schets „Oircusleed",
waarhij niet alleen de heer Boelens zelf,
maar ook zijn leeriingetjes gelegenheid heb
ben zlioh van een anderen, sterken kant te
laten zien, namelijk deni dramatiscben. Aar-
dig is ook de scène met de vogels. Tenslotte
beeld voor Do rus Rijkers. Reeds in de pauze
landt men in deze revue «an bU het stand-
was door den heer Boelens meegedeeld, dat
hU zou trachten een steentje hiervoor bU te
dragen door den verkoop van ansichten aan
bet comité af te dragen. In de pauze gingen
eenige meisjes tot alt doel in de zaal rond.
Aan het .slot van het tweede bedrijf was een
hierop betrekking hebbende scène als finale
ontworpen: een monumentaal monument,
waarop een visscher in ollepak en zuid
wester, den linkerarm gestrekt naar den
horizon, waar het zinkende schip zich be
vindt. Met Rika Pape als declamatrice. Een
heel mooie, treffende scène.
Voor deze revue waren speciale décors
ontworpen door den heer Polak. Wij hebben
er al eenige genoemd,; bet kapperssalon, het
monument aan de Buitenhaven, de slotfinale.
Geheel nieuwe costuums had de heer Boe
lens zich aangeschaft, ent deze waren zeer
fraai en kostbaar. Als gewoonlUk had mejuf
frouw Brigitte Tabeling weder de pianobe
geleiding op zich genomen; er was een scène
ingelascht, waarhU een jeugdig plaatsgenoot,
we den tijd van dikke overjassen en warme
bouffantes naderen, maar anders zou je,
midden op den dag, je wanen in den vollen
zomertijd.
Toch waren er al gevolgen van den har
ren herfsttijd enl was het al merkbaar, dat
cle herfst zijn grauwe klauw had geslagen
In het natuurgebeuren. Er is al iets ge
beurd, dat levendig voor oogen stelde hoe
bet vaak in den herfst tengs onze kusten
toegaat, want op Texelstroom en langs den
zeedijk dreven, in tamelijk) groot aantal, de
sparren of mijnatutten of de houtbestand-
cleelen» waaruit bet p&pfier voor onze kran
ten m;>et woorden geproluce^ri Ook op bet
strand waren die duidelijke (eekonen van
hiet herfstingrijpen merkbaar. Vermoede-
ljjk had' er een deklast aan moeten gelooveu;
Het forensendom tiert de laatste jaren
welig. Steeds meerderen zoeken en) vinden
voor hun avondlijke en 'nachtelijke uren
stilte enl rust in onze semi-landolijke voor
steden, zooals die zich ontwikkeld hebben in
KennemerMid eni in de buurt van de ge
meens heiden en weiden van Gooiland.
Maar 't tierde niet alleen in den zin van eon
vruchtbaren groei, het tierde, en) raasde,
den. laatster» tijd ook in steeds heviger mate
tegen de euvelen die het beletten om tot
vollen) wasdom te komen. De geplaagde per
manente stadsbewoner, mocht dit, als hij was
van het hem hier, in zijtn avondlijke en nach
telijke rusturen kwellende radio-rumoer en
claxon-geloei, al' spoedig werd hij' gewaar,
dat ook in dien staat de misères niiet ont
breken. Twee van de ergsten waren wel: het
tollenHwee en de forensenbelasting.
Tegen het eerste fis men nu onlangs, naar
men weet, uit het stadium van 'tieren en
razeni, of, als t te pas kiwam, ook we
vriendelijk en beleefd soebatten) en adres
seeoten, in dat van de directe actie over-
gegaai}. Tegen het tweede hanteerde men
nog uitsluitend de pen, de vergader-hamer
en h)et propaganda-woord onder leiding van
de Forensenvereeniging, die het laatste jaar
zich in de toenemende belangstelling mocht
verheugen, wat o. m. blijkt uit het feit, da
zij weldra met de uitgifte van een eagen
maandblad zal aanvangen. Maar men streed
hier, hoewel onafgebroken) én met overtui
ging, met een hoop, die 'om zoo te zeggen
behoorlijk ver in de toekomst lag..zoo
als dezer dagen wreer eens aan den dag kwam
in een, door een! plaatselijk blad gepubli
ceerd interview met den voorzitter van ge
noemde vereeniging. Natuurlijk, verklaarde
deze aanvoerder, gaan wij onverdroten door
met de oppositie tegen een regeling;, die ons
4/8 der belasting van een gewoon sterveling
doet betalen (2/3 in de woon-., en 2/8 in de
werk-gemeente), maar wU weten wel, dat het
einddoel, opheffing van die onrechtvaar
dige forensenbelasting, nog ver in het ver
schiet ligt.
Nu kwam echter, tegen de verwachting
in, dat ver-afgewaande verschiet plotseling
heel dicht bij: in het dezer dagen door de
ministers van binnenlandsche zaken en fi
nanciën ingediende wetsontwerp ter rege
ling van de financieel© verhouding tusschen
gemeente en rijk werd toch niet minder dan
het volledig vervallen der gehate belasting
in uitzicht gesteld. De forensen zijn er
waariUk wat beduusd -van.zooals zij ook
beduusd zijn van de wijze waarop de regee
ring thans plotseling de „onrechtvaardigheid
grifweg erkent met de woorden: „dat het in
dezen tijd niet meer aangaat iemand in de
vrfije keuze van zijn woonplaats te belem
meren^'. (Waarom dat dan vroeger wèi aan
ging blijft In het duister 1) ZU rijn er zoo
>oduusd van, dat zU nog niet op adem en
eigenaardige bekoring meeproeven.
WHWB.. kunt bet niiet precies omschrijven wat het
de heer Jorna (viool), tezamen met den heer nu eigenlijk Is, maar je kunt je levendig
Vonk (zingende zaag) zich deden hooren. in diie gebeurtenissen 'indenken en je kun:
Dit was zeer verdienstelUk spel, en het pu
bliek toonde ook deze kunst te waardeeren.
Ondanks het feit, dat dit een eerste ver
tolking was, liep alles best, al zal het mis
schien een volgend maal wat vroeger geëin
digd kunnoni zijn. Want dat deze revue niet
tevens ook voor de laatste maal opgevoerd
was, dat vertelden wU ai in het begin, daar
zU as. Zondag weder gaat Maar ook daar
mede zal het publiek wel geen genoegen
nemen: ledereen wil dit gezien hebben, en
na Zondag zuilen er nog wel meerdere voor
stellingen volgen. Jk kijk wel uit" wordt
een beslist succes, kijkt u maar uit
GEMEENTERAAD
Vergoedingen aan scholen, alsmede aan
ouders van schoolgaande kinderen.
Er is maar één klein Holland),
Dat heele mooie bolland),
Waar mooie tulpen groeien
En hyacinthen bloeien.
huiswaarts keerde. Natuurlijk speelt de heer
Boelens weder de hoofdirol op de van hem
bekende droog-toomieke wijzerijn grappen
en improvisaties zijn dikwijl9 ad rem en
geestig en doen een schaterlach opgaan in
de zaal Een groot aandeel neemt ditmaal de
Heldersche Courant in de revue: een der
finales is gewijd aan de pers, en a© Helder
sche Courant staat daarbij vooraan. Het blad
is voor iedren jutter onmisbaar; men vindt
er alles in wat men weten wil en
(Menigeen, die in de Oost is aangeland^
Leest er in» dat bU door zUn echtgenoote
[is afgedankt.
Dan is er het Tob nooit-hoekje, waaruit
menigeen troost en opbeuring put; de feuil
letons, het Juttertje» en, niet te vergeten, het
raadeverslag. En toen de heer Boelens op
grotesk-onzinnige en volmaakt serieuze
wijze op rijn manier een mdsverslag voor
la», sloeg de mal dubbel.
(V erschenen zUn de Bijlagen 108 en 109,
welke respectievelijk de prae-adviezen be
vatten1 van B. en W. betreffende vaststel
ling der vergoedingen aan de besturen
van bizondere scholen, en der vergoeding
aan oudere van de kosten van vervoer hun
ner kinderen naar de school.
Do eerstgenoemde vergoedingen zSjjn
vastgesteld1 ais volgt:
lc. de vergoeding» waarop de btfzondere
Schoolbesturen krachtens art. 101, le lid
der L.O.wet 1920 over 1926 recht hebben:
a. voor de Frotestantsche Vereeniging
tot stichting en instandhouding van een
School met den Bijbel te Koegiras op
713.98;
ib. voor d© Vereenigimg „Laat de Kln-
deitoens tot Mij komen":
voor de school aan de Koningstraat op
1182.72;
voor de school aan de Acht'eigr. W.Z.
op 2423.13;
voor de school aan den» Kanaalweg (ulo.)
op 519-91°;
en voor de school aan den Kanaalweg
(gew. Lo.) op nihil;
e. voor de Stichting „Het R.-K. Onder-
wUs":
voor de school voor gew. L o. aan den
Polderweg op 2100.67;
ivoor de school' voor ulo. aan dien Pol
derweg op 4036;
d. voor de Vereeniging van' de H. Ca-
tharina van Senen te Voorschoten op
2266.93;
e. voor de Heldersche Sdhooivereeni-
ging op nihil;
•2°. de vergoeding, krachtens art. 101,
0e lid der L.Ojwet 1920 over 1920:
misschien was door één breker de «heek rfefeen» aan het juichen toe rijn
I}las^r»VerH n°r;f Ten"vLff i Daar zullen zij ook wel niet meer toe komen,
der drijvend aan aistukken w een hout- want wethouder von Freytag Drabbe, onze
gemeenterei sehatkisbbehoeder, heeft kans
gezien schielijk, wat olie op de opkomende
vreugde-golven te werpen. In een persge-
sprek liet hij zeer duidelijk uitkomen, dat
het ontwerp z. i. voor Amsterdam „volstrekt
verwerpelijk" was en dat hij zich o.a. niet
zoo maar de 3j8 imlillioen, die de forensenbe-
lasting opbrengt, zou laten ontfutselen.
Zelfs al zou er, zéide hij, een „centrale post"
komen, het gemeentefonds waarvan in
het ontwerp sprake is dan zou het toch
zeer goed denkbaar zijn, dat men deze bron
van inkomsten voor de „werk-gemeenten'
Liet bestaan. Waaruit valt op te maken, dat
de forensenbelasting, ook al gaat veel van
het ontwerp eventueel wèl door, als een der
laatste punten door den heer Drabbe zal
worden vastgehouden en met hand en tand
verdedigd
Maar al moge dan deze Drabbe-olie wat
hét forensendom is toch een vreugdevolle
kalnieerend werken» in de wateren van
deining, uiting van een nieuw opgeleefde
hoop gewekt. En tenslotte is de heer
Drabbe alleen, het geheele gemeentebestuur
plus en benevens den Raad nog niet.
schijn van vroege-e gelegenheden toen er
meer te jutten viel dim dat de laatst© jaren
het geval was.
En het blijft voor velen altijd een genoe-
gelijkie herinnering, want met een smaak
cie nog een tikje Ln zich draagt van het
eigenaardig genot en de eigenaardige be
koring, die dat jutten omzweefde, worden
allerlei feiten verteld.
En als je altijd aan den richel van de zee
hebt gewoond^ dan kun je iets van die
Je
de aroma van dat eigenaardig genotvolle
momoreeren.
Het is iets niet te definieeren en mis
schien moet het worden toegeschreven aan
het ietwat romantische wal dat heele gedoe
langs strand) en langs den dijk en op stroom
aankleeft
Wo mogen nog zulke nuchterheldsmen-
sdhen rijn, toch heeft een tikje romantiek
ons allen te pakken-. We willen het soms
onszelf wel niet bekennen!, maar we zijn'
er geen van aken vrij van.
'En daaraan vooral schrijf ik het toe» dat
wU» bewoners van de kust, zoo'n drift van
buit op sthoom met een innerlijk gevoel van
genoegdoening waarnemen, zelfs al hebben
wij er rechtstreeks niets mee uitstaande.
Is dat af te keuren? Misschien, maar dat
gevoel, hetwelk vermoedelijk ooik, zooals
het tegenwoordig vaak heet, behoort tot
ons onderbewustzijn» laat zich niet onder
drukken. Het welt op, hiet ontspringt-, het
is er zander diat je het eigenlijk weeu
Veel voordeel brengen dergelijke hout-
stutten in den regel niet op, zoodat vaak de
moeite, omgezet in uurloon, niet wordt be
toond. Toch trekt men erop uit en het zal
w-el weer die drang naar het avontuurlijke
rijn, die de menschen drijft tot het gaan op
de riemen en tot het zwenven langs het
staand om iets van den 'buit te bemachtigen.
En ik kan me dat levendig voorstellen
en kan de lust haast nliet weerstaan om me
ook in dat aantrekkelijk avontuurlijke te
werpen.
iHet was een voorproefje van hetgeeni die
herfst kan ultapLkon, Na het geschrevene
klinkt het misüuiuèu wat paradoxaal en
lfigt er fiets van den farizeeër in, maar laat
ons hopen, dat dé herfst niet dikiwU'ls zijn
krachtige handi op die wijze laat gevoelen,
want zij, die aan boord verkeeren, hebben
in het herfstgetij al genoeg te stellen en
Wijven liever verschoond1 van groote herfst-
udtbundigheid.
Burgerlijke Ktand van Den Helder,
van 4 en 6 October.
Het is met een' gemeente al evenzeer als
met een mensch: raak je aan Z*n beurs, daai
naak je aan z'n leven. En schiet hij of zU
uit zUn of baar slof 1 Ik wil niet zeggen, dat
het uit de slof schieten van de gemeente in
zake het &J3. Maandag h. -t.a te openen
A.VX).-congres (het congres van de Ver. tol
bevordering van den arbeid van onvolwaar
dige Arbeidskrachten, om bet.... onver
kort te zeggen: uitsluitend' en alleen voort
spruit uit deze beure-gevoehgheid. Toch: al
moge btjj het toekennen van de, niet geringe,
congnes-subsidde ook sociale en philantxopi-
sche overwegingen bn haar een hol gespeeld
liebben', die gevoeligheid' deed zeker mee.
Wat begrijpelijk is als men bedenkt, dat het
laatste jaar door de gemeente ter ondersteu
ning en verzorging van dergelijke onvol-
waardigien 1/2 inillioen werd uitgegeven en
voor de verpleging van krankzinnigen (onden
wie ook een vrij groot percentage is, dat ais
onvolwaardige arbeidskracht toch, bij een be
hoorlijke regeling aan het maatschappelijk
productie-proces kan deelnemen) met min
der dan 23 millioenL
Intusseheni: ook van vele andere rilden,
van de zUde der R geering, van de zUde
der werkgevers en werknemers, van medi
sche zijden, van particulieren welkt dit
congres veeJ belangstelling. Het zal ba
Maandag in het Koloniaal Instituut geopend
worden en staat onder leiding van den direc
teur van onzen gemeentelijken geneeskun
digen dienst, dir. Heijermana, en diens assis
tent dir. Kindenmann. Een 600 deelnemers,
onder wie ook een aantal buitenlanders en
een 50-tal sprekers staan ingeschreven. Ter-
wdji het congres zelf meer bedoeld is voor
deskundigen» aooals doctoren, sociologen,
specialisten op sociaal) verzekeitngsgebiedi,
werd annex hieraan1 een, meer voor het
groote publiek bedoelde tentoonstelling in
ons Stedelijk 'Museum' gearrangeerd waar,
met bebulp van boek- en plaatwerken, schil
derijen, statistieken, modellen, enz. een his
torisch overzicht geboden -wordt van de be
handeling der „onvolwaardige arbeddskrach-
tenP. Een overzicht, dat er, naar de inrich
ters hopon, toe moge bijdragen, dat ook het
groote publiek tot het inricht komt, dat de
eertijds gehuldigde opvatting als zou „onvol
waardig" beteek-enen »jvolstretot onbruliik-
baari', plaats maakt voor de moderne, die
spreekt van „in veto gevallen zeer goed
bruikbaar". Een opvatting, die èn de be
trokken individuen èn de gemeenschap niet
anders dan ten goede kan komen.
Mocht er dan in deze gemeente A.VJO.-
oongres subsidie, naast anderen, een eto^
ment van „die cost gaet voor de baet uit"
steken, dit element lis aileenheerschend in
het Bureau voor Handelsinlichtingen, een
instelling, die dan ook openlijk onder dit
motto, em onder dat andere: „lek waeck",
vaart. Wie heeft niet deze woorden, vanaf
het station de stad' binnenkomend, in gul-
dene letters aangebracht op het fraaie, oude
gebouw van het bureau, voor de Beurs, aan
het water van het Damrak, gelezen? De
instelling, oorsprorikelUk een schepping van
de Mij- voor Nijverheid, vierde dezer dagen
haar 26-jarig bestaan; zU is onder baar vroe-
Sirenl directeur, den 'heer Kamerlingh
nnes, en onder haar tegenwoordfigen' leider,
den beer Cbambers, een onmisbare schakel
in ons handelsleven geworden; zU heeft zich
onder de voedsterlingen van Mercurius een
naam verworven) als, niet veel minder dan
alwetende en betrouwbare vraagbaak. Het
was dus niet te verwonderen, dat zU ter ge
legenheid van dit feest van alle kanten, Ln de
personen van haar bestuurderen en lelde»,
befoven en! gehuldigd werd.
Laat ons, om in dezen brief niet voort-
durend te verwijlen in het Rijk van Mercu
rius. in dat der milUoenen, belastingen en
ander© nuchtere zaken overstappen: naar het
Rijk der Muze. Als brugi, kunnen wij dan.
Jit keer, om dit overstappen te vergemakke
lijken, gebruik maken van de deze week
bekend geworden voordracht van B. en W.
inzake de gemeentelijke kunstsubsidies. Het
heeft natuurlijk geen zin u een lijstje te
gaan geven van de voor de verschillende
ken bedragen. Er kwam trouwens, vergele-
tooneel- en muziekgezelschappen uitgetrok
ken' bU het vorige jaar ln die bedragen zoo
goed als geen verandering. Ik wil alleen
eren» om te laten zien dat we hier toch
beusch wel iets voor „de kunst" over heb
ben» aanstippen» dat we ook nu weer aan het
Vereenigd Tooneel, de „vaste bespeler" van
den Stadsschouwburg), 80.000 subsidie en
aan het Concertgebouw zelfs niet minder dan
130.000 geven! Maar er is daarnaast
een nieuwigheid, die vermelding verdient.
Een nieuwigheid', die wel zeer verklaarbaar
en mensclieiijk begrijpelijk wordt, als men
bedenkt, hoé wU het telken jare weer op
nieuw moesten beleven, dat de gesubsidieer
de tooneelgezelschappen in het begin van
het seizoen kwamen aandragen met de ver
leidelijkste beloften aangaande hiun reper
toire en tableau de la troupe, beloften, die
tenslotte altUd. maar weer voor een klein
deel vervuld weiden.
Bekrijpeljjk dat dit de gemeentelijke hee
ren ten laatste begon te verdrieten en zU
dan ook thans in hun voordrecht voorstellen
de toe te kennen subsidie „voorloopig slechts
voor de helft uit te betalen en bet restant
alleen ter beschikking te stellen» indien en
voorzooverre de prestaties der gezelschap
pen daartoe naar hun oordeel, gehoord het
advies der oommissie van bijstand voor de
zaken van kunst, aanleiding geven)". De stok
achter de deur!
Het kon wel niet anders of de gemeente
moest eindelijk eens naar dit middel grij
pen. De gezelschappen hebben er naar
gemaakt. Maar of 't helpen zal? Zal er nu
geen nooit eindigende strijd ontstaan over
bet momenlt waarop die stok vanachter de
deur vandaan moet komen?.... Een „oor
deel" en een „advies" zijn, vooral in kunst
zaken» nu eenmaal.... wankele, onzekere
dlingenl
Wat echter in kunstzaken geen wankel,
onzeker ding is, is wel.het applaus na
afloop van een concert! 'Dat komt u waarlijk
stevig en plomp genoeg, rumoerend» met
ïeel zeker lawaai tegemoet. We hebben het
dezon Donderdagavond, ter gelegenheid van
de eerste Concertgebouw-uitvoering van dit
seizoen onder Pierre Monteux weer eens
runnen constateerenWordt het geen
Uj'L aldus vragen zich thans enkele» voor
alsnog wat alleenstaande kunstliefhebbers
zich al, ons over het barbaarsohe, de ont
vangen indrukken verstaande van dit ge-
muiik althans..te bezinnen. Geen tUd er
althans eens een woord van protest tegen to
doen opgaan? Mogeni wij, aldus deze goed
willende enkelen» zulk een woord niet eens
spreken in een omgeving; die er zich op be
roemt, en naar waarheid» een internationaal
centrum van m/uziek-cultuur te zijn?.
Waarlijlk, er is veel te zeggen voor een
iksche campagne ten behoeve van de af
schaffing van het applaus en het daarvoor
n do plaats stellen van b.v. een geluidloos
ïandgewuif of het brengen van een soort
'ascistisch© huldigingsgroet. Er zijn reeds,
ik ken er enkelen» min of meer beslo-
en vereenigingen en gezelschappen, waar
men reeds jaren tot een dergelijke hervor
ming is overgegaan. Waar men er niet meer
aan denkt de ontroering door een voordracht
of muziek-uitvoering gewekt ruw teniet te
doen met het, al applaudisseerend in flarden
scheuren van de lucht of het, nog erger,
aanheffen van een soort krijgs-geschreeuw
en indianengehluiL En men weet en voelt
daar wat men hiermede aan werkelijk kunst
genot en.beschaving gewonnen heeft.
'Velen zulten een dergelijke hervorminge
poging een pure utopie noemen, Zoo'n In
gekankerde gewoonte krijg je er toch niet
uit. zeggen rif. Men kan er nu eenmaal niet
buiten. Zij vergeten daarbij echter, dat oox
onder het groote publiek die gewoonte er in
sommige gevallen al uit is; dat dit groote
publiek er klaarbl'ijkelUk best buiten kan!
Hij concerten ln een kerk, ook al zttn de uit
gevoerde nummers geen gewijde dito's» ap
plaudisseert men toch ook nu al niet, Geniet
Robtnson.
GEHUWDTaal en G. SpitsA.
Geervliet en C. A. Visser; J. Kraak en
T. Kok; P. de Vries en M. Kramer; L.
P. A. Elshof en N, do Wit.
BEVALLEND. J. M. Hendrikse—
Caron, d.C. van Mullum—van Spelden
z.E. VisserHendriks, d.