Mantels J. J. H. KOOPMAN, WESTSTRAAT 17. een sein gelijktijdig d© trossen door te snijden. Het moment suprème het opperste mo ment, waarop heel deze menschenimassa met spanning staat te wachten, nadert: 'baas «ruk komt aanloopen en vraagt „klaar om te snijden?" De mannen zijn klaar, hun mes sen snUlden de weeke touwmassa, en daar gaat de bok, daar valt-iel Een geweldige plons klinkt nu en 40.000 K.G. hout valleni in het dok. Een hooge wa terzuil van tientallen meters rijst op, de heele „Gelderland1" verdwijnt efachter.... Van de werf klinkt gejoel en hoera-geroep. Dan zakt het water; het borrelt nog een beetje, de houten massa rijst weer omhoog en ligt, nog met touwen aan den wal ver bonden, rustig in het water te deinen. Dan hollen we naar de plaats waar de reus viel; hU is nog geheel intact, zijn beide schuins op elkander staande masten zijn nog verbon den; slechts krioelt het in het dok van kleine stukjes kurk. En baas Kruk pinkt een traan weg, terwijl ingenieur Monhemius hem de hand drukt: sic transit gloria mundil zucht hU in het Spaansch. En reeds zijn twee sloe pen op weg naar het nu drijvend© monster om hem verder te sloopen. Maar het vlot- bruggetje is intact gebleven, en ook uw dienstwillige dienaar heeft niet één schram metje opgeloopen. Hetgeen wel ietwat jam mer is, want nu is het net of hU geen wer kelijk gevaar geloopen heeft. Daar ligt nu de mastenbok, gesneuveld op het veld van eer, gestorven in het harnas. Want er was niet veel aan afgetuigd; bijna in zijin geheel is hij te gronde gegaan. En daar liggen1 ook weder de „Douwe Aukes". de „Atjeb", de „Tromp", de „Gelderland", de JHeemskerck", levenloos en verlaten als tevoren. Adieu, mastenbok, gij zult uw werk niet meer verriichtenl REVUE „BK KIJK WEL 01!". In een tijdsperiode, waarin het amuse ment, dat wij kennen onder den naam van revue, meer en meer opgeld doet, waarin in ons kleine landje verschillende gezelschap pen zich beijveren met het beste en aan trekkelijkste dat dit genre kan aanbieden, voor den dag te komen, verdient een nieuwe poging in deze richting de aandacht. Temeer is dat het geval, wanneer het hier betreft een revue, geschreven en samenge steld door een stadgenoot, met stadgenootjes opgevoerd en waarin bovendien, plaatselijke toestanden zijn verwerkt En als zoodanig had dan ook des heeren Boelens' nieuwe revue een meer dan door slaand succes, toen Donderdagavond de pre mière ervan in „Casino" ging. Een succes, dat volstrekt niet was een „auocès dJestime", een beleefdheids-succes, maar dat een wel gemeende hulde was aan den directeur en rijn jeugdige artistem En nu moge het waar zijn, dat de opvoering wel eens lydt aan een ■tekort aan distinctie, aan goeden smaak, men bedenke, dat de heer Boelens, wil hU wat bereiken, wel eens met grove effecten werken moet, dat hUi om het zoo te zeggen, spelen moet op den smaak van zijn audi torium. Hoe het zU, de nieuwe revue was een succes, een groot succe9 zelfs. Reeds bi deze eerste opvoering was de zaai goe bezet, en herbaalde malen moest het spe worden onderbroken door stormachtig ap plaus van het publiek of door overweldi gend gelach hU de vele grollen en grappen, die „langs den, neus w eg" gelanceerd werden. Voor een belangrijk aeei is dit succes te danken aan de revue zeii, die belangrijker is dan baar voorgangster, maar als tweede factor komt daarbij ongetwijfeld de meerders routine van de jeugdige actrices, die erin medewerken. Het gezelschapje is niet groot, een veertien- of vijftiental meisjes werken mede, en een paar heeren. Maar de heer Boelens bereikt er wonderen mee en de kin deren vinden het zelf fijn. Enthousiast wa ren ze, dat de heer Polak aanbood de revue ook Zondagavond te geven; het worden al geroutineerde tooneeirotten, ze schminken zichzelf en redden zich met alles en nog wat. De vaders en moeders, die er bij komen om ze te helpen, staan eigenlijk zoo'n beetje voor spek en boonen» Ze maken zelf hun requisietemlijstje en steken dat boven de kaptafel. Het lange haar behoeft geen zorgen meer te baren), omdat alles zoon beetje ge- fcobt «a ge&biagied is. Ze hebben door hua optreden vrUmoeaighvld gekregen en maln- tlen, en zoo goed ais ze een vfichvrouw uit de Jordaan weten te intimideeren, zoo goed kennen ze het vorstelijk gebaar eener grande dame. Het stijve, houterige van de eerste voorstellingen is verdwenen; het zijn vol ledige actnices geworden en als ze het pu bliek; tot het meezingen van een refreintje •willen overhalen, dan moet er al heel wat gebeuren als het niet lukt en moet gezegd publiek al een collectie houten klazen zijn, niet waardig om een revue te gaan zien. Ofschoon de revue „slechts" twee bedrij ven telt, krijgt men de volle maat, want de bedrijven zijn een aaneenschakeling van •tafereelen, en duren zeer lang. Bij deze eerste voorstelling was het over half twaalf eer het publiek, hoogst voldaan en de re freintjes van den) slotzang nog nazingend: De revue begint met een scène in' een bapperssalon. Natuurlijk uitsluitend vrou welijk personeel, en het is spotgoedkoop: friction, bobben, en hoe het meer heeten mag, kost tezamen „mMr" 2.60. Boelons (Hein Knobbel) en Ali de Boer (de revue- direoteur) zitten hun beurt af te wachten, maar eerst komt er nog een dametje en gaat zonder complimenten in den stoel zitten. Want „dames gaan voor". Hierna gaat Hein met zijn allerliefste echtgenoot©, die tever geefs haar best deed er als een heel ordinaire adhterbuurtjuffrouw uit te zien, en die naar den naam van Nelly Verschuur luistert, als mede met den directeur naar Berlijn. Ze passeeren dan eerst de douane, waar zich, in verband met de onbekendheid van Hein's echtgenoote met de Duitsche taal, vermake lijke tafereeltjes afspelen, en gaan in Berlijn op zoek naar een woning. Daar er evenwel groote woningnood' in de Duitsche hoofdstad bestaat, zijn er alleen kamers per uur te krijgen. Hein zet een boom op over Holland, waar ze geen woningnood kennen, speciaal Den Helder, waar te kust en te keur wo ningen te krijgen zijn in de Rue Visch en omgeving, voorzien van stroomend water (als het regent), enz., en komt zoo op de Banken, die niet (Veendammer, enz.) en de banken, die wel soliede zijn (d^ bank aan de Buitenhaven). En in een alleraardigste imi tatie van die bank krijgen we een finale, die er wezen mag. Geflankeerd door een ma troosje eener- een zeeofficier anderzijds, ais- mede door het gezelschapje, brengt llika Pape daar baar hulde aan de daad van luite nant De Jongh» om vervolgens in een drietal coupletten bet drama van de Amerikaansche duikboot te bezingen, die met baar beman ning gezonken is. 'Het zou ons te ver voeren het verder ver loop te vertellen; wif veronderstellen, dat onze lezers zelf wel de revue zullen willen gaan zien. Zij krijgen na het hierboven ver- baalde nog een aantal aardige scènes; zoo Is er een grappige filmopname, waarbij de beer Boelens voor Maharadja speelt Ongelukkig is de hij zijn oostuum behoorende pantalon veel te wijd, zoodat hij verplicht is die met de hand vast te houden. De filmdirecteur acht dit geen bezwaar, doch de situatie wordt ietwat ingewikkeld als hdi ingevolge het Ingezonden Mededeellng. DAMES-KLEEDERMAKER. naar maat, van prima wollen stoffen, half met zijde gevoerd, 145.-, met Bontkraag en Manchetten van af f 12.- hooger. Elegante Coupe. Mooie bewerking. AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. Forensen-vreugd. Het A.V.O.-€ongrea „De cost gaet voor de baet uit". - Hendrik de KeUser. - Mevr. Noordewier. a. voor d© Vereeniging „Laat de Kinder- kens tot Mijl komen)" op 3 X 63.32 -f- 670.60 730.40; b. voor de Ver eniging van de H. Ca- tharina van Senen te Voorschoten: voor 1925 op 81.78, voor "26 op 63-32; 3°. de bjjdtnage, krachtens art. 102 der L.Ojwet 1920 over 1926: a. voor de Protestantscbe Vereeniging tot stichting en instandhouding van een school met den Bijbel te Koegras op nihil; b. voor de Vereeniging „Laat de Kin- deikens tot M!ij> komen" op f 442.90. Betreffende laatstgenoemde vergoeding is een staat dn de bijlage opgenomen van 18 namen van oudera, die recht hebben op vergoeding, enkele andere zijn afgewezen. Een en ander voor belanghebbenden uit voerig) in genoemd© belagen omschreven. HERFSTKUREN. Vermoedelijk zullen die annalen van lange jaren! her nageslagen moeten wonden om te kunnen vaststellen, dat er op den 4den October een zoo zonnige en warm© dag 'is geweest als in den jare 1928. Het is te merken) eau de verschrompe ling van het groen, aan bet korter zijn aer scenario met uitgestrekte handen op rijn ge- dagen, aan den killen avond en nacht, dat liefde moet toeloopen. Er zijn voorts een paar scèn s over Rusland ingelascht; hei arme en het rijke. In het tweede gedeelte krijgen we een scène „gelukspoppen"; een zwaar-dramatischie schets „Oircusleed", waarhij niet alleen de heer Boelens zelf, maar ook zijn leeriingetjes gelegenheid heb ben zlioh van een anderen, sterken kant te laten zien, namelijk deni dramatiscben. Aar- dig is ook de scène met de vogels. Tenslotte beeld voor Do rus Rijkers. Reeds in de pauze landt men in deze revue «an bU het stand- was door den heer Boelens meegedeeld, dat hU zou trachten een steentje hiervoor bU te dragen door den verkoop van ansichten aan bet comité af te dragen. In de pauze gingen eenige meisjes tot alt doel in de zaal rond. Aan het .slot van het tweede bedrijf was een hierop betrekking hebbende scène als finale ontworpen: een monumentaal monument, waarop een visscher in ollepak en zuid wester, den linkerarm gestrekt naar den horizon, waar het zinkende schip zich be vindt. Met Rika Pape als declamatrice. Een heel mooie, treffende scène. Voor deze revue waren speciale décors ontworpen door den heer Polak. Wij hebben er al eenige genoemd,; bet kapperssalon, het monument aan de Buitenhaven, de slotfinale. Geheel nieuwe costuums had de heer Boe lens zich aangeschaft, ent deze waren zeer fraai en kostbaar. Als gewoonlUk had mejuf frouw Brigitte Tabeling weder de pianobe geleiding op zich genomen; er was een scène ingelascht, waarhU een jeugdig plaatsgenoot, we den tijd van dikke overjassen en warme bouffantes naderen, maar anders zou je, midden op den dag, je wanen in den vollen zomertijd. Toch waren er al gevolgen van den har ren herfsttijd enl was het al merkbaar, dat cle herfst zijn grauwe klauw had geslagen In het natuurgebeuren. Er is al iets ge beurd, dat levendig voor oogen stelde hoe bet vaak in den herfst tengs onze kusten toegaat, want op Texelstroom en langs den zeedijk dreven, in tamelijk) groot aantal, de sparren of mijnatutten of de houtbestand- cleelen» waaruit bet p&pfier voor onze kran ten m;>et woorden geproluce^ri Ook op bet strand waren die duidelijke (eekonen van hiet herfstingrijpen merkbaar. Vermoede- ljjk had' er een deklast aan moeten gelooveu; Het forensendom tiert de laatste jaren welig. Steeds meerderen zoeken en) vinden voor hun avondlijke en 'nachtelijke uren stilte enl rust in onze semi-landolijke voor steden, zooals die zich ontwikkeld hebben in KennemerMid eni in de buurt van de ge meens heiden en weiden van Gooiland. Maar 't tierde niet alleen in den zin van eon vruchtbaren groei, het tierde, en) raasde, den. laatster» tijd ook in steeds heviger mate tegen de euvelen die het beletten om tot vollen) wasdom te komen. De geplaagde per manente stadsbewoner, mocht dit, als hij was van het hem hier, in zijtn avondlijke en nach telijke rusturen kwellende radio-rumoer en claxon-geloei, al' spoedig werd hij' gewaar, dat ook in dien staat de misères niiet ont breken. Twee van de ergsten waren wel: het tollenHwee en de forensenbelasting. Tegen het eerste fis men nu onlangs, naar men weet, uit het stadium van 'tieren en razeni, of, als t te pas kiwam, ook we vriendelijk en beleefd soebatten) en adres seeoten, in dat van de directe actie over- gegaai}. Tegen het tweede hanteerde men nog uitsluitend de pen, de vergader-hamer en h)et propaganda-woord onder leiding van de Forensenvereeniging, die het laatste jaar zich in de toenemende belangstelling mocht verheugen, wat o. m. blijkt uit het feit, da zij weldra met de uitgifte van een eagen maandblad zal aanvangen. Maar men streed hier, hoewel onafgebroken) én met overtui ging, met een hoop, die 'om zoo te zeggen behoorlijk ver in de toekomst lag..zoo als dezer dagen wreer eens aan den dag kwam in een, door een! plaatselijk blad gepubli ceerd interview met den voorzitter van ge noemde vereeniging. Natuurlijk, verklaarde deze aanvoerder, gaan wij onverdroten door met de oppositie tegen een regeling;, die ons 4/8 der belasting van een gewoon sterveling doet betalen (2/3 in de woon-., en 2/8 in de werk-gemeente), maar wU weten wel, dat het einddoel, opheffing van die onrechtvaar dige forensenbelasting, nog ver in het ver schiet ligt. Nu kwam echter, tegen de verwachting in, dat ver-afgewaande verschiet plotseling heel dicht bij: in het dezer dagen door de ministers van binnenlandsche zaken en fi nanciën ingediende wetsontwerp ter rege ling van de financieel© verhouding tusschen gemeente en rijk werd toch niet minder dan het volledig vervallen der gehate belasting in uitzicht gesteld. De forensen zijn er waariUk wat beduusd -van.zooals zij ook beduusd zijn van de wijze waarop de regee ring thans plotseling de „onrechtvaardigheid grifweg erkent met de woorden: „dat het in dezen tijd niet meer aangaat iemand in de vrfije keuze van zijn woonplaats te belem meren^'. (Waarom dat dan vroeger wèi aan ging blijft In het duister 1) ZU rijn er zoo >oduusd van, dat zU nog niet op adem en eigenaardige bekoring meeproeven. WHWB.. kunt bet niiet precies omschrijven wat het de heer Jorna (viool), tezamen met den heer nu eigenlijk Is, maar je kunt je levendig Vonk (zingende zaag) zich deden hooren. in diie gebeurtenissen 'indenken en je kun: Dit was zeer verdienstelUk spel, en het pu bliek toonde ook deze kunst te waardeeren. Ondanks het feit, dat dit een eerste ver tolking was, liep alles best, al zal het mis schien een volgend maal wat vroeger geëin digd kunnoni zijn. Want dat deze revue niet tevens ook voor de laatste maal opgevoerd was, dat vertelden wU ai in het begin, daar zU as. Zondag weder gaat Maar ook daar mede zal het publiek wel geen genoegen nemen: ledereen wil dit gezien hebben, en na Zondag zuilen er nog wel meerdere voor stellingen volgen. Jk kijk wel uit" wordt een beslist succes, kijkt u maar uit GEMEENTERAAD Vergoedingen aan scholen, alsmede aan ouders van schoolgaande kinderen. Er is maar één klein Holland), Dat heele mooie bolland), Waar mooie tulpen groeien En hyacinthen bloeien. huiswaarts keerde. Natuurlijk speelt de heer Boelens weder de hoofdirol op de van hem bekende droog-toomieke wijzerijn grappen en improvisaties zijn dikwijl9 ad rem en geestig en doen een schaterlach opgaan in de zaal Een groot aandeel neemt ditmaal de Heldersche Courant in de revue: een der finales is gewijd aan de pers, en a© Helder sche Courant staat daarbij vooraan. Het blad is voor iedren jutter onmisbaar; men vindt er alles in wat men weten wil en (Menigeen, die in de Oost is aangeland^ Leest er in» dat bU door zUn echtgenoote [is afgedankt. Dan is er het Tob nooit-hoekje, waaruit menigeen troost en opbeuring put; de feuil letons, het Juttertje» en, niet te vergeten, het raadeverslag. En toen de heer Boelens op grotesk-onzinnige en volmaakt serieuze wijze op rijn manier een mdsverslag voor la», sloeg de mal dubbel. (V erschenen zUn de Bijlagen 108 en 109, welke respectievelijk de prae-adviezen be vatten1 van B. en W. betreffende vaststel ling der vergoedingen aan de besturen van bizondere scholen, en der vergoeding aan oudere van de kosten van vervoer hun ner kinderen naar de school. Do eerstgenoemde vergoedingen zSjjn vastgesteld1 ais volgt: lc. de vergoeding» waarop de btfzondere Schoolbesturen krachtens art. 101, le lid der L.O.wet 1920 over 1926 recht hebben: a. voor de Frotestantsche Vereeniging tot stichting en instandhouding van een School met den Bijbel te Koegiras op 713.98; ib. voor d© Vereenigimg „Laat de Kln- deitoens tot Mij komen": voor de school aan de Koningstraat op 1182.72; voor de school aan de Acht'eigr. W.Z. op 2423.13; voor de school aan den» Kanaalweg (ulo.) op 519-91°; en voor de school aan den Kanaalweg (gew. Lo.) op nihil; e. voor de Stichting „Het R.-K. Onder- wUs": voor de school voor gew. L o. aan den Polderweg op 2100.67; ivoor de school' voor ulo. aan dien Pol derweg op 4036; d. voor de Vereeniging van' de H. Ca- tharina van Senen te Voorschoten op 2266.93; e. voor de Heldersche Sdhooivereeni- ging op nihil; •2°. de vergoeding, krachtens art. 101, 0e lid der L.Ojwet 1920 over 1920: misschien was door één breker de «heek rfefeen» aan het juichen toe rijn I}las^r»VerH n°r;f Ten"vLff i Daar zullen zij ook wel niet meer toe komen, der drijvend aan aistukken w een hout- want wethouder von Freytag Drabbe, onze gemeenterei sehatkisbbehoeder, heeft kans gezien schielijk, wat olie op de opkomende vreugde-golven te werpen. In een persge- sprek liet hij zeer duidelijk uitkomen, dat het ontwerp z. i. voor Amsterdam „volstrekt verwerpelijk" was en dat hij zich o.a. niet zoo maar de 3j8 imlillioen, die de forensenbe- lasting opbrengt, zou laten ontfutselen. Zelfs al zou er, zéide hij, een „centrale post" komen, het gemeentefonds waarvan in het ontwerp sprake is dan zou het toch zeer goed denkbaar zijn, dat men deze bron van inkomsten voor de „werk-gemeenten' Liet bestaan. Waaruit valt op te maken, dat de forensenbelasting, ook al gaat veel van het ontwerp eventueel wèl door, als een der laatste punten door den heer Drabbe zal worden vastgehouden en met hand en tand verdedigd Maar al moge dan deze Drabbe-olie wat hét forensendom is toch een vreugdevolle kalnieerend werken» in de wateren van deining, uiting van een nieuw opgeleefde hoop gewekt. En tenslotte is de heer Drabbe alleen, het geheele gemeentebestuur plus en benevens den Raad nog niet. schijn van vroege-e gelegenheden toen er meer te jutten viel dim dat de laatst© jaren het geval was. En het blijft voor velen altijd een genoe- gelijkie herinnering, want met een smaak cie nog een tikje Ln zich draagt van het eigenaardig genot en de eigenaardige be koring, die dat jutten omzweefde, worden allerlei feiten verteld. En als je altijd aan den richel van de zee hebt gewoond^ dan kun je iets van die Je de aroma van dat eigenaardig genotvolle momoreeren. Het is iets niet te definieeren en mis schien moet het worden toegeschreven aan het ietwat romantische wal dat heele gedoe langs strand) en langs den dijk en op stroom aankleeft Wo mogen nog zulke nuchterheldsmen- sdhen rijn, toch heeft een tikje romantiek ons allen te pakken-. We willen het soms onszelf wel niet bekennen!, maar we zijn' er geen van aken vrij van. 'En daaraan vooral schrijf ik het toe» dat wU» bewoners van de kust, zoo'n drift van buit op sthoom met een innerlijk gevoel van genoegdoening waarnemen, zelfs al hebben wij er rechtstreeks niets mee uitstaande. Is dat af te keuren? Misschien, maar dat gevoel, hetwelk vermoedelijk ooik, zooals het tegenwoordig vaak heet, behoort tot ons onderbewustzijn» laat zich niet onder drukken. Het welt op, hiet ontspringt-, het is er zander diat je het eigenlijk weeu Veel voordeel brengen dergelijke hout- stutten in den regel niet op, zoodat vaak de moeite, omgezet in uurloon, niet wordt be toond. Toch trekt men erop uit en het zal w-el weer die drang naar het avontuurlijke rijn, die de menschen drijft tot het gaan op de riemen en tot het zwenven langs het staand om iets van den 'buit te bemachtigen. En ik kan me dat levendig voorstellen en kan de lust haast nliet weerstaan om me ook in dat aantrekkelijk avontuurlijke te werpen. iHet was een voorproefje van hetgeeni die herfst kan ultapLkon, Na het geschrevene klinkt het misüuiuèu wat paradoxaal en lfigt er fiets van den farizeeër in, maar laat ons hopen, dat dé herfst niet dikiwU'ls zijn krachtige handi op die wijze laat gevoelen, want zij, die aan boord verkeeren, hebben in het herfstgetij al genoeg te stellen en Wijven liever verschoond1 van groote herfst- udtbundigheid. Burgerlijke Ktand van Den Helder, van 4 en 6 October. Het is met een' gemeente al evenzeer als met een mensch: raak je aan Z*n beurs, daai naak je aan z'n leven. En schiet hij of zU uit zUn of baar slof 1 Ik wil niet zeggen, dat het uit de slof schieten van de gemeente in zake het &J3. Maandag h. -t.a te openen A.VX).-congres (het congres van de Ver. tol bevordering van den arbeid van onvolwaar dige Arbeidskrachten, om bet.... onver kort te zeggen: uitsluitend' en alleen voort spruit uit deze beure-gevoehgheid. Toch: al moge btjj het toekennen van de, niet geringe, congnes-subsidde ook sociale en philantxopi- sche overwegingen bn haar een hol gespeeld liebben', die gevoeligheid' deed zeker mee. Wat begrijpelijk is als men bedenkt, dat het laatste jaar door de gemeente ter ondersteu ning en verzorging van dergelijke onvol- waardigien 1/2 inillioen werd uitgegeven en voor de verpleging van krankzinnigen (onden wie ook een vrij groot percentage is, dat ais onvolwaardige arbeidskracht toch, bij een be hoorlijke regeling aan het maatschappelijk productie-proces kan deelnemen) met min der dan 23 millioenL Intusseheni: ook van vele andere rilden, van de zUde der R geering, van de zUde der werkgevers en werknemers, van medi sche zijden, van particulieren welkt dit congres veeJ belangstelling. Het zal ba Maandag in het Koloniaal Instituut geopend worden en staat onder leiding van den direc teur van onzen gemeentelijken geneeskun digen dienst, dir. Heijermana, en diens assis tent dir. Kindenmann. Een 600 deelnemers, onder wie ook een aantal buitenlanders en een 50-tal sprekers staan ingeschreven. Ter- wdji het congres zelf meer bedoeld is voor deskundigen» aooals doctoren, sociologen, specialisten op sociaal) verzekeitngsgebiedi, werd annex hieraan1 een, meer voor het groote publiek bedoelde tentoonstelling in ons Stedelijk 'Museum' gearrangeerd waar, met bebulp van boek- en plaatwerken, schil derijen, statistieken, modellen, enz. een his torisch overzicht geboden -wordt van de be handeling der „onvolwaardige arbeddskrach- tenP. Een overzicht, dat er, naar de inrich ters hopon, toe moge bijdragen, dat ook het groote publiek tot het inricht komt, dat de eertijds gehuldigde opvatting als zou „onvol waardig" beteek-enen »jvolstretot onbruliik- baari', plaats maakt voor de moderne, die spreekt van „in veto gevallen zeer goed bruikbaar". Een opvatting, die èn de be trokken individuen èn de gemeenschap niet anders dan ten goede kan komen. Mocht er dan in deze gemeente A.VJO.- oongres subsidie, naast anderen, een eto^ ment van „die cost gaet voor de baet uit" steken, dit element lis aileenheerschend in het Bureau voor Handelsinlichtingen, een instelling, die dan ook openlijk onder dit motto, em onder dat andere: „lek waeck", vaart. Wie heeft niet deze woorden, vanaf het station de stad' binnenkomend, in gul- dene letters aangebracht op het fraaie, oude gebouw van het bureau, voor de Beurs, aan het water van het Damrak, gelezen? De instelling, oorsprorikelUk een schepping van de Mij- voor Nijverheid, vierde dezer dagen haar 26-jarig bestaan; zU is onder baar vroe- Sirenl directeur, den 'heer Kamerlingh nnes, en onder haar tegenwoordfigen' leider, den beer Cbambers, een onmisbare schakel in ons handelsleven geworden; zU heeft zich onder de voedsterlingen van Mercurius een naam verworven) als, niet veel minder dan alwetende en betrouwbare vraagbaak. Het was dus niet te verwonderen, dat zU ter ge legenheid van dit feest van alle kanten, Ln de personen van haar bestuurderen en lelde», befoven en! gehuldigd werd. Laat ons, om in dezen brief niet voort- durend te verwijlen in het Rijk van Mercu rius. in dat der milUoenen, belastingen en ander© nuchtere zaken overstappen: naar het Rijk der Muze. Als brugi, kunnen wij dan. Jit keer, om dit overstappen te vergemakke lijken, gebruik maken van de deze week bekend geworden voordracht van B. en W. inzake de gemeentelijke kunstsubsidies. Het heeft natuurlijk geen zin u een lijstje te gaan geven van de voor de verschillende ken bedragen. Er kwam trouwens, vergele- tooneel- en muziekgezelschappen uitgetrok ken' bU het vorige jaar ln die bedragen zoo goed als geen verandering. Ik wil alleen eren» om te laten zien dat we hier toch beusch wel iets voor „de kunst" over heb ben» aanstippen» dat we ook nu weer aan het Vereenigd Tooneel, de „vaste bespeler" van den Stadsschouwburg), 80.000 subsidie en aan het Concertgebouw zelfs niet minder dan 130.000 geven! Maar er is daarnaast een nieuwigheid, die vermelding verdient. Een nieuwigheid', die wel zeer verklaarbaar en mensclieiijk begrijpelijk wordt, als men bedenkt, hoé wU het telken jare weer op nieuw moesten beleven, dat de gesubsidieer de tooneelgezelschappen in het begin van het seizoen kwamen aandragen met de ver leidelijkste beloften aangaande hiun reper toire en tableau de la troupe, beloften, die tenslotte altUd. maar weer voor een klein deel vervuld weiden. Bekrijpeljjk dat dit de gemeentelijke hee ren ten laatste begon te verdrieten en zU dan ook thans in hun voordrecht voorstellen de toe te kennen subsidie „voorloopig slechts voor de helft uit te betalen en bet restant alleen ter beschikking te stellen» indien en voorzooverre de prestaties der gezelschap pen daartoe naar hun oordeel, gehoord het advies der oommissie van bijstand voor de zaken van kunst, aanleiding geven)". De stok achter de deur! Het kon wel niet anders of de gemeente moest eindelijk eens naar dit middel grij pen. De gezelschappen hebben er naar gemaakt. Maar of 't helpen zal? Zal er nu geen nooit eindigende strijd ontstaan over bet momenlt waarop die stok vanachter de deur vandaan moet komen?.... Een „oor deel" en een „advies" zijn, vooral in kunst zaken» nu eenmaal.... wankele, onzekere dlingenl Wat echter in kunstzaken geen wankel, onzeker ding is, is wel.het applaus na afloop van een concert! 'Dat komt u waarlijk stevig en plomp genoeg, rumoerend» met ïeel zeker lawaai tegemoet. We hebben het dezon Donderdagavond, ter gelegenheid van de eerste Concertgebouw-uitvoering van dit seizoen onder Pierre Monteux weer eens runnen constateerenWordt het geen Uj'L aldus vragen zich thans enkele» voor alsnog wat alleenstaande kunstliefhebbers zich al, ons over het barbaarsohe, de ont vangen indrukken verstaande van dit ge- muiik althans..te bezinnen. Geen tUd er althans eens een woord van protest tegen to doen opgaan? Mogeni wij, aldus deze goed willende enkelen» zulk een woord niet eens spreken in een omgeving; die er zich op be roemt, en naar waarheid» een internationaal centrum van m/uziek-cultuur te zijn?. Waarlijlk, er is veel te zeggen voor een iksche campagne ten behoeve van de af schaffing van het applaus en het daarvoor n do plaats stellen van b.v. een geluidloos ïandgewuif of het brengen van een soort 'ascistisch© huldigingsgroet. Er zijn reeds, ik ken er enkelen» min of meer beslo- en vereenigingen en gezelschappen, waar men reeds jaren tot een dergelijke hervor ming is overgegaan. Waar men er niet meer aan denkt de ontroering door een voordracht of muziek-uitvoering gewekt ruw teniet te doen met het, al applaudisseerend in flarden scheuren van de lucht of het, nog erger, aanheffen van een soort krijgs-geschreeuw en indianengehluiL En men weet en voelt daar wat men hiermede aan werkelijk kunst genot en.beschaving gewonnen heeft. 'Velen zulten een dergelijke hervorminge poging een pure utopie noemen, Zoo'n In gekankerde gewoonte krijg je er toch niet uit. zeggen rif. Men kan er nu eenmaal niet buiten. Zij vergeten daarbij echter, dat oox onder het groote publiek die gewoonte er in sommige gevallen al uit is; dat dit groote publiek er klaarbl'ijkelUk best buiten kan! Hij concerten ln een kerk, ook al zttn de uit gevoerde nummers geen gewijde dito's» ap plaudisseert men toch ook nu al niet, Geniet Robtnson. GEHUWDTaal en G. SpitsA. Geervliet en C. A. Visser; J. Kraak en T. Kok; P. de Vries en M. Kramer; L. P. A. Elshof en N, do Wit. BEVALLEND. J. M. Hendrikse— Caron, d.C. van Mullum—van Spelden z.E. VisserHendriks, d.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 14