J. J. H.1Ö0PMAN PANTOFFELS SCHOENEN EOG. GOÏARTS, oo Een BRIL of PINCE-NEZ als St. Nicolaas-Geschenk. MIJN BEZOEK AAN WIERINGEN. HAMMETJES. ADVERTEEREN DOET VERKOOPEN BONTMANTELS BONTVELLEN NICOL AAS - CADEAU Plet knikt van ja en venset de teller», die op de kanten van het biljart zijn aan- gebracht, drinkt z'n 'glaasje leeg, bestelt nog eens, terwijl ik doorga met stooten en ik niet ongelukkig ben, 'k heb er alweer twee bijgemaakt, of dat nu komt, om dat! k m'n queu anders vasthoud, weet Ik niet. En zoo spelen we door, OP; en aanmerkingen makende, met do stok op den grond stampende, als or een mooie stoot gemaakt wordt. at is t n lorl" ,,'t Loopt of *t gesmeerd' isl ,,'t ken 'r niet beet bij! i «'k had h ra al geteld 1" zijn de uitroepen, die we alzoo maken. Piet heeft ondertussohen al een paar borrJties gedronken en begint flink te raten, ik heb daar niet veel tijd voor en c zit met 'n heelen slechten bal, waar ik niet al te best bij kan; wil op den kant van het biljart -man zitten, maar met een „Hè, hè, hè hè, dat mag je niet!" van den kastelein gaat de deur open en stapt een bezoeker binnen, bestelt een borrel, ziet dat. ik 'r niet best bij kan om den stoot te maken, en zegt hoe ik doen moet. Tk moet m'n queue achter m'n rug doen, met een beetje achterover hangen en dan stooten, met een beetje scheef effect, zoodat m n bal tegen den rood, overhand, den wit raakt. Ik knik van ja, of ik alles heel goed be grijp; doende alsof het effect geven van biljartballen m'n dageU'ksche werk is. Ik zal met een zwaai de oueue achter m'n rug doen, gooi m'n glaasje onderstboven, •la te<»en de lamn. totdat de stok eindelük achter m'n rug met de punt naar den zol der -wijst, in plaats van naar den hal. Na dat m'n oueue nog heel wat verschillende grimassen gemaakt heeft, meen ik de goeie richting te pakken te hebben, terwijl Piet en de nieuwe bezoeker met buitengewone belangstelling en een mas sa goeie raadgevingen mijn schermutse lingen gadeslaan, stoot tegen den bal, het effect ben ik allang vergeten; de queue ketst, de bal maakt een paar langzame om went ellngen en ligt dood als een pier. Plet, de bezoeker en de kasteleines lachen een beetje sarcastisch, zoo lijkt het me tenminste. Ik ben inwendig woedend, maar wil het niet laten blijken, en zeg. dat terwijl lk wilde stooten. m'n voet verschoof en ik zoo de goeie riohting kwijt raakte. Ze zeg gen. dat ze dat wpI ragen en lachen me nu openlijk uit. Het geeft een verademing, ais Piet zegt: „Tk ben uit!" Tk speel niet meer. Nu zullen Piet en de bezoeker een partijtje spelen en zit ik me al gauw te verkneuteren, want Piet kan het nu lang niet winnen en terwijl zij aan het spelen zijn. hoor ik dat Piet zijn maat een aan nemer is. En de aannemer vertelt, dat er van de Haukes naar den vasten wal. een dijk gemaakt wordt en dat de houten keeten die we door het raam kunnen zier., verblljf- frtaatsen zijn van opzichters en den hoofd- ngenleur. dat er een sluisput gemaakt wordt, waarin een kluis komt, die moet dienen voor afwatering enz. De partij ls gauw uit en door Piet ver loren. We rekenen af en gaan langs het hulppostkantoor naar de haven van de H ukes. In de haven ligt een massa mate riaal, dat gebruikt wordt bij de Zuider zeewerken, ook liggen er nog een paar visachemcheepsjes in en Plet vertelt me, dat de meeste visscherlul, met hun schuit- Je naar den Oever vertrokken zijn, om dat er hier niet meer valt te verdienen, dat de Westuuters en de Oostuuters vroe ger niet zoo heel goed met elkaar over weg konden en dat. dat nu tegenwoordig alles veranderd ls. Ook wijst Piet me de plaats waar vroeger de postboot aanlag •n vertelt, dat het met storm, mist of laag- wa'er onmogelijk was. de overkant te be reiken. omdat de vaargeul bij de Ewjjek- sluis zoo ondiep en smal was. Hij vertelt hoe in den winter gemarteld moest worden, om met de ijsvlet de ge meenschap tusschen Wieringen en de Ewijcksluis te onderhouden; hoe de post- ■ohlpper met een extra bemanning van zeven man, met groote waterlaarzen, dik ke jassen en witte winterwanten, uren en uren konden strijden in het soms twee drie meter ophoopende grondijs. Hoe die dappere kerels, onvermoeid als zij waren, vochten in een massa, waarin niets te doen viel, omdat roeien niets gaf en zy dan uit den koers werden gedreven, oim dan te moeten wachten, dat de stroom veranderde; zij worden teruggedreven naar de plaats waar ze waren Ivegonnen, om dan opnieuw te beginnen. W as er eon dikke mist, raakten ze ook de koers wel eens kwijt. Zoo vertelde Piet me, dat hem door een der mannen van de vlet verteld, was, hoe door den broer van den vroegere» pont schipper Bays, de kantoorhouder van de Hnukes Evert Bays, met een mist hoorn teekens werden gegeven. Zoo beteekende één stoot op den mist hoorn, dat de waker op de Haven stond, met twee stooten was hy een kwartier van de Haukes, op Sehuuthorn zooals dat daar heet, en me* stooten was hij een half uur van de verwijderd. Gaf hii vier stooten op den misthoorn, dan was dit het teeken dat er bij Wieringen veel ijs znt en het beter was terug keeren naar de Dwijcksluis, daar er toch peen doorkomen aan was. Als de sohipper in de vlet een stoot op zijn hoorn gaf, had hij de teekens vanaf Wierlngen begrepen, met twee stooten wist men, dat zij nog nan het manoeuvreeren waren ln het ijs; gaf hii drie stooten. zoo waren zij niet ln staat door het tis te komen en gingen terug, ter wijl met vier stooten do wal weer bereikt was. Daar de afstand Wieringen—Ewyck- sluls niet zoo groot was, konden de tee kens gehoord worden. Het lis kon des winters zoo kruien, dat het over den dijk gestuwd werd en moest de bemanning bij aankomst, over de bergen heen klauteren met postzakken, levensmiddelen enz. Met trots vertelde Piet, dat de Pont schipper voor niets terugdeinsde en on vermoeid, ook al was het te zien, dat er geen doorkomen aan was, probeerde en probeerde te doen wat hem ald postschip- per te doen stond, zonder op- of aanmer king. Hij wa9 een kerel, die het als zyn plicht beschouwde, om als het kon de post over te brengen; hoevelen hebben niet meegeleefd ln die dagen met die «even kloeke kerels, hoeveel malen werd er niet geïnformeerd naar de vlet, als er in geen twee of drie dagen gemeenschap was ver kregen. Kwam de vlet, was er weer ver andering, was er weer pest, levensmldde- len, dan kwam het hoogst noodige weer, dan was de vlet zéé diep geladen, dat Je versteld stond, hoe die mannen het toch klaar gespeeld hadden, om mpt roo'n diep geladen vlet te varen ln «ulk gevaarlijk water. IfWordl vervolgd.) sarü HU PUItengëwoné Bipioi- tatie-uitgaven kunnen worden aangemerkt Gezien het voorstel van Bur gemeester en Wethouders; Gelet op artikel 72 e.v. der Lager Onderwijswet 1920; Besluit: de gevraagde medewerking te verleenen. Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Den Hel der ln zyne openbare verga dering van den 27 Nov. 1928. Den Helder, Nov. 1928. Burgemeester en Wethouders voornoemd, DRIESSEN. De Secretaris, J. KAMMAN. KEIZERSTRAAT 78, vlak in de bocht, Je adres voor Sint Nlcolaas Gehakt 3 p. 1 gulden. Minzaam aanbevelend. De schipbreukelingen. doo? BEVY GRUNWALD, Als razenden slaan, schuimspattend, de woeste golven over de steenen, a,a machtige fonteinen opspuitend tegen de zwart-rooden romp van het vreemde schip. Soms, als de golven in geweldige kracht snel achter eikaar komen aanrollen, is het, alsof in den buik van het schip een kanon met doffen slag afgaat.... rommelt de echo van het zware golvengeluid in het ledige stalen reuzengevaarte onheilspellend na. Geheimzinnig ligt het vreemde schip ln de grillige glans der maan, bestaard door een zwijgend, zwarte, duizendkoppige me nigte. Als krankzinnig huilt en vloekt en giert de stormwind, jagen de grysgrauwe wolken door de lucht, sombere schaduw werpend, als zij voor korte wijle het maan- liehaam bedekken. Spookachtig lichten de gekleurde scheeps lantaarns, hoog aan den mast geheachen, over het scheepsdek. Stemmen luidruchtig sprekend ln vreemde taal overstemmen soms het geluid van de zee. Als aanschouwde zU Iets bovennatuur lijks, zoo bestaart de menigte den kolos. Het is alsof zy zich klein en gering gevoelt tegenover het machtige geweld der natuuT. De natuur, dié het won.... Wat wil die sleepboot, dat maaksel van menschenhanden. En de zee, majestueus in haar kracht, dreef het schip hooger, steeds hooger op den dijk. Alsof het een speelgoedscheepje was, werd het evenwijdig van den grintweg neergezet.... Plots komt er beweging in de menssohen- massa op den dijk. Heel uit de hoogte van het want, grillig belicht door de stralen der maan, verschijnt eon mannen gestalte. hij grijpt de touwladder en daalt langzaam neer. Beneden aangekomen, valt hy tot aan het midden in het wild bewegende water; dan schreeuwt hy iets in een vreemde taal naar boven. Even later verschijnen opnieuw maninent, die zich laten zakken. Koffers, dekens, de hecle barring der schepelingen wordt van het schip gebracht en hoog op de steenen neergesmeten. Troosteloos, in den striemenden regen en hagel staan de man nen in het vreemde land. ■Ais de maan verduisterd da door de wol ken «ijn tai van gedienstige Helderechen gvreed met hun electrische zaklantaarns °?n zwak gelig Lichtje te doen uitstralen over de koffers, kleeren, dekens, schoenen, die zien ophoopen. Een vraagt my iets in zijn landstaal. Mis moedig schud ik hot hoofd...Je ne vous comprends pas, zeg ik. French! Frenchl roept hy verheugd, een makker by den schouder grijpend. Vous parlez Fran<jeis? vraagt hij. Un pou, un peu, zog tk. Waar mee kan ik' u van dienst zijn? Met een lek kere hap schapenvleeschi, daar ben ik dol op, en als je 6oms Dutch monney te veel hebt, vervolgde hit, z'n Fransch ln Engelsch veranderend, daar ben ik ook voor te por ren.... Een zeeman blijft een zeeman. Of je nu een Griek, een Turk, een Fransche of een Hollandsche zeerob voor je hebt, zij zijn en blijven zeelui. Zoo komen ze uit het grootste gevaar, of ze zyn weer vol humor. Zeelui zyn internationaal 1.... Was het daarom wonder, dat uw Jutter- sche verslaggever weldra ln drukke conver satie was met deze Grieksche Jutters? Waarom gaan jullie eigenlijk van boord, zei ik Ln 't Engelsch en in 't Fransch. Het begin zei ik nX in 't Engelsch, het laatste in 't Fransch, want deze twee talen schenen ze nogal te kennen. Omdat 't er niks lekker is, zei de eene, die zich als fire-man (stoker) voorstelde, 't QS precies een hobbelende geit! Bom, bom, op en neer gaat düe schuit, en dat is nou nog wel niet zoo heel erg, maar we zitten in de rat9, dat de „Eugeuia" kapsijst naar den zeekant en dan zyn we naar de haaien I De zeemanstoon is overal dezelfde, of Je nu op den dyk staat by het kasteel der Blauwe Zeeridders, of je nu met Tabbie, Janus Kuiper of met Dorus Rijkers zaHger sprak, overal komt de humor, de zeemans humor te voorschyn. Plotseling komt er beweging in de man nen. Iemand van middelbaren leeftijd treedt op m y toe. Ik ben de kapitein, mynhesr, zegt hij in 't Fransch. Wilt u my een dienst bewyzen en mij naar den Consul brengen? Denk d'r om, dat je myn schapenboutle niet vergeel.... en tbe Dutch „monney", roept vrooiyk de Grieksche fireman-zee- Jutter, Toen ik den kapitein had weggebracht, ben ók opnieuw naar den dyk gegaan. Het grootste deel van de bemanning had het schip verlaten. Duister lag het schip nu hoog op den dyk. Alle toplichten waren gedoofd. De zee is nu veel kalmer. Ais machtige, gouden wieken, draaien de licht bundels van den vuurtoren.... Een enkele eenzame man loopt nog over het scheepsdek. Met groote vrachtkarren wa9 de bagage van de schepelingen opgeladen. De man, die ik een schapenbout beloofd had voor myn Dutch „monney", was ook weg. ZU warer. naar het Zeemanshuis op de Spoorgracht. Op een groote, ronde tafel, gezellig met wit tafellaken gedekt, stonden bekers warme melk en brood met vleesch.... Is de fire- man (stoker) hier niet, vroeg ik het troepje Grieken, dat de doornatte kleeding: by de kachel warmde. Een onverstaanbaar ant woord volgde. English, English. I speak English, sprak een lange, zwarte kroes harige .jongen, met een blauwkeper werk- manskiel. The fireman is d'r niet. II arrivera aussdtot (hy zai direct komen) sprak een ander, die blijkbaar de taal van Mariaune beter verstond dan de taal van John Buil. Ingezonden MededeelLng. BONTWERKER WESTSTRAAT 17 - OEN HELDER Waar is myn schapenbout, waar is-ze? klonk plots een vrooüjke stem en the lire- man stond, voor me. Niet noodig hoor, we fjaan art de feeding-bottie (zuigflesen), zdde iy, humoristisch wijzend op de bekers melk. Het is hier zoo goed ais bij mother at home (moeder thuis), sprak ik. Een oogen- blik verstrakte zijn gezicht, werd ernstig en met diep gevoel sprak hy: By moeder thuis vindt je alleen by mother. Ik heb de oude vrouw in Pareus(?) een telegram ge stuurd. The shlp is finiahed noud, zegt een an der. ProbsI antwoordt de fire-man, Probal Vannacht dachten we ook we gaan d'r an. ProbsI herhaalde hy weer. I can not help it. (Ik kan 't niet helpen). Captain a good man (de kapitein is een reuzenkerel). Misschien komt de boot los ProbsI Wat is toch „probs"? vroeg ik, is dat Griekach? „Probs" is „Probs" 1 Probs is English, lachtte de fire-man, let maar op: I am poor Ik ben nu arm probs, word lk rUk. Nu begreep ik, hy bedoelde perhaps (misschien). 't Was vliegend stormweer! Voor we het wisten lag de schuit met *yn ribbekast tegen den dyk. Er was geen houden aan! Het was vanavond te gevaarlijk aan boord. Kom, we gaan eten. De mannen stonden op van hun warm plaatsje aan de kachel en gingen aan tafeL Eenlgen bleven strak voor zich uit kijken, aioten toen de oogen en baden tot den God van de Grieken en Nederlandera. Plechtig en lnlg ontroerend baden zy. Voor het geluk, dat zy ditmaal aan het gevaar ontkomen waren.... „Draagt elkanders lasten", stond op een bord aan den wand in t Zeemanshui#, en ik dacht aan de dappere helden onzer kus ten, aan den ridderlijken, eenvoudigen Coen Bot, die volgens zijn overtuiging uit men- achenliefde het roofdier, de zee, trotseerde, om ben, die met het leven afgerekend had den, In triomf naar veilige haven terug te brengen. Hulde aan hem en zijn wakkere Blauwe Zeeridders. Den Helder la trotach op hen. Good Luck, Coen Bot. Nieuwe Uitgaven. Ad verten tién: Regelmaat 128466789 enz. Ingezonden Mededcellng ADVERTEERT IN DE HELDERSCHE COURANT. VRAAGT UISMAIV'8 oterlettör» 11.- per pond. oterletters (bereid met zuivere amandelen) f 1.50 per pond. oter-Speculaas 90 ct. per pond. De Echte Heldersche Taai-Taal 30 ct. per pond. Gember Taal (goed gevuld) 40 ct. per pond. Speculaas Poppen 40, SO en 70 ct. p. p. Ruim gesorteerd in Chocolade letters, Borstplaat, Marsepain, luxe doozen Bonbons, enz. enz. Zie onze étalages. Beleefd aanbevelend, H. J. J. BUISMAN, Breewaterstr. 23, Den Helder. Teleph. 2Ö4. FilialenKeizerstraat 104 ea Bloemstraat 2. BLOEMENMAGAZIJN „MYOSOTIS" EEN PRACHT-CADEAU vindt U In ruime keuze voorradig, byv.: CYCLAMEN, AZALIA'S, PALMEN enz. enz. Speciaal adres voor FANTASIE-BAKJES en modern Kopsrwsrk. - N.B. Laat Uw mandje of bakje vullen met plantjes of de beroemde „Fransche Pepers". Beleefd aanbevelend, H. J. LUGTENBORG, Keizerstraat 64, Den Helder geen BETE!TER PRACTlSCHEH - H. M. HEUVEUNK, Keizefstr. 114. Van af heden ontvangt Iedere koopor zoolang de voorraad strekt een aardig Schilderstukje met Kalender 1929. Tandheelkundige, Loodsgracht 37. Spreekuren dagelijks van 10-4 u. behalve Dinsdag en Vrijdag. Avondspreekuur Donderdags van 7 tot 8 uur. Kunsttanden en Gebitten, Kroon- en Brugwerk. Volledige garantie. Pljnlooze behandeling. V y \^S Koningstraat 44-48. V.S 1 Telefoon 379. BAROMETERS LEESGLAZEN VERREKIJKERS PRISMA-KIJKERS OPTISCHE SLIJPERIJ en REPARATIE-INRICHTING. OveT de glimnat beregende straten van Den Helder ben ik met den kapitein gegaan. Spreken deed hy niet veel. Zorg, ernstige zorg over zyn boot. weerspiegelde zich op zyn stoer zeemansgelaat. Een catastrofe een catastrofe, mompelde hy. Het was een stuk van «Un leven, van zyn ziel, zjjn mooie boot, die nu wellicht nimmer meer de hlauwe wateren van zijn geboorteland, het schoone land der Grieken, zou terugzien. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ga maakt en naar maat, in alle moderne Bontaoorten. Uitsluitend prima kwaliteiten met 2 Jaar garantie. Allo reparatie gedurende dien tijd is voor onze rekening. GROOTE KEUZE voor kragen en manchetten, welke wij gaarne voor dit doel verwerken. ea it sa I ea T rw>wp»n Zear groot* sorteering Albums, Camera's vanaf f 5.— tot In da aller bests uitvoering, Tassohen, Statieven sn allo bonoodlgdhedon. ZONDAG DEN GEHEELEN DAG GEOPEND. Het Chriitelijk Geloof door J. A. L. Hovy, Ned. Herv. predikant te Wijk aan Zee en Duin. J. Muussea, Purmerend, ipaS, 313 blz., ingen. a.jo, geb. y~. Dit boek ia gegroeid uit catechetiiche erva ringen van vele jaren. De achrijver heeft bij de bewerking voortdurend gedacht aan jonge lieden van omatreek» achttien jaar en daar boven, maar toch teveni aan belangstellenden in het algemeen. En in het voorwoord van dezen tweeden druk zegt de achrijver, dat er zooveel aan toegevoegd ia, dat het feitelijk een nieuw boek ia geworden, een „hulpmiddel bij het godadienatonderwija aan ontwikkelden". En inderdaad. Ieder, die wat meer dan den buitenkant van het Chriatendom weten wil, kan met dit boek zijn voordeel doen. Tot welke richting de achrijver behoort? Dat ia niet zoo apoedig te zeggen. Hij ia noch orthodox, noch modern te noemen. Met de orthodoxen ver*chilt hij over het ontataan der bijbelboeken. Alhoewel de goddelijkheid dier boeken erkennend, ataat hij toch en meer'evo- lutioniatiache verklaring van hun onataan voor. Zoo zegt hij o.a. van het oud-teatamen- tiache acheppingaverhaal, dat het „ateunt op oude acheppingaverhalen of mythen die Israël gemeen had met andere volken," maar dat deze scheppingtfverhalen „herzien zijn in den geest van het Jahwisme", en dat de „vrucht van die herziening de scheppingsverhalen van Gen. i en 3 zijn." En: „Het ia openbaring in zoover het ons in de wording van alle dingen Gods hand leert opmerken en ons de juiste plaats des menschen in het geheel der dingen aanwijst" (bi. 50, 53, 53). Natuurlijk vloeien daar meer belangrijke verschillen uit voort. Het gaat echter niet aan om deze verschillen hier alle naar voren te brengen. In het kort is het verschil met dc orthodoxen een verschil in openbaringsopyat- tingen. Met de modernen is het verschil moei lijker te zeggen, omdat er onder hen zooveel schakeeringen zijn. Toch verschilt hij met hen in zijn opvatting over Christus. Christus ia méér dan een voor beeld. Hij ia de „waarlijk opgeatane Heer", „waarachtig mensch, maar tevens mensch 'in hooger zin, de mensch naar Goda eeuwige bedoeling, het volkomen evenbeeld Goda, met Zijn Geest vervuld". Hij was „de eerste ln Gods gedachte, Hij ging al het geschapene vooraf: Hij ls de eerstgeborene van alle schep selen, de Gedachte, het Woord, de Wijsheid Gods, Gods Zoon of eeniggeboren Zoon". In zijn menschelijke gestalte heeft hij geleden aan het kruis en „het bloed van Jezus Christus, Gods Zoon, reinigt ons van alle ronden". Het groote, prlncipieele verachtl met de mo dernen ligt ln zijn „zonde" en „genade"-op- vatting. Hoewel de achrijver zich niet zoo gemak kelijk laat Indeelen in een godadienatig vakje, (m.l. zou hij nog het beat ondergebracht kun nen worden bij de ethlachen), hebben wij hier met een chriaten te doen, die het Chrlrtelijk geloof niet ala een veratandelijke opvatting, maar ala een „kracht Goda tot zaligheid'' wil doen kennen. Wij bevelen zijn werk vaa harte aan aan een leder, wlen het niet om den vorm, maar om het wazen van het Chrlateüjk geloof ia te doen. Wellicht ondergaat men bij de lezing van dit werk, gelijk wij, iets van de geeatdrift en be wondering, die den achrijver tot het voort brengen van deze pennevrucht beeft gebracht C. F. B. Verachenen bij Van Holkema en Warendorfa Uitg. Mij. te Amaterdam: de November-afle- vering van „Onze Aarde". C. F. van Dam achriift bij een mooie ge kleurde foto van een Algerijnach meiaje over de droevige huwelijkwetgeving in Algiera, waarbij de vrouw totaal geen rechten heeft. M. Amin geeft een interesaant artikel over „De bedevaart naar Mekka", die eigenlijk elk goed Mohammedaan één keer in zijn leven ge daan moet hebben. Dan zingt R. J. de Stoppelaar de lof van het „Prinaenhof" en een mooi atukje waterland in de buurt van Eetrewoude (Fr.). Het artikel ia met eenlge prachtige foto'a geTlluatreerd. A. W. Francken achrijft „Ieta over de we tenschappelijke exploratie van de Pooiatreken" en vergelijkt daarbij de ultra-moderne wijze met behulp van luchtachepen of vliegtuigen met de oudere manier, die voor het weten- achappelijk onderzoek betere reaultaten op leverde. De mooie foto'a bij ditartflee! zijn af gestaan door E. M. Querido'a Uitg. Mij. Dan vinden we eenige „Vluchtige indrukken van Parija", door M. K. Drewe», met o.a. een paar mooie luchtfoto'» en eindelijk een belang wekkend artikel van H. van Raalte-Simona over „Rhodua, de bloem van het Ooeten." Verachenen bij C. Morka Cz. te Dordrecht: het Novembernummer van „Morke Magazijn". Cannegieter achrijft over Dr. A. van Voort- huyaen en diena werk ala achoolarta vooral in het belang der zwakzinnigen. De acheta van Rolandua „DaaromI" wordt in dit nummer beëindigd. J. Simoni geeft dan een fragment uit het boek „Scandinavië", dat eeratdaaga verachijnt, waarna Antoinette van Hoytema ona bij eenige foto'a veel wetenawaardiga vertelt over Toledo. Vervolgens vinden we een mooie achets van Eliae Weaaelink-Rutgera: „De bruine broeder". In „Populaire Wetenachap" lezen we o.a. de intereaaante „Amerikaanache Indrukken" van Robertua Nurka Jr. In Tooneel worden eenige nieuwe atukken beiproken. Jan Walch geeft het laetate tafereel van zijn Jan Klunen", weer koetelijk geliluatreerd door Llda van Wedell. In Boekentafal wordt o.a. uitvoerig beepro- ken „Het verloren Land" door Johan Koning. In „Zij" vinden we weer een „Nieuw-feml- niatiache brief' ven Famke en een ertikel over „Vera Toletoi" daar W. S. dan sen paar warms Beleefd aanbevelend, H. M. HEUVELINK, Keizerstraat 114. ZONDAG DEN GEHEELEN DAG GEOPEND.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1928 | | pagina 6