Hollandsch Kanaal, nabij de Blauwe Keet. Wijl de onderneming thans staat voor een uitgaaf van 1600.voor het herstel van de beschoeiingen bij dien steiger, de Vereeniging „Koegrasser Belang" inder tijd om dien steiger heeft gevraagd en een aanlegplaats nabij de Blauwe Keet ook werkelijk voor de ingelanden en vctor de bewoners van het Koegras van veel nut is, wordt op voorstel van de meerder heid van het Dagelijksch Bestuur voorge steld aan de onderneming een bijdrage in eens van 100.te geven. De heer Hoogschagen acht hei, belang voor den Polder ten opzichte van dezen post niet zoo groot. Spr. meende, dat dit onderhoud op den weg der maat schappij zelve lag en is tegen den post. De Voorzitter licht den post toe Indertijd is er uit de burgerij te Koegras aandrang geoefend om aldaar een stoom boothalte te hebben. De Esoha heeft die toen ingesteld', maar verkeert nu in de moeilijkheid, dat ze den steiger onder houden moet. Hiermede is veel geld ge moeid en men heeft zich nu tot verschil lende openbare lichamen gewend om een bijdrage. Om niet absoluut afwijzend te genover het verzoek te staan, meende het bestuur te moeten voorstellen eene bij drage ineens van 100.te geven, meer als erkentelijkheid voor de inwilliging destijds van het verzoek der Koegrassers, De heer J i in m i n k mee,nt, dat aan andere vaartuigen verboden is daar aan te leggen, zoodat de steiger niet voor al gemeen gebruik is. In Anna Paulowna is dat wel het geval. Toen Koegrasser Be lang destijds den steiger vroeg, kwam de Esona en zeide: ik zal dien wel maken, maar nu hij er eenmaal is, weert zij ieder ander daar. De Voorzitter antwoordt, dat de steiger te Anna Paulowna door den Pol der is. aangelegd. Ook heeft spr. te Koe gras wel andere vaartuigen zien meren. De heer Sleutel behoort tot de min derheid van het bestuur, die tegen den post was. Spr. standpunt is, dat als men het den een geeft, men het den ander niet weigeren kan, en dat men toch veronder stellen moet, dat de Esona zichzelf bedrui pen kan. De heer Sluis vraagt of de steiger een belang is voor Koegras of uitsluitend voor de maatschappij? De Voorzitter kan dit niet beoor- deelen. Tegenwoordig, nu door autobus sen en andere diensten in het verkeer wordt voorzien, heeft de steiger zeer ze ker niet meer die beteekenis van destijds. De E&ona stond voor de keus den steiger te onderhouden of er afstand van te doen, en zij heeft ongetwijfeld de kosten niet kunnen overzien, anders had zij wellicht tot het laatste besloten. Daar de Polder oorspronkelijk heeft meegewerkt aan de totstandkoming van dezen steiger, meenen wij dat thans een kleine vergoeding alles zins billijk is. De heer Sluis kan niet inzien waarom deze oude dienst moet worden gesteund, waar er tegenwoordig zooveel andere goede diensten zijn. De Voorzitter antwoordt, dat een der argumenten van het bestuur ook was, dat des Maandags veel gebruik van den steiger wordt gemaakt bij vervoer van vee. De heer Dito merkt op, dat dan de steiger zeer zeker een belang is voor Koe gras. De begrootingspost wordt tenslotte aan genomen met de stemmen van de heeren Hoogschagen, Jimmink en Sleutel tegen. Verdere opmerkingen worden niet ge maakt, en de begrooting met alg. stemmen vastgesteld conform het voorsteL Kohier Pol dier lasten. Het kohier der polderlasten over 1929 wordt vastgesteld conform het ontwerp, n.1. op een bedrag van 27.286.06, zijnde voor 8898.00.90 H.A. 7 per H.A. In vorderbaar over twee termijnen, 4 Mei en 28 Sept. vervallend. Ontslag secretaris-penninKnieester. Ingekomen is een verzoek van den heer A. J. de Jongh, secretaris-penningmeester, om eervol ontslag wegens hoogen leeftijd, met ingang van 1 Juli a.s. De Voorzitter merkt op, dat hier over in vorige vergadering al gesproken is. Wij hebben dit verzoek, dat uithoofde van hoogen leeftijd geschiedt, te eerbie digen, zegt spr. Jarenlang hebben wij van zijn kennis en capaciteit kunnen profitee- ren ,maar het oogenblik van scheiden is gekomen. Spr. stelt voor dit ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen. In verband met deze aanvrage moet een oproep plaats hebben voor nieuwe sollici tanten. Indertijd werd besloten tot een aanvangssalaris van 400 met een maxi mum van 600. In verband met het vele werk stelt het bestuur voor het aanvangs salaris direct te bepalen op het maximum van 600 en geen regeling te maken. De heer Sluis: Is het de bedoeling een nieuwen functionaris een jaar op proef te hebben? De Voorzitter: Dat in ieder geval, maar wij wilden niet meer op 400 oproe pen .Ook stelt het bestuur voor het pre- mievrije pensioen, dat thans geldt, te doen vervallen, zoodat een oproep zal worden gedaan op een aanvangssalaris van 600 en 81/t% aftrek voor pensoen. De heer Laman Trip kan zich met deze regeling, die geheel in de lijn is van de rijksregeling, zeer goed vereenigen. Tegen het aanvangssalaris heeft spr. geen bezwaar, en de werkzaamheden zullen, in den loop der jaren eerder vermeerderen dan verminderen. Naar aanleiding van gestelde vragen deelt de Voorzitter mede, dat aan de functie een borgstelling is verbonden van 4000.Overwogen zal worden of hier omtrent evenwel een andere regeling moet worden gemaakt. Op de meest eervolle wijze wordt den heer de Jongh met ingang van 1 Juli ont slag uit zijn functie verleend. De heer de J*ongh zet uiteen, dat hij reeds thans met deze ontslag-aanvrage komt, teneinde te voorkomen dat daarvoor een afzonderlijke vergadering moet worden belegd. Het bestuur wordt gemachtigd een op roeping voor een nieuwen functionaris voor te bereiden. Nazien rekening 1928. Tot leden van de commissie voor het nazien der rekening 1928 worden aange wezen de heeren D. Vries en O. Tromp, welke beiden accepteeren. Rondvraag. De heer Hoogschagen vraagt en verkrijgt inlichtingen betreffende het dempen eener sloot, en dankt het bestuur voor de te Julianadorp aangebrachte ver beteringen. GEMEENTERAAD Den Helder. Vergadering van Dlngsdag 29 Januari, 's avonds 8 uur. Afwezig wegens ziekte de heer v. Loo De Voorzitter, burgemeester Dries- sen, zegt dat de Raad misschien een Nieuwjaarsrede van hem verwacht. Spr. moet in dit opzicht evenwel teleurstellen; uit een Nieuwjaarsrede behoort, naar spr meening, een persoonlijk element te spre ken en spr. is daarvoor nog te kort in de gemeente. Het geven van cijfers betref fende de gemeente zal spr. den Raad be sparen; hij wil op deze eerste vergadering van het jaar zijn beste wenschen uitdruk ken voor de leden, wenscht hen voor spoed en zegen en hoopt, dat hun wen schen vervuld mogen worden. (Applaus) Notulen. Vaststelling der notulen van de vergade ringen van 27 November en 11 December 1928. De heer De N Jjs verzoekt toevoeging van eenige woorden, die zijn uitgevallen, betgeen zal geschieden. Afscheid A. G. A. Verstegen. Ingekomen is een schrijven van den heer A. G. A. Verstegen, mededeelende, dat hij wegens zijn benoeming tot burge meester van Koog aan de Zaan, met in gang van 15 Febr. bedankt als lid van den Raad en wethouder der gemeente. De Voorzitter wenscht naar aan leiding van dit verzoek allereerst een har- telijken gelukwensch uit te spreken met deze benoeming. Daarnaast past een woord van dank voor alles wat de heer Verstegen in zijn functie van wethouder deed. Als we nagaan, dat de heer Verste gen sinds 1913 lid van den Raad is, in tal van oommissies zitting had, (spr. noemt deze op) dan is een hartelijk woord van dank in- den Raad op zijn plaats. Wij ho pen, dat het hem in zijn nieuwe gemeente goed moge gaanl De heer Verstegen merkt op, dat in zijn schrijven aan den Raad slechts ten deele zijn weergegeven de gevoelens, die s'pr. beheerschen. Heel lang heb ik in den Raad mogen werken, en ik vond dit werk buitengewoon aangenaam. Met groote liefde heb ik, naar de mate mijner krachten, de belangen der gemeente be hartigd. Geen enkele raadsvergadering heb ik gelukkig behoeven te verzuimen. Voor den Raad, ook in zijn tegenwoordige samenstelling, heb ik gevoelens van groote erkentelijkheid. Ondanks de groote meeningsversohillen. Ofschoon het in de raadzaal wel eens gedaverd heeft, waren buiten de raadzaal die verschillen weer weggevaagd. Heel veel heb ik geleerd als raadslid, vooral als wethouder, en voor dat alles ben ik erkentelijk. Ook voor de wijze waarop de Commissies van Bijstand mij tegemoetkwamen en de hoofden van takken van dienst. Ik wensch hier in het openbaar die ambtenaren dank te brengen voor de wijze waarop zij mij in verschillend opzicht bijstonden. Het Col lege en den Raad breng ik dank voor de aangename samenwerking, die ik steeds ondervond. Steeds zal ik aan dezen raad aangename herinneringen behouden. (Applaus.) Ingekomen stukken. Goedkeuring van Gedeputeerde Staten op de raadsbesluiten van 27 November j.1. tot verkoop van grond aan: a. J. Wittebrood en W. J. G. Soheep- maker; b. P. Frankhuizen, W. J. Bruggeman en P. Boerdijk; Goedkeuring van Gedeputeerde Staten Het ontslag wordt met dankbetuiging voor de bewezen diensten eervol verleend, vanger; m. Verslag van de Kern-Commissie uit de Economische Commissie over 1926 1927; n. Kennisgeving van overlijden van den oud-Wethouder der gemeente Den Helder C. Adriaanse, met mededeeling dat Bur gemeester en Wethouders namens den Raad de familie een brief van rouwbe klag hebben gezonden. Deze stukken worden voor kennis geving aangenomen. Verder zijn nog ingekomen: a. Goedkeuring van Gedeputeerde Sta ten op het raadsbesluit van 17 December j.1. tot verkoop van grond aan C. J. Korff; b. Brief van het Bestuur van den Bond tegen den zwaren belastingdruk met be trekking tot den bouw van een nieuwe Zeevaartschool; (Voor kennisgeving aangenomen). c. Adres van de landelijke federatie van Bouwvakarbeiders in Nederland en van den Nederlandschen Bond van Personeel in Openbaren Dienst omtrent het uit voeren van bouwwerken der gemeente in eigen beheer. (In handen gesteld van B. en W. om prae-advies.) d. Brief van het Bestuur van den Bond tegen den zwaren Belastingdruk omtrent de verhooging van de jaarwedden van Burgemeester, Secretaris en Ontvanger. (Te behandelen bij het betrokken onder werp.) Daarna is men genaderd tot Salarissen. Voorstel inzake de voorgenomen her ziening van de regeling van de jaarwed den der Burgemeesters, Secretarissen en Ontvangers. Held. Crt. 17 Jan. woorden des heeren Sohoeffelenberger, die het doet voorkomen alsof de secretaris nimmer overwerk verricht. Integendeel, de secretaris offert vele vrije avonden op zonder daarvoor eenige vergoeding te ontvangen. De heer Biersteker wijst er op, dat zijn meening volstrekt niet bedoelt te zijn een mindere appreciatie van de werkzaamheden. De kwéstie of het voorstel conform het betoog van den heer Eijlders zal worden gesplitst, komt in stemming en wordt ver worpen. Voor de voorsteller en de heer Monhemius. Het voorstel van Ged. Staten komt in stemming en wordt verworpen met alge meene stemmen, behalve die der wet houders. Zonder discussie of stemming worden aangenomen: Onderwijs. De heer V a n O s is het lid der Comm. van Bijstand, dat teg ende voordracht is. Het tekort aan personeel is niet zoo erg! in 1925 heeft de heer Dokter nog ver klaard, dat aanvulling niet noodig was. Nu blijkt, dat hij zich heeft vergist. Waar in dan? Voorstel tot overplaatsing van onder wijzend personeel. Grondbedrijf. Voorstel tot uitgifte in erfpacht van strookjes voormaligen Staatsspoorweg grond aan den Polderweg. Ten opzichte van Glasverzekering. De heer Biersteker is tegen het advies van Ged. Staten, omdat, afgeschei den van de beschouwingen of de tegen woordige salarisregeling behoorlijk is, spr. dit voorstel beschouwt al een opdrin gen van de zijde van Ged. Staten eener nieuwe salarisregeling, temeer, daar de regeering tot nu toe in gebreke is geble- een behoorlijke vergoeding te geven voor werkzaamheden, welke door het rijk aan de bedoelde functionarissen zijn opgedra- ?en. Het rijk vergoedt hiervoor slechts 600.terwijl burgemeester en secreta ris voor de helft toch rijksambtenaren zijn. Beter ware het indien het rijk een herziening gaf van deze vergoeding in plaats van aan de gemeenten weder salarisverhooging op te dringen. Zoolang dit niet geschiedt, zal spr. tegen elke verhooging zijn De heer Schoeffelenberger is, afgescheiden van de personen der func tionarissen, tegen verhooging. Spr. vindt het wel ietwat arrogant van Ged. Staten. Iets anders ware het als het advies van den Raad werd gevraagd. Er is geen en kel motief te vinde nvoor deze salarisver hooging. Het moge waar zijn, dat hun werk eenigszins is toegenomen, maar de heeren werken toch zeker niet over. De heer De Zwart legt namens zijn fractie een verklaring af. Over de urgen tie of een advies noodig is of niet zal spr. niet in discussies treden. De s.<L fractie wenscht niet mede te werken aan een gunstig advies. Onze gemeente verkeert nog niet in een periode, dat een dergelijke maatregel zou kunnen worden gebillijkt. Om een beter sluitende begrooting te ver krijgen, zijn al eenige verslechtingen toe gepast moeten worden. Op die gronden zullen wij tegen het advies stemmen. De heer De Boer wenscht hetzelfde te verklaren op de motieven van den heer Biersteker, alsmede op grond van den finantieelen toestand der gemeente. De heer Van Dam noemt het optre den van Ged. Staten merkwaardig. Zij leggen den Raad een lijstje voor en ko men met een voorstel, dat niet gefun deerd is. Men kan er eigenlijk geen hoog te van krijgen wat zij willen. Er zijn ver schillende salarisnormen in ons land. Spr. zal tegenstemmen. De heer Van O s zal eveneens tegen stemmen, echter niet op de gronden, door den heer Schoeffelenberger aangevoerd, maar op die, welke de heer Biersteker naar voren bracht. De heer E ij 1 d e r s kan met het ad vies van Ged. Staten niet medegaan, om dat de Raad in 1920 en 1921 besloot tot salarisverhooging over te gaan. Tot twee maal toe is dit door Ged. Staten verwor pen, waarna 8 Deo. 1926 voor burgemees ter en secretaris 1000.verhooging zijn toegepast. Een jaar later kwam de kroon en wilde het salaris van den oomimissaris van politie ook verhoogen. hetgeen ge- op de raadsbesluiten van 27 November j.1.schiedde. Nu komt er weer een'voorstel tot uitgifte van grond in erfpacht aan: voor .verhooging van het burgemeesters salaris, dat al op het maximum staak Het is wel eigenaardig, dat thans een regeling zonder periodiek wordt voorgesteld. Een burgemeester, zoo uit de bakkerij geko men, valt dus nu onder deze regeling (gelach). Het personeel heeft in den loop der jaren een aantal verslechtingen onder gaan, verlenging van arbeidsdag, pen sioenstorting, enz. Daartegenover staat, dat we maar 600.maximale vergoe ding krijgen voor de salarissen van bur gemeester enz. De gemeente-ontvanger heeft van 1918 af geen verhooging gehad. Men kan zeggen zijn werkzaamheden zijn verminderd sinds hem de inning der be- lyastingen is ontnomen, maar daar staat tegenover, dat, hen tal van andere werk zaamheden zijn toegevoegd. Op dezen grond wenscht spr. het voorstel te split sen en op den ontvanger wel salarisver hooging toepassen. Voor de overige func tionarissen wil spr. wachten tot de finan- tieele gelijkstelling een feit is geworden. De Voorzitter zal niet spreken over een eventueele verhooging van het 0. M. E. Prins; d. J. P. van Os; e. J. van der Leek; f. M. J. 't Hart; g. Firma Gebr. Boot en R. Kootstra; h. Goedkeuring van Gedeputeerde Sta- ;en op het raadsbesluit van 27 November tot onderhandsche onderverhuring van rijksduinterrein aan N. Stroomer; 1. Goekeuring van de Kroon op het raadsbesluit van 27 September j.L tot wij- zinging van de Verordening op de hef fing van precariorechten; j. Goedkeuring van de Kroon op het raadsbesluit van 24 Juli j.1. tot vaststel ling van een Verordening op de heffing van cursusgelden voor het volgen van den cursus in oude talen; k. Mededeeling dat Gedeputeerde Sta ten hun beslissing ten aanzien van de ge- meentebegrooting voor 1929 hebben ver daagd; 1. Proces-verbaal van opneming van kas en boeken van den Gemeente-Ont- o. Verzoek om ontslag van Mevrouw L. O. Peeters—Wierth als lid van het Bur gerlijk Armbestuur, Voorstel om, bij wijze van proef, voor 1929 geen glasverzekering voor de ge meentegebouwen te sluiten. Held. Ort. 17 Jan. merkt de heer Van Os op, dat hei moeilijk is te beoordeelen of inderdaad de gevraagde verhooging noodig is. Wat is er tegen, vraagt spr., deze zaak een jaar lang uit te besteden? We hebben aan het einde van het jaar dan een beter overzicht ter beoordeeling. De Voorzitter: Juist om een beter overzicht te krijgen stellen wij voor eens niet aan te besteden. De heer Van Os: Bij wien dacht u dan de reparaties te laten doen? Dat is het belangrijkste waarop het aankomt, Spr. zet uiteen hoe dit bij de werf gere geld is, De heer Sohoeffelenberger juicht het voorstel van B. en W. toe. Spr. berekent, dat men dan veel voordeeliger uit is. In de praktijk is uitbesteding, al thans voor de gemeente, onmogelijk. De Voorzitter vreest, dat boven dien de controle, die noodig zal zijn, de aanbesteding weer duur maakt. De heer Van Os handhaaft zijn voor stel. De heer Van Dam is vóór dit voor stel. Spr. voelt weinig voor een nieuw ge meentelbedrijfje, dat hot gevolg zou zijn van het in eigen beheer nemen. Hij voelt meer voor een tarief-contractje. Het voorstel-van Os komt in stemming en wordt verworpen met 15 tegen 5 stemr mep. Vóór de heeren van Os, Smits, Eijl ders, van Dam en Monhemius. Het voorstel-B. en W. wordt hierna aangenomen. De heer Van Os zou gaarne weten op welke wijze men ruiten enz. denkt te vernieuwen. De Voorzitter: Dat maakt het College uit. De heer Biersteker vraagt een halfjaarlijksch overzicht, hetgeen wordt toegezegd. Belgische Oorlogsgraven. Voorstel om het onderhoud der Belgi sche oorlogsgraven op de Algemeene Be graafplaats en van de daarop geplaatste steenen voor rekening der gemeente te nemen. Aangenomen. Subsidie. Voorstel tot het toekennen van een jaarlijksch subsidie aan de Vereeniging van Nederlandsche Arbeidsbeurzen ten behoeve van de Nederlandsche Arbeids beurs te Oberhausen. Held. Crt. 17 Jan. De heer Biersteker acht dit een rijkszaak. Als wij moeten beginnen met arbeidsbeurzen te subsideeren, is het ein de ervan zoek. De heer Verstegen zet uiteen, dat dit onjuist is. Het is geen rijkszaak, hier om al niet, omdat de Nederlandsche re geering zich niet met arbeidsbemidde ling In Duitschland kan bemoeien. De Vereeniging van Nederlandsche Arbeids beurzen, onder protectoraat van de Ne derlandsche regeering, is het lichaam, dat de belangen verzorgt voor Werkge- ving in Nederland, en behalve in Duitsch land, werkt ook in Frankrijk een derge lijke beurs. Subsidie kan de regeering niet geven. De arbeidersbeurs te Ober hausen heeft behoefte aan een vrouwe lijke werkkracht ten behoeve van vrouwe lijke werkzoekers en tracht nu door sub- sidieering van Nederlandsche gemeenten daarvoor het benoodigde geld bijeen te krijgen. Als we nagaan hoevele Duitsche dienstboden ook hier ter stede werkzaam zijn, is deze subsidie van 10.— alleszins gewettigd. De heer Biersteker verklaart er zich tegen en vraagt evenwel geen stem ming, en het voorstel wordt zJls. aange nomen. Gemeentewerken. Voorstel tot uitbreiding van personeel van Gemeentewerken. Held. Crt 17 Jan. De heer Monhemius stelt voor dit voorstel aan te houden, omdat de Comm. van Bijstand op het oogenblik nog niet volledig is, en moet worden aangevuld met leden van den Raad. Deze twee leden der Commissie zijn niet eenstemmig over dit voorstel. De v o o r z 111 e r: Met eenstekkigheid over een eventueele verhooging van het van de Comm hooft 7 i Mlarta, die epr. betrekkelijk koud laat, I S ta een tekort SLïJÜ t\?lalttï maar «nacht te jmteatoren tegen deGeiTeSwSS. •rb»ldArw"M' bij De Voorzitter: Eris meer werk ge komen. De heer Van Os: We hebben tijden gehad, waarin meer gebouwd werd dan thans geschiedt. De heer Kastelijn moest met minder menschen toe en had soms veel meer werk te doen. Het tekort aan personeel acht spr. niet nijpend; ten vori- gen jare heeft men nog kans gezien het onderhoud van gemeentegebouwen in eigen beheer te nemen. Over een paar jaaii wordt de tegenwoordige directeur van Bouw- en Woningtoezicht gepen sioneerd en kan hij worden vervangen door een jonge kracht met desnoods een hulp er bij. Het is verstandig daarom een paar jaar te wachten. De heer Van der Vaart was het andere lid van de Cie. van Bijstand, dat dus vóór uitbreiding van den dienst was. Ons standpunt is, dat wij met de gemeente finanoiën zoo zuinig mogelijk moeten om springen, maar als wij niettemin voor uit breiding van personeel zijn, geschiedt dat uit overweging, dat wij den dienst zoo goed mogelijk willen maken. De bouwver ordening moet worden nageleefd, overtre dingen tegengegaan, enz., en als wij vra gen: hoe komt het, dat dat niet kan ge schieden? is het antwoord: er is een te kort aan personeel. Natuurlijk is het niet goed eerst de fouten te laten maken en dan om meer personeel te komen, maar spr. kan zich voorstellen, dat men zoo lang mogelijk probeert dit te ontzeilen en voort blijft sukkelen. De heer Van Os wil nu over een paar jaar den tegenwoor- digen functionaris pensioneeren en ver vangen door een jonge kracht. Hij con stateert dus ook een tekort aan arbeids kracht, en daarom zegt spr. laten we dat nu niet nog grooter maken door dit voor stel te verwerpen. De heer Biersteker: Maar dan hou den wij straks personeel overl De heer Van der Vaart: We kun nen straks overwegen of deze kracht noo dig blijft, dan wel of één man genoeg is. De heer Van Os heeft gezegd, dat de te genwoordige functionaris niet meer kan. De heer Van Os protesteert tegen deze wijze van voorstelling, waardoor rondom spr. legenden worden gekweekt. De heer Van der Vaart herhaalt wat door den heer Van Os gezegd is. Er wordt te weinig toezicht uitgeoefend, ver schillende verordeningen worden overtre den, en als dat gebrek is aan personeel dan wel een tekortkoming van den betrok ken ambtenaar, moeten de raadsleden, die hieromtrent deskundig zijn een klacht in dienen. De tegenwoordige tijdelijke op zichter is al eenige jaren in tijdelijken dienst; als deze thans vast wordt aange steld, is dat dus volstrekt geen uitbreiding van personeel. Als men kan aantoonen, dat die tijdelijke opzichter niet noodig is en thans kunstmatig aan den dienst wordt verbonden, is het water andere. De heer Schoeffelenberger: Als iet hoofd van een tak van dienst meer personeel vrapgt, moeten we dat acoep- teeren. Maar is het voor het werk in de gemeente noodig? Wat wordt er thans gebouwd? We krijgen straks een zee vaartschool, maar daarvoor is er de gem.- opziohter. De overtredingen der aanne mers leveren geen zoodanig gevaar op, dat daarvoor een speciaal ambtenaar noo dig is. Spr. vindt een jong klerkje vol doende. De heer Monhemius handhaaft zijn voorstel tot aanhouding. Het is spr. uit de discussies gebleken, dat de uitbrei ding niet voldoende is gemotiveerd. Er is toch niets tegen om over een of twee ver gaderingen deze zaak wederom aan de orde te stellen? De heer Biersteker is het met den ïeer Monhemius eens, dat de Cie. van Bij stand maar met twee leden beslist heeft. Maar de Cie. bestaat toch uit vier leden. Dat er maar twee zijn opgekomen, is de schuld van de Cie zelve. De heer Eijlders: Wat bent u naief! De heer Biersteker: De heer Eijl ders blijft lid totdat zijn opvolger is be noemd. De heer Van Dam is door twee din gen gefrappeerd. Enkele jaren geledein, oij de benoeming van den tegenwoordigen directeur van Gemeentewerken, was het argument voor deze benoeming, dat er eene bezuiniging mede werd bereikt. Nu blijkt, dat men zich heeft vergist. Het spijt spr., dat deze voordracht op deze manier ter tafel komt. Nu er klachten ko men, is het gemakkelijk maar te zeggen, dat er een tekort is. Men schijnt dat toe zicht uitsluitend aan te wenden om tekort komingen en overtredingen tegen te gaan, en durft blijkbaar geen afkeuringen aan van bouwwerken. Wettigen de bestaande verhoudingen de vaste aanstelling van dezen tijdelijken ambtenaar? Dat er bij groote werken geen tijdelijken ambtenaar meer wordt aangesteld, bewijst al, dat er een te veel is. De heer VanBreda beantwoordt de verschillende opmerkingen. Met hetgeen de heer Van der Vaart heeft gezegd, kan spr. zich vereenigen. De heer Van Os spreekt van den vorigen directeur, bij W1en slechts een dagelijksch opzichter werkzaam was. Maar het personeel was •oen sterker dan thans. Onderhoudswer ken werden in eigen beheer genomen, maar dit betrof slechts een klein postje. We hebben nog nimmer zooveel uitbrei dingen gehad als de laatste jaren onder dezen directeur. Dat hij bij zijn benoe ming wellicht wat overmoedig was en dacht het werk wel af te kunnen, is hem •och niet zoo kwalijk te nemen. De heer Van Dam: U hebt het «elf gezegd 1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 6