Van EwIJcksluis. De heer VanBreda: Maar dan toch op instigatie van den directeur. Het bleek al gauw, dat hij zich vergist had. Bij de pontonbrug en den bouw van het nieuwe raadhuis bleek, dat er achterstand kwam en dat de formatie diende te worden aan gevuld. Ook in Huisduinen, waar thans zoo gebouwd wordt, is toezicht noodig. Om hieraan tegemoet te komen en ver- waarloozing te voorkomen, is het zaak het voorstel van B. en W. te aocepteeren. De opzichter wordt uit eigen personeel ge formuleerd en de tijdelijke opzichter dient vast te worden aangesteld. Alleen de klerk-teekenaar wordt een nieuwe functie. De heer Van Os vraagt nogmaals het woord, hetgeen de Voorzitter aanvankelijk weigert. De heer Van Os staat er op nogmaals te spreken, en zal beginnen bij het achtereind van den heer Van Breda (daverend gelach). Is die pon tonbrug nu het motief voor een vaste aanstelling van den tijd. opzichter. Als straks de Zeevaartschool klaar is, zitten we weer met zoo iemand. Bovendien is het te duur al dat toezicht door onzen opzich ter te doen geschieden; dat moet de aan nemer doen. Spr. heeft volstrekt niets te gen den heer Verheul op grond van zijn ouderdom. Maar zijn betrekking is een van de slechtste in de gemeente, hij moet alle inkomende klachten onderzoeken, en waar de heeren Dokter en Visser zich spoedig op de fiets kunnen verplaatsen, kan hij dat niet meer. Daarom zegt spr.: wacht nog een paar jaar, tot de heer Ver heul gepensionneerd is en neem dan een jongen er bij. De heer Van der Vaart wil nog enkele opmerkingen maken. Spr. heeft niet uit 's heeren van Os' betoog begrepen, dat deze iets persoonlijks bedoelde. De heer Van Os legt het zwaartepunt van zijn betoog op het in tigen beheer nemen en meent, dat we personeel genoeg heb ben. Maar indien het waar is, dat met uitbesteding niet alles loopt zooals wij zouden wenschen, moeten we een dienst inrichten, die zoo noodig alles in eigen be heer kan nemen. Misschien zijn daarvoor extra krachten noodig. Spr. heeft niet de overtuiging gekregen, dat zijn inzicht on juist was. Ook al wordt iets uitbesteed, dan is tooh controle noodig. De heer Biersteker heeft den heer van Os zeer deskundig genoemd en spr. is maar een leek. Maar of men in dit soort zaken nu wel zoo overgroote deskundig heid noodig heeft, betwijfelt spr. Boven dien hebben wij aan dezen tak van dienst een deskundige. Zeer zeker wenscht spr. van de gemeente geen toevluchtsoord voor dakloozen te maken, maar wij moeten een behoorlijk ingerichten dienst hebben. Dat een hoofdambtenaar zich destijds vergist hoeft, is toch zeer wel mogelijk. Stel u voor, dat het andersom ware gebeurd, en de Raad een paar ambtenaren meer had aangesteld en men zou den dienst thans zoo laten. De heer Biersteker heeft alleen bedoeld te zeggen, dat de heer Van Os een man van de praktijk is, wiens advies in dezen van waarde is. Volgens de rede neering van den heer Van Breda zou elke tijdelijke ambtenaar recht hebben op een vaste aanstelling. Als we dan straks over- kropt zouden zjjn met werk en een tijde- Ujken ambtenaar zouden aanstellen, zou die automatisch wederom een vaste aan stelling krijgen. Neen, de tijdelijke opzich ters weten zelf trouwens zeer goed, dat zij geen enkel recht kunnen doen gelden op een vaste aanstelling. Waar zou de ge meente blijven als bij elk bouwwerk een opzichter moest worden geplaatst? De ge meente heeft te zorgen, dat een werk vol gens toekening wordt uitgevoerd, en aan vaardt daarmede de consequenties eener afkeuring. Spr. heeft hier geenszins eenig bepaald werk op het oog, maar men zegge niet, dat bij elk werk een opzichter noo dig is. De Voorzitter: Dat wordt ook niet gezegd I De heer Biersteker: Dan wordt het evenwel tijd!, dat de verordening eens onder de loupe wordt genomen, en dat bindende voorschriften worden ge maakt. De Voorzitter: De verordening eisch zekere maatregelen en er is toezicht noodig betreffende de handhaving der voorschriften van gemeentewege. Ben op zichter is niet altijd noodig. De heer Biersteker: Wanneer het waar is wat de heer Van der Vaart zegt, dat naast den inspecteur een jonge kraoht kan worden aangesteld en men dan later zegt, dat die jonge kracht het alleen af kan, is dat wel wat naief. Als eenmaal een tweede kracht is aangesteld, blijft die natuurlijk. Men geve dan liever een tij delijke. De heer Van Os vraagt het woord voor een persoonlijk feit betreffende het geen wethouder Verstegen zeide. Deze in terrumpeerde nl. tegen mij: zeg daar nu eens wat opl De Voorzitter: Dat is geen per soonlijk feit. De heer Van Os: Ik wensch er toch op in te gaan. Door de woorden van den wethouder ben ik beleedigd. Als men wil ingaan op hetgeen de heer Biersteker zeide, heb ik me aangeboden alle nieuw bouw van de laatste jaren na te gaan. En dan wil ik hier wel zeggen, dat alle wo ningen van de firma Wormsbecher te laag zijn. De Voorzitter: Dan is dus zeker een opzichter noodig! De heer V a n O s: De wethouder mag niet tegen mij zeggen: zeg daar nu een® wat op! Als men inderdaad wil gaan afbre ken, kunnen er wel 60 huisjes voor in aan merking komen. Vlak naast de woningen van den heer Schoeffeienberger staan deze» deze laatste zijn goed, maar wat er vlak naast staat, is verkeerd. Toch zijn ze goed gekeurd. Het was niet eerlijk van den heer Verstegen aldus te interrumpeeren. De heer Monhemius heeft straks geaarzeld in het nemen eener beslissing. Op technische details is spr. niet ingegaan, dat deden andere heeren. Gehoord de dis cussies, z}jn voor spr. nog wel andere gronden te vinden om uitstel te bepleiten, nl. onvoldoende bestudeering van de zaak. De heer Van Breda ontkent niet, dat het advies van den heer Van Os waar de heeft, en bepleit voorts nader de ge- wenschte uitbreiding. Het Bureau Ge meentewerken is nog op zeer bescheiden schaal ingericht, in tal van andere ge meenten is het personeel veel grooter. Spr. noemt ter vergelijking eenige cijfers. In den Helder met 2900 inwoners heeft men een personeel van 6 man De heer V an Os: Plus vier opzichters van den Waterstaat! De heer Van Breda: Die doen geen werk voor de gemeente. In Alkmaar met 27000 inwoners heeft men 20 man per soneel. De heer Van Os: Maar geen marine werf! Hierop ontstaat een geweldig rumoer en geschreeuw. De heer Van Breda vervolgt zijn betoog en noemt nog ver schillende plaatsen op: Bussum (23000 in woners) heeft 16 man, Hilversum (49000 inwoners) 25 man, Velsen (36000 inw.) 19 man, Zaandam (81000 inw.) 11 man, Delft (49000 inw.) 16 man, Gouda (28000 inw.), 10 man, Ede (28000 inw.) 7 man, enz., zoo dat wij op zeer bescheiden voet zijn in gericht. Het voorstel-Monhemius (uitstel van be handeling) komt in stemming en wordt verworpen. Alleen de heeren Monhemius en Ejjlders stemmen voor. Het voorstel-B. en W. wordt eveneens verworpen met 12 tegen 8 stemmen. Te gen de leden van Os, Smits, Ejjlders, van Dam, Biersteker, de Boer, Trap, mevr. DekkerKlik, Woud, Monhemius, Grun- wald en Schoeffeienberger. Thans is aan de orde: W cthoudcrepenstocneu. Rapport van de Commissie in zake de pensionneering van wethouders en hun ne weduwen en (of) weezen. De heer Schoeffeienberger als voorzitter der Oomm. krijgt het woord ter nadere toelichting, maar is slecht te volgen. Spr. brengt een woord van hulde aan den secretaris der commissie den heer Daalder, voor diens hulp en merkt op, dat het rapport geenszins de individueele meening der leden weergeeft. Zou dat het geval zijn, dan ware wellicht voorge steld in het geheel geen pensioen te ge ven. Pensioen tooh moet dienen voor ouderdom of invaliditeit. Op het oogenblik hebben we vier gepénsionneerde wethou ders; straks komen er nog twee bij, want het is niet waarschijnlijk, dat het Col lege er het volgend jaar zoo zal uitzien, we krijgen nu den heer Verstegen weer, dus we hebben in een periode van tien jaar een wethouder of 7, 8. De heer Eijl- ders heeft berekend wat ons dit zal kos ten. Is er één raadslid, dat durft te verde digen dat we op dezen weg moeten voort gaan? Het onderwerp, dat thans aan de orde is, zal ongetwijfeld felle kritiek ont moeten, maar men zal moeilijk kunnen bewijzen, dat de tegenwoordige regeling zal kunnen worden gehandhaafd. Van veertien gemeenten zijn de rege lingen nagegaan; de meeste zijn veel min der goed dan de onze. De Voorzitter heeft in de verga dering getracht een overzicht te krijgen van de kosten van deze regeling en de oude. Maar niemand kon daarop antwoord geven. Heeft de Commissie deze vraag on der de oogen gezien? vraagt spr. Welis waar is het pensioen lager, maar speciaal de vraag wat het-afstappersgeld zou kos ten, kon niet worden beantwoord. Toch is het goed deze zaak onder de oogen te zien. De heer Eijlders: Op mij rust de taak, namens de commissie belast met een herziening pensioneering wethouders en hunne weduwen en (of) weezen, een korte beschouwing te geven van de ver schillende wijzigingen, aangebracht in het rapport wat betreft de bezuinigingen. Eer stens danken wij den Raad dat hij een commissie heeft aan weten te wijzen, die bezield was met de gedachte: dat de thans bestaande verordening niet is te handhaven en een grondige herziening geboden eisch is. De commissie is na ern stige bespreking, waarvan de een tegen over den ander wat van zijn inzichten of principes moest prijs geven, gekomen tot een eensluidend rapport, hetwelk het be sluit voor den raad vergemakkelijkt, moge de Commissie het genoegen smaken een meerderheid in den raad te vinden, ja, dat liefst allen, zullen stemmen voor wat in bijlage no. 124 is verwerkt en voorgesteld wordt. M. de V. In onze eerste vergadering werd tot voorzitter aangewezen de heer Schoeffeienberger en werd over de ons verstrekte opdracht gesproken; hierbij werd den secretaris opgedragen van ver schillende gemeenten verordeningen op te vragen wat betreft pensioneering wet houders enz., De tweede vergadering is gewijd ge weest aan het onderzoek van een 14-tal ons toegezonden verordeningen. In het licht van onze thans bestaande verorde ning zijn wij overgegaan tot vaststellen van de verschillende voorstellen der com missie-leden. In de derde (of laatste vergadering) zijn onze voorstellen belichaamd, zooals zij u thans worden aangeboden. Vanaf deze plaats willen wij het College van B. en W. dank zeggen voor den ons toegewezen secretaris, den heer Daalder, die ons het werk heeft vergemakkelijkt en in den wa ren zin des woord voor ons één hand en één voet is geweest. Den Helder staat, wat het percentage aangaat van de jaarwedde gelijk met Rot terdam, nl. 6V« Zwolle, Velzen, Nij megen, 's Hertogenbosoh n.1. 51/» en Groningen, Arnhem en Dordrecht n.1. 5 voor elk jaar van de wedde. 's-Hertogen- bosch, Dordrecht en Gorinohem pensio neeren op 60-jarigen leeftijd. Dordrecht en 's Hertogenbosoh geven een afstappers- vergoeding, terwijl pensioenstorting door de wethouders in verschillende plaatsen ook wordt gevonden, n.1. Utrecht 81/» Amersfoort 6'/,%, Groningen 81/» Nij megen 3 Met het vraagstuk van pensioenstorting door de wethouders heeft onze oommissie zich niet ingelaten. Ie. De oude verordening geeft een pen sioen na 1 jaar dienst (direct ingaande). Voorstel: Na 1 jaar gefungeerd te heb ben bij het bereiken van den 60-jarigen leeftijd, als tegenprestatie stellen wij voor een vergoeding of afstappersgeld (zonder in aanmerking te nemen den diensttijd) over de volgende 8 jaren respectievelijk 60, 40 en 20 van zijn genoten jaarwedde. 2e. De oude verordening geeft voor elk jaar V« van het vaste inkomen (art. 94 le lid) of 156.voor elk jaar is gelijk aan 6'/« van 2500.der jaarwedde. Voorstel: Voor elk jaar wethouderschap 55 der jaarwedde of 125.van de 2500.dat wil zeggen, voor elk dienst jaar 31.pensioen minder, geeft een be sparing over een zittingtijdperk van 4 ja ren over de 3 wethouders 4X 8 X f 81. 872.Was ons voorstel al van kracht ook op de 4 gepensioneerde wethouders, dan zou dat al direct een jaariijksche be sparing geven van pl.m. 1000. 3e. De oude verordening na 8 dienst jaren 8 X 156.1250 pensioen; langer dan 8 jaar is 17» X 1250. 1666.(dus voor het negende jaar ont vangt een wethouder voor dit eene jaar meer 416.Maximum na 9 dienst jaren. Voorstel: 6 voor elk jaar met een maximum van 60 (of 12 dienstjaren) is 60 van 2500 1500.—. 4e. Invaliditeitspensioen der oude veror dening 17, X 1250.— 1666.—. Voorstel: Invaliditeitspensioen na 1 dienstjaar met tenminste 80 der jaar wedden, stel dat een wethouder met 1 dienstjaar invalide wordt, dan geeft de oude verordening 1666.dan geeft ons voorstel 80 of 750.dit maakt een verschil van 916. 5e. de oude verordening: Weduwen-pen sioen 50 van het pensioen der wethou ders. Voorstel: Weduwenpensioen 50 van het pensioen der wethouders, met een mi nimum van 250.weduwen-pensioen als de wethouder in functie zijnde, komt te overlijden. Komt pen wethouder met 1 jaar dienst te overlijden dan ontvangt de weduwe volgens de oude verordening 50 van 156 78.en volgens ons voorstel 260.dus een 172.meer. 6e. De oude verordening: ;enpen- sioen V», of 8.33 van het p< .*>en van den wethouder. Voorstel: 10 van het pensioen van den wethouder. 7e. De oude verordening: Ouderlooze weezen V» of 12,5 van het pensioen der wethouders. Voorstel: ouderlooze weezen 20 van het pensioen der wethouders. Zooals u ziet heeft de commissie niet geschroomd wijzigingen voor te stellen in verslechtenden zin, maar ook verbeterin gen wat weduwen- en weezenpensioen aangaat, hiervoor heeft zij het oog gericht naar de Rijkspensioenwetten, Laat het ons nu nog vergund zijn één enkel voorbeeld te mogen noemen. le. Stel, een Raadslid wordt op zijn 30ste jaar gekozen tot wethouder en treedt op zijn 34ste jaar af, hij heeft dus 4 jaren als wethouder gefungeerd; stel zijn levenstijd op 70 jaar, dan geniet hij; aan pensioen: 4 X 156.— 624.— per jaar, 86 jaar X 624.— 22464. Hij zou genieten volgens ons voorstel: afstappersvergoeding over de eerste 3 jaren 120 van 2500.8000. dan op 60-jarigen leeftijd pensioen van 20 van 2500.— is 500.— per jaar, is over 10 jaren 10 X 500.f 5000. dus samen 8000. Dus volgens de oude verord. 22464. volgens ons voorstel f 8000.dus een bezuiniging van 14464. 2e. Voorbeeld 30e jaar wethouder, 89e jaar wethouder af of dus 9 dienstjaren, levenstijd 70 jaar, geniet aan pensioen per jaar 1666.geniet aan pensioen geheel 31 X 1666.— 51646.—. Hij zou genieten volgens ons voorstel: afstappersvergoeding f 8000.na zijn 60e jaar 10 X 1125.— pensioen is 11250.—. Samen 14250.—. Volgens de oude verordening 51646. Volgens ons voorstel 14250. Een bezuiniging van 87396. M. de V., wij zullen den Raad niet ver der vermoeien met becijferingen, doch meenden deze uiteenzetting te moeten geven. Het vraagstuk van herziening wet houderspensioenen is een nationaal vraag stuk geworden, schier elke gemeente heeft of houdt zich er mee bezig. Haarlem, Utrecht, Velzen en andere hebben ook reeds commissies benoemd of zullen deze benoemen. De pensioenverordeningen zijn van de meeste gemeenten samengesteld in de dagen van hoog-conjunctuur. Zaandam kon ons de Verordening niet eens toestu ren, omdat de redactie zoo verward is, dat kennisneming onvruchtbaar moet zijn. De Commissie hoopt dan ook dfft deze verordening met aller instemming wordt begroet en aangenomen. De heer Van Os heeft met genoegen naar deze uiteenzetting geluisterd. Het is spr. evenwel niet erg duidelijk ge worden. Wat zijn bijvoorbeeld „ouder looze weezen" (Gelach). Spr. apprecieert het vele werk der commissie en gelooft ook wel, dat we met onze pensioenen aan den hoogen kant zijn. Maar nooit of te nimmer kan men zich op dergelijke cijfers als de heer Eylders aanvoert, be roepen. Zooiets moet wiskundig worden berekend ten opzichte van de levens kansen. Laten we daarom deze zaak nog aanhouden. De heer Van Dam: De Comm. is aangesteld omdat de meerderheid van den Raad de tegenwoordige regeling te vrijgevig acht. Spr. heeft ook eeD be rekening opgezet en daarbij de rijksre geling als basis aangenomen. Hierbij moeten ambtenaren en werklieden 10 jaar dienst doen om pensioengerechtigd te worden. Het pensioenrecht is i '/4% op 65-jarigen leeftijd, on/e regeling is 6 74% en gaat dadelijk in. Men zou dan in een eventueel fonds niet minder dan 67°/o van het salaris moeten storten. Op het oogenblik zou er een fonds van f50 f 60.000 aanwezig moeten zijn voor deze pensioenen, hetgeen dus feitelijk een schuld is, die de gemeente bezit. En deze toestand acht spr. ongewenscht. Eerste eisch moet zijn voor een pensio neering een fondsvorming en spr. wil daarom voorstellen daarmede te beginnen. Wat moeten we bij deze regeling aan premie betalen In vergelijking tot levensverzekeringtabellen bq dadelijk in gaand pensioen f100, op 60-jarigen leef tijd f77.50, op 65-jarigen leeftijd f46.50 premie. Als we de pensioenen dus ver schuiven naar den 60-jarigen leeftijd, is dat een besparing van niet meer dan 25 °/o- Hierbij komt, tengevolge van de verlaging van het percentage, nog 15%, maar door invoering van het afstappers geld gaat veel daarvan verloren. Bij korter zittingsduur van een wet houder wordt dit natuurlijk duurder, bij langer goedkooper. Dat afstappersgeld kan niet worden berekend, wil men het behouden, dan - is het wijs het pensioen niet op 60-, maar op 65-jarigen leeftijd te doen ingaan. Er komt bij, dat niemand die lange dienstjaren als wethouder heeft, niet langer dan 12 jaar premie zou be hoeven te betalen. Als compensatie voor die premiebetaling zou spr dan bet pen sioen willen vervroegen, dat versterkt den band tusschen diensttijd en pensioen. De heer De js: Als we nog een poosje doorgaan, ;ordt het nog slechter, er zijn altijd r adsleden, die konink- lijker zijn dan -> koning. De heer Schoeffeienberger At, de commissie is feitelijk en bloo t ~en pensioneering. Noohtans komt zij net een voorstel. Allerlei gekke elem' ten worden erin gebracht, de heer Ey.uers wil een rege ling, waarbij een wethouder zegt: laat maar, ik heb 't niet noodig, dan krijgt hij het niet. De heer Eylders berekent, dat zijn voorstellen goedkooper zijn, maar hij houdt geen rekening met het afstappers geld. Bij de bestaande regeling is minder aan pensioenen uitgekeerd dan bij de nieuwe aan afstappersgeld zou worden betaald. Zoowat elk jaar is de pensio neering der wethouders onderwerp van besprekingen in den Raad. Spr. stelt voor eene berekening te maken omtrent de oude regeling en om trent wat de nieuwe zou hebben gekost. De heer Van Os zou daaromtrent dan gaarne advies wenschen. De heer B y 1 d e r s kan er op ant woorden. Hierover wordt nader van gedachten gewisseld. De heer Monhemius merkt op, dat we toch een deskundigen achtergrond hieromtrent dienen te hebben. Spreker meent wel, dat de nieuwe verordening beter is dan de bestaande, maar niemand kan precies zeggen wat zij kosten zal. Een prachtig onderwerp voor een disser tatie van een doctor in de wiskunde! De Voorzitter: Maar zelfs een pro fessor in de wiskunde kan nimmer de lengte berekenen van het politieke leven eens wethouders. Daarom kan dit niet worden berekend. Intusschen zullen B. en W. trachten zoo goed mogelijk hier omtrent advies uit te brengen. De heer De Zwart vraagt dan ook aandacht te willen wijden aan de redactie der verordening. Zoo beweert de heer Eylders, dat men tegelijk afstappersgeld en pensioen kan ontvangen, maar dit blijkt nergens uit. De heer De Boer spreekt den heer De Zwart beslist tegen, waar deze de radactie van het Ontwerp zeer gebrekkig noemt. En waar de heer De Zwart zelfs beweert, dat het Ontwerp der Oommissie niet bepaalt, dat het pensioen eerst wordt toegekend op 60-jarigen leeftijd, leest sprekor Art. 2 van het Ontwerp voor, dat luidt als volgt: Aan eiken in Art. 1 bedoelden wet houder, die minstens een jaar als zoo danig heeft gefungeerd, wordt bij het bereiken van den 60-jarigen leeftijd, of, als hij bij het einde van het wet houdersschap dien leeftijd reeds heeft bereikt, direct ingaand pensioen in deze verordening verder aangeduid als ouderdomspensioen verleend. Deze redactie mag als die van vele wetsartikels niet mooi zijn, zij laat, voor wie lezen wil, aan duidelijkheid niet te wenschen over. Eene bestrijding als die van den heer De Zwart mist elke waarde. Dan behandelt deze spreker de vraag, of het Ontwerp der Commissie werkelijk goedkooper is dan de bestaande Ver ordening. Hij wil hiervoor nog even sterk de aandacht vestigen op wat de Van Dam reeds betoogde en diens uiteenzetting wat uitbreiden. De heer Van Dam heeft dan een des kundig advies ontvangen, waaruit blijkt, dat pensionneering op 60-jarigen leeftijd eene besparing geeft van 25 percent, vergeleken bij direct ingaand pensioen. Het Ontwerp der Oommissie bezuinigt dus uit dezen hoofde 25 percent. Voorts brengt het Ontwerp het pen sioensbedrag voor elk jaar dienst terug van 674% op 5%, alzoo eene besparing van het vijfde deel of van 20%. Samen dus eene besparing van 46%. Naar de deskundige inlichtingen, mede gedeeld door den heer Van Dam, geeft het „afstappersgeld", nieuw ingevoerd in het Ontwerp, een achteruitgang dezer besparing van 25 procent. Er blijft dus eene besparing bestaan van 20 procent. Rekent men nu nog, dat de bestaande Verordening alleen voor het 9de dienst jaar van den wethouder dezen een pen sioen verzekert van f416, dus van ruim 16% der wedde, en dat ook het Ontwerp voor dit jaar niet meer dan 6 toekent, dus van f125, dan moet de besparing, door het Ontwerp te brengen, meer zjjn dan 20 percent. De heer Van Dam wil de kwestie van het afstappersgeld oplossen door dit te verrekenen met de lnkoopaom van het pensioen. De heer Eylders heeft de cijfers van de oude regeling. De heer de Zwart zegt, dat spr. er niets van wist, maar als de tegenwoordige regeling doorgaat, heeft de beer de Zwart op 70-jarigen leeftijd f 80.000.aan pensioen genoten. Bij ónze regeling wordt dat iri ieder geval f 6000.— minder. De heer De Z w a rt: Juist doorlederen keer een individueel geval te noemen, bewijst men de materie niet te beheer- schen. Als de verordening van den heer Eylders wordt doorgevoerd, zou die min stens f 80.000.aan afstappersgeld kosten. Het voorstel-de Nijs om prae-advles hierover uit te doen brengen door B. en W. komt in stemming en wordt aange nomen. Tegen de heer Eylders. JB Nog worden behandeld: Grondbedrijf. Voorstel tot het verhuren van gronden van het Grondbedrijf. Held. Crt. 24 Jan. Grondbedrijf. Voorstel tot verkoop van grond aan H. Riemers, J. Boon en L. Riemers en anderen. Wegenbelasting. Voorstel tot vaststelling van het Se suppletoir kohier der wegenbelasting tot een totaal-bedrag van 61.72. Contract M.U.Z. Voorstel om goedkeuring te hechten aan de door Burgemeester en Wethou ders met de Maatschappij tot Uitvoering van Zuiderzeewerken gesloten overeen komst nopens de levering van water- en electrioiteit. (De overeenkomst is bij de stukken ter inzage gelegd). Warenwet Voortitel tot wijziging van de Verorde ning ex art. 6 der Warenwet. Held. Crt. 24 Jan. Benoemingen. Voorstel tot het benoemen van een lid van het Burgerlijk Armbestuur in de va cature Mevrouw L. O. PeetersWlerth. Aanbevolen worden: 1. Mevrouw M. J. PaapLafoofj, 2. Mevrouw O. Hingst—Gelijnse. Benoemd no. 1 dor voordracht. Voorstel om tot Directeur van de ge meentelijke Avondvakteekenaohool te be noemen A. Smit Benoemd. Rondvraag. De heer Smits bespreekt den bouw der woningen Verl. Krugerstraat. Deze huizen zijn al bewoond, en het is niet mogelijk voor de bewoners verlichting te krijgen. Zal in de volgende vergade ring worden beantwoord. Vragen worden voorts nog gesteld door mevrouw Dekker ten opzichte van enkele vergeten aanvragen voor erfpacht, den heer Trap over het huisje bij den windwijzer, welks bouw nog steeds wacht op vergunning van Waterstaat, door den heer Boogaard omtrent een tekort aan penningen voor de muntmeters die in aanmaak zijn bij 's Rijks munt, terwijl de heer Schoeffeienberger vraagt of men voor de ijsbaan belasting betalen moet. Dit is inderdaad het geval krach tens de vigeerende verordening. Daarna sluiting van de openbare ver gadering. DE GLADHEID. Tengevolge der gladheid schoof Woens dagmorgen de heer W. Waiboer met zijn luxe-auto tegen de stilstaande zrand- stoffen-auto van de Coöperatie „De Tijd geest". Het portier der luxe-auto werd daarbij vernield, terwijl ook een der spat borden werd gehavend. Van de brand stoffen-auto werd het achterbord vernield, terwijl een dei- achterbanden deerlijk werd beschadigd. VER. „VISSCHERSBELANGEN". Dinsdagavond' vergaderde de Vereenigiing „Visschersbelangen1" ten lokale van den heer Ghr. Hoogmoed Nadat de voorzitter, de heer K. Keuris Azn., de vergadering met een' toepasselijk woord had geopend, werd' door hem versiag uitgebracht van het bezoek, dat eene depu tatie uit de Veneeniging had gebracht aan den Inspecteur der Visscheriji en aan de Generale Commissie. Bij den Inspecteur der Vissoherijen was uiteengezet, hoe de Vereenigiing meende, dat de visscherij in de naaste toekomst in de komende binnenwate ren! zou dienen te worden geregeld en hoe de vLsschers, die hunne visscherij' daartoe zouden willen omzetten, daarbij naar de meening der Vereeniging zouden dienen te worden geholpen. Deze regeling, te uitvoe rig om hier in enkele woorden saam te vatten, doch waarbij' met de belangen van alle rondom de Wierlnger Meer en' bet Boe- zemmeer wonende visschers zooveel moge lijk rekening wondt gehouden, bleek de voorloopige goedkeuring van d'en1 Inspecteur der Visscherijieni wel te kunnen wegdragen' en deze had dan ook in uitzicht gesteld, dat voor zoover hieraan door de Vissoherfj-In- spectie kon worden medegewerkt, op dien»

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 7