T
Derde Blad
WEET U
BINNENLAND
VAN ZATERDAG 2 MAART 1929
DE HEER BRAAT EN DE ZOMERTIJD.
Des heeren Braat's^ wetsvoorstel tot al-
schaffing van den zomertijd is Vrijdag in
de Tweede Kamer behandeld. Zonder dat
er één woord over gewisseld'werd, kwam
het in stemming, en de eenige voorstem
mer was de heer Braat zelf. Dat heet nog
eens een succes!
EEN ADRES VAN DE S.D. TWEEDE
KAM KRlKAClIE.
Aan de Voorbereidende Ont
wapeningscommissie van den
Volkenbond.
De sociaal-democratische fractie in de
Tweedie Kamer heeft Donderdag een door
al haar leden onderteekend adres gezon
den aan de Voorbereidende Ontwape
ningscommissie van den Volkenbond.
Dit luidt:
De sociaal-democratische fractie in de
Tweede Kamer van de Staten-Generaal;
verwacht van de Voorbereidende Ont
wapeningscommissie dat zij' in den kortst
mogelijken tijd haar arbeid tot een goed
einde zal brengen, op dat, door het sluiten
van een overeenkomst, de ontwapenings
beloften, die zoo plechtig tegenover alle
volkeren der wereld zijn afgelegd, einde
lijk in vervulling zullen gaan;
zij verklaart, dat de vredeswil der vol
ken door de regeeringsvertegenwoordi-
gers te Genève tot uitdrukking moet wor
den gebracht ten einde de werkelijke or
ganisatie van den vrede te verwezenlijken.
Dit adres is gelijkluidend met dat, het
welk op 18 Februari 1.1. door het Bestuur
der Socialistische Internationale naar
Genève is gezonden en met dat, hetwelk
het congres der S.D.A.P. te Nijmegen tot
de Voorbereidende Ontwapeningscom
missie h©eft gericht.
HET CONFLICT IN DE GOUDSCHE
AARDEWERKINDUSTRIE.
Opgelost.
Dank zij de bemiddeling van den heer
J. A. Donker, is het Donderdag tot een
oplossing gekomen van het conflict bij de
Goudscho aardewerkindustrie. De eischen
der arbeiders zijn voor een deel ingewil
ligd. Belangrijke eischen van dt, vakbon
den zijn echterafgewezen. O.o. de eisch
van een extra weekloon gedurende de be-
stanade vacantieweek. Er zal dan dus
herziening van de loontarieven plaats
hebben, doch deze zou niet van zoo'n in
grijpend karakter zijn als door de vak
bonden werd gevraagd. Ook de regeling
van de over-uren, zooals die door de vak
bonden werd verlangd, is niet aanvaard.
Donderdagmiddag is de staking opge
heven.
BÜ de staking waren ruim 400 per
sonen betrokken.
NIEUWE POLITIEKE PARTIJ.
Uit Amsterdom wordt aan de N. Rott.
Crt. gemeld:
Naar wij vernemen heeft dezer dagen
een groep Amsterdammers, meerendeels
bestaande uit vroegere leden van den
Vrijheidsbond, die met den gang van za
ken in de Liberale Staatspartij niet te
vreden blijken te zijn, een nieuwe staat
kundige parttij opgericht. Het moet in de
bedoeling van de oprichters liggen, aan
hun partij niet een bepaalde politieke
kleur te geven. Gestreefd zal worden naar
herziening van het huidige kiestelsel, en
verder wil men zich keeren tegen de cm-
mulatie van politieke ambten en van pen
sioenen, dloor de bekleeding van politieke
functies verworven.
Binnenkort zal het program van de
nieuwe staatkundige party, die vermoe-
deiyk geleid zal worden door B. Niewold,
den vroegeren voorzitter van de Amster-
damesche vryzinnige propagandaciub
Jong Holland, verschynen.
Het Kellogg Pact.
Door de Kamer z.1ls. aangenomen.
De Twieede Kam- r heeft hlet wetsonttwerp
tot goedkeuring van het voorbehoud) .tot
toetreding tot het verdrag van Parys van
27 Augustus 1928 tot uitbanning van den
oorlog aangenomen zonder hoofdaiyke
stemming.
Alleen' verzochten de heeren Kersten en
Zandt aanteefcening, dat zij! .geacht willen
worden te hebben tegen gestemd.
Het „Handelsblad" schrytft hierover o. a.:
De behandeling zeflive van. het -„wetsont
werp tot goedkeuring van het voorbehoud
tot toetreding tot het verdrag van Parijs
van 27 Augustus 1928 tot uitbanning van
dien oorlog",, (hlet zoogenaamde Kellogg-
Pact1) heeft gelukkig, niet wederom tot een
demonstratie geleid!, die aam de beteekenis
van de aanvaarding van de beginselen van
het Pact door Nederland soljade had kiunnen
doen. Wel werd'en nog min of meer duide
lijke toespelingen gemaakt op de gebeurte
nissen der laatste dagen (de publicatie van
het militair acooord tusschen België en
Frankrijk), maaT de terugslag dier gebeur
tenissen was lang izoo sterk niet meer als
by de regeling van werkzaamheden, waarby
werd voorgesteld het wetsontwerp op de
agenda te plaatsen.
De eenige, die rondiht .over de gebeurte
nissen sprak, was de heer Kersten, dl©
de waaTde van het Pact niet te hoog aan
sloeg, maar het zou heöblbeni aanvaard, in
dien niet twijfel bit hleon ware opgekomen,
„aan de oprechtheid van 'de eerste onder
teekenaren van het Pact", welke twyiel
hem nu noopte tegen te stemmen. De heer
Vliegen zag „geen enkele reden'" om
tegen het wetsontwerp 'te stemmen en de
heeT Merchant legde er eens extra den
nadruk op, dat de volkeren „van hun ver
tegenwoordigers niets te verwachten heb-
benT. „Dat hebber^ we dezer dagen weer
eens geeienT,, voeg® hiji er aam toe. De heer'
Heemskerk vorid jaltijid) nog niet de
sfeer van vertrouwen aanwezig", Tnmp,T aan
vaardde het Pact aiis van „méér dan moreele
beteekenis". Een fijne toespeling op de ge
beurtenissen maakte monseigneur N o-'
1© ns, toen hijl .verzekerde, dat de zedelijke
waarde van het Pact „des te groot-er zal
zy'n, naardemiatie het nieter (invloed' zal, heb
ben op dte regeoringen en1" voegde mon
seigneur er -nuchter aan toe Jik mag er
hij voegen, op de generale, staven'".
'Dat waren dte Manken, die op verband
mtet het aoooorld kondten dluiden. Tenslotte
hebben de heeren Kersten en Zandt vol
hard1 in hun verzet en aanteekeniing ge
vraagd!, dat rij Itegen bet wetsontwerp wa
ren. j)e heer Schokking hadi een toe
speling gemaakt, dat „enkelen zijher fractie
nog overwogen te kunnen vóórstteanmen",
maar die Itedien lieten rich niet hooren, toen
die hamier' van dien voorzitter vieL Zoo ging
het Pact er zyl het „zonder onbeperkte
geestdrift)", zooals de heer Schokking het
uitdrukt© -toch zonder hoofdteüjk^ stem
ming door.
Wat de waardetering voor den inhoud
van bet Pact zeltf bi/treft, los van de gebeur
tenissen der laatste diagen, dli© was matuur-
lijk' onverdeeld!, schoon in verschillende
toonaarden, wat meer of wat minder opti
mistisch, geuSt, De hleereni Vliegen' en
Nollens zagen er vooral een daad van zede-
lyke waardte in. De heer Heemskerk zag er
miéér dan dat in, omdat het Pact een con-
fcraCtufeele, volkenrechtelijk© verbintenis
beteekentu Miste de heer Vliegen feitelijke
sancties im hlet verdrag, dte heer, Heemskerk
meende die te zien in het feit, dat degeen,
die hbt verdrag schendt, als mflsdladSger zal
staan aangeschreven en de voordeelfen ér-
van zal' missen, dlus alle andere ondeiteeke-
naren als vyiamd eensgezind tegenover ztiteh
zaïl zien. Oven de terminologie der „/uitban
ning" van den oorlog werdl niet zoo .waar
deer end geoordeeld), maar algemeen be
schouwde imlen het verdrag toch als ,yeen
stap voorwaarts op een klaarblijkelijk nog
zéér langen weg (dh Notens).. Dte heer
Knottenbelt beschouwde het .verdrag -zelfs
als „een waarborg voor de veiligheid' van
het- eigen 'land".
Minister Beelaerts had een gemak
kelijke taak. Dengenen, die toespelingen
hadden gemaakt op de wensdhelijkhteid van
voorbehoud in verband met „die sfeer, waar
in wiy, leven*',, antwoordde d'e imünister, dat
we zeer lang zouden moeiten wachtten, indien
we wijdten wachten „tot de algemeens sfeer
goed was1". Nederland moest onvoorwaar
delijk toetreden, omdat het den oorlog, ais
wierkitulLg ten bate d§ir naJtionale politiek,
reeds lang had' afgezworen.
AMSTERDAM—BO VENRIJN.
Het Vallei-plan gekozen.
De minister van Waterstaat heeft aan
het dageiyksch bestuur van Amsterdam
medegedeeld, dat hy nu definitief heeft
besloten het Geldersche-vallei-plan voor
de verbinding van Amsterdam met den
Boven-Ryn de voorkeur te geven.
B. en W. zullen thans spoedig een des
betreffende nota by den Raad indienen.
HET DORUS RIJKERSFONDS.
Mr. A. Tak, procureur-generaal by den
Hoogen Raad der Nederlanden, heeft het
voorzitterschap van de oommissie inzake
de gestie van het Dorus Rijkersfonds aan
vaard.
BRUSSEL, 20 September 1027.
STRIKT VERTROUWELIJK
MINISTERIE VAN
LANDSVERDEDIGING
GENERALE STAF
8de AFDEELING
No. C. B. 17.442 GEHEIM
BESPREKINGEN DER FRANSCHE EN BELGISCHE
GENERALE STAVEN VAN 7—12 SEPTEMBER 1927
NOTULEN
In toepassing van het Fransch-Belgisch
militair accoord van 7 September 1920,
de „Overeenkomst van Brussel" genoemd,
artikel VI, hebben te Brussel op 7, 8, 9,
11 en 12, September 192^ besprekingen
plaats* gehad, waaraan de volgende afge
vaardigden deelgenomen hebben:
Voor Frankrijk: generaal DEBENEY,
chef van den Generalen Staf; generaal
BINEAU, onderchef van den Generalen
Staf; generaal BLAVIER, militair attaché
aan het Fransche Gezantschap te Brussel;
Voor België: generaal GALET, chef
van den Generalen Staf; Kolonel MI-
CHEM, chef van de derde afdeeling van
den Generalen Staf, waarnemend onder
chef van den Generalen Ctaf; Kolonel
VAN DEN BERGEN, chef van de eerste
afdeeling van den Generalen Staf.
Het ambt van secretaris is toever
trouwd geweest aan Kolonel B. M. ES-
TIENNE, commandant van bet regiment
Grenadiers te Brussel.
Onder bovenstaand hoofd publiceert
het „Utrechtsch Prov. en Sted. Dagblad"
van Donderdagavond in extenso in het
Fransch en het Nederlandsch de „Notu
len" van de ontkende besprekingen der
Fransche en Belgische generale staven
van 712 September 1927.
Aan hetgeen wy daaromtrent reeds be
richtten in ons nummer van Dinsdag 26
Februari j.L voegen wy toe, uit deze nieu
we publicatie van het Utrechtsche blad:
Sub art. 2 Generaal Debeney doet op
merken, dat, in het belang van België
zelf de hulp van Frankrijk in geval van
een Hollandsch-Belgisch conflict veel
eer diplomatisch en industrieel dan wel
militair zou moeten zyn.
Generaal Galet beschouwt de tusschen-
komst der Fransche troepen in een der-
gelyk conflict als symbolisch en als zeer
belangrijk met het oog op het moreel der
legers. Generaal Debeney antwoordt, dat
Frankrijk er nooit aan gedacht heeft zich
aan zyn verplichtingen te onttrekken,
maar dat de verscheidenheid der diploma
tieke vraagstukken, die het op te lossen
heeft, het tot een plicht maken zich niet
met alle macht noch met alle haast in een
actie van ondergeschikt belang te be
geven, waarby de geringste vergissing
een terugslag hebben zou op een veel ge
wichtiger terrein en zelfs op levenskwes
ties. Het is noodig het grootste gedeelte
onzer krachten tegen den voornaamsten
vyand te reserveeren.
Sub art. 5: Onder deze omstandigheden,
zelfs ais men er rekening mee houdt dat
het Britsche contingent, sterk gemotori
seerd en een zeer talryke ruitery bevat
tende, over de geheele lengte van het
front als manoeuvermassa zal dienen ge
bruikt te worden, stelt kolonel Michem
voor de zydelingsche aanvallen in het
noorden van Nederlandsch Limburg aan
de Bngelsche ruitery toe te vertrouwen.
Generaal Debeney stelt voor, deze sug
gesties op te nemen in het voor-ontwerp
van het verslag aan den Koning, waarvan
hy verzoekt dat hem bytyds 6 exemplaren
zouden worden toegezonden. Hy bedankt
generaal Galet te hebben bestudeerd en
te hebben doen bestudeeren, door de eer
ste en de derde afdeelingen met zulke
verregaande nauwkeurigheid de uiterst
netelige maar onmisbare operatie die den
doortocht der Engelsch-Fransch-Belgische
troepen door Nederlandsch Limburg uit
maken.
Sub art. 8: Hebben deze notulen onder
teekend:
De chef van den generalen staf van het
Fransche leger:
(was geteekend) DEBENEY.
De chef van den generalen staf van het
Belgische leger:
(was geteekend) GALET.
Gezien en goedgekeurd:
De Minister van Landsverdediging:
(w.g.) OH. DE BROQUEVILLE.
Voor geiykluidend afschrift: MIOHEM.
TWEEDE KAMER.
KOSTELOOZE OUDERDOMSRENTE.
MOTIE-SANNES VERWORPEN.
De Kamer is Donderdag voortgegaan
met de behandeling der motieSannes
inzake de kostelooze ouderdomsrente. De
liberale heer Boon ontwikkelde eenige
bezwaren daartegen, doch meende noch
tans, dat de vrijwillige ouderdomsver-
zekering een mislukking is geworden en
dat wy toch op den duur naar het staats
pensioen toe moeten. Hy zal vóór de
motie steromen, ondanks zy'n bezwaren.
De heer Oud (v.-d.) zette uiteen, dat
de heeren Kuiper en Snoeck Henkemans
(door wie moties zijn ingediend) in prin
cipe het staatspensioen aanvaarden, doch
op een slecht uitgewerkte manier en hij
diende een vierde motie in, waarin de
regeering worat uitgenoodigd een wets
ontwerp ter zake in te dienen. Ds. Kersten
moet van staatspensioen e. d. natuurlijk
niets hebben, wil hulp van diaconie en
particulieren en herziening eventueel der
Armenwet.
Minister Slotemaker de Bruine bestreed
de motieSannes, waartegen hy verschil
lende bezwaren had en die daarenboven
6 millioen zou kosten per jaar. Mr. Boon
diende by dupliek nog een motie in, zoodat
er thans 6 waren. Enkele heeren wijzigden
de hunne. De motieSannes werd ver
worpen, de motiesKuiper en Snoeck
Henkemans werden aangenomen, alle
anderen verworpen. De motieKuiper
bedoelde een aanvulling op de ouderdoms
wet, waardoor alsnog aan de niet-verze-
kerden gelegenheid wordt gegeven een
(niet kostelooze) ouderdomsrente te ver
krijgen; de motieSnoeck Henkemans
sprak zich wat duideUjker hieromtrent
uit en stipuleerde de maatregelen, die
ten deze moeten worden genomen.
HET STANDPUNT VAN ONZE
REGEERING.
1 Antwoord van minister Beelaerts
van Blokland op de vragen van
den heer Heemskerk.
Op de vragen van den heer Heemskerk
in verband met de publicatie in het
«Utrechtsch Dagblad" van den tekst van
het geheim Fransch-Belgisch Militair
Verdrag van 1920, en uittreksels uit de
interpretatie van 1927, antwoordde de
minister van Buitenlandsche Zaken, de
heer Beelaerts van Blokland, dat aan
Harer Majesteits Gezanten te Brussel en
te Parys is' opgedragen aan de regee
ringen aldaar te vragen of deze tekst
van het Belgisch-Fransch Militair Ver
drag van 1920 authentiek is en of de in
die vraag voorts genoemde uittreksels
juist zyn.
Op het desbetreffend schrifteiyk ver
zoek deed de Belgische Minister van
Buitenlandsche Zaken aan Jhr. Van
Nispen tot Sevenaer een antwoord toe
komen, waarin de heer Hymans verwyst
naar de verklaring, door hem namens de
Belgische Regeering afgelegd in de ver
gadering der Kamer van Volksvertegen
woordigers van 26 Februari jl. en naar
de in dezelfde vergadering door de hee
ren Vandervelde en Cauwelaert afge
legde verklaringen, waarin de echtheid
der bedoelde stukken ten stelligste wordt
ontkend.
Van de Fransche Regeering werd even
eens een pertinente schriftelyke ontken
ning ontvangen.
De Britsche tydehjk zaakgelastigde
zond, in opdracht zyner regeering, den
tekst van de verklaring, namens deze in
het Lagerhuis afgelegd, waarby werd
medegedeeld, dat, behalve het verdrag
van Locarno, sedert den oorlog geen over
eenkomst, houdende militaire verplich
tingen, is aangegaan tusschen Groot-
Brittannië en België en dat er geen mili
taire overeenkomst of afspraak («under-
standing*) bestaat tusschen den Britschen
generalen staf en dien van eenig ander
land. Daaraan werd nog toegevoegd, dat
geen Britsch militair attaché te Brussel
te eenlger gelegenheid de quaestie zelfs
besproken heeft.
Met het oog op deze verklaringen be
staat er voor de regeering geen aanleiding
om ter zake stappen te doen by de ge-
noemde regeeringen.
DE AUTHENTICITEIT DER
UTRECHTSCHE DOCUMENTEN.
Niet alleen de notulen der mili
taire deskundigen, doch ook het fel
telfjke verdrag heeft hot Utrechtsch
Dagblad gezien.
De heer Ritter, hoofdredacteur van het
„Utrechtsch Dagblad", heeft aan dte „Haag-
sche Crt." meegedeeld, dat uiit het interview
dn de „Haagsche Crt." van Woensdag (door
ons opgenomen in het nummer van Don
derdag. Red* Held. Crt.), zou kunnen ge
lezen worden, dat ter beschikking van het
„Utrechtsch Dagblad" liitsluitend gestaan
zouden hebben de onderteekende notulen
van de bijeenkomsten der militaire deskun
digen.
De heer Ritter stelde er echter prijs op,
categorisch te verklaren, dat hiji, nevens de
genoemde notulen, inzage verkreeg van het
militaire verdrag, dat tusschen Frankryk
en België geteekend Is.
EEN VERKLARING VAN GRAAF
DE BROCQUEVILLE.
Het telegraaf-agentschap te Brussel
meldt:
Wy hebben graaf de Brocqueville ge
vraagd wat te denken viel van het feit,
dat zyn naam voorkomt in het nieuwe
document, Donderdag door „U. D." gepu
bliceerd. De minister van nationale defen
sie antwoordde met zyn schouders op te
halen, zeggende, dat het een falsificatie
was die moest worden toegevoegd aan de
andere. De beweerde conferentie der
Fransche en Belgische generale staven
was in alle opzichten een verzinsel en had
nooit plaats gehad, noch in September
1927 of op eenigen anderen datum.
UITLATINGEN VAN DEN
BELGISCHEN MINISTER-PRESIDENT.
tiBeigs!" meldt uit Brussel:
Donderdagavond aan ©ent banket het
woord voerend, heeft minister Jaspar er
aam herinnerd!, dat het geweten dter natie op
de groot© data van haalr historie duidelijk
heeft 'gesproken.
iZoo ook Woensdag en het was, zedde öe
minister, fcroostryk en schoon om te zien
hoe een uit velerlei elementen bestaande,
maar dloor het algemeen kiesrecht .gekozen
vergadering uitdrukking geeft, aan) die stem
van het land' wanneet dit op onrechtvaardige
en oneerlijke wijze wordt getroffen in zyn
waardigheid, zü® eter en) rijn goed recht
(langdurige toejuichingen!). Een dergelijke
houding maakt de zwakheid! van andere
oogeribQkfcen goedl. Bet schijnt, dat er op
nieuw een laster-campagne. gaat beginnen
met dte bedoeling onze eer aan tte tasten.
Maar wij zulten dat niet duDden' (langdurige
toejuichingen).
De tekst van dit telegram is hier en. daar
verminkt overgekomen, .toekent de „N. R.
Ot." hierbij aan.
VANDERVELDE. ANSEELE, WOU
TERS EN HUYSMANS KENNEN HET
VERDRAG EN VERKLAREN DEN
UTRECHTSCHEN TEKST VOOR
VALSCH.
„Het Volkf publiceert van de hand van
zyn medewerker M<athyssen) een onder
houd, dat deze gehad heeft, na de Belgische
Kamervergadering van ji. Dinsdag, met
oud-minister Huysmans.
Wijontleenen er heit volgende aan;
Kameraad1 Huysmlans heeft zijn. belofte
na de Kamerzitting ter beschikking te zijn
voor een. Interview tert volle en toch anders
dan dezerzijds bedoeld was, gehouden, Hy
was het al heel gauw, die de vragen stelde.
Zie zoo, wou' je nog meer weten?
Jullie kennen hlet verdirag?
EEN ONDERHOUD MET
DE BROUCKERE.
De heer De Brouckère, s.-d. lid van de
Belgische Kamer, heeft in een ondterhoud
met den Brusselschen oorrespondent van
,/Het Volk" o. im bet volgende gezegd1:
Zooals Vand'eirvelde, heb 'ik. zelf weldra
het bewys der vaischheid van den tekst in
gezien.
d!at we van de week in den gemeente
raad door het oog van ©en naald zijn ge
kropen ten opzichte van incidenten en
strubbelingen;
dat aanvankeiyk de geruebtten gingen,
dat de burgemeester wegens ziekte de
vergadering niet zou kunnen leiden,
dat na het vertrek van den heer Ver
stegen de heer van Breda oudste wethou
der is en als zoodanig aangewezen had
kunnen zyn als loco-burgemeester,
dat de heer Eylders en met hem vele
andere raadsleden absoluut zouden, ge
weigerd hebben een vergadering by te
wonen onder leiding van den heer van
Breda,
dat het volstrekt niet onmogeiyk was,
dat dientengevolge de vergadering had
moeten worden verdaagd evenals dat
jaren geleden onder den heer Over de
Linden is geschied;
dat het niet wenschelyk was, gezien de
gebeurtensisen der afgeloopen maanden,
dat de heer van Breda zich van zyn- loco-
burgemeesterschap zou hebben terug
getrokken,
dat het evenwel zoover niet is gekomen,
dank zij het feit, dat de burgemeester,
ondanks de griep, zich extra zorgvuldig
heeft ingepakt en raadzaalwaarts is ge
togen;
weet n voorts,
dat de heer de Zwart, thans tot wet
houder benoemd, al aanstonds zijn zetel
naast den voorzitter innam, na zyn nieu
we collega's handjes te hebben gegeven,
dat het handje, dat de heer van Breda
kreeg, extra slap was en door dezen heer
op dezelfde hartelijke wyze werd beant
woord,
dat de nieuwe wethouder al dadeiyk de
verzenen tegen, de prikkels sloeg door in
de oppositie by B. en W. te gaan inzake
de houding jegens Gedeputeerde Staten,
dat de heer de Zwart in deze het groot
ste gelijk van de wereld heeft en nochtans
ougelyik, daar hij zich verzet tegen de
boven hem gestelde machten, met welke
het te allen tyde kwaad kersen eten is,
dat de heer Smits een initiatief-ver
ordening overpeinst, waarby het ver
boden wordt in huizen, die nog niet af
zyn te gaan wonen,
dat genoemde heer Smits hevig ver
ontwaardigd en bedroefd was, dat hij
door zyn collega's in den Raad werd uit
gelachen, hetgeen ook niet te pas komt,
dat de heer Smits verder niet weet, wat
een „controleur electrisch bedrijf' Is en
daaromtrent gaarne nadere inlichtingen
ontvangt onder motto „Weet u";
dat de heer de Boer het verzoek kreeg
van den voorzitter om den Raad niet
met pietluttigheden op te houden en
de dingen alsjeblieft in het groot te be
handelen,
dat de heer Sohoeffelenberger ook nog
een woordje in het midden wilde brengen
over de weigering eener collecte, doch
eveneons door den. burgemeester werd
afgepoeierd1,
dat de heer Woud het gemeentebelang
meende te moeten bevorderen via de
particuliere belangen van een toekomstig
kegelbaan-exploitant, wien men naar zyn
meening te veel erfpacht liet betalen,
weet a verder,
dat in Zevenbergen in Noord-Brab ant
een man heeft terecht gestaan, die' een
weddenschap had aangegaan met een
zuigeling, dat hy dezen overtreffen zou
in geluidscapaciteit,
dat het arme wurm erharmeiyk huilde
en deswege door zyn liefhebbende ouders
met wieg en al, doch zonder centrale ver
warming, in de schuur werd gezet,
dat de kostganger des huizes, van me-
dedoogen bewogen, eh om het onschul
dig wicht te wreken, toen midden in den
nacht een concert heeft gegeven van
emmer, ketel en pook,
dat de aldus door kostganger en zuige
ling ten beste gegeven beurtzang voor
wat den zuigeling betreft, zeer heilzaam
was voor de ontwikkeling der longen,
doch, voor wat het aandeel van den man
in kwestie aangaat, van schadeiyken
invloed was op. de nachtrust der omge
ving;
dat dientengevolge de man wegens
buren gerucht moest terechtsaan,
dat hij den kantonrechter vroeg expe
rimenteel te mogen aantoonen, dat het
door hem geproduceerde lawaai niet zoo
verschrikkelijk erg was geweest, hetwelk
de kantonrechter, die een goede bui had
dien middag, gereedeiyk toestond;
dat de delinquent dientengevolge met
behulp Van een ouden emmer, een ketel
en een pook kantonrechter en publiek
van een origineel concert deed genieten,
hetwelk hij, niet alleen instrumentaal,
doch ook vokaal maakte door het zingen
van het lied „en het kind dat was te zuur,
en daarom moest het naar de schuur", (in
e gr. terts),
dat de kantonrechter zeer onder den
Indruk kwam van dit moois en den delin
quent tot de zeer clemente straf van 2.50
boete veroordeelde;
dat zich naar aanleiding van deze ge
beurtenis een comité heeft gevormd van
zuigelingen, die onder het motto „be-
sohermde onschuld" een collecte zullen
organiseeren teneinde den commensaal
den door 's rijks schatkist ingepikten
ryksdaalder te vergoeden.
Dl weet u het beter?
Er wordt gewag gemaakt van een En-
gelach—Belgische entente, gesloten in Juli
1927,, d. w. z. toen Vandervelde minister van
buitenlandsche zaken was. Kan zulks wor
den gestoten buiten het weten van den mi
nister van buitenlandsche zaken? Sluilt de
Engelsche regeering zich niet bij de Belgi
sche aan, om te verklaren, tot groote vol
doening van liet geheele Lagerhuis, dat een
Vandervelde, Wouters, Anseele en
Ik, wl) kennen het verdrag, en wi) verkla
ren, dat de tekst In het „Utrechtsch Dag
blad" valsch Is.