T PUROL TWEEUE EN LAATSTE BLAD PLAATSELIJK NIEUWS Pijnlijke Kloven VAN DINSDAG 19 MAART 1929 Den Helder. Door de Oud-Gerei. Gem. alhier is beroepen de heer J. van 't Hoog, van Pa- pendrecht. Db. B. Holtrop, te Franeker, heelt bedankt voor het beroep naar de Chr. Gerei. Kerk alhier. Naar wij vernemen is de heer O. Bot, schipper van de redoiingboot „Dorus Rij kers'", diie, naar onze lezer® zich zullen her inneren, op 19 Jan. LL, bij een jachtonge- iuik gewone werd, in' 'zooverre ihenötetói, nat hij uil heit Marine-Hospitaal kon worden onteiagen. De heer Bot ontving jiniist dezer dagen een tweede uitnoodiging 'Uit HiilVersum, om Maandag an. voor de Radio te spreken over het reüuingiwezen. Zoo eenigszins mogelijk, Zal oe heer B. daaraan.' gevoigi geven en kunnen we den schipper van de „Dorus Rijkers" dlus Maandagavond in onze woon» kamer over het reddingwerk hooren. Bij' de gehouden aanbesteding voor het bouwen van een woonhuis met kantoren ten behoeve van het depót Den Helder dier Ba- taafsohe Import Maatbchappqji (Shell), welke aanbesteding te Deventer <werd gehouden onder architectuur van den heer A. Postima, was onze plaatsgenoot, de heer G. Groot, aannemer, de laagste inschrijfver voor 16.866. Men verzoekt ons -plaatsing voor hel vol gende: Zaterdag, 16 Maart, gal de Nederlandsche Bood van Abstinent Studeerenden, afd-ee- 1'ing Den Helder, een feestavond in het ge bouw UB.O. In tegenstelling met den vori- gen keer was inu a!e zaal zeer vo'. Enkele leeraren van middelbare scholen alhier had den gevolg aan de uitnoodiiging gegeven; dit vafot zeer te prijzen,, daar juist die per sonen soms nog zoo onbekend met het doel van NJELAjS. zajin. Ook de afd-eeilng Alk maar had een tiental leden afgevaardigd. Na de opening 'door Kees de Wit- werc' de bondsmairsch gezongen. Hierna gaf Marie Ero, uk Alkmaar, enkeie pianonum mers ten gehoore. Vervolgens declameerde Kees de Wit enkele stukken van Vondel, o. a. uit Adam in Ballingschap- en- Lucifer Hierop volgde dó gebruikelijke speech, door Wlim WLese. Alis laatste nummer voor de pauze werd een tooneelstuk -opgevoerc in oud'holianidsch dialect: „de genoeglijkp Klute van Nunogf'. Dit werd zeer goeo weergegeven- en oogstlte een dankbaar applaus. Na ce pauze' werd een revue opgevoerd, die de rest van den avond vulde. Het too- neel- stelde de werkkamer van een uitvinder voor, diie zich een fijnen avonld' belooft, om w-eer -eens wat te gaan ontdekken.. Helaas, er wordt geklopt en een vriend' komt ban ren. Dezen worden dan die geheimizfnntigste dingen getoond: magnetische verwarming, radiLowonderen, enz., enz. Tot slot werden eeni-ge stations aangesloten en hoorde men allerlei bekende personen; nat-uur.ij'k werd Vaz Dias hierbjji niet vergeten. Op 1 eind valt 't doek en- ziet hij een tiental jongens en meisjes staan, die een jeugldidans uit voeren. OqL dit stuk. viel zeer in den smaak van het publiek. Wij- mogen terugzien op een zeer ge slaagden avond en hopen, dat de afdeeling Den Helder nog menigmaal dergelijke avonden organiseert. Het is het Departement Den Heider ge- uki ue hand te leggen op de Krassinfilm. Deze fum iaat zien hoe er gewerkt werd, getracht werd de verongelukten- van de „liaLia" te redden; een moei4jke en gevaar volte strijd tegen het eeuwige ijs, die ten slotte met succes werd bekroond. De Krassinfilm is niet geprononceerd nationaal, ietrere redder die maan- voor de Russische lens kwam moest er aan geloo- ven, ai we-rd natuurlijk de meeste aandacht besteed aan de Russen, die het talrijkst waren. Babuschfcin', Tschoechnowski, Amiundsen Lundlborg en anderen ziet men. -Het is het $chieeps-journaal in foto's van den zwaarsten ijsbreker -ter wereld „de Krassin". De operateurs hebben in de lucht en op den ij sbreker eene moeilijike en gevaarvolle taak. Het is voor hen geen vak, maar een .iefie tol het barre, het onverzettelijke en daarom zoo schoone reddingswerk, dat hun moed geeft om ini de gevaarlijke oogenblik- ken te zij-u- waar dat gevaar gelegd' kan wor den op een film-lint, dat nu de menschheid ln extase brengt over die indrukwekkende vasthoudendheid der redders, HULDIGING A. J. LEEWENS. Het feit, dat onze bekende muziek directeur, de heer A. J. Leewens, zijn 60s:en verjaardag herdenkt, had de af- deeling „Toonkunst" aanleiding gegeven tot een huldiging in intiemen kring. Alvorens daarvan verslag te doen, on zerzijds een enkel woord naar aanleiding van dit jubileum. Gedurende een reeks van jaren heeft de heer Leewens, hard werkend voor zich en zijn gezin, zeer velen onzer plaatsgenooten en ex-plaats- genooten de eerste beginselen en. moge lijk meer dan dat van muziek en zang bijgebracht. Een dergelijk ondierwijs is, wjj behoeven het niet te zeggen, een kostelijk bezit voor wie het op zijn levens weg meekrijgt. In uren van tegenspoed en smart, van wanhoop en zorg, kan de mu ziek ons een groote vertroosting geven. In uren van blijdschap en vreugde, in mo menten die een keerpunt vormen in ons leven, is het alweer de muziek, die ons daarin vergezelt. Reeds Scbubert zong zijn hulde aan de „holde Kunst" en velen hebben het hem1 nagezongen. De heer Leewens heeft aan velen, zeer velen, die nu in Oost en West verspreid zijn, de schoonheden van den zang ont huld; hij heeft vele weerbarstige vinger tjes den weg .gewezen ovetr de toetsen van het klavier, vele kleinen, <lle struikelden over het wel somtijds dorre struikgewas der gamma's en intervallen, overeind ge holpen en ze uit het döolhof van het notenschrift den weg gewezen naar heit licht van de muziek. Van al die leerlingen zijn er natuurlijk velen, aan- wie dat on derwijs zonder meer is voorbijgegaan stops that pass in the night. Maar ande ren, de besten, hebben er de duurzame vruchten van geplukt, zij hebben ze ver werkt, ze zijn ontkiemd hier en daar ln vruchtbaren bodem, ontwikkeld misschien tot sterke planten. En dezen zijn hun ouden leermeester dankbaar voor wat hi; hen meegaf op den levensweg. Maar de heer Leewens deed meer. Hi; heeft, gedurende een reeks van jaren, zijd vrije tijd gegeven aan de organisatie der abonnementsconcerten; hij heeft taT van eerste rangs kunstenaars bier weten te krijgen, ondanks de risioo's aan een dergelijke onderneming verbonden. Want bijna nooit kan men voor zoo'n gelegen heid de garantiesom bijeenkrijgen en het wordt dan maar een speculatie „op hoop van zegen". Dat dezen winter de periodie ke ooncerten dan ook niet konden door gaan, niemand, dien het meer speet dan den heer Leewens zelf. Wij zullen niet de verschillende direc teurschappen opnoemen, door den heer Leewens waargenomen. Zijn mannenkoor behoort tot de grootste en beste zangver- eeniglngen hier ter plaatse; zijn Dubbel - mannenkwartet heeft hij altijd op peil weten te houden. Hij heeft met het Man nenkoor zoowel als met Inter Nos' ver scheiden prijzen behaald op concoursen Toen het Mannenkoor in 1921 zijn con cours hier ter stede gaf, kwam de heer Leewens daar met zijn compositie het ver plichte nummer „Heerlijk is 't des zomers bulten", welk nummer zeer goede compo sitorische eigenschappen vertoonde, en dat wel bij het publiek insloeg. Vooral de mooie climax van- den inzet boeide hierbij: De heer Leewens is, het is bekend, mede-oprichter yan de tegenwoordige marine-concerten, die zulk een aanzien lijke plaats innemen in ons muzikale leven. Ook ln het katholieke leven neemt de hoer Leewens een belangrijke plaats in zoowei als organist alsook in zangkoren. Wij willen nog slechts vermelden, dat de heer Leewens de schrijver is van een be knopte muziekleer in vragen- en antwoor den, een handig boekje (thans zoo goed als uitverkocht), dat door hem bij zijn on derwijs gebruikt werd-. Dat een zoo bescheiden man als de heer Leewens is, bij gelegenheid van zijn 60sten verjaardag in alle bescheidenheid gehuldigd wordt, het is niet meer dan behoorlijk. Deze huldiging geschiedde zooals we zeiden, door de Muziekcommissie „Toon kunst" wier leider de heer Leewens sinds een vijftal jaren is, in een buitenge wone ledenvergadering, welke gisteren avond in het gebouw UB.O. aan den Ka- naalweg gehouden werd. Hierbij werd dó heer Leewens toegesproken door den Voorzitter dier commissie, den heer Mar- wits, die ongeveer het volgende zeide: Na de familieleden van den directeur, alsmede de aanwezigen welkom te hebben geheeten, ging spr. als volgt voort: Hooggeachte heer Leewens, Het is aan de leden dór zang- en or- bestvereeniging en in het bijzonder aan ons, Commissieleden, algemeen bekend, dat U „Toonkunst" steeds een bijzonder werken, eigenschappen, die U kenmerken als een „ras-musicus", die liefde heeft voor zijn vak, niet in de eerste plaats om 't geen het opbrengt (want dit mag wel eens gezegd veel arbeid voor onze ver- eeniging is door U vrijwel belangeloos verricht, omdat het geld er nu eenmaal niet was), maar om de voldoening, die het U als een door en door muzikaa mensch moet geven, leiding te geven bi het instudeeren en ten gehoore brengen van hoogst muzikale kunstwerken. In het bijzonder echter hebben wij U be wonderd toen U, in de nu achter ons lig gende en voor onze veieeuiging ln dubbe le beteekenis „donkere dagen voor Kerst mis" op de bres hebt gestaan voor niets minder dan het voortbestaan van Toon kunst. Toen zelfs het Bestuur der Afdee- ling met het voorstel kwam de zaak maar te liquideeren, was U de man die wist van volhouden. Zij aan zij met de mede op Uw voorstel in het leven geroepen Commissie, waarvan de meeste leden persoonlijk door U zijn aangespoord voor de goede zaak, hebt U al Uw kracht en invloed aange voerd' om een voor het muzikale leven in onze stad zoo belangrijke vereeniging als Toonkunst in stand te houden. En nu alles weer marcheert en onze ver eeniging, naar we van harte hopen een betere toekomst tegemoet gaat, nu zijn wi. Uw getrouwe medewerkers, jegens dankbaar gestemde U zult kunnen begrijpen, dat wij be>- hoefte gevoelden, U dit alles eens op on gezochte wijze te vertellen en van onze dankbaarheid op de een of andere wijze te doen blijken. Wij hebben uitgezien naar een geschik te gelegenheid daarvoor en zijn blij die te hebben gevonden in den belangrijken dag die staat aan te breken voor U en Uw gezin. Morgen zult U 60 jaar worden en mor gen zal één van Uw kinderen een zeer be langrijke stap doen in het leven, welke stap naar ook wij hopen èn voor haar èn voor U en Uw echtgenoote naast den wee moed van de daaraan noodzakelijk ver bonden scheiding, toch ook een bron van geluk moge worden. Ofschoon nóch het eene nóch het andere feit rechtstreeks ver band houdt met Uw Directeurschap van Toonkunst, meenen wij toch dat deze voor U zoo belangrijke feiten een geschikte aanleiding vormen voor de hulde, die w: U hedenavond hls onzen Directeur bren gen. Immers verschillende leden van Uw gezin hebben op de een of andere wijze mede hunne krachten aan Toonkunst ge schonken en allen, Uw Echtgenoote zeker in de eerste plaats, hebben steeds met Toonkunst meegeleefd. Het is vooral hier om, dat wij deze huldiging meenden te moeten doen plaats vinden in hunne tegenwoordigheid en tevens U, Mevrouw, die Uw man reeds zoovele avonden aan onze vereeniging heeft moeten afstaan meer in het bijzonder een kleine attentie te moeten bewijzen door het aanbieden va-n deze bloemen. Wijj allen verheugen ons dan ook van gansoher harte met deze voor U zoo be langrijke gebeurtenissen en ik spreek namens allen, als ik U, Uwe echtgenoote en verdere familie met beide feiten al is het dan ook nog niet heelemaal zoover van harte gelukwensch. En wat nu U zelf betreft zouden wij aan onze dankbaarheid jegens U gaarne een tastbaren vorm willen geven, waardoor tevens voor U de herinnering aan deze dagen wordt vastgelegd. Lang hebben we gezocht naar iets ge schikts en zooals dat dan gewoonlijk gaat, we hebben ten lange laatste eens gepolst „ter bevoegder plaatse". Het liefst had den wij U iets gegeven dat op één of an dere wijze in betrekking stond tot de muze, in welker dienst U staat. Maar om iets te vinden wat iemand, die zooals U, vergrijsd is in de muziek, nog niet bezit, steek onze vindingrijkheid te boven te gaan. Dank zij evenwel de „bevoegde plaats" kwamen wij tot de volgende wetenschap: 1. dat U een aartsliefhebber bent van thee. 2. dat U speciaal na uw optreden op onze repetities als verdienstelijk solist (we hebben U verleden1 week Vrijdag nog be- warm hart hebt toegedtragen. En nu wil applaudisseert) een onweerstaanbare be- ik het verleden laten rusten ik acht mij hoefte hebt aan dezen nooit volprezen trouwens, waar ik nog slechts enkele jaren onder Uwe leiding mee mocht zin gen, niet bevoegd, daarover uitvoerig te spreken maar, afgaande op wat ik per soonlijk mocht ervaren in die jaren, kan ik die wetenschap ten volle beamen. En die laatste vijf jaren, waarover ik wel kan meespreken, waren voor Toon kunst niet de meest bloeiende. Integen deel, het ging in vele opzichten bergaf waarts 1 Er waren in' deze moeilijke jaren slechts enkelen, die niet wanhoopten aan het welslagen der uitvoeringen, die hun uiterste best deden om' de repetities en de ooncerten vlot van stapel te doen loc- pen. En onder die enkelen, geachte Direc teur, bekleedde U een eerste plaats. Ik heb U vaak bewonderd' om Uw nooit falenden Ijver, die ook nu weer zoo tref fend aan het licht treedt, nu U, ondanks het feit, dat er een belangrijke familie gebeurtenis voor de deur staat, van geen af- of uitstel der repetitie wilde weten, a ere bijzonderheden kunt u binnenkort Bewonderd ook om Uw optimisme en om 0ni in de desbetreffende advertentie in!Uw weldadig enthousiasme voor de schoonheid van de uit te voeren kunst- dit blad:. drank. Deze omstandigheden, gevoegd bij on zen innerlijken drang u iets te geven, waar U penoonlijk wat aan hebt, en dat TT schier dagelijks onder de oogen komt (ln letterlijken zin) deden ons beslissen U aan te bieden dit zilveren theeglas. Ik voeg hieraan namens de geheele zang- en orchestvereeniglng de harte lijke wensch toe, dat U dit nuttig instru ment nog vele jaren ln gezondheid' naoogt gebruiken en verder, dat wij onder Uwe eminente leiding nog veel schoons ten gehoore mogen brengen. Tenslotte rust op mij de taak U namens de leden die van avond niet aanwezig konden zijn van harte geluk te wenschen, terwijl ook het Bestuur van de Afdeeling aan onze Commissie heeft verzocht U wel zijn beste wenschen te willen over brengen. Tweede spreker was de heer Frans GrunwaM, secretaris der Zang- en Or- och estvereeniging. Het doet mlij veel genoegen, aldus deze spr., dat ik eindelijk eens een gelegen-1 hedd heb om enkele woorden tot U te spre ken, die niet geschikt zijn te allen tijde In aanvulling op het bovenstaande kunnen wij nog het volgende mededeelen Te half tien gisterenavond werden me vrouw Leewens en de familièleden door den heer Frans Grunwald binnengeleid. Door mejuffrouw Schwantje werden de ln bovenstaande toespraak genoemde bloemen overhandigd, onder daverend applaus der talrijke aanwezigen. De jubi laris zelf was van deze huldiging onkun dig gebleven, hoewel hij natuurlijk, toen na afloop der repetitie niemand heenging, wel beggeep, dat er wat bijzonders ging gebeuren. In zijn antwoord wees de heer Leewens dan ook op de verrassing, die dezemise en scène voor hem was. Hoewel ik, zoo zeide hij, thans over de helft van mijn leven ben, is er nog geen sprake bij me van aftakeling, ook voel ik me nog heele maal niet als een 60-jarige. Voor de hem gebrachte hulde dankte hij hartelijk, steeds heb ik mijn best gedaan mijn werk zoo goed mogelijk te verrichten, aan de Vereeniging gaf ik ook mijn beste krach ten. Bijzonder veel genoegen heeft het spr. gedaan in het nieuwe stadium, waarin Toonkunst» verkeert, de hulp en mede werking te mogen ontvangen van collega's, nl. de heeren Pala en Bos. Eerstgenoemde heeft zich bereid verklaard het orkest voor te bereiden voor zijn taak bij de a.s. uitvoering, en dat de heer Pala voor die taak berekend is, hebben wij al kun nen constateeren. En de heer Bos is reeds eenmaal voor spr. in de bres gesprongen, toen deze de repetitie moest afzeggen. Het is prettig te constateeren, dat de onderlinge naijver verdwenen is, omdat alleen op deze wijze successen gewaar borgd zijn. Tenslotte brengt hij dank oor de hem bewezen hulde. Van den heer Verstegen was bericht van verhindering ingekomen. Na afloop van de huldiging, werd de bijeenkomst besloten met een gezellig samenzijn, waarbij de hierboven ge noemde »nooit volprezen drank» door een drietal dames van het koor rondgedeeld werd, vergezeld door een gebakje, dat speciaal de heeren zich goed lieten smaken. Tot slot werd eenge zamenlijke repeti tie gehouden, onder leiding van den di recteur, van een der koren uit de „Schöp- fung", dat binnenkort ten gehoore zal worden gebracht en vervolgens stond de h'eer Kooter gereed voor een kiek, die aan mej. Leewens bij haar vertrek naar Genua, zal worden meegegeven. Zoo was dit, alles tezamen, een aardige, hartelijke huldiging, die aan den heer Leewens gebraont werd: een avond om nooit te vergeten. 9 De aan den heer Leewens overhan digde foto heeft de volgende opdracht: Aangeboden door de Zang- en Orchest- vereeniging der afdeeling den Helder en Omstreken van de Maatschappij tot be vordering der Toonkunst ter gelegen heid van den 60sten verjaardag van haren Directeur, den heer A. J. Leewens. De Commissie: S. Marwits, voorzitter, F. Grunwald, secretaris, A. J. Schwantje, muziek-commissaresse. VASTGELOOPEN. LENTE! Maandag 18 Maart Na een week van mist heeft de zon ten slotte het -pleidooi gewonnen: Zaterdagmid dag is zjj voor het eerst door het mistgor dijn, waarachter wij een volle week heooen zitten druilen, heengebroken en Zonaag produceerde zjj dientengevolge haar eer sten, waarlijk lent'ljjlken, dag. Maar het was een wonderlijke wereld, die zij: bescheen. Want het aspect van de natuur is nog vol komen wintersch; alles -is doodsch en dor; mogelijk gist het reeds in den schoot der aarde, maar aan de oppervlakte is daarvan nog niets te meuken. De graslanden liggen volkomen dood en' dor; toen we voor eemge jaren terug die langdurige droogperiode hadden en de onbarmhartige zon aiies ver brandde, hadden de landen en velden niet zoo'n troosteloos-droeven aanblik als thans. Ook in de tuinen ditzelfde beeld; de hagen van palmen of van liguster zijn bruin van kleur; nog geen sprietje groen is er te voor schijn gekomen, dat ons althans de illusie geeft van de lente. Maar dit alles is niet zoo erg; onze nijvere bloemisten en tuinders zullen wel weer voor vervanging zorgen van alles wat gesneuveld is, en misschien valt het, als straks de grond voldoende verwarmd is, neg wel mee. Maar op het oogenblik is het weer nog niet gun stig voor d-e ontwikkeling, want de kraobtige zon, die ons des daags verwarmt, moet des nachts het veld! ruimen voor de tamelijk strenge nachtvorsten. Het poollandschap- in het Marsdiep, in welks aanblik we ons eenigen tijd mochten- verheugen, is verdwenen, en de Noordzee heeft weder haar gewone gezicht. Kalm, bijna rimpelloos ligt zij- daar; eene lichte deining harer golven is het teeken harer rusteloosheid, die weder over haar gekomen as nu zh' het ijiskleed heeft afgeschud. Ook •de groote massa's ijs, die tusschen haar kribben waren opgehoopt, zijn verdwenen, opgelost; een heel enkele hier en daar wacht op de zonnewarmte, die ze doet wegsmelten. De meeuwen en andere vogels, die de laatste weken zoo'n onafscheidelijk deel va:, ons stadsbeeld vormden, zijn wederom ver dwenen^ ziji hebben het ergste leed geleden, en, al zijn er vele omgekomen, reeds zijn de mannetjes op vrijersvoeten, en de wijfjes strijken en poetsen- zich op voor dat festijn. Alles herleeft, alles -maakt zich op voor de lente, die in- aantocht is, en ai moge dan de natuur nog dor en dbodsch zijin, als de zon 'blijft en de weerberichten voorspellen dat is alles spoedig weer hersteld. De graslanden zullen weer groen worden, de jonge loten zullen uit' 'de aarde komen en de doode zullen- wij vervangen. Onze winter- sche 'Meenen zullen wij. opbergen, en wij pillen uittrekken naar <Je dtuihen om den 'eeuwerik te hooren. Dat is de prettige zekerheid, die de win ter, al is htfi nog zoo streng, ons niet ont nemen kan: de wetenschap, dat na dit aies toch weder de lente komt, het voorjaar, de lerleving, de verjonging. En daarom zullen we de wintersche narigheden vergeten en vergeven, ook al ziet alles er nu nog dor en doodsch uit. En- wijl hopen, dat de zon ons voorloop!# niet zal verlaten, dat zij herstel en zal wat de winter heeft vernield:, spoedig en goed. En dat wij een prettigen tijd -tege moet gaan, een tijd- van zon en warmte! Naschrift Ingezonden mededeelfng. (494) Verzacht en geneest men met UITBREIDING DEPOT HELDER DER BATAAFSCHE IMPORT MAAT SCHAPPIJ. ABSTINENT STUDEERENDEN. DEPARTEMENT DEN HELDER DER MIJ. TOT NUT VAN T ALGEMEEN. aar het Departement veronderstelt, da. ^.®n dez-e wonderfilm in het Tivoii Theater ttien aanschouwen, stelt zij ook de niet .en. daartoe in staat. Aheenverkoopen (èrroa Den Helder en Omstreken JAC. VKRFAR.LE, Den Helder Groothandel in Tabaksfabrikaten. U te uiten. Als secretaris van deze vereeniging vorm ik feitelijk een schakel tusschen eenerzijds en de Commissie en leden an derzijds en derhalve komen wjj in de laatste 5 maanden zeer veel met elkaar in aanraking. Doch ook reeds voor dien tijd was zulks het geval, maar dan in de verhouding van 1 eeraar tot leerling. En wanneer men dan zoo week in week uit en later zelfs dag in dag uit met elkaar omgaat, dan kan het niet anders of er ontstaat uit sympathie, die zich verder uitstreekt dan de grenzen, die ik daar zoo juist noemde. En ik geloof, dat dit ook bij ons het geval is. In den tijd, dat wi meer en meer met elkaar in contact kwa men, zijn wij gaan belangstellen in het wederzijdsohe particuliere leven en mede- voelen in eikaars lief en leed. Ik verheug mij oprecht, dat de Algoede bet U heeft gegeven met Uwe familie te komen tot een dag van groote vreugde en volmaakt geluk, waarvan U thans aan den vooravond staat. En meerderen met mij doen dat en dat kan ook niet andere. In Uwe gastvrije woning is altijd ieder welkom en met recht kan daarom worden gezegd: „Wo man singt da setz' dich ruhig nieder; böse Menschen haben kleine Lied-er". Hierin ligt geloof ik het geheim van de oorzaak, dat een ieder altijd gaar ne 'bij: U vertoeft. Morgen zal het voor u in dubbele mate een dag zijn vol van vreugde klinkende klanken, maar daartusschen weet Ik een zachte weemoedige, melodie van het na derend afscheid. De Oommissie heeft het ten zeerste gewaardeerd dat U zich één van de laatste avonden, dile de Bruid van morgen op den vaderlandsohen bodem voor langen tijd zal doorbrengen, in dienst van Toonkunst heeft willen stellen. Dat is ook dermate gewaardeerd, dat de Commissie getracht heeft dezen avond U; Mevrouw en Uw familie, waarvan Uw scheidende dochter ln het bijzonder, lan|; te doen heugen. De Commissie verheug: zich, dót zij1 in de gelegenheldl is te ge tuigen van hare groote sympathie jegens U in het bijzijn van de schoonfamilie van de Bruid. (Juffrouw Leewens, weldra gaat u heen naar verre Streken. U komt te staan voor een afscheid, dat u moeilijk zal vallen en daarom heeft de commissie gemeend als waardeering voor Uwen Vader ertoe te moeten medewerken, dat afscheid te ver lichten. Zij weet, dat bij: U niet van toe- pa,ssing ls: „Partir, (test mourir un peu", Integendeel, de band tusschen U en het ouderlijk huis zal ondanks den grooten afstand even hecht blijven en de Com missie wil daaraan, namens de vereeni ging, gaarne het hare bijdragen door U dezen avond lang te doen herinneren. Daarom is het, dat ik het genoegen heb U namens de Oommissie mede te deelen, dat zij U nog vóór Uw vertrek, evenals Uw Vader, een foto van deze vergadering zal aanbieden. WJji doen dit omdat het Uw Vader aangenaam zal zijn. Zoo kunt gij Uwen echtgenoot dan vertellen, hoe wij hier in Den Helder trachten Uw Va der te geven de eer, die hem toekomt. Een oprechte wensch voor een langdurig geluk en een voorspoedige overtocht voegen wij gaarne daarbij. U, Mijnheer en Mevrouw Leewens, als mede de verdere familie wensch ik toe, dat U nog vele jaren lang eikaars geluk moogt deelen en getuige moogt zijn van dat Uwer kinderen. Uit den koers geraakt door den dikken mist, geraakte gisteren-avond te ongeveer half 9 het motorbootje van het vliegkamp de Mok bezet op het hoofdje links van de „Eugenia". Door de sleepboot van het Wachtschip werd assistentie verleend, met welke hulp men erin slaagde te kwart voor 10 ongeveer vlot te komen. Het zal nog moeten blijken wat er van dit alles niet hopeloos vernietigd is door de vorst. Ook al zjjin vele struiken niet doodgevroren, de takken zijn tot op groote diepte ingevroren, en het zou wellicht we ken duren voor zij weer eenigszins op streek waren. Veel ervan zal dus vernieuwd moeten worden: Vele rozen zijn ook ten doode opgeschreven: van de vaste planten zullen alleen die, welke waarlijk winterhard blijken, den strijd hebben overleefd-. Zoo zal menige tuin dezen zomer een opening vartoonen, en menige bloem, die anders de huiskamer sierde, zal een ledige -plaats laten in de vaas-, op den schoorsteen. Dinsdagmorgen. Zoo schreven wij gisteren. Maar reeds Maandagavond brr! liepen of dwaalden we ln den mist, die opnieuw over ons was gedaald, en ledenmorgen is het weer mis en mist. Griezelig, koud, klam, klef. Weg zon, weg lentegevoel, weg voorjaarsillusies!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 5