T
PUROL
TWEEUE EN LAATSTE BLAD
PLAATSELIJK NIEUWS
Pijnlijke
Kloven
VAN DINSDAG 19 MAART 1929
Den Helder.
Door de Oud-Gerei. Gem. alhier is
beroepen de heer J. van 't Hoog, van Pa-
pendrecht.
Db. B. Holtrop, te Franeker, heelt
bedankt voor het beroep naar de Chr.
Gerei. Kerk alhier.
Naar wij vernemen is de heer O. Bot,
schipper van de redoiingboot „Dorus Rij
kers'", diie, naar onze lezer® zich zullen her
inneren, op 19 Jan. LL, bij een jachtonge-
iuik gewone werd, in' 'zooverre ihenötetói, nat
hij uil heit Marine-Hospitaal kon worden
onteiagen.
De heer Bot ontving jiniist dezer dagen
een tweede uitnoodiging 'Uit HiilVersum, om
Maandag an. voor de Radio te spreken over
het reüuingiwezen. Zoo eenigszins mogelijk,
Zal oe heer B. daaraan.' gevoigi geven en
kunnen we den schipper van de „Dorus
Rijkers" dlus Maandagavond in onze woon»
kamer over het reddingwerk hooren.
Bij' de gehouden aanbesteding voor het
bouwen van een woonhuis met kantoren ten
behoeve van het depót Den Helder dier Ba-
taafsohe Import Maatbchappqji (Shell), welke
aanbesteding te Deventer <werd gehouden
onder architectuur van den heer A. Postima,
was onze plaatsgenoot, de heer G. Groot,
aannemer, de laagste inschrijfver voor
16.866.
Men verzoekt ons -plaatsing voor hel vol
gende:
Zaterdag, 16 Maart, gal de Nederlandsche
Bood van Abstinent Studeerenden, afd-ee-
1'ing Den Helder, een feestavond in het ge
bouw UB.O. In tegenstelling met den vori-
gen keer was inu a!e zaal zeer vo'. Enkele
leeraren van middelbare scholen alhier had
den gevolg aan de uitnoodiiging gegeven;
dit vafot zeer te prijzen,, daar juist die per
sonen soms nog zoo onbekend met het doel
van NJELAjS. zajin. Ook de afd-eeilng Alk
maar had een tiental leden afgevaardigd.
Na de opening 'door Kees de Wit- werc'
de bondsmairsch gezongen. Hierna gaf
Marie Ero, uk Alkmaar, enkeie pianonum
mers ten gehoore. Vervolgens declameerde
Kees de Wit enkele stukken van Vondel,
o. a. uit Adam in Ballingschap- en- Lucifer
Hierop volgde dó gebruikelijke speech,
door Wlim WLese. Alis laatste nummer voor
de pauze werd een tooneelstuk -opgevoerc
in oud'holianidsch dialect: „de genoeglijkp
Klute van Nunogf'. Dit werd zeer goeo
weergegeven- en oogstlte een dankbaar
applaus.
Na ce pauze' werd een revue opgevoerd,
die de rest van den avond vulde. Het too-
neel- stelde de werkkamer van een uitvinder
voor, diie zich een fijnen avonld' belooft, om
w-eer -eens wat te gaan ontdekken.. Helaas,
er wordt geklopt en een vriend' komt ban
ren. Dezen worden dan die geheimizfnntigste
dingen getoond: magnetische verwarming,
radiLowonderen, enz., enz. Tot slot werden
eeni-ge stations aangesloten en hoorde men
allerlei bekende personen; nat-uur.ij'k werd
Vaz Dias hierbjji niet vergeten. Op 1 eind
valt 't doek en- ziet hij een tiental jongens
en meisjes staan, die een jeugldidans uit
voeren.
OqL dit stuk. viel zeer in den smaak van
het publiek.
Wij- mogen terugzien op een zeer ge
slaagden avond en hopen, dat de afdeeling
Den Helder nog menigmaal dergelijke
avonden organiseert.
Het is het Departement Den Heider ge-
uki ue hand te leggen op de Krassinfilm.
Deze fum iaat zien hoe er gewerkt werd,
getracht werd de verongelukten- van de
„liaLia" te redden; een moei4jke en gevaar
volte strijd tegen het eeuwige ijs, die ten
slotte met succes werd bekroond.
De Krassinfilm is niet geprononceerd
nationaal, ietrere redder die maan- voor de
Russische lens kwam moest er aan geloo-
ven, ai we-rd natuurlijk de meeste aandacht
besteed aan de Russen, die het talrijkst
waren.
Babuschfcin', Tschoechnowski, Amiundsen
Lundlborg en anderen ziet men.
-Het is het $chieeps-journaal in foto's van
den zwaarsten ijsbreker -ter wereld „de
Krassin".
De operateurs hebben in de lucht en op
den ij sbreker eene moeilijike en gevaarvolle
taak. Het is voor hen geen vak, maar een
.iefie tol het barre, het onverzettelijke en
daarom zoo schoone reddingswerk, dat hun
moed geeft om ini de gevaarlijke oogenblik-
ken te zij-u- waar dat gevaar gelegd' kan wor
den op een film-lint, dat nu de menschheid
ln extase brengt over die indrukwekkende
vasthoudendheid der redders,
HULDIGING A. J. LEEWENS.
Het feit, dat onze bekende muziek
directeur, de heer A. J. Leewens, zijn
60s:en verjaardag herdenkt, had de af-
deeling „Toonkunst" aanleiding gegeven
tot een huldiging in intiemen kring.
Alvorens daarvan verslag te doen, on
zerzijds een enkel woord naar aanleiding
van dit jubileum. Gedurende een reeks
van jaren heeft de heer Leewens, hard
werkend voor zich en zijn gezin, zeer
velen onzer plaatsgenooten en ex-plaats-
genooten de eerste beginselen en. moge
lijk meer dan dat van muziek en zang
bijgebracht. Een dergelijk ondierwijs is,
wjj behoeven het niet te zeggen, een
kostelijk bezit voor wie het op zijn levens
weg meekrijgt. In uren van tegenspoed en
smart, van wanhoop en zorg, kan de mu
ziek ons een groote vertroosting geven. In
uren van blijdschap en vreugde, in mo
menten die een keerpunt vormen in ons
leven, is het alweer de muziek, die ons
daarin vergezelt. Reeds Scbubert zong
zijn hulde aan de „holde Kunst" en velen
hebben het hem1 nagezongen.
De heer Leewens heeft aan velen, zeer
velen, die nu in Oost en West verspreid
zijn, de schoonheden van den zang ont
huld; hij heeft vele weerbarstige vinger
tjes den weg .gewezen ovetr de toetsen van
het klavier, vele kleinen, <lle struikelden
over het wel somtijds dorre struikgewas
der gamma's en intervallen, overeind ge
holpen en ze uit het döolhof van het
notenschrift den weg gewezen naar heit
licht van de muziek. Van al die leerlingen
zijn er natuurlijk velen, aan- wie dat on
derwijs zonder meer is voorbijgegaan
stops that pass in the night. Maar ande
ren, de besten, hebben er de duurzame
vruchten van geplukt, zij hebben ze ver
werkt, ze zijn ontkiemd hier en daar ln
vruchtbaren bodem, ontwikkeld misschien
tot sterke planten. En dezen zijn hun
ouden leermeester dankbaar voor wat hi;
hen meegaf op den levensweg.
Maar de heer Leewens deed meer. Hi;
heeft, gedurende een reeks van jaren,
zijd vrije tijd gegeven aan de organisatie
der abonnementsconcerten; hij heeft taT
van eerste rangs kunstenaars bier weten
te krijgen, ondanks de risioo's aan een
dergelijke onderneming verbonden. Want
bijna nooit kan men voor zoo'n gelegen
heid de garantiesom bijeenkrijgen en het
wordt dan maar een speculatie „op hoop
van zegen". Dat dezen winter de periodie
ke ooncerten dan ook niet konden door
gaan, niemand, dien het meer speet dan
den heer Leewens zelf.
Wij zullen niet de verschillende direc
teurschappen opnoemen, door den heer
Leewens waargenomen. Zijn mannenkoor
behoort tot de grootste en beste zangver-
eeniglngen hier ter plaatse; zijn Dubbel -
mannenkwartet heeft hij altijd op peil
weten te houden. Hij heeft met het Man
nenkoor zoowel als met Inter Nos' ver
scheiden prijzen behaald op concoursen
Toen het Mannenkoor in 1921 zijn con
cours hier ter stede gaf, kwam de heer
Leewens daar met zijn compositie het ver
plichte nummer „Heerlijk is 't des zomers
bulten", welk nummer zeer goede compo
sitorische eigenschappen vertoonde, en
dat wel bij het publiek insloeg. Vooral de
mooie climax van- den inzet boeide hierbij:
De heer Leewens is, het is bekend,
mede-oprichter yan de tegenwoordige
marine-concerten, die zulk een aanzien
lijke plaats innemen in ons muzikale
leven.
Ook ln het katholieke leven neemt de
hoer Leewens een belangrijke plaats in
zoowei als organist alsook in zangkoren.
Wij willen nog slechts vermelden, dat de
heer Leewens de schrijver is van een be
knopte muziekleer in vragen- en antwoor
den, een handig boekje (thans zoo goed
als uitverkocht), dat door hem bij zijn on
derwijs gebruikt werd-.
Dat een zoo bescheiden man als de heer
Leewens is, bij gelegenheid van zijn
60sten verjaardag in alle bescheidenheid
gehuldigd wordt, het is niet meer dan
behoorlijk.
Deze huldiging geschiedde zooals we
zeiden, door de Muziekcommissie „Toon
kunst" wier leider de heer Leewens
sinds een vijftal jaren is, in een buitenge
wone ledenvergadering, welke gisteren
avond in het gebouw UB.O. aan den Ka-
naalweg gehouden werd. Hierbij werd dó
heer Leewens toegesproken door den
Voorzitter dier commissie, den heer Mar-
wits, die ongeveer het volgende zeide:
Na de familieleden van den directeur,
alsmede de aanwezigen welkom te hebben
geheeten, ging spr. als volgt voort:
Hooggeachte heer Leewens,
Het is aan de leden dór zang- en or-
bestvereeniging en in het bijzonder aan
ons, Commissieleden, algemeen bekend,
dat U „Toonkunst" steeds een bijzonder
werken, eigenschappen, die U kenmerken
als een „ras-musicus", die liefde heeft
voor zijn vak, niet in de eerste plaats
om 't geen het opbrengt (want dit mag wel
eens gezegd veel arbeid voor onze ver-
eeniging is door U vrijwel belangeloos
verricht, omdat het geld er nu eenmaal
niet was), maar om de voldoening, die
het U als een door en door muzikaa
mensch moet geven, leiding te geven bi
het instudeeren en ten gehoore brengen
van hoogst muzikale kunstwerken.
In het bijzonder echter hebben wij U be
wonderd toen U, in de nu achter ons lig
gende en voor onze veieeuiging ln dubbe
le beteekenis „donkere dagen voor Kerst
mis" op de bres hebt gestaan voor niets
minder dan het voortbestaan van Toon
kunst. Toen zelfs het Bestuur der Afdee-
ling met het voorstel kwam de zaak maar
te liquideeren, was U de man die wist van
volhouden. Zij aan zij met de mede op Uw
voorstel in het leven geroepen Commissie,
waarvan de meeste leden persoonlijk door
U zijn aangespoord voor de goede zaak,
hebt U al Uw kracht en invloed aange
voerd' om een voor het muzikale leven in
onze stad zoo belangrijke vereeniging als
Toonkunst in stand te houden.
En nu alles weer marcheert en onze ver
eeniging, naar we van harte hopen een
betere toekomst tegemoet gaat, nu zijn wi.
Uw getrouwe medewerkers, jegens
dankbaar gestemde
U zult kunnen begrijpen, dat wij be>-
hoefte gevoelden, U dit alles eens op on
gezochte wijze te vertellen en van onze
dankbaarheid op de een of andere wijze
te doen blijken.
Wij hebben uitgezien naar een geschik
te gelegenheid daarvoor en zijn blij die
te hebben gevonden in den belangrijken
dag die staat aan te breken voor U en
Uw gezin.
Morgen zult U 60 jaar worden en mor
gen zal één van Uw kinderen een zeer be
langrijke stap doen in het leven, welke
stap naar ook wij hopen èn voor haar èn
voor U en Uw echtgenoote naast den wee
moed van de daaraan noodzakelijk ver
bonden scheiding, toch ook een bron van
geluk moge worden. Ofschoon nóch het
eene nóch het andere feit rechtstreeks ver
band houdt met Uw Directeurschap van
Toonkunst, meenen wij toch dat deze voor
U zoo belangrijke feiten een geschikte
aanleiding vormen voor de hulde, die w:
U hedenavond hls onzen Directeur bren
gen. Immers verschillende leden van Uw
gezin hebben op de een of andere wijze
mede hunne krachten aan Toonkunst ge
schonken en allen, Uw Echtgenoote zeker
in de eerste plaats, hebben steeds met
Toonkunst meegeleefd. Het is vooral hier
om, dat wij deze huldiging meenden te
moeten doen plaats vinden in hunne
tegenwoordigheid en tevens U, Mevrouw,
die Uw man reeds zoovele avonden aan
onze vereeniging heeft moeten afstaan
meer in het bijzonder een kleine attentie
te moeten bewijzen door het aanbieden
va-n deze bloemen.
Wijj allen verheugen ons dan ook van
gansoher harte met deze voor U zoo be
langrijke gebeurtenissen en ik spreek
namens allen, als ik U, Uwe echtgenoote
en verdere familie met beide feiten al
is het dan ook nog niet heelemaal zoover
van harte gelukwensch.
En wat nu U zelf betreft zouden wij aan
onze dankbaarheid jegens U gaarne een
tastbaren vorm willen geven, waardoor
tevens voor U de herinnering aan deze
dagen wordt vastgelegd.
Lang hebben we gezocht naar iets ge
schikts en zooals dat dan gewoonlijk gaat,
we hebben ten lange laatste eens gepolst
„ter bevoegder plaatse". Het liefst had
den wij U iets gegeven dat op één of an
dere wijze in betrekking stond tot de
muze, in welker dienst U staat. Maar om
iets te vinden wat iemand, die zooals U,
vergrijsd is in de muziek, nog niet bezit,
steek onze vindingrijkheid te boven te
gaan.
Dank zij evenwel de „bevoegde plaats"
kwamen wij tot de volgende wetenschap:
1. dat U een aartsliefhebber bent van
thee.
2. dat U speciaal na uw optreden op
onze repetities als verdienstelijk solist (we
hebben U verleden1 week Vrijdag nog be-
warm hart hebt toegedtragen. En nu wil applaudisseert) een onweerstaanbare be-
ik het verleden laten rusten ik acht mij hoefte hebt aan dezen nooit volprezen
trouwens, waar ik nog slechts enkele
jaren onder Uwe leiding mee mocht zin
gen, niet bevoegd, daarover uitvoerig te
spreken maar, afgaande op wat ik per
soonlijk mocht ervaren in die jaren, kan
ik die wetenschap ten volle beamen.
En die laatste vijf jaren, waarover ik
wel kan meespreken, waren voor Toon
kunst niet de meest bloeiende. Integen
deel, het ging in vele opzichten bergaf
waarts 1 Er waren in' deze moeilijke jaren
slechts enkelen, die niet wanhoopten aan
het welslagen der uitvoeringen, die hun
uiterste best deden om' de repetities en
de ooncerten vlot van stapel te doen loc-
pen. En onder die enkelen, geachte Direc
teur, bekleedde U een eerste plaats.
Ik heb U vaak bewonderd' om Uw nooit
falenden Ijver, die ook nu weer zoo tref
fend aan het licht treedt, nu U, ondanks
het feit, dat er een belangrijke familie
gebeurtenis voor de deur staat, van geen
af- of uitstel der repetitie wilde weten,
a ere bijzonderheden kunt u binnenkort Bewonderd ook om Uw optimisme en om
0ni in de desbetreffende advertentie in!Uw weldadig enthousiasme voor de
schoonheid van de uit te voeren kunst-
dit blad:.
drank.
Deze omstandigheden, gevoegd bij on
zen innerlijken drang u iets te geven,
waar U penoonlijk wat aan hebt, en dat
TT schier dagelijks onder de oogen komt
(ln letterlijken zin) deden ons beslissen
U aan te bieden dit zilveren theeglas.
Ik voeg hieraan namens de geheele
zang- en orchestvereeniglng de harte
lijke wensch toe, dat U dit nuttig instru
ment nog vele jaren ln gezondheid' naoogt
gebruiken en verder, dat wij onder Uwe
eminente leiding nog veel schoons ten
gehoore mogen brengen.
Tenslotte rust op mij de taak U namens
de leden die van avond niet aanwezig
konden zijn van harte geluk te wenschen,
terwijl ook het Bestuur van de Afdeeling
aan onze Commissie heeft verzocht U
wel zijn beste wenschen te willen over
brengen.
Tweede spreker was de heer Frans
GrunwaM, secretaris der Zang- en Or-
och estvereeniging.
Het doet mlij veel genoegen, aldus deze
spr., dat ik eindelijk eens een gelegen-1
hedd heb om enkele woorden tot U te spre
ken, die niet geschikt zijn te allen tijde
In aanvulling op het bovenstaande
kunnen wij nog het volgende mededeelen
Te half tien gisterenavond werden me
vrouw Leewens en de familièleden door
den heer Frans Grunwald binnengeleid.
Door mejuffrouw Schwantje werden de
ln bovenstaande toespraak genoemde
bloemen overhandigd, onder daverend
applaus der talrijke aanwezigen. De jubi
laris zelf was van deze huldiging onkun
dig gebleven, hoewel hij natuurlijk, toen
na afloop der repetitie niemand heenging,
wel beggeep, dat er wat bijzonders ging
gebeuren.
In zijn antwoord wees de heer Leewens
dan ook op de verrassing, die dezemise
en scène voor hem was. Hoewel ik, zoo
zeide hij, thans over de helft van mijn
leven ben, is er nog geen sprake bij me
van aftakeling, ook voel ik me nog heele
maal niet als een 60-jarige. Voor de hem
gebrachte hulde dankte hij hartelijk,
steeds heb ik mijn best gedaan mijn werk
zoo goed mogelijk te verrichten, aan de
Vereeniging gaf ik ook mijn beste krach
ten. Bijzonder veel genoegen heeft het
spr. gedaan in het nieuwe stadium, waarin
Toonkunst» verkeert, de hulp en mede
werking te mogen ontvangen van collega's,
nl. de heeren Pala en Bos. Eerstgenoemde
heeft zich bereid verklaard het orkest
voor te bereiden voor zijn taak bij de
a.s. uitvoering, en dat de heer Pala voor
die taak berekend is, hebben wij al kun
nen constateeren. En de heer Bos is reeds
eenmaal voor spr. in de bres gesprongen,
toen deze de repetitie moest afzeggen.
Het is prettig te constateeren, dat de
onderlinge naijver verdwenen is, omdat
alleen op deze wijze successen gewaar
borgd zijn. Tenslotte brengt hij dank
oor de hem bewezen hulde.
Van den heer Verstegen was bericht
van verhindering ingekomen.
Na afloop van de huldiging, werd de
bijeenkomst besloten met een gezellig
samenzijn, waarbij de hierboven ge
noemde »nooit volprezen drank» door een
drietal dames van het koor rondgedeeld
werd, vergezeld door een gebakje, dat
speciaal de heeren zich goed lieten
smaken.
Tot slot werd eenge zamenlijke repeti
tie gehouden, onder leiding van den di
recteur, van een der koren uit de „Schöp-
fung", dat binnenkort ten gehoore zal
worden gebracht en vervolgens stond de
h'eer Kooter gereed voor een kiek, die
aan mej. Leewens bij haar vertrek
naar Genua, zal worden meegegeven.
Zoo was dit, alles tezamen, een aardige,
hartelijke huldiging, die aan den heer
Leewens gebraont werd: een avond om
nooit te vergeten.
9
De aan den heer Leewens overhan
digde foto heeft de volgende opdracht:
Aangeboden door de Zang- en Orchest-
vereeniging der afdeeling den Helder en
Omstreken van de Maatschappij tot be
vordering der Toonkunst ter gelegen
heid van den 60sten verjaardag van haren
Directeur, den heer A. J. Leewens.
De Commissie: S. Marwits, voorzitter,
F. Grunwald, secretaris, A. J. Schwantje,
muziek-commissaresse.
VASTGELOOPEN.
LENTE!
Maandag 18 Maart
Na een week van mist heeft de zon ten
slotte het -pleidooi gewonnen: Zaterdagmid
dag is zjj voor het eerst door het mistgor
dijn, waarachter wij een volle week heooen
zitten druilen, heengebroken en Zonaag
produceerde zjj dientengevolge haar eer
sten, waarlijk lent'ljjlken, dag. Maar het was
een wonderlijke wereld, die zij: bescheen.
Want het aspect van de natuur is nog vol
komen wintersch; alles -is doodsch en dor;
mogelijk gist het reeds in den schoot der
aarde, maar aan de oppervlakte is daarvan
nog niets te meuken. De graslanden liggen
volkomen dood en' dor; toen we voor eemge
jaren terug die langdurige droogperiode
hadden en de onbarmhartige zon aiies ver
brandde, hadden de landen en velden niet
zoo'n troosteloos-droeven aanblik als thans.
Ook in de tuinen ditzelfde beeld; de hagen
van palmen of van liguster zijn bruin van
kleur; nog geen sprietje groen is er te voor
schijn gekomen, dat ons althans de illusie
geeft van de lente.
Maar dit alles is niet zoo erg; onze nijvere
bloemisten en tuinders zullen wel weer voor
vervanging zorgen van alles wat gesneuveld
is, en misschien valt het, als straks de grond
voldoende verwarmd is, neg wel mee. Maar
op het oogenblik is het weer nog niet gun
stig voor d-e ontwikkeling, want de kraobtige
zon, die ons des daags verwarmt, moet des
nachts het veld! ruimen voor de tamelijk
strenge nachtvorsten.
Het poollandschap- in het Marsdiep, in
welks aanblik we ons eenigen tijd mochten-
verheugen, is verdwenen, en de Noordzee
heeft weder haar gewone gezicht. Kalm,
bijna rimpelloos ligt zij- daar; eene lichte
deining harer golven is het teeken harer
rusteloosheid, die weder over haar gekomen
as nu zh' het ijiskleed heeft afgeschud. Ook
•de groote massa's ijs, die tusschen haar
kribben waren opgehoopt, zijn verdwenen,
opgelost; een heel enkele hier en daar wacht
op de zonnewarmte, die ze doet wegsmelten.
De meeuwen en andere vogels, die de
laatste weken zoo'n onafscheidelijk deel va:,
ons stadsbeeld vormden, zijn wederom ver
dwenen^ ziji hebben het ergste leed geleden,
en, al zijn er vele omgekomen, reeds zijn de
mannetjes op vrijersvoeten, en de wijfjes
strijken en poetsen- zich op voor dat festijn.
Alles herleeft, alles -maakt zich op voor de
lente, die in- aantocht is, en ai moge dan de
natuur nog dor en dbodsch zijin, als de zon
'blijft en de weerberichten voorspellen
dat is alles spoedig weer hersteld. De
graslanden zullen weer groen worden, de
jonge loten zullen uit' 'de aarde komen en
de doode zullen- wij vervangen. Onze winter-
sche 'Meenen zullen wij. opbergen, en wij
pillen uittrekken naar <Je dtuihen om den
'eeuwerik te hooren.
Dat is de prettige zekerheid, die de win
ter, al is htfi nog zoo streng, ons niet ont
nemen kan: de wetenschap, dat na dit aies
toch weder de lente komt, het voorjaar, de
lerleving, de verjonging. En daarom zullen
we de wintersche narigheden vergeten en
vergeven, ook al ziet alles er nu nog dor en
doodsch uit. En- wijl hopen, dat de zon ons
voorloop!# niet zal verlaten, dat zij herstel
en zal wat de winter heeft vernield:, spoedig
en goed. En dat wij een prettigen tijd -tege
moet gaan, een tijd- van zon en warmte!
Naschrift
Ingezonden mededeelfng. (494)
Verzacht en geneest
men met
UITBREIDING DEPOT HELDER DER
BATAAFSCHE IMPORT MAAT
SCHAPPIJ.
ABSTINENT STUDEERENDEN.
DEPARTEMENT DEN HELDER DER
MIJ. TOT NUT VAN T ALGEMEEN.
aar het Departement veronderstelt, da.
^.®n dez-e wonderfilm in het Tivoii Theater
ttien aanschouwen, stelt zij ook de niet
.en. daartoe in staat.
Aheenverkoopen (èrroa
Den Helder en Omstreken
JAC. VKRFAR.LE, Den Helder
Groothandel in Tabaksfabrikaten.
U
te uiten.
Als secretaris van deze vereeniging
vorm ik feitelijk een schakel tusschen
eenerzijds en de Commissie en leden an
derzijds en derhalve komen wjj in de
laatste 5 maanden zeer veel met elkaar in
aanraking. Doch ook reeds voor dien
tijd was zulks het geval, maar dan in de
verhouding van 1 eeraar tot leerling. En
wanneer men dan zoo week in week uit
en later zelfs dag in dag uit met elkaar
omgaat, dan kan het niet anders of er
ontstaat uit sympathie, die zich verder
uitstreekt dan de grenzen, die ik daar zoo
juist noemde. En ik geloof, dat dit ook
bij ons het geval is. In den tijd, dat wi
meer en meer met elkaar in contact kwa
men, zijn wij gaan belangstellen in het
wederzijdsohe particuliere leven en mede-
voelen in eikaars lief en leed.
Ik verheug mij oprecht, dat de Algoede
bet U heeft gegeven met Uwe familie te
komen tot een dag van groote vreugde
en volmaakt geluk, waarvan U thans aan
den vooravond staat. En meerderen met
mij doen dat en dat kan ook niet andere.
In Uwe gastvrije woning is altijd ieder
welkom en met recht kan daarom worden
gezegd: „Wo man singt da setz' dich
ruhig nieder; böse Menschen haben kleine
Lied-er". Hierin ligt geloof ik het geheim
van de oorzaak, dat een ieder altijd gaar
ne 'bij: U vertoeft.
Morgen zal het voor u in dubbele mate
een dag zijn vol van vreugde klinkende
klanken, maar daartusschen weet Ik een
zachte weemoedige, melodie van het na
derend afscheid. De Oommissie heeft het
ten zeerste gewaardeerd dat U zich één
van de laatste avonden, dile de Bruid van
morgen op den vaderlandsohen bodem voor
langen tijd zal doorbrengen, in dienst
van Toonkunst heeft willen stellen. Dat
is ook dermate gewaardeerd, dat de
Commissie getracht heeft dezen avond U;
Mevrouw en Uw familie, waarvan Uw
scheidende dochter ln het bijzonder, lan|;
te doen heugen. De Commissie verheug:
zich, dót zij1 in de gelegenheldl is te ge
tuigen van hare groote sympathie jegens
U in het bijzijn van de schoonfamilie van
de Bruid.
(Juffrouw Leewens, weldra gaat u heen
naar verre Streken. U komt te staan voor
een afscheid, dat u moeilijk zal vallen en
daarom heeft de commissie gemeend als
waardeering voor Uwen Vader ertoe te
moeten medewerken, dat afscheid te ver
lichten. Zij weet, dat bij: U niet van toe-
pa,ssing ls: „Partir, (test mourir un peu",
Integendeel, de band tusschen U en het
ouderlijk huis zal ondanks den grooten
afstand even hecht blijven en de Com
missie wil daaraan, namens de vereeni
ging, gaarne het hare bijdragen door U
dezen avond lang te doen herinneren.
Daarom is het, dat ik het genoegen heb
U namens de Oommissie mede te deelen,
dat zij U nog vóór Uw vertrek, evenals
Uw Vader, een foto van deze vergadering
zal aanbieden. WJji doen dit omdat het
Uw Vader aangenaam zal zijn. Zoo kunt
gij Uwen echtgenoot dan vertellen, hoe
wij hier in Den Helder trachten Uw Va
der te geven de eer, die hem toekomt.
Een oprechte wensch voor een langdurig
geluk en een voorspoedige overtocht
voegen wij gaarne daarbij.
U, Mijnheer en Mevrouw Leewens, als
mede de verdere familie wensch ik toe,
dat U nog vele jaren lang eikaars geluk
moogt deelen en getuige moogt zijn van
dat Uwer kinderen.
Uit den koers geraakt door den dikken
mist, geraakte gisteren-avond te ongeveer
half 9 het motorbootje van het vliegkamp
de Mok bezet op het hoofdje links van de
„Eugenia". Door de sleepboot van het
Wachtschip werd assistentie verleend, met
welke hulp men erin slaagde te kwart
voor 10 ongeveer vlot te komen.
Het zal nog moeten blijken wat er van
dit alles niet hopeloos vernietigd is door
de vorst. Ook al zjjin vele struiken niet
doodgevroren, de takken zijn tot op groote
diepte ingevroren, en het zou wellicht we
ken duren voor zij weer eenigszins op
streek waren. Veel ervan zal dus vernieuwd
moeten worden: Vele rozen zijn ook ten
doode opgeschreven: van de vaste planten
zullen alleen die, welke waarlijk winterhard
blijken, den strijd hebben overleefd-. Zoo
zal menige tuin dezen zomer een opening
vartoonen, en menige bloem, die anders de
huiskamer sierde, zal een ledige -plaats laten
in de vaas-, op den schoorsteen.
Dinsdagmorgen. Zoo schreven
wij gisteren. Maar reeds Maandagavond
brr! liepen of dwaalden we ln den mist,
die opnieuw over ons was gedaald, en
ledenmorgen is het weer mis en mist.
Griezelig, koud, klam, klef. Weg zon, weg
lentegevoel, weg voorjaarsillusies!