GEMAAKT houden wij eostuumsln NAAK MAAT COLBERT-COSTUUMS behoeft niet duur tl zijn. voorraad vanaf IS gld. tot 60 gld. vanaf 60 gld. WEKELIJKS NIEUWE ZENDINGEN. ZIE DE ÉTALAGES. JUBILEUM JAAR 1829 bijzo n difs voordeelaa. KLEEDINGMAGAZIJN DEN HELDER. den! diefstal', tezamen! en in' vereeniging me; eenl of meer andere pearsonieni, althans afzon derlijk, de beid© laatster! subsidiair ook be schuldigd van opzeWeldjikie heling:1 het uit winstbejag vervoeren van den trommel met gelid! eni het ten geschenke aannemen van een gedeelte van het geM, wetende of be grijpende dat de trommel met geld) van dief" stal of misdrijf afkomstig waneni. lEr ztijn in deze zaak 32 getuigen/ eni dtes- touinidligeni charge gedagvaard» alsmede eentige getuigen décharge. (De veird'acihten ontkenldieni het hun ten kste gelegde; zij zeiden miste 'Van de Baak te wötön'i De .eerste verdachte beweerde lm heit 'begin van 1026 te hebben gewenkt» doch volgen» een getuige komt hij1 niet op de loonlijsten voor. Dit -bewijst volgen» verdachte echter niets, want als hij niet op de loonlijsten voorkomt, dan beteekentt dlait ailleeni, dait de pal.no ons met d'e loonlijsten! hebben1 geknoeid. Hiij. hield vei, dat hij iih' de eerste heiSt van 1926 bij de coöperatie JBen^jelzindhieiid!" in de Maroo Polostraat heeft gewerkt In het proces is een boekje en eenl brief. Het boekje is op den metselaar bevonden en 'is, volgens zijn bekentente,- door hem ge schreven. Heit velletje papier te elders ge vonden. Het houdt o. a. de Zinsnede in: ,*ik ben de dader van het Oosterpark en! ik ga naar Brussel, ze zullen mij niet pakken". Volgens de deskundigen O. J. v. DedJden Hulsebosch en dn J. Schrijiver is het schrift varn het Maiadije 'papier identiek aan dat van het boekje. Volgens dr. Schrijver aijln alle typische kenmerken dezelfde en de afwiji- kingeü zijn met van essentleefe betoeekeniis. De metselaar beweerde niet de sohrijtver te rijm van het blaadje papier; hlij heeft het nooit geZien, laat staan geschreven. Voorgelezen werden o.a. de verklarin gen'1, door den overleden bainklooper in de instructie afgelegd. Een getuige, die in de eerste helft van 1920 met een ander een aiultozaak dreef, werd door inspecteur Van Slobbe van hui» ge haald!, als verdacht bij die zaak betrokken te zijla Hij werd een paar uren op het bureau gehouden. De heer Van Stobbe hoorde hém, maar getuige legde zijn verklaringen dm volle vrijheid! af. Geprest om iets te zeggen werd hlij; heelemaal niet. Getuige verklaarde den heer Stobbe des gevraagd te weten, dat de timmerman kort na de berooving een motorfiets 'had!, miaax hij w'ist niet» dat hij- toen over veel geld be schikte. Wel hoorde hij een gesprek van den timmerman en zijn compagnon, waarin de eerste vertelde, dat hij' een paar „ruggen"" hald gehad, maar getuige hechtte er geen geloof aan, want die timmerman sneed nogal eens op. 'Ook zed. getuige, dat de timmerman met zooveel woorden tot hem gezegd heeft» dat hlij met den 'metselaar en den brochure-han delaar de berooviing heeft gepleegd.. Een getuige, 'die aan dien Oostzanerdlijk een zaak heeft» verklaarde, dat de metselaar in 'Maart 1926 ibttj hem een motorfiets kocht, waarvoor hij een bankbiljet van 1000 in 'betaling gaf. 'De timmerman had bij die .ge legenheid ook- een motorfiets voor 250 gekocht. Ook blijkt er nog een ander biljet van f 1000 door den metselaar te zijn gewisseld, doch dit was volgens hem afkomstig van een getuige, die een motorfiets van' heim gekocht had. Die getuige bevestigde dit. Een brievenbesteller verklaarde, dat het briefje, dat de heer Van Ledden Hulsebosch cm onderzochten en' dat dOor den eersten verdachte geschreven heet te zijn, in het Centraal Station gevonden is in een mand met poststukken. De brievenbesteller over handigde het. aan' een zijner chefs, die het weer aan een andieren oh'ef .ter hand stelde, waarna het tenslotte lr het bezit van den reohter-oommissaris kwam. Na afloop van het getuigenverhoor kreeg het O. M., mr. De Bléoouri, ha* werd voor rijm Requisitoir. Niet alleen bij die justitie en da politie la de overtuiging sterk,,,, dat de metselaar en de timmerman de daders jfljr. van den, dief stal, maar het is z. 1, ook wett'g en over- ■tuigend'.bewezen;, dat zit zich' aan dan dief- stel' hebben schuldig 'gemaakt. De Kroongetuige was de getuige, aan wlen de timmerman verklaarde, dat hij met' de belde anderen de 'berooving pleegde. En de metselaar ls zoo dom geweest om, toen een' onschuldige weidl gearresteerd» een briefje te schrijven, waarvan hij de schrij ver Is gebleken' te rijn» Dit Is reeds voldoende. Maar er is veel meer. De timmerman was steuntrekker, had geen aeldi ert de metselaar evenmin, Hoe zij ploteeMng aan zooveel' gelid gekomen1 rijn» hebben zij niet aannemelijk kunnen makien. Elsoh tegen den metselaar en den tl romer- ■aai' ladto date Jus traaftuitaatotf. Voor den brochure-handelaar vorderde spreker vrijspraak. Pleidooien. Mi. Manslag van, Qhamante, de verdedi- 8» van den metselaar, meende, dat op het M. de taak rust om te bewijzen, dat rijn cliënt het eerst den banktooper heeft aan gevallen en beroofd, want alleen dan zou men hem diefstal' kunnen tenlasteleggen. Ook betwistte pleiter, dat in dit proces Sbtetkien ax>u Hjju, dat atUm cliënt alen na net X zulke buitengewone uitgaven heeft ver oorloofde Dan hebben wij ai» tweede feitelijke aan wijzing het beroemde anonieme document, dunt voljgiena dc van dc hflnu van den metselaar zou zijn. Dit document te op een volmaakt onopgehelderde wijze ten posttkaintore gevonden erï ph staat er bui tengemeen wantrouwenidi tegenover. Het papier komt niet overeen met hef papier en het formaat van verdachtete zakboekje. Ook mag men van verdachte» die inteügenit' handig 'is, niet veronderstellen!, dat hij, zoo onbegrijpelijk dwaas zou zijn om maar ©veri- tjies op een1 stukje papier te gaan vertellen), dat hij de dader van' het misdrijf zou- zijn en dit nog wel niet ito een bnel met' eeni ver trouwd' adres, rnnar bij wijze van. algemeen© proclamatie. Dat verachte niét öe schrijver kan zyn, daarvoor heeft pL een sterk argument. Het document is nJL veel' te mooil De schrijver beroept zich op rijn.' ouders. Maar de vader van verdachte os reeds acht jaren doodl 'Mr. Benno J. Stokvis, verdediger van den tinTiimip.Tim.am, merkte op, idat het O. M. het bewijs slechts trachtte op te ibouwen) uit aanwijzingen uit de tweede en de derde hamdl Ook! dieze pi concludeerde tot- vrij spraak en vroeg tevens ontslag uit de pre ventieve hechtenis. 'Mir. s. de Jong» verdediger van 'den bro chure-handelaar, sloot zich aan bij het re>- quisitolr tot vrijspraato van zijn cliënt. De metselaar In vrijheigesteld. Na langdhrige raadkamer besliste de Rechtbank» dat er geen aanleiding is om de preventieve hechtenis nog lang,er. te doen voortduren voor dien (mctseLaan, zoodat zijin onmiddellijke MvrijheddateMinig werd gelast. Termen voor de invrijheidstelling van. den timmerman achtte de Rechtbank niet aan- wërig. Hij, blijft dus in hechtenis» (De brochiune-handelaai; voor wien vrij spraak werd' gevorderd, werd' reeds eerder uit de voorloopige hechtenis ontslagen). Uitspraak 10 Mei as. STROOPEN MET EEN AUTO! Reeds «enige nachten toerde door de bosschea van het landgoed »De Treek* onder Leusden bij nacht een auto. Een zonderlinge liefhebberij leek dit.... tenzij de autorijders iets te verbergen hadden, dat het daglicht niet kon velen. Rijksveldwachters en jachtopzieners, nieuwsgierig als deze menschen van huis uit zijn, legden zich in hinderlaag. Het toeval wilde, dat een dezer nachten een auto, een fonkelnieuwe Chrysler, juist bij de hinderlaag stopte. Drie dames en drie heeren stapten uit. Eén van de heeren nam een sierlijken wandelstok mede en zoe wandelde het gezelsohap het bosoh in, naast de lichtbaan, die de kopliohten van de auto daarin wierpen. Toen begrepen de jachtopzieners wat het doel van de nachtelijke autoritjes waa. Het gezelschap werd aangehouden; de sierlijke wandelstok bleek een z.g stokgeweer te zijn, de autolantaarns deden als lichtbakken dienst. Tegen het jachtgezelschap werd proces verbaal opgemaakt en de Chrysler-lichtbak werd in beslag genomen. Buitenland. MEVROUW JURGENS BESTOLEN. Reuter seint uit Londen: Donderdagavond zijn in het Hyde Park hotel juweelen, waarvan de waarde op 600.000 gulden geschat wordt, gestolen. De eigenares ervan is mevrouw Anton Jurgens, de vrouw van den margarine- mlllionair. Waarde van het gestolene thans geschat op 10 a IS duizend pond sterling. Het blijkt, dat de bult van den dief, die de hotelkamer van mevrouw Jurgens in het Hyde Park hotel binnendrong, niet zoo groot is als men aanvankelijk ver onderstelde. Thans wordt gemeld, dat de waarde tusschen de 10.000 en 15.000 pond sterling beliep, al ontbreekt aan dit be richt ook de officieele bevestiging der politie. DE MOORD OP GENERAAL OBREGON. De moeder-overste Oonoepcion, die we- Jens medeplichtigheid aan den moord oor Toreal (sindsdien terechtgesteld) ge pleegd op generaal Obregon, was veroor deeld tot 20 jaar gevangenisstraf, zal naar de gevangenenkolonle op het eiland Las- tres Marlas worden gebraoht. Dit wordt wel het „Duivelseiland" van Mexioo ge noemd. NOODLOTTIGE BRAND. Hst hotel Germanla te Heldeklng in het Mamelgebled ls gistermorgen afgebrand. Twee personen zijn gestltk en twee meis jes die uit een zolderkamertje moesten springen, zijn zwaar gewond. De sohade bedraagt ongeveer 400.000 llt 100.000). EEN NOORSCH STOOMSCHIP IN BRAND. Donderdagmiddag ls het Noorsóhe stoomschip Thalatta uit Oslo brandend de haven van BgereundJZ. Noorwegen) bin- nengeloopen. Reeds woensdagavond vu sr op het eohlp brand uitgebroken, son* dar dat het aossUjk vu bï» vuus la volle zee meester te worden. De bemanning hoopte echter het schip nog tot Egersund te kunnen brengen, waar blueshlngs- materlaal gereed lag. Toen het eohlp eoh- ter in de nabijheid van de haven kwam, werd de hitte zoo ondragelijk, dat de ma- ohinlsten niet meer op bun posten konden blijven. Nadere berlohten omtrent het lot van het motorschip en de bemanning ont breken nog. Men meldt nader uli Berlijn, dat de kapitein het schip op bet strand heeft laten loopen. De bemanning sloeg ver volgens gaten in den romp van het schip, ten einde te trachten den brand met zee water te blusschen. De bemanning van de Thalatta bevond zich Vrijdagochtend nog aan boord. EEN BESCHULDIGING BIJ EEN BEGRAFENIS. zelfmoord de voortdurende mishandelhi gen waren, waaraan het kind had hiootr gestaan. Toen do pleegvader tegen deze beschuldiging opkwam.ontstondeenve woed gevecht, waaraan tenslotte do pc een einde maakte. v DE ONTPLOFFING IN EEN POTLOODENFABRIEK TE NEURENBERG. Het aantal slachtoffers van de ontplof fing in de potloodenfabriek te Neuren berg ls tot 10 gestegen. TREINBOTSING AAN HET GARE BT.-LAZARE. l Vier en zestig «©wonden. Bij een botsing tusschen twee lokaal- treinen aan het Gare St. Lazare te Parijs, welke Donderdagavond plaats had, wer den vierenzestig personen gewond. En een gevecht j TREURIGE SAMENLOOP VAN geëigende plaats. Zonder humor bereikt men In het leven, en dus ook ln een Museum, zegt Heyenbrook, niets! Steeds ook, 't ls nog een ander stok paardje dat hier bereden wordt, vindt men in het arrangement der stukken en in de „opschriften" de ldée gepropageerd, dat de .Regelende Geest" die in ae na tuur aan den arbeid ls, „ongescheiden on derscheiden" is van wat wij menschen ln onzen arbeid prestoeren. Eén der vele illustraties" hiervan zij vermeld: naast voorbeelden van hoe „de natuur", door middel van gletschers, eriz. het marmer „slijpt" en er» soma' Baten ln „boort", vindt men een marmerplaat die door „ons menschen" geslepen en „uitgeboord" werd: het is.... een oud marmeren blad 'van een loket aan het Centraal Station, waarin wij, met ons, vele jaren achtereen 1 neergetelde reispenningen, een groef slepen en, tenslotte, een gat „boor den".... Lawine van gletschers: lawine van „het geld"! ongescheiden onderschei- den!.... Bij een begrafenis te Berlijn is het uiterst pijnlijk incident gekomen, waarbij de politie tenslotte moest ingrijpen. Er werd een 16-jarig meisje begraven, dat bij pleegouders woonde en oqfangs zelfmoord had gepleegd. Toen de geeste lijke in zijn rede te kennen gaf, dat het meisje wegens een liefdesgeschiedenis een einde aan haar leven had gemaakt, vielen hem eenige aanwezigen, buren van de pleegouders van de doode, in de rede met de woorden, dat de ware reden van den OMSTANDIGHEDEN. Een treurige samenloop van omstandig heden heeft heden de familie van een melkboer te Marienratschitz rouw en vreugde tegelijk gebracht. Terwijl de vrouw van den melkboer het leven schonk aan een kind, werd haar 7-jarig oudste kind door een vrachtauto overreden en gedood. De vrachtauto werd bestuurd door den zoon van de vroedvrouw, die de moe der bijstond. AMSTERDAMSCHE BRIEVEN. Onze musea. Een levend museum. - Handwerkers Vriendenkring. Het slat-tafereel van het Paleis-drama, Nu het jaarlijksche vreemdelingen-sei zoen voor onze stad weer heeft ingezet, wat dan o.m. blijkt uit het sinds kort weer dagelijks standplaats nemen van en kele groote touring-cars op den Dam, voorzien van groote borden, waarop in het Engelsch de prijs der rondritten ver meld staat, breekt ook weer de gulden tijd voor onze musea aan. 't Wordt er druk en steeds weer nieuwe gezelschappen gaan de deuren van deze instellingen in en uit. Zij behooren voor een deel tenminste tot de „bezienswaardigheden" van Am sterdam, die onze vreemde gasten in Bae- deker of andere reisgids met een kruisje vermeld vinden en die zij wel op hun pro gramma moéten nemen. De Nachtwacht en hier en daar misschien nog een ander doek, moet men, na een bezoek aan Neder- land's hoofdstad „gezien" hebben.... En men is dus wel verplicht het Rijksmuseum en een enkel ander te bezoeken.... Voor de ingezetenen zelf echter zijn 't moet naar waarheid geconstateerd worden onze musea geen „geliefkoosde" oorden waar men geregeld en in groote getale naar toe trekt.... Men heeft na tuurlijk ook wel eens de Nachtwacht ge zien men weet zelfs wel eens van het bestaan der „Staalmeesters" en van het „Joodsche Bruidje" mitsgaders 't „Straatje van Vermeer", of maar verder blijft de massa, waarvoor tenslotte toch alle „open bare verzamelingen" in onze musea wer den bijeengebracht en uitgestald, verre van deze instellingen van openbaar nut, die men wel eens, in een wat venijnlg- kritische bui „knekelhuizen van het ver leden" heeft genoemd. Feit is dan ook, dat de meeste, tot „het groote publiek" be- hoorende menschen, bij 't woord „musea" denken aan vermoeide voeten, hoofdpijn en vermoeide hersenen, waarin zelfs de enkele, hier en daar opgedane schoone indrukken van een bepaald „stuk" dat ons inderdaad ontroerde, nog dreigen onder te gaan in een grauwe zee van verveling die in de herinnering blijft na-kabbelen! Men denkt in vele gevallen zoo, al zegt men 't dan ook, uit valsche schaamte, niet altijd! Toegegeven moet worden dat de betref fende autoriteiten en museum-beheerders de laatste jaren gelukkig de deuren van hun studeerkamers waar zij zich zoo lang in hadden afgezonderd met hun vak boeken en vak-genooten, hier en daar wat op een kier hebben gezet, waardoor zij in staat waren de werkelijke verhou dingen (i. c. de verhouding: publieke be langstelling moeite en kosten aan de musea besteed) te leeren kennen, met het gevolg, dat er „reorganisaties" in gang werden gezet of althans beraamd. Maar toch heeft het groote publiek aan onze tegenwoordige hoofdstedelijke mu sea niet bijster veel, al doen instelling als Kunst aan allen door middel van collectief museum-bezoek onder deskundige leiding enz., wel iets om hierin verbetering te brengen. Dat publiek komt er óf plicht matig óf „omdat je er tijdens 't koffie- uurtje zoo geschikt onderdak bent".... Wat hier gezegd werd geldt niet alleen voor de musea van schilderijen of andere kunst; 't geld maar al te dikwijls ook voor de musea van „natuurlijke historie", van „gebruiksvoorwerpen" of van andere dingen, die ook voor hen die zeggen niet om „kunst" te geven, hun Interesse heb ben. - Een „levend" museum lijkt dan ook wel een soort „wederspreking ln de woorden zelf"! Dat dit zoo ls mag zeker wel voor 'n goed deel worden toegeschre ven aan de „methode", die men bU den op- bouw en Inrichting van 'n museum tot nu toe .vrijwel zonder uitzondering volgde; de methode n.1. waarbij men uitging van de „oude historie" die men dan, noodzakelij kerwijze min of meer kunstmatig reoon- atrueerde, om vandaar, wederom Ietwat, soms zelfs erg kunstmatig de „ontwikke ling" met voorbeelden to laten zien, ten einde tenslotte „het heden" te bereiken. Een levend museum nu kan zulk een methode niet volgen; het moet 't sohljnt 'n eenvoudige waarheid, (maar dergelijke waarheden worden nu eenmaal 't moei lijkst aanvaard!), ultgnan van de direct voorhanden werkelijkheid, van het leven de heden.... Aandaoht vragen, belang- lalllng wekken roe» 4ii wat ^elttkaahi en vlak om ons heen ls, d a t moet het uit gangspunt zijn. U loopt eiken dag op de, gelukkig met den dag sohaarscher wordende beruchte Amsterdamsche keien of op het asphalt u woont, uw heele leven lang, tusschen muren, opgetrokken uit onze vaderland- sche baksteen of uit beton u eet en drinkt van en uit allerlei steenen vaat werk. Ik zet die dingen, waar gij voort durend op loopt, voortdurend tusschen vertoeft, voortdurend van „tafelt", nu nog eens afzonderlijk voor u neer.... Aan schouw ze wat aandachtiger, hier in hun rust dan ge in den dageüjkschen sleur gang, waar zij zoo „vanzelf" spreken maar u toch zoo weinig zeggen, doet» en tien tegen één, dat ge moet erkennen: „Ja, dat is toch wel merkwaardig, zoo'n kei zoo'n beker zoo'n baksteen!" hoe maken „ze" die waar komen ze vandaan? Wat voor arbeid hebben mensch en natuur er aan ten koste gelegd? Voelt ge, dat een museum dat zóó „be gint", en dan, volgens de z.g. „retro spectieve methode", teruggaat, langs 't fa- bricatie-proces, naar de grondstoffen en vandaar, langs dat andere fabricatie- proces: het werk der natuur, tot den. chaotischen vuurnevel waaruit onze aarde ontstond voelt gij dat een, aldus ver zamelde en gearrangeerde collectie inder daad „pakt", inderdaad „levend" is, dat hier het oude „hoofdpijn-begrip" niet van toepassing is? Onze stad nu, bezit een dergelijk „levend" museum. In aanleg en in staat van wording ten minste. 't Was in 1922 dat de schilder Herman Heyenbrock, be kend door zijn schilderijen en pastels, waarop hij 't moderne „epose van den ar beid", dat zich voltrekt temidden van den gloed der hoogovens, de gigantische ge daanten van scheepsrompen en kranen in de havens, de stoom-omhulde chaos van locomotieven, rails en seinliohten op de stations-emplacementen in suggestieve „documenten" beeldend wist vast te leg gen, het was Herman Heyenbrock, die toen in ons Stedelijk Museum met een kleine tentoonstelling, die hij den titel gaf van „Het dier als leverancier der produo- ten voor de industrie" een denkbeeld gaf van hoe hij zich zulk een levend museum, dit keer dan speciaal een „Museum van den Arbeid", dacht. Medestanders, die begrepen waar deze „pionier" heen wilde, werden daarna al spoedig gevonden en zoo werd, einde 1923, de Vereeniging „Het Museum van den Arbeid" opgericht, met een bestuur waarin ir. R. A. Gorter, directeur van het Veiligheidsmuseum; W. F. Detiger, direc teur der Gemeentelijke Arbeidsbeurs, en G. M. v. d. Molen, onder-directeur der Am sterdamsche Bank, resp. als voorzitter, secretaris en penningmeester fungeerden. Het Museum van den Arbeid vond, in de eerste jaren, mede door toedoen van ir. Gorter, een tijdelijk onderdak In het Veiligheidsmuseum, waar de bovenge noemde groep „het dier", werd onder gebracht, aangevuld in 1926 met „Het IJzer als grondstof voor de industrie". Al kon men hier het prlnoipe, naar het- welke Heyenbrock en zijn medestanders te werk wilden gaan, duidelijk gedemon streerd vinden, ruimte om de armen uit te slaan had men er weinig. Die ruimte heeft men nu onlangs, en dit gaf ook aanleiding tot het schrijven van deze kor te aanteekenlng, gekregen toen ons Ge- meentebestuur een „buiten de rust" ge stelde sohool in bruikleen afstond. En daar, in die Jaoob van Maerlandtschool, hoek Rozengracht—Marnlxstraat ('t loont de moeite dit adres ln de ooren te knoo- pen en er bij gelegenheid eens „gebruik" van te maken!) kan men nu ons levend Museum met den dag zien groeien. Naast de belde bovengenoemde afdeellngen treft men er nu ook reed» aan: „De berg als leveranoler van grondstoffen voor de In dustrie" (aardewerk, glas, enz.) en ln voor bereiding zijn „Het papier", j)e kleur ln het leven", „Het lioht in den loop der eeuwen". Ook de humor vindt u ln dit Museum, dat in het bestek ven een brief el» dezen niet verder Wwahrerea Ion worden, ajjn Geen levend Museum, maar een levende vereeniging, met en. benevens haar „levend" tehuis, heeft dezer dagen haar 60-jarig bestaan herdacht: de alom in stad en land bekende vereeniging „Hand werkers Vriendenkring" met haar gebouw in de Rocherstraat. Een jubileum dat veel belangstelling, ook van officieele zijde, trok. Handwerkers Vriendenkring heeft in velerlei opzicht in onze stad pioniers werk verricht: allereerst wel op het ter rein van ziekenzorg en hygiëne. Zij waa o.a. de eerste die ijverde voor betere bad gelegenheid voor de arbeiders: zoo ver kreeg men b.v. met steun van den toenma- ligen wethouder Zitta, het volksbadhuis op het Jonas Daniël Meyerplein, waar men het jaarlijksch aantal gewone baden van 27.000 tot 72.000 wist op te voeren! Ook wat de woningtoestanden betreft wist deze „Vriendenkring" veel goeds tot stand te brengen: hij heeft thans b.v. de exploitatie van verschillende huizenblok ken, die aan moderne, hygiënische eischen voldoen in diverse volksbuurten. En ook met de woekerbestrijding wist de Ver. een helpende hand te bieden door het be- heeren van een voorschotkas waaruit ren- telooze leeningen verstrekt worden. Een bloeiende nijverheidsschool dankt men verder ook nog, onder andere sociaal nut tige zaken, aan dezen sympathieken zes tigjarige die tien jaar geleden reeds de gouden medaille van de stad Amsterdam kreeg en die nog steeds bloeit en groeit, getuige ojn. het voortdurend toenemend ledental. Handwerkers Vriendenkring is een hoofdstedelijke instelling waar we met recht trots op mogen zijn. Dezen Vrijdag ging t laatste, nog over- eindstaande restje van het „Paleis" om- vér. Daarmede kwam het definitieve einde van wat eens de „glorie" (al hadden velen „aesthetische" bedenkingen!) van het Fre- deriksplein was. Het zal nu ook gauw uit zjjn met de bezienswaardigheid der „Pa leis-ruïnes". Binnen enkele dagen komt er een schutting omheenEn nu reeds, zoo snel leven we tegenwoordig, gaat in (handelend!) Amsterdam de belangstel ling meer uit naar die schutting, dan naar wat daar achter eenmaal verree»! Wie zal, voor reclame-doeleinden!, die schutting „in pacht" krijgen?.Daar moet „heel wat aan zitten"! En dan: de aandeelen van het Paleis zijn, ter beurze, na de ramp, aanzienlijk gerezen: ze staan al bijna pari! Saalborn en zijn gezelschap, komt terecht: van alle kanten komen immers steungelden bin nen. Hij wordt er ook misschien juist wel beter van. Ziethier de algemeene ge- dachtengang, ni\ men, na de eerste schrik en verbijstering, weer verder leeft, handelt en rekent. De eenige „zwarte" factor die er dan tenslotte nog overblijft is het corps Paleia- employé's die zonder meer, werkloos, „op straat staan".... Mogen die, voordat men er heelemaal niet meer aan het tragische van de ramp gedacht wordt, voordat men zich heelemaal weer overgeeft aan het ge makkelijk optimisme-van-allen-dag, nog even onder de aandacht blijven en mogen de steunlijsten die men hier en daar voor hen heeft neergelegd flink geteekend worden1 Hedendaagsche wonderen. Een persbericht brengt het schokkende nieuws, dat de schrijver Shaw en de bok ser Tunney, tezamen op het eiland Brioni (Italië) vertoevend, aldaar vriendschappe lijk (bedoeld persbericht spreekt zelfs van „zeer vriendschappelijk") met elkander omgaan en zalfs te zamen wandelen. Ja, het bericht beweert zelfs, dat zij tezamen zouden praten. Onwaarschijnlijk is dit geenszins, daar beiden uitstekend En gelsch spreken. Nu zijn wij voor Tunney niet zoo bang. Dergelijke krachtmenschen zijn meestal zeer goedaardig en onze bokskampioen zal G. B. dan ook wel geen kwaad doen. Maar omgekeerd: de oude heer Shaw ls een wonderlijke oude heer, vlijmscherp, sar castisch en bijtend. Zoodat Tunney nog wel eens kwade oogenbliiken zou kunnen beleven. Overigens is de ontmoeting als nieuw soort anti-these niet zoo kwaad: kapitaal en arbeid vechten al jarenlang, men geve intellect en kraohtpatserlj nu ook eens een kansje zich te metenl Voor- looplg verliest Shaw het. Vissoherljberlohten. a6 April. 4 tel geep per tel s9.oo_s7.oo aalmea par etuk al |o~-«7 te In ons as April. Aangebracht door harln«vl»Kheri: 538 tal haring per tal f 3.75— 0.85 a tal geep per tal .35.00—31.00 3 zalmen per »tiu 36.5099.00 Aangebracht door harlngviMehen: 1289 tal haring per tel f a,jo— 0.54

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 10