TWEEDE EN LAATSTE BLAD. STADSNIEUWS. VAN DINSDAG 7 MEI 1929. Een familielid! van den overledene dankte tenslotte voor de betoonde belang stelling. {GËRO. De marine-vliegbooten naar Indië. t BEGRAFENIS OFF.-VLIEGER DUYKERS. Op het kerkhof te Huisduinen had Zaterdagsmiddag de ter aardebestelling plaats van het stoffelijk overschot van den officier-vlieger L>. J. Duykers, welke Woensdag 1 Mei tengevolge van het vlieg ongeval nahij het Balgzand om het leven kwam, doordat het vliegtuig in een z.g. vrille raakte. De begrafenis dkoeg geen militair karakter. Er was vrij groote belangstelling op het kerkhof; behalve een 'groot aantal collega's van den overledene waren aan wezig: de kapitein-luitenant ter zee Re- meynse, commandant van het vliegkamp de Kooij namens ZLE. den Minister van Defensie, de luit. ter zee le fel. Hetter- schij, adjudant van Z.E. den commandant der marine alhier, namens dien oomman. dant, voorts de luit-, ter zee O. O. F. Jager, commandant van het vliegkamp de Mok, de kapt.-luit. ter zee Heerls, commandant Kon. Inst. de kapitein Kalkman, adjudant van den Garnizoenscommandant, de luit, Bischoff van de Luohtvaartafdeeling te Soesterberg, de heer Haverkamp, direc teur der Zeevaartschool te Amsterdam, aan welke instelling Duykers zijne oplei ding heeft genoten. Overste Remeynse voerde het eerst het woord aan de groeve, zooals wij zei den namens den Minister van Defensie, en tevens namens de beide vliegkampen alhier. Spr. kwam hier, zooals hij zeide, om getuigenis af te leggen van onze ver slagenheid. Binnen 24 uur is de marine luchtvaartdienst geslagen met twee ram pen. In de eerste plaats herdenkt spr. hieT den dood van luit. Everts in het verre Bagdad. Den dag daarvoor verloren wij onzen kameraad Duykers, «an wiens groeve wij hier staan. Spr. gaat het ver loop van het ongeval na. In een handom draai werd1 hier van een jeugdig leven de levensdraad afgesneden. Duykers was een levenslustig officier, een aardige ka meraad. De snelheid waarmede het on geluk plaats had, is oorzaak, dat hij, naar spr. overtuiging, niet heeft geleden. Spr. zal niet trachten de ontroering te schetsen, die zich meester maakte van de kameraden noch ook het mededoogen met de familie. Woorden van troost kunnen wij niet geven, daarvoor is de wond nog te versch. Slechts de tijd kan heling brengen, Duykers, zegt spr., thans rust gij hier aan het verre strand, waar de zilte zee wind belet aan bloemen en planten tot ontwikkeling te komen en1 waar de gol ven rusteloos tegen de kust slaan. Maar gij zult er liggen met vele kameraden, die eveneens hier aan de oevers der zee hun graf vonden. Wij houd'en u én Everts in onze herinnering. Hoewel de techniek van het vliegen zeer is verbeterd, kunnen on gelukken als dit niet worden voorkomen. Gij zijt gevallen in dienst van de weer macht van uw land. De heer Haverkamp, directeur van de Zeevaartschool Amsterdam, spreekt woorden van herinnering aan d'en oud leerling der school. Ik heb je gekend als 3e rangs, later als le rangs, zoo zegt hij1, en je hadt wegens je eerlijk en open ka rakter aller sympathie. Er ging een pret tige, zonnige sfeer van je uit, en het is zoo jammer, dat je levensdraadi is afge sneden, want je hadt nog zooveel geluk kunnen verwachten, maar ook het kunnen schenken. Dat is hard, Diemer, hard, ook voor ons. Met diep leedwezen staan wij aan je graf en nog jaren lang zulleij wij aan je denken als een open, eerlijke kerel, een trouw kameraad. Namens de „vrienden van die Longroom van Speyk" herdenkt een officier den goeden vriend. Daarna is het woord aan den vlootpre- dlkant, d s. W a r n e r s. Op verzoek van de familie is spr. hier tegenwoordig. Maar zijn dienst was ditmaal niet gemakkelijk. Toen hij1 hierheen ging, vroeg hij zich af: Wat ga je nu doen aan dat graf? Een slap troostwoord zeggen tegen do familie en dan weer heengaan? We staan hier voor een gebroken leven, een gebroken liefde, maar we kunnen niets. We kunnen een handdruk geven en gaan dan weer heen. Wat moet ik doen aan dit graf? Moet ik zeggen „memento mori", gedenk te ster ven? terwijl het ons, dag in dag uit over de zeeën toegeroepen wordt? Dat ware toch te gering een taak! Wat is er dan nog, dat ik zou kunnen zeggen? Gelukkig, de familie zelve heeft het mij gemakkelijk gemaakt; zij1 is mij voorgegaan om te wijzen op d'en eeuwigen grond der dingen. Heerlijk is het, dat God bij de familie al gewerkt heeft. Wel vragen ook wij: waarom moest dlit? maar ik ben dankbaar, dat God al ge werkt heeft. Immers, het essentieele van God is, dat hiji van ons overigave eischt. Dat dit een sterke worsteling is, die wij ®ldus te voeren hebben, behoeft geen be toog, maar het waarom zal later duidelijjk worden. CHRISTEN-GEMEENTE. De Christen-gemeente alhier zal bij gun stigweer, a.s. Donderdag (Hemelvaarts- openluchtsamenkomsten houden te Wieringen. INTREDE DS. R. O. W. J. HOEK Na in den ochtenddienst door zijn broer, Ds. W. A. Hoek van Amsterdam, te zijn bevestigd, deed Ds. R. C. W. J. Hoek Zondagavond zijn intrede in de Evangeli satie Palmstraat. Er was, ook van de zijde van de andere kerkgenootschappen, groote belangstelling bij deze intrede. Na het uitspreken van den zegen, het voorlezen van de 12 art. des geloofs, die staande werd enaangehoord, en het zin gen van Gez. 52 13, richtte de nieuwe predikant tot zijn nieuwe gemeente het woord. Hij begon met te wijzen op het groote verschil tussohen dezen Zondag en den vorigen. Toen stond alles in het teeken van het afscheid en was er weemoed in het hart als op een oudejaarsavond, waar op allerlei herinneringen opdoemen en waarbij wij stil staan bij het verleden. Thans zoo zegt spr. is er een nieuw begin, zooals wij op den nieuwjaarsmor gen voor een nieuw begin staan, dat vaak zoo nuchter is, omdat alles even onbekend is. Ik voor u en gij voor mij. Wellicht zult gij vragen: „wat. zullen wij hebben aan -dezen nieuwen prediker?" omdat dit raakt uw eigen geestelijk be lang, den opbouw van uw persoonlijk geestelijk leven. En ook ik vraag mij af: „wat zal ik er aan hebben?" Met allerlei verwachtingen ben ik hier gekomen. Zul len deze vervuld worden? Voor de toe komst hangt een zwaar gordijn en wij weten niet wat zij brengen zal. Alvorens tot de ontvouwing van zijn geestelijk werkprogramma over te gaan, naar aanleiding van Nehemia 220, le ged., zingt de gemeente Ps. 89 1, 7 en 8. Nehemia gaf er zijn schitterende we reldlijke positie aan (hij was schenker bij den koning Artahsasta) om zijn volk, dat in nood zat, te helpen. Jeruzalem was verwoest, de tempel was een puinhoop, Nehemia zou heengaan om beiden te hel pen opbouwen. Ontzaglijke moeilijkheden moet hij eerst overwinnen. Hij wordt be spot en uitgelachen door zijn vijanden. „Wat is dit voor een ding dat gijliede" doet?" zoo vraagt men ironisch aan Ne hemia en dan antwoordt hij: „God van den hemel, die zal het ons doen gelukken, en wij zijne knechten zullen ons opmaken en bouwen". In die kracht is Nehemia's overwinning en zijn volk zal hem helpen, Spr. zal zich niet vermeten een verge lijking te maken tusschen het offer van Nehemia en het zijne, toch is er eenige overeenkomst. Bij spreker waren het niet zijn vijanden, die hem vroegen: „wat gaat gij doen?", maar zijn vrienden, zijn kerk gangers, de ambtsdragers en de kerke- raad. En dat is niet een vraag, die tot mij alleen gericht wordt zoo zegt spr. maar een, die tot u allen komt. Gij hebt mij beroepen. Wat is dit voor een werk? zoo vraagt spr. Waarom is er dit gebouw, waarom het bestuur van dezen kring, waarom die mannen en vrou wen, die zich gegeven hebben, met hart en ziel, aan dit werk? Daar is maar één antwoord op, en dat is: „Want niemand kan een ander fundament leggen dan Jezus Christus. Hij is de algenoegzame en eenige zaligmaker, in wien wij onze zaligheid bezitten. Hij het fundament, waarop wij voort kunnen bouwen. Niet de menschen, maar God in den hemel zal ons werk doen gelukken, en wij zijne knechten zullen ons opmaken en bouwen." Zooals Nehemia zich niet boven, maar naast zijn volk stelde, dat hem meehielp, zoo moet het met ons zijn. Samen moeten wij opbouwen de gemeente van Christus. Voor een predikant is het het meest ver lammend, waardoor alle energie kan ge dood worden, wanneer hij geen contact heeft met zijn gemeente, wanneer hij voelt alleen te staan in zijn strijd. Maar ontzag lijk bezielend is het als hij weet, dat ande ren meehelpen en opbouwen, wanneer hij zich gedragen weet door hét gebed van zijn gemeente. Van het gebed gaat een groote geeste lijke kracht uit van een gemeente. En zoo moet het zijn. Nadat door de gemeente gezongen is Gez. 50 1 en 4, richt spr. achtereenvol gens woorden van dank tot zijn vader en enkele andere aanwezige familieleden en tot zijn broer, die hem „op zoo broederlijke wijze" in zijn ambt hee t bevestigd. Hij brengt het evangelisatiebestuur dank voor het vertrouwen in hem gesteld en voor de vriendelijke ontvangst, bij zijn komst in de gemeente en hoopt, dat 'een innerlijke band, die Jezus Christus om de harten kan leggen, hen samen zal binden. Den heer Kamman (gem.-secretaris) brengt spr. dank voor zijn tegenwoordig heid, vervolgens dankt hij Ds. Damsté (Huisduinen) en Ds. Borgers èLuthersche Gemeente), in het bijzonder den eerste, die ■het consulentschap tijdens de vacature heeft waargenomen en zooveel voor de gemeente deed. Spr. hoopt, dat het orgelspel van den organist, den heer Graaf, mag medewer ken tot stichting van de gemeente en hij hoopt ook op de medewerking van den koster en de kosteres. Van de gemeente vraagt hij liefde en toegenegenheid. De heer Harms spreekt den nieuwen predikant daarna met een kort woord toe, waarin hij in de eerste plaats hem en zijn vrouw nog hartelijk welkom heet in Den Helder. Het karakter van de bewoners van Den Helder is het karakter van onze haven zoo zegt spr. wij ontvangen gaarne. En dan zonder twijfel u allereerst en allerliefst, omdat gij de ons van God geschonken leeraar en dienaar zijt. Onze verwachtingen waren hoog -en sterk ge spannen en wij hopen, dat wij, evenals u, daarin niet teleugesteld zullen worden. Spr. verzoekt de gemeente Ds. Hoek staande toe te zingen Ps. 134 :3: „Dat 's Heeren zegen op u daal'." Ds. Hoek dankt den heer Harms voor de gesproken woorden en hoopt, dat de wenschen in vervulling zullen gaan. Een zangkoortje, onder leiding van den heer C. v. d. Haagen, zingt den nieuwen predikant dan nog de zegenbede toe, waar na deze dienst door Ds. Hoek, met het wiens bruidje bij de inrichting van haar huis streeft naar intieme gezelligheid en daarbij blijk geeft Van praktischen zin. Zij weet. dat een goed verzorgde tafel de maaltijden tot feestelijke momenten in het huiselijk ieven maakt, dat een mooie en volledige collectie tafelzilver daarbij een eerste ver- eischte is. En toch zorgt zij ervoor hierin geen onnoodig kapitaal vast te leggen, want natuurlijk kiest zij Gero-zilver HAi-tsrrBA. Twee vliegbooten zetten den tocht naar Indië voort Blijkens bij bet departement van defen sie ontvangen telegram zijn de marine- vliegbooten D 21 en D 23 Zaterdagochtend 6 uur, ter voortzetting van de reis naar Ned.-Indië, van Bagdad naar Henjam ver trokken. Te Henjam aangekomen. Bij het departement van defensie is be richt ingekomen, dat de Dornier-Wall vliegbooten D 21 en D 23 Zaterdagmiddag te 3 u. 40 te Henjam zijn aangekomen. Naar Karachl. Hedenmorgen zijn de 2 vliegbooten van Bender-Abbas naar Karachi vertrokken. Het officieele bericht over het ongeluk bij Bagdad. Bij het departement van defensie is Za terdagochtend van den gezant te Londen het bericht ontvangen dat op 1 Mei van den aohtermotor van de D 22 eenige cylin- ders verwisseld waren en dat de officier vlieger Everts op 2 Mei ten 11 ure 15 min. v.m. voor een proefvlucht startte. Van den grond af te hooren liep de motor goed. Ten 11.35 v.m. botste het vliegtuig tegen de vlotbrug over de Ti-gris te Bag dad. Vermoedelijk doordien het tegen tele foondraden, welke over de rivier gespan nen waren, gevlogen was. Het vliegtuig landde normaal op het water, maar kwam door de nog zeer groote snelheid tegen de brug. Officier-vlieger Everts was op slag dood; sergeant Langeraar slechts licht gewond aan been en hoofd, maar het geheugen kwijt. Volgens den dokter is dit niet blijvend, maar zou hij na een dag weer geheel goed zijn. Korporaal Symons was Licht gewond aan de heup, overigens niets. De begrafenis van officier-vlieger Everts zou door de Royal Air Force met militair% eer geschieden. Langeraar en Symons zijn in het hospitaal en zullen per boot naar Indië vertrekken na geheel her stel. Luit Everts deed ztjn plicht tot het laatste. Na aankomst van de D 21 en D 23 te Hendjam wordt ons vandaar geseind: Het ongeval te Bagdad was uitsluitend hieraan te wijten, dat de piloot de tele graafdraden niet heeft gezien. Luitenant Everts heeft tot het laatste oogenblik zijn plicht gedaan en daardoor waarschijnlijk de levens der beide andere leden van de bemanning der D 22 gereed. Hij- is met volle militaire eer begraven op het kerkhof van het aerodrome te Hi- naidi. Alle officieren en manschappen van het aerodrome namen aan de plechtigheid deel. De kist was bedekt met de Neder- landsche vlag en er waren vele kransen. De mannen der Royal Air Force hebben prachtig geholpen. De bemanningen der D 21 en D 23 zijn diep onder den indruk van het ongeluk, maar zetten door. Deelname H.M. de Koningin- Moeder. Hare Majesteit de Koningin-Moeder heeft telegrafisch hare deelneming be tuigd aan Z.E. den1 Commandant der ma rine alhier met die aan de marine over komen rampen. Tevens heeft H.M. den Vice-Admiraal opgedragen hare deel neming te betuigen aan de nabestaanden van de beide omgekomen vliegers, van welke opdracht zich Z.E. Zaterdagmiddag heeft gekweten. Deelname uit het geheele land. De Vice-Admiraal, als-mede. de com mandant van he vliegkamp de Kooij, ont vangen uit alle oorden van het land brie ven en telegrammen van deelname in de ongevallen, welke de marine hebben ge troffen. EEN ONGELUKJE. Zaterdagmiddag te ongeveer 5 uur is de matroos le kl., bij het meren van een jacht HANDELSAVONDSCHOOL DER ALG. HELD. WINKELIERS VEREENIGIN G. Vrijdag had in de Handelsschool aan de Hoofdgracht, in tegenwoordigheid van bestuur en leeraren der school, de jaar- lijksche uitreiking plaats van de diploma's der 8- en 5-jarige cursussen door de leer lingen, die daarvoor in aanmerking kwa men. Vóór tot deze uitreiking werd over gegaan, werden de leerlingen door den voorzitter van het bestuur, den heer H. van Willigen, gelukgewenscht met het behaalde succes en werd door hem den wensch uitgesproken, waaraan eöhter niet werd getwijfeld, dat het thans door hen behaalde diploma hun te stade zou komen op hun verderen levensweg. Hij prees in hen hun ijver en wilskracht, noodig om gedurende zoo langen tijd na het vol voeren van hun dagtaak nog op de school banken plaats te nemen tot verruiming en vermeerdering van hun kennis. Hij mankte tevens, namens het bestuur, direc teur en leeraren, die eveneens na bet volbrengen van,hun dikwijls reeds moei lijken dagelijkschen arbeid zich met zoo veel lust en opgewektheid aan deze zeker niet gemakkelijke taak geven. Ook de directeur der school, de heer Zuidervliet, sprak een toepasselijk woord tot de scheidende leerlingen. Ook hij wenschte den leerlingen geluk met het behaalde diploma en zeide, dat hij dit te eerder kon doen, wijl in den laatsten tijd zich symptomen voordeden, die er op wezen, dat de jongelui, die in het bezit van een dezer diploma's waren, door de werkgevers hier ter plaatse en ook buiten de gemeente, meer dan vroeger werden begeerd als jeugdige arbeidskrachten in hun verschillende branches. Er is in de jaren, die achter ons liggen, wel eens moeite geweest om deze jongelui hier en elders geplaatst te krijgen, doch dank zij velerlei omstandigheden vertoont de plaats onzer inwoning een opleving in econo- mischen zin. De verruiming en de ver betering der verkeersmiddelen, de ver fraaiing der stad, niet het minst doen het verrrijzen van tal van nieuwe en fraaie winkels, de bloei van den bloem- bollenbandel in de naaste omgeving, dit alles kwam den handel ten goede, waar door meerdere jongelui in en buiten de gemeente een plaats konden vinden, ja, waarvoor bet zelfs moeilijk werd steeds aan de gevoelde behoefte aan jeugdige werkkrachten tegemoet te kunnen komen. Dit moest voor ouders en leerlingen een spoorslag zijn om van deze gunstige gele genheid, om hun kennis te verrijken, een ruim gebruik te maken. Tenslotte dankte hij ook bestuur en leeraren voor de aangename samenwer king, die steeds van beide zijden werd ondervonden. Na 't uitreiken van de diploma's,dankte eea der leerlingen van het oudste studie jaar in eenige welgekozen verwoordingen bestuur en leeraren voor het genoten onderwijs. Eind- en Overgangsexamens dier Handelsavondschool Bevorderd van de le naar de 2e klasse: G. H. Bakker, W. Bedorf, Fr. Bontes, houdgroep, laksch.), M. Hofland (N. Cor- resp. boekhoudgroep, Eng., Steno), M. Kaamer (laksch.) P. v. d. Kleijn (N. Gor- resp. boekhoudgroep, Eng.) J. Klut (laksch.), J. Rosloot (N. corresp. boek houdgroep, Eng., laksch.), J. Schellinger (laksch.), P. Swaters (N. Corresp. boek houdgroep), H, Tydeman (N. Corresp., Boekhoudgroep, Eng. laksch.), D. Veen (boekhoudgroep, lakseh.), N. Werner (N. Corresp., boekhoudgroep. Eng., laksch., steno). In den loop v. d. cursus is een type diploma uitgereikt aan G. v. Ballegooij, R. Klijn, W. Steilberg, A. v. Willigen, C. v. Asperen, J. Rosloot, M. Evelo, J. Rosloot, P. v. Wensem, A. Buis, C. Trap, P. Westenberg, M.v. Mierlo, J. de Vries, H. Sohenkius, J. Plooy, M. Kwast, J. Mlnneboo, P. Faassen de Heer, L. v. Mierlo (in volgorde van de datum). KAMERVERKIEZINGEN. Zondag had alhier de stemming plaats voor de verkiezing van candddaten der R.K. Staatspartij voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Deze stemming had in het geheele land plaats en daaraan kon worden deelgenomen door alle georgani seerde kiezers. Voor iedere groep moest zoowel een lid als plaatsvervanger wor den aangewezen. In deze gemeente namen ruim 300 kiezers aan deze stemming deed. De uitslag was als volgt: 1. Voor den kwaliteitszetel Handel, Nijver heid en Verkeer: J. Kamphui», Zaandam 63 31 Dr. L. G. Kortenhorst, Den Haag 31 63 4 stemmen van onwaarde. 94 94 2. Voor den kwaliteitszetel Vrouwen- belangen: Mevr. W. M. Bro-uns-van Besouw, Den Bosch Mej. A. Huttep, Utrecht. Mej. J. A. J. M. Meijer,'Rotterdam Mej. C. M. Post, Delft uitspreken van den zegen wordt gesloten, "hospitaal gebracht. J. Boomsluiter, C. Dusseldorp, I. Kerk- hoff, O. Koorn, J. Smit, H. Tiemes, J. Visser, Joh. ter Wal, niet bevorderd 4. Bevorderd van de 2e naar de 3e klasse: M. Amsterdam, D. Bezemer, N. v. Dijk, J. v. d. Graaf, W. Hulpusch, M. Kwinke- lenberg, S. Lak, G. Moses, G. Snor, J. Vossenberg, A. v. d. Vugt, niet bevor derd 5. Einddiploma voorbereidende 3 j. cursus verwiervenE. Bakker, A. Bot, L. Broek huizen, A. Dolstra, Th. Jacobs, R. Klein- bloesem, W. v. d. Kleijn, Kl. Lastdrager, M. Maas, M. Oosternijk, A. Snel, J. Valke nier, J. de Vries; bevorderd als vak leerling W. Steffens; geen diploma 3-j. cursus 3. Bevorderd van de 4e naar de 5e klasse: M. Kwast, J. de Kok, J. Landman, J. Minneboo, J. Nauta, N. v. Peperzeel, D. v. Suijlekom, niet bevorderd vier. Einddiploma 5-j. cursus verwierven A. v. Baaren (lakschilderen), A. Braaf van de Marine-jachtclub bekneld geraakt (Nederl. Corresp., boekhoudgroep), R. in een tros, waardoor de man zijn knie- Beuning (Nederl. Corresp., Eng., laksch., schijf bezeerde. Hij werd naar het Mar.- j steno), H. Gorter (lakseh.), D. Gras, 8 stemmen van onwaarde. 3. Voor den vrijen zetel: Ch. L. vari de Bilt, Haarlem F. Brussel, Den Haag G. Bulben, Voorhout Dr. C. A. M. Droog, Heemstede Jac. Groen Az., Zuidscharwoude L. A. Guit, Den Haag Mr. J. A. G. M. van Heltenberg Hubar, Rijswijk G. W. Kampschoer, Monster J. Th. v. <1. Laan, Zuilen Mr. A. J. M. Leesberg, Alkmaar Dr. H. W. E. Moller, Tilburg H. F. van Nuland, Schagen Dr. A. J. B. Oomen, Utrecht M. J. M. van Poll, Helmond Mr. C. P. M. de Romme, Amsterdam Jac Vos, Azn., Roosendaal 17 6 70 73 6 a 10 9a 92 285 1 18 X 8 a a ao 1 13 6 1 1 200 16 a 1 a 5 I X 4 294 294 Het voorste getal geeft het aantal stemmen voor lid aan en het achterste voor plaatsver vanger. UITSLAG VAN DE VERLOTING N. M. G. AFD. DEN HELDER. Prijzen vielen op onderstaande nummers: 31 79 157 302 331 410 469 502 534 551 696 930 976 1133 1205 1391 1434 1683 1705 1755 1796 1818 1839 1871 1893 1938 1989 De 48 81 177 303 388 415 470 511 535 567 724 941 979 1138 1219 1393 1466 1691 1708 1766 1797 1820 1844 1872 1896 1941 1990 50 56 62 68 70 74 92 119 130 133 151 152 181 185 188 212 220 294 306 310 320 322 328 329 345 354 355 356 386 399 422 426 438 451 468 465 471 472 475 481 483 499 517 520 527 528 630 532 536 538 541 542 545 549 573 579 599 637 681 688 732 735 737 741 907 912 944 952 954 967 970 975 988 993 997 1028 1033 1082 1143 1146 1148 1160 1180 1196 1220 1326 1371 1374 1377 1382 1397 1399 1401 1403 1414 1419 1474 1497 1513 1623 1630 1681 1693 1694 1696 1701 1702 1704 1712 1715 1726 1729 1741 1753 1770 1779 1782 1785 1788 1789 1798 1799 1800 1802 1803 1809 1821 1825 1828 1831 1837 1838 1849 1854 1857 1859 1861 1869 1874 1875 1876 1887 1889 1892 1899 1902 1905 1906 1908 1910 1943 1945 1947 1969 1974 1987 prijzen kunnen afgehaald worden a.s. Woensdag- en Zaterdagmiddag van 2 tot 5 uur, in het Clubhuis »Oostbatterjj« der Padvindsters. (Ingang achter de Kolensteeg). „DE FEE VAN DE BRON". Dalcroxe Kinder- en Melsjes- klasse Muziekschool „De Toon kunst". Twee vuurroode kabouters zaten mid den op het tooneel. Eigenlijk waren ze pages, maar dan toch kabouterig klein. De koning en de koningin stonden rondom de wieg en ze zongen dat het een lieve lust was. Maar twee volle coupletten Is een heele tijd en als je, page zijnde, als maar stil moet zitten in tegenwoordigheid van H.H. M.M., dan heb je een slechte beurt. Ik heb dat ook 's avonds in bed, als de slaap niet direct komt. Pas ben je met je rechterbeen klaar, of het linkeroor vraagt een beurt en als ook dat zijn portie heeft gehad, zit het midden op het hoofd, zoodat je onder het warme dek vandaan moet. Ik wil maar zeggen, dat de eene page begon te gapen, de ander zich ging krab ben. Want het roode mutsje, dat z'n leuk jongenskopje zoo aardig omlijstte, was warm, en zei niet reeds de groote Boer- haave: „Houd het hoofd koel en de voeten warm, dan kunt ge met alle artsen den draak steken"? Toen kwam het volk. Dat was in het blauw, de kleur der hope. En de kolen branders brachten een betooverd berke takje aan het pasgeboren prinsje, de ka bouters gaven een lantaarn. En de hoofd man der kabouters bleek bovendien een reuzenzanger te zijn ook. Dan de bronfee met haar goede gaven, en toen., brl we schrokken er allemaal vanl Het was Mies Denker zoo beweerden ze tenminste, (laksch.), M. Herkemij (N.Corresp., boek- maar ze kwam als booze fee, onder donder

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 9