- Populair Bijvoegsel van de KELDERSCHE COURANT, van ZATERDAG 18 MEI 1929. os.e- oe.8. os,o PINKSTEREN. THERMIET. „Dfervan is geen sprake het betreft ia dai geval iets van beteekenis en geen Heiligheid. Bij de huiszoeking is een HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT? Tob Nooli Hoekje. t Juttertje 312- (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). £T,f: 10,1. u Een verhaal van opoffering. egen het hek, dat de villa omringde stolen de haagrozen al in bloei.... een heil idooi en warm voorjaar was het. groote tuin was vol geur van serin- get en jasmijn cn vroege rozen. Op den aoltftrgrond stond het huis, en de blauwe rejer, die tot het dak begroeide, liet een wffiU i van gl; zend violette en geuren de tr ssen na; oeneden hangen. iSei breede man, op het fijne, witte grint waarvan de zon gouden plekken licht in schaduw wierp, voerde naar het hek. Dair stond de auto, nieuw en blauw glanzend, en Oyril Derrich, jong en knap in z; lichtgrijze stofjas, wuifde vroo- lijk tt;en de mooie jonge vrouw, die voor het hik stond. „NI Pinksteren kom ik je halen," zei hij. Morgens vroeg kom ik, en wij hlijvei den heeelen dag buitentot 'h avoids." Ze kwam langzaam naderbij. Heel jong eek ze nog, en heel tengermet haar gouden krullen en zachte viooltjes- log en „Philip kan me niet missen," zei ze jachtjes. „Ik kan niet.... ik mag niet." Hij was al op het punt om weg te ro eien, maar nu liet hy het stuur los, en net een sprong was hij uit de auto en aast haar. „Is het geen dwaasheid, dat te denkon, Iffie?" vroeg hij dringend. „Denk je wer- elijk dat Philip er iets van begrijpt at je bij hem bent of niet? Je weet wel eter, Effie? Waarom dan jezelf zoo'n önnoodige kwelling aan te doen?" Effie zweeg wanhopend, haar oogen vulden zich met tranen. Ze wist dat Cyril ;elijk had, dat Philip, haar ongelukkige jeesteszieke echtgenoot, er niet het min- te besef van hand of zij bij hem was of het. Zij dacht aan de donkere zoele zie- :uikamer, aan den langen stillen Zondag, len zij alleen zou moeten doorbrengen bi den zieke, die niets wist van alles en iéts verstonden hier was een ander voruitzicht, op een langen, blijden feest je emidden van de weelde der ontlui kende natuur. Haar hart klopte van verlangen, zij urfde de oogen niet opslaan uit angst at Oyril zou bemerken hoe zij streed. Maar hij voelde die toch. „Wees niet kinderachtig Effie," fluister- e hij. „Het is ontzettend voor Philip, naar hij is ongeneeseljjk ziek, en nooit :uUen je opofferingen van eenig vut zijn. Ln je bent nog jong en ik houd zooveel 'au je' Waarom zouden wij beiden onge- ukkig worden, zonder dat het hem iets lelpen kan? Waarom zouden wij onze eugd laten bedervenonze heerlijke eugd, die zoo spoedig voorbijgaat?" Effie's oogen waren vol tranen, als erktuigelijk strekte zij haar hand uit, ls om jeugd en lente en zonneschijn ast te houden. Oyril voelde, dat hij ge- onnen had, hij liet Effie los, en sprong de auto. Maar nog even boog hij zich ar haar over. ,Ik kom vroeg," zei hij innig. „Wij len naar heerlijke plekjes rijden, die ik twaar ik alleen naar toe wilde n. Ik weet dat je meegaat, Effie aiiers zou ik zoo gelukkig niet zijn. Een g^ikkig Pinksterfeest zal het zijn!" ij reed weg.... in een wolk van stof, die wegdwarrelde in het zonnige, lente- striende landschap. En Effie zag hem na, vol droefheid en toch vol verlangen naai geluk. e kort was het nog geleden, dat Phi lip tot haar gesproken had, zooals nu Oy ril deed. Toen behoefde ze geen twee strijd te voeren, toen kon zij met volle vrijheid genieten van het bloeiende voor jaar, den zonneschijn. Maar toen was de ziektfe van Philip gekomen. Een ongeluk, ,D «ook som in, bankpapier gevonden, aar zij die gestolen heeft, wil zij niet zggat. Daarom heb ik de opdracht in tern atiön in te winnen. Van u is dat geld zfcer niet afkomstig?" Hij keek onderzoekend van de moeder nar de dochter. Op beider gelaat teeken- cUzich groote schrik. hoeveel hoe groot is de som sta- mlde de dochter. Ik meen, dat de Inspecteur van veer- tit of vijftigduizend mark sprak", her- vate de detective aarzelend. „Naar het Siiijtit was die vrouw van plan daarmede JJelducht te nemen". Goede hemel, dat is ons geld'barstte jonge dame hevig verschrikt los. „Wij dden het bedrag los gemaakt om het hypotheek te zetten morgen komt de jr, met die.Wacht u een oogenblik, wil zien of het geld er nog is". een verdwaalde kogel uit een jachtge weer, die hem in het hoofd getroffen hadf Eerst scheen het zoo erg niet te zijn, de wond leek onbeduidend en genas snel. Maar iets in zijn hersenen scheen ge raakt te zijn, steeds doffer werd zijn geest, en na eenige maanden was hij geheel wezenloos, zonder te spreken of te begrij pen. En dit duurde nu reeds drie ja ren drie lange jaren. „Het kon beter worden, zeiden de dok toren. Maar het kon lang' duren, heel lang.en het zou een schat aan geduld, toewijding en opoffering vereischen. Langzaam en met gebogen hoofd liep Effie in de zonnige laan, die naar het huis voerdeen toch wist zij, dat haar liefde nog behoorde aan den armen zieke, die thans niets daarvan wist te waardee- ren. Als de verzoeken maar niet zoo groot* waren. Als niet zoovele lokstemmen haar wegriepen uit de sombere zieken kamer, en haar strijd zoo zwaar maakten! Met moede schreden sleepte zij zich de trap op ,naar de kamer, waar Philip lag. Het was er donker en koel en doodstil, dat was het voorschrift van de doktoren. maar bij het binnengaan was het Effie of zij een grafkelder binnenging.... het graf van haar liefde en haar geluk. Phi lip lag op een rustbed, zooals gewoonlijk, de oogen gesloten, het gezicht beweging loos, en zonder uitdrukking. „Philip!" fluisterde zij zachtjes. Hij bewoog zich niet. Geen teeken gaf hij, dat hij haar hoorde of begrepen, had. Zij nam zijn hand, die zwaar en onbeweeg lijk op het dek lag, maar hij scheen het niet te bemerken en slap viel de hand weer terug, toen Effie die losliet. Zfj keerde zich om. Haar oogen waren vol tranen, haar hart was vervuld van wanhoop en verlangen. „Ik kan het niet dragen," fluisterde ze. „Het is te zwaar, te zwaar." Pinksteren kwam, en toen Effie haar venster opende, zag ze hoe de zon was opgegaan, de hemel schitterde van licht, alles ademde frischheid, en morgenkoelte, Een heeriyke dag zou het worden. Een heeriyke dagOver een paar uur zou Cyril komen met zyn auto, en samen zouden zy ryden door de bloeien de dreven, over de koele boschwegen, uren en uren lang, den ganschen langen stralenden lentedag. Ze wist dat hy van haar hield. En dat een nieuw en jong geluk haar wachtte, als zy wilde, nu het vroegere groote geluk voor altyd voorbq was. Zy moest vroo- iyk zyn, zich gelukkig voelen. „En juist, dat kan ik niet," dacht zy „Ik ben niet gelukkig, ik voel my ramp zalig. Waarom toch?" Was het geen dwaasheid, het geluk niet te grypen nu het zich aanbood? Was liet g n-misdaad het leven op te offeren aan een herinneringaan iets wat nooit terugkeeren zou? Effie dwong zichzelf tot opgeruimdheid. Heel zorgvuldig wilde zy zich kleeden, zooals het betaamde voor een feestdag als dezen. Zy kapte het goudblonde haar, dat in tal van kleine, speelsche krulletjes haar voorhoofd en haar blozend gezichtje omlijstte. Een nieuwe japon trok ze aan en om haar hoofd sloeg zy een witten autosjaal, dien zy op zijde met een paar rozenknopjes vasthechtte. Zoo, nu zou het wel goed zyn, nu paste ze by den mooien lentestralenden feestdag. Zich dwingend tot een glimlach ,trad zy voor den spie gel. Maar zy schrok plotseling, toen ze haar beeld daarin weerkaatst zag. Ge leek zy nu niet schrikwekkend veel op, zooals zy er een anderen dag had uitge zien? Toen was het ook een jonge, zon nige lentedag geweest in een witte japon met een witten sluier, en toen had zy kunnen lachen, vroolyk en van harte, en was gelukkig geweest. Nu scheen het haar byna of die dag was teruggekeerd. Ademloos ijlde ze naar de deur der zy- kamer, die zy haastig achter zich dicht trok. De detective was haar echter met een sprong gevolgd, terwijl de andere^ be ambte de verschrikt opspringende moe der, die den vreemdeling terughouden wilde, den weg versperde. De zykamer was een slaapvertrek en toen de detective de deur zacht opende, zag hy de jonge dame op een stoel staan voor een schilderij met vergulde lijst, die zy met de eene hand oplichtte. Zy liet ze echter dadeiyk weer vallen toen zy de schreden van den indringer vernam. „Wat durft u, ga heen", riep zy bevend van toorn. De detective zag haar ernstig aan en antwoordde: „Myn verdenking was dus juist! Het geld is hierU is mede plichtig aan den diefstal. U is myn ge vangene, juffrouw Malsch en uw moeder eveneens. Veroorloof my de vyftigduizend mark van den heer Spangier in bewaring te nemen". Doodsbleek zonk het meisje op een stoel neer en liet hem begaan. Vlug sprong hij op den stoel, lichtte het schilderij op en klopte met de knokken op het behang selpapier. Zooals hü verwachtte klonk het op één plaats hol. Nu keek hy nauwkeurig en bemerkte, dat een vierhoekig stuk van het behangsel ter grootte van een boek in octavo formaat er in gezet was. Met een mes peuterde hy het er zorgvuldig uit. Op een houten raam gespannen en zorg- Zy kon zloh verbeelden, dat zfj weer het vrooiyk feestrumoer in huls hoorde en dat Philip beneden op haar wachtte. Zy doorleefde weer den rit naar de kerk, onder de bloesemende sneeuw der bloeiende vruchtboomen. Zy dacht aan haar belofte van trouw te zullen biyven in zorg en tegenspoed, in ziekte en dood. Hoe gelukkig waren zy geweest samen! Hoe had ze hem liefgehad in die paar heeriyke jaren! Was het mogeiyk, dat die liefde thanB gestorven was en vergaan tot asch? Dat zy wyken kon van zyn ziek bed en een nieuw geluk kon zoeken met een ander? Zy wist, dat het niet zoo was. En zy maakte de sluier Iob en de rozenknopjes en borg alles wegwant zy zou dien dag niet uitgaan. En toen Cyril kwam met zyn auto, moest hy hooren dat Effie niet meegingwant zy was in de donkere stille ziekenkamer by haar echtgenoot, en zy fluisterde hem stille woorden toe van liefde en trouwofschoon zy dacht, dat hy ze niet begrijpen zou Maar toen gebeurde het wonder. Toen de auto wegreed, toen het laatste geluid van den motor in de verte wegstierf, zag Effie, hoe Philip plotseling de oogen op sloeg. En zy zag herkenning daarin, een blik van vage, verre herinnering, en een schaduw van een glimlach kwam om den mond. Dat was het, waarvan de dokters ge sproken hadden, dat was het begin van het herstel, alleen mogeiyk door veel ge duld, door eindelooze liefde en opoffering. „Pinksteren!" fluisterde zy ten zeerste aangedaan. Godsdienst en Wetenschap. Er kan geen twyfel bestaan of de uni- verseele godsdienst der toekomst zal op de wetenschap zyn gegrondvest. Flammarion. Op den laagsten trap. Sommige menschen geven zich niet met hun kinderen af om de eenvoudige reden dat ze niemand kunnen vinden die min der is dan zy zelf. Life. Millloenen de lucht ln. Het afgeloopen jaar gaf Frankrijk aan tabak 1.555.000.000 francs uit, dat is voor 4.260.000 francs per dag. In 1913 lever de de verkoop v. tabak slechts 542.000.000 francs op. Journal. Bioscoop als belegging. De bioscoop is, naar wy hooren een goede geldbelegging. Ze is we moes ten dat beter weten een noodlottige belegging in ieder ander opzicht Gordon Graig ln The English Revue. Cretonne voor Damesjaponnen. Drie meter cretonne, 80 centimeter breed en twee en een halve meter 90 cen timeter breed, een paar steken, een hals opening en de dame is gekleed en gereed om overal te verschynen, voor2.80. The Star. Dat ls een andere vraag. Zeker, gaf Briand toe, toen men het ln zyn tegenwoordigheid eens had over de door de Grieken behaalde overwinning op de Turken, zeker, ze zyn te Eski-Sjehir. Het is bewonderenswaardig. Maar zoudt u hen daar gezelschap willen houden? Dat is de heele kwestie! Aux Ecoutes. Het was tegeiyk gekookt. Een papegaai die in Engeland al 33 jaar het eigendom is van een particulier te Shrewsburry, heeft dezer dagen zyn bezitter ten zeerste verbaasd door plotse ling een ei te leggen. De vogel is afkom stig uit West-Afrika. Men vermoedt dat de warmte iets met deze romantische ver rassing te maken heeft. Persbericht Onverstandige onders. Ouders, die er groot op gaan, dat hun drie-jarig kind reeds alles mee eet en vuldig ingepakt, sloot het een vierkant- hoekige opening in den muur, waarin zich een brieventasch bevond, die de detective er uitnam. Een blik er in* „Ge vonden" riep hy, „en nu naar Spangier". Moedér en dochter, die weenend hun deel aan de misdaad bekenden, met de verontschuldiging door Spangier te zyn overgehaald, om het geld te bewaren, wer den ln een rijtuig naar *t politiebureau gebracht Polzig echter snelde met twee beambten ln burgerkleoding naar Spangier. De beide mannen liet hy buiten de deur staan. Spangier stond in het kantoor achter zyn lessenaar. „Wel mynheer Polzig", riep hU, „wat brengt u voor goed nieuws". De detective overzag met een blik den toestand. Uit het kantoor waar Spangier stond, was maar een uitgang naar de voorste vertrekken. De vensters waren niet gevaariyk, daar men op de 1ste etage was. „Ik ben zeer gelukkig, u het verlorene terug te kunnen brengen", antwoordde hy lakonisoh, terwyi hy den brieventasch op den lessenaar legde. Het gelaat van den agent vertrok, en werd aschgrauw. Met een doodeUjken angst in zijn blik staarde hy den beambte aan. „Gevangen", riep Polzig met ernst en nadruk en vatte met yzeren greep zyn drinkt, bewyzen daardoor hun onbekend heid met de meest gewone etechen der opvoeding. Melk la het hoofdvoedsel voor kinderen; verder pappen, llchtverteerbare groenten, gestoofd fruit en heel rfjpe vruchten. Tydsohr. van Ouders en Opvoeders. De droomen der jonge meisje*. Ze hebben een groote verandering on dergaan Binds de dagen van Musset De ridder die nu hare gedaohten bezig houdt ls de goede jongen met een flink gespekte beurs, die ze kan tracteeren op thee van twintig francs per kopje en die ze meeneemt naar restaurants waar de nota een bedrag bereikt dat met vier cy- fers wordt geschreven. Crl de Paris. Laat de kinderen lezen. De stad New-York is het grootste cen trum van lezende kinderen, wat het trou wens al reeds een kwart eeuw lang is ge weest. Er wordt geen enkele openbare leesbibliotheek gebouwd, of men houdt rekening met de kinderen. In elke kin derleeszaal vindt men tafels en stoelen, die op de kleine gasten berekend zyn en de boekenplanken worden zoo laag aan gebracht, dat de kinderen gemakkeiyk kunnen vinden wat van hun gading ia De dwazen aan zee. Er zyn menschen, die naar badplaat sen gaan en daar 's ochtends paardrijden en daarna zwemmen en dan naar een mu ziekuitvoering van het casino gaan en dan uitvoerig lunchen en dan even op het strand zitten en dan tango-teeën en daar na zich verkleeden en dan weer uitvoe rig eten en vervolgens een heel concert of zoo iets meemaken en daarna nog in een bar zitten of baccarat (ik bedoel na- tuuriyk een buitenlandsche badplaats) gaan spelen die daartusschen door naar bals gaan en naar wedrennen en duiven- schieten en polo te paard spelen. Nw. Courant Bewys van goeden smaak. Volgens de laatste volkstelling zyn er in Engeland twee millioen vrouwen meer dan mannen. Twee millioen oude vrij sters! Dat bewyst héél wat, al was het al leen maar dat de Engelschen blijk begin nen te geven van een beteren smaak. Candide in Aux Ecoutes. ZOOALS JE HEBBEN KAN. Marietje was een meisje En Karei was een, man, Ze ginsen dikwijls wand'len, Zooals je hebben kan. Zij hield veel van de sterren, Hij vond' er niet veel an, Dan werd' ze heel verdrietig, Zooals je hebben kan. Hij rookte veel piraatje* Van Kyriazi Kh&n, Dat was niet goed voor 't zoenen, Zooals je hebben kan. Dan zei ze; Hè, wat vreeslijk, Waar komt die lucht toch van? En 't werd een1 erg slap zoentje, Zooals je hebben kan. Hij nam te groote passen, De passen van een man', Zij moest in looppas tripp'len, Zooals je hebben kan. Hij vond het heele leven Een akelige pan, Dan ging ze in stilte grienen. Zooals je hebben kan. Toen deed hem al haar kwijnen Den brui er geven van, Hij schreef haar een koud briefje, Zooals je hebben kan. Nu rookt-ie in' zijn eentje Van Kyriazi Khan, En zij 'ïeeft bleeke wangen, Zooals je hebben kan. J. Brouwer. arm. De lafaard bood niet den minsten tegenstand. Met een klaagiyk gezicht liet hy zich de handboeien aandoen; een half uur later stond hy voor den commis saris en legde, over gansch zyn lichaam bevende een volledige bekentenis af. Het was alles zooals de detective het zich gedacht had. Spangier was reeds 'n jaar tevoren op 't schurkachtige denk beeld gekomen dat hy nu uitgevoerd had. Het geheele jaar door dacht hy daarover. Een inbraak waarvan hy in de courant las, vestigde zyn aandacht op de nieuwe gemakkeiyk verkrijgbare stof Thermiet, om yzer te smelten. Hy besloot die voor zyn doel aan te wenden en schafte zich een aantal werken aan om zich over die stof en haar gebruik te laten onderrioh- ten. Iedere bijzonderheid van die gewaan de inbraak bereidde hy op de meest ge raffineerde wyze voor. Op zyn gemak be gon hy Zondagsnamiddags- met de opera tie en bracht nog denzelfden avond de gestolen papleren en gelden by zyn ver loofde, die hy met haar moeder voor het plan gewonnen had. In den nacht legde hy de laatste hand aan het werk, door naar beneden te slui pen en de buitendeur van het kantoor te openen. Nu kon de bediende komen en de geruchtmakende Inbraak ontdekken. De aandeelen had hy werkeiyk, om de verdenking tegen Gowel te versterken, 's avonds ln de nabijheid van diens woning op een geschikte plaats neergelegd. Hij WEES UZELF! Wees uzelf, zei lk tot Iemand, Maar hy kon niet, hy was niemand. De Geneste! Onszelf zyn. Ja, goed, laten we het eens even probeeren. Maar waar ls dat onszelf hoe ziet het er uit, waar ls in den chaos, die ln ons heerscht, ons zelf gebleven? En misschien zullen we de Genestet zuchtend geUjk geven: nee, wy zyn werkeiyk niemand. De moderne tooneelschryver Piran- dello, die meeeteriyk de kunst verstaat zyn philosofische ideeën te dramatisee- ren, laat ons ln byna al zyn stukken zien hoe versnipperd en karakterloos we zyn, zoo tegen den één, zoo tegen den ander, elk uur, elke minuut weer anders. Hy laat ons ook zien, hoe verbazingwek kend meestal de indruk is, dien we op anderen maken! Ieder ziet ons op zyn eigen manier, door zyn eigen oogen. Den indruk, dien wy wenschen en denken te maken, we maken hem byna nooit. Al de inspanning is voor niets. De uit werking is averechtsch. En wyzelf raken hoe langer hoe meer verward in de vele personen, die we beurt om beurt voor stellen. Laten we liever probeeren onszelf te zijn, alle opgeschroefdheid en onwaar heid ter zijde zetten. De indruk, dien we dan op de menschen zullen maken, zal misschien nog verkeerd biyven, wy weten tenminste zelf waar wy ons aan te houden hebben. Wees Uzelf en bekommer u verder niet over den indruk, dien u maakt. Dien indruk hebt ge niet in uw macht. Hy hangt samen met de gees tesgesteldheid van anderen. Wees eeriyk, doe u niet beter voor, dan u bent, schaam u niet over uw gebreken. Wij hebben ze allemaal. Niemand zal ooit gelooven, dat ge feilloos zyt. Probeer u van alle franje en aanstel lerij te ontdoen, vraag niet te veel naar het oordeel van de wereld. Ga uw eigen weg. Tien tegen één, dat het oordeel van anderen over u gunstiger zal worden. En zeker zult ge er zelf by winnen aan evenwicht en rust. En dan zult ge toch ook wel ontdekken, dat er onder den chaos van maniertjes en ydelheidjes, toch iets anders leefde, iets, wat ge nu bezig zyt tot ontwikke ling te brenegen. Dan ontdekt ge, dat ge toch wel iemand zyt, iemand met veel fouten en gebreken, maar toch een per- sooniykheid. Een persoonlijkheid, die zich alleen ontwikkelen kan in het volle licht en die ten ondergaat, zoodra ze verstopt wordt onder alerlei frases en houdingen. Dr. JOS. DE COOK. Denker te H. Gy vraagt ons, wie goed is en wy antwoorden u „niemand". Soms lijken menschen goed, maar zyn ze 't dan ook in werkeiykheid? Zy zyn edel in daden en woorden, zy denken meer aan anderen, dan aan zichzelf. Maar wij kunnen niet in hun hart lezen. Als zij eerlijk zyn, zullen ze dadeiyk toegeven, dat het daar soms verre van mooi uit ziet, dat daar dlkwyis een groote strijd wordt gestreden: de strijd tusschen goed en kwaad. Heusch, ze zyn niet zoover boven u verheven. Gy behoeft u niet wanhopig te gevoelen by hun volmaakt heid. Zy zyn ook niet volmaakt, maar zy streven naar het goede. Multatuli heeft gezegd: „Goed zyn is: streven naar goed zyn." Verzonden brieven: K. H. te H.; Moeder te H.; Winkelier te H; Mej. G. te N. Voor de lezers van ons blad geeft onze psychologische medewerker Dr. Jos. de Oock, van Merlenstraat 120, 's-Graven- hage gratis zielkundige adviezen, oon. over de wyze waarop zy hun geest kun nen verfrisschen en hun wilskracht en energie kunnen versterken. De vragen worden geregeld in dit blad behandeld. Mochten de beantwoordingen te uitvoerig worden dan direct schrifte lijk aan de aanvragers. Zeg eens kellner, er ligt hier een haar op myn bord en ik geloof niet dat het van my is. Hoeveel haren had U toen U bin nenkwam, mynheer? hoopte stellig, dat de slotenmaker ver oordeeld zou worden. Zijn plannen, na de uitvoering van de misdaad, waarvan zyn arme moeder niet het geringste vermoeden had, waren de volgende: Zoodra de hoop op het teruggeven van het geld verdwenen zou zyn, daoht hy zich bankroet te doen verklaren. Men kon toch onmogelijk vergen, dat hy levenslang voor de terugbetaling van de som zou werken. De enkele duizenden die zyn ver mogen en Inventaris bedroegen, zou hy met genoegen opofferen om de vijftig duizend mark daarvoor te krijgen. Ida Malsch was eerst kort geleden met haar moeder uit Maagdenburg, waar 'rfj haar verloofde had leeren kennen naar Beriyn gekomen en daar Spangier toen reeds met zyn plan rondliep, kwamen *y overeen hun verloving geheim te houden. Ida zou met de vyftigduizend mark voor uit gaan naar New-York, waarheen hij haar na afwikkeling der zaken zou VOlgen en daarom had haar moeder de huur harer woning reeds opgezegd. Het Is te begrilpen, dat Polzig, die door zijn scherpzinnigheid den sluwen bedrie ger ontmaskerd had en de Bank, door Spangier vertegenwoordigd, weer aan haar geld geholpen had, een rijke beloo ning ontving. Spangier echter ging voor vele jaren het tuchthuis ln. Het hoofdstuk Thermiet had hem verraden. EINDE.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 15