Radiografisch Weerbericht
Pensioenen.
Onderwijs.
cursus.
Wegenbelasting.
Samenwerking gemeenten.
Legesverordening.
Water- en LlchtbedrQven.
Onderwijs.
Gegrootlng.
Benoeming.
Reclame.
Langs de straat.
EEN KIND VERDRONKEN.
DE HEER SCHOEFFELENBERGER,
HET KEGELHUIS EN DE POEDEL.
Wieringen.
DE ANSJOVISVISSCHERIJ.
Den Oever.
NIEUWE R.K. KERK.
SLACHTOFFER VAN HET VERKEER
Schagen.
MARKTO VERZICHT.
Marineberichten.
HR. MS. „HEEM8KERCK".
VAARPLAN HR. MS. „VULCANU8".
Legerberichten.
weging de verordening te wijzigen en ijs-
feesten niet te belasten.
De Voorzitter merkt op, dat er een
misverstand bestaat. Niet het schaatsen
rijden is belast, en als de vereeniging
geen entrée had geheven, zou de ge
meente geen vermakelijkheidsbelasting
heffen. Maar misschien is er wel iets op
te vinden. Spr. geeft den heer Schoeffe
lenberger in overweging zijn voorstel in
te trekken.
De heer De Zwart merkt op, dat
diens voorstel in strijd is met de wet, en
dus niet kan worden aangenomen. Overi
gens belast men niet de sport, maar de
vermakelijkheid, zooals voetbal, waar
entrée geheven wordt, e.d. Het eenige
wat de vereeniging doen kan, is haar con
tributie verhoogen, waardoor de entrée
vervallen kan.
De Voorzitter: Bovendien zouden,
als wij toegaven, ook dansclubs e.d. ko
men met eenzelfde verzoek.
De heer Schoeffelenberger
merkt op, dat de IJsclub ook reeds belas
ting heeft betaald over haar contributie-
gelden.
De heer Grunwald wijst op de be
langrijke kosten, die de IJsclub heeft ge
maakt.
De heer Biersteker vraagt of met
het oog op de buitengewone aangelegen
heid van dezen strengen winter niet kan
worden overwogen de IJsclub alsnog in
den vorm van een subsidie haar gelden
te restitueeren.
Dit zal nader worden overwogen, waar
na het voorstel wordt aangenomen.
Voorstel om afwijzend te beschikken op
het adres van J. P. Hoving om verhooging
van zijn pensioen.
Held. Crt. 14 Mei.
De heer Schoeffelenberger zet
uitvoerig den gang van zaken betreffen
de de pensioneering van den heer Ho
ving uiteen. Naar spr. meening heeft hij
recht op zijn volle pensioen.
De heer Van Dam vraagt of de con
clusie van B. en W. anders zou zijn ge
weest indien Hoving niet op eigen ver
zoek ware gepensioneerd, doch ware af
gevoerd.
De heer E ij 1 d e r s merkt op, dat het
geen thans door den heer Schoeffelenber
ger wordt aangevoerd, de lezing van Ho
ving zelf is. De bijlage is volkomen in
orde, njaar spr. heeft aan Hoving ge
vraagd of hij hem schriftelijke bewijzen
kan geven van de hem gedane toezeggin
gen door burgemeester Houwing en den
commissaris van politie. Is deze zaak in
het College geweest en is toen tegen
Hoving gezegd, dat hij moest heengaan?
Dat hij anders afgekeurd zou worden? Hij
werd niet afgekeurd, maar er is toch
tegen hem gezegd: ga nu maar, je pen
sioen komt in orde.
De heer Smits: Het is een eigenaar
dige kwestie, die hier op verschillende
wijzen naar voren wordt gebracht. Maar
de bijlage is accoord. Er zijn hem toezeg
gingen gedaan, maar tevens ook is hij
gewaarschuwd. Als de Raad aan het ver
zoek van Hoving voldoet, uit welke gel
den moet dit dan worden betaald? En wat
zal het College mogen doen als de Raad
gunstig beslist? Het is zaak, dat ons dit
vóór de stemming medegedeeld wordt.
De heer D e N ij s kan zich vereenigen
met wat in de bijlage staat. Door de Pen
sioenwet 1922 was men van allerlei toe
slagen enz. af en de gemeente kan op
geen enkelen grond aanvulling op het
pensioen geven. Kon het wel, wij zouden
de eersten zijn om er voor te zijn.
De heer De Zwart merkt op, dat er
een misverstand heerscht ten opzichte
van het betalen eener premie op inkoop
van een pensioen. Pensioen krijgt men
eerst, als men aan de daarvoor in de wet
gestelde eischen voldoet. Stortingen kun
nen alleen een pensioen verhoogen.
Hoving heeft in 1925 voldoen aan de
eischen van de Pensioenwet, maar niet
aan die van de gemeente voor toeslag.
Hij verkreeg dus alleen recht op pensioen
zonder toeslag.
Vraag Van Dam. Tusschen gevraagd
ontslag of afvloeiing bestaat ten opzichte
van het pensioen geen verschil.
Opmerkingen Eylders. Van eenige toe
zegging weet spr. niets, maar de heer
mits heeft het al weersproken, door er
op te wijzen, dat aan Hoving ook waar
schuwingen zijn gedaan omtrent de on
waarschijnlijkheid eener inwilliging
daarvan.
Vraag Smits. Er zou dan aan Hoving
een toelage uit de gemeentekas worden
gegeven, die de Pensioenraad aanstonds
zou annexeeren en van het pensioen af
trekken.
De heer Van Breda deelt mede, dat
hem van toezeggingen door burgemees
ter ^Houwing aan Hoving niets bekend is.
De heer Schoeffelenberger:
Als het waar is, dat Hoving een wenk
heeft gekregen om heen te gaan, is het
de plicht der gemeente hem een toeslag
te geven. s
De heer Van Dam constateert een
leemte in de gemeentelijke verordening,
die niet aansluit op de rijksregeling. Wij
hebben bepalingen opgenomen, die niet
zijn uit te voeren; op die manier kan men
door gedwongen afvloeiing een voordeel
ontgaan.
De heer De Zwart: Inderdaad. De
gemeentelijke verordening was er eerder
dan de rijksregeling. Maar de Pensioen
wet is juist gemaakt om aan onbillijk
heden en toeslagregelingen te ontkomen
en wij mogen daarin geen verandering
brengen.
Het voorstel van B. en W. wordt ver
volgens aangenomen.
Voorstel tot toekenning van een subsi
die voor den landbouwcursus te< Koegras
voor het cursusjaar 1996—1999 en tot het
goedkeuren van de beschikbaarstelling
van een lokaal van school no. 1 voor dien
Held. Crt 21 MeL
De heer Monhemius juicht dit voor
stel toe en spreekt er zijn waardeering
over uit. Spr. zou dit ook gaarne voor een
volgend jaar zien toegekend.
Aangenomen.
Voorstel tot vaststelling van het 5e
suppletoir-kohier der Wegenbelasting,
belastingjaar 1928.
Bij acclamatie aangenomen.
Voorstel tot het vragen van machtiging
tot het aangaan van een gemeenschappe
lijke regeling met de gemeente Callants-
oog met betrekking tot het bezoeken van
kinderen uit Callantsoog van de openbare
school no. 1.
Held. Crt 21 Mei.
Alsvoren.
Voorstel tot wijziging der Verordening
op de heffing van rechten wegens ver
richtingen ter Secretarie, van den Amb
tenaar van den Burgerlijken Stand of ten
kantore van den Commissaris van Politie.
Held. Crt. 21 Mei.
Alsvoren.
De Voorzitter stelt thans aan de orde:
W onlngstlchtlng.
Voorstel tot het verleenen van een voor
schot aan de Woningstichting voor den
bouw van 106 woningen in het Tuindorp.
Held. Crt. 21 Mei.
Daar het intussohen 11 uur Is gewor
den, klinken protesten uit den Raad op
en verzoeken om de vergadering te ver
dagen.
De Voorzitter merkt op, dat bij
deze bijlage nogal haast is en de Raad het
aan zichzelf te wijten heeft, dat hij zoo
veel tijd verloren heeft met ellenlange
discussies. Op het oogenblik kan de ge
meente betrekkelijk goedkoop geld krij
gen. Het punt komt dus aan de orde.
De heer V a n O s merkt op, dat in de
bijlage gezegd wordt, dat in de Comm.
van Bijstand voor het Grondbedrijf de
meeningen verdeeld zijn omtrent dit
bouwplan. De gronden waarop die ver
deeldheid berust, worden evenwel niet
medegedeeld. Een goed jaar geleden is
een onderzoek ingesteld betreffende de
noodzakelijkheid dezer woningen, waar
uit bleek, dat er tenslotte maar weinig
overbleven, die noodig waren. Overal
wordt thans in de gemeente gebouwd,
weliswaar zijn dat niet de huizen van
Volkshuisvesting, maar niettemin is het
heel eigenaardig. Het aantal inwoners
gaat niet vooruit en toch wordt er voort
durend gebouwd. En juist in het Tuin
dorp staan vele woningen leeg. Deze door
spr. aangevoerde bezwaren zijn niet ad
notam genomen, Volkshuisvesting blijft
maar volhouden, dat de woningen noodig
zijn. Spr. is voorstander van het oprui
men van krotwoningen, maar dat berei
ken we met dit plan niet.
Spr. zou het betreuren als het plan werd
aangenomen. Laat men voorloopig een
46-tal woningen zetten, zegt spr., mocht
na een jaar blijken, dat er meer noodig
zijn, dan kunnen wij altijd nog zien. Nu
spreekt de heer De Zwart ervan, dat het
geld duurder wordt, maar het gevolg van
de aanvaarding van dit plan zal zijn, dat
men geen arbeiders krijgt en de bouw dus
duurder wordt.
De heer Monnemius meent, dat er
te veel krotwoningen zijn en spr. heeft
daarnaar een onderzoek ingesteld. Van
daag nog is aan spr. van particuliere zijde
verzekerd, dat er weder een 50-tal wonin
gen bijgebouwd zullen worden. Maar het
is niet gemakkelijk een goede statistiek
te verkrijgen betreffende woningen, om
daaruit de behoefte af te leiden. Spr. wil,
alvorens zijn stem aan dit plan te geven,
de zekerheid hebben, dat de menschen,
voor wie de huizen bestemd zijn, er ook
inderdaad inkomen. De huur lijkt spr. te
laag voor wat men ervoor krijgt. Indien
er inderdaad menschen inkomen met
lage inkomens, is dit volstrekt geen be
zwaar, maar het moeilijke is dat te onder
zoeken.
De reserve woningen, die een gemeente
moet hebben, behooren verdeeld te zijn
over alle categorieën van huur. Op al deze
gronden vindt ook spr. het beter eerst te
beginnen met een 46-tal, ook al omdat ér
zooveel metselaars tekort zijn en hun loo-
nen hoog. Door verdeeling zal er ook
voor het volgend jaar werk gewaarborgd
zijn. Spr. zet voorts uiteen, dat de 106
woningen z.i. wel noodig zijn. Het onder
houd der woningen van de Woningstich
ting is slecht. De strop kon nooit groot
zijn voor de gemeente, als men thans
bouwt, maar met het oog op de onzekere
toekomst der gemeente, is het beter den
bouw te verdoelen. Het particulier initia
tief bouwt thans huizen van 4.—. Zijn
er ook onder van minder huurprijs,
vraagt spr.
Resumeerende verklaart spr. voorstan
der te zijn van het bouwplan, mits over
eenige jaren verdeeld, terwijl hij voorts
voorstelt wat meer aan de bestaande en
geëxploiteerde woningen te besteden.
De heer Biersteker stelt, wegens
het vergevorderde uur, voor, de verdere
discussies te verdagen, te meer, daar de
heer Van Loo nog comité generaal heeft
aangevraagd.
Nog worden behandeld:
Voorstel tot wijziging der Voorwaarden
voor aanleg van water-, gas- en electrici-
teitsaanslultlng.
Held. Crt 21 MeL
Zonder discussie of stemming aange
nomen.
Het voorstel betreffende de vrijstelling
van Wegenbelasting voor de 8e Emma-
dwarsstraat wordt aangehouden.
De heer D e Z w a r t merkt op, dat den
vorigen keer al individueele verzoeken
verworpen zijn door den Raad.
Eervol ontslag wordt verleend aan
mevrouw E. J. van der Hulst-Tates als
onderwijzeres aan school 3, alsmede aan
F. W. K. de Klerk als leeraar aan de
Avondvakteekenschool.
Eenige af- en overschrijvingen dienst
1928 worden aangenomen.
Tot lid van de Commissie tot voorlich
ting bij beroepskeuze wordt benoemd de
heer E. J. Bok.
Eveneens wordt besloten bij H. M. de
Koningin in beroep te gaan omtrent eene
beslissing inzake inkomstenbelasting van
J. Wols.
De overige agenda, alsmede de verdere
beraadslagingen omtrent het voorstel be-
treffenden den woningbouw, worden ver
daagd tot Donderdagavond a.s.
De Raad gaat hierop in comité-generaal
op verzoek van den heer Van Loo.
Een kleine hummel van een jaar of vier
had aangifte gedaan, dat een van zijn
vriendjes, Keesjete water was geval
len en niet meer boven was gekomen. De
politie weid met deze medeueeling, Jour
een bewoner van de Loodsgraoht, waar uit
droevige ongeluk zou hebben plaats gehad,
op de hoogte gesteld. Het leek wel zeer
onwaarschijnlijk, dat op klaarlichten dag,
in een gracht, waarlangs aan beide kanten
veel passage is, een kind verdronken zou
zijn, zonder dat dit opgemerkt was, doch
de politie had slechts rekening te houden
met de mogelijkheid van het ongeluk en
toog dus op onderzoek uit. In een vlet,
bemand met een agent, een gemeente
werkman en een roeier, werd het kanaal
afgedregd.
Langs den walkant stond het vol nieuws
gierigen, aan beide kanten verdrongen de
menschen zioh en een agent had hander
vol werk, om althans de brug vrij te hou
den voor het verkeer. Een huivering door
liep den toeschouwers, als de dreg werd
bovengehaald. Doch steeds tevergeefs. He:
aantal belangstellenden groeide aan, hel
medelijden was algemeen en moeders trok
ken hun kinderen dichter tegen zich aan,
Als een loopend vuurtje verspreidde zich
het bericht door de stad en zoo had het
spoedig den vader bereikt van het be
trokken kindje.
In overspannen toestand kwam de vadei
naar de vermeende plaats des onheils. Hij
wilde te water om zijn Keesje te redden.
Door burgers en agenten moest hij worden
tegengehouden. Nerveus en gejaagd liep
de man langs den waterkant, nu weer hier,
dan weer daar en telkens wilde hij de don
kere gracht induiken, om zijn jongen eruit
te halen. Ook de moeder van Keesje kwam
naar den Kanaalweg. Een onvoorzichtige
buurvrouw had haar zeker het ongeluk
verteld. Met een nog kleinere dreumes op
haar arm zocht ze haar man, vroeg met
angstige oogen of het waar was. „Ga jij nu
maar weg, ze weten het nog niet", troostte
de vader, en vriendelijke menschen namer
haar mee.
Toen gebeurde het wonder. Plotseling
had ie Keesje gevonden en kwam hij ui
de menschenmassa met het blonde kereltje
op zijn arm te voorschijn, terwijl hij he
ventje knuffelde en overlaadde met blijde
woordjes en hem zoende, overal. Vreugde
tranen rolden den gelukkigen vader ovei
de wangen. Hij had zijn Keesje terug.
Het blonde jochie zelf keek met ver
wonderde oogen rond en begreep niei
waarom vader zóó blij was.
De aangifte bleek gelukkig maar eer
kinderfantasietie te zijn geweest want var
vermissing van een kind is ook gisteren
avond of vannacht geen kennis gegeven.
DE BEIGE PANTALON.
De bakboordzij d-er Koningstraat
Die baadde in de zon,
Aan stuurboord langs de huizenrij,
Daar liep een pantalon.
Het was een zomerpantalon,
Een pantalon in 't licht,
En ied're poes die kneep van schrik
D'r beide oogjes dicht.
De zuigling in zijn Cadillac,
Door moeder voortgeduwd,
Zag in zijn droom zich door een heir,
Een- broekenheir omstuwd.
De Koningstraat in zonnegloed,
Een beige pantalon,
(We zullen hopen dat-ie niet
Gekocht was op de bon),
En in die pantalon een heer
Een sjentel-man tip-top.
Och, och, wat is zoo'n broek toch mooi:
Wat knap j* dédr van opl
Wat doet zoo'n -beige broek het goed
Vermooit ons aardsch 'bestaan,
'Maar lang niet ieder heeft zoo'n bof,
Soms moet je op een schoen of slof
Je straatje verder gaan.
Leve de beige pantalon,
Leve de Mei, leve de «oml
De heer Schoeffelenberger neemt na
tuurlijk geen genoegen met onze weige
ring zijn ingezonden stuk in zijn geheel
op te nemen. Hetgeen te verwachten was
en ons dan ook volstrekt niet overvalt.
Hij schrijft ons thans, dat wij er ons uit
hebben trachten te redden en uit zijn stuk
slechts die passages hebben genomen,
welke voor ons het aannemelijkst waren,
en hij verzoekt ons althans nog te willen
afdrukken de „beide passages door de
schoonheidscommissie op 28 Januari j.1.
gezonden aan het College van B. en W.
en ondergeteekende".
Ofschoon al wederom de toon van dit
verzoek voor een redactie niet zeer ani-
meerend is wat betreft de inwilliging er
van, zullen wij ons daar ditmaal overheen
zetten en aan het verzoek van den heer
Sch. voldoen. Wij zijn dan evenwel ge
noodzaakt een groot deel van het ingez.
stuk over te nemen, daar de heer Sch. ons
anders weer zou verwijten, dat wij het uit
zijn verband mikken en alleen dat plaat
sen, wat ons het beste lijkt.
De heer Sch. schrijft het volgende: „De
Commissie heeft, zooals bij -alle ingekomen
plannen, wijziging gebracht in het voor
gevelplan. En niet omdat ondergeteeken
de daar geen kans toe zag, maar omdat
het architectonisch niet uit te voeren was
en juist dat schreef ik aan de Schoon
heidscommissie".
Verder zegt de heer Sch. ,,'t Is bekend,
dat een ander deskundige opgedragen
was de bouw van het Kegelhuis, welk plan
mede door ondergeteekende in de Comm.
v. Publ. Werken is bekeken geworden,
zonder eenige op- of aanmerking, welke
dan ook ons inziens er niet aanwezig
waren- (wij citeeren letterlijk). Daarna
werd aan mij dat werk opgedragen, doch
met de verplichting den voorgevel te
maken in schuin loopende richting en wel
met een verschil van 1.65 M., door den
voorgevel van het perceel van den heer
Grunwald en die van de serre van den
Bond van M.M.P. aan te houden. Hier
over onderhield ik mij met den Directeur
van Publ. Werken en eenmaal zelfs met
den heer Burgemeester met het resultaat
dat ik op de halve breedte der (lees van
den) voorgevel een sprong mocht maken.
Dit achtte ik onuitvoerbaar".
De heer Sch. deelt hierna het oordeel
mede van den ingenieur der Brouwerij
„De Oranjeboom", welke minder vriende
lijke uitdrukkingen aan het adres van- B.
en Wvan Den Helder bezigde en weiger
de deze veranderingen te aanvaarden.
Daarop deelde de heer Sch. aan de
Schoonheidscommissie mede, wat hem
door het gemeentebestuur van den Helder
werd opgelegd en dat hij het architecto
nisch onmogelijk vond dit probleem op te
lossen. De Schoonheidscommissie ant
woordde daarop dd. 23 Jan. het een lastig
geval te achten, den sprong midden in
den .gevel zeer ongunstig ,te achten en
deelde voorts mede, dat het zich tot den
Directeur van Gemeentewerken had ge
wend of wellicht nog een gunstiger rooi
lijn te verkrijgen zou zijn, welke advi
seerde zich tot B. en W. te wenden. De
Schoonheidscommissie schreef toen aan
B. en W.:
„Deze rooilijn, die een sprong van 1.65
M. bepaalt midden in den gevel, laat
daardoor o.i. een architectonisch gunstige
oplossing kwalijk toe." De heer Sch.
voegt hier tusschen haakjes aan toe: „Pre
cies dus mijn advies'.
Het_ resultaat yan het verzoek om ver
andering der rooilijn was, dat de Schoon
heidscommissie gedaan kreeg, hetgeen
aan den heer Sch. werd geweigerd. Door
de nu gevonden- oplossing, is, zegt de
heer Sch., niet veel verschil ontstaan met
het eerste, door hem ontworpen plan.
W ij hopen thans den heer Sch. tevre
den te hebben gesteld en zullen natuur
lijk nooit weer zeggen, dat hij' poedel
heeft gespeeld. Het wag een keihard schot
van minstens acht om den koning.
Trad aanvankelijk een weinig verbete
ring in in de ansjovisvisscherij, veel is
dat echter niet geweest, de Vangsten voor
al die der netjesvisschers zijn slecht. De
kuilders vangen iets meer. De prijzen va
rieerden van 80—83 ct. per kilo. Met de
geepvisscherij is het treurig gesteld, daar
er bijna niets wordt gevangen. Na den
langen werkloozen winter, welke voor
vele visschers een strop was, hoopte men,
dat ansjovis- en geep-visscherij veel zou
den vergoeden, doch als het met de vang
sten zoo doorgaat wordt het evenzoo een
groote strop
Thans heeft men een aanvang gemaakt
met het bouwen van de nieuwe R.K.
noodkerk op het terrein tegenover het
Hoofdkantoor der Maatschappij tot Uit
voering van Zuiderzeewerken.
Voor het steds toenemende verkeer is
de Voorstraat wel wat te smal, met ge
volg dat zioh herhaaldelijk opstoppingen
en andere verkeersproblemen voordoen.
Ditmaal moesten de zonneschermen van
den heer B. het ontgelden en werden
deze totaal vernield.
Kalfkoeien worden nog niet en zullen
wel niet overvloedig aangevoerd worden,
zoodat men er tamelijk duur aan moet als
men ze noodig heeft. Het mooie weer geeft
den burger moed, en als er eens een buitje
Wa,t ^H^heiyk is, dan zit men
i spoedig volop in het gras en blijven de vee-
prijzen op peil.
Vette koeien worden ook weer aange
voerd en tegen hooge prijzen verkocht, de
kwaliteit wordt weer beter, vooral voor
Amsterdam wordt veel gekocht. De hoog
ste marktprijzen voor melkvee waren
416, voor vetvee 480.
Stieren worden niet veel aangevoerd, de
prijzen waren tot 200; voor het leven
wordt den laatsten tijd nogal eens naar
stieren gevraagd.
Met de nuchtere kalveren gaan we terug
wat de aanvoer betreft en ook wat de prij
zen aangaat, hoewel het met verleden week
niet zoo'n groot verschil maakte; prijzen
tot 24.
Paarden worden een zeldzaam ver
schijnsel, zoowel langs den weg als op de
Schager markt; er is bepaald weinig vraag
voor, zoodat de aanvoer niet loont.
Overhouders gingen weg tot 38. Over
't algemeen valt de kwaliteit niet mee, vo< r
export betrekkelijk weinig vraag.
Lammeren waren er bij auto's vol en
koppels gelijk aangevoerd; de handel is
vrij vlug en prijzen werden besteed tot
24; voorwaar een mooie prijs.
Vette varkens tot 44 cent per pond. Men
ziet de gebruikelijke om de twee weeksche
daling, maar nu kon het met het oog op
het warme weer wel eens over een week
geen stijging geven.
De biggen blijven nog steeds bijzonder
duur. Als men weet dat er toch prijzen van
3.50 per week besteed worden, wat zullen
wü straks een duur varkensvVes^b kra
gen, of niet. door den velen aanvoer.
Hoogste markt 34.
Hr. Ms. „Heemskerck" i9 gistermiddag
op zijn reis naar Bordeaux de Scilly-
eilanden (Engelsch Kanaal) gepasseerd.
28 Mei4 Juni Politietoezicht; 4 Juni—
8 Juni Stavanger; 8 Juni16 Juni Politie
toezicht; 16 Juni21 Juni Den Helder.
Hr. Ms. politi-ekruiser Triton is, onder bevel
van luit. ter zee ie kl. H. Vreedenberg, van
Nieuwediep naar de Noordzee vertrokken
voor het uitoefenen van het toezicht op de
visscherij.
Hr. Ms. opnemingsvaartuig Eilerts de Haan
heeft de Buitenhaven te Nieuwediep verlaten
tot het weder verrithten van hydrografische
opnemingen in het Noorderfrontier.
Kap.-luit. ter zee T. Akkerman, die aange
wezen is voor den dienst in Oost-Indië, zal
29 dezer aan boord van het stoomschip Insu-
linde zijn bestemming volgen.
De off. van gez. der 2e kl. A. W. Mellema,
dienende bij het Marinehospitaal te Willems
oord, wordt den 24en Mei geplaatst aan boorx)
van Hr. Ms. Vulcan-us.
De luit. ter zee 3e kl. M.-Res. H. S. J. Elf-
ferich, dienende aan boord 6 Z, wordt den
27en Mei geplaatst aan boord Wachtschip
Willemsoord en aan boord Z 6 vervangen
door den luit. ter zee 2e kl. Mar.-res. M. Wild
schut, thans dienende aan boord Wachtschip
Willemsoord.
De scaipper J. Momber en de serg.-macht.
A Massee, dienende bij de Mar.kaz. Willems
oord, worden den 27en Mei geplaatst aan
boord Wachtschip Willemsoord, gedetacheerd
aan boord Hef ring.
Een transport der marine, sterk 2 onder
officieren en 24 -minderen, zal 29 dezer aan
boord van .het stoomschip Insulinde uit Rot
terdam naar Oost-Indië worden uitgezonden.
25 Mei: bootsman J. de Langen Wendels
van Wachtschip Willemsoord naar van Speijk.
27 Mei: bootsman C. H. G. Wil'kens van
van Speijk naar Z 6.
28 Mei: opperschipper M. C. Voerman van
Z 6 naar van Speijk.
29 Mei: schipper H. D. Holman van v.
Speijk tijdelijk naar Wachtschip Vliasingen.
Bij het R.K.A. wordt werkzaam gesteld als
Mr. Schoenmaker A. W. H. van Kleef, -die
thans werkzaam is1 als zoodanig bij de garni-
zoenswerkplaatsen te Breda.
De Mr. Schoenmaker H. Boon wordt met
ingang van 29 Juni 1929 uit den dienst ont
slagen onder toekenning van pensioen.
Internationale vierdaagsche afstandsmarachen.
De afstandsmarschen, uitgeschreven door
den Nederlandschen Bond voor Lichamelijke
Opvoeding, zullen dit jaar worden gehouden
op 23, 24, 25 en 26 Juli 1929.
Onder meer kunnen daar aan deelnemen:
officieren van land- en zeemacht of van den
vrijwilligen landstorm, zoomede adjudant-
onderofficieren of daarmede in rang gelijkge-
stelden. Zij marcheeren individueel, dan wel in
detachementen van minstens 10 officieren en
een commandant, bij voorkeur een korps of
inrichting vertegenwoordigende.
Militairen, die in veldtenue niet met een ran
sel zijn uitgerust, en deel uitmaken van be
doelde detachementen, leggen dagelijks 50
KJvL af.
Alle officieren, die deel uitmaken1 van een
detachement, leggen dagelijks 50 K.M. af.
Officieren, adjudant-onderofficieren en daar
mede gelijkgestelden, in het voor hen voor
geschreven veldtenue. Infanterie in detache
ment zonder ransel, doch met klewang, revol
ver, kijker.
Aanmelding geschiede 'bij den algemeen
secretaris: van Bleiswijkstraat No. 16, den
Haag.
Bij het R.K.A. komen voor herhalingsoefe
ningen onder de wapenen: van 3 t/m 22*Juni
de reserve 2e lult. J. W. Unkel en van 2 t/m
reserve ie luit. H. van Melsen en
W b. Bijl, reserve-serg.-maj.-instr. W. P. A.
Cskam en de reserve-serg. A. Arnold-Bik.
naar waarnemingen verricht In den
morgen van 25 Mei.
Medegedeeld door het Kon. Nederlandsch
Meteorologisch Instituut te De Bilt
Hoogste stand 778.1 te Ingö.
Laagste standl 749.8 te VestmanOr.
Verwachting:
Zwakke tot matige veranderlijke wind,
aanvankelijk uit W. later uit Z. richtin
gen, meeat licht bewolkt, droog, behou-
i dens vooral aanvankelijk kans op onweer,
iets koeler.