T
TWEEDE EN LAATSTE BLAD.
STADSNIEUWS.
VAN DINSDAG 28 MEI 1929
GEMEENTERAAD
De heer Driessen, Burgemeester
onier gemeente, heeft zich bereid ver
klaard het Beschermheerschap van het
Stedelijk Muziekcorps te aanvaarden.
Op 8 Mei j.1. slaagde te Utrecht voor
het voorbereidend examen in de gemeen
teadministratie, met vrijstelling van het
mondeling gedeelte, onze plaatsgenoot,
de heer G. van der Kooi.
De oudjes van „Liefdadigheid naar
Vermogen" werden getracteerd op belegen
broodjes en gebakjes. Den gever, die on
bekend wenscht te blijven, hartelijk dank.
JACOB DUIT. t
De lezer zal zich herinneren, dat wij
een maand of wat terug om juist te
zijn, in ons blad van 23 October 1928
een artikeltje wijdden aan den oud-schip-
£er en gepensiopneerd liohtwachter Jacob
luit, wonende op den Parallelweg alhier,
die den 25sten October in goede gezond
heid zijn SOsten verjardag vierde. Duit
was een van die stillen, liij hield er niet
van aan den weg te timmeren, maar toch
vond hij, toen we eenmaal bij hem zaten
oxtf eens wat over zijn reddingen te ver
nemen, het wel aardig, dat er eens notitie
van hem genomen werd. Veel medailles
en diploma's bezat hij niet, maar de eere-
medallle van Oranje-Nassau met diploma
spreekt in dit verband boekdoelen. Duit
kas het ook, die in 1919, toen Hare Ma
jesteit een bezoek bracht aan het naar
haar dochter genoemde Julianadorp, be
zoek ontving van de vorstin in zijn huisje
aldaar.
Hoevelen hij van den dood in de golven
h»eft gered, valt onmogelijk te zeggen:
Duit zelf heeft er geen boek van gehou-
dai en ook anderen hebben ze niet dan
onvolledig genoteerd. Maar het zijn er heel
wh geweest. Van de Belgische regeering
krteg hij een diploma wegens het redden
van 10 Belgen en 1 Nederlander op B No-
venber 1896. Als luchtwachter van
„Fdga" heeft hij aan eenige drenkelin
gen, die hij gered had, onderdak, voedsel
en zelfs kleeren geleend.
O) zijn 67e jaar was hijgemobili
seerd als serigeant-kustwachterl
Diiit was een van die sterke, stoere
Hollanders, die merg in hun botten heb
ben, een van het ras van Dorus Rijkers,
die den naam van ons land hooghouden.
Maar ook hem heeft tenslotte de onver
biddelijke dood achterhaald en hij heeft
den tol betaald, dien wij allen moeten be
talen. Maar hier in Den Helder zal zijn
naam riet uitsterven; Jacob Duit zal blij
ven voortleven tot in lengte van dagen
naast de Dito's, de Been's, de Bot's en
naast Dorus Rijkers. Ook voor hem zal
straks liet door de bijdragen van jtoet Ne-
derlandsche volk alhier op te richten
monument gelden. 1
De begrafenis heeft plaats a.s. Woens
dag 1 u. Vertrek van het sterfhuis Paral
lelweg 27.
NA HET VLIEGONGELUK
TE BAGDAD.
Blijkens door den commandant Van het
vliegkamp te Soerabaja van den consul te
Bagdad ontvangen telegram zijn sergeant-
vliegtuigmaker Langeraar en korporaal-
vliegtuigmaker Simons, die bij het onge
luk met de Dornier Wall-vliegboot te
Bagdad gewond waren, hersteld en zullen
zij van de week naar Soerabaja ver
trekken.
R.-K. KIESVEREENIGIN G.
Naar wij vernemen, zal door boven
genoemde Kiesvereeniging een groote
propaganda-vergadering worden gehou
den op Woensdag 5 Juni a.s., in het ge
bouw van den R.-K. Volksbond. Als spre
kers zullen dien avond optreden de hoe
ren Ch. L. v. d. Bilt en Dr. Kortenhorst.
VREEMDELINGENBEZOEK AAN
HUISDUINEN EN DEN HELDER.
Naar aanleiding van het artikeltje van
den heer Slicher in „de Kampioen", het
orgaan van den Alg. Nederï. Wielrijders-
bond, ontvangt de V.V.V. „Helder's Be
lang" dagelijks en met elke post aanvra
gen om inlichtingen betreffende onze stad
en de pension-gelegenheid te Huisduinen.
In de maand Juli komt een gezelschap
van 60 Duitschers uit Essen a/Ruhr een
bezoek brengen aan de Zuiderzeewerken.
De bedoeling is hier ter plaatse te over
nachten.
Het gaat dus thans den goeden kant uit.
STAFMUZIEKKORPS KONINKLIJKE
MARINE.
Kapelmeester: L. H. F. Leistikow.
Ooncert op Dinsdag 28 Mei van 7 u. 30
tot 9 u. 30 voor het paleis van den Vice-
Admiraal.
Programma:
Koninklijke Marine. Defileermarsch.
A. L. Hazebroek.
Die schone Galathé. Ouverture. F. v. Suppé.
3- Kaiser und die Kaiserin, Walzer,
R. Ellenberg.
4- Concert Polka voor Piccolo.
L. H. F. Leistikow.
Solist de heer Th. Donkers.
5. Der Bajazza-Pagliacci. Fantasie.
R. Leoncavallo.
De Vlagofficier. Marsch.
L. H. F. Leistikow.
7- Cprtège Etincelant. F- ,P°P>'-
8. Ons Vorstenhuis. Fantasie.
L. H. F. Leistikow.
9. Finale.
ORANJE HARMONIEKAPEL.
Dir. de heer A. Haanstra.
TWEEDE GEMEENTE-CONCERT.
te geven op Woensdag 29 Mei 1929, in de
muziektent te Julianadorp (gem. Den
Helder), des avonds van 8 tot 10 uur.
Programma:
1. Koraal.
2. Altijd vroolijk, marsch Helm.
3. Die vier Menschenalter, ouverture Mehul.
4. Grande Valse de Concert Rugers.
5. Fantaisie sur 1'opera De Tooverfluit Mozart.
Pauze.
6. De zwarte Diamant, ouverture H. Stasz.
7. Flautinette. Polka voor piccolo Doyer.
(Solist de heer Klooster).
8. Neurenberger Poppen Adam.
9. Jeugdherinnering, marsch A. Haanstra.
Behoudens toestemming van pollde-autori-
teiten.
ZOMER-CONCERT,
te geven door de Harmoniekapel „Win-
nubst" op Donderdag 30 Mei des avonds
van 8.30 tot 10 uur in het Julianapark.
Directeur de heer H. B. Schenkels.
Programma:
1. Bravour-Marsch C. Zillmann.
2. Le collier de la reine, ouverture, E. Tavan.
3. 'I esoro Mio, Grande Valse, E. Becucci.
4. Chants du soir, Reverie, J. Furgeot.
5. Limburgia, Ouverture de Concours,
W. H. Schulpen.
6. Albert et Isabelle, Fantasie, C. Robert.
7. El Capitan, Marsch, J. P. Sousa.
(Nos. 2 en 5 wonden uitgevoerd op het Natio
naal Muziekconcours, 16 Juni te Amsterdam.)
REVUE „HOLLAND IN VUUR
EN VLAM".
Zondag- en Maandagavond werd in
Casino 3e revue onder bovenstaanden
titel vertoond, door een gezelschap, be
staande uit de beste artlsten. Namen als
Wiesje Bouwmeester, Louis van Domme
len en veel andore spreken voor zichzelf.
De revue stond dan ook op hoog peil en
kan de vergelijking met veel andere zeer
goed doorstaan. Men heeft het niet, zoo
als bij Bouwmeester, gezocht in weelde
van costuums en decors, die in oogen-
verbllndende pracht voorbijtrekken, men
heeft het ook niet gezocht In een totale
verwaarloozing van het uiterlijk en meer
een samenhangend geheel van scènes
gegevener is in alles de gulden mid
delmaat betracht en daardoor kon men
velen tevredenstellen. „Vielen getallen
ist schlimm", zeide Schiller en ook hier
blijft wel wat te wenschen. Men zou in
het algemeen een tekort aan fantasie,
aan werkelijken geest ook, kunnen con-
stateeren. Niettemin blijft men den gan-
schen avond geboeid.
De revue bestaat uit drie-en-twintig
verschillendet,afereelen. Afwisselend
brengen zij goeden zang, dans, fraaie
ensembles van costuums en decors, er.
ook goede tooneelspelkunst. Dit laatste,
dank zij de medewerking van artisten
als Wiesje Bouwmeester, Louis van Dom
melen, John Schilthuizen, e.a. Bizonder
fraai is wat ons hier door een Russisch
danspaar wordt gebracht, Paplovska en
Taneëff. Vooral het vrouwtje, teer en frêle
als het is, danste uiterst gracieus. Het
was een der groote aantrekkelijkheden
van dezen avond en terecht heeft men
dit begrepen, want het danspaar treedt
in een aantal scènes op.
Het is moeilijk uit het groot aantal
scènes eene keuze te doen. De inleidende
scène van de brandweerkazerne, die den
titel moet doen verklaren, brengt ons al
dadelijk de beide kostelijke typen Vlug
en Vlot der vrijwillige brandweer (Schilt
huizen en van Dommelen), en ook maken
we hier reeds kennis met het danspaar.
Twaalf girls vormen eveneens door hun
aardige costuumpjes en hun vlot en lenig
dansen een groote attractie. Kostelijk
was ook de scène van de drie koningen
in Kaboel, geestig die van den dagelijk-
schen bokswedstrijd tusschen Frans Boo-
gaert en Wiesje Bouwmeester, met Schilt
huizen als scheidsrechter.
Louis van Dommelen heeft ons een
half uurtje alleraangenaamst bezig ge
houden met de scène »Sally op de Galerij*
in dit één actertje moet ook worden ge-
npemd Frans Bogaert met Loukie Roose-,
laar, welke als verliefden fljn-geestig spel
gaven. Arnold Schotanus deed ons ge
nieten van een prachtigen bariton. Verder
noemen we nog de poppen-scène en de
Wiener Scène om de alleraardigste toi
letjes der meisjes; de laatste in Bieder-
meyerstijl, hetgeen weinig minder dan
charmant was. Kostelijke Weensche wals
muziek begeleidde dit tooneel. Ook de
finale van het eerste bedrijf carnaval in
Venetië was zeer aantrekkelijk. In de
laatste finale, die ons in Spanje ver
plaatste, hadden de beide dansers, weder
gelegenheid hun talent op andere wijze
te uiten, nl. in woeste, fanatieke Spaan-
sche dansen.
De muziek vormtéénbelanhrijkonder
deel van deze revue; meestal aanvaardt
men haar maar als iets bijkomends, maar
men geeft zich geen rekenschap, dat ook
het arrangeeren der muziek een belang
rijk onderdeel van zoo'n revue is. Het
orkest stond onder leiding van Jules
Susan, een kapelmeester van erkende be
kwaamheden, vroeger aan het gezelschap
Bouwmeester verbonden en die ook thans
weder in Augustus met Bouwmeester hier
komt. Zelf schreef hij enkele scènes, en
buitengewoon geestig illustreerde hij het
allerkostelijkst lied van de drie Aman-
oellas. Ook de muziek van den Veneti-
aanschen dans, waar de 12 mixed girls
op dansten, trof ons door haar geestigheid
en juiste karakteriseering.
Maken wij voor deze revue de balans
op, dan valt dus te concludeeren, dat we
te doen hebben met een eerste-rangs-
prestatie, welke in haar soort voortreffelijk
is; goede muziek, goede tooneelscènes,
mooie ensembles, buitengewone ballet
kunst. Regisseur is de heer Leon Boedels,
de bekende jarenlange regisseur van
Flora, thans wederom afgebrand, zooals
men weet. Iemand dus, die de knepen
van het vak kent en van wien men iets
goeds rnaj* verwachten.
HET MARINEPERSONEEL.
De belangen van Den Helder.
Op de vragen van Ihet 'Tweede Kamerlid
den beer IJzerman betreffende de nadee-
lige gevolgen voor de financiën der ge
meente Den Helder van het in dienst
stellen van marinevaartuigen aldaar en de
overplaatsing van marinepersoneel na 1
Mei, heeft de minister van Defensie in
overleg met den minister van Financiën
geantwoord, dat het inderdaad in de laat
ste jaren enkele malen is voorgekomen,
dat ipdienststelling van een marinevaar
tuig én vervanging van vóór 1 Mei uit
Den Helder overgeplaatste militairen der
zeemacht eerst na .dien datum plaats had
den. In deze gevallen werd door het dienst
belang niet geëischt, dat de indienststel-
ling of plaatsing op of vóór 1 Mei ge
schiedde en konden bezwaarlijk de finan-
cleele belangen der gemeente Den Helder
als grond gelden om een en ander noch
tans op dien datum te stellen, te meer, om
dat het belang van het personeel, dat in
die gemeente aan een zwaren belasting
druk is onderworpen, daarmede geenszins
gediend zou zijn.
Aangezien de minister zidh moet voor
behouden, maatregelen te nemen, die hij
noodig acht In het belang van den dienst
en van het personeel, kan hij geen vrij
heid vinden thans wijziging te brengen
in de hierboven uiteengezette wijze van
werken.
Vergadering van Donderdag 23 Mei.
Het hierondervolgende stuk moest Za
terdag wegens plaatsgebrek blijven over
staan.
Onderwijs.
Voorstel om afwijzend te beschikken op
het verzoek van het bestuur der Protes-
tantsche Vereeniging tot stichting en in
standhouding van een school met den Bij
bel te Koegras om afkoop van de vergoe
ding ingevolge art. 205 der L.O.wet 1920
voor de bijzondere school te Koegras.
Held. Crt 21 MeL
De heer M o n h e m i u s zal de behan
deling van" dit punt met wat meer tem
perament moeten doen dan andere pun
ten; spr. heeft een paar emotievolle dagen
achter zich. Hij is medelid van het school
bestuur te Koegras en voorstander van de
christelijke school, en hij voor zich wil
school en woning liever behouden dan dat
ze aan de gemeente overgaan.
De Voorzitter: U krijgt uw zin!
De heer Monhemius moet evenwel als
voorzitter van het schoolbestuur het voor
stel B. en W. bestrijden. Tot spr. leed
wezen is de nagedachtenis van den heer
Van der Veer geschonden. Er is namelijk
gezegd dat de heer Van der Veer met
geld in deze school zat. Dat is een perti
nente onwaarheid. Wel heeft de heer Van
der Veer jaarlijks groote offers gebracht
aan de school.
De Voorzitter: Men miszegt er
toch niets mee als men zegt, dat de heer
Van der Veer in de school was geïn
teresseerd.
De heer Biersteker begrijpt niet.
wat dit ermee te maken heeft. Niemand
in den Raad heeft ooit die gedachte ge
koesterd
De heer Monhemius: Dat de finan-
tieele toestand van de school slecht zou
zijn, is onwaar. Alle nieuwe christelijke
scholen verkeeren eenigszins in nood; de
toestand aan de oude is beter. Maar de
beide oprichters, waartoe ook de heer
Van der Veer behoorde, werden oud en
hen bezwaarde het denkbeeld hun kinde
ren met deze school te belasten. Vandaar,
zij met dit voorstel kwamen. Spr. protes
teert er voorts tegen, dat twee onderwij
zers van de openbare school propaganda
hebben gemaakt voor die school. Zooiets
moest verboden zijn.
Uitvoerig gaat spr. op een en ander in.
De christelijke scholen krijgen nog steeds
veel te weinig, het belang van de gemeen
te is dat zij bij overname van de school
nog een stuk grond overhoudt benevens
een gebouw, dat er over 45 jaar nog zal
staan.
De school is er bij loting gekomen, en
principieel was hiermede de zaak uit. Als
er een openbare school ware gekomen,
zou men er ook tevreden mee moeten zijn
geweest. Hoezeer het spr. aan het hart
gaat, het gemeentebelang eischt thans
overname der school.
Uitvoerig gaat spr. de in de bijlage ge
maakte berekeningen na. De taxateurs
hebben den levensduur der school, op 45
jaar gesahat, maar er is een afzonderlijke
nota van een hunner, die slechts tot 30
jaar komt. Die nota is van den heer Duin-
ker, een van spr. ondergeschikten, een
zeer bekwaam en eerlijk man, zeer
consciëntieus, maar die met spr. verschilt
in teohnisch inzicht. Spr. is van meening,
dat de school wel 45 jaar kan bestaan,
niemand in den Raad weet wat het gemid
delde cijfer was der schatting. Spr. wil
het hier wel mededeelen, het is 461/» jaar.
Hoe kwamen B. en W. er toe, vraagt spr.,
eene berekening op te nemen van 30 jaar
en daarop hun afwijzende conclusie te
bouwen?
De Voorzitter: Is u uitgesproken?
Gelach en geroep: Welnee, dat ls de ln-
lelding!
De heer Monhemius: Het volgend
jaar komt een groote toename van leer
lingen en wordt het een goed schooljaar.
Spr. zal tegen de voordracht stemmen en
verzoekt aan het College aan de open
bare onderwijzers een vingerwijzing te
willen geven, dat zij dergelijke propagan
da achterwege laten.
De Voorzitter vestigt de aandacht
op de uitlating van den heer Monhemius,
dat het voorstel tot overname gedaan is
uit angst, dat men later meer zou moe
ten betalen. Van eenig gemeentebelang
was daarbij dus geen sprake.
Het briefje van den heer Duinker. Als
er eenig verschil van meening bestaat
omtrent den levensduur van een gebouw,
is het logisch, dat men den kortsten ter
mijn neemt. Daarbij bleek, dat er geen
voordeel voor de gemeente aan verbon
den was, alleen risioo. Wij hebben den
oud-Romeinsohen rechtregel gehuldigd:
in dubio abstine (bij twijfel onthoude inen
zich). Dat is, ontdaan van alle franje, in
't kort de geschiedenis.
Propaganda van openbare onderwij
zers. Spr. heeft nooit den indruk gekre
gen, dat openbare onderwijzers de kin
deren van de chr. school willen aftrogge
len. Dat zal wel overdreven zijn voorge
steld. Maar er gaan op de chr. scholen wel
kinderen van andersdenkenden.
De heer E y 1 d e r s stemt tegen de bij
lage. Er is een taxatiecommissie benoemd
en men mag toch aannemen, dat dat 8
serieuze menschen zijn. Maar dan moet
men ook het gemiddelde der taxaties
nemen.
De Voorzitter: Het was geen arbi
trage, maar een taxatiecommissie.
De heer E y 1 d e r s meent, dat men dan
toch het gemiddelde moet nemen. Door de
minste te nemen, spreekt men twijfel uit
aan de andere. Er is ook bezwaar ge
maakt in de Oomm. van Bijstand tegen
de eenzijdige samenstelling der commis
sie.
De heer De Zwart: De door de ge
meente benoemde commissie werd ge
wraakt door 't schoolbestuur. Toen is de
heer Duinker benoemd door het school
bestuur zelf en diens advies is nu opge
volgd.
De heer E y 1 d e r s keurt het af, dat
het College de laagste taxatie nam.
De heer V a n O s heeft zich nogal ge
amuseerd met den heer Monhemius. Deze
heer komt nog al eens met zichzelf in
tegenspraak. Ook spr. is van meening, dat
een termfjn van 30 jaar voor den levens
duur te laag is. Zóó slecht is die school
niet gebouwd, en het is verkeerd van de
gemeente op die gronden de school af te
wijzen.
De heer Biersteker is kriegelig ge
worden, omdat de heer Monhemius din
gen ter sprake heeft gebracht, die met de
zaak niets te maken hebben. Niemand
onzer heeft ooit aan de goede trouw van
den heer Van der Veer getwijfeld en
mochten er dienaangaande praatjes rond
gaan, dan acht spr. het beneden de waar
digheid van den Raad daaraan aandacht
te wijden.
Maar de heer Monhemius heeft ook an
dere dingen ter sprake gebracht, n.1. de
propaganda van de openbare onderwij
zers. Het is ieders recht te onderzoeken
of op een chr. school kinderen voorkomen,
die bij het openbaar onderwijs thuishoo-
ren, en dit wordt ook van andere zijde
gedaan. Geloof maar, als er a.r. kinderen
op een openbare school zijn, dat men dat
onderzoekt en er een einde aan tracht te
maken. Laat men ieder vrij laten in zijn
propaganda.
Wij raadsleden hebben de zaak alleen
uit een oogpunt van gemeentebelang te
bezien. Is het het belang van de gemeen
te, dat die school wordt overgenomen
en brengt defce overname finantieel voor
deel mee? Als dit zoo is, dan moeten we
het voorstel aannemen. Het College komt
evenwel tot een andere berekening, naar
aanleiding»van de taxaties der deskundi
gen. Ik vraag me af: is het Co'lege niet
al te voorzichtig en moet de vraag niet
onder de oogen worden gezien of met
eenige voorziening betreffende fundee
ring de levensduur kan worden verlengd?
Er komt bij, dat de gemeente op het
oogenblik wellicht goedkoop geld kan
krijgen. Laat men deze zaak nog eens na
der onder de oogen zien.
De heer Van Dam constateert, dat
er ten opzichte van het onderwijs verschil
van standpunt bestaat. De achtergrond
van een andere levensbeschouwing zit er
altijd achter, maar die ls er niet door het
schoolbestuur in gebracht, wel in de stuk
ken naar voren gekomen. Het is van be
lang, dat wij trachten loyaal te zijn. Dat
de heer Duinker nog secuurder is dan
secuur, verwondert spr. niet. Maar spr.
zou gaarne eens vernemen of het ge
meentebestuur genegen is alle adviezen
van dien heer op te volgen.
De heer Biersteker: Dat is een
andere kwestie 1
De heer Van Dam: Als we zien hoe
men een oud raadhuis, dat als gebouw al
40 jaar bestaat, nog eens weer belast met
een groot bedrag, dan bewijst dat, dat men
bij de gemeente niet altijd zoo voorzichtig
is in dergelijke gevallen. Maar meu
schijnt te denken, dat men de school in
Koegras steunt door haar over te nemen.
De heer De Boer wenscht een woord
van protest te doen hooren tegen de
woorden van den heer Monhemius, waar
deze zeide, dat openbare onderwijzers
propaganda maken voor de openbare
school. Wat die onderwijzers preöies ge
zegd hebben, weet spr. en ook waar
schijnlijk de heer Monhemius niet. Maar
gesteld, dat ze inderdaad gedaan hadden
wat gezegd wordt dan is dat tenslotte niet
meer dan het belijden van een beginsel
en niemand heeft het recht dat in hen te
laken. Spr. herinnert er voorts aan, dat
in eerste instantie een andere commissie
was aangewezen voor taxatie, die even
wel niet in den smaak viel van de heeren
der Prot Schoolvereeniging, die zelfs
weigerde hen op hun terrein te ontvan
gen. Als men dus spreekt van gebrek aan
vertrouwen, steke men de hand in eigen
boezem.
Evenwel, dit alles heeft met de zaak
niet te maken. De commissie is gekomen
met een meerderheids- ep een minder
heidsrapport. Een gemeentebestuur kan
overgaan tot een finantieele daad, als het
zekerheid heeft omtrent het daaruit voort
vloeiende finantieele voordeel. Met ge
middelden kan zich een gemeentebestuur
niet ophouden. Dat men tot deze conclusie
is gekomen, is dan ook goed gezien. Ove
rigens is er nog de regeeringscommissie-
Rutgers, en bestaat de mogelijkheid, dat
er betreffende de betaling door de ge
meenten eene wetswijziging komt, waar
door de transactie een groot nadeel zou
opleveren voor de gemeente.
De heer De Nijs sluit zich aan bij
het betoog van den heer De Boer. Zeer
onjuist is wat de heer Monhemius zeide
betreffende de propaganda van de open
bare onderwijzers. Het ware beter, dat de
heer Monhemius over het geheele land
eens eigen vuil wegveegde, dat er opge
hoopt ligt. Spr. wenscht verder te pro
testeeren tegen de insinuatie van den
heer Van Dam, die er den schoolstrijd
bijhaalde. Wij zijn het, die in elk opzicht
loyaal zijn geweest, maar het is het
schoolbestuur geweest, dat arrogant op
trad. Het fraaiste is nog, dat hier de heer
Duinker, onder een vloed van fraaie rhe-
torische woorden, door zijn eigen chef
over den hekel gehaald wordt Waarom
komt het chr. schoolbestuur met dit ver
zoek? Is het uit zuiver gemeentebelang,
dan moet zij vragen om een gemeente
lijke taxatieoommissie, maar juist die van
de gemeente wilde men niet accepteeren.
Toen zijn wij zoo loyaal geweest en heb
ben gezegd: wijst u dan iemand aan. Nu
komen ze ons verwijten, dat we ons hou
den aan den termijn van 80 jaar. Maar
dat spreekt tooh vanzelf, niemand had
aan 45 jaar gedacht. Er is gezegd: de
commissie was eenzijdig samengesteld.
Ja, het schoolbestuur wenscht een geheel
rechtsche commissie. De thans gevolgde
wijze is de meest loyale. Wij willen de
school overnemen, mits dit geen finan
tieel nadeel voor de gemeente meebrengt
En dat B. en W. zich aan den lagen kant
houden, is zeer terecht.
Mevr. Dekker wenscht een woord
van protest te doen hooren tegen de uit
latingen des heeren Van Dam betreffen
de de bijgedachten, die wij hierbij koes
terden. In de Cie. van Bijstand is daar
met geen woord over gesproken.
De heer De Zwart beantwoordt de
verschillende opmerkingen. Bij dit punt
is de financieele zijde domineerend. Een
paar factoren, die pleiten voor groote
voorzichtigheid in deze, zijn onvoldoende
belicht geworden.
De gemeente moet thans aan het school
bestuur ingevolge de wet betalen 6.214
der geschatte waarde. De Cie. Rutgers
is aan het werk om te onderzoeken of
hierin wijziging dient te komen. Dat kan
evenwel alleen betreffen een wijziging
om de gemeenten van de hooge renten te
ontlasten. Het is dus mogelijk, dat dit
voor de gemeenten voordeeliger wordt.
Het tweede is de kosten eener leeriing.
Op het oogenblik is in de bijlage reke
ning gehouden met een rentevoet van
4"/« die de gemeente zou moeten beta
len. Maar thans reeds, als de gemeente
zou moeten leenen, zou zij waarschijnlijk
niet onder de 51/» klaarkomen. En daar
komt bij, dat men voor 40.000.niet
gaat leenen, dus er gaat nog eenige tijd
overheen, waardoor het nog duurder kan
worden. Op deze gronden verdient aan
koop naar spr. meening, geen aanbeve
ling. In het het College bestaat te dien
aanzien geen politieke tendenz.
De heer Biersteker: Dat mag ook
niet!
De heer De Zwart: Neen, maar per
slot van rekening zit men er toch niet om
zijn beginsel te verloochenen. Maar hier
zitten naast elkaar iemand van rechts en
een soc.-democraat, die juist staat op het
standpunt van de gelijkstelling, en aan
wien die gelijkstelling juist te danken is
geweest. En daarom protesteert spr.«te
gen de woorden van den heer Van Dam,
als zou het prae-advies van B. en W. be-
heerscht worden door het denkbeeld, dat
het hier een chr. school betreft. Integen
deel, het College was aanvankelijk van
meening, dat het voordeeliger ware de
school over te nemen. Spr. twijfelt er niet
aan of de heer Van Dam zal de woorden
aan het College wel terug willen nemen.
De heer Van O s: Bij spr. staat vast,
dat bij het gemeentebestuur geen poli
tieke bedoelingen bestaan. Maar we heb
ben hier een rapport van een taxatiecom
missie, met een apart briefje, dat daarvan
afwijkt. Zooiets geeft geen pas, meent
spr., en daarom is de berekening, die ge
baseerd is op verkeerde cijfers, onjuist.
Laat men een behoorlijk deskundig on
derzoek instellen naar de scheur, waar
van hier sprake is, en die desnoods repa-
reeren. Maar men stelle niet op onjuiste
gegevens een taxatie op. Spr. stelt voor de
voordracht alsnog terug te nemen en een
nieuwe berekening op te zetten, waarbij
ook met het verhoogde leeningspercen-
tage rekening wordt gehouden.
De Voorzitter merkt op, dat deze
nieuwe taxatie niet werd gevraagd door
het gemeentebestuur, maar door het
schoolbestuur. Ook is er onvoldoende op
gewezen, dat de andere taxateurs ook een
restrictie maakten omtrent eventueele re
paratie der school.
De heer Monhemius repliceert. Na
de versohillende gesprekken, met den
voorzitter is spr. persoonlijk overtuigd,
dat geen politieke tendenz heeft voorge
zeten. Maar de Voorzitter heeft zich
straks vergist. De opzet was het gemeente
belang te dienen, persoonlijk was spr. al
thans heilig overtuigd daarvan. Hij her
innert aan de vorige geschiedenis betref
lende de chr. school in Den Helder. In
Koegras hebben de broeders zich bezorgd
gemaakt voor hun nageslacht, maar ze