ag——egggaaa—sm jn
leende. Als de heer De Qraaff dit weet,
zou bij dan niet denken, dat het voorzioh-
tlger is voorloopig alleen het kleine plan
zooals de heer Van Os het voorstelde, te
aanvaarden? Dit kan zonder bezwaar ge
schieden, daar men het groote plan er niet
mee schendt
heer De Nijs wil allereerst het
College danken voor de wijze waarop het
tegemoet is gekomen aan de door spr. ge
houden interpellatie in November 1Ü28.
Toen de heer Bok bij die gelegenheid toe
zegde met spoed met voorstellen te zullen
komen, heeft spr. nog eenigen twijfel uit
gesproken en gezegd, dat hij eerst eens
een daad wilde zien. Die daad is er thans,
waarvoor spr. dank zegt. In November
heeft hij den toestand scherp belicht, en
spr. zou thans de raadsleden wel hoofd
voor hoofd op hun geweten af willen vra
gen of zij het niet noodlg vinden, dat er
full speed gebouwd wordt, dan wel of zij
de bevolking met smalle beurzen nog lan
ger wil laten loopen zoeken naar een wo
ning. In November heeft spr. cijfers made-
gedeeld, en wat de heer de Graaff toen
schreef een aanklacht genoemd tegen de
woningvoorziening. Nu zijn we 7 maan
den verder, en nog wil men de voorzich
tigheid betrachten en het plan halveeren.
Ik kan me voorstellen, dat zij, die zelf
belang hebben bij den bouw, dit plan niet
wenschen, maar het ontgaat mij ten
eenenmale, dat er raadsleden zouden zijn,
die niet volmondig zouden moeten erken
nen, dat hier woningtoestanden bestaan,
die niet mogen worden bestendigd.
Het is zelfs zóó schandelijk, dat al zou
hier een overschot bestaan, daarmede nog
niet ls gezegd, dat de woningtoestand is
zooals het behoort De toestand is schrij
nend erg, maar ik kan me voorstellen dat
eigenaars van krotwoningen dit plan
tegenhouden....
De heer Biersteker: Dat is een
Insinuatie I
De heer De N Ij s: Inderdaad, meneer
de Voorzitter, dat woord accepteer ik. De
heer Van Os heeft den vorigen keer ge
zegd, dat een onderzoek heeft uitgewezen,
dat er niet zoo'n groot tekort was. Spr.
zet uiteen, dat tengevolge van de vlotten
de bevolking hier telkens weder nieuwe
groepen menschen komen zoeken naar
een woning, die er niet is. De bestaande
woningschaarschte ls mede oorzaak, dat
er ten opzichte van de huren schandelijk
wordt gehandeld. Er zijn dan ook huizen,
die sterk ln huur zijn gestegen
Geroep: Zooals die van Volkshuisves
ting!
De heer De Nijs: De goedkoope wo
ningen van Volkshuisvesting zijn op in
stigatie van de regeering zelve in prijs
verhoogd. De particuliere bouwer even
wel gaat op eigen initiatief de huur ver
hoogen teneinde meer winst te kunnen
maken. De kleine huisjes aan den Ru.vgh-
weg met de keuken aan de straat, doen
op het oogenblik al 7.20 huur. De feiten
spreken, dat de woningtoestanden hier
slecht zijn. Er worden inderdaad wonin
gen bijgebouwd, maar het zijn niet die
waaraan behoefte ls. Voor de kleine men
schen ls er een groot tekort; leder kan er
zich van overtuigen, en als men van over
heidswege tracht in dit tekort te voorzien,
doet men niet meer dan zijn plicht.
Den Helder ls een van de plaatsen,
die het minst uitgeeft aan volkshuisves
ting; het ls op 5 na de laagste in de rij.
Als raadslid ls men verplicht te zorgen,
dat de bevolking een behoorlijk onderdak
heeft Alle menschen, die hier komen,
staan steeds maar weer voor dezelfde
moeilijkheid: dat ze geen woning kunnen
krijgen.
De heer De Boer wil niet gerekend
worden tot hen, die niet aan ieder inwo
ner een behoorlijke woning toewenschen.
Maar als men staat voor het nemen van
een bepaald besluit, zal dat toch op goede
waarnemingen moeten berusten.
Waar de bijlage spreekt van een over
schot van 27 leegstaande woningen, daar
zou spr. deze cijfers gaarne willen toet
sen. Spr. heeft destijds met belangstelling
geluisterd naar de interpellatie van den
heer De NJjs en ook thans weer. Maar één
ding heeft hij in diens betoog gemist: dat
er een woningtelling gehouden is, waarop
men zich kan beroepen. Spr. stelt voor
zoo'n telling te houden die dan als basis
kan dienen om het volledige plan uit te
voeren.
De heer Van Loo ziet met genoe
gen, dat de Raad in dezen de voorzichtig
heid' in acht neemt en dat B. en W. gehoor
hebben gegeven aan den wensch der
raadsleden, en jhr. de Graaff hier geko
men is om de zaak te bespreken. Als wij
den heer De Nijs hooren, zou een groot
deel van den Raad er tegen zijn, dat hier
goede woningen zouden zijn en hij wil
ons zelfs op den man af daarnaar vragen.
Dat de heer De Nijs die krotwoningen wil
opruimen, is begrijpelijk, maar de voor de
te bouwen huizen genoemde huren van
3.75 a4.kunnen ook deze menschen
niet betalen. Daarom is ook spr voor Let
kleine plan voorloopig. En men bouwe
dan woningen voor nog lager huren. Spr.
zal geenszins ontkennen, dat zulke wonin-
Volkshulsvesting bepaalde den huur op meent, dat het niet aangaat maar steeds
2 75, voor de bewoners van de krot-1 het rijk voor woningen te laten zorgen,
woningen op 1.75, en de Raad besloot'Ook het particulier Initiatief moet by-
met algemeene stemmen die 49 woningen springen. Welnu, dat part initiatief ls er
te bouwen. Het plan, ln Aug. 1926 aange-1 geweest én het werd zelfs een sucoes,
nomen, werd in Juli 1927 voltooid. Kwa
men er krotbewoners in?.. Geen enkele!
De heer Bok: Jawel!
De heer E ij 1 d e r s citeert het verslag
der Woningstichting ten bewijze. Toen de
huizen klaar waren, was er geen enkele
krotwoning afgekeurd en kon dus ook
niet tot -bewoning worden overgegaan
door deze bewoners. Want de krotten wer
den weer door anderen bewoond Wat had
het College moeten doen? Natuurlijk ze
onbewoonbaar verklaren. Dat geschiedde
evenwel niet en is nog niet geschied. Men
is dus in het geheel niet opgeschoten.
De nu voorgestelde woningen worden,
met inbegrip van waterleiding, 4.25 per
week en er wordt gezegd, dat ze bestemd
zijn voor hen, wier inkomen een dergelij
ke woning toelaat. Dat zijn dus inkomens
van circa 28. Is inderdaad vandaag het
cijfer leegstaande woningen 27? Volgens
de cijfers van de Woningstichting zouden
er 198 zijn, die nog staan ingeschreven
voor een woning. Maar onder die 198 zijn
een groot aantal, die thans wel een woning
hebben, doch die gaarne in een andere
willen.
De heer B o r k e r tHoe weet u dat?
De heer Eylders: Dat zegt het be
stuur van Volkshuisvesting. Zij kenden
het zuivere aantal woningloozen niet. Op
die gronden aanvaardt spr. maar liever
eerst het kleine plan. De geraamde huur
prijs acht spr. te laag, en als er leegstaan
de huizen komen, vindt men die allereerst
in het Tuindorp, want men trekt bij voor
keur naar de stad. (Interrupties en ont
kenningen). Spr. hoopt, dat als er weer
voorstellen komen waardoor men krot
woningen wil ontruimen, men eerst met
voorstellen voor onbewoonbaar verklaring
zal komen. Want wat thans is geschied, in
de Vischstraat was een vuurwerk, niet
meer.
dank zij het premiestelsel dat het rijk in
voerde. Spr. gaat daar nader op ln en
gen niet noodlg zijn, maar juist omdat hij
net voor de nog armeren opnoemt. Is hij
tegen dit plan, waarmee men hen niet
helpt.
De heer Eylders wil Iets zoggen
over die krotwoningen. Er ls voor deze
menschen gezorgd, maar het ls de schuld
van B. en W. zeiven, dat zij nog in han
krotten wonen. Wat Volkshuisvesting
hieromtrent in haar jaarverslag zegt, is
een aanklacht tegen het College. Destijds
ls de heer Van Os met burgemeester Hou
wing rondgeweest, en het gevolg was, dat
B. en W. Ingrepen. In 1926 waren op de
Staatsbegrooting gelden uitgetrokken
voor woningbouw ter opruiming van krot
woningen; Den Helder moest eene opgave
verstrekken van het aantal, dat het bezat.
Men kwam tot een aantal van.... schrik
niet, 87, waaronder er 8 waren, die al on
bewoonbaar waren verklaard. Toen ls een
voorstel gekomen voor 49 woningen van
2.60 huur; gemeente en rijk zouden
De heer Bok heeft met verwondering
naar de verschillende betoogen geluisterd.
Met de meeste sprekers is spr. het niet
eens. Spr. is van oudsher met woningtoe
standen hier bekend. Hij is van den aan
vang af lid e^i zelfs aandeelhouder ge
weest van Volkshuisvesting. Er is thans
een serieus onderzoek ingesteld en h
deed spr. genoegen, waar hij er den vori
gen keer niet was, dat toen nog geen be
sluit is genomen. De heer Schoeffelen'
berger noemde het Tuindorp een toe'
vluchtsoord. Maar vele inwoners zouden
er gaarne willen wonen; de afstand tot de
stad is niet verder dan naar den Ouden
Helder. De zaak is ernstig onderzocht en
wij houden ons geregeld op de hoogte van
het aantal aanvragen. Verleden week
waren er 205, daarvan zijn er hoogstens
50 afgevallen, en dat zijn zij, die niet meer
kunnen betalen dan 8.Spr. is het met
den heer De Nijs eens, dat de overbevol
king der krotwoningen schrikbarend is.
Inderdaad wonen er in deze goedkoope
woningen tal van menschen, die wel meer
zouden kunnen verwonen, maar ook het
omgekeerde is het geval. Spr. adviseert
dan ook tot den bouw over te gaan. Wel
iswaar is de particuliere bouw thans wat
meer op gang, maar dat betreft meestal
woningen Voor hen, die met wat opge
spaard geld een eigen huis kunnen koo-
pen, en die huizen zijn alle duurder dan
f 3.76. Er zijn vele menschen, die geen
voor hen geschikte woning kunnen krij
gen. Er zijn hier nog ééngezinswoningen,
en deze menscheft kunnen nergens een
woning krijgen. Dagelijks komen er men
schen hiervoor opspelen.
De Voorzitter wijst de beschul
diging aan het adres van B. en W. van
den heer Eylders af. Ook aan spr. zijn
deze feiten bij zijn komst hier in de ge
meente gemeld, en hij is ten volle voor
stander van dit woningplan. Eerst nadat
betere woningen zijn gebouwd, kan men
tot onbewoonbaarverklaring overgaan.
Het woord is thans aan jhr. DeGraaff.
Het komt wel meer voor, zoo zegt hij, dat
de inspecteur van de volksgezondheid in
een gemeenteraad tegenwoordig is, maur
het is hier voor het eerst, dat spr. aan
wezig is. Zijn taak als rijksambtenaar is
zich op de hoogte te houden van den toe
stand der volkshuisvesting. Persoonlijk
belang heeft spr. niet bij de aanvaarding
of verwerping dezer voordracht, maar hij
wil constateeren, dat de gemeente Den
Helder op bedroevende wijze tekort is ge
schoten in haar taak ten opzichte van wo
ningbouw. Nu heb ik hier vanavond wel
uitroepen gehoord van „insinuatie" e.d.,
maar ik ga van de veronderstelling uit,
dat de raadsleden uitsluitend het belang
der gemeente op het oog hebben.
Spr. is verscheidene malen op het bu
reau van de Woningstichting geweest.
Van een geregeld gesprek met den heer
Ornée kwam meestal niets, want voort
durend kreeg hij menschen aan de tele
foon of persoonlijk op het kantoor, die
vroegen om een woning. Het was zóó erg,
dat ik den heer Ornée vroeg: Maar wat
zjjt gij dan voor een vereeniging, dat gij
de menschen geen woning kunt geven?
Zooiets heb ik nog nooit meegemaakt. En
steeds was het antwoord van den heer
Ornée: Inderdaad, ik heb geen woning
voor hen.
Nu weet ik wel, zegt spr., dat het in de
natuur van de menschen ligt om te kla
gen, maar zoo erg als hier is het toch ner
gens. Ik heb dan ook gezegd: Dat is te
gek, er moet wat gebeuren. Ik ging naar
burgemeester Houwing en besprak de
zaak met hem. #Iij moest toegeven, dat
het inderdaad erg was, maar, zeide hij,
wij kunnen niet voldoende goedkoopen
grond krijgen, die de exploitatie löonend
maakt. Maar de heer Houwing gaf toe, dat
het stuk achter aan het Tuindorp wel
goedkoop te krijgen zou zijn.
Evenwel, het gaat tenslotte niet om
dien grond, maar om de hulzen, die we
toont aan, dat hierdoor enorme verbete
ring in den woningtoestand 'is gekomen.
Men moet bedenken, dat wij met het be
grip „volkshuisvesting niet slechts be
doelen den bouw van arbeiderswoningen,
maar eiken woningbouw in den uitge'
breidsten zin.
Spr. heeft toen aan de gemeente ge
vraagd eene opgave van het aantal wonin
gen met de leegstaande. Het bleek daar
bij, dat van die 27 leegstaande een groot
aantal krotwoningen waren. Toen heeft
spr. tegen B. en W. gezegd: er bestaat
hier een groot tekort. Nu heeft men wel
genoemd het cijfer van 21/» als over
schot, maar dat heeft een geheel ande
re beteekenis, zooals spr. uiteenzet. De
woningschaarschte kan niet anders wor
den aangevuld dan door den bouw van
eenvoudige woningen. Voor 106 wonin
gen is hier meer dan ruimte, omdat men
een huurwaarde bepaalt, die de particu
lier kan noch wil handhaven. De bouw in
de Beukenkampstraat ging den goeden
kant op, maar de woningen waren te
slecht en konden niet voor volkswoningen
worden toegelaten.
De heer Van Os interrumpeert.
De heer De Graaff: Ik begrijp wel,
dat het niet gemakkelijk zal wezen de
heeren te overtuigen. Ik meen al te heb
ben opgemerkt, dat hier de stemming be
staat: al praat die inspecteur als Brug
man, wij doen het niet. Maar tegen de
zulken praat ik hier niet.
Spr. is altijd voorstander geweest van
eigen bouw. Zelfs in Zaandam, waar
steeds gezegd werd, hier is particuliere
bouw onmogelijk, worden nu groote
complexen door particuliere bouwers ge
zet, ondanks, ik zal niet zeggen tegen
werking, maar dan toch gebrek aan
medewerking van het Zaandamsche ge
meentebestuur.
Spr. zal nu de verschillende opmerkin
gen van de raadsleden beantwoorden
Met den heer Schoeffelenberger heeft
spr. nogal eens schriftelijk van gedach
ten gewisseld. Spr. begrijpt niet, dat deze
heer de plaats niet geschikt vindt. Tien
jaar geleden zou ik het met u eens zijn ge
weest. Destijds was deze plaats nabij do
linie de eenige mogelijkheid om te bou
wen, omdat men slechts daar voldoende
goedkoopen grond kon krijgen. Eers
daarna is het uitbreidingsplan gekomen
waarbij het Tuindorp er buiten viel. Maai
spr. acht de plaats volstrekt niet zoo on
gunstig. Wat de huur betreft: spr. heef
een ontwerp-berekening met een hum
van 3.75. Waarom twijfelt men hieraan-
De ondervinding heeft geleerd, dat de ar
chltect toch steeds volgens de begroo
tlng heeft gebouwd. Bovendien heeft d<
Raad het altijd in de hand indien de aan
besteding duurder is, het plan af te wij
zen. De heer Schoeffelenberger is ook
niet consequent, want als het bouwplan
voor 106 woningen te hoog is, is het voor
46 nog veel meer te hoog. En met 46 doer
we half werk.
Den heer Biersteker heeft spr. al deels
beantwoord met het vorenstaande. De be
hoefte bestaat inderdaad. De heer Bier»
steker heeft voorts betoogd, dat er 140
woningen gebouwd zijn hier, maar die op
den Ruyghweg al zijn alle van 5.50 a
6.Men spreekt over „opschuiving",
maar dat is een vlag, waarmede gaarne
gewaaid wordt Bij dergelijke groote
huurverschillen kan men niet meer van
opschuiving spreken; een huur van 4
naar 4.25 bijv. is een opschuiving. In
dien er woningen van 3.75 worden ge
bouwd, zijn die toch voor den doorsnee
arbeider wel geschikt. Vroeger jaren gok
wellicht het cijfer van 1/7 van het in
komen, dat men verwonen kon, maa:
tegenwoordig zien we al cijfers van 1/6 o
zelfs 1/4. En als we bouwen voor 8.71
kunnen we de hulp uitstrekken over eei
grooter categorie.
De heer De Nijs en spr. zijn het in der
grond met elkander eens, maar onze ma
nier van uitdrukken is eenigszins anders
De huizen der Woningstichting zijn in
derdaad goedkoop, en. werkelijk heeft de
regeering destijds de huren opgedreven
Spr. zet dit nader uiteen. Het is mogelijk
dat het Rijk hier gefaald heeft, maar de
reactie hierop is er al en als d.> gemeen
ten volhouden, komt er wel kentering in
deze politiek.
De heer De N ij s Het bestuur de
Stichting heeft een nieuwe verhooging al
kunnen tegenhouden.
De heer De Graaff: Wat wil de
heer De Boer constateeren? Het cijfer van
27 is aangenomen om het tekort aan te
toonen. De woningbouw die thans voor
gesteld wordt, is volstrekt niet riskant,
men zal op die huizen aanvliegen. Een
woningtelling, waarbij dan toch ook naar
de huur moet worden geteld, loopt ten
nadeele van den heer de Boer uit.
Den he.er Van Loo zegt spr., dat het met
die krotwoninggeschiedenis inderdaad
zonderling geloopen is. Gedeeltelijk heb
ben die nieuwe woningen de rijksbijdrage
en de architect, hoe bekwaam ook, wa$
toch altijd met zijn ramingen te laag. De
huren van Volkshuisvesting werd mis
kend, en er kwamen mensohen ln met In
komens, die een hoogeren huurprijs wet
tigden.
Men is toen op net rampzalige Idee ge
komen ln het Tuindorp te bouwen, het
geen de gemeente ontzettende sommen
heeft gekost aan rioleering, bestrating
enz. en waarvan het gevolg was, dat dit
complex tenslotte <>ok nog moest worden
volgebouwd. Men meende, dat de bouw te
duur werd en bouwde onder eigen beheer
met gevolg, dat men nog duurder uit
kwam. Terwijl de huizen niet zooveel be
ter zijn dan die ln de Beukenkampstraat.
Spr. zet uitvoerig uiteen wat hij onder
krotwoningen verstaat. Die 47 woningen
waren bedoeld als een begin en er kwa
men menschen in, die zeker meer konden
verwonen, maar die het wel aardig von
den zoo weinig huur te betalen. Men had
de menschen, die erin hoorden, moeten
dwingen er te gaan wonen. Het gaat nu
weer denzelfden kant op en we krijgen
in het Tuindorp een reserve aan wonin
gen. Het is hier een eigenaardige plaats;
de bevolking loopt terug en er wordt
maar gebouwd, terwijl ook alle huizen be
woond zijn. Er moet dus, dat kan niet
anders, opschuiving plaats hebben.
Spr. gaat nader in op het standpunt van
den hoofdinspecteur van der Kaa, die er
voorstander van is de mensohen een eigen
woning te geven precies zooals hier in de
plaats geschiedt. Wat die drukte op het
bureau der Woningstichting betreft,
ook spr. heeft als particulier bouwer
voortdurend aanvragen naar woningen.
Maar er is hier een eigenaardige menta
liteit en men verwisselt gaarne eens van
woning, zonder dat dit een bewijs is van
woningnood. Spr. gaat nog uitvoerig op
een en ander in. Hij concludeert tot voor
loopig bouwen van 46 woningen, omdat
hij overtuigd is, dat 106 te veel zijn.
De heer Monhemius acht dit vraag
stuk een van de moeilijkste voor den
Raad. Spr. is korter in de gemeente dan
de heer Van Os, en wellicht niet zoo goed
ingelicht als deze, maar hij staat objectief
tegenover het vraagstuk, en is het met het
betoog van jhr. De Graaff eens. Men
dient, wil men zich op de hoogte stellen,
bij de menschen in huis te komen. Ook
spr. is voorstander van goede woningen,
maar het komt er uitsluitend op aan,
welke grens men trekt voor het begrip
„krotwoning". De moeilijkheid zit hier in
de constellatie in de stad. Als ik mijn zin
kreeg, zegt spr., dan zou ik het heeie plan
willen accepteeren, maar slechts 46 wonin-
fen bouwen van 3.76 en de rest voor
3.Is daarvoor geen weg te vinden?
De heer De Graaff schudt al van neen,
dat is jammer. Mijn bedoeling is den ar
beiders geleidelijk beter woningen te
geven; ik ben overtuigd, dat er 106 moe
ten komen. Wat de plaats betreft, spr
acht die gunstig gelegen, bovendien be
hoort een Tuindorp toch ook in de ont
wikkeling eener stad, zoo goed als open
bebouwing. Dat spr. den vorigen keer nog
aarzelde, geschiedde uitsluitend wegens
den onzekeren toestand der gemeente. Hij
verklaart zich thans vóór het plan.
De heer Schoeffelenberger
vraagt thans het woord.
De Voorzitter dringt er op aan
geen verdere historische bizonderheden
betreffende den woningtoestand ten beste
te geven, maar zich bij de voordracht te
bepalen.
De heer Schoeffelenberger
onderschrijft het betoog-Van Os. Er moet
heel wat gebeuren eer men spr. van ge
dachten kan doen veranderen. Hij is hier
geboren en het is zeker niet uit gebrek
aan liefde voor deze plaats als hij tegen
het plan van 106 woningen is. Over een
aar of anderhalf kan de economische toe
stand der gemeente beter overzien wór
den. Spr. acht het verkeerd het Tuindorp
zoover uit te breiden. Wil men 200 wonin
gen zetten, uitsluitend voor paupers, dan
heeft dat voorstel spr.'s sympathie.
De heer Biersteker wenscht op
te komen tegen het betoog van den heer
De Nijs. Diens houding is zeer juist ge
schetst door jhr. De Graaff die er op zin
speelde, dat in dergelijke gevallen dik
wijls politieke inzichten naar voren komen
en iemands standpunt beïnvloeden. Spr:
ken. Dit ls natuurlijk hun recht, maar er
wonen daar ook mensohen, die voor die
woningen te hooge Inkomens hebben.
Dat ln den brief der' Woningstichting
gesproken wordt van 200 candidaten, zal
spr.
de
len ls.
niet betwisten. Spr. zet uiteen, hoe
ipr.
van zaken hy dergelijke geval-
estijds bleven er van 126 candi
daten niet meer dan 24 over, bh een ge-
Ui
val, dat spr. heeft meegemaakt. Uitvoerig
gaat hij hierop in. Ook do bewering, dat
er zoovele gezinnen van militairen elders
wonen, omdat zij hier geen woning kun
nen krijgen, ls zeer overdreven. Men
moet die opgaven van Volkshuisvesting
werkelijk met een korreltje zout aanvaar
den. Er zijn er inderdaad velen Inge
schreven, die gaarne alleen maar eens
willen verhuizen. De Comm. voor het
Grondbedrijf was ook voor het halve plan,
dat technisch kan worden uitgevoerd
zonder het andere te schenden.
De heer De Zwart: Kunt u mij
garandeeren, dat de geldmarkt even laag
blijft?
De heer Biersteker: Dat kan ik
niet, zoomin als de heer De Zwart mij ga
randeeren kan, dat zij niet even laag
blijft. Maar tenslotte mag dit niet eens
het besluit beïnvloeden. De gemeente
staat den grond laag af, bewijs, dat d<
zaak met ernst is behandeld. Uitvoerig
gaat spr. nog op een en ander in ten be-
tooge, dat de hoodzakeljjkheid niet aan
wezig is. Wij mogen blij zijn, dat het par
ticulier initiatief in voldoende mate in
dm woningnood voorziet. Als straks alle
bouwplannen zijn afgewerkt, hebben we
totaal een 200 woningen meer. Iets an
ders zou het zijn als inderdaad huizon
van 2.50 konden wqrden gezet.
De heer De N ij s dankt den heer De
Graaff voor diens betoog om te trachten
den Raad te overtuigen. De heer Bier
steker heeft het over het standpunt, dat
de S.D.A.P. inneemt ten opzichte van wo
ningbouw, n.1. dat men is voor overhelds-
bouw. Inderdaad is dat ons standpunt,
maar het zou monnikenwerk zijn indien
wij zouden aandringen op bouw bij over
daad aan woningen. Maar heeft elk raads
lid zich wel afgevraagd of hij hoofd voor
hoofd de zaak onderzocht heeft? Niet een
der raadsleden komt op het kantoor van
de Woningstichting; niet een onderzoekt.
Niet omdat wij voor overheidsbouw
zijn, verdedigen wij dit bouwplan, maar
omdat er inderdaad een tekort is. Met
een plankje voor een woning te spijkeren
maakt men de woning niet onbewoonbaar.
Neen, het particulier initiatief is in het
algemeen tekort geschoten, en waar dat
het geval is, moet de overheid ingrijpen.
Nu zegt de heer Van Os, dat we, als
deze woningen klaar zijn, de reserve heb
ben, die we noodig hebben. Neen, die
hebben we dan niet, we hebben 7100 wo
ningen, waarvan er 12 leegstaan en 7 in
zoodanigen toestand waren, dat ze niet
meer te verhuren waren. Vandaag komt
men misschien al tot heel andere cijfers.
Geen enkel steekhoudend argument is
naar voren gebracht, om tegemoet te
komen aan de woningschaarschte. En
men tracht het op kleinigheden tegen te
werken.
Zoo wil de heer De Boer een woning
telling. Alsof die een beeld zou geven van
den toestandl Dat menschen met te hooge
traktementen deze woningen zouden be
wonen, is onjuist; een paar gevallen van
dien aard hebben zich voorgedaan en
toen is door het Dep. van Arbeid sterk
aangedrongen op ontruiming. De be
woning kon evenwel worden gemotiveerd.
In het Tuindorp wonen geen menschen
met zulke hooge inkomens, zij komen niet
in die huizen. Maar wel wonen er men-,
schen, die van hun traktement de huur
niet kunnen betalen, en reeds is bij het
Dep. aangedrongen op huurprijsverla
ging.
Dat men van het Tuindorp naar de Beu-
kenkainpstraat verhuist, bewijst niets om
trent den woningtoestand. Er zijn ook
woningen in de Beukenkampstraat van
6.Jet argument, dat men voor zijn
genoegen gaat Verhuizen, is erg klein.
Als de raadsleden zich persoonlijk op de
hoogte zouden stellen van den toestand,
zouden zij vóór deze voordracht zijn.
De heer Van Os: U heft er geen
misstanden mee op!
De heer De N ij s Men verdoezelt de
fiLrdïïfrLÏÏ"dP,""t; S': a*. ia "e Gestie. Wij verruimen den
gehad, gedeeltelijk niet. Het is erg jam
mer, dat het zoo geloopen is. Maar ln Pur-
merend heeft de S.D.A.P,
type woningen gebouwd.
thans naar dit
Replieken.
De heer Van Os heeft met aandacht
naar de rede van dén heer de Graaff ge
luisterd. Het is wel jammer, dat we bij
de oprichting van Volkshuisvesting der
gelijke voorlichting gemist hebben. Spr.,
die de hefele geschiedenis van de ontwik
keling van den Helder heeft meegemaakt,
en ook van den aanvang af lid was van
Volkshuisvesting, heeft voor enkele jaren
eens een serie artikelen hieromtrent ln
de Held. Crt. gepubliceerd. Het particu
lier Initiatief heeft altijd behoorlijk ln de
moeten hebben. Nu ls spr. wïe zich op behoefte voorzien en tegen lage huurprlj-
de_hoogte houdt,_zal dat weten in het zen van 1.60, 1.75, 2.— en
meenschap heeft te zorgen voor de wo
ningvoorziening is gezegd. Dit is niet spr.
standpunt, ook is het niet dat van de
Woningwet, waar men het particulier
initiatief laat voorgaan.
Jhr. De Graaff merkt op, dat de
Woningwet zich daarover niet uitlaat.
De heer Biersteker: Het is bij de
behandeling in de Tweede Kamer naar
voren gekomen. En spr. protesteert er
tegen, dat de heer De Nijs hier met veel
aplomb andere meeningen desavoueert.
Spr. wijst er voorts op, dat zelfs jhr. De
Graaff, blijkens zijn eersten brief, de be
hoefte niet voelde en eerst na het schrij
ven van B. en TV. van October zijn mee
ning wijzigde. Sedert dat schrijven is de
toestand ook gewijzigd; spr. heeft straks
al opgegeven, dat er evenveel woningen
bijgebouwd zijn als er tekort waren.
Jhr. De Graaff: Hoeveel zijn er bij
van 4.— huur?
De heer Biersteker: B. en W.
achten de woningen in de Beukenkamp
straat niet goed genoeg voor volkshuis
vesting. Maar we zien juist gebeuren, dat
er menschen uit het Tuindorp in die wo
ningen trekken en daar nu minder ver
wonen.
De heer De N ij s: Maar u bewijst daar
toch niets mee! Het beteekent niets, dat
dit geschiedt.
De heer Biersteker: Er zijn an
dere woningen in die straat, die verhuurd
worden voor 4.25 a 4.50, dat zijn niet
die licht-gebouwde woningen. Bij de laat-
woningtoestand, de Gez.-comm. kan thans
niet onbewoonbaar verklaren, omdat er
geen andere woningen zijn. Er zijn legio
woningen, die voor onbewoonbaarver
klaring in aanmerking komen.
Op deze woorden ontstaat rumoer en in
terrupties.
De heer De Nijs (tegen den heer
Biersteker): Gaat u dan maar eens per
soonlijk onderzoeken! U kunt zich per
soonlijk overtuigen, en als de raadsleden
desondanks toch tegen de voordracht
stemmen, stemmen ze tegen dingen, die
ze niet kunnen beoordeelen.
Opnieuw ontstaat geroep en gesohreeuw.
De Voorzitter merkt op, dat de
andere leden de gelegenheid hebben ge
had hun meening te zeggen, en dat men
die ook aan den heer De Nijs moet laten.
Deze heeft het recht minder aangename
dingen te zegen.
De heer De N Ij s voortgaande: In
1926 heeft de Gez.-comm. een voorstel ge
daan Inzake onbewoonbaarverklaring.
Het ls niet uitgevoerd, want er was on
voldoende reserve.
De heer De Boer heeft den indruk
gekregen, als zou de heer De Graaff den
ken, dat wij de woningtelling zouden wil
len aanwenden om tegen de voordracht te
stemmen. Dit is niet het geval, maar spr.
heeft uit het betoog van den heer De Nijs
niet den indruk gekregen, dat deze 104
woningen noodig zijn. Spr. heeft geen
oordeel over de zaak, maar een persoon
lijk onderzoek zal z.1. bitter weinig uit-
ste telling is gebleken, dat wel dégelijk richten. Alleen B. en W. kunnen zoo'n on
een opschuiving bestaat van de hoogere i derzoek instellen. Geen der aangevoerde
naar de lagere huren. En als wij dit plan argumenten heeft spr. kunnen bekeeren,
leder wekelijks 50 oent op de exploitatietiidschrift vnnr i TGn va? v iV L *i 2,—.en 2.50.uitvoeren, zullen de menschen, die nu in zoodat hij zijn voorstel handhaaft inzake
tSigJS.altijdfcïtsw£&*8 ÏÏ22 J? VoifchidsveBting gekomen er het Tuindorp 5,- a verwonen, een woningtelling, en bouw van het eer-
0B1dat WJ werd grond gekocht voor 3.26 dea M naar deae goedkoopere woningen trek- ste gedeelte. Het kan ook wel zijn, dat