Bontbewaring tegen motschade. J. J. H. KOOPMAN Purol bij Doorzitten - Zonnebrand - Stukloopen. Dons 30 ct. DE HAND DER TRAGEDIE OP EN OM HET BINNENHOF. - TARIEF - Den Haag, 80 Mei. Zeven dure minuten! Hard werk voor den DwergpartJJen. Wat 12 Mei leerde. Senaat! Economisch Weekoverzicht TIJDSCHRIFTEN EN WEEKBLADEN. Inbegrepen verzekering brand- en waterschade Lange Bontmantel Korte Bontmantel Stofmantels met Bont gegarneerd Heerenpelsen Moffen, Shawls Repareerenen moderniseeren tegen ZOMERPRIJZEN BONTWERKER WESTSTRAAT 17 FEUILLETON Week-kxonlek. Wanneer zal een der algevaardigde hier de kat de bel aanbinden, wanneer bespreking In het presidiaal Kabinet niet baat, desnoods de kwestie waar 't hier omgaat, in de publieke vergadering in eenigerlei vorm trachten te verduidelijken dat de Senaat een eind wil gemaakt zien aan deze zotternij P Van een man als generaal Van Voorst verbaast 't mij met velen, dat hij niet „proprio motie" blijk heelt gegeven, van dat verspillen der landsgelden niet verder te willen weten. De Senaat heelt weet men nog een zeer-dikken stapel legislatiel goed af te werken, voordat ook voor dezen tak van onze Volksvertegenwoordiging het zomer-recós kan beginnen. De „outsider", die al wil gaan op de geruchten en de „stukken", verband houdend met wat in de senatoriale sleer wordt gedacht over het initiatiel-ontwerp tot steun aan de bieten-industrie en ook over de Ziektewet van minister Slotemaker de Bruine, zou tot de conclusie moeten geraken„komt niks van!", zooals wijlen Klaas de Jong, de Lagerhuizer uit grijs verleden, zoo dikwijls op de lippen kwam. Van senatoriale Voorloopige Verslagen geldt nu eenmaal zelfs in zeer sterke mate 1 dat „het eten slechts zéér zelden zoo heet wordt genuttigd als 't op den disch wordt gebracht". Over de Ziekte wet heelt men zich, -wat de senatoriale beslissing betrelt, m.i. niet zoo heel on gerust te maken. Over het Suiker-wetje- v. d. Heuvel c.s. zou ik mij niet gaarne even optimistisch uitlaten. Ik citeer nog maar eens„Qui vivia verra! Wij hebben nu nog zeer vele Benatoriale bespiegelingen voor de borst, alvorens ook aan de zijde van het Haagsche Bin nenhol, waar ons politiek Hol van Cassatie zijn zetel vindt, de zomer-rust zal neerdalen. In den avond van Dinsdag 28 Mei is de Eerste Kamer precies zeven minuten bijeen geweest in openbare vergadering. De Senaats-griffier, jhr. mr. Beelaerts van Blokland, vond gelegenheid om mede- deeling te doen van ingekomen boeken en bescheiden, alsook: o.m. van het bericht, dat het lid der Gedeputeerden van Brabant, die „automatisch" opvolger was geworden van wijlen jhr. mr. Ver heyen als senator, zijn mandaat niet neelt aanvaard, zoodat nu het oud-lid der Tweede Kamer mr. Jan van Best aan de bi urt zal komen. Voorts gal generaal Van Voorts de Kamer kennis van het reeds dagen ge leden in tal van bladen gepubliceerde bericht, dat de hooge vergadering gisteren, Woensdag, zich mijden zal volgens het besluit der Centrale Sectie aan het afdeelings-onderzoek eener lange reeks van door de Tweede Kamer aan de Eerste Uitgezonden ontwerpen, terwijl dan op Donderdag 80 Mei in openbare zitting alles zal worden aangevat, wat voor af doening „vatbaar" is. Voila tout! Toen gingen de heeren onze sena- j trice was niet aanwezig, huistoe, om krachten te verzamelen voordealdeelings- arbeid van den 29e Mei. Ettelijke malen heb ik gewezen op het be lachelijke, nuttelooze, gansch-overbodige en peperdure van zulke malle miniatuur- avondzittinkjes der Eerste Kamer. De senatoren, die er present zijn, beuren twintig gulden voor dat al héél-weinig inspannende „karweitje". Zoo'n zittinkje kost Vader Staat (weet men) minstens 26 X 1 20 f 620. Dat is „weggeworpen geld" 1 De Senaat is aan zijn eigen waardigheid, aan het Staatsbelang verplicht, te-lange- leste te breken met deze voor het parlemen- tair prestige zeer-gevanrlijke «spielerei"!! zes-en-dertig candidaten-HjBten voor de Tweede Kamer, op 21 Mei j.1. geschied. De liefhebberij, om dwergpartijtjes te stichten, is stijgende. Een verschijnsel, dat niet zoo heel veel verbazing behoelt te wekken. Vroeger vóór de kiezerij-organisatie, verknocht aan de invoering van het Evenredig Kiesrecht had men allerlei snakerijen van kleine Jjdelheid, „genoemd" willen worden, en zoo meer bil de eerste stem mingen. Dat werd dan „gecorrigeerd" bij de herstemmingen. Thans is er slechts ééne „instantie' De rest gaat automatisch. En nu komen de figuurtjes van het derde, vierde en nóg-verdere plan, die zich toch een „voetstukje" willen bouwen. Om 't te brengen tot een zetel in het Parlement heelt men o.m. bron van soms zeer aanzienlijke onkosten noodig, welke in de meeste gevallen al zeer spoedig blijkt opgedroogd te zijn. Van de representanten der dwerg- groepen heelt de Kamer totdusver al bitter weinig „pleizier beleefd". Er waren om ons nu maar te be palen tot het leitelijk-gestorven Lager huis van Juli 1925 de enkelingen. Er was mr. Artz, van de Katholieke Volkspartij. Wiens mandaat voor zeer aanzienlijk deel oorsprong vindt in de 'verbittering, indertijd te Tilburg gewekt door het „consilium abenadi", gegeven aan den braven, ijverigen katholieken 'eteraan, oud-Zouaal wijlen Artz Sr., den vader van den genoemden algevaardigde. Dit gevaarlijk experiment, namelijk: van een „oud-gediende" te noodzaken, terug te treden, berokkende de partij- Nolens een (overigens al zeer weinig gevaarlijken) „horzel". De chr.-historische en anti-revolutio naire partijen vonden hun „horzels" in den enkeling ds. Lingbeek en het twee tal theologen Kersten en Zandt. Eindelijk was er nog de communist, de heer Louis L. H. de Visser, die „het parool uit Moskou" in de Nederlandsche Vertegenwoordiging had te wachten en te gehoorzamen. Van al deze dwergpartijen, waarvan de communist volhoudt, dat de zijne feitelijk het „geheele proletariaat" om vat, heelt slechts het groepje der h.h. Kersten en Zandt, de oer- en ultra calvinisten vertegenwoordigend, die'steeds in lelie verontwaardiging toornen over het verlaten, door de anti-revolutionairen, van het voetspoor der 16e en 17e eeuwsche calvinistische vaderen betreden en ge wezen, „tastbaar succes" gehad. In November-'25 deed de heer Kersten een raken zet op het politieke schaak bord. Hij kwam met zijn amendement, strekkend om de gelden te schrappen voor de Nederlandsche Missie bij het Vaticaan. Men weet, welke gevolgen de aan neming van dat voorstel had. De heer Kersten beselde, dat daarmee de knuppel werd geworpen in het politieke hoender hok, genaamd Rechtsche Coalitie. Door dien een deel van de chr.-historisch6ii, onder aanvoering van den heer Snoeck Henkemans en met instemming van mi Schokking,—dat amendementzou steunen. Hetkabinet-Ooljjn, pas opgetreden, werd demissionair. Er ontstond eene crisis, stremming van zaken, welke duurde tot Maart 1926. Toen mr. De Geer den wagen-van-den-staat uit het moeras optrok. Het extra-parlemen taire intermezzo-kabinet optrad. De vraag ol Nederland bij het Vatikaan moet vertegenwoordigd zijn, had ol heelt niets te maken met deze andere, welke positie het hoofd van de Katholieke Kerk eigenlijk inneemt. En het is dan ook volstrekt niet uitge sloten, dat de Tweede Kamer van 3 Juli 1929 hetzij de Coalitie wordt herboren dan wel dood of schijndood blijft op het votum van 4 jaar geleden zal terug- keeren, de gelden voor ons gezantschap bij den Paus zal herstellen, zonder dat door deze kwestie dikwijls het vuur der hartstochten zal opvlammen. De dwergpartijen hebben tot dusver in de Kamer slechts stremming, belemme ring, vertraging in den gang der zaken, verspilling van den nationalen tijd, ver troebeling, het onzuiver maken van de stemmingen berokkend. Naar aanleiding van wat op 21 Mei j.1. geschiedde mei overvloed van ingediende candidatenlijsteD, heelt o. a. het Haagsche „Vaderland', de m. i. zeer juiste opmer king gemaakt, dat men het verheffen" van een landgenoot tot „offlcieelen Kamer- candidaat" diende te verbinden aan wat lastiger te vervullen voorwaarden dan nu het geval is. Wie weet hoe vaak er ge sold, geknoeid wordt met die lijsten, zal al dadelijk iets moeten gevoelen voor dezen wenk. In Engeland herinnerde het zooeven genoemde Haagsche blad moeten de candideerende kiezers, wanneer hun uit verkorene een zeker minimum stemmen niet haalt, „opdokken", wat in vele ge vallen een „practische trouvaille" is. In elk geval is het ongetwijfeld zaak, dat het voorbereiden van de verkiezing voor een der takken van onze Volksver tegenwoordiging niet worde: een soort van „spielerei", waarbij allerlei nietige aardigheidjes, behoeften tot bevrediging van gekrenkte eerzucht en zoo meer via het „genoemd worden", bevrediging vinden. Het hooghouden van het gezag van ons Parlement, het versterken van het ver trouwen in zijne „faits et gestes" is van veel grooter belang dan zeervelen in den lande beseffen. Dat deze waarheid moet leiden tot maatregelen, allereerst van den wetgever, om te verhoeden, dat het aanzien onzer Staten-Generaal nog meer „deuken" zal krijgen dan eilacy reeds geschiedde, de dag van 21 Mei 1929 heelt dat op treffende wijze verduidelijkt. Mr. ANTONIO. Nog geregeld is men in de Ver- eenigde Staten bezig maatregelen te beramen, die de overspeculatie moeten tegengaan, en den toestand van den geldmarkt moeten saneeren. Het advi- seerend lichaam van de Federal Re serve Board, bestaande uit vertegen woordigers van elk der twaalf Federal Reserve-Banken, heelt thans besloten den Federal Reserve Board te advisee- ren tot verhooging van het herdisconto tot 6 °/o- 01 hiervan een ongunstigen invloed zal uitgaan, dient te worden afgewacht. Het geld in Amerika is ge weldig duur, doch dit is niet uitsluitend het gevolg van de groote speculat ie doch eveneens van het leit, dat ver schillende takken van industrie op een bijzonder hooge capaciteit werken, ter wijl voorts bedacht dient te worden, dat het op gang houden van het inten sieve bedrijfsleven aan de overzijde van den Oceaan, groote kapitalen v ereischt. Echter, al wordt de handel ter beurze door dè hooge geldkoersen eenigszins geremd, zoo laat het publiek zich toch niet weerhouden aan den handel deel te nemen. Deze was weliswaar niet van groote beteekenis, doch de affaire was vrij opgewekt, en vooral in industrie- papieren vonden opnieuw groote om zetten plaats. Groote belangstelling was er voor aandeelen Küchenmeister, waarvan de claims zells tot 1 1500. per stuk werden verhandeld. De nieuwe aandeelen noteeren 247 250 Men heelt hier te doen met een maatschap pij, die haar taak nog beginnen moet, doch gezien het succes van soortgelijke ondernemingen in 't buitenland, meent men er wel 250 °/0 voor te kunnen be talen. Wij voor ons, meenen dit te mogen betwijfelen, en zouden er op willen wijzen, dat de «sprekende fllm» in vreemde talen, meestal Engelsen, vertoond zal worden, of om beter uit te drukken gehoord zal worden., -"-an- gezien het gewone publiek, hetwelk toch zeker voor 60 u/o de bioscopen bezoekt, hiervan niets verstaat, zal het vrij zeker geen belangstelling er voor blijven toonen. Natuurlijk kunnen wij het mis hebben, doch wij zijn van mee ning dat met deze leiten terdege reke ning zal moeten worden gehouden. Aandeelen Oalvé Delft waren ge vraagd, daar het jaarverslag een goe den indruk maakt, en men verwacht, dat de directie op de vergadering van 81 Mei nog bijzondere mededeelingen zal doen. Margarine Unie waren even eens druk verhandeld, doch boekten geen groote koersverschillen. Philips- aandeelen konden zich gemakkelijk handhaven, evenals van Berkel. Do belangstelling voor Aniems en Indische Gassen was eenigszins bekoeld. Een opmerkelijk verschijnsel was de vaste stemming voor rubberwaarden, en temeer, daar deze afdeeling reeds maandenlang verwaarloosd is geble ven. Wat wij reeds meerdere malen in ons overzicht schreven over deze ru briek, namelijk dat er geen reden zijn om pessimistisch gestemd te zijn, begint algemeen ingang te vinden. De stock begint al te nemen, terwijl de consumptie die van 1928 met 40.000 ton heelt overtroffen. Wanneer men nu aanneemt dat het verdere verbruik in dit jaar even groot zal zijn als verleden jaar, dan bedraagt het totale verbruik 480.000 ton. Wanneer het verbruik van de niet-Amerikaansche landen 25.000 ton hooger is dan verleden jaar, en dus 265.000 ton, dan is het totaal 745.000 ton. De wereldopbrengst wordt ge schat op 720.000 ton. Wanneer men naar Rusland automobielen zal kunnen uitvoeren, dan zal de automobiel industrie nog veel meer rubber gaan gebruiken. En dan komt China nog. Dit alles geelt ons aanleiding te ge- looven, dat voor goede rubberaandeelen een kans op koersverbetering bestaat. Tabakken gaven bijwijlen een kleine handel te zien, doch de affaire had weinig te beteekenen. Suikeraandeelen vast voor H.V.A's. Dit werd toegeschreven aan verwach tingen omtrent afdoeningen van de V.I.S.P., waarvan echter niets bekend is. Scheepvaart-aandeelen aangeboden, terwijl Lloydwaarden het nulpunt nabij zijn. Het verslag valt tegen, terwijl men de reorganisatie-plannen geen goed hart toedraagt. Millioenen guldens zijn weer verloren. Petroleumwaarden weinig handel, terwijl van de mijnwaarden aandeelen Boetons nog steeds gevraagd worden. Aan Amerikaansche waarden werd zeer weinig aandacht geschonken, ter wijl deze bijna allen in koers terug liepen. Actueel Wereldnieuws en Sp. 1. B., Indië, 20 April. Nabetrachting over het 'bezoek van den gouverneur van Fransch Indo-China. Mevr. van Huut-Kardos steekt in een gees tige teekening den draak met den daaruit ge volgden lindjesregen. Over een nieuw bioscoop theater in Indië's hoofdstad wordt gesproken onder den titel Batavia Grossstadt". H. v. B. schrijft over de eischen van het privé-vliegtuig aan de hand van diverse phertos. Het weekver- haal is getiteld „De kortste weg". Jan Hou- bolt schrijft over „Sneeuw en andere Dingen in New-York', een interessante corresponden tie. De rest i9 gewijd aan sport in allerlei vormen. Van de illustraties noemen wij een mooie opname van den „Statendam", het gezelschap Jan Musch op afscheidstournée, opnamen over het huwelijk van prins Olaf van Noorwegen en prinses Martha van Zweden, mooie opnamen van dierenleven in de tropen, allerlei interessante photo's van actueele din gen, die men veelal niet in Europeesche tijd schriften aantreft, portretten, o.a. van een blondine (de redactie voegt er beleefdheids- f 5.-. 14.—. f3.50 f5.00 f 2.50 halve „aardige" bij) die 5 maal gescheiden is en in één jaar 33 millioen mark uitgaf, (Er schijnen dus mannen te zijn, die daar niet tegen kunnen). Het Maandblad tegen de VerValschingen van IS Mei behandelt het bedrog in maat en ge wicht, nogmaals de „Vitaminen", De heer L. P. Edel van de Sallandsche Vloerzeil- en Lino- leumfabriek te Wijhe (Ov.) bespreekt het arti kel „linoleum", waarin veel wetenswaardigs staat omtrent samenstelling, fabricage en aan wending op de vloeren. Verder vinden we nog een artikel over filtreeren en de verschillende wijzen waarop dit kan geschieden. Revue der Sporten, 27 Mei. Inhoud: Utrecht zonder eerste klasser, Puik Schoolvoetbal door Weensche scholieren, Moeten voetballers in athletiektraining gaan?, De Vijfde Singelloop te Utrecht, De roeiwedstrijden van Hollamdia, Komt er weer toenadering met Duitschland? Het driejarige conflict in de turnwereld, Sparta Feijenoord o2, Onze gasten van de vol gende week: De Schotsche beroepsvoetballers, Zuid tegen Oost in Eindhoven, enz. Vele en fraaie illustraties vullen mede de aflevering. Verschenen bij de N.V. Van Holkema en Warendorfs Uitg. Mij. te Amsterdam: het eerste nummer van, den 24en jaargang van „De Vrouw en haar Huis". De redactrice Elis. M. Rogge bericht, dat de driemaandelijksche bijlage „Naaldwerk en Kant" in „De Vrourw en haar Huis" onder gebracht is met behoud' van de driemaande lijksche strijkpatronen. D. J. v. d. Ven vertelt folkloristische bijzon derheden over Het Nederlandsche meisje al* Pinksterbruid. C. de Vos-M-aurits bezingt „Mei" in een warm gedichtje en Suna Lima dicht een „Mij mering over Rhytme en Getij A. H. Loeff-Bokma schrijft een artkel over „Beeldhouwkunst van Vrouwen" naar aanlei ding van een onlangs gehouden tentoonstelling bij Kleykamp in Den Haag. Johanne W. Naberis 70en verjaardag wordt herdacht, waarna Nannie van Wehl schrijft over C. van Nes-Uilkems, een onzer zeer be kende schrijfsters. Dr. Annie Posthumus wijdt een artikel aan de beroemde Noorsche schrijfster Sigrid Und- set, die eens den Nobelprijs verdende. Emmy J. Belinfante vertelt over „Een bank voor en door vrouwen". Dan vinden we ook hier een artikel over de „Overbelasting van de Jeugd" door J. Riemens- Reurslag. R. de Roo de la FailleAndré de la Porte beweegt zich ook op onderwijsgebied, maar in China. F. van den Bosch houdt een praatje over „Het houden van eenden", waarna G. T. C. v. d. Laan ons veel interessants vertelt over „Het Baskische Land". Dan schrijft Paul Bromberg een artkel over „Het hedendaagsche woonhuis", waarna de afdeeling handwerken en kleeding volgt. De bijlage bestaat uit eenige patronen voor batik-, kruissteek-, kant en wat borduurwerk. In injjn jongste Overzicht kondigde ik aan nog „een enkel woord" in verband met de inlevering van niet minder dan door E. PHILLIPS OPPENHETM, 10) Lachend ging ik naar boven, om een andere japon aan te trekken. Lady Nasel ton was in de geheele streek bekend als een onverbeterlijke koppelaarster. Zon der twijfel was de millionnair die zoo in teressant heette, in haar geest alreeds de beste partij voor een arme plattelands- dom ine's dochter, die het ongeluk had, eerzucht te bezitten. Aan de overdreven wijze, waarop zij mij begroette, bemerkte ik, dat zij de zaak al zoo goed als beklonken rekende. Het vertrek wais vol gasten, maar mijn slachtoffer zat afgezonderd In een hoekje. Blijkbaar was hij te mijnen behoeve apart gehouden. Lady Naselton deed, alsof zij zich plotseling herinnerde, dat hij er ook was, zij bracht hem naar mij toe en stelde hem terstond voor. „De heer Berdenstein," sprak ztt, „Miss Ffolliot. Wilt u zorgen, dat Miss Ffolliot wat thee krijgt?" vervolgde zjj met een g' ,mlach tegen hem. Ik ging zitten en sloeg hem gade, ter wijl hij mij bediende. Van het eerste oogenblik al kreeg ik een hekel aan hem. Hij was lang en don ker, met vaal gelaat en regelmatige trek ken van een eenigszins Joodsch type. Zijn manieren waren te zalvend. HIJ glimlachte voortdurend, en liet veel te dikwijls zijn tanden zien. Ik vroelg mij' al, of hij zijn millioen zou verdiend hebben in een winkel? Ik was evenwel gedwongen met hem te praten, en met stille berusting bereidde ik mjj op oen hall uurtje van verveling voor. „U is nog niet lang in Engeland ge weest?" vroeg ik. „Eerst drie dagen," antwoordde hij. Zijn stem was niet onaangenaam. Zijn gelaat was niet innemend en hij scheen niet bijzonder op zijn gemak, waarbij, nog kwam, dat hij iets in zijn houding had, dat zijn onbekendheid, ol zeer beperkte bekendheid aanduidde met salons als dat van Lady Naselton. Zijn voorhoofd was goed gevormd en zijn mond vastberaden. ,J)e heer Fred Naselton was de eerste, dien ik in Londen ontmoette," ging hij voort. „Het was al heel eigenaardig, dat ik hem tegen het lij! liep, haast voor ik nog goed en we) van het schip af was." „Hij was dus een oud vriend van u?" vroeg ik, met geen ander doel, dan om het gesprek gaande te houden. Eigenlijk niet. O neen, eigenlijk in het geheel 'geen vriend," zeide hij. Ik heb hem een jaar geleden in Rio kunnen helpen. Het had niets te beteekenen, maar hij toonde zich dankbaar." „Waar?" vroeg ik op eens. „In Rio," herhaalde hij. „Rio de Janeiro, de hoofdstad van Brazilië, zooals u weet." Ik wendde mij om, en keek hem onver wachts vlak aan. Zijn oogen waren op mijn gelfeat gericht. Hij had mij heimelijk zitten bespieden. Mijn hart begon sneller te kloppen. Ik haalde dieper adem, een oogenblik lang durfde ik niet te spreken. Na een korte pauze vervolgde hij: ,lk ben daar jaren lang geweest, lang genoeg om de stad en de menschen en di rest vrijwel moede te worden. Ik ben blij. <iat ik er eindelijk vandaan ben. Ik ben er alleen heen gegaan, om geld te verdienen, en geld heb ik verdiend heel wat. Nu ben ik teruggekomen, om er van e genieten, hier in ons goede Engeland. Trouwen en mij vestigen, dat zal het we zen, Miss Ffolliot." - Zijn scherpe, zwarte oogen bleven op mijn gelaat gevestigd. Ik voelde, dat een lichte blos mijl naar de wangen steeg. Op dat oogenblik had ik het land aan Lady Naselton. Zij had met dien vervelenden man over mij gepraat, en hij was slim genoeg geweest, om haar goed te be grijpen. Liefst zou ik hem alleen hebben laten zitten, maar er was iets, dat mij terug hield. Hij was uit Zuid-Amerika geko men. Hij was omstreeks den vijftienden in Londen geweest. Ik bleef dus en droeg mijn lot in lijdzaamheid. „Een aeer prijzenswaardige ambitie", zeide ik, met een sarcasme, dat ik te ver geefs trachtte te verbergen. „Ik wensch u alle mogelijke succes". „Dat is heel lief van u", antwoordde hij langzaam. „U is dus lang uit Engeland weg ge weest?" „Jaren lang", antwoordde hij zonder aarzeling- „Het lijkt vreerad", merkte ik op, „dat uw eerote bezoek het huis geldt van iemand die u betrekkelijk weinig bekend is. Heelt u geen oude vrienden die naar uw terugkeer uitzien?" Een eigenaardige glimlach plooide zich om zijn lippen. „Ik heb enkele oude bekenden", zei hij kalm. „Ik weet niet, of zjj blij zullen wezen, dat ik weer terug ben. Spoedig zal ik het weten. Ik ben niet ver van hen af". „Weten zij, dat u terug is?" vroeg ik. „Een van ben ten minste", gaf hij ten antwoord. „Maar die, waarom ik het meeste geef, weet het niet". „U wilt hem gaan verrassen, denk ik?" „Ik wO haar gaan verrassen", verbeter de hij. Er ontstond een korte stilte. In mijn geest twijfelde ik niet langer. Het toeval had mjj tegenover den man ge bracht, die den brief had geschreven aan mijn vader, den man die door mijn vader thang in Londen gezocht werd. Misschien hadden zij elkander reeds ontmoet. Ik wierp hein tersluiks een blik toe. Hij bleef mij voortdurend in stilte ga deslaan. „Ik heb ook", zeide hij, „een zuster van wie ik heel veel houd. Zij woont te Parijs. Ik heb haar geschreven, over te komen, hier niet, natuurlijk, maar te Londen". Ik draaide mij een weinig om in mijn stoel en zag hem aan. „Ik vraag mij af", zeide ik, „of er onder de vrienden, van wie u spreekt, wellicht zijn, die ik ken". Zijn lippen openden zich, hij' toonde al zijn blinkende tanden. „Ik dacht wel", zeide hij bijna fluiste rend, „dat u het wist. Heeft uw vader u ge zonden? Heeft u een boodschap voor mij? Zoo ja, laat mij! het dlan hooren voordat wij gestoord worden". Ik schudde het hoofd. „Mijn vader is in Londen", vertelde ik hem. „Hij is vertrokken op den dag, dat hij uw brief heeft ontvangen". „Wanneer komt hij terug?" vroeg hij met belangstelling. „Vrijdag, geloof ik. In iedier geval zal hij Zondag wel terug zijn". Een zonderliinge uitdrukking kwam op zijn gelaat, die mjj een onaangename ge waarwording gaf. „Hoeft u hem in Londen ontmoet?" vroeg ik snel. Zeker niet", antwoordde hij. „Ik ben eerst sedert een paar dagen in Engeland terug. Ik zal Zondag het genoegen hebben, uw vader te komen bezoeker-". „En de heer Bruce Deville?" informeer de ik. Hij keek mij achterdochtig aan. Hij vroeg zich af, hoeveel ik wist. „De heer Bruce Deville.zeide hij dralend. „Ik heb hem in lang niet gezien. Zij zeggen, dat hij zeer veranderd is". „Ik ken hem eerst sedert een week", antwoordde ik, „dus kan ik daarover niet oordeelen". Opnieuw vestigde hij zijn kleine, donke re oogen op mij. Blijkbaar begreep hij er niemendal van. „U kent hem eerst sedert een week", herhaalde hij, „en toch weet u, dat hij en ik. elkander niet vreemd zijn?" „Daar ben ik bij toeval achter ge komen", antwoordde ik. (Wordt vanrolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 2