Transpireerende Voeten ten, die dezer dagen precies een Jaar ge leden -werden ingevoerd, in de stad poli tiediensten vervullen. Daartoe zouden zij worden uitgerust met een revolver en een klewang. Vroeger waren er alleen lange geweren. WAT MEN BIJ DE BATAAF8CHE ZEIDE. Bij informatie ten kantore van de Ba- taafsche Petroleum Mij. deelt men den verslaggever van de Haagsche Ort. het volgende mede: In verband ook met herhaalde moeilijk heden met het sterk gemêleerde werk volk, dat uit nagenoeg alle Zuid-Ameri- kaansche nationaliteiten bestaat, aange vuld met mensdhen van de omliggende eilanden, drong de Bataafsdhe telkens opnieuw op versterking van de politie- en troepenmacht aan, doch tot op heden zonder eenig resultaat Uit hetgeen thans gebeurd is, blijkt eohter duidelijk, hoe ernstig de situatie was. Voor hen, die ter plaatse met den toe stand op de hoogte zijn, is de beweging niet onverwachts gekomen. De gistingen in Venezuela vonden steeds weerklank op Curagao, waar onder de duizenden arbei ders zich altijd groepen bevinden, die met de eene of andere partij in het land sympathiseerden. En hoe sterker de maatregelen werden in Venezuela tegen de revolutionnairen genomen, des te meer steeg de kans, dat men zich een geschikte plek buiten de grenzen zou uitzoeken, om een omwente ling voor te bereiden. Dat daartoe de keuze viel op Curagao is gemakkelijk te begrijpen, omdat dit eiland het dichtst bij de kust gelegen is, ten hoogste een dag afstands varen. Uit de Pers. HET MARINEBELEID IN DE WEST. Men schrijft aan de „N. Rott Ort.": Het regeeringsbericht, dat de „Korte- naer" terug kwam omdat zijn aanwezig heid in de West-Indische wateren „niet meer noodzakelijk geoordeeld werd", is niet juist. Toen de „Kortenaer" verleden jaar ver trok, stond het vooraf vast, dat de jager in April hier terug moest zijn voor het inschieten van torpedo's, waartoe de zo mertijd alleen intensief gebruikt kan worden. En „het niet noodzakelijk zijn" is weer een bewijs van kortzichtigheid van de regeering, want deze wist, dat er een pre sidentswisseling moest plaats hebben; zij weet ten minste zoo goed als de schrij ver dezes dat elke presidentswisseling in Venezuela altijd verrassingen brengt. Zij strooit dus weer zand in- de oogen met die bewering. En de „Kortenaer" is een torpedo-bootjager, die in Indië thuis hoort en dus niet gebruikt moest worden voor deze diensten. Als er niet heel spoedig verandering komt in dp struisvogelpolitiek, waarmede Nederland zich door partijpolitieke over wegingen in slaap laat sussen, dan zal het land zich binnen afzienbaren tijd kunnen beklagen, dat het de defensiebelangen en speciaal die der maritieme defensie heeft toevertrouwd aan een man, die niet het minste maritieme inzicht heeft en alleen ziet naar politiek en partijbelangen. In een kort onderhoud, dat de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" met den minis ter van Koloniën heeft gehad, zelde deze o.m., dat hij zelf Zondagavond, spoedig na het ontvangen van de eerste berichten, in overweging had gegeven, den staat van beleg af te kondigen, daar deze op ver schillende manleren het overzien en be- heerschen van den toestand vergemak kelijkt. Dat zal dan ook waarschijnlijk wel aanstonds gebeurd zijn. Er is geen enkele aanwijzing, dat na het aftrekken van de bende de rust opnieuw bedreigd is. Men neemt aan, dat de kern van de bende van Urbina kort vóór den aanslag, bijvoorbeeld in den loop van Vrijdag op Zaterdag, op Curagao is aangekomen. Een gedeelte van de bende is waar schijnlijk afkomstig uit de ingezetenen van Curagao zelf, waar vele buitenlan ders, ook vele Venezolanen, werkzaam zijn in het petroleumbedrijf en bij andere industrieën. Men moet wel aannemen, dat Urbina en zijn helpers onder dezen het complot hadden voorbereid. Waar schijnlijk hebben de van buitenaf geko- menen de bentgenooten van het eiland op de bovenbedoelde afgelegen plaats ont moet. De wapens zullen daar in ontvangst genomen zijn en toen is men naar Wil lemstad opgerukt. Zeker is, dat daarbij o.a. gebruik is gemaakt van een tweetal vrachtauto's, die dus ook wel gekaapt zullen zijn. IN DE LIJN VAN ON8 „BELEID". Het H.bld. schrijft: Wij mogen van geluk spreken, dat er niet nog veel ergers is gebeurd. Het is thans wel zonneklaar gebleken, dat als de bende het in haar hoofd had gehaald de petroleum-raffinaderij en de andere werken in brand te steken, niets dat had kunnen verhinderen. Het was Urbino en zijn volgelingen blijkbaar alleen te doen om wapens en ammunitie, maar welke waarborg is er, zoolang de „Kortenaer" met zijn landings divisie van zegge en schrijve negen en dertig man niet ter plaatse is aangeko men, dat andere roovers uit Venezuela of van elders de banken in Willemstad met rust laten, nu gebleken is, hoe weinig roovers riskeeren op Curagao, mits ze maar in grooten getale komen? De aanwezigheid van de „Kortenaer werd volgens het ministerie van defensie „niet meer noodzakelijk geoordeeld". Door wie? De koloniale raad heeft doen blijken van een geheel tegenover gestelde meening op 8 Augustus 1928. De vorige gouverneur heeft meer dan eens gevraagd hem toch behoorlijke middelen tot handhaving der orde ter beschikking te willen stellen. De zaak was natuurlijk, zooals van te voren in „Onze Vloot" reeds was betoogd, dat onze defensie dank zij het gesol, na 1918 vooral, met de vlootbelangèn, geen materiaal en geen mannen ter beschik king heeft en liever dan daarin te voor zien de risico loopt, dat de Ver. Staten een of meer schepen zenden tot bescher ming der levens en belangen hunner burgers op de Nederlandsche Antillen. Jan Kiezer interesseert zich voor deze dingen niet, omdat hij er niets van weet. En dat gebrek aan kennis gaat zoover, dat in Haagsche bladen van „aanvallen van de landzijde" op het eiland Curagao wordt gesproken. Wat zal men er zich dan warm over maken? In de beide Ka mers der Staten-Generaal is geen spoor van belangstelling voor West-Indië en zijn vraagstukken. Op het departement maakt men er zich al evenmin warm over en de heer Koningsberger is blijkbaar volkomen acooord gegaan met zijn ambt genoot van defensie, toen deze de „Kor tenaer" weer terugriep uit de Caraibische Zee zonder voor aflossing te zorgen. Dat alles is volkomen in de lijn van ons West-Indisch „beleid" en van de spreekwoordelijk wordende methode, om de teugels te laten sleepen van de Neder landsche regeering. DE OVERVAL OP WILLEMSTAD. In de „Residentiebode" lezen wij o.a.: De klap, die het Nederlandsche pres tige, vooral als koloniale mogendheid op die wijze heeft gekregen, is o.i. van grootere beteekenis dan de overrompe ling en de plundering, hoe ernstig deze feiten ook zijn. Want het is u toch wel heei duidelijk gebleken, dat onze militaire bescher ming en vooral onze zeemacht in de West absoluut onvoldoende is, niet al leen om het Nederlandsche gezag te handhaven, maar ook om de levens van de Nederlanders daar ook maar eenigs- zins afdoende te beschermen. Wij zullen hier niet de regeering di rect verantwoordelijk stellen, wij weten maar al te goed, hoe het verzet bij het Nederlandsche volk, tegen elke uitbrei ding van onze weermacht, aan elke re geering afdoende middelen onthoudt om datgene te doen wat feitelijk noodig is.. Was hier in Curagao een behoorlijke weermacht geweest, deze dooden, om van de stoffelijke schade en de afbreuk aan ons prestige niet te spreken, zou den zeer waarschijnlijk niet gevallen zijn. Het „Utr. Dgbld." doet o.a. opmerken: Waar heit aas is, verzamelen zich de gieren. En wanneer Nederland zijne West- Indische koloniën zonder maritieme be waking laat en zonder voldoende mili taire verdediging, dan kan geschieden wat is geschied...., onder den schater lach van heel de wereld..Een ernstig verwijt treft de regeering, dat zij een nationaal goed onbeheerd liet. De „Kor tenaer" moest thans bij Willemstad lig gen, maar zij vertrekt nog maar uit den Helder, om aan de West-Indische kim te verschijnen, wanneer het Incident koud' is. En verder zullen er wel ernstige protestnota's worden gezonden. Het blad noemt het onverantwoordelijk dat onze regeering Voor geheel de wereld liet spelen met ons gezag als koloniale mogendheid. Eén oorlogsschip ter plaatse, en het incident ware niet geschied. Indische persstemmen. Aneta seint uit Batavia: Het „Nieuws van den Dag voor Ned.- Indië" schrijft over het gebeurde te- Cu ragao onder den titel „For Shame". He' blad betoogt, dat wij tegenwoordig een periode van koloniale schande doormaken, zoodat het zelfs mogelijk is, dat een deel van de hoofdstad op Curagao door een bende flibustiers wordt veroverd. Het plan van aanval was beter dan de voorzie ning in de verdediging, hetgeen een ge volg is van de verkeerde politiek van be zuiniging en gebrekkige waakzaamheid. Het blad besluit met de opmerking, dat Holland een redeloos figuur heeft ge slagen. De „Javabode" merkt op, dat het ge beurde een dure les is geweest om te de- monstreeren, hoezeer de beveiliging van Curagao wordt verwaarloosd. Het gebeur de is bedenkelijk voor het Nederlandsch gezag, doch er zit ook een ernstige inter nationale kant aan, aangezien de regeering zich natuurlijk tot Venezuela zal moeten wenden. Het blad acht het bovendien verre van aangenaam, dat er te Willemstad een onvoldoende macht aanwezig is, ook voor de bescherming van de schepen. De haven wordt dan een waardeloos bezit. Het ge beurde toonde aan, dat Curagao een ge makkelijke prooi is voor op roof belusten en daardoor een verleidelijke attractie ook voor anderen. Een afdoende bescherming is een gebiedende eisch. Het „Bat. Nieuwsblad" merkt op, dat men om het gebeurde zou kunnen lachen, zoo het niet zoo diep beschamend was, Gelet op de groote belangen, kan men be grijpen hoe onvergeeflijk een politlek- militaire-maritieme bezuiniging is als wij thans meemaken. Nederland erkenne zi|n verplichtingen als zee- en als koloniale mogendheid, zegt het blad,, hetgeen toch wel minimum-eischen zijn, die onze fiere, maar thans wat ironisch klinkende wa penspreuk „Je maintiendrai" ons oplegt. EEN ENGELSCHE PERSSTEM. De Daily Chronicle schrijft over de overrompeling van Willemstad in een kort hoofdartikel onder het opschrift: The Dutch Affair (de Hollandsche af faire): Dat afgelegen kusten nog altijd onder politie-toezicht gehouden moeten worden, lijkt de moraal van de pas uitgevoerde overrompeling op Nederlandsch West- Indië. De 600 invallers waren Venezo- laansche opstandelingen, over wie de Ve nezolaansche regeering geen macht had en die zij nog minder kan oommandee- ren. Maar zij hebben verscheidene Neder landsche onderofficieren gedood, 09 hoofdstad van Curagao geplunderd, de overheid tijdelijk ontvoerd en in het kort eenige van de ergBte wandaden begaan, die een Europeesche vlag in haar eigen gebied kan ondergaan. Incidenteel heb ben zij ook een Amerikaansch koopvaar dijschip genomen. Holland is de laatste mogendheid van de wereld, die men van agressieve oog merken kan verdenken. De zenuwachtigste aanhanger van de leer van Monroe in de Vereenigde Sta ten behoeft er geen bedenking tegen te opperen, als het op behoorlijke genoeg doening door de Venezolaansche regee ring aandringt. Misschien is het een goed ding dat in het precedent dat ontstaan is, zulk een onberispelijk eischer betrokken is. Want de burgeroorlogen en revoluties van Midden-Amerika zijn een staag terug keerende overlast; en het is van belang dat elke neiging, die zij mochten vertoo- nen om tot het gebied van Europeesche staten door te dringen, krachtdadig be teugeld wordt. Er moet duidelijk Iets gedaan worden om de daders te bestraffen. Voorloopig geeft hun overrompeling hun niets dan voldoening. Zij hebben een groote hoe veelheid wapens en munitie geroofd en zijn zonder kleerscheuren ontkomen. Men moet hen niet In deze stemming, waarin zij zichzelf gelukwenschen, laten blijven. Wij hopen dat de Vereenigde Staten hiermee ten volle zullen instemmen. Een beschouwing van de Evening News. De Evening News zegt in een beschou wing over den aanslag op Willemstad: Curagao wordt goed bestuurd en is wel varend en Willemstad is een zoo net en behaaglijk klein evenbeeld van Amster dam, als men maar kan wenschen, maar Venezuela geeft er voortdurend last. Ve nezuela heeft geen begeerte naar de Ne derlandsche eilanden, maar Willemstad is een mooie en veilige schuilplaats voor de Venezolaansche oppositie, die er op haar gemak plannen kan smeden om het de Venezolaansche regeering lastig te ma ken. Dat is een oude geschiedenis, maar nieuw is, dat de Venezolaansche oppo sitie op groote schaal een rooftocht onder neemt en dat zal geen mensch meer hin deren dan d!e Venezolanen zelf. GEMEENTERAAD Vergadering van den Raad der ge meente Den Helder, op Dinsdag H Juni, 's avonds 8 uur. Afwezig de heer van Os. Aan de orde is: Grondverkoop. Voorstel tot verkoop van grond aan de Gebr. Spruit. (Held. Ort., 23 Mei) De heer Grunwald vraagt aanhou ding van dit punt. Spr. meent, dat be doeld perceel aanmerkelijk meer zou op brengen in openbare veiling. Het betreft hier een voor de gemeente belangrijk punt, en de aanbieding van de firma Spruit, die aanvankelijk vrij laag was, is om die reden ook al eenmaal verhoogd. De Voorzitter merkt op, dat men bij openbaren verkoop het niet in de hand heeft te beletten, dat er iets zou worden gebouwd, dat [minder wensohelqk wordt geacht. We weten nu, dat het de bedoeling ia dezen hoek te verfraaien. De heer Grunwald meent, dat het Ooilege voorwaarden kan stellen. De Voorzitter: Het gaat moeilijk iets op openbaren verkoop te 'brengen met bezwarende voorwaarden. De heer V a n D a m: Is verbreedlng ter plaatse noodig? De Voorzitter ontkent dit. Ver breeding heeft hier geen zin, daar de uitmondende straat met de brug en den ingang van de werf in eikaars verlengde liggen. De heer De Boer vraagt waarom in de bijlage niet gesproken is van het bod' van den heer Verfaille. Als spr. goed is ingelicht, wilde ook deze het ©esthetische van dit punt dienen, ook bood hij aan een lokaliteit te bouwen voor wachtende auto bus-passagiers, hetgeen spr. van groot belang acht op dit punt. Spr. is voorts van meening, dat verbreeding ter plaatse wel degelijk gewenscht is wegens het totaal gebrek aan uitzicht in de Spoor straat, dat men daar heeft. Weliswaar is dat niet de schuld van dit huisje, maar van het voorliggende café „de Grot", maar juist hierover is met den heer Ver faille te praten, omdat hij' ook eigenaar is van dit perceeL Spr. stelt voor den Raad nader op dit punt in te lichten. We hebben bij de Keizersbrug ook zoo'n on gelukkige toestand van een te nauwen ingang, en daar kan de gemeente niets doen. Laat ons dus hier trachten den toe stand te verbeteren. [Van G. Verfaille alhier was een ver zoek ingekomen d.d. 12 Deo. 1928 het huisje Westgracht 1 te mogen koopen. Adressant wilde dit bij de aangrenzende, aan hem toebehoorende, perceelen aan trekken en er een fraaieren hoek van maken, terwijl het tevens zou kunnen worden benut voor wachtlokaal voor autobussen. Het verzoek van de gebroeders Spruit dateerde evenwel van vroeger, nl 10 Sept 1928, op grond waarvan eerstge noemd schrijven voor kennisgeving werd aangenomen door B. en W. Red. H. O.) De heer Schoeffelenberger zet den gang van zaken uiteen in de verga dering van de Commissie voor Publieke Werken. Spr. heeft gestemd! vóór toe stemming aan de heeren Spruit. Toen is het verzoek van den heer Verfaille ge komen. De Voorzitter: Dat is weer inge trokken. De heer Woud zegt, dat deze zaak eenige malen in de Qte. besproken is. Het oorspronkelijk bod van Spruit was te laag, er werd een prijs bepaald van f 25.— per M2. Ook spr. stelde openbaren ver koop voor. Hei. verzoek van den heer Verfaille kwam eveneens ter sprake; het blijkt, dat dezn nimmer antwoord heeft gehad op zijn bod, het schrijven, dat aan hem' zou worden gericht, is nooit verder gekomen dan P.W. De heer Van Breda geeft in over weging in geen geval tot openbare aan besteding over te gaan. Dan komen wij voor allerlei moeilijkheden te staan. He* is de gemeente ook alleen te doen om een aesthetischer toestand daar te krijgen, vandaar, dat het aanbod van den eersten bieder wordt toegewezen. Er zijn nan de heeren Spruit hooge eischen gesteld voor de bebouwing, ook is hun de ver plichting opgelegd voor een brugwach terswoning te zorgen. In verband hier mede is de prijs van 26.redelijk te noemen. De heer Verfaille heeft geen be paald bod gedaan, alleen maar gevraagd' een bod te mogen doen. Op onverklaar bare wijze is het antwoord bij Gem.wer ken blijven liggen, vandaar, dat spr. den vorigen keer uitstel van behandeling vroeg. Tereoht heeft de heer Schooffelen- berger gezegd, d'at al andere aanbiedin gen ook waren gekomen. Spr. heeft den heer Verfaille gezegd, als hij een bod wil de doen dat hij' dan ook met een plan moest komen. Deze heer gaf te kennen er over te zullen denken en schriftelijk nader te berichten. Gisteren kwam een schrij ven in, dat hij' niet meer als gegadigde in aanmerking wenscht te komen. De firma Spruit is al in September ge komen met haar plan. Er was een teeke- ning bij, en waar het een redelijk bod is, zal de Raad verstandig doen er op in te gaan. De heer Grunwald zal na deze toe lichting niet verder aandringen op aan houding, waarna het voorstel van B. en W. bij' acclamatie wordt aangenomen. Schenking grond. Voorstel tot overneming van een stuk grond om niet van de Gebr. Smit. Held. Ort. 01 Mei. Wegenbelasting. Voorstel om afwijzend te beslissen op het verzoek van de bewoners der 8e Bm- madwarsstraat ln zake ontheffing van be taling der Wegenbelasting. Held. Ort. 21 MeL De heer Byiüers heeft de vorige maal aanhouding verzocht. Het Is niet de bedoeling van adressanten buiten de Wegenbelasting te willen vallen, maar deze straat is werkelijk geheel particulier eigendom. Ook de reiniging komt er niet. Spr. heeft nu aan de bewoners voorge steld haar aan de gemeente te schenken of te verkoopen. Oonform voorstel B. en W. besloten. Zonder discussie of stemming worden aangenomen: Overplaatsing onderwijzer. Voorstel tot overplaatsing van dea on derwijzer P. Uipkes van school 9 naar schooi 6. Gezondheidscommissie. Voorstel tot goedkeuring van de be grooting van ontvangsten en uitgaven voor 1930 der Gezondheidscommissie. Nieuwe leerboeken. Voorstel tot het verleenen van mede werking voor de aanschaffing van nieuwe leerboeken Ingevolge art. 72 der L.O.-wet 1920 door de stichting het R.K. Onderwijs te Den Helder. Terrein lichamelijke oefening. Voorstel tot het inrichten van een ter rein voor lichamelijke oefening aan den Ruyghweg. Erfpacht Voorstel tot uitgifte van grond in erf pacht aan H. Minneboo, J. P. van Os, F. Blom en J. A. Guillioto. Verhuur sportterrein. Voorstel tot verhuren van het voor malig „Sparta"-terrein aan en het tref fen van een schaderegeling inzake huur van land aan den Ruijghweg met W. Kaan. Daarna is aan de orde: Autobnsdiensten Den Helder-Hulsdulnen Voorstel om afwijzend te beschikken op het verzoek van H. Heeman om schade vergoeding. De heor SmitsM. d. V. Wanneer er ooit reden is geweest om zich over een voorstel van B. en W. te verbazen, dan' ge- loof ik wel, dat dit nu bet geval moet zijn, bij kennisname van het voorstel neerge legd in bijlage 70, thans aan de orde. Dit zal. vooral in hooge mate het geval zijn bij do leden der door dezen Raad be noemde en in de bijlage bedoelde oommis sie, welke tot opdracht had: bestudeert mg van het auto vraagstuk betreffende de ver- binding Den Hélder—Hulsduinen, en waarvan ook Ik de eer had deel uit te maken. En waarom nu deze verbaadng? Het mag worden geacht bekend te zijn. dat reeds jaren tijdens het badseizoen in hot verkeer tusschen Helder en Huisdui nen een toestand heerschte, zoo, dat menigeen zich met angst afvroeg, waar om er niet meer notitie werd geschonken aan de veiligheid langs do straat. Eerst toen er eene verwildering was ingetreden waarvan de gevolgen niet waren te over zien, heeft men gemeend uit dezen Raad een commissie te moeten benoemen ten einde in deze chaos eonigo regeling te brengen. Een rapport is uitgebracht en het is met verwijzing naar dit rapport, dat B. en W. nu mededeelem, daaraan het voorstel te hebben ontleend en machtiging te hebben gekregen om tot openbare ver pachting over te gaan. Deze verpachting noch de latere herverpachting bracht een acceptabel resultaat. M. d. V. Welk beeld kregen wij bjj deze gelegenheid te aanschouwen? Dit: dat er zich drie inschrijvers aanmeldden en be dragen werden bedongen varieerend tus- sohen 7000 en.nihil Zegge en schrijve dus, een verschil van 7000. En nu meen ik me nog te herinneren, dat aan de hoogste inschrijving een gespecificeer de toelichting was toegevoegd, waarin dit bedrag duidelijk werd gemotiveerd. Eigen aardig is het nu wel, dat, ofschoon aan deze hoogste inschrijving geen waarde word gehecht, en er een aanbod bij was om deze diensten zonder eenige subsidie waar te nemen, men er van de zijde van het Ooilege van B. en W. niet aan dacht, deze aan dien voordeeligsten inschrijver te 'gunnen. Op het eerste gezicht zou men daarvan mlsBohien zeggen, dat hier do logica zoek was, doch niets is minder waar dan dit. Dat bleek reeds dadelijk toen dloor het Ooilege besprekingen worden gehouden met de commissie eonerzjjds en met do inschrijvers anderzijds, maar duidelijk kwam vooral vast te staan, dat men met dezen laagsten inschrijver, rekening hou dend met de gestelde voorwaarden, niet in zee durfde te gaan. En het was toen, dat dn eene gecombineerde vergadering van het Oodlege met de oommissie en de insdhrijivers Moorman en Heeman, aan den iaatsten het verzoek werd gedaan om ook de schouders onder deze zaak te wil len zetten, omdat men don meerdere zeker heid zou hebben, uit het moeras te ge raken. En toen Heeman aan de hand van zijn gemotiveerde inschrijving, de opmer king maakte, dat dit voor hem een scheep je van bijleggen zou beteefcenen, toen werd' gezegd, dat zulks nooit met zekerheid kon worden gezegd en kwam het zoover, dan konden wij in elk geval nog zien. De Voorzitter schudt ontkennend het hoofd. De heer Smits voortgaande: Etn on der deze omstandigheden, (haast zou Ik zeggen: met deze beloften), is bedoelde overeenkomst tot stand gekomen. Maar Is toen reeds voor mij komen vast te staan', dat Heeman, geleerd door eenige jaren van ervaring, zeer juist heeft gezien, èn wat het finantieele gedeelte betreft, èn voor wat zijn vrees voor de opvatting van zijn medeoontractant betreft. In de bijlage zeggen Burgemeester en Wethouders dit, zooals spr. citeert, immers zelf. Maar M. d. V. doet het dan niet pijnlijk aan, als het College van B. en W. (blijk baar bevreesd dat Heeman te veel wordt gevleid) daarna terug krabbelt en zegt: dat bij dit niet als argument mag gebrui ken ter inwilliging van zijn verzoek. Zeker hij: deed niets meer dan zijn plicht, maar dan ook niets meer, zegt het Ooillege! Doch men overdenke eens even deze 8 dingen: le. dat adressant vooraf reeds aantoon de dat het een strop moest worden: 2a dat hij op verzoek van hot Collego desondanks bereid was in het algemeen belang zijne medewerking te verleenen, en 8e. d'at reeds dadelijk door absoluut ne- geeren van elke plichtsbetrachting door zijln mede-contractant, de geheele last op zijn schouders werd gelegd, dan zal men toch met mij willen erkennen, dat het on der zulke omstandigheden dan1 toch wel zwaar moet vallen zijn plicht te hlijtyen doen, terwijl het na zulk ©en finantieele ontnuchtering bovendien, 'tochi wel de moeite waard' is daar op te wijzen. M. d. V. M.i.z. tereoht zegt Heeman dan ook in zijn toelichting, dat het wel slagen dezer verbinding voor het ov er- groot e deel aan zijn inspanning en actief optreden te danken is geweest. Nu Is het wel heel gemakkelijk te be weren, dat hij zich hier langs burger rechtelijken weg hun kunnen doen scha deloosstellen. Doch wie, die nota nam van deze overeenkomst, zou daaraan zooveel waarde durven geven? 0oo juist werd door een mijner medeoommissieleden na kennisname hiervan opgemerkt: „daar heeft nu niemand wat aan". Ik wil hier dan ook niet dieper op ingaan, want ook het College maakte hiervan toch geen ge bruik om Moorman nu eens goed tot da orde te roepen. En nu tenslotte nog de opmerking, dat adressant met geen verlies had behoeven te werken. M. d'. V., ja, daar ben ik het volmaakt mede eens. Maar dan had hij moeten doen zooals de anderen, zich niet moeten storen aan het vastgestelde sala ris, noch aan een fatsoenlijk geregelden arbeidstijd, aan het voorgesteld aantal bussen dat present moet zijn. Kortom, dan had hij; aan alles en nog wat lak moe- ton hebben en had men kunnen spreken: van dat domme stukje papier. En hoe ging het nu: Heeman dood, dit wordt er kend, zijn plicht, stelde zijn boekhouding ter beschikking, stelde den Rand in zijn toelichting ook in kennis met do te oon- troleeren cijfers en het Ooilege van B. en W. wijst een billijk verzoek af met de boodschap: U had geen verlies behoeven te lijden. - F en andere transpireerende lichaamsdeelen moet men behandelen met Purol-Huidpoeder, als zijnde het meest afdoende middel daarvoor. Verkrijgbaar in Bussen van 6o cent en i gld Bij Apoth. en Drogisten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 7