HELOERSCHE COliï REIS- EN REGEN- J. J. H. KOOPMAN Derde Blad BINNENLAND NAAR MAAT f 35 - f 40 - f 45 WESTSTRAAT 17 VAN ZATERDAG 27 JULI 1929 Ds ondergang van de „Lutine". VERKIEZINGEN VOOR DE EERSTE KAMER. Geringe verandering. Vrijdag heeft in de provinciën Noord- Brabant, Zeelang, Utrecht, Limburg Noord-Holland en Friesland de verkie zing plaats gehad van 25 leder der Eerste Kamer. Overeenkomstig de Kieswet zijn de elf provinciën tot een viertal groepen ver- eenigd, waarvan 'bij deze verkiezing in aanmerking komen groep I, bestaande uit de provinciën Noord-Brabant, Zeeland, Utrecht en Limburg en groep IH, be staande uit Noord-Holland en Friesland. Groep H, bestaande uit de provinciën Gelderland, Overijsel, Groningen én Drente en groep IV bestaande uit Zuid- Holland, spelen bij deze verkiezingen geen rol. Groep I kiest 13 en groep n kiest 12 Eerste Kamerleden. Aan de stemmen der Statenleden wordt een waarde toegekend, in verhouding tot de bevolking in de verschillende provin cies. Uitslag groep HL Berekend naar de stemwaarde van de in de Staten van Nbord-Holland, en Fries land uitgebrachte stemmen, bedroeg het totaal aantal stemcijfers in deze groep 15.666, zoodat de kiesdeeler werd vast gesteld op 13057j (de breuk werd ver waarloosd). Gekozen zijn in groep HE (Noord-Holl. en Friesland): 3 Katholieken, 1 Anti-Revolutionair, 2 Chr. Historischen, 4 Sociaal-Democraten, 1 Vrijheidsbonde, 1 Vrijz.-Democraat. Heihozen zijn in deze groep: KL Polak; mevr. Pothuis—Sanit; dr. F. M. Wibaut (allen S.-D.); mr. J. N. J. E. Heerkens Tihijssen (R.-K.); mr. H. Verkouteren (C.-H.); mr. R. Pollema (C.-H.); W. de Vlugt (A.-R.); S. van den Bergh Jr. (V.B.); prof. dr. D. van Embden (V.-D.). Nieuw gekozen zijn in deze groep: J. Oudegeest (S.D.A.P.); J. N. Hendrix (R.K.) en P. J. S. Serrarens (R.-K.). In deze groep winnen de Sociaal-Demo craten een zetel ten koste van de Anti- Revolutionairen. Alles bij elkaar genomen kan men zeg gen, dat de> verkiezingen weinig verande ring hebben gebracht in de huidige sa menstelling der Eerste Kamer: de Anti revolutionaire party verliest een zetel, terwyi de Vrijzinnig-Democraten een zetel winnen. Daar de S.DA..P. in groep I een zetel verloor, doch in groep Hl een zetel won, blijft deze partij met 11 zetels in de Eerste Kamer vertegenwoordigd. DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN Tot dusver zijn bij het Centraal Stem bureau reeds vian 90 der nieuwbenoemde Tweede Kamerleden berichten ingekomen, dat zij hun behoeming tot Kamerlid heb ben aangenomen. Hiertoe behoort ook mi nister de Geer. Van minister Slotemaker de Bruine en van den heer Colijn is nog goen bericht ingekomen. Voorts heeft tot dusrver nog geen der gekozenen v'oor zijto benoeming bedankt. Op het oogenblik worden door de ber gingsmaatschappijen Doeksen c.s. weder om pogingen gedaan het goud van de Lutine te vinden. Zelfs kan het publiek hierin aandeelen krijgen, die, bij slagen der pogingen, een niet onaardig winstje opleveren. Onderstaande historische bijzonderhe den omtrent de ramp der Lutine zijn daarom thans weer actueel. De geschiedenis vermeldt, dat daar ergens, Noordelijk langs de kust van Noord-Holland, ter hoogte van het eiland Terschelling, het wrak ligt van de Lutine, het schip van Engelsche afkomst, ge laden met staven goud, op weg naar Hamburg en bevracht door een der in dien tijd meest bekende Londensche bankierskantoren. Het schip is gestrand in het einde der achttiende eeuw; ge strand in het licht van de Brandaris, die vermoedelijk omstreeks het einde der vijftiende eeuw gebouwd en in 1594 door de Staten van Holland werd hersteld. Toen waren de lichten van de Brandaris niet zoo sterk als zij thans zijntoen trokken zij vermoedelijk ook niet in die mate als thans geschiedt de vogels aan, die daar bij duizenden jaarlijks den dood vinden. Maar ook toen was de Brandaris een baken in zee, die den ervaren zee man een veilige reis verzekerde. Doch ongeacht of er een Brandaris ware ge weest of niet, de Lutine was toch ten ondergang gedoemd. Spreken de verhalen immers waarheid, dan was het niet de kracht der zee, schoon deze groot was, maar dan was het de onvoorzichtigheid, de onvoorzichtigheid van de firmanten, hun spotten met overleveringen en vloek, dat dien ondergang veroorzaakt heeft. De Lutine was eigendom van en be vracht door de firma Goldsm:th Co. Het waren bekende bankiers in het laatst der achttiende eeuw, een huis zoo be trouwbaar als Rothschild korten tijd daarna zou worden een huis zoo betrouw baar als de Bank van Engeland zelf. De oprichter, de oude heer Goldsmith, leefde nog; hij had het bedrijf groot zien worden. Koe Door het vertrouwen, dat men in DE KABINETSCRISIS. Jhr. Ruys niet geslaagd? De parlementaire redacteur van De Standaard meldt: Naar ons ter oore kwam, zou jhr. Ruys de Beerenbrouck niet geslaagd zijn in zijn pogen tot formatie van een parlemen tair kabinet, steunende op de drie par tijen der rechterzijde. DE INTERNATIONALE CONFERENTIE. 0 Vermoedelijke aanvaarding van die uitnoodlglng door de regeertng te Den Haag. Het Handelsblad deelt mede: By informatie op het departement van Buitenlandsche Zaken te Den Haag kon men ons nog geen definitief uitsluitsel geven op de vraag, of de regeering de uitnoodiging der buitenlandsche mogend heden zou aanvaarden. Wy kregen even wel den sterken indruk, dat onze regee ring de uitnoodiging gaarne zal inwilli gen. De Belgische regeering legt zich neer bij Den Haag. Belga seint uit Brussel: De Belgische regeering, verlangend naar een oplossing in de kwestie van de keuze der plaats, waar de politieke her stelconferentie zal worden gehouden, heeft zich' neergelegd bij Den Haag. HET BELGISCHE KROONPRINSE LIJK PAAR OP BEZOEK BIJ DE KONINGIN. De, hertog en de hertogin van Brabant, reizende onder den naam van graaf en gravin de Réthy, zijn ten paleize Het Loo aangekomen, voor een bezoek aan de Koningin, De hertog en de hertogin logeeren ten paleize. I BEZOEK SPJAANSCHE OORLOGS SCHEPEN. Weder vertrokken. Vrijdagavond half-acht zijn de vier Spaansche torpedojagers uit de Amster- damsche haven vertrokken, naar Chris- tiansund. DE TOCHT DER DORNEER-WAL VLIEGBOOTEN. De officier-vlieger der 2e kl. van de Kon. Marine, M. Vethake, die indertijd deel uitmaakte van de bemanning van een .der Donder-Wal vliegbooten, welke de vlucht naar Nederlandsch-Indië 'hebben ondernomen en die per mailboot naar Nederland,is teruggekeerd, .is Vrijdag ochtend ontvangen door den minister van defensie, wien hy verslag over den tocht heeft uitgebracht. ENGELANDS. SCHADELOOSTELLING AAN DE ZEEVISSCHERIJ. De verdeeling van het mlllloen. Besprekingen met de organisa ties. In verband met de aanbieding door de Engelsche regeering van een millioen gulden ter afdoening van de door de zeevisscherij ingezonden vordering in zake zeeoorlogsschade, hebben, zoo meldt Het Volk, vertegenwoordigers van den Centralen Ned. Transportarbeidersbond, hem gesteld had. Maar hoe dergelijk vertrouwen komt, wie kan het zeggen nu niet en zeker niet in dien tijd. De klanten waren by Goldsmith gekomen zij hadden hem orders gegeven om voor hen te handelen geld in bewaring ver strekt, waarmede hij kon handelenzij hadden door hun vertrouwen hem tot een vermogend, een bijna alvermogend man gemaakt. En het ging hem als velen, die blind worden door den voofspoed. Zij meenen, dat die voorspoed uitsluitend aan eigen bekwaamheden, eigen inzichten, eigen daden is te danken. Ongetwijfeld is dat in den regel voor een deel het geval. Maar de wereld is van zoo wonderlijke samenstelling, dat de beste mensch niet kan slagen zonder een zekere, zij het wellicht bescheiden, portie geluk en ver mijding van ongeluk. Goldsmith was be gonnen in een klein kantoor; zoo een van die kantoren, gelijk DickerfS ze ons teekent en gelijk wij ze van de Dickens- plaatjes zoo goed kennen. Zoo een van die kantoren, waar de patroon zat in hetzelfde vertrek als de klerkenwaar slechts een klein kamertje aanwezig was om do voornaamste klanten, indien zij eene afzonderlijke bespreking*wilden heb ben, te woord te staan. Zoo'n kantoor, dat al evenmin op een der tegenwoordige bankpaleizen gelijkt als een schamele hut gelijkt op een werkelijk paleis. Zoo een van die kantoren, waar veel omging, veel naar evenredigheid van de tijden, maar weinig, wanneer wij de cijfers van tegen woordig daarnaast leggen. En het verhaal gaat, dat, terwijl Gold smith nog op dit kantoor toefde, op een middag een lang, oud man met een exotisch uiterlijk zich bij hem aandiende. Hij verlangde hem alleen te spreken. En dat geschiedde met geen ander doel dan om hem een zwaar gezegeld envelop te overhandigen. »Dit envelop bevat iets wat voor mij van groote waarde is, maar waarvan de kennisneming een ander slechts kan schaden. Bewaart gij dit envelop zorgvuldig en laat gij de zegels onverbroken, er zal geluk en voorspoed voor U zijn weggelegd. Maar verbreekt gij de zegels, dan zult gij van den inhoud ui«ti leuren en ongeluk zal Uw deel den Ned. Bond van Christelijke Fabrieks- en Transportarbeiders en den Ned. R.K. Bond van Transportarbeiders St. Boni- facius op het ministerie van buitenland sche zaken een bespreking gehad met den voorzitter en den secretaris van de ministerieele commissie voor de verdee ling van de vergoeding. De vertegenwoordigers van de vak bonden verzochten, in kennis te worden gesteld met de regelen, onder welke de flnantieele afdoening met Engeland tot stand kwam en met het standpunt der ministerieele commissie ter zake van de verdeeling onder alle belanghebbenden van het beschikbaar gestelde bedrag. De voorzitter der ministerieele commissie, vice-admiraal Surie, deelde mee a. dat het door Engeland verstrekte, een millioen gulden, alleen bestemd is voor verrekening van schadeclaims, in gediend voor schepen, indertijd betrokken by de haringvisschery en de IJslandvaart en in de zomermaanden van het jaar 1916 opgebracht naar en vastgehouden in Engelsche havens b. dat d«ze schadeloosstelling uitslui tend zal worden aangewend voor vergoe ding van schade aan vaartuigen, visch- want of lading; c. dat de Engelsche regeering schade loosstelling voor tijdverlies niet heeft willen erkennen d. dat de commissie voornoomd een nauwgezet ^nderzoek insteld naar de juistheid der inoeniende claims en alle waarborgen zal verlangen, dat naar recht ee biliykheid ieder der betrokkenen het hem toekomende aandeel van het beschik baar bedrag zal ontvangen; e. dat de door reeders gedurende de aanhouding in Engeland van de visschers- schepen aan leden der bemanning of aan hun gezinnen verstrekte voorschotten niet in de verrekening van het aandeel in de totale besomming van dat jaar zijn opgenomen, doch ten laste van de schade claims zyn gebracht en thans zullen worden verrekend. De vertegenwoordigers der vakbonden drongen er nog op aan, de gelegenheid open te stellen, in geval van geschil by de verrekening en alvorens een beslis sing te nemen, vertegenwoordigers van de zeevisschers te hooren. HET GEBEENTE VAN COMENIUS. Wij hebben in het kort melding gemaakt van de opgravingen, in de voormalige kazerne te Naarden verricht betreffende het graf van den aldaar begraven Tsje- chisohen paedagoog Comenius. Deze Co- menius werd in 1592 in Moravië geboren, en deed veel voor hervorming van het onderwijs. Hij heeft lange jaren in ons land gewoond en is daar dan ook over leden. Daar Comenius een Tsjech was, hebben de Tsjechen, die, zooals men weet, vóór den oorlog onder liet staatsverband van Oostenrijk-Hongarije leefden, maar niettemin heftig-nationalistisch voelden en dan ook een van de eerste volken wa ren, die zich van de ineengestorte monar chie losscheurden, en een zelfstandige republiek uitriepen, hebben zij, zeggen wij, telken jare de nagedachtenis van Comenius gehuldigd door een krans te leggen op zijn graf. De Tsjecho-Slowaaksohe regeering had thans aan onze regeering gevraagd opspo ringen te mogen doen naar de juiste lig ging van dit graf, en deze zijn met mede werking van Hollandsche en Tsjechische hoogleeraren thans beëindigd. Men heeft het graf weten te bereiken en kon met vrij wel absolute zekerheid vaststellen, dat de gevonden overblijfselen die van den groo- ten Tsjech waren. Daar de Tsjechische regeering geen ander doel had dan dit vast te stellen en niet het plan had die overblijfselen in haar land te begraven, is worden.t Voordat Goldsmith tijd had den vreemdeling nadere inlichtingen te vra gen, was deze reeds verdwenen. De jongere klerken werden hem achterna gezonden, maar het was alsof de straten in de on middellijke nabijheid van het kantoor hem hadden opgeslorpt. Toen niet en ook later niet is de vreemdeling ooit weer door Goldsmith en de zijnen gezien. Met een zekeren eerbied legde Gold smith het zwaar verzegeld envelop in de brandkast, en hij besloot het zorgvuldig te bewaren, overtuigd dat het op den een of anderen dag zou worden teruggevraagd. Dat geschiedde niet, maar wel kwam de voorzegging van den vreemde uit, want geluk en voorspoed waren voor Goldsmith. Zijne relaties breidden zich uit, zijn rijk dom nam toe, het eenvoudige kantoor werd steeds vergroot. Niet meer als vroe ger zat Goldsmith met zijne klerken in eenzelfde vertrekhij had hen reeds over een aantal vertrekken moeten verdeelen en leder een bepaalde taak, onderdeel van zijn bedrijf, moeten opdragen. En hijzelf zat in een groot kantoor, nieuw gebouwd, en hij had meer dan één kamer ter beschikking voor de rijke en voorname klanten die hem kwamen spreken. Op een dag hield een deftige karos voor het kantoor van Goldsmith stil. De klerken vlogen naar de deur, eerbiedig werd deze geopend om doorgang te ver- leenen aan den Lord-meester van de schatkist. Want hot was deze, die Gold smith zelf op zijn kantoor kwam spreken. Een eer, die den ouden bankier totnutoe niet was aangedaan. Maar er waren redenen voor, want de Engelsche regeering had de hulp van Goldsmith noodig. Er moest betaling gezonden worden aan de troepen, die, gezamenlijk met de Russen, een inval hadden gedaan in Noord-Holland om vandaar uit de Franschen te bestrij den. De Engelsche Regeering had geen geld voorhanden, en zij kwam leenen van Goldsmith. Deze wilde gaarne helpen, ter wille van het vaderland, ter wille van de bestrijding der Franschen, maar ook ter wille van het gewin. Want eiken waar borg, dien hij eischte, kon hij van de Engelsche regeering krijgen. Goud moest hij zenden naar Hamburg en van dit goud zou de soldij naar Noord-Holland worden WATERPROOF STOFFEN MOOIE COUPE DAM ES KLEEDER MAKER Woensdagavond met eenige plechtigheid het stoffelijk overschot opnieuw ter aarde besteld, nadat de noodige photo'-s, enz. ge maakt waren. Er is een keldertje gemet seld, terwijl het gebeente in een kleine eiken kist met looden binnenkist is ver zameld en de namen zijn aangebracht. Minister Waszink, de gezant van Tsjecho- Slowakye, en de professoren waren tegen woordig, waarby de gezant de Nederland- me regeering dankzegde voor haar me- uewerking, alsmede den burgemeester van Naarden en de hoogleeraren. ZWEEDSCHE ONDERSCHEIDINGEN VOOR MEN SCHLIEVEN D HULP BETOON. Naar aanleiding van het feit, dat de bemanningen van de reddingbooten te Oostmahorn en te Nes op Ameland, op 18 en 25 November j.1. in hooge zee en zwaar weer en met gevaar voor eigen leven de redding volbracht hebben van de zich aan boord bevindende personen van het bij Ameland op den 17den dier maand gestrande Zweedsche stoomschip Malmö, heeft de koning van Zweden de volgende medailles voor menschlievend hulpbetoon toegekend: aan schipper M. Toxopeus en den stuurman J. van der Meulen, beiden te Oostmahorn,> alsmede schipper H. Visser te Nes op Ameland de medaille in goud ter 5de grootte, en aan Klaas Reinigert, Klaas Steegstra, A. Steegstra en B. Jongsma, allen te Oost mahorn, J. de Vries, T. de Vries, B. Neij, L. Kanger, S. Hofker, H. Kiemstra, J. Wagenaar, J. v. d. Noord, R. Roep en P. Ynsen, allen te Nes, de medaille in zilver ter 8ste grootte. De eereteekenen zijn voorzien van het inschrift: Sui memores a los fecere«me- rendo, en worden aan een lichtblauw lint met gele kanten op de borst gedragen. Door tusschenkomst van de vertegen woordigers der Noord- en Zuid-Holland- sche Redding-Maatschappij ter plaatse zullen de medailles worden uitgereikt. ONS ZOMERWEER. Sterke afkoeling. Kans op regen. De weerkundige medewerker van „De Telegraaf" schrijft: De j.1. Zondag begonnen temperatuur daling heeft zich in de eerste helft dezer week in versneld tempo voortgezet en wordt veroorzaakt door aanvoer van koude lucht uit de Noordelijke IJszee. Reeds overgemaakt. Een van de zoons van Gold smith, man reeds van middelbaren leef tijd, zou meegaan om toezicht te houden en de verantwoordelykheid Jegens de regeering te aanvaarden. Het was alles afgesproken en Goldsmith zag de winst, ook de winst in positie, voor zich. Het was reeds laat in den middag geworden, de vertrekken van de klerken werden gesloten, en Goldsmith bleef in het schemer van de lamp, naast hem opgestoken, alleen achter. De hand onder het hoofd gesteund, dacht hij na over het verleden. Het verleden, waaraan hy met glimlachende dankbaarheid kon terugdenken, want het had hem rijkdom cn voorspoed en geluk gebracht. En toen was het alsof hij weer dat oogenblik door leefde, dat die vreemde bij hem kwam die vreemde met zijn zonderlinge bood schap, die hij in den loop der jaren was gaan vergeten. Niet meer als in het begin, schreef hij een deel van zijn voorspoed aan dien vreemde toe; neen, het waren zijn eigen kracht, eigen bekwaamheid, die hem zoover hadden gebracht. Waar was toch die brief met de zegels gebleven had hij dien wel meegebracht toen men van het kleine oude kantoor naar het nieuwe overging en toen de brandkast diende vergroot Goldsmith stond op en ging «zien en hij zocht en hij vond. Vond het gezegeld couvert en stond er lang mee in de handen. En toen was het alsof een onbedwingbare macht hem ertoe noopte om de zegels te verbreken en van den inhoud kennis te nemen. Zijne ver wachtingen werden bedrogen. Geen geld, geen staatkundige papieren kwamen er uit, maar slechts een dik folio perkament, waarop in een voor hem onleesbaar, blijk baar Arabisch schrift enkele teekens stonden geschreven. Vermoeid legde Goldsmith het document naast zich op tafel. Met de hand weer onder het hoofd keek hij er naar, en het schoen hem alsof alle dingen onwezenlijk werden. De kamer werd in schaduwen gehuld, en langzamerhand werden die schaduwen dieper. Zoo zat hij en zoo vonden zijn zoons hem, toen zij later op den avond, ongerust geworden door zijn achterblijven, naar hem kwumen zoeken. Ziende naar het document, was Goldsmith vorige week Zaterdag ontwikkelden zich de atmospherische verhoudingen in de omgeving der Faroër-Eilanden op zooda nige wijze, dat de kans op spoedige afne ming der warmte, ook in ons land, geens zins denkbeeldig werd. Het gebied, gelegen tusschen IJsland en de Westkust van Noorwegen, werd het tooneel van depres siewerkzaamheid, terwijl op den Oceaan tusschen Ierland en IJsland de barometer steeg en zich op de plaats waar enkeie dagen het centrum eener ondiepe depres sie had gelegen, een gebied van betrekke- lijk hoogen luchtdruk vormde. Ons land bleef voorshands nog onder invloed van ondiepe storingen over het Continent, welke in Frankrijk, België, Duitschland en ook in Limburg vrij hevige, z.g. warm- te-onweders tot ontwikkeling deden ko men. Nadat deze onweders zich hadden ontlast, nam de luchtdruk ten Zuiden van ons land weer toe en Maandag bevond zich hooge druk zoowel ten Noordwesten als ten Zuiden van Nederland, gescheiden door een strookvormig gebied van lagere barometerstanden. Onze ligging aan de Noordgrens van het Continentale maxi mum veroorzaakte hier te lande dien dag en ook nog de daaropvolgende dagen krachtige Zuidwestelyke winden, als ge volg waarvan de overmatige warmte eenigszins werd getemperd. In den loop van Dinsdag wijzigde zich de algemeene toestand in dier voege, dat de hooge druk ten Zuiden van ons afnam en het Noordwestelijk barometer-maxi mum zich langzaam in Zuidelijke richting uitbreidde, waardoor ten slotte een ver binding tot stand kwam met den tot de Noordwestkust'van Spanje reikenden uit- looper van het permanent hoogdrukgebied in de omgeving der Azoren. Tegelijkertijd verscheen een zich uitdiepende depressie in de Noordelijke IJszee, welke zich, in beteekenis toenemend, naar het Oosten verplaatste. Aan de voorwaarden, vereischt voor een zich naar het Zuiden uitbreiden van den Noordelijken luchtstroom, was hiermede voldaan: en inderdaad ruimde Woensdag de wind van Z.W. naar N.W. en Noord. De daling van temperatuur werd intensiever, ofschooil het luchtdrukverval klein en dientengevolge de windkracht ge ring bleef. De hoóge barometerstand over het vasteland had inmiddels plaats ge maakt voor ondiepe storingen, welke het weer aldaar een onweersachtig karakter gaven en die den wind ten onzent naar het N.O. deden draaien. Hoe de algemeene toestand zich verder zal ontwikkelen is geheel afhankelijk van een al dan niet verder afnemen van den luchtdruk in Frankrijk. Blijft de barome ter in dat land dalen, zoodat daar een zelf standige depressie tot ontwikkeling komt en vult tevens het lagedrukgebied over de Oostzee op, dan zal de wind hier te lande meer Oostelijk worden en als gevolg daar van de temperatuur wederom iets hooger komen te 1 togen. Blijft daarentegen de Noordoostelijke depressie eenge dagen onveranderd en breidt het hoogdrukgebied op den Oceaan zich naar onze omgeving uit, dan is een aanhouden van den koelen Noordelijken luchtstroom te verwachten. In beide gevallen is de kans groot, dat in ons land eenige regen zal vallen, hetgeen gezien de groote droogte der afgeloopen veertien dagen, allerminst overbodig zou zijn! Nieuwe hittegolf In de Ver. St. Intusschen komen uit de Ver. Staten wederom nieuwe berichten omtrent een hittegolf. Deze, die de temperatuur Woensdag te New-York tot 89 gr. deed stijgen, heeft aldaar drie doodelijke onge vallen veroorzaakt. Donderdag was de temperatuur enkele graden lager, doch het vochtigheidsgehalte der lucht bleef zóó hoog, dat daardoor het ongemak nog ver groot werd. den eeuwigen slaap ingegaan. Zijn zoons kenden het geheim van het verzegeld couvert, maar ook zij spotten met de waar schuwing, die daarin opgesloten lag. Zij vernamen van den Lord-meester van de schatkist, welke afspraken waren getrof fen, en zij namen op zich deze uit te voeren gelijk hun vader zou hebben ge daan. l)e Lutine voer uit. Het was een schip, dat beproefd was in de vaartvele reizen had gedaan. Vlekkeloos was de wolken hemel boven de Noordzee, en alles scheen een goede reis te waarborgen. Maar toen men langs Terschelling ging en d,e lichten van de Brandaris in het zicht kwamen, trok een onstuimige kracht de Lutine naar de kust. In de branding is het schip vergaan, en met het schip de bemanning en het goud, dat nu nog rust op den bodem van de Noordzee. Er was destijds geen telegraaf, er waren geen couranten in den zin van het woord gelijk wij die kennen. De gebroeders Goldsmith maak ten zich niet ongerust, dat zij niet spoedig iets vernamen. Maar toen een bericht uitbleeftoen de tijd verliep, dat het schip Hamburg had moeten bereiken, zelfs al had bet averij en ongunstig weer gehad, toen sloeg de bezorgdheid tot schrik, en de sohrik tof onrust en de onrust tot verpletterende zekerheid over. Want teneinde te voldoen aan het ver langen der Engelsche regeering, hadden zij met de Lutine gewaagd wat zij wagen konden. Met leege handen stonden zij tegenover hun cliënten, en de beurs in Londen, die als alle beurzen altydonmee- doogend is geweest, had weinig mede lijden met de Goldsmith's, met hun vlekke loos verleden, met de bankiersfirma, die nu bankroet was geslagen. Daar op den bodem van de Noordzee rust de goudschat van de Lutine. Als althans niet de wraakzuchtige geest, di£ iu den brief van den vreemde is achter gebleven, die goudschat reeds tot zich heeft genomen en zoodoende bij voorbaat onvruchtbaar heeft gemaakt alle pogingen en pogingen van pogingen, die in den loop der negentiende en twintigste eeuw zijn ondernomen en beraamd om dat goud van de Lutine aan den bodem van de zee te ontnemen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 9