HELOERSCHE COliï
REIS- EN REGEN-
J. J. H. KOOPMAN
Derde Blad
BINNENLAND
NAAR MAAT
f 35 - f 40 - f 45
WESTSTRAAT 17
VAN ZATERDAG 27 JULI 1929
Ds ondergang van de „Lutine".
VERKIEZINGEN VOOR DE EERSTE
KAMER.
Geringe verandering.
Vrijdag heeft in de provinciën Noord-
Brabant, Zeelang, Utrecht, Limburg
Noord-Holland en Friesland de verkie
zing plaats gehad van 25 leder der Eerste
Kamer.
Overeenkomstig de Kieswet zijn de elf
provinciën tot een viertal groepen ver-
eenigd, waarvan 'bij deze verkiezing in
aanmerking komen groep I, bestaande uit
de provinciën Noord-Brabant, Zeeland,
Utrecht en Limburg en groep IH, be
staande uit Noord-Holland en Friesland.
Groep H, bestaande uit de provinciën
Gelderland, Overijsel, Groningen én
Drente en groep IV bestaande uit Zuid-
Holland, spelen bij deze verkiezingen
geen rol.
Groep I kiest 13 en groep n kiest 12
Eerste Kamerleden.
Aan de stemmen der Statenleden wordt
een waarde toegekend, in verhouding tot
de bevolking in de verschillende provin
cies.
Uitslag groep HL
Berekend naar de stemwaarde van de
in de Staten van Nbord-Holland, en Fries
land uitgebrachte stemmen, bedroeg het
totaal aantal stemcijfers in deze groep
15.666, zoodat de kiesdeeler werd vast
gesteld op 13057j (de breuk werd ver
waarloosd).
Gekozen zijn in groep HE (Noord-Holl.
en Friesland):
3 Katholieken, 1 Anti-Revolutionair, 2
Chr. Historischen, 4 Sociaal-Democraten,
1 Vrijheidsbonde, 1 Vrijz.-Democraat.
Heihozen zijn in deze groep: KL Polak;
mevr. Pothuis—Sanit; dr. F. M. Wibaut
(allen S.-D.); mr. J. N. J. E. Heerkens
Tihijssen (R.-K.); mr. H. Verkouteren
(C.-H.); mr. R. Pollema (C.-H.); W. de
Vlugt (A.-R.); S. van den Bergh Jr. (V.B.);
prof. dr. D. van Embden (V.-D.).
Nieuw gekozen zijn in deze groep: J.
Oudegeest (S.D.A.P.); J. N. Hendrix (R.K.)
en P. J. S. Serrarens (R.-K.).
In deze groep winnen de Sociaal-Demo
craten een zetel ten koste van de Anti-
Revolutionairen.
Alles bij elkaar genomen kan men zeg
gen, dat de> verkiezingen weinig verande
ring hebben gebracht in de huidige sa
menstelling der Eerste Kamer: de Anti
revolutionaire party verliest een zetel,
terwyi de Vrijzinnig-Democraten een zetel
winnen.
Daar de S.DA..P. in groep I een zetel
verloor, doch in groep Hl een zetel won,
blijft deze partij met 11 zetels in de Eerste
Kamer vertegenwoordigd.
DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN
Tot dusver zijn bij het Centraal Stem
bureau reeds vian 90 der nieuwbenoemde
Tweede Kamerleden berichten ingekomen,
dat zij hun behoeming tot Kamerlid heb
ben aangenomen. Hiertoe behoort ook mi
nister de Geer. Van minister Slotemaker
de Bruine en van den heer Colijn is nog
goen bericht ingekomen. Voorts heeft tot
dusrver nog geen der gekozenen v'oor zijto
benoeming bedankt.
Op het oogenblik worden door de ber
gingsmaatschappijen Doeksen c.s. weder
om pogingen gedaan het goud van de
Lutine te vinden. Zelfs kan het publiek
hierin aandeelen krijgen, die, bij slagen
der pogingen, een niet onaardig winstje
opleveren.
Onderstaande historische bijzonderhe
den omtrent de ramp der Lutine zijn
daarom thans weer actueel.
De geschiedenis vermeldt, dat daar
ergens, Noordelijk langs de kust van
Noord-Holland, ter hoogte van het eiland
Terschelling, het wrak ligt van de Lutine,
het schip van Engelsche afkomst, ge
laden met staven goud, op weg naar
Hamburg en bevracht door een der in
dien tijd meest bekende Londensche
bankierskantoren. Het schip is gestrand
in het einde der achttiende eeuw; ge
strand in het licht van de Brandaris, die
vermoedelijk omstreeks het einde der
vijftiende eeuw gebouwd en in 1594 door
de Staten van Holland werd hersteld.
Toen waren de lichten van de Brandaris
niet zoo sterk als zij thans zijntoen
trokken zij vermoedelijk ook niet in die
mate als thans geschiedt de vogels aan,
die daar bij duizenden jaarlijks den dood
vinden. Maar ook toen was de Brandaris
een baken in zee, die den ervaren zee
man een veilige reis verzekerde. Doch
ongeacht of er een Brandaris ware ge
weest of niet, de Lutine was toch ten
ondergang gedoemd. Spreken de verhalen
immers waarheid, dan was het niet de
kracht der zee, schoon deze groot was,
maar dan was het de onvoorzichtigheid,
de onvoorzichtigheid van de firmanten,
hun spotten met overleveringen en vloek,
dat dien ondergang veroorzaakt heeft.
De Lutine was eigendom van en be
vracht door de firma Goldsm:th Co.
Het waren bekende bankiers in het laatst
der achttiende eeuw, een huis zoo be
trouwbaar als Rothschild korten tijd
daarna zou worden een huis zoo betrouw
baar als de Bank van Engeland zelf. De
oprichter, de oude heer Goldsmith, leefde
nog; hij had het bedrijf groot zien worden.
Koe Door het vertrouwen, dat men in
DE KABINETSCRISIS.
Jhr. Ruys niet geslaagd?
De parlementaire redacteur van De
Standaard meldt:
Naar ons ter oore kwam, zou jhr. Ruys
de Beerenbrouck niet geslaagd zijn in
zijn pogen tot formatie van een parlemen
tair kabinet, steunende op de drie par
tijen der rechterzijde.
DE INTERNATIONALE
CONFERENTIE.
0
Vermoedelijke aanvaarding van
die uitnoodlglng door de regeertng
te Den Haag.
Het Handelsblad deelt mede:
By informatie op het departement van
Buitenlandsche Zaken te Den Haag kon
men ons nog geen definitief uitsluitsel
geven op de vraag, of de regeering de
uitnoodiging der buitenlandsche mogend
heden zou aanvaarden. Wy kregen even
wel den sterken indruk, dat onze regee
ring de uitnoodiging gaarne zal inwilli
gen.
De Belgische regeering legt
zich neer bij Den Haag.
Belga seint uit Brussel:
De Belgische regeering, verlangend
naar een oplossing in de kwestie van de
keuze der plaats, waar de politieke her
stelconferentie zal worden gehouden, heeft
zich' neergelegd bij Den Haag.
HET BELGISCHE KROONPRINSE
LIJK PAAR OP BEZOEK BIJ DE
KONINGIN.
De, hertog en de hertogin van Brabant,
reizende onder den naam van graaf en
gravin de Réthy, zijn ten paleize Het Loo
aangekomen, voor een bezoek aan de
Koningin,
De hertog en de hertogin logeeren ten
paleize.
I
BEZOEK SPJAANSCHE OORLOGS
SCHEPEN.
Weder vertrokken.
Vrijdagavond half-acht zijn de vier
Spaansche torpedojagers uit de Amster-
damsche haven vertrokken, naar Chris-
tiansund.
DE TOCHT DER DORNEER-WAL
VLIEGBOOTEN.
De officier-vlieger der 2e kl. van de
Kon. Marine, M. Vethake, die indertijd
deel uitmaakte van de bemanning van een
.der Donder-Wal vliegbooten, welke de
vlucht naar Nederlandsch-Indië 'hebben
ondernomen en die per mailboot naar
Nederland,is teruggekeerd, .is Vrijdag
ochtend ontvangen door den minister van
defensie, wien hy verslag over den tocht
heeft uitgebracht.
ENGELANDS. SCHADELOOSTELLING
AAN DE ZEEVISSCHERIJ.
De verdeeling van het mlllloen.
Besprekingen met de organisa
ties.
In verband met de aanbieding door de
Engelsche regeering van een millioen
gulden ter afdoening van de door de
zeevisscherij ingezonden vordering in
zake zeeoorlogsschade, hebben, zoo meldt
Het Volk, vertegenwoordigers van den
Centralen Ned. Transportarbeidersbond,
hem gesteld had. Maar hoe dergelijk
vertrouwen komt, wie kan het zeggen
nu niet en zeker niet in dien tijd. De
klanten waren by Goldsmith gekomen
zij hadden hem orders gegeven om voor
hen te handelen geld in bewaring ver
strekt, waarmede hij kon handelenzij
hadden door hun vertrouwen hem tot een
vermogend, een bijna alvermogend man
gemaakt.
En het ging hem als velen, die blind
worden door den voofspoed. Zij meenen,
dat die voorspoed uitsluitend aan eigen
bekwaamheden, eigen inzichten, eigen
daden is te danken. Ongetwijfeld is dat
in den regel voor een deel het geval.
Maar de wereld is van zoo wonderlijke
samenstelling, dat de beste mensch niet
kan slagen zonder een zekere, zij het
wellicht bescheiden, portie geluk en ver
mijding van ongeluk. Goldsmith was be
gonnen in een klein kantoor; zoo een
van die kantoren, gelijk DickerfS ze ons
teekent en gelijk wij ze van de Dickens-
plaatjes zoo goed kennen. Zoo een van
die kantoren, waar de patroon zat in
hetzelfde vertrek als de klerkenwaar
slechts een klein kamertje aanwezig was
om do voornaamste klanten, indien zij
eene afzonderlijke bespreking*wilden heb
ben, te woord te staan. Zoo'n kantoor,
dat al evenmin op een der tegenwoordige
bankpaleizen gelijkt als een schamele hut
gelijkt op een werkelijk paleis. Zoo een
van die kantoren, waar veel omging, veel
naar evenredigheid van de tijden, maar
weinig, wanneer wij de cijfers van tegen
woordig daarnaast leggen.
En het verhaal gaat, dat, terwijl Gold
smith nog op dit kantoor toefde, op een
middag een lang, oud man met een
exotisch uiterlijk zich bij hem aandiende.
Hij verlangde hem alleen te spreken. En
dat geschiedde met geen ander doel dan
om hem een zwaar gezegeld envelop te
overhandigen. »Dit envelop bevat iets wat
voor mij van groote waarde is, maar
waarvan de kennisneming een ander
slechts kan schaden. Bewaart gij dit
envelop zorgvuldig en laat gij de zegels
onverbroken, er zal geluk en voorspoed
voor U zijn weggelegd. Maar verbreekt
gij de zegels, dan zult gij van den inhoud
ui«ti leuren en ongeluk zal Uw deel
den Ned. Bond van Christelijke Fabrieks-
en Transportarbeiders en den Ned. R.K.
Bond van Transportarbeiders St. Boni-
facius op het ministerie van buitenland
sche zaken een bespreking gehad met
den voorzitter en den secretaris van de
ministerieele commissie voor de verdee
ling van de vergoeding.
De vertegenwoordigers van de vak
bonden verzochten, in kennis te worden
gesteld met de regelen, onder welke de
flnantieele afdoening met Engeland tot
stand kwam en met het standpunt der
ministerieele commissie ter zake van de
verdeeling onder alle belanghebbenden
van het beschikbaar gestelde bedrag. De
voorzitter der ministerieele commissie,
vice-admiraal Surie, deelde mee
a. dat het door Engeland verstrekte,
een millioen gulden, alleen bestemd is
voor verrekening van schadeclaims, in
gediend voor schepen, indertijd betrokken
by de haringvisschery en de IJslandvaart
en in de zomermaanden van het jaar 1916
opgebracht naar en vastgehouden in
Engelsche havens
b. dat d«ze schadeloosstelling uitslui
tend zal worden aangewend voor vergoe
ding van schade aan vaartuigen, visch-
want of lading;
c. dat de Engelsche regeering schade
loosstelling voor tijdverlies niet heeft
willen erkennen
d. dat de commissie voornoomd een
nauwgezet ^nderzoek insteld naar de
juistheid der inoeniende claims en alle
waarborgen zal verlangen, dat naar recht
ee biliykheid ieder der betrokkenen het
hem toekomende aandeel van het beschik
baar bedrag zal ontvangen;
e. dat de door reeders gedurende de
aanhouding in Engeland van de visschers-
schepen aan leden der bemanning of aan
hun gezinnen verstrekte voorschotten
niet in de verrekening van het aandeel
in de totale besomming van dat jaar zijn
opgenomen, doch ten laste van de schade
claims zyn gebracht en thans zullen
worden verrekend.
De vertegenwoordigers der vakbonden
drongen er nog op aan, de gelegenheid
open te stellen, in geval van geschil by
de verrekening en alvorens een beslis
sing te nemen, vertegenwoordigers van
de zeevisschers te hooren.
HET GEBEENTE VAN COMENIUS.
Wij hebben in het kort melding gemaakt
van de opgravingen, in de voormalige
kazerne te Naarden verricht betreffende
het graf van den aldaar begraven Tsje-
chisohen paedagoog Comenius. Deze Co-
menius werd in 1592 in Moravië geboren,
en deed veel voor hervorming van het
onderwijs. Hij heeft lange jaren in ons
land gewoond en is daar dan ook over
leden. Daar Comenius een Tsjech was,
hebben de Tsjechen, die, zooals men weet,
vóór den oorlog onder liet staatsverband
van Oostenrijk-Hongarije leefden, maar
niettemin heftig-nationalistisch voelden
en dan ook een van de eerste volken wa
ren, die zich van de ineengestorte monar
chie losscheurden, en een zelfstandige
republiek uitriepen, hebben zij, zeggen
wij, telken jare de nagedachtenis van
Comenius gehuldigd door een krans te
leggen op zijn graf.
De Tsjecho-Slowaaksohe regeering had
thans aan onze regeering gevraagd opspo
ringen te mogen doen naar de juiste lig
ging van dit graf, en deze zijn met mede
werking van Hollandsche en Tsjechische
hoogleeraren thans beëindigd. Men heeft
het graf weten te bereiken en kon met vrij
wel absolute zekerheid vaststellen, dat de
gevonden overblijfselen die van den groo-
ten Tsjech waren. Daar de Tsjechische
regeering geen ander doel had dan dit
vast te stellen en niet het plan had die
overblijfselen in haar land te begraven, is
worden.t Voordat Goldsmith tijd had den
vreemdeling nadere inlichtingen te vra
gen, was deze reeds verdwenen. De jongere
klerken werden hem achterna gezonden,
maar het was alsof de straten in de on
middellijke nabijheid van het kantoor hem
hadden opgeslorpt. Toen niet en ook later
niet is de vreemdeling ooit weer door
Goldsmith en de zijnen gezien.
Met een zekeren eerbied legde Gold
smith het zwaar verzegeld envelop in de
brandkast, en hij besloot het zorgvuldig
te bewaren, overtuigd dat het op den een
of anderen dag zou worden teruggevraagd.
Dat geschiedde niet, maar wel kwam de
voorzegging van den vreemde uit, want
geluk en voorspoed waren voor Goldsmith.
Zijne relaties breidden zich uit, zijn rijk
dom nam toe, het eenvoudige kantoor
werd steeds vergroot. Niet meer als vroe
ger zat Goldsmith met zijne klerken in
eenzelfde vertrekhij had hen reeds over
een aantal vertrekken moeten verdeelen
en leder een bepaalde taak, onderdeel
van zijn bedrijf, moeten opdragen. En
hijzelf zat in een groot kantoor, nieuw
gebouwd, en hij had meer dan één kamer
ter beschikking voor de rijke en voorname
klanten die hem kwamen spreken.
Op een dag hield een deftige karos
voor het kantoor van Goldsmith stil. De
klerken vlogen naar de deur, eerbiedig
werd deze geopend om doorgang te ver-
leenen aan den Lord-meester van de
schatkist. Want hot was deze, die Gold
smith zelf op zijn kantoor kwam spreken.
Een eer, die den ouden bankier totnutoe
niet was aangedaan. Maar er waren
redenen voor, want de Engelsche regeering
had de hulp van Goldsmith noodig. Er
moest betaling gezonden worden aan de
troepen, die, gezamenlijk met de Russen,
een inval hadden gedaan in Noord-Holland
om vandaar uit de Franschen te bestrij
den. De Engelsche Regeering had geen
geld voorhanden, en zij kwam leenen van
Goldsmith. Deze wilde gaarne helpen,
ter wille van het vaderland, ter wille van
de bestrijding der Franschen, maar ook
ter wille van het gewin. Want eiken waar
borg, dien hij eischte, kon hij van de
Engelsche regeering krijgen. Goud moest
hij zenden naar Hamburg en van dit goud
zou de soldij naar Noord-Holland worden
WATERPROOF STOFFEN
MOOIE COUPE
DAM ES KLEEDER MAKER
Woensdagavond met eenige plechtigheid
het stoffelijk overschot opnieuw ter aarde
besteld, nadat de noodige photo'-s, enz. ge
maakt waren. Er is een keldertje gemet
seld, terwijl het gebeente in een kleine
eiken kist met looden binnenkist is ver
zameld en de namen zijn aangebracht.
Minister Waszink, de gezant van Tsjecho-
Slowakye, en de professoren waren tegen
woordig, waarby de gezant de Nederland-
me regeering dankzegde voor haar me-
uewerking, alsmede den burgemeester van
Naarden en de hoogleeraren.
ZWEEDSCHE ONDERSCHEIDINGEN
VOOR MEN SCHLIEVEN D HULP
BETOON.
Naar aanleiding van het feit, dat de
bemanningen van de reddingbooten te
Oostmahorn en te Nes op Ameland, op
18 en 25 November j.1. in hooge zee en
zwaar weer en met gevaar voor eigen
leven de redding volbracht hebben van
de zich aan boord bevindende personen
van het bij Ameland op den 17den dier
maand gestrande Zweedsche stoomschip
Malmö, heeft de koning van Zweden de
volgende medailles voor menschlievend
hulpbetoon toegekend: aan schipper M.
Toxopeus en den stuurman J. van der
Meulen, beiden te Oostmahorn,> alsmede
schipper H. Visser te Nes op Ameland
de medaille in goud ter 5de grootte, en
aan Klaas Reinigert, Klaas Steegstra, A.
Steegstra en B. Jongsma, allen te Oost
mahorn, J. de Vries, T. de Vries, B. Neij,
L. Kanger, S. Hofker, H. Kiemstra, J.
Wagenaar, J. v. d. Noord, R. Roep en
P. Ynsen, allen te Nes, de medaille in
zilver ter 8ste grootte.
De eereteekenen zijn voorzien van het
inschrift: Sui memores a los fecere«me-
rendo, en worden aan een lichtblauw lint
met gele kanten op de borst gedragen.
Door tusschenkomst van de vertegen
woordigers der Noord- en Zuid-Holland-
sche Redding-Maatschappij ter plaatse
zullen de medailles worden uitgereikt.
ONS ZOMERWEER.
Sterke afkoeling. Kans op
regen.
De weerkundige medewerker van „De
Telegraaf" schrijft:
De j.1. Zondag begonnen temperatuur
daling heeft zich in de eerste helft dezer
week in versneld tempo voortgezet en
wordt veroorzaakt door aanvoer van koude
lucht uit de Noordelijke IJszee. Reeds
overgemaakt. Een van de zoons van Gold
smith, man reeds van middelbaren leef
tijd, zou meegaan om toezicht te houden
en de verantwoordelykheid Jegens de
regeering te aanvaarden.
Het was alles afgesproken en Goldsmith
zag de winst, ook de winst in positie,
voor zich. Het was reeds laat in den
middag geworden, de vertrekken van de
klerken werden gesloten, en Goldsmith
bleef in het schemer van de lamp, naast
hem opgestoken, alleen achter. De hand
onder het hoofd gesteund, dacht hij na
over het verleden. Het verleden, waaraan
hy met glimlachende dankbaarheid kon
terugdenken, want het had hem rijkdom
cn voorspoed en geluk gebracht. En toen
was het alsof hij weer dat oogenblik door
leefde, dat die vreemde bij hem kwam
die vreemde met zijn zonderlinge bood
schap, die hij in den loop der jaren was
gaan vergeten. Niet meer als in het begin,
schreef hij een deel van zijn voorspoed
aan dien vreemde toe; neen, het waren
zijn eigen kracht, eigen bekwaamheid, die
hem zoover hadden gebracht. Waar was
toch die brief met de zegels gebleven
had hij dien wel meegebracht toen men
van het kleine oude kantoor naar het
nieuwe overging en toen de brandkast
diende vergroot Goldsmith stond op en
ging «zien en hij zocht en hij vond. Vond
het gezegeld couvert en stond er lang
mee in de handen. En toen was het alsof
een onbedwingbare macht hem ertoe
noopte om de zegels te verbreken en van
den inhoud kennis te nemen. Zijne ver
wachtingen werden bedrogen. Geen geld,
geen staatkundige papieren kwamen er
uit, maar slechts een dik folio perkament,
waarop in een voor hem onleesbaar, blijk
baar Arabisch schrift enkele teekens
stonden geschreven.
Vermoeid legde Goldsmith het document
naast zich op tafel. Met de hand weer
onder het hoofd keek hij er naar, en het
schoen hem alsof alle dingen onwezenlijk
werden. De kamer werd in schaduwen
gehuld, en langzamerhand werden die
schaduwen dieper. Zoo zat hij en zoo
vonden zijn zoons hem, toen zij later op
den avond, ongerust geworden door zijn
achterblijven, naar hem kwumen zoeken.
Ziende naar het document, was Goldsmith
vorige week Zaterdag ontwikkelden zich
de atmospherische verhoudingen in de
omgeving der Faroër-Eilanden op zooda
nige wijze, dat de kans op spoedige afne
ming der warmte, ook in ons land, geens
zins denkbeeldig werd. Het gebied, gelegen
tusschen IJsland en de Westkust van
Noorwegen, werd het tooneel van depres
siewerkzaamheid, terwijl op den Oceaan
tusschen Ierland en IJsland de barometer
steeg en zich op de plaats waar enkeie
dagen het centrum eener ondiepe depres
sie had gelegen, een gebied van betrekke-
lijk hoogen luchtdruk vormde. Ons land
bleef voorshands nog onder invloed van
ondiepe storingen over het Continent,
welke in Frankrijk, België, Duitschland
en ook in Limburg vrij hevige, z.g. warm-
te-onweders tot ontwikkeling deden ko
men. Nadat deze onweders zich hadden
ontlast, nam de luchtdruk ten Zuiden van
ons land weer toe en Maandag bevond zich
hooge druk zoowel ten Noordwesten als
ten Zuiden van Nederland, gescheiden
door een strookvormig gebied van lagere
barometerstanden. Onze ligging aan de
Noordgrens van het Continentale maxi
mum veroorzaakte hier te lande dien dag
en ook nog de daaropvolgende dagen
krachtige Zuidwestelyke winden, als ge
volg waarvan de overmatige warmte
eenigszins werd getemperd.
In den loop van Dinsdag wijzigde zich
de algemeene toestand in dier voege, dat
de hooge druk ten Zuiden van ons afnam
en het Noordwestelijk barometer-maxi
mum zich langzaam in Zuidelijke richting
uitbreidde, waardoor ten slotte een ver
binding tot stand kwam met den tot de
Noordwestkust'van Spanje reikenden uit-
looper van het permanent hoogdrukgebied
in de omgeving der Azoren. Tegelijkertijd
verscheen een zich uitdiepende depressie
in de Noordelijke IJszee, welke zich, in
beteekenis toenemend, naar het Oosten
verplaatste. Aan de voorwaarden, vereischt
voor een zich naar het Zuiden uitbreiden
van den Noordelijken luchtstroom, was
hiermede voldaan: en inderdaad ruimde
Woensdag de wind van Z.W. naar N.W.
en Noord. De daling van temperatuur werd
intensiever, ofschooil het luchtdrukverval
klein en dientengevolge de windkracht ge
ring bleef. De hoóge barometerstand over
het vasteland had inmiddels plaats ge
maakt voor ondiepe storingen, welke het
weer aldaar een onweersachtig karakter
gaven en die den wind ten onzent naar
het N.O. deden draaien.
Hoe de algemeene toestand zich verder
zal ontwikkelen is geheel afhankelijk van
een al dan niet verder afnemen van den
luchtdruk in Frankrijk. Blijft de barome
ter in dat land dalen, zoodat daar een zelf
standige depressie tot ontwikkeling komt
en vult tevens het lagedrukgebied over de
Oostzee op, dan zal de wind hier te lande
meer Oostelijk worden en als gevolg daar
van de temperatuur wederom iets hooger
komen te 1 togen. Blijft daarentegen de
Noordoostelijke depressie eenge dagen
onveranderd en breidt het hoogdrukgebied
op den Oceaan zich naar onze omgeving
uit, dan is een aanhouden van den koelen
Noordelijken luchtstroom te verwachten.
In beide gevallen is de kans groot, dat in
ons land eenige regen zal vallen, hetgeen
gezien de groote droogte der afgeloopen
veertien dagen, allerminst overbodig zou
zijn!
Nieuwe hittegolf In de Ver. St.
Intusschen komen uit de Ver. Staten
wederom nieuwe berichten omtrent een
hittegolf. Deze, die de temperatuur
Woensdag te New-York tot 89 gr. deed
stijgen, heeft aldaar drie doodelijke onge
vallen veroorzaakt. Donderdag was de
temperatuur enkele graden lager, doch het
vochtigheidsgehalte der lucht bleef zóó
hoog, dat daardoor het ongemak nog ver
groot werd.
den eeuwigen slaap ingegaan. Zijn zoons
kenden het geheim van het verzegeld
couvert, maar ook zij spotten met de waar
schuwing, die daarin opgesloten lag. Zij
vernamen van den Lord-meester van de
schatkist, welke afspraken waren getrof
fen, en zij namen op zich deze uit te
voeren gelijk hun vader zou hebben ge
daan.
l)e Lutine voer uit. Het was een schip,
dat beproefd was in de vaartvele reizen
had gedaan. Vlekkeloos was de wolken
hemel boven de Noordzee, en alles scheen
een goede reis te waarborgen. Maar toen
men langs Terschelling ging en d,e lichten
van de Brandaris in het zicht kwamen,
trok een onstuimige kracht de Lutine
naar de kust. In de branding is het schip
vergaan, en met het schip de bemanning
en het goud, dat nu nog rust op den
bodem van de Noordzee. Er was destijds
geen telegraaf, er waren geen couranten
in den zin van het woord gelijk wij die
kennen. De gebroeders Goldsmith maak
ten zich niet ongerust, dat zij niet spoedig
iets vernamen. Maar toen een bericht
uitbleeftoen de tijd verliep, dat het
schip Hamburg had moeten bereiken,
zelfs al had bet averij en ongunstig weer
gehad, toen sloeg de bezorgdheid tot
schrik, en de sohrik tof onrust en de
onrust tot verpletterende zekerheid over.
Want teneinde te voldoen aan het ver
langen der Engelsche regeering, hadden
zij met de Lutine gewaagd wat zij wagen
konden. Met leege handen stonden zij
tegenover hun cliënten, en de beurs in
Londen, die als alle beurzen altydonmee-
doogend is geweest, had weinig mede
lijden met de Goldsmith's, met hun vlekke
loos verleden, met de bankiersfirma, die
nu bankroet was geslagen.
Daar op den bodem van de Noordzee
rust de goudschat van de Lutine. Als
althans niet de wraakzuchtige geest, di£
iu den brief van den vreemde is achter
gebleven, die goudschat reeds tot zich
heeft genomen en zoodoende bij voorbaat
onvruchtbaar heeft gemaakt alle pogingen
en pogingen van pogingen, die in den
loop der negentiende en twintigste eeuw
zijn ondernomen en beraamd om dat goud
van de Lutine aan den bodem van de
zee te ontnemen