Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
mm
VAN 'SLEVENS
WIJSGEERIGEN KANT
h
Tob Noofl Hoekje.
van Zaterdag 17 Augustus 1929
'1 Juffertje
*95. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
VTE VOND DEN HOOGEN HOED UIT?
In 1797 vertoonde een Engelschman,
BMtheringbon geheeten, zich in Londen's
sttaten met een enorm hooge kachelpijp
op het hoofd. Misschien had hij kort. te
voren een bezoek gebracht aan de Na
tional Gallery en daar het beroemde
schilderij van Van Dijck: „De man met
den hoed", bewonderd, waarop men een
even smakeloos hoofddeksel ziet. Hoe het
zü, ie excentrieke Engelschman trok al
gemeen de aandacht van zijn landgenoo-
len, die anders aan excentriciteiten nog-
»1 gewoon zijn. Het gebeurde op den 15en
Januari; men was dus nog te ver af van
aet carnaval om te kunnen veronderstel
len, dat het een grapje was. De zonder
ling getooide „gentleman", die mot on
verstoorbare kalmte zijn weg vervolgde,
kreeg hoe langer hoe meer nieuwsgieri
gen achter zioh, die hem uitlachten en
uitjouwden; het werd een formeele op
loop, en het einde van de geschiedenis
was, dat de man werd opgepakt, en voor
den Lord Mayor geleid, teneinde zioh te
verantwoorden wegens zijn „beleedlglng
van den goeden smaak en zijn inbreuk
ip de traditioneele kleeding van den
Britschen burger."
Heitheringbon droeg zelf zijn verdedi-
Ing voor. Hij erkende volmondig dat
jn hoofddeksel werkelijk een beetje gro-
Bak was, maar als vrij burger hand-
laafde hij zijn recht, den hoed te dragen
iien hij verkoos. Geen enkele wet in En-
{eland bevatte daaromtrent eenig voor
schrift of eenige verbodsbepaling. Om
:ijn goed recht te staven, haalde hij er
®lfs den „Magna Charta" bij. Niettemin
verd hij tot een zware boete veroordeeld,
en moest hij een cautie stellen van hon
derd pond sterling.
De Times, die uitvoerig verslag gaf van
het gebeurde, voorspelde dat deze ver
volging een avereehtsche uitwerking zou
helmen, en dat „het door Heitheringbon
uitgevonden hoofddeksel, hoe foei-leelijk
en revolutionair het ook was, ten slotte
vroeg op laat door de geheele wereld zou
worden overgenomen."
Db voorspelling kwam uit. Den volgen
den dag reeds zag men een „swell" door
nien's straten flaneeren met een bui-
ensporig hoogen hoed, model Heithering-
K>n; een dag later tien, binnen een week
londerden, en eer er 6 maanden verstre
:en, waren droegen al de 20 millioen man-
teljjte onderdanen van Zijne Britsche Ma
stelt, rijke, arme, jonge, oude, ja zelfs
deren, hooge hoeden als schoorsteen
pen. De afschuwelijke mode sloeg over
ar Frankrijk, verspriedde zich daar
or heel Europa, stak de zeeën over en
wferf zich aanhangers in Noord- en
Jd-Amerika.
Mei kan gerust zeggen, dat er nooit
inlgs mode is geweest, die zóó is bespot,
desniettemin in korten tijd zóó alge-
I
dei
Lo
T—
DE VROUWENKENNER.
Een leelljke misrekening.
Het s)]jt me heel erg, tnaar ik ben bang,
lat ik wieer met een 'afgezaagd onderwerp
:om aanzetten. Er is echter niets aan te
'eranderen, ik zal de feiten geven, en
tan moet de lezer zelf maar beoordeelen,
tf het dt moeite waard was deze neer te
ahrijver.
De driehoek bestond uit: Frith, Dexter
ei Dexter's vrouw. Ik zal u eerst even
beschrijven wat Dexter voor een man was.
Hij was een korte, dikke man, met kaal
hqjfd; vijf en dertig jaar, en geneigd in
dewarmte zeer zichtbaar te transpireeren.
Hi, v.'is in het assurantievak, hield van
revue^ en operette's, bier, veel vleesch
en lijcfechriften met moppen er in. Kortom,
er ziji honderden mannen van zijn type
op de wereld.
\anDexter's vrouw behoeft niet zooveel
gezegd te worden, behalve dat zij het
aarkyien wel waard was, muzikaal, zeven
en twlltig en blondEr zijn vele
vrouwen zooals zij.
Het echter moeilijk een juist beeld te
geven tan Frits. Hy was zes en dertig,
groot, (bnker, knap, slank en ontwikkeld,
en hij lehoefde niets bijzonders te doen,
daar hi een gefortuneerde vader gehad
had Hi speelde heel goed mandoline, dooh
kon no beter pokeren, en aan iedereen
die het nooren wilde, vertelde hij, dat hij
eenvroiwenkenner was. Niettegenstaande
hee viel mannen een dergelijk iets
bewuet, was Frith toch niet zoover van
de au ar held af. Dat was ook niet te
vertonderen, want hij had zijn heele leven
era*: «wijd om ze te bestudeeren. Het
feit,dalhij nimmer in een echtsoheidings-
Profcs gewikkeld was geweest, is het
meen is geworden. Waar 't hem in zit
ja dat is het geheim van den hoogen
hoed! Op de Sandwich-eilanden onder de
bewoners van Vuurland en Patagonië,
onder de zwarten van Afrika's Goud- en
Peperkust, onder de wildste volksstammen
die nooit schijn of schaduw van kleeding
hebben gedragen, is de hooge hoed po
pulair geworden. Hij is voor hen, als voor
ons geslachten, achtereen, voornaamheid,
achtbaarheid, waardigheid, fatsoen. De
hooge hoed bedekte meer ongerechtig
heden dan de „mantel der liefde".
HET KLEINSTE BOEK.
Niet grooter dan de nagel der duim
eener vrouw, is een boekje, dat in Padua
bi,j den uitgever Fratelli Salmia uitgege
ven is.
Het bevat den afdruk van een in het
jaar 1615 geschreve nbrief van Gallileo
Galilei aan Christina van Lotharingen,
en is 10 mM. lang en 6 mM. breed. Zijn
inhoud bestaat uit 208 bladzijden ieder
van 9 regels. De druk, hoe klein ook,
moet toch buitengewoon duidelijk zijn, en
met het bloote oog leesbaar.
DE GEHEIMZINNIGE TORENS.
Toen de oorlog eindigde, waren in En
geland enorme betonnen gevaarten in
aanbouw. Het waren ronde torens, van
omstreeks 200 voet in doorsnee en van
200 voet hoog. Zij bestonden uit 'n soort
ronde zuil, hol en geweldig sterk. Een er
van is later van het vlakke strand, waar
op hij gebouwd was, bij vloed nog te wa
ter gelaten.
Men heeft zich langen tijd verdiept in
het doel dezer torens. Waren het, zooals
een Engelsch blad schreef, eenvoudig
voetstukken voor geweldige kanonnen,
die men in den mond der groote zee
armen wilde laten zinken? Of 'n soort for
ten, die men voor de kust in zee wilde
leggen?
De Sclentifio American vertelt nu, dat
deze torens bestemd waren om het Ka
naal geheel ©n al voor duikbooten af te
sluiten. Men had ze op bepaalden afstand
van elkaar willen laten zinken en er
zware netten van kettingen tusschen wil
len spannen. Op die wijze zou men de
duikbooten gedwongen hebben langs de
noordkust van Schotland te gaan. De
toppen der toren zouden boven water
hebben uitgestoken om er batterijen op te
plaatsen.
BRANDBAARHEID DER METALEN.
Zinksnippers branden als papier, in een
glas met zuurstof; ijzer wordt gloeiend
en verbrand als het met kwarts gewreven
wordt, wat de ouderwetsche vuurslag be
wijst; koper en tin, antimonium en vele
andere metalen branden in een fornuis en
kalium en natrium branden als zij op koud
water geworpen worden.
HOE MAAKT MEN LIJM?
Een zeer houdbare lijm verkrijgt men
als men 2 gram vischblaas klein knipt en
ze op het vuur bij matige hitte in een
halve liter brandewijn oplost. Hierop
giet men de vloeistof door een fijn en zeer
helder neteldoeksch lapje en vult er
kleine fleschjes mede, die tijdens het be
waren absoluut goed gesloten moeten zijn
(kurk met lak). Voor het gebruik warmt
men de lijm in zeer gematigde hitte wat
op; zij maakt dan den Indruk van een
dunne doorzichtige vloeistof.
DE GRAAF IN EEN SLAAPWAGEN.
Een Engelsche graaf bevond zich in een
slaapwagen van de Canada-Pacifio Rail-
way. Zijn eenige reisgenoot is een Ame
rikaan, een ruwe klant, maar een braaf
burger der groote republiek, op wiens
lithografisch uitgevoerd visitekaartje te
lezen staat: Silias P. Higgens.
Den volgenden morgen wordt Silias P.
Higgins spraakzaam.
„Zeg eens, zijt gij eigenlijk wat men
een Lord noemt?"
Zijn reisgenoot bevestigt dit feit.
„Misschien zijt gij zelfs wel een graaf?"
De gevraagde antwoordt in den meest
hoffelijken vorm, dat hij ook dat helaas
niet ontkennen kan.
Silias P. Higgins wordt door de bemin
nelijke manier van doen van zijn reis
genoot tot verdere stappen* verleid.
„Gij zijt zeker ook een rijk man, die
over 100.000 dollar beschikken kan.
De graaf knikt toestemmend en, met
terzijde stelling van alle schuwheid der
democraten voor adellijke titels, klinkt
Higgins' vierde vraag: „Misschien bezit
gij zelfs wel 200.000 dollars?"
De Engelsche edelman verklaart be
scheiden, terwijl hij aanstalten maakt om
nogmaals zijn dutje te doen, „als ik een
graaf was met zooveel geld, zou ik zeker
een slaapwagen voor mij alleen nemen, als
ik even hard snorkte als gijl"
EEN BOMBARDEMENT.
Een vreedzaam bombardement, waarbij
werkelijk geladen kanonnen werden af-
geschoten, zal zeker wel tot de zeldzaam-
eden behooren. In Engeland ls een der
gelijk feit voorgevallen. De hertog van
Athole wilde oen paar naakte rotsen met
boomen laten beplanten, om de streek wat
minder woest te doen zijn, maar er was
niemand, die de rotsen kon beklimmen,
veel minder er zaad strooiden of boomen
planten.
Nu kwam de hertog op de gedaohte loo-
den bussen te laten maken en deze gevuld
met het zaad der verschillende boomen
en planten door middel van kanonnen op
de rotsen te doen schieten.
Zoo gebeurde het, en thans prijken de
rotsen met overheerlijk groen.
grootste bewijs dat hij ze beter begreep
dan de meeste mannen dit doen.
Frith was een vriend van Dexter; hij
was altijd een vriend van de mannen wier
vrouwen hij begeerde. Dexter zelf koester
de een diepe bewondering voor Frith
zijn kleeren, zijn manieren, zijn neus, zijn
handigheid bij het kaartspel imponeerden
hem.
Ook Dexter's vrouw bewonderde hem,
want er bestond een groot oontrast tus-
sohen hem en haar echtgenoot. Frith
scheen nooit last van transpireeren te
hebbenhoe hoog de thermometer ook
stond.
Toen zij haar man met Frith begon te
vergelijken, bemerkte zij vele tekort
komingen hij Dexter. Hij was zoo luid
ruchtig, en hij begon dadelijk te hijgen
als hij opgewonden was. Langzamerhand
kwam zij tot de ontdekking dat Frith haar
veel beter begreep dan haar eigen echt
genoot, hetgeen ook in de bedoeling van
Frith had gelegen. Hij bleef dus iederen
dag bij hen aan huis komen, en toen het
groote verschil tusschen hen beiden vol
doende bij de jonge vrouw had ingewerkt,
vroeg hij haar er met hem vandoor te
gaan. Dexter's vrouw weigerde veront
waardigd, want ze kwam uit een provin
ciestadje, waar men haar geleerd had nim
mer op dergelijke voorstellen in te gaan.
Ze was zelfs zoo kwaad, dat zij hem het
huis uitjoeg. Frith ging kalm glimlachend
heen, want hij was ervan overtuigd dat
haar verontwaardiging meer voorgewend
was, dan werkelijk en hij kon zijn tijd
afwachten.
Zijn jarenlange ervaring had hem ge
leerd, wat dergelijke weigeringen betee-
kenen. Hij wist zeker, dat zij niets van
het voorgevallene san haar man zou ver
tellen, ïnaar dat zij van nu af aan zijn
fouten en tekortkomingen nog sterker dan
ooit zou voelen. Binnen niet al te langen
tijd zou zij zlohzelf gaan afvragen of
CHENEESCHE WERELD
BESCHOUWING.
Hoe conservatief de Qhineezen zjjln,
wordt door het volgende verhaal dat
historisch is uitstekend geïllustreerd.
Tevens toont het duidelijk, hoe moeilijk,
ja bijna onmogelijk het is, hervormingen
van welken aard ook, in China in te
voeren.
Een Europeesch geestelijke, die in een
Chineesch dortp ails zendeling werd be
roepen, weid voor het eerst vader. Daar
hij met zijn gele dorpsgenooten op zeer
vriendschappelijken voet stond, verras
ten de laatsten hem met een geschenk
voor den nieuwgeborene. Het was een
dunne gouden ketting, waarvoor zij het
geld door een inzameling bij elkaar had
den gekregen, en waardoor het geheele
Het ging precies zooals hij gedacht had.
Het viel Dexter op, want het is merkwaar
dig dat juist een dergelijk soort mannen
de noodige dingen ontdekken. Hij tobde
erover, want hij hield heel veel van zfjn
vrouw, en vroeg baar wat haar scheelde.
Zooals het meestal het geval is, luidde ook
thans het antwoord ontwijkend. Dexter
geloofde haar niet, en toen hij ten einde
raad was, besloot hij zijn vriend Frith te
raadplegen.
„Kerel", zei Dexter, „jij kent de vrouwen
beter dan ik".
„Het ls mogelijk", antwoordde Frith
glimlachend.'„Maar waarom zeg je dat?"
„In verband met Myra", zei Dexter. „Ik
maak me bezorgd over haar. Het komt
me voor alsof ze den laatsten tijd een
beetje genoeg van me krijgt".
„O, daarin vergis je je", zei Frith.
„Nee, het ls opvallend genoeg, en ik
had graag dat je me zei, wat ik doen
moet. Ik weet nooit erg goed boe ik met
vrouwen moet omgaan, maar jij schijnt er
meer verstand van te hebben, en daarom
dacht ik zoo
„Nu", zei Frith, „ik durf -gerust te be
weren, dat ik Myra volkomen begrijp. En
ik geloof ook wel dat ik weet wat baar
hindert".
„En wat is dat dan?" vroeg Dexter.
„Het is niet gemakkelijk om haar te
doorgronden. Omdat ze er zoo bleek en
tenger uitziet denken heel wat menschen
dat zij als een soort porcelein behandeld
moet worden".
„Op die manier ben ik nooit met haar
omgegaan", protesteerde Dexter.
„Neen, dat is ook gelukkig, dooh niet
temin heb je niet de goede methode ge
volgd. Je gelooft me misschien niet, Dex
ter, doch Myra zou zich uitstekend thuis
hebben gevoeld, ln den ouden tijd. Ze
ziet er zoo zwakjes uit, maar ze heeft tem
perament genoeg. Zij is een van die vrou
wen die van een man houden en niet van
een menschelljke warm-water-kruik".
„Je wilt hiermede toch niet zeggen dat
ik haar slaan moet?" vroeg Dexter.
„Wees nu niet zoo'n idioot", zei Frith i
ongeduldig, „hoewel zij dit verre verkie
zen zou boven de zachte manier, waarop
jij met haar omspringt. Ze vindt het af-1
schuwelijk om als breekbare waar be-j
schouwd te worden. Weliswaar vertroetel
dorp zijn aanhankelijkheid had willen
toonen.
De zendeling was natuurlijk diep ge
roerd door dit bewijs van genegenheid
en beraadslaagde met zijn vrouw hoe hij
het beste zijn dankbaarheid kon laten
blijken.
Eindelijk geloofden zij iets goeds ge
vonden te hebben, dat alle Inwoners zou
bevredigen. De zendeling noodlgde nu de
steunpilaren" der dorpelingen uit, bij
hem te komen. Hij deelde hun het vol
gende mee:
„Wij willen u allen ook graag een be
wijs van onze vriendschap geven en daar
wij weten, met hoeveel moeite gij, met
emmers en touwen, het water uit uw bron
naar boven moet halen, hebben wjj be
sloten, uit ons land een bron te laten ko
men, die wij u ten geschenke zullen ge
ven. Het is een toestel dat men boven op
de watervlakte laat aanbrengen. Het
werkt als een zuigtmachine, en haalt het
water uit bet bh'uenste van de aairdie
naar boven, ze *at het vanzelf uw em
mers en kruiken inloopt. Wij zullen het
toestel op de bron laten aanbrengen, die
het dichtst bij ons huis gelegen is, daar
wij u dan gemakkelijk kunnen toonen,
hoe het behandeld moet worden- Gij zult
u spoedig kunnen overtuigen van die
groote voordeelen, die er aan verbonden
zijn."
Met vele buigingen dankten de Chinee-
zen voor het hun toegedachte geschenk,
maar vroegen toch nog met bet bestellen
te willen wachten tot zdj er over beraad
slaagd zouden hebben.
Een week later meldden zij zlbh weer
bij den zendeling en verklaarden dat zij
bet vraaigstuk van de zuigmaohlne gron
dig besproken hadden en nu ln opdracht
van de andiere dorpsbewoners kwamen om
hem drie vragen te stellen.
„U weet," zei de Chinees, die namens
de anderen het woord voerde, „dat het
Sold' voor de ketting van uw kind door
et geheel© dorp is bijeengebracht. Als
u ons dus één enkel© machine geeft, zal
alleen bet gedeelte der Inwoners, dat in
do buurt woont, waar zij is opgesteld, er
voordeel van hebben. Daarover zullen de
andere inwoners weinig igestlioht zijn, en
bot gevolg is twist en! strijd ln onze ge
meente. Kunt u ons nu beloven drie
bronnen tegelijk te laten komen om allen
tevreden te stellen?"
De zendeling was ten hoogste verbaasd
over deze onbescheidenheid en ver
klaarde dadelijk dat zijn middelen daar
toe, niet toereikend waren en hij dus aan
hun verzoek niet kunnen voldoen.
„Juist," antwoordde bet hoofd der de
putatie. „Dan gaan wij; tot dJe tweede
vraag over. Als uw zulgiml&chine hier ge
plaatst wordt, worden daardoor vijf en
twintig menschen broodeloos. Zij verdie
nen nu d'en kost voor zichzlf en hun
familie, door het water uit de bronnen te
scheppen en het in de huizen van de in
woners te brengen. Zoudt u nu ln staat
zijn ze schadeloos te stellen of ze aan
ander werk te helpen?"
„Neen, daartoe ben ik niet ln staat,"
antwoordde de zendeling.
„Dan ia er nog een derde punt, waar
mee rekening is te houden, vriend der
Goden," hernam de afgevaardigde. „Ieder
van deze bronnen heeft zijn speciale ge
nius. Als u er nu zoo'n zuigmachine op
zet, vreezen wij, dat de beschermheilige
van de bron hierdoor verjaagd zal wor
den en dat die bron zal verdragen- Kunt
u ons een nieuwen .genius versahaffen,
als de huidige weg zal zijn?"
„Het spijt m|j," antwoordde d© zende
ling verontwaardigd, „maar hoe zou ik
dat kunnen?"
„Dan zullen wij;, hoe waardevol het ook
zijn mag) uw geschenk liever niet aan
nemen," luidde het eenpardige besluit der
deputatie.
En met diep© buigingen namen zij
afscheid.
je haar niet zoo erg, maar je bent toch
niet flink genoeg in je optreden. Je bent
haar niet de baas, en dat weet ze maar al
te goed. Je geeft haar veel te veel toe, en
ik zou willen wedden, dat, wanneer je niet
gauw verandert, ze je zelfs gaat mlnaoh-
ten. Ik begrijp haar volkomen. Geloof dat
maar".
Dexter stond op en nam zijn hoed.
„Dat merk ik", zie hij, „ik weet nu on
geveer wat me te doen staat Dank je wel
voor je raad".
„Tot Je dienst", antwoordde Frith be
leefd.
Toen Dexter vertrokken was viel Frith
schuddend van het lachen achterover ln
zijn stoel. Want, zooals gezegd, hij be
greep inderdaad Dexter's vrouw en hij
wist dat zij totaal niet op haar plaats was
geweest in den ouden tijd. Hij voelde dat
zij een van die vrouwen was, die als het
ware geboren zijn om teeder behandeld te
worden, en dat zij volstrekt geen minach
ting voor een man zou hebben die dit
deed. Dit alles wetende, was het geen
wonder, dat hij lachte, want door bemid
deling van Dexter trachtte hij thans zijn
doel te bereiken. Het eenige wat hem nu
te doen stond, was een poosje de vrouw
van Dexter niet te zien, waarna de tijd
het verder zou regelen. Wanneer Frith nu
op een gegeven oogenblik weer op het
tooneel verscheen, zou het verschil tus-
sohen de belde mannen haar nog meer
opvallen, waarna hij bereiken kon wat hij
wilde.
Zoo redeneerde Frith bij zlohzelf en ln
overeenstemming met zijn voornemen,
zag hij Dexter's vrouw gedurende een
hcele maand niet
Hij bleef echter met Dexter zelf in oon-
taot, daar hij het orltieke moment niet wil
de missen. Alhoewel Dexter diplomatisch
werd uitgehoord omtrent zijn suooes als
echtgenoot, liet hij niet te veel los.
„En hoe gaat het tegenwoordig met
jullie?" kon Frith op zulk 'n sympathieke
toon vragen dat er totaal niets beleedi-
gends ln was.
„O, praohtig, oude jonge, dank je wel",
placht Dexter te antwoorden doch zijn
BLIJF UZELF!
Hooge boomen vangen veel wind
Hoe hooger de boom, hoe meer wind
hij vangt. Hoe hooger de roenaoh, hoe
meer critiek, laster tegenwerking bem
bestookt. Ge hoeft niet juist een hooge
poBitie in de maateohapptj te bokleeden
om aan eritlek bloot te staan. Wanneer
ge U maar in Iets van Uw omgeving
onderscheidt, door een Ietsje meer
Intellect, door wat zuiverder gevoel,
door meer zaken-inzioht of wét ook,
dan staat dadelijk de massa klaar om U
neei te balen. Die massa» behoeft niet
Juist een groote groep mensehen te zijn.
Ik bedoel hier met massa: zij, die tot de
massa behooren, die ln elke uitzondering
een persoonlijke aanranding speuren,
die zij tegen moeten gaan.
Kinderen op school hebben er al last
van, misschien wel de meeste van de
treurigste last. Want kinderen lijn zonder
medelijden. Wanneer een kind opvalt,
doordat het «anders* is dan de andere,
wordt het geplaagd en gesard. De kin
deren, die plagen zullen later de massa
vormenhet kind, dat geplaagd wordt is
de enkeling, de persoonlijkheid.
Later gebeurt dat plagen en tegen
werken niet zoo openlijk meermensohen
zijn «beleefd». Maar al ls de hinder niet
meer direot, lndireot blijft ze voort
woekeren. Wat moet de enkeling daar
tegen doen? Afdalen naar den massa-
mensoh? Hij kén bet niet en zijn
Eoglngen er toe maken bem meestal nog
elaobelljker ln de oogen van z]jn tegen
standers. Hun vermaken zijn niet de
zijne, en als hij zioh al vermaakt, dan
doet hij dat toob op een andere manier.
Hij reageert nu eenmaal anders op uiter
lijkheden en gebeurtenissen. Wat dan?
blijven. Moedig de orltiek doorstaan,
voortgaan zooals Uw geweten U dat zegt.
Alleen blijven? In leder geval: zlohzelf
J©weten 1
den, maar ook
niet probeeren hun gunst te winnen. En
U niet verheven boven hen voelen. Want
dat is nauw verwant aan haat, en ala
ge de menBohen haat zult ge nooit con-
taot met hen krijgen.
Als ge zoo U zelf blijft, zullen de
mensohen ten slotte U zoeken. Ge zult
andere enkelingen vinden, vrienden
krijgen. Ge trekt tot U, wat verwant ls
aan Uw wezen. En dat gebeurt nooit,
als ge probeert een ander te sohljnen.
Zlohzelf handhaven ondanks. Wat hebt
ge aan sohljn-vrienden met wie ge tooh
niet praten kunt? Missohien wacht er
al ergens iemand, die van U houden zou,
als ge U toonde in Uw ware gedaante.
Heb den moed U zelf te zijn. De enke
lingen hebben het niet makkelijk in de
wereld. Maar ze zullen het winnen,
ondanks tegenwerking en laster.
Bf. JCUB. DE OOQK.
Ouders te H.
Laat Uw dochtertje vóór alles eens
door een arts nauwkeurig onderzoeken.
Verz. brieven. 8. J. te Hj V. H. te H.
Voor de lozere vqn ons blad geeft om»
psj'ohologlaohe medewerker Dr, Joa. de
Gooi, van Mwloustaat ifiQ, "B-Gbavon-
hage gratis zielkundig; a<Me*en. oon.
over de wijze waarop zf) hun geest bun
nen verfrlasohan en bun wllaJacaehl en
energie kunnen versterken.
De vragen worden aatogülfl In dit blad
behandeld. Mochten dé baantwooreüngan
te uitvoerig worden dan diseot satsAtte-
tjjk aan de aaxwaagas*.
Ai is ©en kruis verguld, drukken doet
het toch.
toon klonk allesbehalve overtuigend.
Toen kwam er een dag, waarop ze
elkaar in de club ontmoetten, en Dexter
hem vertelde dat hij voor een poosje naar
het buitenland ging. Bij het hooren hier
van kon Frith nauwelijks een grijnslach
onderdrukken, want hy begreep dat thans
het critieke moment was aangebroken.
Zooals h y het zag, kon Dexter's vrouw
het niet langer verdragenEr was een
scène geweest, en nu achtte Dexter het
raadzamer een poosje op reis te gaan.
Alles liep uitstekend....
Daarom ging Frith den volgenden mid
dag, keurig uitgedost, met een ruiker
viooltjes een bezoek afleggen by de vrouw
van Dexter. Het meisje dat hem de deur
opende, keek echter heel verbaasd.
„Mynheer en Mevrouw zyn vanmorgen
naar Italië vertrokken, mynheer", zei ze.
Het was thans de beurt van Frith om
verbaasd te zyn.
„Is mevrouw ook mee?" vroeg hy
scherp.
„Ja, mynheer".
Voor een kort oogenblik staarde Frith
peinzend voor zich uit, toen draaide hy
zich om en sloeg nadenkend den weg naar
huis in, terwyi hy de viooltjes in de goot
wierp.
Op zyn kamers aangekomen, vond hy
daar een brief van Dexter, weliswaar niet
lang, doob die aan duideiykheld niets te
wensohen overliet
Ik ben niet heelemaal blind.
Maar i k weet totaal niets van vrouwen
af, en jij hebt de noodige ervaring op
gedaan, ls het niet? Dat was dan ook do
reden dat ik Je om raad vroeg, want lk
wist heel goed, dat jy me adviseeren
zou wat JII graag wensohte.... Na-
tuuriyk heb ik nu preoies het tegen
overgestelde gedaanIk behoef je
zeker niet te zeggen, dat ons huls voort
aan voor je gesloten ls. Ik weet niets
van vrouwen, Frith, maar Je zult niet
kunnen ontkennen, dat lk jou door
en door begreep...."
D. W.