Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, mm VAN 'SLEVENS WIJSGEERIGEN KANT h Tob Noofl Hoekje. van Zaterdag 17 Augustus 1929 '1 Juffertje *95. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). VTE VOND DEN HOOGEN HOED UIT? In 1797 vertoonde een Engelschman, BMtheringbon geheeten, zich in Londen's sttaten met een enorm hooge kachelpijp op het hoofd. Misschien had hij kort. te voren een bezoek gebracht aan de Na tional Gallery en daar het beroemde schilderij van Van Dijck: „De man met den hoed", bewonderd, waarop men een even smakeloos hoofddeksel ziet. Hoe het zü, ie excentrieke Engelschman trok al gemeen de aandacht van zijn landgenoo- len, die anders aan excentriciteiten nog- »1 gewoon zijn. Het gebeurde op den 15en Januari; men was dus nog te ver af van aet carnaval om te kunnen veronderstel len, dat het een grapje was. De zonder ling getooide „gentleman", die mot on verstoorbare kalmte zijn weg vervolgde, kreeg hoe langer hoe meer nieuwsgieri gen achter zioh, die hem uitlachten en uitjouwden; het werd een formeele op loop, en het einde van de geschiedenis was, dat de man werd opgepakt, en voor den Lord Mayor geleid, teneinde zioh te verantwoorden wegens zijn „beleedlglng van den goeden smaak en zijn inbreuk ip de traditioneele kleeding van den Britschen burger." Heitheringbon droeg zelf zijn verdedi- Ing voor. Hij erkende volmondig dat jn hoofddeksel werkelijk een beetje gro- Bak was, maar als vrij burger hand- laafde hij zijn recht, den hoed te dragen iien hij verkoos. Geen enkele wet in En- {eland bevatte daaromtrent eenig voor schrift of eenige verbodsbepaling. Om :ijn goed recht te staven, haalde hij er ®lfs den „Magna Charta" bij. Niettemin verd hij tot een zware boete veroordeeld, en moest hij een cautie stellen van hon derd pond sterling. De Times, die uitvoerig verslag gaf van het gebeurde, voorspelde dat deze ver volging een avereehtsche uitwerking zou helmen, en dat „het door Heitheringbon uitgevonden hoofddeksel, hoe foei-leelijk en revolutionair het ook was, ten slotte vroeg op laat door de geheele wereld zou worden overgenomen." Db voorspelling kwam uit. Den volgen den dag reeds zag men een „swell" door nien's straten flaneeren met een bui- ensporig hoogen hoed, model Heithering- K>n; een dag later tien, binnen een week londerden, en eer er 6 maanden verstre :en, waren droegen al de 20 millioen man- teljjte onderdanen van Zijne Britsche Ma stelt, rijke, arme, jonge, oude, ja zelfs deren, hooge hoeden als schoorsteen pen. De afschuwelijke mode sloeg over ar Frankrijk, verspriedde zich daar or heel Europa, stak de zeeën over en wferf zich aanhangers in Noord- en Jd-Amerika. Mei kan gerust zeggen, dat er nooit inlgs mode is geweest, die zóó is bespot, desniettemin in korten tijd zóó alge- I dei Lo T— DE VROUWENKENNER. Een leelljke misrekening. Het s)]jt me heel erg, tnaar ik ben bang, lat ik wieer met een 'afgezaagd onderwerp :om aanzetten. Er is echter niets aan te 'eranderen, ik zal de feiten geven, en tan moet de lezer zelf maar beoordeelen, tf het dt moeite waard was deze neer te ahrijver. De driehoek bestond uit: Frith, Dexter ei Dexter's vrouw. Ik zal u eerst even beschrijven wat Dexter voor een man was. Hij was een korte, dikke man, met kaal hqjfd; vijf en dertig jaar, en geneigd in dewarmte zeer zichtbaar te transpireeren. Hi, v.'is in het assurantievak, hield van revue^ en operette's, bier, veel vleesch en lijcfechriften met moppen er in. Kortom, er ziji honderden mannen van zijn type op de wereld. \anDexter's vrouw behoeft niet zooveel gezegd te worden, behalve dat zij het aarkyien wel waard was, muzikaal, zeven en twlltig en blondEr zijn vele vrouwen zooals zij. Het echter moeilijk een juist beeld te geven tan Frits. Hy was zes en dertig, groot, (bnker, knap, slank en ontwikkeld, en hij lehoefde niets bijzonders te doen, daar hi een gefortuneerde vader gehad had Hi speelde heel goed mandoline, dooh kon no beter pokeren, en aan iedereen die het nooren wilde, vertelde hij, dat hij eenvroiwenkenner was. Niettegenstaande hee viel mannen een dergelijk iets bewuet, was Frith toch niet zoover van de au ar held af. Dat was ook niet te vertonderen, want hij had zijn heele leven era*: «wijd om ze te bestudeeren. Het feit,dalhij nimmer in een echtsoheidings- Profcs gewikkeld was geweest, is het meen is geworden. Waar 't hem in zit ja dat is het geheim van den hoogen hoed! Op de Sandwich-eilanden onder de bewoners van Vuurland en Patagonië, onder de zwarten van Afrika's Goud- en Peperkust, onder de wildste volksstammen die nooit schijn of schaduw van kleeding hebben gedragen, is de hooge hoed po pulair geworden. Hij is voor hen, als voor ons geslachten, achtereen, voornaamheid, achtbaarheid, waardigheid, fatsoen. De hooge hoed bedekte meer ongerechtig heden dan de „mantel der liefde". HET KLEINSTE BOEK. Niet grooter dan de nagel der duim eener vrouw, is een boekje, dat in Padua bi,j den uitgever Fratelli Salmia uitgege ven is. Het bevat den afdruk van een in het jaar 1615 geschreve nbrief van Gallileo Galilei aan Christina van Lotharingen, en is 10 mM. lang en 6 mM. breed. Zijn inhoud bestaat uit 208 bladzijden ieder van 9 regels. De druk, hoe klein ook, moet toch buitengewoon duidelijk zijn, en met het bloote oog leesbaar. DE GEHEIMZINNIGE TORENS. Toen de oorlog eindigde, waren in En geland enorme betonnen gevaarten in aanbouw. Het waren ronde torens, van omstreeks 200 voet in doorsnee en van 200 voet hoog. Zij bestonden uit 'n soort ronde zuil, hol en geweldig sterk. Een er van is later van het vlakke strand, waar op hij gebouwd was, bij vloed nog te wa ter gelaten. Men heeft zich langen tijd verdiept in het doel dezer torens. Waren het, zooals een Engelsch blad schreef, eenvoudig voetstukken voor geweldige kanonnen, die men in den mond der groote zee armen wilde laten zinken? Of 'n soort for ten, die men voor de kust in zee wilde leggen? De Sclentifio American vertelt nu, dat deze torens bestemd waren om het Ka naal geheel ©n al voor duikbooten af te sluiten. Men had ze op bepaalden afstand van elkaar willen laten zinken en er zware netten van kettingen tusschen wil len spannen. Op die wijze zou men de duikbooten gedwongen hebben langs de noordkust van Schotland te gaan. De toppen der toren zouden boven water hebben uitgestoken om er batterijen op te plaatsen. BRANDBAARHEID DER METALEN. Zinksnippers branden als papier, in een glas met zuurstof; ijzer wordt gloeiend en verbrand als het met kwarts gewreven wordt, wat de ouderwetsche vuurslag be wijst; koper en tin, antimonium en vele andere metalen branden in een fornuis en kalium en natrium branden als zij op koud water geworpen worden. HOE MAAKT MEN LIJM? Een zeer houdbare lijm verkrijgt men als men 2 gram vischblaas klein knipt en ze op het vuur bij matige hitte in een halve liter brandewijn oplost. Hierop giet men de vloeistof door een fijn en zeer helder neteldoeksch lapje en vult er kleine fleschjes mede, die tijdens het be waren absoluut goed gesloten moeten zijn (kurk met lak). Voor het gebruik warmt men de lijm in zeer gematigde hitte wat op; zij maakt dan den Indruk van een dunne doorzichtige vloeistof. DE GRAAF IN EEN SLAAPWAGEN. Een Engelsche graaf bevond zich in een slaapwagen van de Canada-Pacifio Rail- way. Zijn eenige reisgenoot is een Ame rikaan, een ruwe klant, maar een braaf burger der groote republiek, op wiens lithografisch uitgevoerd visitekaartje te lezen staat: Silias P. Higgens. Den volgenden morgen wordt Silias P. Higgins spraakzaam. „Zeg eens, zijt gij eigenlijk wat men een Lord noemt?" Zijn reisgenoot bevestigt dit feit. „Misschien zijt gij zelfs wel een graaf?" De gevraagde antwoordt in den meest hoffelijken vorm, dat hij ook dat helaas niet ontkennen kan. Silias P. Higgins wordt door de bemin nelijke manier van doen van zijn reis genoot tot verdere stappen* verleid. „Gij zijt zeker ook een rijk man, die over 100.000 dollar beschikken kan. De graaf knikt toestemmend en, met terzijde stelling van alle schuwheid der democraten voor adellijke titels, klinkt Higgins' vierde vraag: „Misschien bezit gij zelfs wel 200.000 dollars?" De Engelsche edelman verklaart be scheiden, terwijl hij aanstalten maakt om nogmaals zijn dutje te doen, „als ik een graaf was met zooveel geld, zou ik zeker een slaapwagen voor mij alleen nemen, als ik even hard snorkte als gijl" EEN BOMBARDEMENT. Een vreedzaam bombardement, waarbij werkelijk geladen kanonnen werden af- geschoten, zal zeker wel tot de zeldzaam- eden behooren. In Engeland ls een der gelijk feit voorgevallen. De hertog van Athole wilde oen paar naakte rotsen met boomen laten beplanten, om de streek wat minder woest te doen zijn, maar er was niemand, die de rotsen kon beklimmen, veel minder er zaad strooiden of boomen planten. Nu kwam de hertog op de gedaohte loo- den bussen te laten maken en deze gevuld met het zaad der verschillende boomen en planten door middel van kanonnen op de rotsen te doen schieten. Zoo gebeurde het, en thans prijken de rotsen met overheerlijk groen. grootste bewijs dat hij ze beter begreep dan de meeste mannen dit doen. Frith was een vriend van Dexter; hij was altijd een vriend van de mannen wier vrouwen hij begeerde. Dexter zelf koester de een diepe bewondering voor Frith zijn kleeren, zijn manieren, zijn neus, zijn handigheid bij het kaartspel imponeerden hem. Ook Dexter's vrouw bewonderde hem, want er bestond een groot oontrast tus- sohen hem en haar echtgenoot. Frith scheen nooit last van transpireeren te hebbenhoe hoog de thermometer ook stond. Toen zij haar man met Frith begon te vergelijken, bemerkte zij vele tekort komingen hij Dexter. Hij was zoo luid ruchtig, en hij begon dadelijk te hijgen als hij opgewonden was. Langzamerhand kwam zij tot de ontdekking dat Frith haar veel beter begreep dan haar eigen echt genoot, hetgeen ook in de bedoeling van Frith had gelegen. Hij bleef dus iederen dag bij hen aan huis komen, en toen het groote verschil tusschen hen beiden vol doende bij de jonge vrouw had ingewerkt, vroeg hij haar er met hem vandoor te gaan. Dexter's vrouw weigerde veront waardigd, want ze kwam uit een provin ciestadje, waar men haar geleerd had nim mer op dergelijke voorstellen in te gaan. Ze was zelfs zoo kwaad, dat zij hem het huis uitjoeg. Frith ging kalm glimlachend heen, want hij was ervan overtuigd dat haar verontwaardiging meer voorgewend was, dan werkelijk en hij kon zijn tijd afwachten. Zijn jarenlange ervaring had hem ge leerd, wat dergelijke weigeringen betee- kenen. Hij wist zeker, dat zij niets van het voorgevallene san haar man zou ver tellen, ïnaar dat zij van nu af aan zijn fouten en tekortkomingen nog sterker dan ooit zou voelen. Binnen niet al te langen tijd zou zij zlohzelf gaan afvragen of CHENEESCHE WERELD BESCHOUWING. Hoe conservatief de Qhineezen zjjln, wordt door het volgende verhaal dat historisch is uitstekend geïllustreerd. Tevens toont het duidelijk, hoe moeilijk, ja bijna onmogelijk het is, hervormingen van welken aard ook, in China in te voeren. Een Europeesch geestelijke, die in een Chineesch dortp ails zendeling werd be roepen, weid voor het eerst vader. Daar hij met zijn gele dorpsgenooten op zeer vriendschappelijken voet stond, verras ten de laatsten hem met een geschenk voor den nieuwgeborene. Het was een dunne gouden ketting, waarvoor zij het geld door een inzameling bij elkaar had den gekregen, en waardoor het geheele Het ging precies zooals hij gedacht had. Het viel Dexter op, want het is merkwaar dig dat juist een dergelijk soort mannen de noodige dingen ontdekken. Hij tobde erover, want hij hield heel veel van zfjn vrouw, en vroeg baar wat haar scheelde. Zooals het meestal het geval is, luidde ook thans het antwoord ontwijkend. Dexter geloofde haar niet, en toen hij ten einde raad was, besloot hij zijn vriend Frith te raadplegen. „Kerel", zei Dexter, „jij kent de vrouwen beter dan ik". „Het ls mogelijk", antwoordde Frith glimlachend.'„Maar waarom zeg je dat?" „In verband met Myra", zei Dexter. „Ik maak me bezorgd over haar. Het komt me voor alsof ze den laatsten tijd een beetje genoeg van me krijgt". „O, daarin vergis je je", zei Frith. „Nee, het ls opvallend genoeg, en ik had graag dat je me zei, wat ik doen moet. Ik weet nooit erg goed boe ik met vrouwen moet omgaan, maar jij schijnt er meer verstand van te hebben, en daarom dacht ik zoo „Nu", zei Frith, „ik durf -gerust te be weren, dat ik Myra volkomen begrijp. En ik geloof ook wel dat ik weet wat baar hindert". „En wat is dat dan?" vroeg Dexter. „Het is niet gemakkelijk om haar te doorgronden. Omdat ze er zoo bleek en tenger uitziet denken heel wat menschen dat zij als een soort porcelein behandeld moet worden". „Op die manier ben ik nooit met haar omgegaan", protesteerde Dexter. „Neen, dat is ook gelukkig, dooh niet temin heb je niet de goede methode ge volgd. Je gelooft me misschien niet, Dex ter, doch Myra zou zich uitstekend thuis hebben gevoeld, ln den ouden tijd. Ze ziet er zoo zwakjes uit, maar ze heeft tem perament genoeg. Zij is een van die vrou wen die van een man houden en niet van een menschelljke warm-water-kruik". „Je wilt hiermede toch niet zeggen dat ik haar slaan moet?" vroeg Dexter. „Wees nu niet zoo'n idioot", zei Frith i ongeduldig, „hoewel zij dit verre verkie zen zou boven de zachte manier, waarop jij met haar omspringt. Ze vindt het af-1 schuwelijk om als breekbare waar be-j schouwd te worden. Weliswaar vertroetel dorp zijn aanhankelijkheid had willen toonen. De zendeling was natuurlijk diep ge roerd door dit bewijs van genegenheid en beraadslaagde met zijn vrouw hoe hij het beste zijn dankbaarheid kon laten blijken. Eindelijk geloofden zij iets goeds ge vonden te hebben, dat alle Inwoners zou bevredigen. De zendeling noodlgde nu de steunpilaren" der dorpelingen uit, bij hem te komen. Hij deelde hun het vol gende mee: „Wij willen u allen ook graag een be wijs van onze vriendschap geven en daar wij weten, met hoeveel moeite gij, met emmers en touwen, het water uit uw bron naar boven moet halen, hebben wjj be sloten, uit ons land een bron te laten ko men, die wij u ten geschenke zullen ge ven. Het is een toestel dat men boven op de watervlakte laat aanbrengen. Het werkt als een zuigtmachine, en haalt het water uit bet bh'uenste van de aairdie naar boven, ze *at het vanzelf uw em mers en kruiken inloopt. Wij zullen het toestel op de bron laten aanbrengen, die het dichtst bij ons huis gelegen is, daar wij u dan gemakkelijk kunnen toonen, hoe het behandeld moet worden- Gij zult u spoedig kunnen overtuigen van die groote voordeelen, die er aan verbonden zijn." Met vele buigingen dankten de Chinee- zen voor het hun toegedachte geschenk, maar vroegen toch nog met bet bestellen te willen wachten tot zdj er over beraad slaagd zouden hebben. Een week later meldden zij zlbh weer bij den zendeling en verklaarden dat zij bet vraaigstuk van de zuigmaohlne gron dig besproken hadden en nu ln opdracht van de andiere dorpsbewoners kwamen om hem drie vragen te stellen. „U weet," zei de Chinees, die namens de anderen het woord voerde, „dat het Sold' voor de ketting van uw kind door et geheel© dorp is bijeengebracht. Als u ons dus één enkel© machine geeft, zal alleen bet gedeelte der Inwoners, dat in do buurt woont, waar zij is opgesteld, er voordeel van hebben. Daarover zullen de andere inwoners weinig igestlioht zijn, en bot gevolg is twist en! strijd ln onze ge meente. Kunt u ons nu beloven drie bronnen tegelijk te laten komen om allen tevreden te stellen?" De zendeling was ten hoogste verbaasd over deze onbescheidenheid en ver klaarde dadelijk dat zijn middelen daar toe, niet toereikend waren en hij dus aan hun verzoek niet kunnen voldoen. „Juist," antwoordde bet hoofd der de putatie. „Dan gaan wij; tot dJe tweede vraag over. Als uw zulgiml&chine hier ge plaatst wordt, worden daardoor vijf en twintig menschen broodeloos. Zij verdie nen nu d'en kost voor zichzlf en hun familie, door het water uit de bronnen te scheppen en het in de huizen van de in woners te brengen. Zoudt u nu ln staat zijn ze schadeloos te stellen of ze aan ander werk te helpen?" „Neen, daartoe ben ik niet ln staat," antwoordde de zendeling. „Dan ia er nog een derde punt, waar mee rekening is te houden, vriend der Goden," hernam de afgevaardigde. „Ieder van deze bronnen heeft zijn speciale ge nius. Als u er nu zoo'n zuigmachine op zet, vreezen wij, dat de beschermheilige van de bron hierdoor verjaagd zal wor den en dat die bron zal verdragen- Kunt u ons een nieuwen .genius versahaffen, als de huidige weg zal zijn?" „Het spijt m|j," antwoordde d© zende ling verontwaardigd, „maar hoe zou ik dat kunnen?" „Dan zullen wij;, hoe waardevol het ook zijn mag) uw geschenk liever niet aan nemen," luidde het eenpardige besluit der deputatie. En met diep© buigingen namen zij afscheid. je haar niet zoo erg, maar je bent toch niet flink genoeg in je optreden. Je bent haar niet de baas, en dat weet ze maar al te goed. Je geeft haar veel te veel toe, en ik zou willen wedden, dat, wanneer je niet gauw verandert, ze je zelfs gaat mlnaoh- ten. Ik begrijp haar volkomen. Geloof dat maar". Dexter stond op en nam zijn hoed. „Dat merk ik", zie hij, „ik weet nu on geveer wat me te doen staat Dank je wel voor je raad". „Tot Je dienst", antwoordde Frith be leefd. Toen Dexter vertrokken was viel Frith schuddend van het lachen achterover ln zijn stoel. Want, zooals gezegd, hij be greep inderdaad Dexter's vrouw en hij wist dat zij totaal niet op haar plaats was geweest in den ouden tijd. Hij voelde dat zij een van die vrouwen was, die als het ware geboren zijn om teeder behandeld te worden, en dat zij volstrekt geen minach ting voor een man zou hebben die dit deed. Dit alles wetende, was het geen wonder, dat hij lachte, want door bemid deling van Dexter trachtte hij thans zijn doel te bereiken. Het eenige wat hem nu te doen stond, was een poosje de vrouw van Dexter niet te zien, waarna de tijd het verder zou regelen. Wanneer Frith nu op een gegeven oogenblik weer op het tooneel verscheen, zou het verschil tus- sohen de belde mannen haar nog meer opvallen, waarna hij bereiken kon wat hij wilde. Zoo redeneerde Frith bij zlohzelf en ln overeenstemming met zijn voornemen, zag hij Dexter's vrouw gedurende een hcele maand niet Hij bleef echter met Dexter zelf in oon- taot, daar hij het orltieke moment niet wil de missen. Alhoewel Dexter diplomatisch werd uitgehoord omtrent zijn suooes als echtgenoot, liet hij niet te veel los. „En hoe gaat het tegenwoordig met jullie?" kon Frith op zulk 'n sympathieke toon vragen dat er totaal niets beleedi- gends ln was. „O, praohtig, oude jonge, dank je wel", placht Dexter te antwoorden doch zijn BLIJF UZELF! Hooge boomen vangen veel wind Hoe hooger de boom, hoe meer wind hij vangt. Hoe hooger de roenaoh, hoe meer critiek, laster tegenwerking bem bestookt. Ge hoeft niet juist een hooge poBitie in de maateohapptj te bokleeden om aan eritlek bloot te staan. Wanneer ge U maar in Iets van Uw omgeving onderscheidt, door een Ietsje meer Intellect, door wat zuiverder gevoel, door meer zaken-inzioht of wét ook, dan staat dadelijk de massa klaar om U neei te balen. Die massa» behoeft niet Juist een groote groep mensehen te zijn. Ik bedoel hier met massa: zij, die tot de massa behooren, die ln elke uitzondering een persoonlijke aanranding speuren, die zij tegen moeten gaan. Kinderen op school hebben er al last van, misschien wel de meeste van de treurigste last. Want kinderen lijn zonder medelijden. Wanneer een kind opvalt, doordat het «anders* is dan de andere, wordt het geplaagd en gesard. De kin deren, die plagen zullen later de massa vormenhet kind, dat geplaagd wordt is de enkeling, de persoonlijkheid. Later gebeurt dat plagen en tegen werken niet zoo openlijk meermensohen zijn «beleefd». Maar al ls de hinder niet meer direot, lndireot blijft ze voort woekeren. Wat moet de enkeling daar tegen doen? Afdalen naar den massa- mensoh? Hij kén bet niet en zijn Eoglngen er toe maken bem meestal nog elaobelljker ln de oogen van z]jn tegen standers. Hun vermaken zijn niet de zijne, en als hij zioh al vermaakt, dan doet hij dat toob op een andere manier. Hij reageert nu eenmaal anders op uiter lijkheden en gebeurtenissen. Wat dan? blijven. Moedig de orltiek doorstaan, voortgaan zooals Uw geweten U dat zegt. Alleen blijven? In leder geval: zlohzelf J©weten 1 den, maar ook niet probeeren hun gunst te winnen. En U niet verheven boven hen voelen. Want dat is nauw verwant aan haat, en ala ge de menBohen haat zult ge nooit con- taot met hen krijgen. Als ge zoo U zelf blijft, zullen de mensohen ten slotte U zoeken. Ge zult andere enkelingen vinden, vrienden krijgen. Ge trekt tot U, wat verwant ls aan Uw wezen. En dat gebeurt nooit, als ge probeert een ander te sohljnen. Zlohzelf handhaven ondanks. Wat hebt ge aan sohljn-vrienden met wie ge tooh niet praten kunt? Missohien wacht er al ergens iemand, die van U houden zou, als ge U toonde in Uw ware gedaante. Heb den moed U zelf te zijn. De enke lingen hebben het niet makkelijk in de wereld. Maar ze zullen het winnen, ondanks tegenwerking en laster. Bf. JCUB. DE OOQK. Ouders te H. Laat Uw dochtertje vóór alles eens door een arts nauwkeurig onderzoeken. Verz. brieven. 8. J. te Hj V. H. te H. Voor de lozere vqn ons blad geeft om» psj'ohologlaohe medewerker Dr, Joa. de Gooi, van Mwloustaat ifiQ, "B-Gbavon- hage gratis zielkundig; a<Me*en. oon. over de wijze waarop zf) hun geest bun nen verfrlasohan en bun wllaJacaehl en energie kunnen versterken. De vragen worden aatogülfl In dit blad behandeld. Mochten dé baantwooreüngan te uitvoerig worden dan diseot satsAtte- tjjk aan de aaxwaagas*. Ai is ©en kruis verguld, drukken doet het toch. toon klonk allesbehalve overtuigend. Toen kwam er een dag, waarop ze elkaar in de club ontmoetten, en Dexter hem vertelde dat hij voor een poosje naar het buitenland ging. Bij het hooren hier van kon Frith nauwelijks een grijnslach onderdrukken, want hy begreep dat thans het critieke moment was aangebroken. Zooals h y het zag, kon Dexter's vrouw het niet langer verdragenEr was een scène geweest, en nu achtte Dexter het raadzamer een poosje op reis te gaan. Alles liep uitstekend.... Daarom ging Frith den volgenden mid dag, keurig uitgedost, met een ruiker viooltjes een bezoek afleggen by de vrouw van Dexter. Het meisje dat hem de deur opende, keek echter heel verbaasd. „Mynheer en Mevrouw zyn vanmorgen naar Italië vertrokken, mynheer", zei ze. Het was thans de beurt van Frith om verbaasd te zyn. „Is mevrouw ook mee?" vroeg hy scherp. „Ja, mynheer". Voor een kort oogenblik staarde Frith peinzend voor zich uit, toen draaide hy zich om en sloeg nadenkend den weg naar huis in, terwyi hy de viooltjes in de goot wierp. Op zyn kamers aangekomen, vond hy daar een brief van Dexter, weliswaar niet lang, doob die aan duideiykheld niets te wensohen overliet Ik ben niet heelemaal blind. Maar i k weet totaal niets van vrouwen af, en jij hebt de noodige ervaring op gedaan, ls het niet? Dat was dan ook do reden dat ik Je om raad vroeg, want lk wist heel goed, dat jy me adviseeren zou wat JII graag wensohte.... Na- tuuriyk heb ik nu preoies het tegen overgestelde gedaanIk behoef je zeker niet te zeggen, dat ons huls voort aan voor je gesloten ls. Ik weet niets van vrouwen, Frith, maar Je zult niet kunnen ontkennen, dat lk jou door en door begreep...." D. W.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 7