KOIIIJN'S GEKOOKTE HAM DE VLIEGDIENST NEDERLAND-INDIË. Een geregelde vliegdienst Nederland Indië. Een datum In de geschiedenis van het luchtverkeer niet alleen, een mijlpaal ook in die van Nederland en zijn Kolo niën. Nederland toont hiermede een der eersten te zijn, die door gebruik te maken van alle middelen, waarmede het moderne verkeer is toegerust, den band tusschen moederland en de overzeesche bezittingen, al dichter en dichter tracht toe te halen. Van welke beteekenis deze geregelde dienst kan worden, in de economische be trekkingen tusschen ons land en de „lan den, die als met saamgevlochten. banden zich slingeren om den Oceaan", is nog niet te overzien, maar dat deze dienst zal mee werken om een „Grooter Nederland" ster ker te vestigen is niet meer aan twijfel onderhevig. Hoe meer men elkaar weet te naderen, hoe meer men één wordt in opvatting, in bedrijf, hoe hechter de samenwerking wordt. Het verkeer tusschen landen en volkeren heeft altijd bijgedragen, dat de volkeren elkaar beter hebben leeren be grijpen en waardeeren, hoe meer zal dit worden gevoeld, tusschen de bewoners van een land, die wel geografisch van elkaar zijn verwijderd, doch één zijn van gedachten en strevingen. De weg naar Indië is een lange weg; doch men kan zeggen, dat sinds de Oost- Indische Compagnie haar schepen zond om handel te drijven met het rijke Indië, zonder dadelijk aan veroveringen te den ken, de weg daarheen eigenlijk, al korter en korter werd. We hebben, betere typeering is niet mogelijk van den Nederlandschen koop man, nooit stil gezeten waar het geldt onze bezittingen daar in het verre Oosten nader tot ons te brengen, we hebben nooit ge aarzeld naar de middelen te grijpen, welke onis in.staat stelden sneller onze bezittlm gen in Indië te bereiken. Eerst zeilschepen om de Kaap, die maan den noodig hadden om hun doel te berei ken, waarbij zij afhankelijk waren van gunstlgen wind. Het lezen van reisverha len met zeilschepen naar Indië is leerzaam, vooral in onze dagen, waar vliegmachines het luchtruim doorklieven, waar lucht schepen een reis om de wereld maken in minder dan de helft van den tijd, welke de beroemde Filias Fogg noodig had om hetzelfde te doen. De reis werd korter, nu bijna zestig jaar geleden het Suez-kanaal voor de scheepvaart werd geopend en van het Suez-kanaal profiteerden de Neder- landsche scheepvaart en de Nederlandsche handel om Indië eerder te kunnen berei ken. Nog altijd is het de Nederlandsche scheepvaart, na die van Engeland, welke het meest gebruik maakt van het Suez- kanaal. En we hebben nimmer bij de pakken neergezeten. De vliegmachine kwam, nieu we mogelijkheden scheppende voor sneller verkeer en wij, bedacht op de belangen van eigen land en de Koloniën grepen ook naar dit nieuwe hulpmiddel. v Wat de geregelde vliegdienst tusschen Nederland en Indië kan worden, in aan sluiting met vliegdiensten in Indië zelf, kan eigenlijk alleen degene beoordeelen, die Indië van eigen aanschouwing kent, die de zeeën heeft bevaren, welke de ver schillende deelen van den Indisehen Ar chipel van elkaar scheiden, die eenig begrip heeft van de geweldige afstanden, welke moeten worden afgelegd van Noord tot Zuid, van Oost tot West. De vliegma chine zal de verst gelegen oorden uit hun isolement verlossen. We gaan een geregelden vliegdienst openen en wij weten zeker, dat hij zal slagen en zoowel voor Nederland als Indië schoone vruchten zal afwerpen. We heb ben dat in de eerste plaats te danken aan de pioniers, die voor anderen den weg naar Indië hebben verkend, gevaren heb ben getrotseerd en het tracee hebben af gebakend, waarop anderen zullen gaan. En toch, ofschoon het nog niet zoo lang eleden is, dat Van der Hoop, Van Weer- en Poelman en Van den Broeke, de eer ste reis per vliegmachine ondernamen, welke afstand nu reeds tusschen deze reis en den geregelden vliegdienst, die nu wordt geopend? De eerste reis een proef, oen verkenning, een onderzoek, welke in Indië eindigde, nu een dienst Nederland— Indië vice versa. Dat ook de reis van kapitein Koppen, die den tooht Nederland—Indië en terug met succes aflegde, heeft bijgedragen, om de plannen te verwezenlijken voor een ge regelden vliegdienst op Indië, zal zeker, met groote dankbaarheid worden erkend. De reis van Koppen was alweor een nog intensievere proef, waarbij de mogelijk heid om de reis heen en weer in een vooraf vastgestelden tijd te maken, volkomen werd aangetoond en de reis van Van Lear Black was mede een bewijs, dat zij, die be weerden, dat het kon, gelijk hebben gehad. Bijna tien jaar is generaal Snijders in de weer om door woord en geschrift op te wekken zulk een dienst in het leven te roepen. In Nederland niet alleen, doch ook in Indiö verrichtte hij prachtig propagan dawerk en tot de pioniers moet ook hij zeer zeker worden gerekend Reeds toen hij nog kolonel er genie wa as de heer Snijders voorzit., *r der vereenlglng tot be vordering van de luchtscheepvaart, welko naam later veranderd werd in Nederland sche Vereenlglng voor Luchtvaart. Van welke beteekenls de Nederlandsoho luchtvaart is kan ook blijken, uit een werkje, dat dit jaar bij den uitgever B. G. Tuebner te Berlijn werd uitgegeven, „Der Weltluftverkehr waarin de schrijver O. H. Pollog constateert, dat Holland een „Luftverkehrgrossmacht" is, omdat Ne- derlnnd, het kleine Nederland, op mees terlijke wijze ook op het gebied van het luchtverkeer, zich heeft weten te ont plooien tot een der groote mogendheden, en niet in de laatste plaats, omdat groo- tere staten als Italië en Spanje veel min der luchtverkeer hebben dan Holland. We zijn niet de eersten^ die geregelde luchtvaartdiensten in het lerven riepen, doch de nu Koninklijke Luchtvaartmaat schappij zorgde wel, dat we niet de laat- sten waren. Voor den oorlog was er geen geregeld luchtverkeer. In 1919 werd in Duitschland de eerste luchtvaartdienst in het leven ge roepen, Augustus begon de dienst Londen Brussel, Londen en Parijs, in den herfst van 1920 werd de dienst van New-York— San Francisco geopend, doch alleen voor het postverkeer. En.reeds in 1921 opende Nederland, dank zij den durf van de K.L.M., de eerste diensten. Geleidelijk heeft Nederland een der eerste plaatsen in het luchtverkeer ingenomen. De reis Van der Hoop, niet zonder geweldige pech begonnen, beteekende, wanneer men de tijden van sommige afstanden neemt, reeds een groote vooruitgang. Zoo werd de reis AleppoBangkok grooten vooruitgang, door hem afgelegd in 12 dagen. De bekende Pelletier d'Oisy deed er in 1924 over 14 dagen. Ross Smith op zijn bekenden tocht van Londen naar Australië 14 dagen. De Amerikanen op hun wereldvlucht in 1924 20 dagen. Paes en Beirs van Lissabon naar Macao in 1924 47 dagen. Ferrain van Rome naar Tokio in 1920 53 dagen. Mathews en Kay EngelandAustralië in 1920 70 dagen. Welke vooruitgang en toch, Koppen deed het gauwer en in de toekomst zal het nog sneller gaan. Een geregêlde vliegdienst Nederland Indië beteekent, we zeiden het hierboven reeds, een mijlpaal in de geschiedenis van het luchtverkeer, een geschiedenis van vele mislukte pogingen. Doch heel de geschiedenis der mensch heid door zien we de pogingen om he* luchtruim te veroveren. Meer dan welk geschiedenis ook, leert ons die van het luchtverkeer, den geweldigen drang naar vooruitgang, de eerbiedwaardige worste ling van den mensch om de banden, die hem aan de aarde bonden, te verbreken, het grootsche verlangen naar een vrijheid, welke hem in staat stelde te gaan waar hij wil, zich te verheffen in het luchtruim, den vogel gelijk. Reeds in de oudste tijden waren de men schen bezield met het verlangen, gelijk de vogels te kunnen vliegen. De Grieksche sage vertelt, dat Icarus, die met zijn vader Daedalos door middel van door was samen' gehoilden vleugels het labyrinth van Kreta ontvluchtte, waar beiden gevangen werden gehouden. Icarus stortte niet ver van Sa' mos in zee, omdat hij ondanks de vader lijke waarschuwing te dicht bij de zon kwam. Volgens de oude Germaansche mythe gelukte het Wieland, den kunst vaardigen smid, met behulp var zelfge maakte vleugels het hof van den boozen koning Nidung te ontvluchten. ,Of deze of andere legendarische vlucht pogingen op werkelijke feiten berusten is niet vast te stellen, onmogelijk is het even wel niet. De eerste mensch, die zich, nawijsbaar, ernstig met het vliegprobleem bezig hield, was de beroemde wijsgeer, mathematicus, staatsman en veldheer Archytas van Ta' rente, een vriend van Plato, wiens optre den voornamelijk valt in den tijd van 400 tot 365 vóór Christus. Na lange vergeef- sche pogingen, gelukte hem de bouw van een vliegapparaat, hetwelk den vorm had van een duif en met „aura spiritus" was gevuld en welk vliegtuig, wel is waar zonder passagiers, zich vrij in de lucht bewoog. Zooals de bekende Romeinsche geschiedschrijver Suetonius ons weet mee te deelen, construeerde te Rome, in der; tijd van keizer Nero, een man een vlieg tuig, waarmede hij voor het verzamelde volk opsteeg. Hij stortte naar beneden en vond den dood. Deze ongenoemde man was de eerste luohtschipper van wien berichten tot ons zijn gekomen. Sinds dien tijd hoorde men niets meer van vliegpogingen. Eerst in den tijd van de ontdekking van Amerika is hiervan weer sprake. Groote opwinding veroorzaakte toen een zekere Giovanni Dante uit Perugia, die, in 1400 een pu blieke vliegdemonstratie hield boven het meer Thrasemene, met een door hem ver vaardigd vliegapparaat, bestaande uit twee reusachtige vleugels. Bij dien proeftocht viel hij en werd een van zijn beenen ver brijzeld. In de laatste helft der 15de eeuw deed een muzikant J. O. Burgnr uit Neu renberg een vllegpoglng zonder succes. Ook de beroemde Leonardo da Vinei hield zioh met het vliegprobleem bezig. Toen de pogingen, de vlucht van een vogel na te maken geen succes hadden, kwam de pater der Jezuïeten, Lana, door juiste inziohten geleid op het denkbeeld, een luchtschip te maken, dat door luchtledig gemaakte ko gels zou worden gedragen, en daarmede door de lucht te zeilen. Lana publiceerde over zijn uitvinding een boek, dat thans tot de grootste zeldzaamheden behoort. Pater Bartolomeo Lourenco de Gusman, vervaardigde uit leer een grooten ballon, welke hij met heete lucht vulde. Den acht sten Augustus 1709 van een binnenplaats van een huis te'Lissabon, ging hij met zijn luohtsohip 200 voet de hoogte in. Bij een tweedó poging, in tegenwoordigheid van koning Johan V van Portugal, had hij weinig succes, want een windvlaag drukte den ballon tegen den gevel van het ko ninklijk palels, zoodat de ballon werd ver nield. Gusman bleef wel is waar onge deerd, doch hij werd nu, wegens zijn dui- velsche kunsten aangeklaagd en van een verbond met den booze herdacht. Slechts door een vlucht naar het bui tenland ontging de booze uitvinder het lot als toovenaar te worden ve -brand. In 1778 deed MarkieB de Baicqueville een poging met een soort vliegmachine over de Seine te zweven. Hij viel, kwam op een vaartuig tereoht en werd ernstig gewond. Meerwein, de architect van den keurvorst van Baden, gaf in 1781 een werkje uit, waarin de mogelijkheid werd betoogd van het vliegen met een toestel zwaarder dan de lucht. De eerste succesvolle luchtschippërs waren de gebroeders Montgolfier, die op 5 Juni 1782 in Annonay een met warme lucht gevulde „aerostatische" machine, de zgn. Montgolfiere, voor de eerste maal lieten opstijgen. De bewondering voor deze prestatie was buitengewoon. Een der vrienden der uit vinders, Faujas de Saint Fond, voelde de noodzakelijkheid een 'dik boek van 300 bladzijden te schrijven over de mogelijk heden,. bij het gebruik van luchtballons. Het is een merkwaardig boek, dat een blik in de toekomst der luchtvaart bevat. (Het vliegen over den Oceaan, een tocht naar de Noordpool, enz.) In Augustus 1872 ondernam een mede dinger van de gebroeders Montgolfier, de natuurkundige Charles, op het Parijschè Champ de Mars, zijn eerste poging met een met waterstof gevulden ballon, de zgn. Charliere. In die dagen leed Frankrijk, dank zij de pogingen van Montgolfier, Charles en Pilatres de Roxier, die op 21 November 1783 een lange luchtreis maak te, aan ballonkoorts. Op den 3den December 1783 maakte Ro berts een ballontocht, op den 7den Januari 1784 vloog Blanchard tezamen met den Amerikaan Jeffries voor het eerst het Ka naal over, nadat Pilatres de Roxier en zijn metgezel Romain, bij een dergelijke onder neming den dood hadden gevonden. In het begin der negentiende eeuw zien we weer pogingen om met een vliegma chine de lucht in te gaan. De horlogema ker Jacob Degon nam daarmede proeven in den Tivolituln te Parijs, in 1812, maar zijn poging had geen succes en het ver ontwaardigde publiek schold hem voor bedrieger. We zullen de proeven met bestuurbare luchtballons o. a. van Giffard in 1852, van Tissandier 1888/1884, van Krebs slechts even releveeren. We bepalen ons tot de vliegmachine. Reeds in 1864 deed een schoenmaker de Graaf te Rotterdam po gingen om te vliegen. Hij viel bij de po gingen te pletter. Toen volgde al spoedig Farman, die 30 October 1908 opsteeg bij Chalons, en nog kort geleden heeft men het feit herdacht, dat twintig jaar geleden Bleriot op 25 Juli 1909 over het Kanaal vloog. Hier worde niet vergeten, Santos Dumont, die reeds voor de gebroeders Wright, in 1906 was opgestegen. Nederlandsche namen doemen op. Ne derlanders zijn nooit lang achtergebleven om moed en onversaagdheid te toonen. Wijnmalen, Yan Maasdijk, Van Riems dijk, Koolhoven, Van Meel, luitenant Ter Poorten, die vooral in Indië baanbrekend werk heeft geleverd. Met eere worde Fok ker, de vliegenier en vliegbouwer, ge noemd, de man, die mede heeft gewerkt tot de- groote vlucht van het Nederland sche luchtverkeer. De Belg Jan Olieslagers worde niet ver geten. Met zijn vluchten maakte hij pro paganda voor het luchtverkeer. We behoeven niet het succes van de K.L.M. sinds haar bestaan te releveeren. Het is gemeengoed voor allen geworden. De vliegdienst Nederland—Indië is er, dichter verbindt hij Nederland over zeeën; over ondoordringbare wouden, over uit gestrekte woestijnen, over hcete, dorre vlakten, met Indië, met die heerlijke eilan denreeks, die te droomen schijnt onder de tropische zon. De vliegdienst zal nieuw leven wekken. Niet alleen in economisch opzicht. Hij zal beschavend werken op nog wilde streken, hij zal de beschaving van het Westen over brengen en tot in de kleinste uithoeken van den grooten Indisehen Archipel zal hfl de menschen bewegen, mee te gaan in de rij der volkeren van de wereld, om niet aehetr te blijven in den vooruitgang. De vliegdienst, over geheel Indië uitge strekt, zpl eenzame ooïden met bescha vingscentra weten te verbinden. Waar hulp en bijstand noodig is, zal de vlieg dienst die hulp kunnen overbrengen. De opening van den vliegdienst Neder land—Indiö is een gelukwensch waard aan allen, die tot zijn totstandkoming hebben meegewerkt. DE MOORD TE GIESSEN-NIEUWKERk. Overzicht van hetgeen geleid heeft tot de verwUzlng dezer zaak door den Hoogen Raad naar het Amsterdamsche Gerechtshof, ter nieuwe berechting; voor welk college de revlsle-behandellng heden aanvangt. Nu heden (Donderdag) voor hot Ge rechtshof te Amsterdam de behandeling in revisie zal aanvangen van de ge ruchtmakende zaak, betrekking hebbend op den in 1923 gepleegden moord op den spoorwegwachter De Jong te Giessen- Nieuwkerk, is het wellicht dienstig, nog eens de aandacht te vestigen op de ver schillende feiten, welke er toe geleld hebben dat de hooge Raad van de ten uitvoerlegging van het veroordeelend arrest vaD het Haagsche Gerechtshof ten aanzien van J. Teunissen en J. O. Klun- der, die ieder ter zake van dezen moord waren veroordeeld tot vijftien jaren ge vangenisstraf, de schorsing bevolen en de zaak ter nieuwe berechting naar het Amsterdamsche Hof verwezen heeft. Inmiddels hebben Klunder en Teunissen ruim vier jaren in de gevangenis te Leeuwarden doorgebracht en bevinden zij zich thans als „verdachten" in het Huis van Bewaring te Amsterdam. In den nacht van 3 op 4 Augustus van het jaar 1923 werd de spoorwegwachter Jacob de Jong te Giessen-Nieuwkerk op de spoorbaan, op ongeveer 400 meter afstand van zijn woning, vermoord. Bij het krieken van dag werd het lijk van den vermoorde nabij een seinpaal ge vonden door een inwoner van Giessen- Nieuwkerk, zekeren Kras. In den arm van het ontzielde lichaam lag een ijzeren hamer met ijzeren steel. De moord moet met dit voorwerp zijn verricht, want. het hoofd van den verslagene bleek met een hamer verminkt te zijn, o.a. waren schedel en jukbeenderen ingeslagen. De dood moet dan ook dadelijk zijn ingetreden. Het door politie en justitie ingestelde onderzoek leidde allereerst naar zekeren Boxmeer, wiens daderschap aan het gruwelijk misdrijf aannemelijk werd ge maakt door de verklaringen van den ijsventer Mi, nster, die o.m. had mede gedeeld dat hij Boxmeer in den omtrek had gezien. Laatstgenoemde was echter zoo gelukkig, dat hij zijn alibi volledig be wijzen kon. Getuige Mijnster wist echter nög moor to vertellen; zijn vorklarlngen kwamen hierop neer dat de hamer, welke bij het lijk was gevonden, het eigendom was van de familie Kroon te Sliedrecht. Nu was in den avond en den nacht van het gebeurde ten huize van het echtpaar Kroon een feestje geweest, waaraan be halve door de Kroons werd deelgenomen door zekeren Vermeer en door J. C. Klunder en J. Teunissen. De laatste twee waren resp. als arbeider en onderbaas werkzaam bij het herstel lingswerk langs de spoorlijn Dordrecht- Hardinxveld. Door do aanwijzingen van Mijnster werden Klunder en Teunissen gearresteerd, doch spoedig vrijgelaten. In Februari 1925 werden beiden echter opnieuw, als verdacht van don moord, in arrest gesteld. Zoowel Klunder als Teunissen bleven hun onschuld volhouden. Wat betreft hun deolname aan het feestje bij do Kroons kon uit hun verklaringen worden opgemaakt dat vrouw Kroon aan Teunissen, die toendertijd in Dordrecht woonde, verzocht had, te haren huizo te blij von overnachten. Teunissen had hierin toegestemd, doch het raadzamer geacht, eerst oen bedrag van f 500.welke som hij bij zich droog om don volgenden morgen aan zijn arbeiders uit te betalen, in veiligheid te brengen bij zekeren (inmiddels overleden) Bouwmeester, bij wlen Klunder in de kost was en die op een paar huizen afstand van de Kroons woonde. Zoo zou toen te on^evee? 11 uur Teunissen aan de Kroons gezegd hebben, dat hij even weg moest, zonder hiervan echter de reden op te geven. Met Klunder heeft hij toen het huis der Kroons verlaten en aan eerstge noemde heeft hij daarna ten huize van Bouwmeester het geld overgedragen. Beiden zijn toen naar de woning der Kroons teruggekeerd, waar het gezellige avondje tot'2 uur 's nachts is voortgezet. Volgens de verklaringen der verdachten zouden zij hoogstens een kwartier zijn weggeweest, zoodat zij dus onmogelijk te GiessenNieuwkerk, dat op 14 K.M afstand van de woning der Kroons ligt, iemand hadden kunnen vermoorden. Zij zouden toch in dat geval ineen kwartier tijds èn den moord gepleegd èn in het geheel 28 K.M. hebben moeten afleggen. Dat het afwezig zijn van Klundert en Teunissen niet langer dan een kwartier geduurd had, verklaarden aanvankelijk ook de beide Kroons, alsmede de derde gast te hunne huize, Hendrik Vermeer. Bovendien verklaarden zij dat zij den hamer, die op het lijk van De Jong was gevonden, pooit gezien hadden. De justitie nam deze verklaringen echter niet aan en nadat de Kroons kort na den moord eerst tien dagen en veel later nog eens veertigdagen in voorarrest hadden gezeten, herriepen zij hun aanvankelijke ver klaringen en verklaarden zij dat Klunder en Teunissen van elf uur tot kwart voor één waren weggeweest, en voorts dat de hamer hun eigendom wasi Wat Vermeer betreft, deze bleef zijn verklaringen ten opzichte van den hamer volhouden, na echter 70 dagen in voorarrest te hebben doorgebracht wijzigde hij zijn verklaring omtrent het afwezig geweest zijn van Klunder en Teunnisse in zooverre, dat hij niet meer sprak van een kwartier, maar van „geruimen tijd"... Het was hoofdzakelijk pp de verklarin gen dezer hoofdgetuigen, dat Klunder en Teunnissen door de Rechtbank te Dordrecht aan den moord schuldig ver klaard en deswege ieder tot vijftien jaar gevangenisstraf veroordeeld werden. Het Gerechtshof te Den Haag bevestigde dit vonnis in hooger beroep, waarna de Hooge Raad het cassatie-beroep verwierp. De pogingen tot revisie. Vrienden en verwanten van Klunder en Teunissen, die ondanks alles aan hun#bnsbhuld waren blijven vasthouden, zaten eëhter niet stil. Er werden ver schillende pogingen in het werk gesteld om revisie van het vonnis te verkrijgen. Hierbij dienen de namen te worden ge noemd van inr. II. van Meerten te Den Haag, mr. J. de Vrieze te Amsterdam en mr. H. II. Roobol te Arnhem, Eerstge noemde, die op verzoek van de verdachten oassatie had aangetoekend tegen het arrest van het Haagsche Gerechtshof, (welk cassatieberoep, naar men weet, werd verworpen) was bij bestudeering vun de stukken tot de conclusie gekomen, dat hier van een gerechtelijke dwaling moest worden gesproken. Het onderzoek van mr. Van Meerten, waarbij hij kraohtig werd terzijde gestaan door den heer O. P. Stuy, aannemer te Amersfoort en zwager van Teunissen, leidde eohter niet tot positieve resultaten. Hierna volgde in Juni 1928 een revisie-verzoek door mr. J. do Vrioze. waarop eind 1928 do advocaat- generaal bij den Hoogen Raad afwijzend beschikte. Begin April 1.1. volgde hierna, naar aanleiding van nieuwe recherches SPOORSTRAAT TELEFOON 339 van zijn kant, een revisie-verzoek van mr. H. H. Roobol. De Kroon's verklaren onder pressie gelogen te hebben. Zóó was dus de stand van zaken, toen het enkele dagen later den heer G. II. Geudeker, redacteur vun „Het Volk"j mocht gelukken, het echtpaar Kroon tot spreken te brengen. In een onderhoud, dat in den avond van 8 April 1.1. plaats had tusschen de Kroons en de heeron Geudeker en Roobol, doden eerstgenoem- den de volgende opzienbarende mede- deelingen ten eerste: dat zij beiden gelogenlhob- ben ter terechtzitting, waarin de moord zaak van GiessenNieuwkerk behandeld werd; ten tweede: dat zij beiden hun ver klaringen hebben afgelegd onder pressie van justitie en politie, die hun, hetgeen zij hebben getuigd, hebben voorgezegd en hun bedreigd met gevangenisstraf, indien zij anders zouden verklaren; ten derde: dat Klunder en Teunissen onmogelijk den moord op Jaoob de Jong kunnen hebben gepleegd, daar zij slechts tien minuten zijn weggeweest van het gezellige avondje, dat op den bewusten dag ten huize van de Kroons te Slie drecht was georganiseerd; ten vierde: dat de hamer, waarmede de moord is gepleegd, hun eigendom niet was, en dat de beide veroordeelden dit voorwerp dus niet kunnen hebben fa. leend; ton vijfde; dat zij, nadat zij eerst tlea dagen en daarna nog gedurende veertig dagen met nog een zekeren Vermeer (die 70 dagen werd opgesloten) in hechtenis waren gehouden, bezweken zijn voor den drang, aie op hen door den Rijksrecher cheur De Jong, den gevangenisdirecteur, den substituut-officier mr. Kronenberg en den rechter-commissaris mr. Bentfora van Valkenburg te Dordrecht werd uit geoefend, en do bezwarende getuigenissen, welke hun door deze heeren waren voor- geschreven, hebben afgelegd, op welke verklaringen Teunisson en Klunder zijn veroordeeld. De Kroons zouden dus onder pressie meineed hebben gepleegd. In de op den volgenden middag ten kantore van den procureur-generaal bij den Hoogen Raad, mr. A. Tak, gehouden conferentie, waar mede aanwezig waren de advocaat-generaal mr. S. J. E. M. van Lier, de substituut-officier dor Rechtbank te Dordrecht mr. A. J. Kronenberg, mr. H. H. Roobol, mr. H. van Meerten en de heeren O. P. Stuy en O. H. Geudeker, zijn toen de stukken t.w. een ge schreven bekentenis van vrouw Kroon, alsmede de volgens vrouw Kroon ge schreven opdracht van den Rijksrecher cheur De Jong in handen gesteld van den substituut-officier van de Rechtbank te Dordrecht. Hierna zijn door den rechter-commis saris mr. Van Aken te Dordrecht ver schillende verhooren gehouden, waarbij de Kroons, in verband met oen mogelijke vervolging wegens meineed, werden bij gestaan door mr. D. den Hollander. Na hun verhoor op 11 April werden zij 16 April d.a.v. opnieuw verhoord, waarbij tegenwoordig was de officier van justitie mr. Kronenberg. Op 17 April is vervol gens Rijksrechercheur De Jong gehoord en in de dagen daarna nog vele anderen. Men weet, dat mr. H. H. Roobol zijn oorspronkelijk revisie-verzoek van begilij April 1.1. ingetrokken en op 16 April d.a.v. een nieuw revisie-verzoek bij den Hoogen Raad ingediend heeft, waarin behalve verschillende andere feiien, de verkla ringen van het echtpaar Kroon waren opgenomen. Dit revisie-verzoek is op 3 Juni 1.1. door den Hoogen Raad behandeld, welks hoogste rechtscollege op 10 Juni d.a.v. bij vervroeging uitspraak deed. De zaak werd zooals reeds in den aanvang vermeld verwezen naar het Amster damsche Gerechtshof, met bevel tot ge vangenhouding der beide veroordeelden. Ofschoon het bij de nieuwe berechting dezer zaak wel zeker is, dat er zioh verschillende spannende momenten zullen voordoen, is het toch beter om daar omtrent geen voorspellingen te doen. Wel staat vast, dat het aantal gedag vaarde getuigen charge en A déoharge ver over de honderd bedraagt I Het proces zal dan ook mede met liet oog op het feit, dat het in de bedoeling ligt om twee dagen per week zitting te houden geruimen tijd in beslag nemen. Volstaan wij tenslotte voorloopig met de vermelding, wat de gevolgen van de revisie-behandeling kunnen zijn. Daarbij zij vooropgesteld, dat het Hof verdachten nooit een zwaardere straf kan opleg gen. Het Hof kan óf het vroeger gevelde vonnis handhaven, óf dit vonnis geheel of gedeeltelijk vernietigen en opnieuw rechtdoen. Volgens de wet moet het Hof in dit laatste geval verdaohten óf vrij spreken, óf ontslaan van rechtsvervol ging, óf opnieuw veroordeelen, met op- logging van-oen minder zware straf.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 10