'o Greep van dit en dat DIT OF OUDE DOOS. \3 VOOR DE VROUWEN. 100 ONDERZEESCHE BERGREUZEN. POOLSCHE SNEEUW. IS TE VEEL BLOEMENGEUR GEVAARLIJK. MARGARINE. EEN DROOGGELEGDE VOGEL. BIJEN ALS WEERYOORSPELLERS. WIE KAATST BABBELUURTJE OVER MODE. MANTELS EN JAPONNEN. $3 RAADSELS. n. 1. Autobus. X X X x liiij i'Ü rebel, 'n verjaagde en opgej agde 'n in de bergen verscholen? n vogelvrij ver klaarde door der. koopman van het oogen- bllk, 'n hongerend0 '"ï.lkroover-bedelaar met geen halven Bou.ar1) credlet op z'n armzalig leven. En wanneer de kansen onder den dwang van zijn volharding en bestaansverachting gekeerd zijn, kan hij roemen op een reeks beginjaren van armoede, hard werken en publieke onbekendheid als de meest ge niale kunstenaars en pioniers, waarvan wij zoo graag de biografieën lezen. Waren niet tal van onze oude graven en vorsten in hun soort Venezolaansche presidenten? Is niet de historie van alle eeuwen de his torie van Gomez Castro Guzmann Blanco en.... Bolivar? En is tegenwoor dig hoewel onbloedig 'n minister, een directeur, 'n afdeelingschef niet 'n minia tuur-dictator, die verslagenen werpt om zich heen? Het is het kralensnoer van handelingen onzer eigen beschaving, dat in dezen oer vorm zich duizend maal herhaald heeft in vorige eeuwen en door mannen, waarvoor nu op onze pleinen de standbeelden staan. En welke handelingen zich nog iederen dag opnieuw herhalen, schoon vermomd, opgeschrikt als de primadonna eener ope rette en in werkelijkheid afgeleefd en talentloos en als bewegen op een veel zwakkeren golfslag van durf en karakter. Venezuela 1 Het moet eenmaal goed geweest zijn, zooals het was. Ofschoon wij het niet weten. Het moet eenmaal 'n door den Onbegrepene als gaaf geschapen ge heel geweest zijn.... „Met al wat daarin WAS*' Totdat wij kwamen, de blanke betweters, aangetrokken door het avontuur van het vreemde eerst, getrooffen daarna door de „soenery van den tropischen planten groei", begeerig geworden tenslotte naar den vermoeden rijkdom van schatten als verwende kinderen naar glimmend speel tuig. Het wès 'n speeltuig een mach tig, nimmer in z'n wezenlijken wonder doorgrond speeltuig. Het was 'n door de goden daar als heimelijk neergelegd test- apparaat, om de energieën van den blanke te proeven. En wij grepen het aan, ont ketenden den stroom, bewogen het me chaniek, bogen, wrongen, veranderden alle losse deelen, probeerden nieuwigheden om het geheel te verbeteren en lieten het half gewijzigde ding tenslotte aan onze aan dacht ontglippen Die er nu komt zien, meent te kunnen zeggen, dat „de algemeene indruk zeer weinig gunstig is". Omdat „de -halve ver- europeaniseering van de negerbevolking een bron van voortdurende teleurstelling is". Maar wanneer een schrijfster vertelt, hoe zij ergens op Jamaica in de verte een Tom-tom hoorde en zich verheugde op een ras-echt negerfeest terwijl het een openlucht-vergadering bleek te zijn van een Europeesch geloofsgenootschap, dan is de teleurstelling door de scheppers van dën tom-tom niet gekweekt. Dan is het de onmacht van onszelf —t de onmacht van niet te hebben kunnen omvormen tot een gaaf geheel, waar we het werk van ouderen overnamen. Nu ligt het machtig brok van 's werelds wonder daar, half af als een teekening, waarop we aan het kleuren geweest zijn als een van 'n ander afgenomen bouwdoos, waar van we zelf niets weten te maken.Als het haastig begeerig gegrepen stuk speel goed, dat nu eigenlijk genekt is! Voor hem, die rond den voet van zijn bergen dwaalt, de met beschaving geënte menschen waarneemt en de Uitgesproken meeningen van anderen samenleest voor hem ligt het ontzaggelijke Venezuela daar als het eens begonnen werk, waarmee we verder geen weg meer weten.... Een minstens als het Noorden zoo belangrijk Amerika, waar echter nog alles „Spaansch" is. Waar alles gebonden ligt aan de banden van den Flibustierszoon van heden, die het land beschouwt als een akker, waarop hij bouwt voor eigen wintervoorraad. Waar de hoogste beheerders in den Staat eigen industrieën, fabrieken en onderne mingen exploiteeren ten persoonlijken baat, de mannen en vrouwen en ldnderen van het land in meer dan een opzicht we» zenlijk nog slaven zijn van een enkelen dwingeland of marionetten in het groteske spel van staatsmansschap, waarachter niet anders steekt dan duivelachtige begeerte. Voor den simpelen beschouwer ligt Ve nezuela daar als een gevangene sterk en belangwekkend, eerlijk en goed maar geketend aan de listen en lagen van onge strafte dwingelandij.... Een land waar niet enkel de dood en het leven, maar ook het sublieme en het ridicule elkaar nog de hand reiken waar de oude wet van het eeuwig onbegrijpelijke hoogtij viert, waar de ziekte van den tendenz in de plaats gekomen is van de moerasgevaren, waar de tegenstelling van het inzicht welig woekert. Waar tot een ontsteltenis bijna de monumenten staan van onze eigen on volkomenheid en waar we het onszelf nog maar niet kunnen bekennen. wijderd soms en vaak niet anders dan een kilometer boven elkaar.... Het is een land Venezuela als een wonderlijk vat vol tegenstrijdigheids. Met streken, waar, ip de bergen de felste hitte heerscht en geen grasje te vinden is, de lagunen in de daler hun eeuwig-groene kleed frisch-op vertonen. En daarboven op de toppen de atmosfeer het vriespunt nadert met gedeeltea waar geen planten groei meer mogelijt is.... Het is een land met een ruw berekende oppervlakte van e«n en driekwart millioen vierkante kilometer. Met een kustlijn van vierduizend kilometer en de mogelijkheid om vier maal de oppervlakte van Italië, of Frankrijk en Duitschland samen binnen z'n grenslijnen weg te bergen. Het is hon derd maal greoter dan Nederland en het heeft vijftig procent van haar inwoners. Terwijl no/ geen sterveling de ware grootte begrepen heeft van het achterland voorbij Columbia, Panama, Guyana, Bra zilië en geen explorant de rijkdommen kan benaderen van den overvloedigen bodem, waarvan de opbrengst al was het voor de halve waarde in één slag de armoede van de wereld zou opheffen.... Het is een welvoorziene en een goed- geefsche: Venezuelal Het heeft z'n bodem veil voor den ernstigen willer en stelt een vrije keus uit koffie, cacao, sui ker, tabak, katoen, indigo, vanille, rijst, maïs, tarwe, kruiden, verfhout, reukhout, mahonie-, oompêche-, ebben- en ijzerhout, bast voor chemicaliën, gom, balata, tonka, cocos, copra.... Het heeft tusschen de bergen koele stre ken, het heeft aanlokkelijke stranden, waar badplaatsen als Macuto kunnen floreeren, ruime baaien en uitgestrekte territoriale zee-gebieden voor wie het merken wil. Het heeft sterke rlvierstroomen, die te benut ten zijn bij behoorlijke aandacht het heeft industrie-mogelijkheden1 bij de vleet.het heeft zon het heeft voed sel het heeft licht het heeft ruimte het heeft tropengroen-schakeeringen tot een lust het heeft dieren in de ver scheidenheid van een Hagenbeek-etablis sement! Er zi/n waarden boven den grond en waarden in den grond.... Er is goud, koper, ijzer, steenkool, teer, pek, asphalt. Er is zout en er is graniet. Er is petro leum in overvloed.... Alleen van deze -laatste gave viert Cura^ao op het oogen- blik grandioos feest. Venezuelal De naam kan klinken als een wonderlijk sprookje. Terwijl het pure werkelijkheid is. Zooals het sprookje van de Venezolaansche broeders, die aan den president vier millioen Bolivar per jaar aan pacht durven betalen, voor het vis- schen van parelen ergens aan een voor- deelige kuststrook.Of als het sprookje van den rijk geworden inwoner, die naar Parijs verdwijnt, en u aan boord van het schip verrassen kan met 'n klompje na- tuurgoud van meer dan tien kilo en zoo groot als 'n Zwartsluizer roggebrood. Wij loopen er als beschaafdelingen, die maar één slag van menschen puik vin den eenigszins minachtend langsheen en meenen, even gechoqueerd, te mogen zeggen: 'n niet heelemaal aanlokkelijk land. De negers zijn nogal onfrisch en de Venezolanen zien er vrij verdacht uit! En te oordeelen naar wat je er al zoo van hoort.. Maar het wachten in Venezuela is niet op touristen, die verkeerde brillen dragen, doch op leiding en lessen, goed voorbeeld en broederschap. Het van rijkdommen en goedheid zwangere land wacht niet op kritikasters, die ochtendartikelen gelezen hebben, of menschen met verkeerde stem mingen, of mannen, die er politieke munt zoeken of begeerigen, die het wel als een vastgebonden schaap zouden willen scheren Het land wacht wècht op eenheid van inzicht, op eensgezinde overtuiging, op goeden wil om dan zonder terughouding het rijke loon in den schoot te werpen van die er goed en vastwillend heengaan met bezemen om den door ons zelf in karakter lijken zin geschapen Augiasstal te ruimen. En op dat verlossend oogenblik zal het zijn ouden, opgelegden en onjuisten naam afwerpen en zich der wereld vertoonen in de metamorphose, waarnaar reeds de aller eerste Spanjaarden als onder den dwang van een instinotief voorgevoel zochten: ....El Dorado!.. Het Goudland!.. Dat is het: Venezuela het prachtig stuk speel goed voor de menschheid, half vernield als het ingewikkelde raderwerk van een opgezette mecano-doos het wacht op onze ernstig beleden erkenning! Het moet worden gezien onbevoor oordeeld getest naar bodem en klimaat, ligging en uitgestrektheid als een der rijkste gebieden van het Zuid-Amerikaan- sche Vasteland en mogelijk van de Aarde. Binnen zijn gebied liggen saamgevoegd ontzaggelijke bergruggen en uitgestrekte dalen hier en daar schier onafzienbare laagvlakten, bosschen, bouw- en weilanden machtige, tot in hun oorsprong nog nim mer gevolgde rivieren en over dat alles een verscheidenheid van klimaat-variaties, die wisselen van sub-tropisch tot het bijna koele van de keerkringslanden.... Kli maatswisselingen in hetzelfde gebied, op minder dan een dagreis van elkapder ver l) Halve Bolivar 25 cent. In den Stillen Oceaan werd een onder- zeesche berg ontdekt, wiens hoogte die van den hoogsten berg der aarde, de Gau- risankar, evenaart. Eenige van deze on- derzeesche reuzen verheffen hun toppen tot ongeveer 100 vademen onder de opper vlakte der zee verheft. In vorm en hoogte lijkt het wel eenigszins op de. Alpen. De toppen van de Mount Placentia vormen een eiland, dat 80 voet boven de opper vlakte der zee uitsteekt. Gevaarlijk worden de bergtoppen als hooge zeeën over ze heengaan, en ze onzichtbaar maken voor den schipper. Zoo is de top van de Mount Conway, die van het diepste punt van de Stille Zuid zee tot een hoogte van 15600 voet op stijgt, gewoonlijk onder water en menig schip is er reeds op gestrand. 't Was in den tijd, toen de winters niet zoo koud en alle voorraadschuren overvol waren, onder de regeering van August III van Polen. De vorst van Sulkowski, een van 'sko- nings favorieten werd in den winter met een vorstelijk bezoek vereerd. Er werden plannen voor een grooten sledetocht ge maakt, maar tot groote teleurstelling van den Poolschen vorst was de gast plotse ling verhinderd. Den volgenden zomer kreeg August weer een uitnoodiging, die de vorst aannam, op voorwaarde nu den sledetocht te kunnen houden, bulkowski nam 'skonings woorden voor ernst op en noodigde na den maaltijd zijn verbaasden gast tot een toer per slede uit. Inderdaad stapte men in de gereed staande sleden. Onderweg bespeurde de koning dat de sneeuw, waar hij over voortgleed, uit de Danziger Suikerpak huizen afkomstig was. Tijdens iederen zomer, die ons tallooze lieflijke kinderen van Flora brengt, duikt de oeroude legende opnieuw op, volgens welke een jong meisje dat onder bloemen geslapen had, den dood gevon den had. De wraak der bloemen. Men denkt aan de roerende legende van den Manzajillaboom in Meyerbeer's Afrikaan- sche en weet te vertellen, dat eens een bruid door de geur der rozen voor eeuwig insluimerde. Evenzoo zou het een officier met een ruiker leliën vergaan zijn, Tuinlieden, die veel met geurende bloe men te maken hebben, zouden vaak als beschonkenen rondwaggelen en ten slotte maakt men zichzelf wijs, dat men min stens hoofdpijn krijgt als men te veel geu rende bloemen in de kamer heeft, of zich onder een vlier of jasmijnstruik of onder een linde- of noteboom neervlijt. Wat is echter de waarheid? Gevallen als de be schrevene zijn inderdaad voorgekomen, bi) nader onderzoek echter is gebleken, dat het hier steeds zenuwachtige perso nen betrof, en dat gezonde mensohen ab soluut geen vrees voor bloemengeur be hoeven te koesteren. Helaas is het eohter een feit, dat vele personen, vooral vrou wen, zenuwachtig zijn, en derhalve ster ke bloemengeur niet verdragen kunnen. Dit geschiedt echter slechts in enkele ge vallen, want het reukorgaan is in het al gemeen bij de vrouwen minder sterk ont wikkeld dan bij de mannen. Daarom par fumeeren dames zich maar al te dikwijls overmatig. De margarine heeft in den oorlogstijd in Engeland een groote rol gespeeld, om den vetnood te lenigen. Vóór 1913 werd de margarine veel ingevoerd en wel 98 pet uit Nederland. Intusschen hebben de Engelsche fabrieken hun installaties uit gebreid en na Maart 1918 is in Engeland geen margarine meer ingevoerd. De tijd is dan ook niet ver, dat Engeland er over zal moeten denken, het product te expor teeren. Een groepje „bewoners" van den Lon- denschen dierentuin, die vroeger rijkelijk van drinken werden voorzien, zijn sinds een jaar in den meest absoluten zin „drooggelegd", en wel zonder de minste nadeelige gevolgen. Het zijn de struis vogels, die op zekeren dag, na een bezoek van een struisvogeldeskundige uit Zuid- Afrika, prof. J. E. Duerden, hun drink bakken zagen weggenomen, en zich, gelijk de „prof" voorspeld had, daarbij heel wel bevonden. In ruil voor het gemis van een slokje worden de dieren nu door hun be zoekers, die de spreekwoordelijke solidi teit van de struisvogelmagen willen be proeven, onthaald op steentjes, koperen muntstukken en andere lekkernijen, die de dieren gretig naar binnen slikken. Of ze het ook werkelijk „lekkernijen" vinden valt niet uit te maken, zij slikken echter alles op, zonder er schijnbaar de minste last van te hebben. De directie van den dierentuin heeft echter verzocht hun laatstgenoemde lek- kerbeetjes te besparen, daar de laag kopergroen, die zich in de vogelmagen afzet, minder bevorderlijk is voor hun blijvende welvarendheid. Gouden en zilveren munten kunnen zij echter zonder eenig nadeel voor hun ge zondheid goed verdragen, maar de oppas sers, meenen, dat deze dingen zich tot een beter gebruik leenen. De bijen maken heele korte morgen uitstapjes en keeren herhaaldelijk naar den stok terug, als in den loop van den dag regen te verwachten is. Worden de bijen echter twistziek en vliegen ze al gonzend voor haar stok heen en weer, dan kan men met de meest mogelijke zeker heid op aanhoudend mooi weer rekenen. Zoo zal ook het mooie weer aanhouden, wanneer het blijkt, dat de werkbijen verre tochten zijn gaan doen. DE MACHT DER INBEELDING. Hertog Hendrik Julius van Bourbon, die onder Lodewijk XIV gouverneur van Bourgondië was, werd in het laatste jaar zijns levens achtervolgd door een eigen aardige waanvoorstelling. Hij verbeeldde zich dood te zijn en weigerde alle voedsel op grond van het feit, dat een overledene niet meer eet. Hij hield zijn hongerkuur zoolang uit dat men voor zijn leven be gon te vreezen. Zijn vrienden stelden toen voor een doodenmaaltijd te houden. Eenige intimi werden ingewijd, verkleed den zich en stelden zich voor als zijn eigen vader, en wijlèn maarschalk van Luxembourg. Men noodigde hem uit, bij den eveneens gestorven Turenne te dinee- ren. Aanvankelijk waa hertog Hendrik zeer verwonderd, dat men bij de dooden ook at, de uitnoodiging werd echter aan genomen, en de zieke amuseerde zich zoozeer met het geval, dat hij eiken dag een aantal beroemde afgestorvenen bij zich ten eten vroeg. Zij kwamen natuur lijk precies op tijd en aten met den besten eetlust. De slag bij Kolen in 1759 werd door de Pruisen verloren. Een der soldaten van den grooten Frits had er een fermen sabelhouw in zijn ge zicht gekregen, die, toegegroeid vanaf zijn voorhoofd langs zijn neus en kin een diepe voor achterliet. Eenige jaren later reed de koning langs de troepen en zag den leelijk getee- kenden man. Hij hield zijn paard in en vroeg: „Wat drommel, in welke kroeg hnb jij dat opgedaan?" In een kroeg", antwoordde de soldant, waar Uwe majesteit het gelag heeft be taald". De slag was raak, Frederik zette een ernstig gezicht, en de kameraden van den vrijpostlgen vreesden het ergste. Maar de oude Frits was groot genoeg om den soldaat te bevorderen en hem een extra- toelage te doen geven. We treffen juist een aardig groepje bijeen: de beide dames welke eep auto tocht gaan maken en een mama met groote dochter die juist van een visite terug zijn. We zijn erg nieuwsgierig en bekijken eens hun kleeding van dichtebij. We maken onszelf als in een sprookje on zichtbaar, zoodat onze nieuwsgierigheid niet opvalt en kwalijk genomen kan wor den. We nemen eerst eens mama (de eerste figuur van ons plaatje), onder vizier. Hoewel zij een flinke stevige dame is, toont zij in haar smaakvolle toilet nog jeugdig en slank. Het is dan ook met zeer veel overleg gekozen. Een fijn geplooid mauve-blauw kasha- rokje hangt open over een voorbaantje van chartreuse-groen crêpe de chine met een zoom van duif-grijs crêpe de chine. Van deze beide kleuren is ook het boven deel der japon gemaakt. Het nog geheel recht vallende lijfje is voor het grootste deel van de grijze zijde gemaakt en het heeft een breede onderrand van groene zijde, waaroverheen een bestikt grijs zij den ceintuurtje gaat. Het sierlijke gar- neergedeelte van het voorpand loopt tot vlak boven het ceintuurtje en is ook van stiksels en borduursel in denzelfden tint voorzien. De mouwen zijn in dezelfde volgorde samengesteld. Onderkant der mouwen en van het dasje, plus het opzet ten der rok is een breede band van de stof der rok. Bij deze keurige japon behoort een mantel van dezelfde stof als de rok, die gevoerd is met de groene crêpe de chine. Het zestien- zeventienjarige jonge- meisje dat haar vergezelt is zeer'sober doch lief gekleed. Zij draagt een kleedje in porcelein blauw. Het zacht klokkende rokje is van Diali-kasha gemaakt en hangt aan een zijden ondertaille van dezelfde kleur. Hieroverheen is een bijna gladde blouse van crêpe-georgette met geen an dere versiering dan een champagne-kleu rig georgette kraagje, waarvan de slipjes door een leuke gesp gehaald zijn. De mouwtjes welke wijd aan de pols vallen, worden daar tevens door een sierlijk knoopje bijeen gehouden. Deze zelfde knoopjes zijn ook op het ceintuurtje der rok aangebracht. De twee, met de auto uitgaande dames hebben hiervoor verrukkelijk geschikte jassen aan. Die mooie bontjas is van licht grijs geschoren lamsvel, in kleurige snit gesneden. Daar het bont des mantels zoo glad is als fluweel staat de groote grijze vos-kraag er buitengewoon chic op en geeft wel den indruk van een heerlijke beschutting tegen den suizenden wind te zijn. De deftige jas er naast is eigenlijk haast nog mooier voor de auto, daar deze uit sluitend hiervoor bestemd is. De jas zelf is van Engelsche tweed en kan dus tegen stof, wind en regen en de petit-gris iwnt- voering waarborgt een absolute beveili ging tegen de ergste kou. Zeer practisch is ook de lange daskraag, die zoo noodig zelfs om het hoofd kan geslagen worden. Zoodat we maar blij zijn dat groepje nog bij elkaar getroffen te hebben.... allicht dat we er iets van kunnen navolgen of dat het ons op een idee heeft gebracht. Want het is moeilijk, nietwaar, die keus voor de nieuwe wintergarderobe Corry Brens. rfryl m H (IKV fut nioH "als ■a-a Oplossingen der vorige raadsels. I Na regen komt zonneschijn. 2. Mailboot. 8. Zeppelin. 4. Diligence. 5. Trekschuit. Nieuwe raadsels L Dit raadsel is helaas bij ongeluk blijven liggen en komt nu als mosterd na den maaltijd, maar ik vond het toch te aar dig om het niet te plaatsen. Het geheel is een rijmpje in verband met een jubileum, dat kort geleden ge vierd werd. Het rijmpje bestaat ui: 5 woorden of 26 letters. 13, 2, 25, 11 is een jongensnaam, die met A begint. 9, 15, 6, 1 is een kleedingstuk. 14, 3, 4, 24 is een getal. 8, 2, 25, 6, 1, 26 is een meisjesnaam, die met F begint E^n 21, 7, 20, 18 stopt men in een gat- 17 29 22 12 is een ander woord voor vreemd of eigenaardig, Een deel van een vin is een 5 16 10 2 1, 23 Is een medeklinker. Ingezonden door A. v.d. B n y Op de kruisjeslijnen VYYVvwvv komt de naam vth •\AAAAAAAA een muziek. instrumeijt. Op de le rij een medeklinker. 2e het tegenovergestelde van dtn n 3e het tegenovergestelde van werkelijkheid. 4e het afzonderlijk letters zeggen van een woord. 5e het gevraagde woord. 6e het geluid van een tevreden poes. 7e het tegenovergestelde van hard. 8e een scherp voorwerp. 9e een médeklinker. Goede oplossingen van beide raadsels ontvangen vanA. A.; H. K.: P. K.; T.M.j D. R.; K. J. S. en S. T. Een nieuw raadsel ontvangen van W. F. en A. A. KI. J. St. Natuurlijk, Klaas, mag je meedoen. Als je deze maand alle raad sels goed oplost krijg je vast een prijs ook, want er zijn op het oogenblik nog maar weinig kinderen die de raadsels oplossen. aoJ 99J a m ISW* iuO)i ioJi is>i> 39B )3W ..iUs ',0 *3 Onderwijzer: „Hier zijn twee eieren als ik er nog twee bij leg, hoeveel zijn het er dan?" „Maar meester, u kunt toch geen eieren leggen," antwoordde de leerling schalks. (ii jod 0U t||0>

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 8