'o Greep van dit en dat
DIT OF OUDE DOOS.
\3
VOOR DE VROUWEN.
100
ONDERZEESCHE BERGREUZEN.
POOLSCHE SNEEUW.
IS TE VEEL BLOEMENGEUR
GEVAARLIJK.
MARGARINE.
EEN DROOGGELEGDE VOGEL.
BIJEN ALS WEERYOORSPELLERS.
WIE KAATST
BABBELUURTJE OVER MODE.
MANTELS EN JAPONNEN.
$3
RAADSELS.
n.
1. Autobus.
X
X
X
x
liiij
i'Ü
rebel, 'n verjaagde en opgej agde 'n in
de bergen verscholen? n vogelvrij ver
klaarde door der. koopman van het oogen-
bllk, 'n hongerend0 '"ï.lkroover-bedelaar
met geen halven Bou.ar1) credlet op z'n
armzalig leven.
En wanneer de kansen onder den dwang
van zijn volharding en bestaansverachting
gekeerd zijn, kan hij roemen op een reeks
beginjaren van armoede, hard werken en
publieke onbekendheid als de meest ge
niale kunstenaars en pioniers, waarvan
wij zoo graag de biografieën lezen. Waren
niet tal van onze oude graven en vorsten
in hun soort Venezolaansche presidenten?
Is niet de historie van alle eeuwen de his
torie van Gomez Castro Guzmann
Blanco en.... Bolivar? En is tegenwoor
dig hoewel onbloedig 'n minister, een
directeur, 'n afdeelingschef niet 'n minia
tuur-dictator, die verslagenen werpt om
zich heen?
Het is het kralensnoer van handelingen
onzer eigen beschaving, dat in dezen oer
vorm zich duizend maal herhaald heeft in
vorige eeuwen en door mannen, waarvoor
nu op onze pleinen de standbeelden staan.
En welke handelingen zich nog iederen
dag opnieuw herhalen, schoon vermomd,
opgeschrikt als de primadonna eener ope
rette en in werkelijkheid afgeleefd en
talentloos en als bewegen op een veel
zwakkeren golfslag van durf en karakter.
Venezuela 1 Het moet eenmaal goed
geweest zijn, zooals het was. Ofschoon wij
het niet weten. Het moet eenmaal 'n door
den Onbegrepene als gaaf geschapen ge
heel geweest zijn.... „Met al wat daarin
WAS*'
Totdat wij kwamen, de blanke betweters,
aangetrokken door het avontuur van het
vreemde eerst, getrooffen daarna door de
„soenery van den tropischen planten
groei", begeerig geworden tenslotte naar
den vermoeden rijkdom van schatten als
verwende kinderen naar glimmend speel
tuig. Het wès 'n speeltuig een mach
tig, nimmer in z'n wezenlijken wonder
doorgrond speeltuig. Het was 'n door de
goden daar als heimelijk neergelegd test-
apparaat, om de energieën van den blanke
te proeven. En wij grepen het aan, ont
ketenden den stroom, bewogen het me
chaniek, bogen, wrongen, veranderden alle
losse deelen, probeerden nieuwigheden om
het geheel te verbeteren en lieten het half
gewijzigde ding tenslotte aan onze aan
dacht ontglippen
Die er nu komt zien, meent te kunnen
zeggen, dat „de algemeene indruk zeer
weinig gunstig is". Omdat „de -halve ver-
europeaniseering van de negerbevolking
een bron van voortdurende teleurstelling
is".
Maar wanneer een schrijfster vertelt,
hoe zij ergens op Jamaica in de verte een
Tom-tom hoorde en zich verheugde op
een ras-echt negerfeest terwijl het een
openlucht-vergadering bleek te zijn van
een Europeesch geloofsgenootschap, dan
is de teleurstelling door de scheppers van
dën tom-tom niet gekweekt.
Dan is het de onmacht van onszelf —t
de onmacht van niet te hebben kunnen
omvormen tot een gaaf geheel, waar we
het werk van ouderen overnamen. Nu ligt
het machtig brok van 's werelds wonder
daar, half af als een teekening, waarop
we aan het kleuren geweest zijn als een
van 'n ander afgenomen bouwdoos, waar
van we zelf niets weten te maken.Als
het haastig begeerig gegrepen stuk speel
goed, dat nu eigenlijk genekt is!
Voor hem, die rond den voet van zijn
bergen dwaalt, de met beschaving geënte
menschen waarneemt en de Uitgesproken
meeningen van anderen samenleest
voor hem ligt het ontzaggelijke Venezuela
daar als het eens begonnen werk, waarmee
we verder geen weg meer weten.... Een
minstens als het Noorden zoo belangrijk
Amerika, waar echter nog alles „Spaansch"
is. Waar alles gebonden ligt aan de banden
van den Flibustierszoon van heden, die
het land beschouwt als een akker, waarop
hij bouwt voor eigen wintervoorraad.
Waar de hoogste beheerders in den Staat
eigen industrieën, fabrieken en onderne
mingen exploiteeren ten persoonlijken
baat, de mannen en vrouwen en ldnderen
van het land in meer dan een opzicht we»
zenlijk nog slaven zijn van een enkelen
dwingeland of marionetten in het groteske
spel van staatsmansschap, waarachter niet
anders steekt dan duivelachtige begeerte.
Voor den simpelen beschouwer ligt Ve
nezuela daar als een gevangene sterk en
belangwekkend, eerlijk en goed maar
geketend aan de listen en lagen van onge
strafte dwingelandij.... Een land waar
niet enkel de dood en het leven, maar ook
het sublieme en het ridicule elkaar nog
de hand reiken waar de oude wet van
het eeuwig onbegrijpelijke hoogtij viert,
waar de ziekte van den tendenz in de
plaats gekomen is van de moerasgevaren,
waar de tegenstelling van het inzicht welig
woekert. Waar tot een ontsteltenis bijna
de monumenten staan van onze eigen on
volkomenheid en waar we het onszelf nog
maar niet kunnen bekennen.
wijderd soms en vaak niet anders dan een
kilometer boven elkaar....
Het is een land Venezuela als een
wonderlijk vat vol tegenstrijdigheids. Met
streken, waar, ip de bergen de felste
hitte heerscht en geen grasje te vinden is,
de lagunen in de daler hun eeuwig-groene
kleed frisch-op vertonen. En daarboven
op de toppen de atmosfeer het vriespunt
nadert met gedeeltea waar geen planten
groei meer mogelijt is....
Het is een land met een ruw berekende
oppervlakte van e«n en driekwart millioen
vierkante kilometer. Met een kustlijn van
vierduizend kilometer en de mogelijkheid
om vier maal de oppervlakte van Italië,
of Frankrijk en Duitschland samen binnen
z'n grenslijnen weg te bergen. Het is hon
derd maal greoter dan Nederland en het
heeft vijftig procent van haar inwoners.
Terwijl no/ geen sterveling de ware
grootte begrepen heeft van het achterland
voorbij Columbia, Panama, Guyana, Bra
zilië en geen explorant de rijkdommen kan
benaderen van den overvloedigen bodem,
waarvan de opbrengst al was het voor
de halve waarde in één slag de armoede
van de wereld zou opheffen....
Het is een welvoorziene en een goed-
geefsche: Venezuelal Het heeft z'n
bodem veil voor den ernstigen willer en
stelt een vrije keus uit koffie, cacao, sui
ker, tabak, katoen, indigo, vanille, rijst,
maïs, tarwe, kruiden, verfhout, reukhout,
mahonie-, oompêche-, ebben- en ijzerhout,
bast voor chemicaliën, gom, balata, tonka,
cocos, copra....
Het heeft tusschen de bergen koele stre
ken, het heeft aanlokkelijke stranden, waar
badplaatsen als Macuto kunnen floreeren,
ruime baaien en uitgestrekte territoriale
zee-gebieden voor wie het merken wil. Het
heeft sterke rlvierstroomen, die te benut
ten zijn bij behoorlijke aandacht het
heeft industrie-mogelijkheden1 bij de
vleet.het heeft zon het heeft voed
sel het heeft licht het heeft ruimte
het heeft tropengroen-schakeeringen
tot een lust het heeft dieren in de ver
scheidenheid van een Hagenbeek-etablis
sement!
Er zi/n waarden boven den grond en
waarden in den grond.... Er is goud,
koper, ijzer, steenkool, teer, pek, asphalt.
Er is zout en er is graniet. Er is petro
leum in overvloed.... Alleen van deze
-laatste gave viert Cura^ao op het oogen-
blik grandioos feest.
Venezuelal De naam kan klinken als
een wonderlijk sprookje. Terwijl het pure
werkelijkheid is. Zooals het sprookje van
de Venezolaansche broeders, die aan den
president vier millioen Bolivar per jaar
aan pacht durven betalen, voor het vis-
schen van parelen ergens aan een voor-
deelige kuststrook.Of als het sprookje
van den rijk geworden inwoner, die naar
Parijs verdwijnt, en u aan boord van het
schip verrassen kan met 'n klompje na-
tuurgoud van meer dan tien kilo en zoo
groot als 'n Zwartsluizer roggebrood.
Wij loopen er als beschaafdelingen,
die maar één slag van menschen puik vin
den eenigszins minachtend langsheen
en meenen, even gechoqueerd, te mogen
zeggen: 'n niet heelemaal aanlokkelijk
land. De negers zijn nogal onfrisch en de
Venezolanen zien er vrij verdacht uit!
En te oordeelen naar wat je er al zoo van
hoort..
Maar het wachten in Venezuela is niet
op touristen, die verkeerde brillen dragen,
doch op leiding en lessen, goed voorbeeld
en broederschap. Het van rijkdommen en
goedheid zwangere land wacht niet op
kritikasters, die ochtendartikelen gelezen
hebben, of menschen met verkeerde stem
mingen, of mannen, die er politieke munt
zoeken of begeerigen, die het wel als een
vastgebonden schaap zouden willen
scheren
Het land wacht wècht op eenheid van
inzicht, op eensgezinde overtuiging, op
goeden wil om dan zonder terughouding
het rijke loon in den schoot te werpen van
die er goed en vastwillend heengaan met
bezemen om den door ons zelf in karakter
lijken zin geschapen Augiasstal te ruimen.
En op dat verlossend oogenblik zal het
zijn ouden, opgelegden en onjuisten naam
afwerpen en zich der wereld vertoonen in
de metamorphose, waarnaar reeds de aller
eerste Spanjaarden als onder den dwang
van een instinotief voorgevoel zochten:
....El Dorado!.. Het Goudland!..
Dat is het:
Venezuela het prachtig stuk speel
goed voor de menschheid, half vernield
als het ingewikkelde raderwerk van een
opgezette mecano-doos het wacht op
onze ernstig beleden erkenning!
Het moet worden gezien onbevoor
oordeeld getest naar bodem en klimaat,
ligging en uitgestrektheid als een der
rijkste gebieden van het Zuid-Amerikaan-
sche Vasteland en mogelijk van de Aarde.
Binnen zijn gebied liggen saamgevoegd
ontzaggelijke bergruggen en uitgestrekte
dalen hier en daar schier onafzienbare
laagvlakten, bosschen, bouw- en weilanden
machtige, tot in hun oorsprong nog nim
mer gevolgde rivieren en over dat alles
een verscheidenheid van klimaat-variaties,
die wisselen van sub-tropisch tot het bijna
koele van de keerkringslanden.... Kli
maatswisselingen in hetzelfde gebied, op
minder dan een dagreis van elkapder ver
l) Halve Bolivar 25 cent.
In den Stillen Oceaan werd een onder-
zeesche berg ontdekt, wiens hoogte die
van den hoogsten berg der aarde, de Gau-
risankar, evenaart. Eenige van deze on-
derzeesche reuzen verheffen hun toppen
tot ongeveer 100 vademen onder de opper
vlakte der zee verheft. In vorm en hoogte
lijkt het wel eenigszins op de. Alpen. De
toppen van de Mount Placentia vormen
een eiland, dat 80 voet boven de opper
vlakte der zee uitsteekt.
Gevaarlijk worden de bergtoppen als
hooge zeeën over ze heengaan, en ze
onzichtbaar maken voor den schipper.
Zoo is de top van de Mount Conway, die
van het diepste punt van de Stille Zuid
zee tot een hoogte van 15600 voet op
stijgt, gewoonlijk onder water en menig
schip is er reeds op gestrand.
't Was in den tijd, toen de winters niet
zoo koud en alle voorraadschuren overvol
waren, onder de regeering van August III
van Polen.
De vorst van Sulkowski, een van 'sko-
nings favorieten werd in den winter met
een vorstelijk bezoek vereerd. Er werden
plannen voor een grooten sledetocht ge
maakt, maar tot groote teleurstelling van
den Poolschen vorst was de gast plotse
ling verhinderd. Den volgenden zomer
kreeg August weer een uitnoodiging, die
de vorst aannam, op voorwaarde nu den
sledetocht te kunnen houden, bulkowski
nam 'skonings woorden voor ernst op en
noodigde na den maaltijd zijn verbaasden
gast tot een toer per slede uit.
Inderdaad stapte men in de gereed
staande sleden. Onderweg bespeurde de
koning dat de sneeuw, waar hij over
voortgleed, uit de Danziger Suikerpak
huizen afkomstig was.
Tijdens iederen zomer, die ons tallooze
lieflijke kinderen van Flora brengt,
duikt de oeroude legende opnieuw op,
volgens welke een jong meisje dat onder
bloemen geslapen had, den dood gevon
den had. De wraak der bloemen. Men
denkt aan de roerende legende van den
Manzajillaboom in Meyerbeer's Afrikaan-
sche en weet te vertellen, dat eens een
bruid door de geur der rozen voor eeuwig
insluimerde. Evenzoo zou het een officier
met een ruiker leliën vergaan zijn,
Tuinlieden, die veel met geurende bloe
men te maken hebben, zouden vaak als
beschonkenen rondwaggelen en ten slotte
maakt men zichzelf wijs, dat men min
stens hoofdpijn krijgt als men te veel geu
rende bloemen in de kamer heeft, of zich
onder een vlier of jasmijnstruik of onder
een linde- of noteboom neervlijt. Wat is
echter de waarheid? Gevallen als de be
schrevene zijn inderdaad voorgekomen,
bi) nader onderzoek echter is gebleken,
dat het hier steeds zenuwachtige perso
nen betrof, en dat gezonde mensohen ab
soluut geen vrees voor bloemengeur be
hoeven te koesteren. Helaas is het eohter
een feit, dat vele personen, vooral vrou
wen, zenuwachtig zijn, en derhalve ster
ke bloemengeur niet verdragen kunnen.
Dit geschiedt echter slechts in enkele ge
vallen, want het reukorgaan is in het al
gemeen bij de vrouwen minder sterk ont
wikkeld dan bij de mannen. Daarom par
fumeeren dames zich maar al te dikwijls
overmatig.
De margarine heeft in den oorlogstijd
in Engeland een groote rol gespeeld, om
den vetnood te lenigen. Vóór 1913 werd
de margarine veel ingevoerd en wel 98
pet uit Nederland. Intusschen hebben de
Engelsche fabrieken hun installaties uit
gebreid en na Maart 1918 is in Engeland
geen margarine meer ingevoerd. De tijd
is dan ook niet ver, dat Engeland er over
zal moeten denken, het product te expor
teeren.
Een groepje „bewoners" van den Lon-
denschen dierentuin, die vroeger rijkelijk
van drinken werden voorzien, zijn sinds
een jaar in den meest absoluten zin
„drooggelegd", en wel zonder de minste
nadeelige gevolgen. Het zijn de struis
vogels, die op zekeren dag, na een bezoek
van een struisvogeldeskundige uit Zuid-
Afrika, prof. J. E. Duerden, hun drink
bakken zagen weggenomen, en zich, gelijk
de „prof" voorspeld had, daarbij heel wel
bevonden. In ruil voor het gemis van een
slokje worden de dieren nu door hun be
zoekers, die de spreekwoordelijke solidi
teit van de struisvogelmagen willen be
proeven, onthaald op steentjes, koperen
muntstukken en andere lekkernijen, die
de dieren gretig naar binnen slikken. Of
ze het ook werkelijk „lekkernijen" vinden
valt niet uit te maken, zij slikken echter
alles op, zonder er schijnbaar de minste
last van te hebben.
De directie van den dierentuin heeft
echter verzocht hun laatstgenoemde lek-
kerbeetjes te besparen, daar de laag
kopergroen, die zich in de vogelmagen
afzet, minder bevorderlijk is voor hun
blijvende welvarendheid.
Gouden en zilveren munten kunnen zij
echter zonder eenig nadeel voor hun ge
zondheid goed verdragen, maar de oppas
sers, meenen, dat deze dingen zich tot een
beter gebruik leenen.
De bijen maken heele korte morgen
uitstapjes en keeren herhaaldelijk naar
den stok terug, als in den loop van den
dag regen te verwachten is. Worden de
bijen echter twistziek en vliegen ze al
gonzend voor haar stok heen en weer, dan
kan men met de meest mogelijke zeker
heid op aanhoudend mooi weer rekenen.
Zoo zal ook het mooie weer aanhouden,
wanneer het blijkt, dat de werkbijen verre
tochten zijn gaan doen.
DE MACHT DER INBEELDING.
Hertog Hendrik Julius van Bourbon,
die onder Lodewijk XIV gouverneur van
Bourgondië was, werd in het laatste jaar
zijns levens achtervolgd door een eigen
aardige waanvoorstelling. Hij verbeeldde
zich dood te zijn en weigerde alle voedsel
op grond van het feit, dat een overledene
niet meer eet. Hij hield zijn hongerkuur
zoolang uit dat men voor zijn leven be
gon te vreezen. Zijn vrienden stelden
toen voor een doodenmaaltijd te houden.
Eenige intimi werden ingewijd, verkleed
den zich en stelden zich voor als zijn
eigen vader, en wijlèn maarschalk van
Luxembourg. Men noodigde hem uit, bij
den eveneens gestorven Turenne te dinee-
ren. Aanvankelijk waa hertog Hendrik
zeer verwonderd, dat men bij de dooden
ook at, de uitnoodiging werd echter aan
genomen, en de zieke amuseerde zich
zoozeer met het geval, dat hij eiken dag
een aantal beroemde afgestorvenen bij
zich ten eten vroeg. Zij kwamen natuur
lijk precies op tijd en aten met den besten
eetlust.
De slag bij Kolen in 1759 werd door de
Pruisen verloren.
Een der soldaten van den grooten Frits
had er een fermen sabelhouw in zijn ge
zicht gekregen, die, toegegroeid vanaf
zijn voorhoofd langs zijn neus en kin een
diepe voor achterliet.
Eenige jaren later reed de koning
langs de troepen en zag den leelijk getee-
kenden man. Hij hield zijn paard in en
vroeg: „Wat drommel, in welke kroeg hnb
jij dat opgedaan?"
In een kroeg", antwoordde de soldant,
waar Uwe majesteit het gelag heeft be
taald".
De slag was raak, Frederik zette een
ernstig gezicht, en de kameraden van den
vrijpostlgen vreesden het ergste. Maar de
oude Frits was groot genoeg om den
soldaat te bevorderen en hem een extra-
toelage te doen geven.
We treffen juist een aardig groepje
bijeen: de beide dames welke eep auto
tocht gaan maken en een mama met groote
dochter die juist van een visite terug zijn.
We zijn erg nieuwsgierig en bekijken
eens hun kleeding van dichtebij. We
maken onszelf als in een sprookje on
zichtbaar, zoodat onze nieuwsgierigheid
niet opvalt en kwalijk genomen kan wor
den.
We nemen eerst eens mama (de eerste
figuur van ons plaatje), onder vizier.
Hoewel zij een flinke stevige dame is,
toont zij in haar smaakvolle toilet nog
jeugdig en slank. Het is dan ook met zeer
veel overleg gekozen.
Een fijn geplooid mauve-blauw kasha-
rokje hangt open over een voorbaantje
van chartreuse-groen crêpe de chine met
een zoom van duif-grijs crêpe de chine.
Van deze beide kleuren is ook het boven
deel der japon gemaakt. Het nog geheel
recht vallende lijfje is voor het grootste
deel van de grijze zijde gemaakt en het
heeft een breede onderrand van groene
zijde, waaroverheen een bestikt grijs zij
den ceintuurtje gaat. Het sierlijke gar-
neergedeelte van het voorpand loopt tot
vlak boven het ceintuurtje en is ook van
stiksels en borduursel in denzelfden tint
voorzien. De mouwen zijn in dezelfde
volgorde samengesteld. Onderkant der
mouwen en van het dasje, plus het opzet
ten der rok is een breede band van de stof
der rok.
Bij deze keurige japon behoort een
mantel van dezelfde stof als de rok, die
gevoerd is met de groene crêpe de chine.
Het zestien- zeventienjarige jonge-
meisje dat haar vergezelt is zeer'sober
doch lief gekleed. Zij draagt een kleedje
in porcelein blauw. Het zacht klokkende
rokje is van Diali-kasha gemaakt en hangt
aan een zijden ondertaille van dezelfde
kleur. Hieroverheen is een bijna gladde
blouse van crêpe-georgette met geen an
dere versiering dan een champagne-kleu
rig georgette kraagje, waarvan de slipjes
door een leuke gesp gehaald zijn. De
mouwtjes welke wijd aan de pols vallen,
worden daar tevens door een sierlijk
knoopje bijeen gehouden. Deze zelfde
knoopjes zijn ook op het ceintuurtje der
rok aangebracht.
De twee, met de auto uitgaande dames
hebben hiervoor verrukkelijk geschikte
jassen aan. Die mooie bontjas is van licht
grijs geschoren lamsvel, in kleurige snit
gesneden. Daar het bont des mantels zoo
glad is als fluweel staat de groote grijze
vos-kraag er buitengewoon chic op en
geeft wel den indruk van een heerlijke
beschutting tegen den suizenden wind te
zijn.
De deftige jas er naast is eigenlijk haast
nog mooier voor de auto, daar deze uit
sluitend hiervoor bestemd is. De jas zelf
is van Engelsche tweed en kan dus tegen
stof, wind en regen en de petit-gris iwnt-
voering waarborgt een absolute beveili
ging tegen de ergste kou. Zeer practisch
is ook de lange daskraag, die zoo noodig
zelfs om het hoofd kan geslagen worden.
Zoodat we maar blij zijn dat groepje nog
bij elkaar getroffen te hebben.... allicht
dat we er iets van kunnen navolgen of
dat het ons op een idee heeft gebracht.
Want het is moeilijk, nietwaar, die keus
voor de nieuwe wintergarderobe
Corry Brens.
rfryl
m
H
(IKV
fut
nioH
"als
■a-a
Oplossingen der vorige raadsels.
I
Na regen komt zonneschijn.
2. Mailboot.
8. Zeppelin.
4. Diligence.
5. Trekschuit.
Nieuwe raadsels
L
Dit raadsel is helaas bij ongeluk blijven
liggen en komt nu als mosterd na den
maaltijd, maar ik vond het toch te aar
dig om het niet te plaatsen.
Het geheel is een rijmpje in verband
met een jubileum, dat kort geleden ge
vierd werd. Het rijmpje bestaat ui: 5
woorden of 26 letters.
13, 2, 25, 11 is een jongensnaam, die met
A begint.
9, 15, 6, 1 is een kleedingstuk.
14, 3, 4, 24 is een getal.
8, 2, 25, 6, 1, 26 is een meisjesnaam, die
met F begint
E^n 21, 7, 20, 18 stopt men in een gat-
17 29 22 12 is een ander woord voor
vreemd of eigenaardig,
Een deel van een vin is een 5 16 10 2 1,
23 Is een medeklinker.
Ingezonden door A. v.d. B
n
y Op de kruisjeslijnen
VYYVvwvv komt de naam vth
•\AAAAAAAA een muziek.
instrumeijt.
Op de le rij een medeklinker.
2e het tegenovergestelde van dtn
n 3e het tegenovergestelde van
werkelijkheid.
4e het afzonderlijk letters zeggen
van een woord.
5e het gevraagde woord.
6e het geluid van een tevreden
poes.
7e het tegenovergestelde van
hard.
8e een scherp voorwerp.
9e een médeklinker.
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen vanA. A.; H. K.: P. K.; T.M.j
D. R.; K. J. S. en S. T.
Een nieuw raadsel ontvangen van
W. F. en A. A.
KI. J. St. Natuurlijk, Klaas, mag je
meedoen. Als je deze maand alle raad
sels goed oplost krijg je vast een prijs
ook, want er zijn op het oogenblik nog
maar weinig kinderen die de raadsels
oplossen.
aoJ
99J
a
m
ISW*
iuO)i
ioJi
is>i>
39B
)3W
..iUs
',0
*3
Onderwijzer: „Hier zijn twee eieren
als ik er nog twee bij leg, hoeveel zijn
het er dan?"
„Maar meester, u kunt toch geen eieren
leggen," antwoordde de leerling schalks.
(ii
jod
0U
t||0>