KWINKSLAGEN
VOO! OE KMDE0EH
VOOR DE VROUWEN.
BABBELUURTJE OVER MODE.
Feest- en gekleeds Jurken voor
meisjes.
11s niet alleen de dameekleeding, welke
geduchte veranderingen ondergaan heeft,
O neen, "want onze kleine en grootere
meisjes moeten er ook aan gelooven, voor
al op 't gebied van de feestelijke jurkjes.
Wat voor ons, grooten, nu pas achter den
rug is, wordt nu voor de meisjes toege
past Ik bedoel hiermede de z.g. robe de
style: het korte strakke lijfje met het zeer
wijde rokje. Welnu ik kan niet anders
zeggen: 't staat voor kinderen schattig en
voor haar die veel kinderpartijtjes of -bals
meemaken is 't geen overbodige weelde,
zoo'n stijljuxk.
maakt Lavendel-blauwe taftzijde met zil
verbiesjes en kant plus een blauw flu-
weelen strik, 't Is een snoesje. Het lijfje
met voor en achter echte figuurtjes om een
schattig koket gesloten lijfje te verkrijgen;
heelemaal niets geen versiering. Dan aan
dit korte simpele lijfje een weelde van
strookjes, naar onder toe steeds wijder
wordend en allen met zilver geboord; tot
dat ten slotte het onderste strookje ein
digt boven een geplisseerd zilveren kant.
Voor dat heele echte stijle-robetje wat
het derde juffertje draagt is oorspronke
lijk moire-zijde bleu France gebruikt, met
alleen een plat gehechte empire-strik van
rose paillette band. Mocht men het wat
kinderlijker of minder duur wensöhen
Komt het echter maar hoogst zelden
voor dat zoo'n meiske naar een feestje
gaat, dan is dit model wel wat uitzonder
lijk, want voor „gewone" dracht is het vol
strekt ongeschikt. Br zijn ook nog wel
andere lieve jurken, ook al zijn het geen
robes de style. Toch ook blijft voor de
meer sobere jurken het lijfje glad, aan
sluitend om de heup, geen ruimte aan
schouders of borst. Behalve dan bij de
„empire"-modelletjes. Die hebben een
gladde pas tot precies onder de armpjes en
daaraan is dan, hetzij met smockwerk of
met verscheidene rijfjes inhaalsels het
ruime rokje gezet. Maar dit is een genre
wat alleen maar voor kleine meisjes (3 tot
0 jaar) gemaakt wordt. Overigens zijn de
lijfjes wat meer of wat minder lang; met
of zonder ceintuurtje; met een ruim aan
gezet rokje of strookjes of met een klok-
rokje.
Wat de stofjes voor deze feestkleeding
betreft, welnu de kleine dametjes hebben
zich van al onze „groote mensohen"-
soorten meester gemaakt (uitgenomen dan
de kostbare weefsels als brocaatzjjde en
dergelijke). Zij kunnen alles gebruiken:
crêpe-de-chine, taftzijde, moiré-zijde, toile
de soie, crêpe georgette, velours-ohiffon,
crêpe-satin, crêpe-romain en nog zoo vele
andere soorten meer. Wat men gebrui
ken moet, hangt grootendeels af van het
gekozen model.
Wil men b.v. het eerste modelletje (van
onze teekening) namaken, dan kan men
daar het allerbeste voor gebruiken taft
zijde. Hiervan was ook het origineel ge-
echik het leven van een willekeurige
groep kleurlingen aan een vlak brok
strand binnen een straal van 'n kilometer
omgeven door hooger loopende berggron-
den met het karakter van een verwaar
loosden rimboe, vol cactussen, vogels, ha
gedissen en een verdwaalde koe erin.
Nergens was het aspect zoo volkomen.
Arm en schooierig als van alle behoorlijk
heid gespeend en van elke moderne ge
dachte verlaten met open winkels on
der 'n soort afdak, omzwermd van vliegen,
en waartusschen de vrouwen en kinderen,
die er naar de gewoonte visch en vruch
ten koopen en het in een versch brok
tropenblad op schouderhoogte wegdragen.
Rn waaromheen ongegeneerd zwarte var
kens met hun biggen sneupen, kippen
kakelend graantjes pikken, zwaar beladen
ezels onder rauwe schreeuwen voortsjok
ken en honden, loom en ziek, het afval
nasnuffelen
Niets was er dat hier het in een kluister
geboeid keerkrings-leven der armelingen
tot een zekere karakteristiek opfleurde,
dan de jachtende, schreeuwende, veel
lawijt makende waterventers op hun afge
jakkerde muilezels.
Doch dan komt na Pto. Columbla
in minder dan een half etmaal de stad
Oartagena en onmiddellijk wijzigt zich het
tot heden beleefde exterieur van tropisch
aanzien en krijgt de diepte van eeuwen
lange cultuur-ontwikkeling.
Alreeds de aanblik van de oude vesting
met den gevreesden en beruchten naam
die kalm komt aandrijven achter het
onbewogen water van de binnenbaai,
zoodra de zwenking uit zee volbracht en
de grimmige toegangspoort gepasseerd is
openbaart het eigen karakter, dat oen
dan is ook weerschijn taftzijde er beeldig
voor. Ook dit kleedje heeft een kort strak
gesloten lijfje.
Voor dat fijne toiletje voor het 15- a 16-
jarige jonge meisje (model no. 2) kan men
velerlei dunne stofjes gebruiken, hoewel,
zooals het origineel vervaardigd was, wel
het mooiste alles doet uitkomen. Het was
van wit crêpe-georgette en was rijkelijk
benaaid met kristallen pareltjes, zoowel op
het lijfje als op het rokje. Van voren ging
kruislings onder het lijfje door breed tur-
quoise bandfluweel, welke achter aan den
hals geknoopt waren en met lange einden
achter over den jurk hingen. Een groote
bos van rose gaas gemaakte roosjes op de
heup geeft den jurk een zeer feestelijk ef
fect. Dit toiletje is door de crêpe-georgette
van een veel slankeren lijn en men zou dit
dan ook met taftzijde b.v. nooit bereiken.
Dan is er nog dat gedistingeerde jurkje
voor een meisje van denzelfden leeftijd
van lichtgrijze crêpe de chine. Lief en heel
eenvoudig is het model, aan het lange
slanke lijfje een kort geplisseerd rokje.
Een zeer gevaarlijk uitziende, maar toch
zeer onschuldig zijnde slang slingert zich
om de taille van de jongedame en een
paar jonge slangetjes hebben zich om haar
polsen gewikkeld. Zij zijn alle drie gebo
ren uit wit leder en opgenaaide roode fijne
kraaltjes, terwijl hun kop bestaat uit een
dun plaatje roode galalith
gevolg is van lang en diep doorleefd be
staan. Recht voor den boeg van het schip
groeit een witte stad met vijf of zes hooge
kerkkoepels van een voor onze beseffing
duidelijk Spaansch-Moorsohe architectuur
wit-geel-rose tegen de lucht. Rechts
weg strekt zich rond de wijde baai een
gordel van prachtige landhuizen, met als
achtergrond een hoogen, groen overklee-
den bergtop met een wit, kanteel-rijk
klooster op het hoogste punt. Erachter
strekken zich de taupe-kleurige bergen tot
haast in eindeloosheid.
Links is achter een smalle strook met
hooge klapperboomen de ruime zee.
Even nog wordt deze strook een tropisch
eiland met negernederzettingen als een
echt Indische kampong. Huizen op geel
gebleekt strand met daken als van warin-
ginbladen liggen er tusschen de klapper
boom-pluimen. Zwarte menschen en pitto
reske scheepjes als van heel vroeger be
kende wilden-vaartuigen met naar ons be
grip veel te groote zeilen geven er kleur.
Én verraden de laad- en lostechniek van
de inboorlingen. Want soms ligt er een
wel honderd meter uit den wal en naakte
negers waden tot hun kin van strand naar
het schip met kisten en vaten op hun
hoofd. Ook varen er langzaam en rustig
op den zoelen adem van den nauw' merk
baren tropenwind zwaar bevrachte inboor
lingen-korjalen in dagenlange reis de
majestueuze Magdalena-rivier afgezakt
met voortbrengselen van het oerwoud en
met bestemming naar de Cartagena-markt.
Onder de breed over het water liggende
zeilen van het primitieve jacht leeft een
halve kolonie van bastaard-Indianen
mannen, vrouwen en kinderen, die hun
woonplaats hebben voor altijd op het drij
vend juweel en die van een half benauwde
aandacht bezeten het monster groote mail
schip aanstaren.
ALLIGATOR-KWEEKERIJEN.
De alligators maken een afzonderlijke
familie uit der krokodillen of gepantserde
hagedissen, waarvan de vertegenwoordi
gers alleen in Noord- en Zuid-Amerika
worden aangetroffen. Ze zijn, hoewel ze
een aanmerkelijke grootheid bereiken en
hun wijden bek met zeer scherpe tanden
is gewapend, niet zoo gevaarlijk voor den
mensoh als de krokodillen der oude
wereld.
Een der meest voorkomende is de
snoek-kaiman, die het stroomgebied der
Mississippi en der Red-Rivier bezocht, en
deze dieren waren daar vroeger, toen die
rivieren nog niet door stoombooten be
varen werden, zoo menigvuldig, dat men
ze bij honderden in het zonnetje langs de
oevers kon zien liggen.
De kalme rust, waarin deze dieren leef
den, werd echter op een verschrikkelijke
wijze gestoord, toen het mode werd om
schoenen, laarzen en zadels van alligator
huid te vervaardigen. Aan de Red Rivier
werden er jaarlijks duizenden door de
Indianen gedood, en zjj zouden daar zijn
uitgeroeid, indien men niet tot de ont
dekking was gekomen dat het mode-
schoeisel niet ondoordringbaar was voor
vocht waardoor do vraag naar huiden zoo
sterk verminderde, dat de jacht niet meer
de moeite loonde. Toen kwam er weer
rust in hun zeer gedunde gelederen.
Doch niet voor zeer langen tijd. Men
bevond n.1. dat het krokodillenleder, hoe
wel voor schoeisel ongeschikt, zeer goed
dienst kon doen voor andere artikelen,
en zoo kwamen van zulk leder vervaar
digde portefeuilles, sigarenkokers, porte-
monnales in de mode. De voortdurende
grootore navraag naar huiden deed don
jagers hun handwerk weder opvatten en
de alligatoremmoord geschiedde weer op
zulk een groote schaal, dat het te voor
zien was, dat binnen zeer korten tijd geen
kalman meer in leven zou zijn. Een der
jagers kwam nu op de gedachte deze die
ren te gaan aankweeken in plaats van ze
te vernietigen, en zoo ontstonden de Alli
gatorfarms, Alllgator-kweekerijen.
De fokkerij dezer dieren is zeer gemak
kelijk en voordeelig, daar ze zeer weinig
oppassing behoeven en dikwijls vijf tot
zes meter lang worden. De volwassen
mannetjes worden gedood en daarna
zorgvuldig van den huid ontdaan, welke
in de farm zelf de eerste bewerking on
dergaat. Hun vleesch heeft zulk een
doordringenden reuk naar musicus, dat
zelfs de negers bet niet kunnen eten; het
wordt daarom gebruikt tot voedsel van
de achterblijvende alligators, die het niet
versmaden. Deze kweekerijen worden zoo
in het groot gedreven, dat een looier te
St. Louis van één dergelijke inrichting
in de eerste helft van het vorige jaar
reeds 6000 alligatorhuiden ontvangen had.
Een gevaarlijk duel.
„Heb je gehoord van dat gevaarlijke
duel tusschen twee medische studenten?"
„Neen. Pistool of degen?"
„Geen van beide. Zij hebben elkaar re
cepten voorgeschreven I"
Nog erger!
A: „Lieve help, man, wat scheelt jou?
Je ziet er uit zoo bedrukt 1"
B: Mijn rijpaard is er van door gegaan;
dat k03t me duizend gunlden!"
A: ,,'t Is nog al de moeite waard! Mijn
kassier is er van door gegaan; dat kost
me tienduizend gulden I"
Hij moest het eens wagen.
Eerste buurvrouw: „Leeft u en uw man
nog al gelukkig met elkaar?"
Tweede buurvrouw: „Hij moest heit
eens wagen niet gelukkig met me te zijn."
Ouderwetsche wekkers.
„Mijnheer, ik wilde <*raag een wekker
koopen. Maar hebt u er niet een voor me,
waardoor alleen het dienstmeisje gewekt
wordt, zonder dat tevens de heel© familie
in den slaap wordt gestoord.
„Het spijt me mijnheer, wij hebben
hier alleen het oude systeem, de heel©
familie wordt er door wakker, en het
dienstmeisje blijft doorslapen.
Onze kinderen.
Klein© Jaan zit in ©en boek van
moeder te lezen over „de opvoeding
kinderen".
„Wat doe jij nu met zoo'n boek in
hand?" vraagt mama.
haar
van
de
tnur vraagt- jaarna.
„Ik wil ©cns zien of ik goed opgevoed
ben."
Een curiositeit
Eerste student: „Ik verscheur nooit een
gequiteerde rekening."
Tweede student: „Die hang je zeker
dan als curiositeit in een' lijstje op je
kamer?"
Toch nog beter.
A.: „Ik ken menschen, die heel veel
geld hebben en toch ongelukkig zijn.
B.: Dat Is tooh altijd nog boter dan on
gelukkig te zijn en geen geld t© hebben.
Een opluchting.
Broertje: „Mama u behoeft zich niet
bezorgd te maken over zus en dien mijn
heer Poverman. Ze geeft niot zooveel om
hem."
Moeder (geruststellend): „Hoe heb je
dat dan ontdekt."
Broertje: „Wel als ze in den salon
samen zijn, dan mag liij niet eens een
stoel voor zich alleen hebben."
Dan rijst, alles overheerschend, de voor
malige Spaansche vestiging in 1562 ge
sticht door Pedro do Herredin, in 1585
door Francis Drake en in 1697 door de
Franschen veroverd tot middelpunt van
do omgeving en staat daar als een trotsch
monument van oude geschiedenis, onder
neming, oorlog, zeeslagen en al wat ge
roerd beeft tussohen menschen en rassen
hier in vroegere eeuwen.
En dadelijk manifesteert zich het duide-
KOSTBARE LASTEN.
Ongeveer in het midden van d© twaalf
de eeuw werd de stad Welnberg belegerd
door den Duitschen keizer Koenraad. De
inwoners boden lang en dapper tegen
stand, maar het mocht niet baten. Na een
lang bel'eg moest de stad zich overgeven.
Keizer Koenraad, verbitterd op do Wein-
bergers, omdat ze heim zoo lang gedwars
boomd hadden, verklaarde, dat alle man
nen in de stad gedood moesten worden,
doch vrouwen en kinderen moesten ge
spaard blijven. Enkele der moedige vrou
wen begaven zich naai' bet kamp van den
Keizer en smeekten hem genade voor hun
echtgenooten. Wat gaf hot of de Keizer
het leven der vrouwen en kinderen
spaarde, als hij hun beschermers en
broodwinners doodde. De vrouwen zou
den spoedig tot de nijpendste armoede
vervallen.
Dat zag de keizer wel in, doch hij was
te boos, om genade te schenken. Alleen
stond hij toe, dat elke vrouw bij het ver
laten der stad zooveel van het kostbaar
ste, wat ze bezat, mocht meenemen, als ze
op haar schouders en in haar armen kon
torsen.
Ontmoedigd keerden de vrouwen naar
Weinberg terug, waar hun boodschap
met geween en verslagenheid aangehoord
werd. Tot een der slimsten een heldere
gedachte kreeg en deze fluisterend aan
haar lotgenooten mededeelde.
Den volgenden dag moesten vrouwen
en kinderen de stadi verlaten en zouden
de mannen hun straf ondergaan voor den
tegenstand, dien zij den Keizer geboden
hadden.
De poorten werden geopend en elke
poort liet een stroom van vrouwen door,
stuk voor stuk zwaar beladen, doch niet
met kostbaarheden of huisraad. Elke ge
trouwde vrouw droeg op haar schouders
van de stad, die als een verrassing en een
belofte daar in de verte lonkt wandelt
de reiziger nog onder een verspreid bosch
vpn nu al bekende klapperboomen
hooge, rechte stammen, met van boven, als
de nabootsing van een monsterachtige plu-
meau, 'n pluim palmbladeren. Waartus
schen de groene knoesten geklemd zitten,
die de cocosnoten moeten worden. En als
of de natuur niet af wil laten van haar
oer-oude rechten wordt het nu volgend
haar ter dood veroordeelde echtgenoot de
stad uit, zich en haar man veilig achtend
door het woord van een Keizer.
Het vijandelijke leger sloeg eerst stom
verbaasd dien wonderlijken uittocht gade,
doch hielden toen de vrouwen staande
en zeide, dat ze dit niet toe mochten staan.
De vrouwen wisten best dat de Keizer dit
niet bedoeld had. Doch de vrouwen ant
woordden, dat hun mannen hun kostelijk,
ste bezit waren en dat de Keizer baar
had toegestaan het kostelijkste, wat 2e
bezaten, mede te nemen.
Keizer Koenraad werd er zelf bij go-
haald. Ook hü was stomverbaasd, doch
moest hartelijk lachen over de slimheid
der vrouwtjes van Wenberg. Die lach
verdreef ook <al zijn bitterheid en de
Keizer verklaarde, dat hij zijn gegeven
woord steeds gestand deed en dat dus die
Weinbergers gered waren door de liefdie
en de slimheid van de vrouwen.
Alle eeuwen door zijn de „vrouwtje#
van Weinberg" beroemd gebleven.
BAADSELR
Oplossingen der vorige raadsels.
I
Men moet geen slapende honden wakker
maken. Rotterdam, Wolga, slot, paars,
Gent, Kees, een, melk, dennen, mama,
hond, nek.
IL
1. Raadhuis.
2. Hospitaal.
8. Handelsschool.
I.
Nienwe raadsels.
Welk spreekwoord lees je hieruit?
D. t ..««Ijt .6. .6... h. 2.... Z
Ingezonden door W F.
H
Welk bekend rijmpje. Is hieronder ln de
war geraakt Tracht het uit de verschil
lende lettergrepen weer samgn te stellen,
stil, toch, lang, kro, ge, go, ge, ge, gen,
gen, nooit, wacht, zwe, en, dacht, en.
Ingez. door A. A., doch gewijzigd.
Goede oplossingen van beide raadsels
ontvangen van:
A. A.; A. v. d. B.; J. J.; P. K.; H. K.;
T. M.; D. R.; J. K. S.; J. v. d. S.; J. en
P. S.; S. T.; A. V.
Zelfgemaakte raadsels ontvangen van:
Annie v. d. B.; Jo v. d. S. en Albert V.
J. v. d. SI., wist jij niet, dat het spreek
woord is: „men moet geen slapende hon
den wakker maken"? Goed onthouden,
hoor. Ik heb je raadsel nu nog voor goed
gerekend.
Joh. J., Koegras. Natuurlijk, Joh., mag
jij mee doen. 't Is juist leuk als er vriend
jes en vriendinnetjes van huiten de raad
sels ook oplossen. Je mag je oplossingen
wel op een briefkaart inzenden, hoor. Dat
is het voordeeligst. Als je een prijsje wint,
en als je je best doet win je er vast wel
eens eeu, zal ik je het toezenden.
Albert V. Jij mag ook meedoen, hoor.
Ieder kind, bij wien ze thuis de Heldersche
Courant lezen, mag de raadsels uit het
Juttertje oplossen.
Joh. K. Seh. Ga jij zoo laat naar bed,
Joh., dat de winteravonden je zoo lang
duren? Los de raadsels maar goed op,
maar denk er aan, dat je niet te laat onder
de wol kruipt, want dat is niet goed
voor je.
KL J. St. Dat is jammer, Klaas, dat je
dat spreekwoordenraadsel niet vinden
kon, want je kan nu deze maand niet bij
de goede oplossers komen1, maar enfin,
dat is niet zoo erg hè en het is toch heel
goed mogelijk, det je een volgende maand
wel alle raadsels op kunt lossen en dan
misschien ook.nou je weet wel krijgt.
De prijzen zijn ten deel gevallen aan:
Piet Keijzer, Goversstraat 26.
Henk Kramer, Kuiperdwarsstraat 13.
Theo Molenaar, Parallelweg 18.
Dirk Riekwel, le Schagendwarsstraat 8.
Sjoukje Troost, Polderweg 128.
Palmen langs do kust in de nabijheid van Cartagena. (Columbia)
Hik waarneembaar stempel van bescha
ving en invloed, die niet van. uit het oer-
land zelf zijn, al is het meerendeels ge
worden tot ruïne prachtige ruïne.
Wel is bij het eerste betreden do indruk
nog ongeveer gelijk als tevoren juist
als die van Pto. Columbia. Want van den
havenaanleg naar de van verre zichtbare
koepels voert de weg langs een lange,
smalle landstrook tusschen de baai en de
zee daarbuiten. En bij de eerste nadering
landschap allereerst gestoffeerd met ne
gers natuurlijk met negers en al wat
daarbij' hoort: Slordige, havelooze hui-
zqn van een bric a brac van materiaal, na-
tuurwegen vol kuilen en regenplassen, ge
krioel van naakte, bruine kinderen, nege
rinnen, die zwarte sigaren rooken en
„mooie" onderrokken met kanten potsier-
Hik dragen, wanneer-ze die ergens hebben
kunnen machtig worden. En die den toe
schouwer verbazen door de wijze waarop
ze soms pronken met 'n paar afgedankte
ajour-kousen, die ze onder hun knieën
vastdraaien en het gemaakte propje in de
knelling vaststeken, omdat jarretelles luxe
en kousebanden maar last is. En waarbij
ze zich niet om het feit bekommeren, dat
ze aldus aan de onderbeenen gekousd zijn
en de rest naar boven.... bruin naturel
is! Samen met de zwarte sigaar brengt
hun dit in de hoogste stemming van zelf
genoegzaamheid!
Voor een kort moment boeit weer den
vreemden indringer het uitheemsche ef
fect van deze menschentypen in heel het
kader van hun eigen leven, klimaat en
land, waar iedere groep in iedere streek
weer anders in schakeering is, al zijn de
grondmerken hetzelfde. Hij wordt al
zag hij het gisteren nog gebiologeerd
van zoo een nauw straatje zonder plavei
sel. waar in hitte en vuil vaak de aardigste
kinderen bivak hebben, de soms intelli
gente heerën der kolonie hun gemakzucht
botvieren en de meestal knappe vrouwen
zich bijster chic voelen met kort geknipt
haar, 'n hemd met 'n rose bandje over den
zwarten schouder, 'n mousseline jurk tot
de knie of zelfs hooge hakken als het
geen bemodderde bloote voeten zijn of af
trapte muilen..Die niettemin zonder
weerzin alles koopen langs de open, van
vuil bekoekte winkelstallen, terwijl er de
vieze, modderige varkens knorrend loopen
te s neupen. En die zich alleen met elkaar
tevreden voelen in de zucht naar heftige
kleuren van blauw en geel en dikke woor
den en opschriften, van de beschaafdelin-
gen afgekekenHet maakt den aanblik
heel, heel wonderlijk, ofschoon weemoedig
ook in Cartagena 1
A
Corry Brens.