NAAMKAARTJES C. DE BOER Jr„ Geroep; Vrijdagmiddag! Rondvraag. D. J. BANSEMA - Bloemenmagazijn - „DE LELIE" B REEWATER STRAAT 16 Raadsoverzioht. eatsam Handelsschool blijkens deze bijlage wel buitengewoon somber zijn. Straks hebben we misschien wel 12.000 noodig. Er rij zen dan ook verschillende vragen: is de installatie wel voldoende geweest, wat denkt het College nu te doen? We zitten met een installatie, die groote gebreken heeft en we staan straks voor uitbreiding der klassen. Nu al moeten leerlingen naar huls worden gezonden, omdat de lokalen niet verwarmd kunnen worden. De heer Monhemius: De voorzie ning zal een groote uitgaaf vorderen. Spr. meent, dat op den duur een oliestoking noodig is. De Installatie ls onvoldoende. De heer Bok zegt, dat inderdaad de installatie onvoldoende is, omdat niet was gerekend op zoo grooten Invloed van den zeewind. De verwarming is berekend op normale gevallen, maar zij is thans on voldoende. Toen zij in 1923 werd inge richt, was men nog niet zoo ver gevorderd met dergelijke installaties als thans. Er waren 4 inschrijvers, aan de laagste waar- ".'U, de firma Werkmetaal Den Haag, het werk werd gegund. Destijds is naar die firma een intflrmatie ingesteld, waarop gunstige i dichtingen kwamen, maar ach teraf bleek, dat het werk dezer firma niet zoo schitterend was. Intusschen bestaat zij thans niet meer, zoodat z;j niet meer te achterhalen ia. Verleden jaar hebben Walter en Dros een herstelling aange bracht, en nu komen wij met deze aan vraag. Over oliestoking is ernstig gedacht, ook voor de Zeevaartschool, maar de be zuinigingsinspecteur van het Rijk drong op cokesstoking aan, zijnde deze de goed koopste. Met de in de bijlage genoemde cijfers kan vooorloopig worden volstaan. De heer De Boer vindt het vreemd, dat destijds alleen de Handelsschool cen traal werd verwarmd, en de installatie niet ook voor de benedenverdieping werd aan gelegd. De Voorzitter: Dit voorstel werd destijds niet goedgekeurd door den Minis ter, die uitdrukkelijk wenschte, dat alleen de bovenverdieping werd ingericht. De voordracht van B. en W. wordt ver volgens aangenomen, z. h. Salarlsvorb?tering gemeente ambtenaren. Weder premlevrfl pensioen? De heer D e N y s licht nader het stand punt der Comm. v. Georg. Overleg toe, die niets voelt voor incidenteele wijzigingen, maar liever een algeheele herziening wenscht. Haar eerste daad zal dan moeten zijn terug te komen op het destijds aange gaan compromis inzake de betaling van I1/, pensioenpremie. Uit de begroo- tingsstukken blijkt al, dat hieromtrent een onderzoek gaande is, waarover spr. zijn waardeering uitspreekt namens de fractie. De heer E ij 1 d e r wijst er op, dat we hier voor een verrassing komen te staan, en vraagt of dit een principieele uitspraak is van het College in zijn geheel. De heer D e B o e r Ook spr. fractie is verheugd over het geopende perspectief voor 1980 en zal gaarne daaraan mede werken. Be heer D e Z w a r t wijst er op, dat de eigenlijke beslissing over de kwestie bij behandeling der begrooting geschiedt. De heer Bok zegt, dat deze zinsnede in de bijlage is gekomen naar aanleiding van eene vraag van het georganiseerd overleg om afschaffing van de 3Va en daarvoor is overweging toegezegd. De voordracht wordt vervolgens aange nomen. Assistente zuigelingen- onderzoek. Naar aanleiding van het voorstel om mejuffrouw Dekker een vaste aanstelling te geven als assistente, vraagt de heer Borkert namens zijn fractie aanhou ding op grond van een ingekomen adres van Nosokomos, teneinde dit te kunnen overwegen. De Voorzitter wijst het verzoek af. Het consultatiebureau is erg om de be slissing verlegen. De heer B o r k e r tJa, maar wij wen- eohen de oppositie, die te elfder ure is gekomen, te hooren. De Voorzitter: Het consultatie bureau beeft gedreigd den boel stop te zetten als er geen hulp komt. De heer D e B o e r ia het met den heei Borkert eens. Uitstel van beslissing heeft geen invloed op de werking van het bureau. Wethouder Smits verbaast er zich over, dat de Raad dit voorstel zoo ont vangt Het is waar, dat er oppositie ge komen is op grond van het niet bezitten van een diploma-zuigelingenverzorging, maar dit bezwaar is volkomen weerlegd. Waarvoor is aanhouding dan nog noodig? De zuster kan zondétr diploma haar arbeid verrichten. De Raad zal dan ook goed doen de voordracht aan te nemen, te meer, danr rij geen oent kost. Mevrouw D e k k e r is eveneens voor de aanname der voordracht, Spr. informeert naar een plaats gehad hebbende verga dering, op 80 April, van doktoren, die allen van oordeel waren, dat mejuffrouw Dekker volkomen bevoegd was. Wij heb ben dus niet het recht deze zaak te beoor- deelen, daar op die manier wij een motie van wantrouwen zouden geven. De heer Borkert ls niet gewend aan dit zware geschut van mevrouw Dekker. WH willen volstrekt niet een zeer nuttigen socialen maatregel In gevaar brengen. Maar het ls de schuld van den betrokken wethouder, die zoo laat eerst dit adres in de bus stopte. De adressanten zeggen na melijk precies het tegenovergestelde van de doktoren en B. en W. vinden dit be langrijk genoeg om aan den Raad te ver zenden. De Voorzitter: Het adres ls laat ingekomen. De heer Eijlders: We moeten een van beiden: öf het voorstel tot verdaging aanvaarden, of het voorstel van B. en v> bediscussieeren. S_pr. heeft een en ander gehoord.... De heer B o r k e r t wil het voorstel lie ver intrekken, anders komt het voorstel van B. en W. in gevsar. De heer E ij 1 d e r s betoogt-, dat er in de bijlage onwaarbeden staan. O. a. was de zuster er niet, zooals in de bijlage staat, een uur, maar ongeveer den ganschen middag. De Voorzitter erkent de juistheid daarvan. De heer E ij 1 d e r s Dan staat er, dat de dokter op eigen kosten een verpleeg ster uit Alkmaar meebrengt. Waarvoor? Er was toch hulp? Blijft die zuster dan nu komen? Het is wel jammer, dat de heer Borkert zijn voorstel heeft ingetrokken. Als de organisatie eischt, dat de zuster de capaciteiten bezit, moeten we dat niet naast ons neerleggen. Is het niet beter deze zaak bij het Witte Kruis te laten? We kunnen dit er dan voor subsidieeren. Mevrouw Dekker meent, dat de heer Eijlders niet op de hoogte is. De functie dezer zuster is meer administratief en van verplegen is geen sprake. De Voorzitter: Dat is juist het misverstand. Het Consultatiebureau is geen verplegingsinrichting, gaat men het karakter er aan ontnemen, dan vermoordt men de instelling. De heer De Boer vraagt of de zuster uit Alkmaar straks nu niet meer komt. De Voorzitter: De zuster blijft komen, ter assistentie van de andore. De voordracht wordt vervolgens aan genomen. Adres Inzake hinder Tim de gasfabriek. De heer Bogaard vindt de conclusie van B. en W. niet goed. Spr. heeft de mogelijkheid onderzocht van plaatsing eener fan, die het stof opzuigt. Aan de Maatschjj. „Nederland" ls ook zoo'n fan en die voldoet goed. De werkmeester van de werf is bereid eens te komen zien om een onderzoek in te stellen. De héér De Zwart zegt toe elke po ging te willen bevorderen, die deze hinder kan wegnemen. Diverse correspondentie naar aanleiding van vragen, overzicht der kosten van ziekenverpleging, enz. Naar aanleiding van de correspondentie betreffende veiligheidsmaatregelen nabij De Kooij vraagt de heer Monhemius of de gemeente daar niet een paar borden kan plaatsen. Dit blijkt niet mogelijk. Betreffende het storten van vuil in zee is ingekomen een schrijven van den Di recteur der Reiniging. De heeren C. Bot, schipper van de „Dorus Rijkers", en B. Kuiper, kapitein van de „Drente", hebben op zich genomen naar de wijze van storten eens een onderzoek in te stellen. Van laatstgenoemden is een schrijven ontvan gen, waarin o. a. gezegd wordt: „Weersomstandigheden kunnen er na tuurlijk wel aan bijdragen, dat het vuil naar den wal gedreven kan worden; maar dan toch zeker niet naar het Huisduiner strand, tenzij er waantij loopt, en dan zal jer geen menscbelijk wezen zijn, die dat vooruit bekijken kan".... Het schrijven eindigt aldus: „Nu wil ik niet beweren, dat het storten altijd juist op dezelfde plaats moet ge schieden, 2000 meter westelijker zou zeker ook goed zijn: Voornamelijk bij dood getij, doch dit zal Bijl ook wel weten". Hieromtrent deelt de heer Monhe mius mede, dat ook het oud-raadslid Bot hem gemachtigd heeft te zeggen, over tuigd te zijn van de goede werking en zich volkomen bij den brief van den heer Kui per aan te sluiten. School buitengewoon onderwijs. Als voorloopige plaat» voor deze school wordt aangewezen het voormalig raadhuis op het Dijkje. Bestrating] Ruyghweg. Vragen van Loo c.s. Deze vragen, alsmede het antwoord van den directeur der reiniging, zijn ter visie voor den Raad gelegd. Uit de antwoorden blijkt, dat twee arti kelen in het bestek betreffende dit werk met elkander in strijd zyn. Blijkens schrij ven van den Directeur van Publieke Wer ken heeft de gevolgde werkwijze voor de gemeente geen schade opgeleverd, terwijl het werk op 17 October is gereedgekomen. De heer Van Loo is over dit ant woord niet bevredigd, en verbaast er zich tevens over, dat dit in de Commissie voor Publ. Werken maar geslikt is, en die com missie met de conclusie meegaat. Met name, dat de heer Schóeffelenberger er occoord mee gaat, is spr. onbegrijpelijk. Spr. zet uiteen, dat tengevolge van de uit- eenloopende artikelen de gemeente schade kan lijden, en dringt er op aan, dat in elk bestek duidelijk omschreven worde, opdat dit niet meer zal gebeuren. De heer Sohoeffelenberger kan zich Indenken, dat men over het antwoord ontevreden is. De heeren gaan er altijd prat op, dat een hoofdambtenaar onvoor waardelijk moet worden geloofd. Spr. Is het met den Directeur van Publ. Werken niet eens, deze was fout in zijn motivee ring. Uitvoerig gaat spr. hier op in; de heer Van Loo leze de notulen maar eens na betreffende deze vergaderingen der comm. v. bijstand. De heer Minnes ontkent, dat de le den der comm. v. bijstand zioh zonder meer bij de beantwoording van den direc teur hebben neergelegd. Zoo ls het niet; wy hadden dit al zes weken eerder ver wacht, want toen reeds ls over de zaak met den heer Doktor gesproken en heeft deze ons uitgelegd hoe de beide artikelen moesten worden opgevat. Ook de tweede maal toen de kwestie in de commissiever gadering ter sprake kwam, hebben wij er ons niet bij neergelegd, en tegen den heer Dokter gezegd: maak een volgend maal de bestekken zoodanig op, dat de artikelen elkander dekken. Want nu kan er een misverstand uit voortkomen en dat zou dan op den ambtenaar komen te drukken. De heer Van Dam: Dit voorval is niet het eerste in deze richting; we heb ben bij bestedingen voor gasfabriek en waterleiding eenzelfde geval gehad. Maar niet alleen het bestek, ook de aanwijzing moet worden verbeterd. De heer Bogaard: Eigenaardig was, dat denzelfden dag, dat deze vragen in de courant stonden, er nog een ingezonden stuk over dit onderwerp was opgenomen. Beide stukken kwamen, toen het werk af geloopen was. Gesteld, dat het gevolg er van ware geweest, dat een gedeelte be strating had moeten worden opgebroken, wat een kosten zou dat meegebracht beo- ben. De gemeente had die moeten betalen Ook de heer Woud ontkent, dat de opmerkingen niet zoo maar aanvaard zijn. Ook spr. heeft gewezen op de mogelijk heid, dat hier schade kan ontstaan. De heer Bok: Terecht is opgemerkt, dat de heeren Van Loo en De Boer met hun vragen achter de feiten aan komen. Spr. integendeel heeft van den eersten dag af de zaak nagegaan en gezien, dat nabij de Bassingracht het wegdek gedeeltelijk was weggenomen. Spr. zet uiteen, dat dit geen schade opleverde voor de gemeente, omdat er een goede ondergrond bestond, die in de toekomst de duurzaamheid ten goede komt. Nabij de Steengracht was het niveau te hoog en is een gedeelte wegge nomen; op het laatste gedeelte moest meer worden weggenomen. Dezen middag ls spr. wederom wezen kijken en meent, dat met den weg inderdaad op de meest des kundige wijze la gehandeld. Dat niet vlug ger kon worden gewerkt, is te danken aan het feit, dat slechts langzaam steenen konden worden aangevoerd, hetgeen zeker in het nadeel was van den aannemer. De dubieuse redactie zal in de toekomst ver beteren. De heer V a n L o o meent, dat het goed is, dat deze zaak eens in het openbaar ie besproken en dat deze vragen zijn gesteld. Een paar jaar geleden heeft spr. ook eens een waschlljst gegeven omtrent gemeente ambtenaren, on daar nooit iets van ge hoord. De bedrijven waren altijd heilige huisjes. Ik heb ook thans niets kwaads gezegd, zegt spr., alleen heb ik de heeren eens uit hun tent gelokt. En het is goed, dat wij nu eens een antwoord hebben ge kregen. Het is' de eerste maal, dat een dergelijke aangelegenheid in de commis sies wordt besproken en ik ben dankbaar voor dit antwoord. Als wij weer dergelijke dingen hooreii, komen wij er weer mede in het openbaar. Dat wij niet eerder kwa men, geschiedde, omdat wy het niet eerder vernamen. Discussie gesloten. Trekken afdeelingen. Overgegaan wordt tot het trekken der afdeelingen, voor de a.s. behandeling der begrooting. De heer Monhemius betoogt de wenscheiykheid van verbreeding van den Middenweg. De heer Van der Vaart is dankbaar voor de uitvoerige agenda, vindt evenwel 40 stukken wel wat erg veel voor één avond. De Voorzitter is het hier niet mee eens; ze zyn lang ni»t alle belangrijk. Spr. zou een vasten dag voor vergaderingen willen bepalen. De heer Terra bepleit vroegere toe zending van de bylagen. De heer Bo gaard vraagt naar den termijn van aan vang der werkverschaffing. De heer Bok antwoordt, dat het Ryk Bezwaar maakte tegen aanvang op 4 Nov., zooals B. eri W. wilden, waardoor de zaak verdaagd is. De heer Bogaard vraagt of er niet kan worden begonnen desondanks. Er is toch een post voor uitgetrokken. Zal worden overwogen. De heer V a n L o o vraagt hoe lang de reparaties aan de basculebrug over het Ankerpark duren. Een paar dagen, is het antwoord. Daarna sluiting. I.J—l-J,JJ.Liüül-JJJUt-11 I— 't Was een ingewikkelde geschiedenis Dinsdagavond, en ik zal trachten u die zoo goed mogeiyk uiteen te zetten. Want we waren nog niet eens begonnen of de zitting was al geschorst. Zóó dat we binnenkwamen namelijk en de pers heeft hy de boden1 altijd een streepje voor botsten we tegen den heer Borkert aan en deze Edelachtbare zeide, in 't voorby- gaan: Laat me los, want ik moet ge loofsbrieven onderzoeken! En zóó toen we gezeten waren en tot de conclusie wa ren gekomen, dat de vergadering ge schorst was, werd zy geopend, en toen kwamen de heeren Van Gessel en Meyer, die engros beëedigd, resp. be-lofted wer den. Burgemeester Houwing maakte daar, zooals men weet, een gansche plechtig heid van; by de Installatie en beëediging van nieuwe leden waren danr eenentwintig menschen, die achtereenvolgens hun eed of belofte aflegden, en eenentwintig maal werden hun beide formulieren in extenso voorgezegd. Burgemeester Driessen doet het anders; plaatst de delinquenten in twee partyen, die van den eed en die van de belofte. En dan leest hy de formulieren voor zooals zij in de wet staan, d. w. z. met tusschen haakjes de belofte. Aldus: Ik zweer (beloof) enz. Het systeem ls voor beëediging (geen beleediging, zetter, als jeblieft!) engros ongetwyfeld aan te be velen. Overigens werkt burgemeester Driessen nog meer engros. Ten eerste (zie boven) schorst-i« de vergadering al vóór zy ge opend is, om tenminste van die ge loofsbrieven niet meer last te hebben. En aan het slot laat hy de rondvraag begin nen als de heer Monhemius aan zyn vyfde of zesde speech is begonnen, met het ge volg dat de Raad niet meer naar den heer Monhemius luistert, doch zyn wenschen bekend maakt, en de pers den Raad niet verstaat. En als dan de heer Van der Vaart zegt (zoo'n beetje sarcastisch, be- grijpt-u): we zyn u zeer erkentelijk voor deze lange agenda, maar zouden toch een volgend maal wel wat minder dan veertig punten willen hebben, dan merkt de bur gemeester op, dat het toch niet zoo erg is, aangezien de onderwerpen lang niet alle van belang zyn. Ziet u wel, dat het ingewikkeld was? Niettemin zijn we met bekwamen spoed door de lange agendia heengerold en hiel den vóór middernacht zelfs nog tyd over. De burgemeester sprak waardeereaide woorden aan het adres der heeren Grun- wald en Van Os, die niet weer in den Raad zullen terugkeerem, en wier zetels bereids zijn ingenomen. Zoo rolt het leven voort, in een eeuwig wisselend perpetuum mobile. Het belangrijkste punt van den avond was wel de kwestie betreffende het geschil met Gedeputeerde Staten. Van verschil lende zyde mocht het College ten deze complimentjes in ontvangst nemen over de duideiyke uiteenzetting en de uitste kende argumentatie, waarmede B. en W. hun standpunt toelichtten. De kwestie is deze: behalve op punten van meer onder geschikten aard (waarin B. en W. dan ook meerendieels toegeven), werd de nieu we verordening op het Grondbedryf door Ged. Staten aangevallen ter zake vani de daarin voorkomende bepaling, dat, indien de Commissie van Schatting het omtrent de waarde der gronden niet met den Raad eens kan worden, deze laatste tenslotte de beslissing heeft. Ged. Staten wensohten de regeling aldus, dat in dat geval een nieuwe commissie, door hen goed te keu ren, de beslissing zou geven. In hun ant woord nu zetten B. en W. uiteen, hoe een dergeiyke wijze van doen in flagrantén strijd zou zyn met de Gemeentewet, die uitdrukkelyk voorschryft, dat vermogens- rechteiyke handelingen uitsluitend door den Raad mogen worden verricht. De heer' Van Dam, die in de contramine was, be toogde, dat het hier geen vermogensrech telijke handeling betrof, daar eeti loutere taxatie niets met het vermogen als zoo danig van de gemeente te maken had. Dit is ongetwyfeld waar, maar het antwoord van den wethouder was in deze af doende. Hy zeide: Indien ik overtuigd ware, dat de thans gevoerde grondpolitiek in eenig opzicht niet goed was, zou ik haar verlaten en een andere politiek voe ren. De gemeente moge door een derge- ly'ke taxatie rytoer noch armer worden, zij geeft toch haar bevoegdheid om te mogen beslissen of de burgery al dan niet meer belasting betalen moet op deze wyze uit handen. Sterker: bedoelde commissie zou tenslotte de beslissing hebben over de kwestie of de burgery tengevolge van de taxatie der gronden, meerder belasting zou moeten betalen, en noch de Raad, noch zelfs Ged. Staten zotiden er dan iets meer aan kunnen veranderen. Een punt waarover de Raad het zonder meer niet aanstonds eens was, betrof den autobusdienst J. van Scheyen. Het voor stel van B. en W. was niet overduidelyk geredigeerd, omdat daarin slechts sprake was van een subsidie ofer 1930, waarom trent afwyzend werd geadviseerd, terwijl er niet in vermeld stond, dat over 1929 reeds subsidie werd genoten. Het stand punt van B. en W. is, dat zy een derge- Mjken dienst in den aanvang van zyn be staan wel willen helpen, maar dat als regel zoo'n dienst zich moet kunnen bedruipen en anders maar moet worden opgeheven. Daartegenover stonden leden als de heer Monhemius, die zyn goede hart liet spre ken, en de heer De Boer, die van het standpunt uitging, dat de bewoners van Koegras als HeJdersche Inwoners recht hebben op een geregelde verbinding en de gemeente daarvoor een offer moet over ebben, een argument, dat in dit by- zondere geval zeker van beteekenls was. De heer De Zwart merkte tenslotte op, dat, als het op deze manier zou doorgaan, men n.1. kwam te staan voor subsidie aanvragen van andere autobusdiensten van meerdere of mindere beteekenis, het beter zou zyn aan de spoorwegen te vra gen hier een centralen autobusdienst te willen' inrichten, dan was het uit. En Van Scheyen krygt zyn subsidie over 1980 niet.... Uit de discussies, gevoerd naar aanlei ding van het verzoek om salarisverbete- ring voor gemeente-ambtenaren, is ge bleken, dat het de bedoeling ls wederom tot een premievrij pensioen voor deze men schen te komen, eene mededeeling, welke in de kringen der betrokkenen na- tuuriyk met groote voldoening zal worden ontvangen. Bij de behandeling der be grooting komt deze zaak aan de orde. Voorloopig werd deze incidenteele salaris- wyzlglng, welke betrof de functi'es van boekhouder, adj.-commies en klerk, van de hnnd gewezen in afwachting van de beslissing. Tiet zuigelingen-onderzoek was aanlei ding tot een interessant debat tusschen den heer Borkert en mevrouw Dekker, welke laatste dame, volgens eerstgenoem- den heer, met zwaar geschut kwam aan zetten. Het betrof hier de vaste aanstelling van' de zuster mejuffrouw Dekker, welke de gemeente geen financieele offers kost. alleen natuuriyk de verplichtingen, voort vloeiende uit de vaste aanstelling. De vak vereniging der verpleegsters «Noeoko- moa" had gevraagd genoemde zuster Dek ker niet aan te stellen, omdat zy niet het diploma zuigelingenverzorgimg bezit. De heer Borkert nu stelde zich op het stand punt, dat in ieder geval dit verzoek moest worden overwogen, een standpunt, dat wy niet anders dan zuiver kunnen noe men. Inmiddels was er evenwel van <1© zijde van B. en W. op bedoeld adres prae- advies uitgebracht, waarin gezegd weid, dat mejuffrouw Dekker het diploma zui- gelingenverpleging niet noodig heeft, aan gezien haar werkkring daar in hoofdzaak administratief is. Hetgeen haar naamge. noote in den Raad aanleiding gaf tot een warme verdediging van het voorstel, dat anders wellicht in gevaar zou komen. En de heer Borkert, geschrokken van de ge- volgen zij nier woorden, trok haastig zijn verzoek om verdaging in. Er waren voorts nog tal van punten, die den voorzittershamer passeerden. Wy zullen er een greep uit doen. Er was o. a. een afwyzend prae-advies aan gebr. Smit ten opzichte van grondverkoop. Men kon het niet eens worden over den prijs; en B. en W. gaven den' Raad in overweging niet toe te geven, waarin zy o. i. groot geiyk hadden. De heer Schóeffelenberger trad in dezen op voor de belangen van de heeren gebr. Smit. De oude bode-woning op het Dykje zal voorloopig aam den gemeente-tuinman Elinga worden verhuurd, terwyi het oude raadhuis wordt ingericht als school voor achteriyke kinderen. De tolgelden van de pontonbrug aan de Kooy werden onder hands verpacht aan den tegenwoordigen pachter, die evenwel heel wat meer pacht geeft dan in de vorige periode. Ook wordt nu aan bewoners van de overzyde van het Groot Noord-Holl. Kanaal, welker woning op Heldersch grondgebied ligt, gratis over tocht toegezegd, een feit, waarover den vorlgen keer nogal fel ls gedebatteerd, omdat toen de pachters er niets van wil don weten. Maar toen wisten ze niet, dat blijkbaar dit zaakje een melkkoetje was, want nu reeds drukte de heer Monhemius er zyn leedwezen over uit, dat men nog niet meer 'heeft gevraagd aan pachtsom. De verwarmingsinstallatle in het ge bouw der Handelsschool is voor de ge meente biykbaar een leeiyken schadepost geworden door onoordeelkundig werk. En het slimste ls, dat men den inschrijver niet meer kan achterhalen, daar deze zaak niet meer bestaat. Nu zit de gemeente met de gebakken peren De heer Bogaard bepleitte het aanbren gen van een electrischen fan aan de gas fabriek, die het stof, dat zooveel hinder brengt aan de omwonenden, kan opzuigen. Wethouder De Zwart zal deze aangele genheid onderzoeken. Over de vullstorting in zee was een correspondentie overgelegd, die aan dul- deiykheid niets te wenschen overliet. Wy hebben indertyd meegedeeld, dat een tweetal deskundigen een paar maal toch ten mee zouden maken met het schip. Dat ls dan ook geschied, en het antwoord van schipper Kuiper was afdoende en zeer positief, terwyi ln de vergadering de heer Monhemius mededeelde wat de heer Bot hem gemachtigd had te zeggen. Verder waren de antwoorden op door de heeren Van Loo en De Boer gestelde vragen betreffende de bestrating van den Ruijghweg aanleiding tot scherpe opmer kingen van de zijde des heeren Van Loo. Voor oningewyden was deze zaak niet zeer duidelyk, ingewyden daarentegen zullen haar maar al te goed begrypen. Er waren in de bestekken artikelen, die elkaar niet dekten en het ging nu om de uitleg ging van de bedoeling daarvan. En nu ware wellicht deze zaak zonder verdere incidenten verloopen, als niét de heer Van Loo de leden- der commissie van bystand uit hun tent lokte door hen te verwyten zonder meer zich by de uiteenzetting, die de directeur v. Gem.-werken gegeven had, neer te leggen. Toen kwamen de tongen los en de heer Van Loo kon tenslotte con- stateeren, dat hy resultaat had gehad met zyn vragen, en dat dit de eerste maal was, dat een dergeiyke aangelegenheid In de commissie was besproken. By de rondvraag we zeiden het reeds boven zette de heer Monhemius een breeden boom op over de verbreeding van den Middenweg. De Raad, eilacy! was kinderiyk verheugd met de rondgedeelde briefjes voor de afdeelingen en dood- nieuwsgierig wie en wie zouden samen doen, en liet den heer Monhemius al leen staan op den Middenweg. En toen ging het het rytje langs. Spoedig zult ge uw voorraad nazien. Blijkt het u dan, dat ge weder nieuwe moet be ltellen, wendt u even tot oni. Wij hebben een groote voorraad en kunnen u vele modellen voorleggen. Oni deviei blijft iteedi: KEURIG WERK TEGEN BILLIJKEN PRIJS. N.V. Drukkerij v/h. Koningstraat.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 14