De opening van het Suez-Kanaal. OVERHEMDEN GEMENGD NIEUWS Orrigineele en moderne reclame. RECLAME-AANBIEDING Kledingmagazijn HERMAM NYPELS Een eigenaardige redding. „Een verbinding te maken tusschen de Middellandsche Zee en de Roode Zee door een bevaarbaar kanaal, heeft altijd de aan dacht gehad van de groote mannen in de wereldgeschiedenis. We noemen Sesostris, Alexander den Groote, Julius Caesar, den Arabischen veroveraar Amrou, Napoleon den Grooten, en Mohammed Ali". Aldus Ferdinand de Lesseps in zijln „Persement de 1'isthme de Suez". Een kanaal, dat de verbinding onder hield van de Arabische golf met een zij arm van den N}jl, die uitkwam, ongeveer op de plaats waar nu Port Said ligt, heeft reeds in de oudheid bestaan. Neco, koning van Sais en Memphis, in de vierde eeuw vóór Christus, was met het graven van dit kanaal begonnen, welk kanaal in ge bruik werd genomen onder Darius I, die koning van Perzië Was en van 521 tot 485 vóór Christus regeerde. „Dit kanaal, vertelt ons de Grieksche schrijver Herodotus, had een lengte van vier dagreizen en een breedte, waar twee groote galeien met drie roeibanken, groote schepen dus, gemakkelijk elkaar konden passeeren. Het water, dat dit kanaal vulde, kwam van den Njjl. Het kanaal liep uit in de zee van Ery- threa (Roode Zee) bij Patumos, een Arabi sche stad. Het begon in de vlakte, liep eerst naar het Westen, toen naar het Oos ten, om in de Arabische golf te komen. Volgens Diodorus van Sidïïië (Grieksch geschiedschrijver uit den tijd van Alexan der den Groote), zou 't kanaal niet eerder gereed zijn geweest dan onder de regee ring van Ptolemeus II, die koning was van Egypte in de jaren 285 tot 247 vóór Chr. Doordien de Egyptische autoriteiten het verwaarloosden, verzandde het kanaal en eerst onder de Romeinen weid het weer bevaarbaar gemaakt. Onder de Arabieren, die na de Romeinen over Egypte regeer den, werd het kanaal nog gebruikt. Het was de kadief uit de dynastie der Abassi- den (deze dynastie regeerde over Bagdad van 762 tot 1286) Abou Japhar El Mansor, die bevel gaf het kanaal te dempen, om te voorkomen, dat het kon dienen, om voedsel naar Medina te vervoeren, welke stad in opstand was gekomen tegen hem, onder Mohammed bey-Ali-Taleb. Moestapha III, sultan van Turkije van 1752 tot 1774, koesterde het plan de land engte van Suez door te graven en had baron de Tott, een Franschman, die zijn vertrouwen had, opgedragen de voorbe reidende studies te maken. Doch zijn dood verhinderde de uitvoering van het plan. Bonaparte, nauwelijks in Egypte aange komen, droeg een commissie van geleer den en ingenieurs op naar de middelen te zoeken om de verbinding tusschen de twee zeeën weer te herstellen. Het antwoord van deze oommissie was bevestigend. De tijd ontbrak tenslotte Bonaparte om zich met deze zoo belangrijke aangelegenheid te bemoeien. Op het oogehblik van zijn ver trek, zeide hij tot den rapporteur van de commissie: „De zaak is gewichtig, doch ik zal er wel niet zijn, om het te volbren gen. Doch de Tui'ksche rct,9ering zal, wel licht, een dag vinden, om het plan te be spreken en uit te voeren voor haar eigen glorie". De juiste en goéde verbinding tusschen de twee zeeën was, intusschen, niet een binnenlandsch kanaal, doch het doorsteken van de landengte, waardoor het mogelijk werd dat de schepen de Roöde Zee of de Middellandsche Zee konden bereiken, zonder overlading. Langen tijd stuitte het ontwerp om de landengte van Suez door te graven op hardnekkigen tegenstand. Reeds in de oudheid werd beweerd, dat een dergelijk kanaal niet mogelijk was, als een gevolg van een verschil in niveau van het water in beide zeeën. Het verschil bedroeg, vol gens een ingenieur, niet minder dan 9.9 meter. Dit verschil werd als juist aangenomen door de maatschappij van wetenschappen in het jaar 1779. Een ingenieur, door Na poleon aangewezen om dit vraagstuk te onderzoeken, beweerde, dat het niveau van het water in de Roode Zee inderdaad 9 M. hooger was, dan dat van de Middf llandsohe Zee. Reeds in 1779 had de beroemde La- place aan de juistheid van een dergelijk bezwaar getwijfeld. Doch eerst in 1840 constateerde een ingenieur van Mehemed Ali, dat het niveauverschil slechts enkele centimeters bedroeg. Een groot deel van de technische moei lijkheden verviel hierdoor. In 1847 werd een commissie van Fransche ingenieurs onder leiding van Bourdaloue benoemd, om hetzelfde vraagstuk nog eens te onder zoeken. En deze commissie bevestigde de resultaten van den Egyptischen ingenieur. Het was de politieke en economische toestand in het midden van de 19de eeuw, die het maken van een kanaal, als dat van Suez noodzakelijk maakte. De technische uitvindingen, het gebruik van stoom, de toepassing van verschillende machines hadden een groote omwenteling veroor zaakt in de productie, die daardoor zeer werd verhoogd. Het zoeken van afzetge bieden, welke vlug konden worden be reikt, was dringend noodig. De afstanden, van betrekkelijk weinig belang, in een tijd, waarin de wind de zeilen van het schip deed zwellen, werden een levens kwestie voor het vaartuig, dat kolen ge bruikte. En dat was ook in die dagen, dat de Engelschen er op bedacht waren Indië spoediger te kunnen bereiken, waardoor eerder de veiligheid van de koloniën en het bezit ervan werd verzekerd. Ze waren in dien tijd bezig hun strategische havens krachtiger te maken en af te bakenen. Door het kanaal, zoo werd geredeneerd, zou de Middellandsche Zee, die aan betee- kenis had verloreikdoor den Atlantischen Oceaan, meer tot haar recht komen. Ze was eigenlijk de natuurlijke route naar Indië. Er bestond al een dienst om van de Middellandsche Zee den Indischen Oceaan te bereiken. De P. and O. Company had een passagiersdienst georganiseerd van Engeland naar Alexandrië en van Suez naar Bombay. Van de Middellandsche Zee naar de Roode Zee ging de .tocht door middel van karavanen, had men den lang- zamen pas van de kameelen te volgen. Het duurde dertig dagen om van Enge land naar Bombay te komen, terwijl de zelfde tocht over de Kaap de Goede Hoop minstens drie maanden vereischte. Het was*aan een Franschman gegeven om aan het denkbeeld van eeuwen vorm te geven om door de zandwoestijnen het levendragend kanaal te graven. Het was 30 November 1854, dat Mo hammed Said, khedive van Egypte, aan zijn toegewijden vriend Ferdinand de Lesseps wij volgen de officieele mede- deeling de toestemming gaf een kanaal te graven door de landengte van Suez. Hierin werd, zeer terecht, door Frankrijk, het bewijs gezien van den grooten invloed van Frankrijk in Egypte. Voor we verder gaan met de geschie denis van het Suezkanaal, lijkt het vol gende niet zonder belang. Volgens de beweringen van een nog levende Oostenrijksche dame, Mevrouw Negrelli, dochter van den bekenden ridder Alois Negrelli, ridder van Molderbe, was het niet Ferdinand de Lesseps, die het plan tot het doorsteken van het kanaal ontwierp, doch haar vader. Volgens haai; had haar vader reeds in 1856 te Parijs een plan voorgelegd, met als gevolg, dat hij in 1858 door den onder koning van Egypte tot generaal-inspee- teur van de Suez-werken werd benoemd. Doch reeds 1 October 1858 stierf bij en volgens het beweren van zijn dochter heeft hij geen cent gekregen voor het uitge werkte plan, hetwelk aan de wereld een der meest belangrijke verkeerswegen heeft gegeven. Wat was geschied? We volgen hier het verhaal van de vrouw. Dadeliik na zijn dood verscheen Ferdinand.de Les seps bij de vrouw van den gestorven in genieur, wist het project van haar te krij gen en al de papieren, waaruit de rechten van Negrelli konden worden bewezen en toen hij eenmaal de plannen had, gelukte het hem, de Suezkanaalmaatschappij te vormen, ofschoon met de stichting van een dergelijke maatschappij, de Turksche re- peering niet erg was ingenomen. Het blijft merkwaardig, dat eerst, in "1887 de strijd begon, om de rechten van Negrelli en het is nog interessanter te ver nemen, dat het niemand minder dan Poin- caré, de latere president van Frankrijk, is geweest hij was toen nog advocaat die opkwam 'voor Negrelli's erfgena men. Tot een uitspraak in dit proces is het niet gekomen. In 1875 verscheen er in de Punch een teekening van den bekenden Engelschen teekenaar John Tenniel, waarin Dlsraeli, de latere Earl of Beaconsfield, staat afge beeld met den sleutel van Indië in zijn hand, terwijl hij met den vinger op den mond den sphinx gebaart niets te zeggen. Op den sleutel staan in het Engelsch de woorden „Suez-Kanaal". Deze carrica- tuur heeft 'haar geschiedenis. We schreven reeds, dat 80 November 1864 de Lesseps de vergunning van Mo hammed Said Pasja kreeg om de land engte van Suez door te graven, en het kanaal te exploiteeren voor de groóte scheepvaart. De concessie was verleend voor 99 jaar, te rekenen van den dag waarop het kanaal voor de scheepvaart werd opengesteld. Het verdrag opgesteld tusschen de maatschappij en de Egypti sche regeering, werd onderworpen aan de goedkeuring van den sultan en de mach tiging van de Verheven Porte. Voor dat alles niet was ver-kregen, kon men niet beginnen inetjhet graven van het kanaal. En nu zien we Engeland optreden. Het zag in het graven van het kanaal, geheel onder Franschen invloed, een bedreiging van zijn bezittingen in Indië. Het kanaal beteekende eigenlijk, dat de koloniën dich ter 'bij het moederland kwamen, doch dan alleen, wanneer Engeland zulk een Invloed had, dat het lm staat was het kanaal te sluiten en volkomen te be'keerschen in den tijd van oorlog of van/ een dreigenden strijd. Door Gibraltar beheerschte het den toegangsweg naar de Middellandsche Zee, Malta werd tot een station, hetwelk in staat was den ingang van het Suez-kanaal te beheerschen en Aden was in staat den anderen ingang te stoppen! Een kanaal, door Fransch geld gemaakt, onder den invloed van Frankrijk het was in de dagen van den nogal heersch- zuchtigen Napoleon III kon de goed keuring van de Engelsche regeering niet wegdragen. Men begon met politieke in- De Engelsche diplomaten begonnen de Turksche regeering te bewerken. Ze we zen op de Porte, o,p het gevaar, dat haar dreigde van den kant van Egypte. Het doorgraven van de landengte van Suez beteekende, aldus de Engelschen, een voorteeken van de onafhankelijkheid van Egypte. Tegen de intriges van Engelsche zijde zette Ferdinand de Lesseps zijn standpunt uiteen. v Liet niet na op zfjn beurt den Sultan te bewerken. „De macht van den sultan, de opvolger van de khaliven, is een politieke macht en een verheven hoogepriestersohap", schreef hij. „De groote geer is het opperhoofd en de beschermer van den Mohammedaan- sohen godsdienst, tegelijkertijd is hij de souverein over de gebieden, die den staat vormen. Niemand kan het belang ontken nen, welk voor de Mohammedanen ver bonden is aan de heilige plaatsen van den Islam, welke worden beschouwd als de een verbinding tusschen Turkije en Arabië. De onherbergzame oorden, welke moe ten worden doorkruisd om versterking te kunnen zenden, ter handhaving van de noodzakelijke suprematie, maken het noo dig, dat het kanaal .werd gegraven. De opening van het kanaal zal alle bezwaren doen verdwijnen. Konstantinopel kan bin nen enkele dagen met de Arabische kust worden verbonden. Een zeeweg, steeds bruikbaar en gemakkelijk, zal in staat zijn alle moeilijkheden het hoofd te bieden", Aldus de Lesseps. En toen kwam hij met den klap op -den vuurpijl. Hij schreef: „Van al de groote Europeesche havens is Constantinopel het dichtst bij China en Indië. Het is er het oogenblik het verst van verwijderd. Constantinopel is nu 6000 mijl van Bombay. Als het kanaal wordt gegraven zal het niet meer dan 1800 mijl er van verwijderd zijn. Het zal het entrepot kunnen worden van eên groot doel van den handel tusschen de zeeën van het Oosten en de Zwarte Zee. Men krijgt een denkbeeld van de toekomstige ontwikke ling als men weet, dat Trobizonde en Odessa niet zoo ver van Suez af zijn als Triest en Mai-seiüe. Het gaf niets. Tengevolge van de inbla zingen van Engeland, gaf de Turksche regeering last den arbeid aan het kanaal te staken. Dat was 19 September 1859. De Maat schappij, onder het voorwendsel, dat het hier slechts studievoorbereidingen betrof, ontdook het. bevel van de Porte en de re geering van Parijs kwam tusschenbeiden. Laat ons de verschillende besprekingen, onderhandelingen en intriges overslaan, releveeren w# slechts, dat eindelijk, 12 October 1863 een overeenkomst tot stand kwam, waardoor de neutraliteit van het kanaal werd verzekerd, de Maatschappij een schadevergoeding kreeg en men weer. krachtig niet den arbeid kon beginnen. Ismael Pasja stelde 75000 fella's voor de verdere werken beschikbaar. Bij de doorgraving stierven duizenden arbeiders, die de vermoeienissen van den zwaren arbeid in het klimaat niet konden door staan. Voortdurend moest er een aantal arbeiders worden aangevuld, en groote moeilijkheden waren aan de voedselvoor ziening voor die duizende arbeiders ver bonden. Waren de Pyramiden geweldige menschelijke werken, het werk der Pha- raos werd overtroffen door den arbeid aan het Suezkanaal.- 75 millioen kubieke meter grondwerken en baggerwerken moesten worden uitge voerd vóór de inwijding kon plaats heb ben. De uitgaven waren tweemaal zoo hoog, als weid verwacht. De opening van het kanaal had onder groote pronk én praal plaats. Vijf-en-vijftig schepen gingen door het kanaal, op één waarvan zich ook keizerin Eugenie van Frankrijk bevond. Ook Prins Hendrik, die zoo veel voor onze scheep vaart deed, was bjj de. plechtige opening tegenwoordig. Ook tal van gekroonde hoofden en bekende figuren uit de letter kundige en wetenschappelijke wereld woonden de plechtigheid bij. De Sultan bood zijn gasten schitterende feesten aan. In het begin was het kanaal niet dieper dan 8 meter, thans is de diepte over 100 K.M. meer dan 18 M. De breedte bedraagt 150 M. en op een diepte van 10 M. nog 60 M. Voortdurend is men bezig het ka naal te verbeteren. Sinds men begon met den arbeid werden niet minder dan 250 millioen kubieke meters^zand uitgegraven. De kostprijs van het kanaal bedroeg in 1870 870 millioen francs, in 1927 tenge volge van aangebrachte verbetering, niet minder dan 884 millioen. In 1870 was de toegestane diepgang van een schip, dat door het kanaal mocht, 7.50 M. Het is thans 9.75 meter en zal weldra 10.06 M. bedragen. Van groote beteekenis 1^ ook, dat men thans veel sneller door het kanaal kan varen. In 1870 had men nog 48 uur noo dig om door het kanaal te komen. Thans is het niet meer dan 15 tot 16 uur. Groote schijnwerpers stellen de scheepvaart in staat ook in den nacht het kanaal te be varen. Van welke beteekenis het Suezkanaal voor de scheepvaart is geworden, blijkt uit de mededteling, dat in het eerste be- drijfsjaar, 1870, 436.609 ton door hef ka naal gingen, thans, in 1928, niet minder dan 81.900.000 ton. van 190 250 850 450 600 voor 170 ets. 210 ets. 200 ets. 390 CtS. 510 ets. geving van het Suezkanaal een groot ge wapend kamp en de scheepvaart der neu tralen vond het verstandig om niet het kanaal te bevaren en ging nu om de Kaap de Goede Hoop, de oude route naar Indië nemend. (Buitenland). Het in het begin der vorige week tus- schen Brighton en Newhaven gestrande Italiaansche stoomschip Nimrod? heeft het Vrijdagnacht in den storm hard te ver antwoordden gehad en de drie man, die op het schip waren achtergebleven, zonden tegen elf uur noodsignalen. De kust wacht van Newhaven schoot een lijn aan boord, die gegrepen en vastgemaakt werd, waarna men een boei met een, broek liet volgen. Anderhalf uur hebben de mannen in een slagregen op een tee- ken van leven van het schip gewacht, maai' niemand kwam- over. Toen is een der helden van de kustwacht- in het holst van den nacht langs de lijn aan boord ge gaan, waar hij vasstelde, dat de drie man nen nergens te vinden waren. Hij ont dekte echter een touwladder en 's mor gens bleek dat de mannen de lijn en broek niet hadden vertrouwd, en aange zien hun schip toch bij iedere zee die over kwam, diohter op het strand geslagen werd, hadden ze gewacht tot ze vlak bij de rotsen zaten en waren toen langs den touwladder naar beneden gogaan en had den het strand van de eene klip op de andere springende bereikt, echter op een plek die meer dan een miljl verwijderd was van waar de kustwachters stonden te wachten. Het schip is verloren. DE ROUWPLECHTIGHEID VOOR MEVROUW ZOEBKOFF. Zaterdagmiddag om 5 uur is in de ka pel van den ouden burcht te Kronberg een plechtige rouwdienst gehouden voor de Woensdag j.1. te Bonn overleden me vrouw Zoebkoff, geboren prinses Victoria van Pruisen. Onder de aanwezigen be vonden zich o.a. graaf Friedrich Karl von Hessen en zijn echtgenoote. De vroegere keizerlijke dynastie werd vertegenwoor digd door prins Adalbert van Pruisen. De kist was bedekt met chrysanthenums en tal van kransen. Er waren o.a. kransen van den ex-keizer en van het vroegere z.g. „Kronenregiment". Een geestelijke hield een lijkrede en zegende vervolgens het stoffelijk overschot. Met het gezang „Wenn ich einmal soll scheiden" werd de plechtigheid besloten. NET BIJTIJDS. Te Marseille is de Duitscher Karl Rei- necker, die een Amsterdamschen houthan del voor 67.000 had opgelicht gear resteerd op het oogenblik, dat hij zich naar Ned.-indië wilde inschepen. We hebben hierboven herinnerd aan de carricatuur van Tenniel. Deze carricatuur brengt ons de slimme streek van de Engelsche regeering onder leiding van Disraeli in gedachte. Sinds Engeland het doorgraven van de landengte van Suez niet kon verhinderen, heeft het voortdu rend getracht, zijn invloed in de Suez- maatschappij te vergrooten, om tenslotte een overwegende macht over het kanaal tot zich te trekken. Was de politiek van Palmerston eerst geweest, den bouw te dwarsboomen, toen eenmaal het kanaal gereed was, gooide men het over een an deren boeg. De khedive had geld noodig. Dat was in 1875. Disraeli was er achter gekomen en nam zijn maatregelen. Hij droeg zijn ver tegenwoordigers in Egypte op, om te on derhandelen, in het geheim, opdat andere mogendheden en voornamelijk Frankrijk niet achter deze onderhandelingen kwa men. Het gelukte. De khedive had in zijn bezit 176602 pandeeleii van de 400.000 aan deelen van de Suezkanaal-maatschappjj. Tiet waren aandeelen van 500 Fransche francs. Reeds vroeger had de Engelsche regeering een groot aantal aandeelen in baar bezit weten te krijgen en ook nu kreeg ze de aandeelen van den khedive. Ze betaalde er vier millioen pond sterling voor. De khedive kon tevreden zijn met bet zoete winstje, doch Engeland ook, want het verzekerde zich de supprematie van het Suezkanaal. Deze supprematie werd in den wereld- voornaamste voorwaarde voor het geeste-| oorlog bedreigd door Turkije en in de na- lyk gezag van den Sultan. Doch men kent bijheid van het kanaal werd menigmaal ook de moeilijkheden en dot bezwaren van1 slag geleverd. In die dagen was de om- Eenigen tijd geleden zagen in ons blad een tweetal artikelen het licht met als onderwerp „De Reclame", waarin we een overzicht gaven van hetgeen zich, tot nu toe op dat gebied heeft voorgedaan. O. a werden de moderne manieren van reclame maken besproken, fnaar aangezien de tegenwoordige tijd wordt gekenmerkt door snelle veranderingen, hebben zich inmid dels weer nieuwere en meer origineel© middelen op den voorgrond geplaatst, die alleszins waard zijn eens besproken te worden. In het officieele orgaan van de vennoot schap voor reclame bespreekt de heer L. E. Ivos onder het hoofd „Adverteer teleferaphisch", een moderno wijze van reclame, zooals die in Amerika meer en meer in gebruik komt. Schrik niet, lezer, want deze wijze van adverteeren igoet niet letterlijk opgevat warden. Wij zijn nog niet zoover, dat men op zekeren dag den telegram krijgt, waar op bijv. te lezen staat: „Gebruik toch voor al Keg's thee" of iets dergelijks. De schrijver van bedoeld artikel wil slechts zeggen, dat we vooral kort in onze reclame moeten zijn. Zeg het met een enkel woord! Verveel de menschen niet met uitvoerige teksten! Plaats een cliché met scherpe Hjnen en goed uitkomende letters in de krant, waarin ge adverteert, zoodat die menschen bij het openvouwen reeds zeggen: „Daar heb je-hem weer!" Zorg er tevens voor origineel te blijven en u trekt even sterk de aandacht als liet sensationeels moordartikel op de vóór pagina. Zoo Is de bedoeling van 's mans artikel. Werkelijk om goed te adverteeren moet men een psycholoog zijnl In Amerika zijn vele zakenlieden dit ook. Bovendien gelooft men daar ook be slist aan de noodzakelijkheid van de reclame, daar elke zaak van eenige betee kenis jaarlijks een aanzdenlijk bedrag op de begrooting voor reclame uittrekt. Een New-orksche bankier deelde onlangs mede, dat de Amerikaansche kooplieden en fabrikanten gedurende de laatste jaren deer dan zeven milliard goudmarken voor dit doel hebben uitgegeven. Als bewijs dat deze enorme kapitalen tegen hoogen rentevoet uitgezet waren, voerde de bankier het voorbeeld aan van een handelsonderneming, die zich op alle manieren van het maken van reclame be diende en haar omzet in dei> tijd van acht jaar met 300 procent zag stijgen. Door dezen omzet kon de onderneming haar prijzen aanmerkelijk verlagen, zoo dat weer een grootere uitbreiding het ge volg was. Als tweede bewijs noemde de bankier de reclame-campugne van de^bloemenza- ken, die overal adverteerden onder het motto: Say it with. fldwers (Zeg het met bloemen). Langzamerhand kreeg het Amerikaan sche volk een grootere voorliefde voor bloemen en ook de arbeidersvrouw kocht op Zaterdagavond; -een bouquetje. Het resultaat was, dat de verkoop van losse, afgesneden bloemen steeg tot 400 procent in een tijdsverloop van. ongeveer zeven jaar. De Californische druivenkweekers heb ben op eenzelfde manier hun omzet weten op te voeren. Wie kent nu niet de heer lijke „Sun-Maid rozijnen" uit het zonnige Californië? Uit een en ander blijkt wel, dat de re clame een voorname factor in het maat schappelijk leven is geworden, die onge twijfeld voor vele zaken groote perspec tieven opent, maar tevens heel wat kost, Adverteer telegrafisch. zoodat de middenstander zich afvraagt: „Maar we kunnen van onzen omzet toch giet de onkosten aftrekken, noodig voor een dergelijke reclame?" Eensdeels heeft de middenstander gelijk het kleih-bedrijf kan onmogelijk dergelijke groote onkosten maken, maar daartegen over staat dat hij een veel beperkter kring heeft te bereiken. Bovendien kan een enkele origineele gedachte meer succes hebben dan een dure reclame-campagne. Welnu, kan de kleine zakenman nilet even origineel zijn als zijn grootere collega? 't Is slechts de kwestie iets nieuws te brengen! Het publiekv wil nieuws hooren, de da mes willen weten wat de nieuwste mode kleur is, de heeren der schepping wat de nieuwste dessins zijnl Maar nieuws willen ze hooren, heeren adverteerders! Toen de groote modehuizen ln Parijs na den oorlog verkondigden dat gebreide jumpers enz. in de mode waren, ging dit nieuws als een loopend vuurtje door Europa en binnen korten tijd liep het halve menschdom de helft van het zwakke geslachtl met gebreide jumpers. Waaraan was nu dit groote succes te danken? Zeer eenvoudig, deze dracht was niet anders dan het alledaagsohe, dus het was nieuw. De modehuizen lanceerden deze dracht echter in het geheel niet, omdat ze zoo mooi was. Hun bedoeling was om van de ontzaggelijke massa's wol af te komen, die door stopzetting van de scheepvaart ge durende de oorlogsjaren in de Z,-Ameri- kaansche steden opgehoopt waren. Ook Êier blijkt weer: tactiek is alles! Deze mededeelhig zal de dames echter wel een weinig ontnuchteren, maar voor den adverteerder ligt er een wijze les in. In het tijdperk, dat de spoorwegen nog in wording waren, kwam een handige uit gever op het idee om zijn zettersmaatje op het perron kranten te laten verkoopen en weldra was zijn oplaag aanzienlijk groo- ter. Deze persoon was een denker, steeds had hij gezocht, vele dingen liepen op een fiasco uit, maar tenslotte kwam het succes. Er zijn tegenwoordig geen origineele middelen meer om reclame te maken, om dat alles reeds geprobeerd Is, mopperen velen, maar ze slaan de plank mis. Toen de eerste trein op de wereld haar reis maakte dachten de menschen ook, dat de grens 'bereikt was. Ook door algemeene samenwerking is veel te bereiken en in die richting wordt ook veel gewerkt, we denken slechts aan de talrijke middenstandsvereenigingen, die gezamenlijk feesten en wedstrijden orga- niseeren. De menschen op te wekken tot koopen in &igen omgeving is tevens een der be langrijkste doeleinden dezer lichamen, maar dan dient men niet te doen als on langs in zekere stad, waar de midden standers zelf inkoopdagen naar de hoofd stad organiseerden. De reclame kan veel, zeer veel zelfs, maar ze blijft uit den aard der zaak slechts een middel. Is de klant eenmaal den winkel inge stapt, moet de bediening en de kwaliteit van het te koop aangebodene de rest doen. Voldoet het artikel in kwestie niet aan de eischen, die volgens de reclame aan haar gesteld kunnen worden, is de keus gering, dat de klant nog eens terug komty „Truth in advertising" is de- eenige succesvolle wegl

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 10