Gemeentelijk Pensioenfonds,
Ten aanzien van den vermogenstoestand
Jor IJsclub merkt de verificateur op, dat
leze zich ln gunstlgen zin herstelt, niet-
.egenéaande eene ruime afschrijving op
iet bezit plaatB vindt, n.1. 20%. Alleen
ie Ka»- en Uonkpositle is niet gunstig.
Sr is een tekort aan middelen om te
financieren dat zijn oorzaak vindt in
ie omütandlgheld, dat file middelen zijn
/astgclegd in den inventaris. Waar de
lanschaiflngen bij elke corporatie steeds
n de eerste jaren het grootst zijn, kan
iie kaspositie zich herstellen door aan
'erderB aanschaffingen een* bepaalde
;rens te stellen en de uitgaven, waar
aogelijk, in telperken.
De heer Monhemius gaat nog nader
p deze kwestie inmet het antwoord
b spr. niet tevreden. Het schaatsenrijden
s een sport, die zonder belasting door
eder moet kunnen worden beoefend.
De voorzitter: Dat geschiedt ook.
ds men banen vrij stelt, wordt er geen
elasting van geheven. Maar dit is zuiver
crmakelijkheid.
De heer Monhemius repliceert.
Rechtsgeding A. van Gorp.
A. van Gorp was in 1920-21 exploitant
m iet Cinema-Theater en is als zoodanig
in bedrag van f 1664 schuldig gebleven
in jas, water enz. Voorgesteld wordt
lanseen rechtsgeding te voeren, teneinde
<t bidrag te innen.
De leer Schoeffelenberger vraagt
c B. en W. goed ingelicht zijn over
(ze cwestie? Spr. heeft nog nimmer
wr tón dergelijk feit gestaan. Spr. als
genar der Cinema Palace kent den
ter 'an Gorp zeer goed, en laat de
kitaitie zien betreffende de bedragen
varoier thans de gemeente wil proce-
cferen De gemeente verliest het, omdat
d zaat niet zuiver is gesteld.
De voorzitter: Er is wel een deel
b aald maar als U die kwitanties samen
tt, kont u niet tot dit bedrag.
)e hter Schoeffelenberger: Ik
bt neg niet klaar. De motor van de
Ciema Palace heeft in dien termijn
nut zooveel verbruikt als waarvoor de
sculd B.
'e viorzitter:U vergeet één ding,
dode heer van Gorp zijn schuld erkent,
alen bjj wil niet betalen.
e hter De Zwart wil een enkel
w<rd s>reken ter geruststelling van wie
ni op le hoogte is. Hier ligt alleen ter
in ge bet advies van Mr. de Jong, maar
ni> het dossier waarop dat advies berust.
Doheer Schoeffelenberger wijst er op,
da hem ook een bedrag is kwijt-ge-
scllden. Juist, maar dat was een abuis
valburg Houwing en dat geld heeft bij
teipnrechte ontvangen.
Iflit jaar van de gasvordering bestond
nogfie bepaling dat het meerdere bedrag
waaivor gerantsoeneerd was ook moest
worU betaald.
Dï tukken zijn naar een advocaat in
Bred?ezonden, die er evenwel geen werk
van nakte. En bij een gesprek met den
verifLteur bleek dat v. Gorp niet alleen
de scild erkende, maar ook bereid was
af te Italen. Daarmee bleef hij in gebreke
sn atgezien de zaak niet is verjaard, en
llijkt.at hij zeer goefl in staat is te be
telen ordt het geding aanhangig gemaakt.
De eer Schoeffelenberger be-
grfjptiiet waarover de heer De Zwart
zch nik maakt. Spr. heeft alleen willen
waarteuwen, dat de heer van Gorp zich
met tn flink advocaat kan vrijpleiten.
De eer Biersteker meent, dat de
heer schoeffelenberger voor dien tijd
deze lak had moeten toelichten aan het
Dolle?. Dat was beter geweest dan er nu
in opnbaren raad over te praten. Nu
wordthet onaangenaam.
Sprhad gisteren aanhouding gevraagd
luist mdat hij niet wist of de vordering
ferjard was. Is men er zeker van
De Secretaris zet dit nader uiteen.
De vejaring is gestuit.
De heer Schoeffelenberger
roteseert tegen de wijze van doen van
en her Biersteker.
Met de stem van den heer Schoeffelen-
erge1 tegen wordt het voorstel aange-
amei.
Weghalen vuil Rijkswerf.
Tot nu toe geschiedde dit van parti-
Jiert zijde. Voorgesteld wordt een
«trast met de gemeente aan te gaan
fervcor.
De heer Biersteker vraagt of de
hecening winst laat aan de gemeente.
Cnoet er geld bij?
heer Trap: Wordt hierdoor een
pttiulier niet benadeeld
>eheer Terra: Het heeft mij be-
vrsrd, dat er thans de >Schorpioen<
bijebmen is, waardoor de som te
la? i.
te heer Schoeffelenberger
vejelkt de cijfers, door den particu
lier aannemer betaald, met die der
geieete. Er zal geld bij moeten,
meit pr.
her Monhemius vraagt of er
nle an te doen is. De betrokkene Is
bij pr. geweest en was er erg over ln
deiput Is het noodig, dat de gemeente
dit verieemt
P her van L o o heeft ook bezoek
varden betrokkene gehad efl stelt de-
zelft vnag.
D her van Gessel zet den gang
vamakei uiteen. De aannemer Smit
schfcf ir voor f 2600.een abnormaal
bedg, ziodat men op de werf den in-
drulkreig, dat hij het niet doen wou,
Tot sden kostte het f 1460.voor de
werilleer. Er is thans oen nieuwe chef,
die ïi mm meer narijdt en nu kan hij
liet i niet voor doen.
D«heer van Dam meent, dat| de
direiur der reiniging er rekening mee
'1eefgehouien, dat er anders iemand
°P vhtgeli moet, dut nu kan worden
voor men. Met deze beslissing beslissen
nt over een nieuwe auto.
i
De heer Pi 1 d e r s kroeg ook den In
druk, dat ru ii rekening hield met de op
wachtgeld»:,elllng van een man. Is dit
eerlijke concurrentie P vraagt spr.
De heer jïo gaard zet het standpunt
dor Comm. uiteen betreffende do auto,
die zou wortlen aangeschaft. Vooreenlge
Jaren terug wus ook al door den direc
teur van 'sjtljksworf gevraagd om ln te
schrijven. Tóén is terwille van den be
trokken nun de zaak zoo gebleven, nu
ls opnieuw gevraagd en er Is zelfs drang
op de gemeente uitgeoefend. De vuilver-
wydering van de werf lijkt thans nergens
naar; er zijn ook al klachten gekomen,
dat men bj) de Roode Brug een vuilnis
hoop maajete. Aan dit voorstel zit ook
vast de aanschaffing van een tweede
auto, maar daarvoor kunnen dan paarden
worden afgeschaft.
De heet Minnes; De vuilverwijde-
ring geschiedt thans in 7 vrachten van
IJ M. De gemeente heeft een auto van
2 M. en kan dus in 6 vrachten rijden.
Er moet trouwens nog een inschrijver
zijn van f 1305.—. En als de heeren in
Den Haag nog dezelfde bezuinigings
manie hebben, dan zal het wel aan dezen
gegeven worden.
De heer Smits meent ook, dat dit
werk bij de Reiniging thuishoort. De
bezorgdheid over misrekening van de
gemeente kan van de baan, want er is
al een sqhrijven dat de gemeente te hoog
is. De toenmalige opgezette berekening
is erg krap en hield geen rekening met
de Schorpioen. Als de heer Smit zoo be
nadeeld meent te zijn, is hij er naast,
want al verleden jaar is beslist, dat het
werk bfj de Reiniging hoorde Hij meende
er nog wat aan te verdienen, hetgeen
onjuist blijkt, want riu vraagt hij f 2500.—
en blijkbaar is het noodig in de Janzen-
straat een mestvaalt te maken, waarover
veel klachten komen.
De afwijzing in de Cie. betrof niet deze
regeling, maar de auto. En toch moet die
auto er komen.
De heer van Dam: Dus moeten we
nu ook de auto voteeren 1
De heer Smits: Dat ware ook beter 1
Anders moet een paard worden bijge-
kocht. Uitvoerig gaat spr. nog op een
en ander in, om te betoogen, dat op de
voorgestelde wijze meer economisch 'ge
werkt wordt.
De lieer Schoeffelenberger komt
terug op zijn plannen, den Reinigings
dienst met tractors uit te voeren. Zoo'n
auto kost per week zeer veel, spr. schat
het op f 1000.
De Voorzitter: De heer Maas schat
het op 1060.—.
De heer Schoeffelenberger gaat
nader op een en ander in.
De heer Woud is geen voorstander
van gemeentezorg', maar in dit geval kan
spr. als lid van de Cie. voor de Reiniging
meegaan met dit voorstel. Aanvankelijk
was de Schorpioen er niet bij en spr.
had bezwaar tegen een tweede auto.
De heer Terra: Het eenige, waarop
het aankomt, is de kwestie van de aan
schaffing van öen auto.
De Voorzitter acht het wenschelijk
het voorstel aan te vullen met de auto.
Evenwel is er deze restrictie aan ver
bonden, dat het nog volstrekt niet zeker
is, dat wij de gunning hebben, en dan
zouden wij met die auto zitten. Dat moet
dus uitdrukkelijk worden gestipuleerd.
De heer van Dam: De. kwestie wordt
thans moeilijker, daar dit niet is voor
bereid. Uitvoerig gaat spr. den toestand
na; hjj acht het niet zeker, dat inderdaad
paarden kunnen worden opgeruimd. Dat
is allemaal theorie. De auto doet thans
al dienst in de stad, en eerst met deze
diensten er bij zal hij een volle week
dienst doen.
De heer Biersteker: Als er direct
een voordracht was gekomen, en daaraan
was toegevoegd, dat de consequentie van
dit voorstel was een tweede auto, zou er
veel minder zijn gesproken. Niemand
vindt den toestand thans ideaal, maar
een feit is het, dat verscheiden H.'A.
grond aangeplempt zijn met het vuil der
marine. Kost het de gemeente geld en
wordt de ton, die er.jaarlijks bij moet,
daardoor dan nog hooger? De heer Minnes
wist te vertellen, dat er dagelijks vrachten
worden vervoerd. Daar is dagelijks een
volle man voor noodig. Daar komt de
auto nog bij (f 1000.— 's jaars),. dat is
meer dan f 1800.—. Spr. voelt voor het
standpunt, dat de Reiniging dit doet,
ook voor de auto voelt spr., maar waar
om komt men niet met een afgerond
geheel i.p.v. telkens met druppelsgewijze
voorstellen. Maar spr.'s grief is, dat er
geld bij moet. Spr. kan alleen voor
stemmen onder voorbehoud van her
ziening van het tarief.
De heer Monhemius is door het
betoog van den wethonder gedeeltelijk
bekeerd, maar meent, dat inderdaad de
kans groot is, dat het Rijk het niet
goedkeurt. Over de kwestie der auto
spreekt spr. enmeent.dat dit overgelaten
moet worden aan deskundige adviezen.
De Voorzitter zet de becijferingen
van den heer Biersteker recht. Spr. heeft
zelf een auto en kan de cijfers beoor-
deelen, die zeer juist geraamd zijn. De
beide paarden kosten aanzienlijk veel,
meer aan onderhoud dan f 700.—.
De heer De Zwart geeft de verge
lijkende cijfers voor paarden en auto's.
De heer Minnes heeft de persoon ln
kwestie gesproken en deze heeft gezegd
dat hij wel op dezelfde conditie kon blij
ven weghalen, nis hij het vuil kan blijven
storten op, het terrein Oortgljsen.
De heer De ZwartUitdrukkelijk is
thans den heer Oortgljsen Iverboden
daarmede voort te gaan en hieromtrent
is proces-verbaal opgemaakt.
De heer Smits meent, dat de stukken
slecht gelezen zijn. Andere zou men tot
andere conclusies moeten zijn gekomen.
Daarmee ls eigenlijk elke opmerking be
antwoord. Uitvoerig gaat Spr. op een en
ander ln. Dat niet tevens ook de auto
aangevraagd word, ls zeer logisch; we
wisten niet of er vervoer was voor die auto.
Met 164 stemmen wordt do voordracht
aangennmen. Tegen stemmen de Jieoren
Schoeffelenberger, van Dam, Biersteker,
Trap.
Benoemen van vier ledon van do Com
missie van Bijstand. Aftr.P. A. Smits,
A. Kwant. J. Spoelstra en P. van Dalen.
De heer van der Vaart stelt voor
in plaats van Spoelstra den naam Peeters
te zetten. Eenige discussie ontstaat hier
over.
Gekozen worden tenslotte de- heeren
van Gessel (i. p. v. Smits), Kwant, van
Dalen. Spoelstra en -Peeters krijgen 13
en 7 stemmen; blanco 1, zoodat de heer
Spoelstra is gekozen.
Daarna is aan*de orde:
Wachtgeldverordening Ambtenaren.
De amendementen van dè heeren
Schoeffelenberger en anderen hebben wij
vermeld. Zij werden alle door B. en W.
afgewezen. Bij nadere overweging stellen
B. en W. evenwel voor aan art. 10 het
volgende lid alsnog toe te voegen
„Onverminderd betgeen in dit artikel
en in de artikelen 11 en 12 overigens is
bepaald, vervalt het wachtgeld, indien de
op wachtgeld gestelde in vasten dienst
van deze gemeente of van een ander
publiekrechtelijk lichaam benoemd wordt
op een salaris gelijk aan of hooger dan
het salaris, hetwelk hij laatstelijk in de
betrekking, waaruit fle op wachtgeld
stelling plaats vond, genoot, en wel voor
den tijd, gedurende welken hij op zoo
danig salaris aanspraak heeft. Ingeval
de betrokkene, die in dienst van deze
gemeente werd herplaatst, daarna opnieuw
op wachtgeld gesteld wordt, wordt het
bedrag van het wachtgeld berekend naar
het alsdan laatstelijk genoten salaris en
met in achtneming van den totaal in dienst
dezer gemeente doorgebrachten diensttijd.
Ingeval de betrokkene, die in dienst van
een ander publiekrechtelijk lichaam werd
geplaatst, daaruit weder ontslagen wordt,
zonder dat hem een wachtgeld hooger
dan of gelijk aan dat, waarop hij van
deze j^meente aanspraak zou hebben ge
had, wanneer hij in haren dienst was
gebleven en alsdan berekend naar het
laatstelijk genoten salaris en naar den
totalen diensttijd, wordt toegekend, zal
hem door deze gemeente een bedrag als
wachtgeld worden uitgekeerd, gelijk aan-
het verschil."
De Voorzitter zou het op prijs
stellen hedenavond klaar te komen met
dit punt. Er is een groot aantal amen
dementen, die vermoedelijk wel niet
zullen worden aangenomen, en wellicht
de verandering in gevaar zullen brengen.
Spr. zal niet zoover gaan als de voorz.
van het Engelsche Lagerhbfé, diezeide:
»geef de reflevoteringen mqar hier, ik
zal zorgen dat ze in het ochtendblad
komen, doch doet een ernstig beroep op
den Raad om de discussies tebekorten.
De heer Schoeffelenberger
houd een, aanvankelijk onverstaanbaar,
betoog, en zal vóór verschillende amen
dementen stemmen.
De heer E ij 1 d e r sHet was wel aar
dig van den voorzitter te Zeggen, geef
het papiertje maar hier, maar ieder heeft
het recht zijn meening te zeggen. Spr.
begint een betoog voor te lezen
De heer De Zwart: Geef dat zóó
aan de krant, meneer Eijlders!
De heer Eijlders vervolgt zijn be
toog om de amendementen, door hem
ingediend, te verdedigen. Het zal in de
notulen worden opgenomen, waarnaar
wij belangstellenden verwijzen.
Tweede spreker is de heer Van Dam,
die dank zegt aan het College, dat het
met verschillende gemaakte opmerkingen
rekening heeft gehouden. Komt het Ge
organiseerd Overleg niet op deze rpanier
in gedrang, vraagt spr., waar zóóveel
wijzigingen zijn aangebracht
De heer De Zwart: moet U daar
over spreken U is uitgenoodigd met
amendementen te komen en zweeg in
het Georg. Overleg. En nu komt u ermee
achteraan I i
De heer Van Dam repliceert, en zet
dit uiteen. Verschillende punten van spr.
zijn overgenomen. Spr. heeft zijn bedoe
lingen duidelijk omschreven.
Uitvoerig gaat spr. op allerlei details
in, om te betoogen, dat men het wacht
geld moet beschouwen ,als een overgang
naar een nieuwe positie.
De heer Van Gessel zet uiteen wat
onder wachtgeld verstaan wordt, dat de
heer Eijlders een verlengstuk van het
salaris noemde. Dat is geenszins het
geval, zooals spr. aan de hand van de
uitspraak van den Minister van Defensie
aantoont.
De heer Woud heeft gemérkt, dat
onze wachtgeldregeling zeer royaal is
en zal zijn stom voorb«houden bij de
artikelen.
De heer Bok: Door het ontslag van
gem.werklieden aan de Reiniging moeten
we tot een wachtgeldregeling komen.
Het is moeilijk wegens do amendementen
die zijn ingediontl, de verordering thans
te bespreken. Wij luidden geineend er
met deze regeling af te zijn, maar on
gelukkigerwijze is gevraagd om nog
amendementen in te dienon. Spr. zet nog
enkel.e zaken recht, dlo hij do algoraeene
beschouwingen ter sprake kwamen. Het
ware beter geweest als deze amende
menten bij het Georg. Overleg waren
Ingediend.
Do heer Van D a m zegt, dat hij
amendementen heeft ingediend
Dè heer Bok: U heefti geen enkel
voorstel ingediend 1
1 1 1 ff!" 1
Spr. beantwoordt nog den heer Schoef
felenberger, alsmede het betoog van den
heer Van Dam en meent, dat het in af-
zlenbnren tijd niet noodzakelijk zal zijn
van de wachtgeldregeling gebruik te
moeten muken na do huidige op waoht-
geldstMlllug. Waarom dan zoo'n hnaBt
gemaakt met deze verordening P Omdat
meerdere gemeenten dat tegenwoordig
doen en het wettelijk voorschrift is.
Dat de regeling behoorlflk ls, is niet
meer dan billijk jegens de betrokkenen.
De heer E ij 1 d e r s zet zijn bedoeling
uiteen met zijn uitdrukking, dat de wacht
geldregeling een verlengstuk is van het
salaris.
De heer De Zwart heeft bij den heer
Van Dam geïnterrumpeerd, omdat't juist
de heer Van Dam was, die met geen enkel
voorstel kwam. Spr. toont thans uit de
stukken aan, dat dit juist was. Uitdruk
kelijk wordt in de stukken gezegd, dat
het jammer is, dat de heer Van Dam die
amendementen niet heeft ingediend. Spr.
zegt dit daar aan het College is verweten
niet voldoende rekening te houden met
het georganiseerd overleg,
De heer Van Dam: Al staat dit in
de stukken, daarom is dat nog niet waar.
Spr. heeft opzettelijk dit in dezen vorm
gedaan. Men verwijt nu aan spr. niet te
hebben geformuleerd, maar men wist toch
zeer goed wat men aan mij had. Als men
mij gevraagd had amendementen in te
dienen, had ik het gedaan.
Men is nu gehouden aan de artikelen.
Art. 1. De heer Schoeffelenberger ver
dedigt nader zijn amendement.
Het amendement wordt verworpen, met
alleen de heer Schoeffelenberger vóór.
Conform redactie B. en W.
Art. 1 aangenomen.
Art. 2. Amendement Schoeffelenberger.
Ingetrokken na toelichting.
Art. 3. Amendementen Eijlders-Monhe-
mius. Na toelichting en nadere discuesie,
waaraan de heeren Monhemius, Bier
steker, Van Dam en de wethouder Bok
deelnemen, wordt het amendement ver
worpen.
De heer Biersteker stelt voor de
vergadering te verdagen.
De Voorzitter: De heeren dragen
de consequentie's van hun (eigen) daden 1
De heer Biersteker protesteert
tegen deze uitlating van den Voorzitter.
De Voorzitter zal in stemming
brengen het voorstel Biersteker tot slui
ting der discussie.
De heer Biersteker: Mijn opmer
king is niet onredelijk. De Raad moet
behoorlijk gelegenheid hebben zich te
uiten.
De heer De Zwart: Als dit verdaagd
wordt, kan dit jaar de verordening niet
meer in werking komen I
De heer De Boer vraagt waarom de
verorderning bij verdaging van de ver
gadering niet meer tijdig wordt aange
nomen
De heer De Zwart: Omdat alle ver
dere avonden der leden al bezet zijn. Men
heeft de zaak zoo lang besproken, dat i
men toch niemand meer overtuigt.
In stemming komt de vraag of al of
niet zal worden dóór vergaderd. Besloten
wordt met 147 stemmen door te verga
deren, onder protesten van verschillende
leden.
De heer Van Dam protesteert er te
gen, dat deze voordracht zoo laag op de
agenda is gekomen, waar door we nu in
den nacht moeten vergaderen.
De vergadering gaat door.
Art. 3 met 3 stemmen tegen aangenomen.
5 amendementen Eijlders en Monhe
mius üd 1 ingetrokken.
Bij art 6 houdt de heer Van Gessel
een betoog ter verdediging van zijn amen
dement op het eerste lid en wordt beant
woord door wethouder Bok.
De heer Biersteker licht dit nog
nader toe. Er is geen rekening gehouden
met de financieele draagkracht der ge
meente. Spr. is vóór het amendement Van
Gessel, dat den termijn op 9 jaar in plaats
van 18 jaar stelt.
Wethouder Smits beantwoordt de
sprekers.
Het amendement komt in stemming en
wordt verworpen met 13 tegen 8 stem
men. r
De heer Monhemius licht zij n amen
dement op ditzelfde artikel toe. Ook de
heer Van Dam motiveert zijn stem
vóór het amendement. Ook de heer Bier
steker.
Het amendement wordt met 119 stem
men verworpen.
Art. 6 4e lid. Amendement Eijlders
Monhemius wordt verworpen met 128
stemmen.
Het amendement van Dam van Gessel
en Terra wordt ingetrokken.
Art. 7 lid 1 amend. EijldersMonhe
mius. Dit amendement wil het woord
„uiterlijk" schrappen, waardoor demoge
lijkheid ontstaat ook voor minder dan 3
maanden op wachtgeld te stellen.
Het amendement wordt verworpen.
Art 7 lid 2. Amendement Schoeffelen
berger verworpen.
Art. 8 amendement Schoeffelenberger
verworpen.
Amendement Eijlders—Monhemius ver
worpen.
Art 8 lid 8. Amendement van Dam
van Gessel en Terra, door den heer van
Gessel verdedigd. Verworpen.
Art. 6 lid 3. Amendement Eijlders—
Monhemius. Id.
Art. 9. Amendoment Schoeffelenberger.
Verworpen.
Art. 10 lid 1. Amendement van Dam,
van Gessel en Terra. (Aanvulling door
het College als boven aangegeven).
Het amendement van het College be
doelt dat van rechtswege bij herplaatsing
het meerdere wachtgeld vervalt. De heer
de Zwart licht het toe, waarna het
amendement van Gessel c.s. wordt Inge
trokken. Insgelijks het amendement Eijl
ders o.s.
effgPBHHWE -
Art. 17. Amendement Eijlders o.s. ver
worpen.
De heer Biersteker on mevr. Dekker
verlaten de vergadering. Het ls midder
nacht geworden.
Gp fle publieke tribune zijn nog oen
viertal bezoekers overgebleven.
Alvorens de verordening ln stemming
komt, wonscht de heer De N ijm namens
zijn fractie een verklaring af te leggen.
Opzettelijk heeft onze fractie aan de dis
cussies bij deze wachtgeldverordening
niet deelgenomen, daar de heer van Dam
ln den mist heeft gevaren en vooraf een
vergadering der raadsleden bijeen heeft
geroepen, ter bespreking der verorde
ning en om te trachten tezamen tot oen
compromis te komen, doch opzettelijk
daarbij de s.d.a.p. heeft uitgeschakeld, in
de hoop de verordening zoo slecht moge
lijk te kunnen maken. Dit plan is god
dank verijdeld, doch wij hebben thans,
uit protest, niet aan de discussies deel
willen nemen.
De heer Van Dam antwoordt, dat
zfln doel was lange discussies te voor
komen. Daar wij wisten, dat de s.d.a.p.
acooord ging met deze verordening, heb
ben wij alleen de partijen uitgenoodigd,
van welke amendementen waren inge
komen.
De verordening komt hierop het is
bijna half één in stemming en wordt
aangenomen. Tegen de heeren van Ges
sel, Eylders, van Dam, Woud, Mon
hemius en Terra.. Daarna wordt de ver
gadering gesloten.
ZEEMOE.
Als het, zoo dagen achtereen, stormt,
toont onze haven en onze reede een ander
aspect dan in gewone omstandigheden.
Zoo langzamerhand begin te haven zich
te vullen met allerlei schepen en liggen
er verschillende booten verankerd op de
ree.
Al die vaartuigen hebben een veilige
schuilplaats gezocht tegen do ruwheid
van het weer en die onstuimiggheid der
zee.
Ze voelen zfeh hier als in moeders
schoot. Hier hebben ze rust. Alle moeite
en alle zorg schudden ze hier van zich af
en ze hebben tijd om' geheel op hun ver
haal te komen.
Wat een heerlijk idee voor den zee
man als hij, inoe van het waken, moe van
het zwalken, blind van bet zeewater en
doof van den stormwind, weet dat hij,
door even af te zwenken, kan vinden een
veilige ankerplaats en een rustige haven.
Menig zeeman heeft Nieuwediep al tot
toevluchtsoord gediend en het zal menig
zeeman een heerlijkheid geweest zijn als
hij, de kaart en de vuren raadplegende,
weet dat vlak bij; een schuilhoek kan wor
den gevonden, waar hjj aan de hem be
lagende elementen kan ontsnappen.
En, na het binnenkomen, blijft1 het
aan boord dier schepen buitengewoon
rustig. Geen gedoe van laden of tossen,
geen ratelende* lieren en knerpende ta
kels, neen rust en nog eens rust.
Oververmoeid als de bemanning vian
het rondzwalken is, geven ze zich over
aan het volkomen uitrusten.
Eerst is het slapen. Slapen en nog eens
slapen om de hiaten in deze liohaams-
functioneeripg aan te vullen. Ze pitten
en pitten uren aaneen. Echte boerennach-
ten, zooals de zeeman dat gelieft uit te
drukken.
En als aan die noodzakelijkheid is vol
daan, beginnen ze zich wat op te knap
pen. De boender gaat er eens flink over;
water en schuim spatten alle kanten heen
en als ook daaraan is voldaan, wordt het
tijd, dat ze thuis ook eens wat komen te
hoeren. Al naar den aard van het wezen
ontstaan dan de korte of lange epistels
en thuis, waar ze, vol spanning, de kr'an-
ten hebben nagegaan, zoodat ze wel we
ten, waar de boot, met hun man of jon
gen aan boord, zich bevindt, smachten ze
nuaar die teekenen van leven.
En dan gaan ze eens kijken in wat voor
„negorij." ze zijn aangeland) en ze zijn
dés te gauwer uitgekeken, naarmate hun
portemonnaie dunner is.
Maar ze kwamen immers slechts als
bijlegger en op. zoo'n bijzondere onder
breking van de reis is de beurs niet be
rekend. Dit uitstapje valt buiten hun
budget en daarom zal de plaats zelf er
niet zoo vet van worden, al zullen kolen-
handelaar en kruidenier, slager en bak
ker er niet van op achteruit gaan.
Dankbaar zijn ze, dat de haven en
reede hun gastvrijheid bieden.
Men noemt dien toestand, waarin de
zeeman in die omstandigheden verkeert,
zeemoeheid.
Tot in de knoken en alle perven is hij!
moe. Het waken en het paraat zijn heb
ben al zijn veerkracht en geestkracht
opgeëischt.
De kolen zijn bijna verbruikt, de be
manning is nauwelijks in staat in moei
lijke momenten kwiek op te treden, vic
tualiën slinken hard) en daar wenkt bet
vertrouwelijke licht van den Langen Jap
en schijnt hun toe te roepen: Komt bin
nen, komt binnen. Hier ls een efl'eu zeelj
een kalme haven, brood en vleesch en
kolen en water.
En aan die lokkende ultnoodlging ls
het moeilijk weerstand te bieden en het
schijnt of de zeetjes hen dan willen hel
en, want ze stuwen de schepen met
racht door het Schulpengat en eenmaal
Kaaphoofd gepasseerd, wenkt daar al
weer iets anders. De Zuidwal stelt zijn an
kerplaats beschikbaar en do haven biedt
haar groote meerpalen en banr stevige
ducdalven als pleisterplaatsen.
En als het weer wat gunstiger wordt
en allen zijn op krachten gekomen, dan
kiezon ze weer, vol moed, het ruime bod
cn misschien gedenken ze dan de wel
doende fee, Nieuwediep dat zij hun zoo
veel gastvrijheid' en vriendelijkheid bood.
En misschien doen ze dat ook niet, doch
dan is de fee toch ook tevreden, omdat zo
weet, dat zo aan de nijvere zwalkers der
zeeën, die al zooveel moeten 'ontberen, in
tijden van nood, haar armen voor de be
drukten heeft uitgestrekt en ze heeft ge-