VOOR DE KINDEREN Gemeenteraad van Texel ie meen{,daf pepermunt scherp en bitter smaak! heeft nog nooit de origineele IClllHOpepermunt geproefd. vrouw en schoonzuster niet van honger omkomen en dat ia heel wat in deze moei lijke tijden. Heeft men echter een voor- loopige lioeneie, dan heeft men de kans, dat die u op een goeden dag ten behoeve van iemand met betere relaties wordt af genomen. Dan bltift men aonder een cent verdienste, dan wordt men uit de nood woning op straat gezet en is er geen stuk je brood te vinden, om den hongerdood af te weren". „In naam van den barmhartlgen God, bid ik u innig, heer burgemeester", schrijft de redacteur, „gunstig op het verzoekschrift te beschikken". RAADSELACHTIGE STERF GEVALLEN. y Men denkt aan de papegaaienziekte. Op het oogenbük vonmen, volgens de „Naehtausgabe", twee raadselachtige doodsgevallen onderwerp van ernstig onderzoek in medische kringen te Berlijn. Te Dahlem is de geoloog professor Har- bort onder griepachtigo verschijnselen overleden. Tegelijkertijd werden de vronw van den professor, zijn twee dochters, het dienstmeisje, de juffrouw, voor de huis houding en twee kennissen der familie ziek. De juffrouw voor de huishouding en een der kennissen overleden even eens. De behandelende dokter® meenden in al deze gevallen met griep of een long aandoening te doen te hebben. Toen ech ter twee papagaaien, die het eigendom van den professor waren, stierven, kwam het vermoeden op, dat de gestorven of ziek geworden personen door de vogels werden geïnfecteerd. De directeur van het instituut voor tropische ziekten is thans met een onderzoek bezig om defi nitief vast te stellen, wat de aard der ziekte was. Er zouden voldoende aanwij- ziugeu -rijn om te denken aan de z.g pas eguaienziekte. van Zaterdag 21 December 1929. Voorzitter: de heer W. B. Oort, Burge meester. Secretaris: de heer O. Jonker. Aanwezig 12 leden. Afwezig met kennisgeving de heer M. W. de Graaf. Na opening der vergadering worden de notulen van de vorige vergadering voor gelezen en onveranderd vastgesteld. Ingekomen stukken. a. een bericht van den heer A. A. Klinkers van de aanvaarding zijner be trekking van onderwijzer aan de o. 1. school te De Cocksdorp; b. een schrijven van den heer L. Broere, berichtende de aanneming zijner benoeming tot onderwijzer aan de o. L school te Zuid-Eierland; c. een dankbetuiging van den heer L. P. Pieterse voor zijne benoeming tot on derwijzer aan de o. L school te Den Hoorn, met bericht van aanneming der benoe ming; d. het proces-verbaal van opneming van kas en boeken van den Ontvanger op 19 Dec. 1929; e. een besluit van Ged. Staten, waaruit blijkt dat over 1928 aan de Gemeente Texel uit de opbrengst van de wegenbe lasting een bedrag van 7650 is toege kend. Naar aanleiding hiervan wil de heer Boon iets zeggen in de hoop, dat de Texel^che gemeenschap daarmede haar voordeel zal doen. Van de wegen op Texel komt pl.m. 26 K.M. voor op de Provinciale weg^nlijst, waarvan bijna 9 K.M. in op- derhoud is bij de Gemeente Texel. Hier uit volgt, dat, wanneer de overige wegen werden onderhouden, op de wijze als door de Gemeente wordt gedaan, een bedrag van bijna 15.000 meer genoten zou woe den, terwijl om dit te bereiken door de onderhoudsplichtige polderbesturen slechts een offer zou behoeven te worden gebracht van enkele centen per meter- weg. Spreker hoopt dan ook, dat de polder besturen een ander standpunt zullen gaan innemen en dit tot betere wegen zal leiden. De Voorzitter meent "dit laatste te mogen onderschrijven en merkt op, dat aan de 30 gemeensch. polders een bijdra ge is verleend van 750. Op de vraag van den heer Kikkert of de waterschapsbesturen over de wer king van de desbetreffende bepalingen wel eens inlichtingen hebben ingewonnen bij het Gemeentebestuur, antwoordt de Voorzitter ontkennend, er aan toe voegende dat het hun wel bekend zal zijn dat de uitkeering slechts verleend wordt in de kosten, die, boven 40 a 60 ct. per meter aan het onderhoud van 'den weg zijn besteed. De heer Kikkert moet aannemen, dat de waterschapsbesturen niet van een en ander op de hoogte zijn; anders toch is hun standpunt niet te begrijpen. Ver andering zal z.L dan ook wel niet uitblij ven. De gemelde stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. f. Een adres van den gemeente-reini ger B. Houtwipper, houdende verzoek om verhooging van jaarwedde. Wordt op voorstel van den Voorzitter ln handen gesteld van B. «n W. om te die nen van prae-advles. De heer Boon informeert naar de plannen voor een reinigingsdienst te Oudeschlld, waarop de Voorzitter antwoordt, dat deze zijn blijven rusten, omdat andere zaken meer urgent waren. g. Op voorstel van den V o o r z i 11 er wordt na eenige discussie ter afdoening ln handen gesteld van B. en W. een ver zoek van het Comité van Vereenigingen van Burgemeesters en Secretarissen om adhaeslebetuiging terzake van een ge wijzigd bezoldingsbeslult Burg. rijks ambtenaren (onderwijzerssalarissen). h. Een adres van een 82-tal inwoners, houdende hst verzoek om plaatsing van Wo rik 2 lantaarns aan den Achterweg te De Cocksdorp. De Voorzitter acht het gewenscht dat deze adressen behandeld worden ge lijktijdig met de andere verzoekschriften om plaatsing van lantaarns. Aldus wordt besloten. Vaststelling rooilijn. Naar aanleiding van een daartoe strek kende aanvrage van den heer L. Klein Klouwenberg stellen B. en W. bij monde van den Voorzitter voor de rooilijn aan de Noordzijde van het gedeelte van den Middellandschen weg, gelegen westwaarts van den Schilderweg vast te stellen op 5 meter uit de as van den weg. Dienovereenkomstig wordt zonder hoofdelijke stemming besloten. Benoeming lid Commissie van toezicht op het Nijverheidsonder wijs. De aanbeveling luidt: 1. J. A. G. Stömpff (aftredend). 2. J. R. van der Zalm. Benoemd wordt de heer Stömpff met 8 stemmen, tegen 4 stemmen op den heer Van der Zalm. Benoeming lid Schoolcommissie. De aanbeveling luidt: 1. Mevr. E C. KeijserBolier (aftr.). 2. Mevr. C. D. NoordijkKeijser. Eerstgenoemde wordt benoemd met 11 stemmen tegen 1 stem op no. 2. Benoeming bestuursleden Al gemeen Weeshuls. De door het Bestuur ingediende aanbe veling luidt voor de vacature C. Hz. Keijser: 1. C. Hz. Keijser. 2. C. Sz. Keijser. Bij tweede vrije stemming .wordt be noemd verklaard de heer S. C. Eelman. Voor de vacature-M. Kuip wordt aanbe volen: 1. M. Kuip (aftredend). 2. W. van Heerwaarden. Met 12 stemmen wordt benoemd de heer M. Kuip. Voor de benoeming van een regentes worden aanbevolen: 1. Mevr. H. KooimanKuiper (aftr.). 2. Mevr. A. M. KooimanKievit. Benoemd wordt no. 1 met 11 stemmen, tegen 1 stem op no. 2. Benoeming bestuursleden Al gemeen Armbestuur. Benoemd worden, beiden met 12 stem men de aftredende leden, de heeren J. C. Visser en W. J. Bakker en tot regentes Mevr. G. RoeperBoon (aftredend) met 11 stemmen tegen 1 stem op Mevr. C. M. E. Roeperde Braai, no. 2 der aanbeve ling. Benoeming Hoofd der School te Oost Wordt van de agenda afgevoerd, omdat naar de Voorzitter mededdeelt, B. en W. met de voordracht niet gereed zijn. Benoeming 1 eeraar ln wis- en zeevaartkunde aan de Zeevaart school Besloten wordt, zonder h. st. het per soneel uit te breiden met een leeraar ln wis- en zeevaartkunde. Benoemd wordt ais zoodanig de heer J. de Vries. Aanvrage van A. van Beek om gelden Ingevolge de Landnrbel- derswet Zonder h. st. wordt overeenkomstig de voordracht van B. en W. besloten aan te vragen uit 's Rijks kas een voorschot tot een maximum van 3200. Id. G. de Ridder. Besloten als boven. Aanbieding geschenk Gouver nementsgebouw. Naar B. en W. mededeelen, worden voor de aankleeding van het nieuwe Gou vernementsgebouw door nagenoeg alle gemeenten uit de Provincie geschenken beschikbaar gesteld. Het denkbeeld is geopperd dat de eilanden der provincie gezamenlijk een geschenk zullen aanbie den. Gedacht is aan een bank, waarin de wapens der 6 eilanden zijn uitgebeiteld, en waarvan de kosten naar raming rond 500.— zullen bedragen. B. en W. stellen voor hun voor het on- derwerpelijke doel een crediet te verlee- nen van ongeveer 200.—. Hiertoe wordt zonder discussie met al- gemeene stemmen besloten. Subsidie aan de vereenlglng „Mooi Texel". Door de vereenlglng „Mooi Texel" ls een verzoek Ingediend om haar door het verleenen van een subsidie verhooging van 150.—' per jaar gedurende drie ja ren, ih de gelegenheid te stellen deel te nemen aan een internationale propagan da voor alle Noordzeebadplaatsen, waar voor de A.N.V.V.V. te '«Gravsnhags het Initiatief genomen heeft en ln de kosten waarvan het door deze gemeente te dra gen aandeel is bepaald op 2%. Naar het oordeel van B. en W. mogen de kosten uit een dergelijke propaganda1 voortvloeiende, althans in den aanvang, voor rekening der gemeente worden ge nomen. De heer Boon wensoht geacht te wor den tegen de inwilliging van de aanvrage te hebben gestemd. Spreker wil de deur niet openen voor diverse subsidie-aan vragen. De Voorzitter plaatst zich op het standpunt, dat de vereeniging „Mooi Texel" een taak op zich neemt, die anders voor de gemeente zou zijn weggelegd. Aanvankelijk lag het in de bedoeling van hen, die het initiatief genomen hebben,, te trachten de reclame door de Gemeen ten te doen voeren, doch daarvan is men terug gekomen. Naar de meening van den heer P i s a r t wordt het algemeen belang door de propaganda gediend. De heer H e n k e s oordeelt, dat andere badplaatsen meer publiek trekken, om dat daar meer gelegenheid tot vermaak geboden wordt. Z.L wórdt hier muziek e.d. te veel geweerd. De Voorzitter zal dit laatste niet aanmerken als een aanval op zijn beleid. Als de heer Henkes kennis nam van het artikel, dat „Mooi Texel" voor de buiten- landsche reclame wil plaatsen, zou hij daarin lezen, dat Texel het midden houdt tusschen de mondaine en de zeer rustige badplaatsen; ons eiland mist het dagjes- publiek en de draaiorgelmuziek. Volgens sprekers inzicht zou men Texel geen 'grooter nadeel bezorgen, dan op de bad plaats dancings e.d. toe te laten. De vreemdeling moet hier kalmte en rust kunnen vinden. Na nog eenige discussie, wordt het voorstel van B. en W. tot inwilliging van het verzoek aangenomen. Uitbreidingsplan voor de Koog. De gestadige groei van het dorp de Koóg als badplaats heeft B. en W. het oordeel doen inwinnen van de Advies commissie der Noord-Hollandscöe Ge meenten voor bouwontwerpen en uitbrei dingsplannen, in hoeverre er termen aan wezig zijn voor het dorp een uitbrei dingsplan te doen ontwerpen. Deze com missie acht zulks alleszins gewenscht, nu nog alle factoren voor gunstige uitbrei ding aanwezig zijn: geen belemmerende bebouwing, matige grondprijzen en vrij wel ongeschonden, zelfs toenemend na tuurschoon. In den heer Wieger Bruin te Amster dam, meenen B. en W. een bekwaam des kundige gevonden te hebben, die bereid is in samenwerking met den gemeente opzichter het plan te ontwerpen. B. en W. stellen daarom voor hun daartoe een crediet te verleenen van 1000.—. De heer Kikkert stelt de vraag of B. en W. van meening zijn, dat de bouw aan de Koog zal doorgaan in het tempo als dit jaar het geval is geweest. De Voorzitter verwacht in 1930 een terugslag, doch daarna zal, als flink aangepakt wordt en mede gedaan wordt aan een goede reclame, vooruitgang niet achterwege blijven. Dit jaar is niet steeds in de goede richting gewerkt, oiüdat eenige bewoners van de Koog het eigen belang niet hebben weten achter te stel len bij het algemeen belang. Hierover wordt nader van gedachten gewisseld; de heeren Kikkert en Le- b e r verklaren zich niet zonder meer voorstanders van het plan; eerstgenoem de vraagt, waarom de indertijd bij de Koog uitgegeven gronden niet als bouw terrein zijn benut, waarvoor ze toch zijn uitgegeven. De Voorzitter antwoordt, dat in de toekomst wel bebouwing zal volgen, doch dat de aankoop destijds geschiedde juist om lintbebouwing te voorkomen. De heer E p e meent, dat men ïn ieder geval een schema voor eventueele bebou wing krijgt van een deskundig buiten staander. De Voorzitter acht het gewenscht, dat de Raad zich in de eerste plaats uit spreekt of hij een uitbreidingsplan al dan niet wenscht; daarna is te overwegen hoeveel gelden zullen worden uitgetrok ken. De heer Lap vindt zoo'n plan wei nuttig, wil evenwel alleen zijn stem er aan geven op voorwaarde, dat een einde gemaakt wordt aan de spinnepootvormige uitloopers van den Burg. Over deze kwestie wordt nog nader van gedachten gewisseld. Nadat de Voorzitter den heer Lap heeft geantwoordt, dat B. en W. zullen trachten het plan zoo bescheiden moge lijk te houden, wordt het voorstel van B. en W. in stemming gebraoht en aangeno men met zeven stemmen. Tegen stemmen de heeren Dros, Kik kert, Leber, Pisart en Lap. Aankoop leermiddelen enz. eventueel tevens dienende voor plaatsing ln een museum. B. en W. la het gelukt voor de aora van 525 de hand te leggen op een collectie opgezette vogels alle misschien op een enkele uitzondering na te Texel voor komende, een paar andere opgezette die ren en een 12-tal geprepareerde vogel- hulden, allea eigendom van Mevr. de Wed. Staring. Volgena B. en W. kan de oolleotle uitstekends diensten bewijzen bij "het geven van onderwijs, terwijl SU tevens plaats zou kunnen vinden in een Texelsch museum, wanneer de plannen, die daaromtrent beraamd worden, ver wezenlijkt mochten worden. Voor den heer R. P. Keijser Cz. was dit aanleiding een exemplaar van het uit gebreid en waardevol plaat- en boekwerk van Prof. van Oort „Ornsthologica en Nederlandioa" aan de Gemeente ten ge schenke aan te bieden. De kosten uit het voldoen aan de hierbij gestelde voorwaar den verbonden, ramen B. en W. op 475. B. en W. stellen voor: le. het geschenk van den heer Keijser onder dankzegging te aanvaarden; 2e. hun de noodige credieten te ver leenen voor de uitvoering der plannen. Na eenige discussie aangenomen. Reorganisatie der politie. Naar B. en W. mededeelen, doet, naar de Burgemeester oordeelt, de behoefte aan meer politietoezicht zich alhier ge durende de laatste paar jaar meer ge voelen, hetgeen met voorbeelden wordt gestaafd. Het tijdstip voor eene reorgani satie is aangebroken, nu de gemeente veldwachter te De Waal ontslag heeft aangevraagd. B. en W. hebben zioh vereeaigd met een plan als volgt opgezet: le. Opgeheven wordt ini den loop van 1930: a. de betrekking van nachtwacht te Oudeschild; b. een der betrekkingen van nacht wacht te Den Burg. 2e. De betrekking van gemeente-veld wachter te De Waal waaraan thans ver bonden is het houden van toezicht in de uitgestrekte wijk W, wordt vervangen door die van dienaar van politie te De Waal, belast met politietoezicht uitslui tend in het dorp De Waal. 3e. Ingesteld wordt de betrekking van een tweeden dienaar van politie té Den Burg. Een en ander onder salarieering en emolumenten als in de voordracht om schreven. Voorts wordt voorgesteld goed te keu ren, dat de tijdelijke dienaar van politie, ingaande 1 Januari 1930, wordt voorzien van een vaste aanstelling en zijn jaar wedde wordt verhoogd. De heer Pisart kan met een uitbrei ding der politie medegaan, vertrouwende dat er goed op gelet zal worden, dat de politie haar taak goed zal vervullen. Nu laat dit veel te wenschen over. Spreker wijst op het hard rijden met auto's e.d. door het dorp en de weinige gelegenheid die op de „beurs" voor passage gelaten wordt. De Voorzitter wijst er op, dat de opzet is de financieele lasten zoo gering mogelijk te maken. In dit verband wil spreker er op wijzen dat ook bespaard zullen worden de kosten van extra poli- tie-toezicht, dit jaar te De Koog uitge oefend, en in de voordracht niet vermeld. De heer Lap krijgt uit de voordracht den indruk dat inzonderheid bij uitvoe ringen e.d. meer politie-toezicht noodig is, en stelt hierover eenige vragen over de controle. De Voorzitter geeft gaarne toe, dat het hoogst moeilijk is de controle door den heer Lap bedoeld, uit te oefenen, evenwel moet ook vertrouwd worden op de medewerking van het personeel. De politiedienaar te Den Burg is te veel be last, waardoor dingen achterwege blij ven, die moesten gebeuren. Inderdaad, de politie doet meer dan men meent De heer E p e kan de noodzakelijkheid van de personeelsuitbreiding niet inzien. Het komt spreker voor, dat te veel werk wordt gelegd op de schouders der ge- meente-politie, dat kan worden opgedra gen aan de Rijkspolitie. Krijgt deze het te druk, dan zal versterking, buiten be zwaar der gemeentekas, niet uitblijven. Spr. wijst er nog op, dat voor enkele jaren de Rijkspolitie toezicht hield bij den aan voer op de lammerenmarkten en tijdens de kermis. De vergadering gaat hierover in comité generaal. 'Na heropening wordt de voordracht zonder hoofdelijke stemming aangeno men. Nortonwel op de Groene plaats. Met het crediet van 2600 voor het boren van een nortonput op de Groene plaats werd beoogd: le. drinkwatervoorziening; 2e. water ter beschikking te hebben bij eventueelen brand te Den Burg, ook bij langdurige droogte; 8e. reiniging van het markterrein. Inplaats van 80 a 50 M8. per uur, zoo als verwaoht werd, is de capaciteit van de bron echter bij een normale afzuiging tot 6.50 M.-terreln niet meer dan 17 a 18 M8., terwijl bij de proefpomplng gebleken ls, dat de motorbrandspuit niet verder kan afpompen dan tot 4.40 M.-terreln. Om dit, zoowel voor de fa. H. J. Tjaden en Zonen, die met de uitvoering belast 18, als voor ae gemeente onaangenaam geval op te lossen, heeft de uitvoerster een 6- tal voorstellen gedaan. B. en W. zetten uiteen, dat twee dezer voorstellen buiten beschouwing kunnen worden gelaten, en stellen voor in te gaan op het voorstel om de bron te acoep- toeren voor 2075, d.i. 750 beneden de kosten volgens overeenkomst. Na seer uitvoerige discussie wordt z.h.st. be sloten de bron voor 1 2075 te socepteeren en B. en W. te machtigen te hunner keu- se de Installatie uit te welden, hetzij met een eentrlfugaalpomp, hetatj met een der gelijke pomp en een tank. De keer Kikkert herinnert aan het vorsoek van bewoners van de Kooger straat om bijplaatsing van een straatlan taarn, welke aanvrage naar de Voorzitter zegt lz.i in behandeling komt De heer Leber vraagt wanneer de voorstellen van B. en W. zijn tegemoet te zien met betrekking tot de bestrijding der wratziekte onder de aardappelen. De Voorzitter antwoordt, dat een dezer dagen eene vergadering dienaan gaande is bijgewoond en B. en W. hun standpunt nog niet bepaald hebben. De heer Pisart vraagt een ruimere passage bij den hoofdingang naar de Hervormde Kerk te Den Burg; meer malen staat bijv. een groentekar in den weg, waaromtrent de Voorzitter een onderzoek toezegt Eene herziening van de belooning van den doodgraver, waarop de heer Pisart de aandacht vestigt, is bij B. en W. in overweging, naar de Voorzitter ant woordt. De heer Henkes dringt aan op spoe dige behandeling van het verzoek om plaatsing van lantaarns nabij het haven terrein. Voorts beveelt hij aan aandacht te schenken aan de plannen met betrekking tot de zeeweringen, in verband met de af sluiting der Zuiderzee. Naar het schijnt zullen 4e dijken wel verhoogd worden dooh overigens niet versterkt, terwijl op enkele plaatsen de 4ijk in slechten toe stand verkeert Da Voorzitter zal hiervan net» nemen. De'heeren Lap en Kikkert ont raden het Gemeentebestuur zich in te laten met de zeeweringen. Dit ligt op den weg van de polderbesturen. De heer Boon merkt op, dat het de heer Henkes inzonderheid het oog zal hebben op de Rijkszeewering; een gedeel te der steenglooiing sluit niet aan op het dijkslichaam. Sluiting. i. a. I. En hier volgen dan nog de twee raadeels op rijm, die de vorige week waren ingezonden en die ik beloofd had, vandaag te plaateen. Kindervriend. Ik heb het raadsel opgelost, Het heeft me wat moeite gekost, Maar nu is het toch klaar, En schrijf ik het maar. i is ekster, wat klein, 3 is een oog, teer, klein e» fijn. Kinderen, dat is het eerste, Frederik is wel de teerste Uit inktvlek komt de n Hoendiep is een vaart Reitdiep stond op mijn kaart Bolsward ligt een eind van de zee Zuidhorn ligt niet naast Goeree Het 8ste woord is Franeker, dat had ik gauw In 't Noorden van Bulgarije, ligt de Donau Den Helder is de stad Die in al die woorden zat En nu schei ik er uit Uw dw. S. BORST Lz. Koningsweg, Breezand (N.-H.). Beste mijnheer! Mijnheer, ik laat u weten, Dat ik het raadselhoekje niet ben vergeten Twee maanden heb ik niet meegedaan Maar ik dacht, zoo kan het niet langer gaan. Ik begin nu weer met frisschen moed, En ik hoop, dat de oplossingen zijn goed. Een ekster is het eerste deel Dien vogel ziet men niet heel veel Het tweede deel, dat is een oog, Als men zich pijn doet, blijft dat vaak niet droog Het geheel, dat is een eksteroog, Dat ik gelukkig niet bezit, En daar ben ik erg, mee in mijn schik. II. Het eerste dat is kinderen Die hun moeder wel eens hinderen. Het twe»de woord is Frederik, Waarop rijmt het woordje leeuwerik. Het derde, een inktvlek in ons schrift, Veroom ik t on» een grooten schrik. Hrt vierde, het Hoendiep ln de provincie Groningen, De schepen die er varen gebruikt men eome el* woningen. Het vijfde, het Reitdiep, dat zich ook in Groningen bevindt, Dat moet weten ieder schoolkind. Het zesde, een plsati ln Frleelend, is Boliward Onze poee ie wit met zwert. Het zevende, nu is Zuidhorn san da baurt Dat ls op mijn atlas rood gekleurd. Het achtste, Franeker; in Frletiand wel beksnd. Het negende, en Frankrijk maakt het end, Den Helder dat la het geheel Een prijsje, hoop ik, wordt eeni mijn deel. SIJTJE KREIJGER, ie Vroonstraat aa t.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1929 | | pagina 11