VOOR DE KINDEREN
Gemeenteraad van Texel
ie meen{,daf pepermunt scherp en bitter smaak!
heeft nog nooit de origineele IClllHOpepermunt geproefd.
vrouw en schoonzuster niet van honger
omkomen en dat ia heel wat in deze moei
lijke tijden. Heeft men echter een voor-
loopige lioeneie, dan heeft men de kans,
dat die u op een goeden dag ten behoeve
van iemand met betere relaties wordt af
genomen. Dan bltift men aonder een cent
verdienste, dan wordt men uit de nood
woning op straat gezet en is er geen stuk
je brood te vinden, om den hongerdood af
te weren".
„In naam van den barmhartlgen God,
bid ik u innig, heer burgemeester",
schrijft de redacteur, „gunstig op het
verzoekschrift te beschikken".
RAADSELACHTIGE STERF
GEVALLEN.
y
Men denkt aan de papegaaienziekte.
Op het oogenbük vonmen, volgens de
„Naehtausgabe", twee raadselachtige
doodsgevallen onderwerp van ernstig
onderzoek in medische kringen te Berlijn.
Te Dahlem is de geoloog professor Har-
bort onder griepachtigo verschijnselen
overleden. Tegelijkertijd werden de vronw
van den professor, zijn twee dochters, het
dienstmeisje, de juffrouw, voor de huis
houding en twee kennissen der familie
ziek. De juffrouw voor de huishouding
en een der kennissen overleden even
eens. De behandelende dokter® meenden
in al deze gevallen met griep of een long
aandoening te doen te hebben. Toen ech
ter twee papagaaien, die het eigendom
van den professor waren, stierven, kwam
het vermoeden op, dat de gestorven of
ziek geworden personen door de vogels
werden geïnfecteerd. De directeur van
het instituut voor tropische ziekten is
thans met een onderzoek bezig om defi
nitief vast te stellen, wat de aard der
ziekte was. Er zouden voldoende aanwij-
ziugeu -rijn om te denken aan de z.g
pas eguaienziekte.
van Zaterdag 21 December 1929.
Voorzitter: de heer W. B. Oort, Burge
meester.
Secretaris: de heer O. Jonker.
Aanwezig 12 leden.
Afwezig met kennisgeving de heer M.
W. de Graaf.
Na opening der vergadering worden de
notulen van de vorige vergadering voor
gelezen en onveranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken.
a. een bericht van den heer A. A.
Klinkers van de aanvaarding zijner be
trekking van onderwijzer aan de o. 1.
school te De Cocksdorp;
b. een schrijven van den heer L.
Broere, berichtende de aanneming zijner
benoeming tot onderwijzer aan de o. L
school te Zuid-Eierland;
c. een dankbetuiging van den heer L.
P. Pieterse voor zijne benoeming tot on
derwijzer aan de o. L school te Den Hoorn,
met bericht van aanneming der benoe
ming;
d. het proces-verbaal van opneming
van kas en boeken van den Ontvanger op
19 Dec. 1929;
e. een besluit van Ged. Staten, waaruit
blijkt dat over 1928 aan de Gemeente
Texel uit de opbrengst van de wegenbe
lasting een bedrag van 7650 is toege
kend.
Naar aanleiding hiervan wil de heer
Boon iets zeggen in de hoop, dat de
Texel^che gemeenschap daarmede haar
voordeel zal doen. Van de wegen op Texel
komt pl.m. 26 K.M. voor op de Provinciale
weg^nlijst, waarvan bijna 9 K.M. in op-
derhoud is bij de Gemeente Texel. Hier
uit volgt, dat, wanneer de overige wegen
werden onderhouden, op de wijze als door
de Gemeente wordt gedaan, een bedrag
van bijna 15.000 meer genoten zou woe
den, terwijl om dit te bereiken door
de onderhoudsplichtige polderbesturen
slechts een offer zou behoeven te worden
gebracht van enkele centen per meter-
weg.
Spreker hoopt dan ook, dat de polder
besturen een ander standpunt zullen
gaan innemen en dit tot betere wegen zal
leiden.
De Voorzitter meent "dit laatste te
mogen onderschrijven en merkt op, dat
aan de 30 gemeensch. polders een bijdra
ge is verleend van 750.
Op de vraag van den heer Kikkert
of de waterschapsbesturen over de wer
king van de desbetreffende bepalingen
wel eens inlichtingen hebben ingewonnen
bij het Gemeentebestuur, antwoordt de
Voorzitter ontkennend, er aan toe
voegende dat het hun wel bekend zal zijn
dat de uitkeering slechts verleend wordt
in de kosten, die, boven 40 a 60 ct. per
meter aan het onderhoud van 'den weg
zijn besteed.
De heer Kikkert moet aannemen,
dat de waterschapsbesturen niet van een
en ander op de hoogte zijn; anders toch
is hun standpunt niet te begrijpen. Ver
andering zal z.L dan ook wel niet uitblij
ven.
De gemelde stukken worden voor ken
nisgeving aangenomen.
f. Een adres van den gemeente-reini
ger B. Houtwipper, houdende verzoek
om verhooging van jaarwedde.
Wordt op voorstel van den Voorzitter
ln handen gesteld van B. «n W. om te die
nen van prae-advles.
De heer Boon informeert naar de
plannen voor een reinigingsdienst te
Oudeschlld, waarop de Voorzitter
antwoordt, dat deze zijn blijven rusten,
omdat andere zaken meer urgent waren.
g. Op voorstel van den V o o r z i 11 er
wordt na eenige discussie ter afdoening
ln handen gesteld van B. en W. een ver
zoek van het Comité van Vereenigingen
van Burgemeesters en Secretarissen om
adhaeslebetuiging terzake van een ge
wijzigd bezoldingsbeslult Burg. rijks
ambtenaren (onderwijzerssalarissen).
h. Een adres van een 82-tal inwoners,
houdende hst verzoek om plaatsing van
Wo rik
2 lantaarns aan den Achterweg te De
Cocksdorp.
De Voorzitter acht het gewenscht
dat deze adressen behandeld worden ge
lijktijdig met de andere verzoekschriften
om plaatsing van lantaarns.
Aldus wordt besloten.
Vaststelling rooilijn.
Naar aanleiding van een daartoe strek
kende aanvrage van den heer L. Klein
Klouwenberg stellen B. en W. bij monde
van den Voorzitter voor de rooilijn aan
de Noordzijde van het gedeelte van den
Middellandschen weg, gelegen westwaarts
van den Schilderweg vast te stellen op 5
meter uit de as van den weg.
Dienovereenkomstig wordt zonder
hoofdelijke stemming besloten.
Benoeming lid Commissie van
toezicht op het Nijverheidsonder
wijs.
De aanbeveling luidt:
1. J. A. G. Stömpff (aftredend).
2. J. R. van der Zalm.
Benoemd wordt de heer Stömpff met
8 stemmen, tegen 4 stemmen op den heer
Van der Zalm.
Benoeming lid Schoolcommissie.
De aanbeveling luidt:
1. Mevr. E C. KeijserBolier (aftr.).
2. Mevr. C. D. NoordijkKeijser.
Eerstgenoemde wordt benoemd met 11
stemmen tegen 1 stem op no. 2.
Benoeming bestuursleden Al
gemeen Weeshuls.
De door het Bestuur ingediende aanbe
veling luidt voor de vacature C. Hz.
Keijser:
1. C. Hz. Keijser.
2. C. Sz. Keijser.
Bij tweede vrije stemming .wordt be
noemd verklaard de heer S. C. Eelman.
Voor de vacature-M. Kuip wordt aanbe
volen:
1. M. Kuip (aftredend).
2. W. van Heerwaarden.
Met 12 stemmen wordt benoemd de
heer M. Kuip.
Voor de benoeming van een regentes
worden aanbevolen:
1. Mevr. H. KooimanKuiper (aftr.).
2. Mevr. A. M. KooimanKievit.
Benoemd wordt no. 1 met 11 stemmen,
tegen 1 stem op no. 2.
Benoeming bestuursleden Al
gemeen Armbestuur.
Benoemd worden, beiden met 12 stem
men de aftredende leden, de heeren J. C.
Visser en W. J. Bakker en tot regentes
Mevr. G. RoeperBoon (aftredend) met
11 stemmen tegen 1 stem op Mevr. C. M.
E. Roeperde Braai, no. 2 der aanbeve
ling.
Benoeming Hoofd der School
te Oost
Wordt van de agenda afgevoerd, omdat
naar de Voorzitter mededdeelt, B. en W.
met de voordracht niet gereed zijn.
Benoeming 1 eeraar ln wis- en
zeevaartkunde aan de Zeevaart
school
Besloten wordt, zonder h. st. het per
soneel uit te breiden met een leeraar ln
wis- en zeevaartkunde.
Benoemd wordt ais zoodanig de heer J.
de Vries.
Aanvrage van A. van Beek om
gelden Ingevolge de Landnrbel-
derswet
Zonder h. st. wordt overeenkomstig de
voordracht van B. en W. besloten aan te
vragen uit 's Rijks kas een voorschot tot
een maximum van 3200.
Id. G. de Ridder.
Besloten als boven.
Aanbieding geschenk Gouver
nementsgebouw.
Naar B. en W. mededeelen, worden
voor de aankleeding van het nieuwe Gou
vernementsgebouw door nagenoeg alle
gemeenten uit de Provincie geschenken
beschikbaar gesteld. Het denkbeeld is
geopperd dat de eilanden der provincie
gezamenlijk een geschenk zullen aanbie
den. Gedacht is aan een bank, waarin de
wapens der 6 eilanden zijn uitgebeiteld,
en waarvan de kosten naar raming rond
500.— zullen bedragen.
B. en W. stellen voor hun voor het on-
derwerpelijke doel een crediet te verlee-
nen van ongeveer 200.—.
Hiertoe wordt zonder discussie met al-
gemeene stemmen besloten.
Subsidie aan de vereenlglng
„Mooi Texel".
Door de vereenlglng „Mooi Texel" ls
een verzoek Ingediend om haar door het
verleenen van een subsidie verhooging
van 150.—' per jaar gedurende drie ja
ren, ih de gelegenheid te stellen deel te
nemen aan een internationale propagan
da voor alle Noordzeebadplaatsen, waar
voor de A.N.V.V.V. te '«Gravsnhags het
Initiatief genomen heeft en ln de kosten
waarvan het door deze gemeente te dra
gen aandeel is bepaald op 2%.
Naar het oordeel van B. en W. mogen
de kosten uit een dergelijke propaganda1
voortvloeiende, althans in den aanvang,
voor rekening der gemeente worden ge
nomen.
De heer Boon wensoht geacht te wor
den tegen de inwilliging van de aanvrage
te hebben gestemd. Spreker wil de deur
niet openen voor diverse subsidie-aan
vragen.
De Voorzitter plaatst zich op het
standpunt, dat de vereeniging „Mooi
Texel" een taak op zich neemt, die anders
voor de gemeente zou zijn weggelegd.
Aanvankelijk lag het in de bedoeling van
hen, die het initiatief genomen hebben,,
te trachten de reclame door de Gemeen
ten te doen voeren, doch daarvan is men
terug gekomen.
Naar de meening van den heer
P i s a r t wordt het algemeen belang door
de propaganda gediend.
De heer H e n k e s oordeelt, dat andere
badplaatsen meer publiek trekken, om
dat daar meer gelegenheid tot vermaak
geboden wordt. Z.L wórdt hier muziek
e.d. te veel geweerd.
De Voorzitter zal dit laatste niet
aanmerken als een aanval op zijn beleid.
Als de heer Henkes kennis nam van het
artikel, dat „Mooi Texel" voor de buiten-
landsche reclame wil plaatsen, zou hij
daarin lezen, dat Texel het midden houdt
tusschen de mondaine en de zeer rustige
badplaatsen; ons eiland mist het dagjes-
publiek en de draaiorgelmuziek. Volgens
sprekers inzicht zou men Texel geen
'grooter nadeel bezorgen, dan op de bad
plaats dancings e.d. toe te laten. De
vreemdeling moet hier kalmte en rust
kunnen vinden.
Na nog eenige discussie, wordt het
voorstel van B. en W. tot inwilliging van
het verzoek aangenomen.
Uitbreidingsplan voor de Koog.
De gestadige groei van het dorp de
Koóg als badplaats heeft B. en W. het
oordeel doen inwinnen van de Advies
commissie der Noord-Hollandscöe Ge
meenten voor bouwontwerpen en uitbrei
dingsplannen, in hoeverre er termen aan
wezig zijn voor het dorp een uitbrei
dingsplan te doen ontwerpen. Deze com
missie acht zulks alleszins gewenscht, nu
nog alle factoren voor gunstige uitbrei
ding aanwezig zijn: geen belemmerende
bebouwing, matige grondprijzen en vrij
wel ongeschonden, zelfs toenemend na
tuurschoon.
In den heer Wieger Bruin te Amster
dam, meenen B. en W. een bekwaam des
kundige gevonden te hebben, die bereid
is in samenwerking met den gemeente
opzichter het plan te ontwerpen.
B. en W. stellen daarom voor hun
daartoe een crediet te verleenen van
1000.—.
De heer Kikkert stelt de vraag of
B. en W. van meening zijn, dat de bouw
aan de Koog zal doorgaan in het tempo
als dit jaar het geval is geweest.
De Voorzitter verwacht in 1930
een terugslag, doch daarna zal, als flink
aangepakt wordt en mede gedaan wordt
aan een goede reclame, vooruitgang niet
achterwege blijven. Dit jaar is niet steeds
in de goede richting gewerkt, oiüdat
eenige bewoners van de Koog het eigen
belang niet hebben weten achter te stel
len bij het algemeen belang.
Hierover wordt nader van gedachten
gewisseld; de heeren Kikkert en Le-
b e r verklaren zich niet zonder meer
voorstanders van het plan; eerstgenoem
de vraagt, waarom de indertijd bij de
Koog uitgegeven gronden niet als bouw
terrein zijn benut, waarvoor ze toch zijn
uitgegeven.
De Voorzitter antwoordt, dat in de
toekomst wel bebouwing zal volgen, doch
dat de aankoop destijds geschiedde juist
om lintbebouwing te voorkomen.
De heer E p e meent, dat men ïn ieder
geval een schema voor eventueele bebou
wing krijgt van een deskundig buiten
staander.
De Voorzitter acht het gewenscht,
dat de Raad zich in de eerste plaats uit
spreekt of hij een uitbreidingsplan al dan
niet wenscht; daarna is te overwegen
hoeveel gelden zullen worden uitgetrok
ken. De heer Lap vindt zoo'n plan wei
nuttig, wil evenwel alleen zijn stem er
aan geven op voorwaarde, dat een einde
gemaakt wordt aan de spinnepootvormige
uitloopers van den Burg.
Over deze kwestie wordt nog nader
van gedachten gewisseld.
Nadat de Voorzitter den heer Lap
heeft geantwoordt, dat B. en W. zullen
trachten het plan zoo bescheiden moge
lijk te houden, wordt het voorstel van B.
en W. in stemming gebraoht en aangeno
men met zeven stemmen.
Tegen stemmen de heeren Dros, Kik
kert, Leber, Pisart en Lap.
Aankoop leermiddelen enz.
eventueel tevens dienende voor
plaatsing ln een museum.
B. en W. la het gelukt voor de aora van
525 de hand te leggen op een collectie
opgezette vogels alle misschien op een
enkele uitzondering na te Texel voor
komende, een paar andere opgezette die
ren en een 12-tal geprepareerde vogel-
hulden, allea eigendom van Mevr. de
Wed. Staring. Volgena B. en W. kan de
oolleotle uitstekends diensten bewijzen
bij "het geven van onderwijs, terwijl SU
tevens plaats zou kunnen vinden in een
Texelsch museum, wanneer de plannen,
die daaromtrent beraamd worden, ver
wezenlijkt mochten worden.
Voor den heer R. P. Keijser Cz. was
dit aanleiding een exemplaar van het uit
gebreid en waardevol plaat- en boekwerk
van Prof. van Oort „Ornsthologica en
Nederlandioa" aan de Gemeente ten ge
schenke aan te bieden. De kosten uit het
voldoen aan de hierbij gestelde voorwaar
den verbonden, ramen B. en W. op 475.
B. en W. stellen voor:
le. het geschenk van den heer Keijser
onder dankzegging te aanvaarden;
2e. hun de noodige credieten te ver
leenen voor de uitvoering der plannen.
Na eenige discussie aangenomen.
Reorganisatie der politie.
Naar B. en W. mededeelen, doet, naar
de Burgemeester oordeelt, de behoefte
aan meer politietoezicht zich alhier ge
durende de laatste paar jaar meer ge
voelen, hetgeen met voorbeelden wordt
gestaafd. Het tijdstip voor eene reorgani
satie is aangebroken, nu de gemeente
veldwachter te De Waal ontslag heeft
aangevraagd.
B. en W. hebben zioh vereeaigd met
een plan als volgt opgezet:
le. Opgeheven wordt ini den loop van
1930:
a. de betrekking van nachtwacht te
Oudeschild;
b. een der betrekkingen van nacht
wacht te Den Burg.
2e. De betrekking van gemeente-veld
wachter te De Waal waaraan thans ver
bonden is het houden van toezicht in de
uitgestrekte wijk W, wordt vervangen
door die van dienaar van politie te De
Waal, belast met politietoezicht uitslui
tend in het dorp De Waal.
3e. Ingesteld wordt de betrekking van
een tweeden dienaar van politie té Den
Burg.
Een en ander onder salarieering en
emolumenten als in de voordracht om
schreven.
Voorts wordt voorgesteld goed te keu
ren, dat de tijdelijke dienaar van politie,
ingaande 1 Januari 1930, wordt voorzien
van een vaste aanstelling en zijn jaar
wedde wordt verhoogd.
De heer Pisart kan met een uitbrei
ding der politie medegaan, vertrouwende
dat er goed op gelet zal worden, dat de
politie haar taak goed zal vervullen. Nu
laat dit veel te wenschen over. Spreker
wijst op het hard rijden met auto's e.d.
door het dorp en de weinige gelegenheid
die op de „beurs" voor passage gelaten
wordt.
De Voorzitter wijst er op, dat de
opzet is de financieele lasten zoo gering
mogelijk te maken. In dit verband wil
spreker er op wijzen dat ook bespaard
zullen worden de kosten van extra poli-
tie-toezicht, dit jaar te De Koog uitge
oefend, en in de voordracht niet vermeld.
De heer Lap krijgt uit de voordracht
den indruk dat inzonderheid bij uitvoe
ringen e.d. meer politie-toezicht noodig
is, en stelt hierover eenige vragen over
de controle.
De Voorzitter geeft gaarne toe,
dat het hoogst moeilijk is de controle door
den heer Lap bedoeld, uit te oefenen,
evenwel moet ook vertrouwd worden op
de medewerking van het personeel. De
politiedienaar te Den Burg is te veel be
last, waardoor dingen achterwege blij
ven, die moesten gebeuren. Inderdaad,
de politie doet meer dan men meent
De heer E p e kan de noodzakelijkheid
van de personeelsuitbreiding niet inzien.
Het komt spreker voor, dat te veel werk
wordt gelegd op de schouders der ge-
meente-politie, dat kan worden opgedra
gen aan de Rijkspolitie. Krijgt deze het
te druk, dan zal versterking, buiten be
zwaar der gemeentekas, niet uitblijven.
Spr. wijst er nog op, dat voor enkele jaren
de Rijkspolitie toezicht hield bij den aan
voer op de lammerenmarkten en tijdens
de kermis.
De vergadering gaat hierover in comité
generaal.
'Na heropening wordt de voordracht
zonder hoofdelijke stemming aangeno
men.
Nortonwel op de Groene plaats.
Met het crediet van 2600 voor het
boren van een nortonput op de Groene
plaats werd beoogd:
le. drinkwatervoorziening;
2e. water ter beschikking te hebben
bij eventueelen brand te Den Burg, ook
bij langdurige droogte;
8e. reiniging van het markterrein.
Inplaats van 80 a 50 M8. per uur, zoo
als verwaoht werd, is de capaciteit van de
bron echter bij een normale afzuiging tot
6.50 M.-terreln niet meer dan 17 a 18 M8.,
terwijl bij de proefpomplng gebleken ls,
dat de motorbrandspuit niet verder kan
afpompen dan tot 4.40 M.-terreln.
Om dit, zoowel voor de fa. H. J. Tjaden
en Zonen, die met de uitvoering belast 18,
als voor ae gemeente onaangenaam geval
op te lossen, heeft de uitvoerster een 6-
tal voorstellen gedaan.
B. en W. zetten uiteen, dat twee dezer
voorstellen buiten beschouwing kunnen
worden gelaten, en stellen voor in te
gaan op het voorstel om de bron te acoep-
toeren voor 2075, d.i. 750 beneden de
kosten volgens overeenkomst. Na seer
uitvoerige discussie wordt z.h.st. be
sloten de bron voor 1 2075 te socepteeren
en B. en W. te machtigen te hunner keu-
se de Installatie uit te welden, hetzij met
een eentrlfugaalpomp, hetatj met een der
gelijke pomp en een tank.
De keer Kikkert herinnert aan het
vorsoek van bewoners van de Kooger
straat om bijplaatsing van een straatlan
taarn, welke aanvrage naar de Voorzitter
zegt lz.i in behandeling komt
De heer Leber vraagt wanneer de
voorstellen van B. en W. zijn tegemoet te
zien met betrekking tot de bestrijding
der wratziekte onder de aardappelen.
De Voorzitter antwoordt, dat een
dezer dagen eene vergadering dienaan
gaande is bijgewoond en B. en W. hun
standpunt nog niet bepaald hebben.
De heer Pisart vraagt een ruimere
passage bij den hoofdingang naar de
Hervormde Kerk te Den Burg; meer
malen staat bijv. een groentekar in den
weg, waaromtrent de Voorzitter een
onderzoek toezegt
Eene herziening van de belooning van
den doodgraver, waarop de heer Pisart
de aandacht vestigt, is bij B. en W. in
overweging, naar de Voorzitter ant
woordt.
De heer Henkes dringt aan op spoe
dige behandeling van het verzoek om
plaatsing van lantaarns nabij het haven
terrein.
Voorts beveelt hij aan aandacht te
schenken aan de plannen met betrekking
tot de zeeweringen, in verband met de af
sluiting der Zuiderzee. Naar het schijnt
zullen 4e dijken wel verhoogd worden
dooh overigens niet versterkt, terwijl op
enkele plaatsen de 4ijk in slechten toe
stand verkeert
Da Voorzitter zal hiervan net»
nemen.
De'heeren Lap en Kikkert ont
raden het Gemeentebestuur zich in te
laten met de zeeweringen. Dit ligt op den
weg van de polderbesturen.
De heer Boon merkt op, dat het de
heer Henkes inzonderheid het oog zal
hebben op de Rijkszeewering; een gedeel
te der steenglooiing sluit niet aan op het
dijkslichaam.
Sluiting.
i.
a.
I.
En hier volgen dan nog de twee raadeels op
rijm, die de vorige week waren ingezonden en
die ik beloofd had, vandaag te plaateen.
Kindervriend.
Ik heb het raadsel opgelost,
Het heeft me wat moeite gekost,
Maar nu is het toch klaar,
En schrijf ik het maar.
i is ekster, wat klein,
3 is een oog, teer, klein e» fijn.
Kinderen, dat is het eerste,
Frederik is wel de teerste
Uit inktvlek komt de n
Hoendiep is een vaart
Reitdiep stond op mijn kaart
Bolsward ligt een eind van de zee
Zuidhorn ligt niet naast Goeree
Het 8ste woord is Franeker, dat had ik gauw
In 't Noorden van Bulgarije, ligt de Donau
Den Helder is de stad
Die in al die woorden zat
En nu schei ik er uit
Uw dw.
S. BORST Lz.
Koningsweg,
Breezand (N.-H.).
Beste mijnheer!
Mijnheer, ik laat u weten,
Dat ik het raadselhoekje niet ben vergeten
Twee maanden heb ik niet meegedaan
Maar ik dacht, zoo kan het niet langer gaan.
Ik begin nu weer met frisschen moed,
En ik hoop, dat de oplossingen zijn goed.
Een ekster is het eerste deel
Dien vogel ziet men niet heel veel
Het tweede deel, dat is een oog,
Als men zich pijn doet, blijft dat vaak niet
droog
Het geheel, dat is een eksteroog,
Dat ik gelukkig niet bezit,
En daar ben ik erg, mee in mijn schik.
II.
Het eerste dat is kinderen
Die hun moeder wel eens hinderen.
Het twe»de woord is Frederik,
Waarop rijmt het woordje leeuwerik.
Het derde, een inktvlek in ons schrift,
Veroom ik t on» een grooten schrik.
Hrt vierde, het Hoendiep ln de provincie
Groningen,
De schepen die er varen gebruikt men eome
el* woningen.
Het vijfde, het Reitdiep, dat zich ook in
Groningen bevindt,
Dat moet weten ieder schoolkind.
Het zesde, een plsati ln Frleelend, is Boliward
Onze poee ie wit met zwert.
Het zevende, nu is Zuidhorn san da baurt
Dat ls op mijn atlas rood gekleurd.
Het achtste, Franeker; in Frletiand wel
beksnd.
Het negende, en Frankrijk maakt het end,
Den Helder dat la het geheel
Een prijsje, hoop ik, wordt eeni mijn deel.
SIJTJE KREIJGER,
ie Vroonstraat aa t.