Van EwijcksEuis. v Wieringen. Schagen. WAT DE ARBEIDER WETEN MOET VAN DE INVALIDITEITSWET. Vrijdagavond werd in het lokaal Van den heer W. \yaiboer eene cursusver gadering gehouden, uitgaande van de afdeelingen Anna Paulowna der S.D.A.P. en v. d. Modernen Landarbeidersbond. Als inleider trad op de heer W. van der Vall, van Heilo, die als onderwerp had geko zen: »Wat de arbeider weten moet van de Invaliditeitswet^ j 'L! Nadat de heer Jb. Raveti als Voor zitter de vergadering met een enkel woord heeft geopend, wijst hij er op, dat, al voldoet de Invaliditeitswet niet aan de eischen, welke men gaarne aan haar zoü gesteld zien, toch meermalen blijkt, dat de arbeiders niet weten, wat er in deze Wet zit. Spreker hoopt, dat deze verga dering tot dat meerdere weten zal bij dragen. De heer Van der Vall, hierop zijn rede aanvangende, herinnert er aan, dat de Invaliditeitswet thans ruim 10 jaar in werking is. Zij voldoet slechts aan matige verlangens, doch de onkunde der arbei ders is toch ook meermalen oorzaak, dat voordeelen, die uit deze Wet gehaald zouden kunnen worden, verloren gaan. Spr. zou het daarom zeer toejuichen, indien aan vakvereenigingsbestuurders, die toch veelal de vraagbaak hunner leden zijn, kadercursussen zouden kunnen worden gegeven. Het geraamte toch dei- sociale Wetgeving is aanwezig, doch de kennis hiervan is in het algemeen onvol doende. Waar noodig vrage men dus de voorlichting van de ambtenaren van den Raad van Arbeid. Aanvankelijk was er tegenover de Invaliditeitswet zelfs eene vijandelijke gezindheid, niet alleen bij de patroons, doch ook bij sommige arbeiders aanwezig. Dat was jammer, want het stelsel der sociale wetgeving dient te worden ge steund, inplaats van te worden tegenge werkt. Van deze wetten hebben wij reeds de Ongevallenwet, die vrij zeker ver beterd zal worden, de Landarbeiderswet, de Ouderdomswet, waarin opgenomen de Vrijwillige Ouderdomsverzekering en de Invaliditeitswet, terwijl met 1 Maart a.s. ook de Ziektewet in werking zal treden. Daarmee is het geraamte voltooid. Wat van den verderen bouw terecht zal komen, zal in groote mate van de kracht der arbeidersbeweging afhangen. De Invali diteitswet nu, die spr. heden zal behan delen is voor een leek niet gemakkelijk te lezen, wat mogelijk wel tot hare im populariteit heeft meegewerkt. Spr. zal van deze Wet nu de voornaamste punten aanstippen (volledige behandeling toch is niet mogelijk], doch spr. hoopt, dat, waar zijn betoog onvolledig is, hein vragen zullen worden gesield. Het komt altijd nog voor, dat men menschen aantreft, die niet met de Inva liditeitswet te maken willen hebben, doch deze zullen daartoe, ook in hun eigen belang, voortaan worden gedwongen. De tijd van zachtmoedigheid is voorbij en voortaan zullen dus alle arbeiders tus schen 14 en 35 jaar verplicht zijn, zich voor de Invaliditeitswet op te geven. Voor dezen plicht krijgen ?ij echter zéér verstrekkende rechten, want de artikelen 99 en 100 der Wet geven gelegenheid, (om nu maar één der voornaamste rech ten het eerst te noemen), dat personen, in de Invaliditeitswet opgenomen en voor wie invaliditeit dreigt, die echter door tijdig ingrijpen nog voorkomen kan wor den, voor rekening van den Raad van Arbeid knnnen worden verpleegd en be handeld. Dergelijke gevallen komen meer malen op honderden guldens te staan, waarvan de kosten geheel door den Raad van Arbeid worden gedragen. Met cijfers toont spr. daarop aan, welke omvang de invaliditeitswet in N.- Holland reeds heeft. Zoo telde op 1 Jan. 1929 de voormalige R. v. A. te Hovin 29.572 loopende verzekeringen volgens de Invaliditeitswet, die in Alkmaar 45.906, terwijl het gezamenlijk aantal op 1 Oct. jl. reeds tot 77.845 was gestegen. Ar beiders zoowel als werkgevers zijn ver plicht, alle gevraagde inlichtingen te verstrekken. Nalatigheid hierin kan tot procesverbaal leiden. Verder moet de arbeider den werkgever in de gelegenheid stellen, zegels te plakken. Doet de arbei der dat niet, dan mag de werkgever uit betaling van het loon weigeren. Geplakt moet thans wordenvoor mannelijke personen van 14 tot 18 jaar 40 cents-, van -18 tot 21 jaar 50 cents- en boven 21 jaar 60 cents-zegels; voor vrouwelijke personen van 14 tot 21 jaar 40 cents- en boven 21 jaar 50 cents-zegels. Het bedrag van het rentezegel mag in geen geval van het loon worden afgehouden. Een arbeidsovereenkomst, waarbij dit wordt ontdoken, heeft geen rechts geldig heid. De rechten, die de Invaliditeitswet aan de arbeiders verstrekt, zijn de volgende 1 het reeds genoemde recht op behan deling ter voorkoming van invaliditeit; 2. de Invaliditeitsrente3. de weduwen- rente 4. de weezenrente en 5 de ouder domsrente. Wat het onder 1 omschrevene betreft, dé artikelen 99 en 100 der Wet geven hiervan aan, wat gedaan kan worden (genees- en heelkundige behandeling, opname in sanatoria, enz.). Wanneer echter de arbeider getoond heeft, niet voldoende belang te stellen in het werk van de Bank, kan behandeling volgens deze artikelen worden geweigerd. Of dit sociaal gedacht is, daarover zal spr. het thans niet hebben. In elk geval is het zaak, dat de arbeiders toonen, de voor deelen, welke deze Wet biedt, te waar- deeren, door bijv. in die tijden, dat zij niet in loondienst zijn, zegels te blijven plakken van 25 cent. Wie voor rekening van den Raad van Arbeid meent te kunnen worden opge nomen, dient vóór tot deze opname wordt overgegaan, de R. v. A. hier van in kennis te stellen. Is men eenmaal opgenomen, dan kan den R. v. A. geen invloed meer op de behandeling uitoefenen. De eisch van de voorafgaande inkennis- stelling is zeer uitdrukkelijk in de Wet gesteld en hieraan dient dus streng de hand te worden gehouden. Men denke hier dus aan en gebruike desnoods in spoedgevallen de telefoon. Want het hier bedoelde recht heeft groote beteekenis, hetgeen blijkt, als men weet, dat vanaf 3 December 1919 tot 1 December 1929 in ons land 32.565 behandelingen ex art. 99 en 100 werden verleend. Tot 1 Januari 1929 waren hiervoor bij den R. v. A. te Hoorn ingediend 1022 aanvragen, waar van 366 werden toegekend, terwijl dit bij den R. v. A. te Alkmaar bedroeg: inge diend 1524, toegekend 824. Spr. gaat hierna over tot behandeling der Invaliditeitsrente. Het bedrag hiervan is nog laag de Wet is nu eenmaal niet anders maar het wordt toch succes sievelijk hooger. Artikel 71 geeft wanneer noodig den verzekerde, die 150 zegels in rekening kan brengen, recht op blijvende Invaliditeitsrente. Deze gaat direct in, in tegenstelling met de tijdelijke Invalidi teitsrente, die pas na een half jaar intreedt (hierin zal, na de invoering der Ziektewet zijn voorzien, wijl deze juist op 26 weken Ziekteverzekering recht geeft). Artikel 72 geeft aan, wanneer men Invalide wordt (d.w.z. wanneer men minder dan een derde van het normale loon van een normaal arbeider in hetzelfde vak verdient). Hier is dus het principe der Wet aanwezig, al kan de rerite zéér laag zijn. Nogmaals wordt er hierbij op aan gedrongen, steeds zegels, al is het maar van 25 cents, te blijven plakken, want de regelmaat in het plakken biedt steeds voordeel, hetgeen met voorbeelden wordt geïllustreerd. Men hale toch uit de Wet, wat er in zit. Wanneer men bijv. kort bij de 65 jaar oud is, kan het zijn, dat de Invaliditeits rente hooger is, dan de Ouderdomsrente zal zijn, Men vrage dan Invaliditeits rente aan. Wat de Weduwen-rente betreft, hierop kan men recht laten gelden, als de man komt te sterven en de weduwe zelf inva lide is, terwijl er 40 zegels op de kaart zijn geplaatst. Niet-invalide zijnde, ont vangt de weduwe de weduwen-rente op 60-jarigen leeftijd. Van meer belang is de Weezen-rente. Die kan zoowel bij het overlijden van de moeder (kostwinster) als van den vader worden verleend. Ook hiervoor geldt de norm van 40 rentezegels. Weezen-rente geldt ook voor nog ongeboren kinderen van den verzekerde. De ouderdoms-rente. Om hierop recht te kunnen laten gelden, waren 435 rente zegels noodig. Artikel 373 der Wet is echter gewijzigd en wel in zéér gunstigen zin. Het aantal verzekerden in dit rayon dat, wegens het ontbreken van het be- noodigde aantal zegels tot 1 Januari 1929 voorde Ouderdomswet moest wordenafge- wezen, bedroeg dan ook nog 194, terwijl dit thans, na de wetswijziging slechts 50 meer is. Spr. geeft verder nog eenige cijfers over het aantal en het bedrag der loopende renten in ons land. Dit bedroeg op 1 Ja nuari 1929: Invaliditeitsrenten 25.323 tot een bedrag van ruim 3-9 millioen, ouder domsrenten 78.459 met een totaal bedrag van ruim 11.7 millioen, weduwenrenten 13.979 met ruim 2.4 millioen en weezen- renten 11.549 met ruim 2 millioen gulden. Er is dus reeds ruim 20 millioen guldens per jaar door de Invaliditeitswet in het belang der arbeiders gewrocht. Dat is de eerste steen voor het gebouw der sociale hervorming. Er dieilt aan dit gebouw eohter te worden voortgebouwd. Spr. waarschuwt daarna de arbeiders, die later patroon mochten worden, vooral geen vervallenverklaring van premie betaling aan te vragen. Is eenmaal die vervallenverklaring toegestaan en zouden zij dan later weer arbeider worden, dan kan de Wet hierin voor hen niet meer voorzien. Houdt dus de kaart bij of geeft in elk geval jaarlijks de reden voor niet- plakken op. Ten slotte wijdt spr. nog een woord van groote waardeering aan het pas overleden Kamerlid Sannes, de man die de brug heeft geslagen tusschen de ver plichte Verzekering en het Staatspensioen en die steeds zooveel voor de Ouderdoms verzorging heeft gedaan. Spr. is er van overtuigd, dat minister Verschuur, die uit de practijk der sociale verzekering in de regeering is gekomen, mede onder den invloed van Sannes' woord heeft ge sproken, toen hij de toezegging deed een brug te wilen zoeken, om de klove die tusschen de verplichte Verzekering en het Staatspensioen gaapt, te overspannen. En wanneer eens eene betere Ouderdoms- voorzien verkregen zal zijn, zal Sannes daarbij nog meermalen in herinnering zijn gebracht. Het is de taak der moderne Arbeidersbeweging, de pogingen, welke tot verbetering kunnen leiden, waar mo gelijk, te steunen. (Applaus). Nadat de gelegenheid tot het stellen van vragen is opengesteld, waarvan door enkelen gebruik wordt gemaakt en deze door spr. zijn beantwoord, sluit de Voor zitter, onder dank aan den heer Van der Vall voor diens heldere uiteenzetting, de vergadering. CHR. SCHOOL DEN OEVER. Ouder-avond. Op 30 Jan. a.s. zal in een der lokalen van de ohr. school een ouderavond wor den gehouden. Wjj hopen hierover bin nenkort nadere bijzonderheden te kun nen publiceeren. Bouw vierde lokaal. De bouw van het vierde leslokaal vor dert reeds en binnenkort kunnen de klassen, die nu nog tijdelijk in het Chr. tehuis ondergebracht zijn, het nieuwe lokaal betrekken. Loop der bevolking over 1929. Bevolking op 1 Januari 1929 4510 Geboren 116 Gevestigd 888 Totale vermeerdering 1004 5514 38 444 Overleden Vertrokken Totale vermindering Bevolking op 31 December 1929 5032 482 Het aantal in de gemeente in 1929 vol trokken huwelijken bedroeg 50. Gedurende het jaar 1929 zijn 80 bouw vergunningen verleend. Door bouw en verbouw is de woningvoorraad gedurende dat jaar 109 woningen vermeerderd. Burgerlijke Stand van Wieringen over December 1929. GEBOREN: Grietje, d.v. J. Wigbout en M. Wiegman. Nicolaas Hendrik, z. v. W. H. Klos en D. E. Luijt Johanna Wil- helmina, d. v. G. H. Rasch en M. Balvers. Geert, z.v. A. Oosting en T. Hooiveld. Jannetje Anna Maria, d.v. J. Kejj en C. Soomers. Janny, d. v. M. Deutekom en r! Goos. Jan, z. v. J. Drenth ew G. Hummel GETROUWD: A. Tieks en A. KuiPer' J. Lont en M. Mulder. OVERLEDEN: E. Dekker, oud 71 ia. ren, weduwnaar v. E. Mulder. S. M. Dujjn oud 54 jaren, echtgenoote van W. J. Haaf. akker. T. Vorver, oud 69 jaren, weduWe van A. Dijkshoorn. (Te Alkmaar) D. Mul der, oud 38 jaren, echtgenoot v. G. Rujjter. Het aantal consenten voor de kustvis- scherjj, dat afgegeven is gedurende het jaar 1929, bedraagt 242. Het aantal sollicitanten naar de betrek- king van bode-concierge bij het raadhuis bedraagt 40, waarvan 31 Wieringer inge zetenen en 9 van buiten de gemeente. Loop der bevolking over December. Ingekomen perso nen: Mej. A. P. Schuijff van Alkmaar; B. A. Bons en gezin van Sliedrecht; D. j. p, Legro van Wonseradeel; H. Oosterbeek van Medemblik; P. Bok en gezin van Den Helder; Joh. Kieft en gezin van Alkmaar; C. Rosmolen en gezin van Zierikzee; E, Lont geb. Dekker van Callantsoog; j, Wouda en gezin van Medemblik; B. Klip en gezin van Zwjjndrecht; N. Lont van Anna Paulowna; A. Kinper en gezin van Den Helder; S. D. Jolis van Amsterdam; L. D. Koop geb. Bergonje van Den Haag; E. van der Schaar geb. Heslinga van Me- naldumadeel; J. Smit van Barsingerhorn; P. Kieft van Zuid- en Noord-Schermer; J. Huitema en echtgenoote van Medem blik; L. Nieuwenburg en gezin van Har- lingen; A. Roos van Harlingen; P. Mosk en gezin van Den Helder; P. J. Venema en gezin van Amsterdam; A. B. Mast en gezin van Amsterdam; A. J. Weidema geb. Kramer van Alkmaar. Vertrokken personen: B. J. Drenth en gezin naar Medemblik; Mej. K. Plagmeljer naar Middelstum; J, A. van Housselt naar Stompwljk; A. Rot tier naar Vlissingen; I. Loer naar Delfzijl; J. van Ham naar Oosterwljk; W. Numan en gezin naar Medemblik; Joh. Uijtenm] en gezin naar Utrecht; L. Schepers gezin naar Velsen; J. de Vries naar Em- men; C. Botter geb. Zomerdijk naar Heem stede; G. Korthuis naar Gieten; A. J. H. Keppel naar Wieringerwaard; C. Theunen en gezin naar Putte; A. Moes naar Em- men; A. Mimderhoud naar Wonseradeel; J. A. Balhan en gezin naar Amsterdam; J. Fa.ber en gezin naar Tietjerksteradeel; H. Verbiest en gezin naar Woensdrecht. GYSBERT JAPIXC VAN DEN HELDER TE SKAGEN. Snjeon to-joun halde de krite »Skagen« hjar twadde bütengewoane gearkomste. Sa as det njunkelytsen gewoante wirdeii is, kaemen de lansljue üt Den Helder nei üs ta. De hear Jensma, de foarsitter, hjitte ien syn iepeningswird de minsken hertelik wolkom, in 't bisünder de ljue üt Den Helder fensels. Het docht mij, sa sei de foarsitter, great nochte det sa folie ljue oan üs oproping. om joun hjir te kommen foldien hawwe. Ik ljean en hoapje det hja ien mooie joun hawwe meie. Dü wier 't wird oan Den Helder. Hjar fierden op »Ho alder ho gekker». Nou hjer it wier wirk det sjoan mocht wirde. Jonge, jonge hwet hawwe de öanwêzigen ien plesier lioan. Laitsje, minsken om de setten fen de twa filde frijers, né we hawwe-shodde. Nou witte we allegearre det de fynste setten net ta hjar rjucbt komme as er net güd spielje wirdt. Det er nou san plesier ien seal wier, kaeffl troch it beste wirk det Den Helder leverje. Wij wolle net ien spieier ien 't bisunder neamme, went dfin mochten we ien forjiW en det scoe üs spiitte, mar det moat üs fen 't herteDen Helder kin grutsk wêzze op siin toanielclub. Ta oansteanda jier Gysbert Japicx! De boun toscken »Skagen« en »jDen Helder« is nocbs stiiviger wirden en de krite »Skagen' kean del sjen op skitterende joun. Walingom van de krite „Sckagen". -o-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 10