T Het vertrek van Hr. Ms. Kortenaer. TWEEDE EN LAATSTE BLAD STADSNIEUWS. «ooKe/'s/ VAN DONDERDAG 16 JANUARI 1930 Vervroegd vertrek van Hr. Ms. „Van Galen". Goede reis. Als het vaderland roept EXTRA VERZENDING NAAB CURACAO. Me* Hr. Ma „Van Galen". Op 18 Januari a.s. zal met Hr. Ms. tor pedojager „Van Galen" een extra-brieven maal worden verzonden naar Curagao. Om in deze zending te worden opgeno men moeten de stukken voorzien zijn van twee elkaar kruisende strepen, getrok ken over de gaheele adreszijde. Laatste buslichting aan het hoofdkantoor Zater dag 18 Januari te 9.30, aangeteekende stukken tot 9 uur; stadsbussen 1ste lich ting. VIERDE MARINE-OON CERT. A.s. Woensdagavond heeft wederom een concert plaats van de Stafmuziek Kon. Marine. Het is de vijfde symphonie van Beethoven, welke de heer Leistikow op het programma van dit concert heeft geplaatst. Deze vijfde symphonie is ook bij vroegere gelegenheden al eens ge geven; het is één van de bekoorlijkste werken van den meester, en zij staat bekend als de Pastorale of Herders ym- phonie. Beethoven schetst hierin allerlei gevoelens, welke den mensch bekruipen bij het beluisteren der natuurgeluiden. Beethoven zelf Doemt het eerste gedeelte »het ontwaken van aangename gewaar wordingen bij de aankomst op het land*. Het eenvoudig lied der schalmei, de wijd- weerklinkende toon van den alpenhoorn brengen ons op het veld, in den zomeï. De echo herhaalt, nu eens zacht, dan harder, de tonen. De toehoorder waant zich in de bloemrijke weiden en voelt zich gelukkig. Aan een beek vestigt Beethoven den blik op het zuivere blauw des hemels boven hem en de bonte bloemen rondom hem. Het onophoudelijk geruisch en gewiegel der golven is in een verbazenden rijkdom van tonen, door blaas- en strijkinstrumenten heerlijk uit gedrukt. Hier en daar klinkt een lieflijke melodie op, maar bovenal hoort men het gezang der vogels; de stem van den wachtel, de trillende toon van den op stijgenden leeuwerik, het gezang van den nachtegaal, het geroep van den koekoek. En in een lieflijk scherzo drukt de com ponist zijn gevoelens van welbehagen uit. Maar een onweer komt opzettenmen hoort het gesis der bliksemstralen, het geplas van den nederdalenden regen, het gehuil van den storm door de wouden en kloven. Het trekt evenwel spoedig voorbij en sterft met zacht geluld der pauken uit. Weldra vernemen wij weder de wel luidende tonen van den alpenhoorn, die in de laatste afdeeling ons tot het einde toe blijven vergezellen als vertolkers van dankbare gevoelens na het onweer. Dat is in het kort de inhoud van de Pastorale, deze lieflijkste aller sympho- nieën, en ongetwijfeld zal zij in den smaak vallen der aanwezigen. Na de pauze krijgen we Russische mu ziek van Liadow eii Borodin (deze laatste eveneens reeds vroeger vertolkt), alsmede een door den heer Leistikow bewerkte zetting van een drietal liederen van Mann. Gottfried Mann was een der meest be- teekenende Nederlandsche componisten, en vooral zijn liederen zijn bekend als zeer bekoorlijk. De heer Leistikow heeft een drietal voor orkest gearrangeerd. CENTRAAL GENOOTSCHAP VOOR KIN DER VACANTILKOLONIES. Gisterenavond 8 uur vergaderde het bestuur van de afdeeling Den Helder van bovengenoemd Genootschap in het Mili tair Tehuis in de Spoorstraat. Aanwezig waren Dr. Rienks, voorzitter, de heer van Heusden, secretaris, Mej. E. 8. Held, penningmeesteresse, leden en de heer van Pappelendam, voorzitter van het M.S.E., als belangstellende. De voorzitter opende de vergadering en heette de aanwezigen welkom, waarna de secretaris de notulen van de vorige vergadering voorlas, die onveranderd werden goedgekeurd. Hierna las de secretaris het jaarverslag over 1929 voor, waaraan wij het volgende ontleenen Van 1928 bleven in verpleging 4 kinde ren 1 tot 16 Januari, 1 tot 16 Maart en 2 tot 16 April. In 1929 werden voorts uitgezonden 10 kinderen, waarvan 1 in Rivierhuis te De Steeg en de anderen naar het Boschhuis te Nunspeet. Het totaal aantal verpleegdagen klom beduidend boven het hoogst tot nu toe behaalde getal, n.1.1919, (vorig jaar 1467). Dit aantal zou nog veel grooter hebben kunnen zijn. ware het niet dat door het alastrim-gevaar de tomeruitzending ver schoven is, na 1 Juli is er niet meer uit gezonden. Voor de kas beschouwd, was dit wel goed, want de uitzending kost geld en als de kas nu maar goed gevuld werd, was dit zoo erg niet. Uit de notulen van de vorige jaarver gadering beeft men kunnen vernemen, van toezegging om geld aan te dragen, maarvele mijlen leggen tusschen doen en zeggen." Buitenkansjes zijn er niet geweest, ont vangsten van Jaap-met-de-koek, gingen door het veto van het Gemeentebestuur teniet, daar tegenover staat als verguldsel voor de bittere pil een kleine verhooging van de subsidie. De samenwerking met bet Marine- Sanatoriumfonds is uitstekend te noemen. Na behandeling van eenige meer intieme kwesties eindigt het verslag met een op wekking voor: ruime ledenwerving, een spiedend oog' en luisterend oor naar toe vallige bronnen van inkomsten, benevens als het kan het vormen van een reserve van helpsters voor geldinzamelingen en kindergeleide. Punt 3 omvatte het vaststellen van de contributie aan de Algemeene Kas, deze blijft gehandhaafd op f 10. De aftredende dames Spruit en Schreu' der worden herbenoemd. Als afgevaardigde naar de algemeene vergadering wordt de heer van Heusden benoemd. Aan het verslag van de penning meesteresse ontleenen wij het volgende 1929 Debet. In kas f 2.686.18 Rente 1928 70.87 Bijdrage ouders 61.70 Bijdrage Gemeente over 1929 en 1928 1.400.- Bijdrage particulieren Contributie 150.15 Vereenigingen 150.— M. S. F. 1.797.48 D iversen 4.— f 6.810.88 8.471.18 Credit. Verpleegkosten 1 2.714.85 Vracht- en reiskosten 141.74 Onkosten uitzending Algem. kosten 70.99 Onvoorzien 1.59 Oontributie hoofdbest. 10.— Rekening-courant H.B. 582.01 Kassaldo f 2.889.20. De kosten van uitzending waren nihil dank zij de medewerking van het Bur gerlijk Armbestuur en Dorcas. Het aantal leden bedroeg ©p 1 Januari 1929 139 en op 31 December 130, Door twee der aanwezigen werden de boeken en bescheiden onderzocht en in orde bevonden, waarop de penning meesteresse gedechargeerd werd voor haar beheer. Niets meer aan de orde zijnde, werd de vergadering onder dankzegging door den voorzitter gesloten. Zooals alle vereenigingen op liefdadig gebied, kan dit genootschap steeds geld gebruiken. Een zeker koning heeft eens gezegd, dat er voor oorlog voeren drie dingen noodig waren, geld, geld en nog eens geld, en voor het doel van deze ver- eeniging is het precies eender. Doch dit doel staat lijnrecht tegenover het andere, het eene beoogt levens te vernietigen, het andere levens te redden. De kinderen van arme ouders, uit de achterbuurten, die steeds in hun bedompte omgeving leven, worden door de ver- eeniging naar buiten gebracht, naar de gezondheid, in de vrije natuur. Zoodoende worden talrijke kinderen sterk en gezond gemaakt, en bij Velen de kiemen der t.b.c. onderdrukt. Wanneer zij dan terugkomen naar hun huis, zien zij er blozend en stevig uit, maar zoovele kinderen moeten nog achter blijven. Om ook hen naar buiten te kun nen sturen zijn «slechts* de drie dingen noodig, die hierboven genoemd zijn, en degene die een gave geeft, draagt het zijne er toe bij om hen hierin te kunnen laten deelen. De penningmeesteresse, mej. E. S. Held, Singel 51, neemt bedragen gaarne in ontvangst. VEREEN. VAN NED. HUISVROUWEN. Lezing mevr. Wegen er Sleeswflk. Dubbel is het gertQt met Wybert-tabletten, de keel Is tegen ontsteking be de adem zuiver1 Gisterenmiddag trad voor de afdeeling /Den Helder van de Ver. v. Ned. Huisvrou wen in het Alg. Mil. Tehuis, Spoorstraat, als spreekster op Mevr. Weg ener Slees- wijkvan Balen Blanken uit Schagerbrug met als onderwerp „De Vrouw en het hedendaagsche Huwelijksprobleem". Er was voor deze lezing groote belangstelling; de zaal van het Militair Tehuis was goed gevuld. Mevr. Dekker—Klik, de voorzitster der afdeeling, bracht den aanwezigen op deze eerste bijeenkomst van het Nieuwe jaar den traditioneelen Nieuwjaarsgroet. Spr. sprak in de allereerste plaats een wel komstwoord tot de Wieringer dames, die hier tegenwoordig waren en gaf daarna het woord aan de spreekster van dezen middag. In alle beschaafde landen, aldus Mevr. Sleeswijk, verschijnen op het oogenblik boeken, die ons een inzicht trachten te .geven in huwelijksnormen, die van' de ge wone afwijken. En telkens dringt zich daarbij de vraag op: is dit een algemeene gedachte of is het slechts de schrijver, die aan het woord is? In Duitschlanid hebben we Graaf Hermann Keyserling's „Das Ehebuch", ook in Jo van Ammers— Küller's „Tantalus" genoemd. Het huwe lijksprobleem is hierin door een aantal vooraanstaande mannen, dichters, weten- schappelijken, etc. behandeld. Het huwe lijk wordt hier erkend als een twee-een heid, welker beide elementen zich niet ln elkander opia Rusland geeft ons „de Man-Kameraad" van Alexandra Kolontaj, de sovjet-gezante. Amerika de werken van rechter Lindsey. Ons land heeft Jo van AmmersKüller en Famke, die het probleem behandelen. Moeten wij onze denkbeelden omtrent het huwelijk herzien? Moeten wij zorgen, dat onze wetgeving zich aanpast aan nieu we toestanden? Mevrouw Kolontaj heeft met groot talent en durf de toestanden in Rusland behan deld, maar het standpunt der vrouw brengt daar de gemoedeeren niet meer in beweging. Het huwelijk is daar een volkomen vrije verbintenis; het burgerlijk huwelijk bestaat naast het vrije; het wordt gemakkelijk gesloten, en even gemakkelijk ontbonden, tenminste bij kinderlooze hu welijken. Anders is een overeenkomst noodig tusschen beide partijen. Zeer druk wordt van deze faciliteiten gebruik ge maakt, het aantal huwelijken is groot, maar ook de echtscheidingen. Uitvoerig staat spr. stil bij het huwelijk in de Sovjet-republiek; een somber beelc hangt zij op (aan de hand van het bespre ken boek) van den toestand van het kinc uit het vrije huwelijk ontsproten. Uitdrukkelijk wijst spr. er op, dat wat Lindsey in zijn werken wil, niets te maken heeft met het communistisch huwelijk. Onder „huwelijk in kameraadschap" ver staat hij de gesanctionneerde vrije samen leving, voor zoover zij kinderloos blijft. Lindsey ontmoet veel tegenwerking, o. a, ook van de kerken, Lindsey heeft zijn boek evenwel niet uit een opwelling ge schreven. Het Russische stelsel is: blijf elkaar trouw zoolang gij van elkaar houdt. Of er kinderen komem doet er niet toe: dat geen schande. Het Amerikaansche stelsel is: trouw, maar zorg, dat gij kinderloos blijft. Hoe is het in ons land? Zou het waar zijn, dat zooveel jonge werkende vrouwen onwettig samenleven met een mam, omdat de verhoudingen een huwelijk niet toe laten? Heisas, het ls waar: werkgevers en medici erkennen het. En hoe staat het met de jeugd? Dat hangt af van de omgeving: in de groote steden is het ln dit opzicht het ergst eni de Haagsohe jeugd staat wel aan de spits van bederf en vroegrijpheid Met enkele voorbeelden toont spr. dat ann. Hoe komt het toch, vraagt spr.. dat dit vraagstuk den laatsten tijd zoo naar voren is gekomen? Het valt samen met, de erken ning van de volkomen gelijkwaardigheid der vrouw. In Duitschland en Frankrijk is men in dit opzicht nog niet zoo ver als bij ons. Tal van typen van vrouwen zijn door dezen veranderden toestand aan het uitsterven. Maar daartegenover staat een (andere, gevaarlijke leus: het zich uitleven. Hoe deze strooming in goede bedding te krijgen? De Russische norm is te veroor- deelen doordat hij het kind onrecht aan doet. En Lindsey's norm doet onrecht aan Wen hoogsten vorm van het huwelijk: het kinderen krijgen, dat tenslotte toch voor iedere ware vrouw de verwezenlijking is van het liefste huwelijksideaal. In welk opzicht kunnen wij aan dé stroo mingen van dezen tijd dan wél tegemoet komen? Naar spr. meening door een zoo vrij mogelijken omgang ook tusschen onge trouwde mannen en vrouwen. Overal wor den vrouwenclubs opgericht, overal kwij nen de heeren sociëteiten. Zou er niet veel voor te zeggen zijn als er gemengde clubs kwamen, waar manman en vrouwen gele genheid hadden kennis te maken? Maar meer en beter werk zou het mid delbaar onderwijs kunnen doen. Dit onder wijs maakt het vroegrijpe kind van tegen woordig wèl klaar voor de academie, maar niet voor het leven. Wat zou het een zegen zijn als de jeugd meer en bewust gewezen werd op de eeuwi-oude en eeuwig-gelden de beginselen van reinheid en trouw. Prent hen toch in, zonder te preeken, wat het zeggen wil in onzen haastigen, ontrus- tigen tijd met alle eischen van stoffelijke welvaart: illusies hoog te dragen. Waar is de school, die ln de hoogste klasse een praatuurtje op zijn rooster durft nemen, waarbij de jeugd haar inzichten kan toet sen aan die van een hoogstaand mensch? En nu het recht op uitleven als men géhuwd is. Huwelijk Ln kameraadschap in dien zin dus, dat man en vrouw hun eigen leven leven, liever gezegd hun' lusten uit leven, zooals hun dat goeddunkt. Moeten wfl dat in deze tijden aanvaarden, moeten wij ook in dit opzicht onze normen her zien? Neen en nog eens neen! Want hoe dikwijls er ook gezondigd moge worden door velen, In hun, diepste zijn zullen allen moeten erkennen, dat de grond en het wezen van het huwelijk, naast het gevoel van samenihoorigheid moet zijn „de trouw". Zonder trouw zou 't samenleven slechts de vervulling zijn van vervliegende emo ties, een middel tot zinlbevrediging zonder meer; opwinding, die in neerslachtigheid eindigen moet. Men bouwt geen huis zon der cement: een) windstoot en de muren zouden het opgeven. Geen enkel groot geluk kan verkregen worden zonder strijd. Die strijd beteekent in het samenleven van twee menschenzelfbeheersching en trouw. Na de pauze droeg spr. verschillende ge dichten voor van onze allerjongste dichte ressen. Mevr. Dekker sprak een hartelijk woord van dank aan het slot. VOORKOMING VAN AARDAPPEL WRATZIEKTE. De gemeenteraad van Den Helder heeft in zijne vergadering van 10 December 1929 vastgesteld een verordening, hou dende verbod tot het telen van bepaalde soorten aardappelen, ter voorkoming van de wratziekte. Ingevolge do bepalingen van deze ver ordening is het verboden, als eigenaar, huurder of gebruiker van in die gemeen te gelegen gronden, daarop aardappelen e telen, bekend onder den naam van bravo, kampioen, de Wet en bintje. Deze verordening is ln werking ge treden op 12 Januari 19M. Naar'wij vernemen zal Hr. Ms. torpedo jager Van Galen, inplaats van Woensdag 22 Januari, Zaterdag 18 Januari a.s. naar West-Indië vertrekken. De torpedojager zal nog een detache ment van 25 onderofficieren en mariniers meenemen. Voorzorgsmaatregelen ter ge ruststelling. De Haagsche correspondent van het „HbL" meldt: Omtrent het vervroegde vertrek van Hr. Ms. „Van Galen'" vernamen wfl in bevoeg de kringen het volgende: Sedert geruimen tijd reeds ontvingen de autoriteiten, zoowel hier te lande als op Curagao, berichten van bepaalden aard, waaraan echter niet overal die waarde werd gehecht, als degenen die deze berich ten de wereld instuurden wenschten. Toch hebben die berichten, die kennelijk er op wflzen, dat zfl steeds uit dezelfde bron af komstig zijn en die bovendien bedoelen de regeering te waarschuwen voor de onge rustheid, welke er nog steeds op Curagao zou heerschen, bij verscheidene autoritei ten een gewillig oor gevonden. Hoewel men op het Departement van Koloniën weinig geloofswaardigs vond in bovenbe doelde berichten heeft de Regeering toch gemeend maatregelen te moeten nemen. Zooals men weet, bevindt Hr. Ms. „Her tog Hendrik" zich op het oogenblik in de Curacaosche wateren met een totale be manning van 300 koppen. Bovendien be vinden zich op het eiland zelf 135 man politietroepan alsmede 90 mariniers. Cu ragao is dus thans allerminst onbewaakt Nu was reeds besloten om de „Van Galen" naar West-Indië te zenden en de datum van vertrek was vastgesteld op 22 Januari a.s. Op grond evenwel van nieuwe berich ten, bij verschillende autoriteiten binnen gekomen, heeft de Regeering het noodig geoordeeld de „Van Galen" vroeger te la ten vertrekken. Het oorlogsschip vertrekt nu 18 Januari a.s. van Den Helder. Aan boord zullen zich 25 onderofficieren en manschappen inschepen, hetgeen evenwel Zooals wfl reeds hebben medegedeeld in ons nummer van Dinsdag, is de „Kor tenaer" dien dag, 's morgens 11.45 u., naar Oost-Indië vertrokken. Om kwart voor tien stapten wfl1 aan boord van den jager. ,Jk ben van de Heldersche Courant, lk kom voor het vertrek naar Indië". „Maak ons niet ongelukkig," werd ons gezegd, het bleek dat wfl op de „Van Ga len" waren. Gauw een stapje verder ge gaan. Die schepen lijken ook zooveel op elkaar. Aan boord van de „Kortenaer" was natuurlijk groote bedrijvigheid. Manden met komimiesbrooden werden aangedragen, een bouquei bloemen voor een der officieren werd nog aan boord gebracht, een teeken van afscheid, dat echter nog lang bewaard1 zal blijven. Het schip vertrok echter eerst om over elven. Tegen dien tijd stond er een dichte menschenmenigte op de Buitenhaven om het vertrek bfl te wonen. Op uw tocht naar Indië, waar u onze weermacht niet onbelangrijk zult ver sterken, zullen velen in den lande u vol gen. De belangstelling is, zoo men op het havenhoofd kan zien, nu reeds zeer groot. De tocht naar de West heeft nog niet van het schip gevraagd wat er uit moet komen waarvoor het is gebouwd. Hier te lande heeft de „Kortenaeri' be langrijke diensten bewezen, vooral bfl het inschieten van torpedo's. De bemanning, waarvan velen bijna een paar jaar op het schip hebben ge diend, hebben een groote graad van ge oefendheid bereikt en wanneer u in Indië komt, zult u kunnen melden, dat u klaar bent voor den dienst. ik hoop dat ik spondis mag hoeren van uw behouden aankomst ln Indië, waar u een groote aanwinst voor de vloot zal zijn en dat u de eer van onze Marine hoog mag houden. Onze vorstelijke familie heeft steeds getoond groote belangstelling voor onze De eerste van het Jaar die de groote reis naar d» tropen aanvaardde was Hr. Ms. „Kortenaer". Om ongeveer elf uur kwam Zijne Excel lentie Vice-Admiraal L. J. Quant aan boord, vergezeld door den kapitein-luite nant ter zee Coster, den hoofdofficier van den M.S.D. 2e klasse Claassen en zijn ad judant, den luitenant ter zee le klasse D. O. M. Hetterschy. Na de gebruikelijke inspectie verza melde de bemanning zich op het achter dek, waar de admiraal hen ongeveer als volgt toesprak: „Commandant, officieren, onderofficie ren en manschappen, alvorens u order te geven om de haven te verlaten, wensch ik u een goede reis. U gaat naar de tropen, ter versterking van onze zeemacht, en staat onder onmid dellijk bevel van het Ministerie van De fensie. Het tijdstip van uw heengaan in de richting van onzen Oost, en dit keer niet in de richting van onzen West, is ge komen. In het afgeloopen jaar was u steeds gereed om onmiddellijk te vertrekken, imede daardoor is gezorgd, dat die Marine in ons land, wat men noemt, een goede pers heeft. Marine te hebben en ik verzoek u uiting te geven aan de gevoelens van dankbaar heid voor onze Koningin met een drie werf hoera!" De fotografen hadden druk werk, doch zij zaten te mopperen op de zon, die in het water glinsterde, en goede opnamen onmogelijk maakte, zij konden letterlijk de zon niet in het water zien schijnen. De admiraal nam hierna afscheid van de officieren en verliet den bodem, zijn vlag werd gestreken en de wimpel ge>- heschen. De „Assistent'* maakte op den boeg vast en langzaam maakte het schip zich van den wal los. Aan het einde van de haven stond de stafmuziek opgesteld en onder de tonen van het volkslied en een marsch stoomde de „Kortenaer" de haven uit. Een hoezee van de bemanning weer- konk nog. Op de ree voeren de „Z 5" en „Z 6". De Kortenaer" zette er direct flink den gang in en was spoedig uit het oog verdwenen. Na een week getrouwd te zijn neemt Janmaat afscheid van zijn jeugdig vrouwtje

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 5