Voor de Kinderen VOOR DE VROUWEN. WAAR LEGT DE PALING HAAR EIEREN. Midden In den Atlanttecben Oceaan. Men had zich lang afgevraagd waar de paling haar eieren legt: totdat een Deensch geleerde de heer Johs. Sdhmidt ontdekte, dat deze in zoet water levende viaoh nawr de zee zwemt om daar de eieren te leggen. De kleine pas uit het ei gekomen palinkjes, die niet van zout water houden, zijn genoodzaakt den lan- fen weg naar de Buropeesche of Ameri- aansche rivieren af te leggen, waar ze hun verder leven wenschen door te bren gen. Een jonge Amerikaansche, mevrouw Marie Poland Fisch, heeft onlangs naar de New-York Herald mededeelt, de ont dekking van den heer Schmidt bevestigd. Zij heeft zich den afgeloopen zomer aan gesloten bij de expeditie William Beebe naar het middendeel van den Atlantisohen Oceaan, bekend door de vele algen en andere planten. Mrs. Fisch heeft er met een fijn net met heel kleine mazen een groote hoe veelheid eieren opgehaald, van nauwe lijks 8 millimeter grootte. Ze heeft ze laten uitbroeden en er kwamen kleine doorschijnende puit-aatjes uit, die zich verder hebben ontwikkeld. De heer Schmidt heeft dus gelijk ge had. De palingen gaan hun eieren in de zee leggen in de algen die er op den bo dem groeien. B. HOE ZIET DE WERELD ER TEGENWOORDIG UIT T What ia In a Name? De koning van Spanje laat zich te Bel grado vertegenwoordigen door Don Gil Europe Nouvelle. De volbloedige mensch. Een normaal mensch kan zonder be zwaar 800 a 400 kub. cM. bloed missen (ongeveer een halven liter). Wiener Med. Wochenschrift. Het moeilijke Japansch. Zeer weinig goed opgevoede Japanee- zen, kunnen eenige regels in hun eigen taal schrijven zonder fouten, tenzij ze een woordenboek raadplegen. Times. Belasting-wee. Volgens de laatste statistieken wordt in Engeland ongeveer 250 belasting per jaar en per hoofd der bevolking betaald. Li 1Ö14 bedroeg dit cijfer slechts 42.50. Daily Mail. Een vrouwelijke fabriek. Te Loughborough is een machinefa briek opgericht, die uitsluitend door vrou wen wordt beheerd en gedreven. Het ini tiatief daartoe is genomen door enkele vrouwelijke ingenieurs, die gedurende de oorlogsjaren de noodige ondervinding opdeden op dit gebied, doch thans geen werk meer hadden. Het bedrijf staat ge heel op coöperatieven grondslag; het kan toorpersoneel en de arbeidsters hebben allen medezeggingschap in het beheer. De vrouw en haar huis. De Pers en de Wereldvrede. Het is de taak van de pers, die de spreektrompet van de beschaving is, om haar stem te doen hooren ter bevordering van den vooruitgang van het menschdom. Elke vrede, die gesloten wordt, moet een rechtvaardige vrede zijn, opdat de volken niet alleen den vrede kunnen overleven, doch er ook naar streven om het begin sel van het recht en de rechtvaardigheid overal toe te passen. De goede pers, kan de naties helpen om de zware lasten van de bewapening ter zijde te werpen,, en te streven naar dat begrijpen, dat de ware waarborg is voor den vrede! President Harding. Te geleerde dokters. Wanneer de splitsing van de genees kundige wetenschap in steeds meer vak ken blijft dooi-gaan en elk vak wordt ver tegenwoordigd door een hoogleeraar, die bijna steeds ook een examinator wil zijn, dan wordt langzamerhand het hoofd van een student volgepropt met velerlei ken nis, van ongetwijfeld belangrijke zaken, maar rijst de vraag of de student van nu en morgen zooveel beter voor zijn taak wordt voorbereid, dan de student van gis teren en eergisteren, die in zijn studietijd met minder vakken en vooral met minder professoren te doen had, om van lectoren, privaatdocenten en cursus gevende as sistenten te zwijgen. Prof. Bijhof. De flsraajoor op Atjeh. Ik had niet veel medepassagiers; alleen zat er een majoor in den trein, die zeker op inspectie ging, dat schijnt in Atjeh dB eenige afwisseling in den militairen dienst te zijn voor de hoogere Oomes. Overigens zorgden de officieren goed voor elkaar hier, dat moet gezegd worden, want toen het 's middags braaf warm be gon te worden, en ik gaarne een riks neergelegd zou hebben voor een koelen dronk, zag je aan ieder stationnetje, waar bezetting lag en de trein stilhield, dezelf de optocht, n.1. een luitenant of kapitein, met bij zich een huisjongen, die onver anderlijk een presenteerblad droeg, waar op den majoor een ijskoude whlsky-soda weid aangeboden; de damp sloeg er af. Dan ging de bel weer, de officier salueer de, de majoor met zijn ijsbuik zonk weer in de kussens terug, en vertoonde pas weer teekenen van loven wanneer een volgende garnizoensplaats genaderd "w©rd» Atjehsche reisbrief. Znfd-Alrtka en Nederland. Tog sou mens by insien van die koe rante van Holland dit kom daar amper nie op aan wélke nie en veral as mens nagaan dlo wyse waarop dié koerante hul by voorkeur uit Suid-afrika laat „voor lig", geen ander indruk behou dan dat die Unie vandag geregeer word deur 'n spul verraalers teen wil en dank van minstens driekwart van sy verdrukte blanke Inwo ners! Dit is verkeerd! En ons wou hier aan die pers van Nederland in alle be- skeldenheld beduie, dat hul Insig op baio skromelike wyse vergis. Ons het gfm^ dat die laatste verkiesing voldoende sou gewees 't om hul 'n bootje te ontnugter van die nasionalistiese rebellie-roes waar in hul gedurende die oorlog geswelg het met opsig tot alles wat Suid-Afrika aan- betref, maar dit skyn of huls ïnsig deur hul uitsluitend nasionalistiese korrespon- dente In die Unie eenvoudig 'n rad voor die ooge laat draal. Ons het nie gedag dat soiete mét die origens taamlik nugtere pers van Holland molik was, nie, maar dit is die enigste verklaring wat ons kan vinde, vir hul voortdurend hopeloos be vooroordeelde insigte oor Suid-Afrikaan- sohe mense en dinge. Beste jongens en meisjes! Wat hebben jullie een massa eigen gemaakte raadsels ingestuurd. Van som migen ontving ik zelfs drie raadsels tege lijk. Dank je wel hoor, ik vind het aardig, dat jullie zoo je best doen. Maar nu zal het natuurlijk wel gebeuren, dat je raad sel niet zoo gauw in de krant komt, omdat ik er nu al heel wat in voorraad heb, wel voor maanden. Dat is ook de oorzaak, dat jouw ingezonden raadsel, nog niet ge plaatst ls, Annie v. d. B. Wat heb je nu je oplossing weer aardig op rijm gezet Je ziet hieronder wel, dlat je goede voor- beeld, goed volgen doet, want ik heb deze week weer eenige oplossingen op rijm ontvangen. Daarbij was er een van Kil. J. St., die er in zegt, dat hij de raad sels te moeilijk vindt. Is dat nu zoo, jon gens en meisjes? Zijn er wel meer jon gens en meisjes van 8 jaar, die ze niet op kunnen lossen, omdat ze te [moeilijk zijn? Ik kan het me bijna niet indienken, maar schrijf jullie het maar eens. Je moet natuurlijk je best doen bij het oplossen, want als het zoo gemakkelijk was, dat je er niet over te denken had, nu, dan was er ook niet veel aardigheid aan. En lk denk dan ook, als Klaas, die de raadsels zoo netjes op rijm op kan lossen, er een kwartiertje langer aan besteecldle, dat hij ze zeker zou vinden. Probeer het nog maar eens, Klaas. Jan A. Ja, Jan, ik vind het erg leuk, hoor, als je een briefje schrijft. En je mag ook wel eens wat schrijven over school of over 'n vaoantierelsje dat je wel eens gemaakt hebt, of over jullie poes, als je die hebt, of over een spelletje dat je gespeeld hebt, of andere pleziertjes. En als ik het dan leuk voor het Juttertje vind, dan zet lk bet er in. Dat mogen jullie allemaal doen, hoor, raadselvrlendjes en vriendinnetjes. Piet S. Dat is jammer, Piet, dat je het eerste raadsel den vorigen keer niet ge zien hebt. Ik kan het natuurlijk niet goed rekenen. Maar wellicht ben je een vol gende maand gelukkiger. Het kwam ze ker omdat je ziek was. Ben je nu alweer beter. Met h et mooie weer zal je wel weer gauw opknappen denk ik. Nu, het beste hoor! Klaas Johanne# Stadtman. Van Galenstraat n. oud 8 jaar. ZOO'N klein gansje. Marieke speelde wat met haar poppen en haar wagen op het stoepje voor het huis en in de gang. Ze keek telkens uit of ze Jaap al aan zag komen. Wat duurde die school toch altijd lang. Marieke kon er nog maar niet goed aan wennen, dat ze nu steeds alleen moest spelen, nu Jaap naar school ging en was altijd dol-blij, als ze Jaap om de hoek van de straat zag ver schijnen. Dan mocht ze hem even tege moet loopen van Moeder, maar anders moest ze steeds vlak bij huls blijven spelen, daar Moeder veel te bang was, dat haar klein Zonneschijntje verder zou loopen en verdwalen zou. Hè, wat duurde die school vandaag toch lang! En het was niets geen prettig weer ook. Zoo guur en telkens regenbuien. Dan vluohtte Marieke gauw in het gangetje en legde haar manteltje en hoedje weer even af, tot het droog was en ze weer met haar poppenkinderen kon gaan wandelen. Plotseling echter kwam er een aange name afleiding. Er kwam een man met een aapje. Toch zoo'n schattig aapje met smeekende bedroefde oogjes, dat Marieke hem dadelijk haar koekje gaf, dat ze zui nig voor een poppenmaaltijd gespaard had. De man liet de aap in de goot klim men, kopje duikelen en netjes zijn petje afnemen. Daarna ging hij met zijn pet rond en ontving heel wat centen van men- sohen en kinderen, die hadden staan kijken. Doinme Marieke begreep niet, dat ze Moeder ook een cent had moeten vra gen- Ze vergat zelfs heelemaal Moeder te gaan vertellen, dat er iets bijzonders ge beurde, zóó verdiept was ze in het kijken naar het aapje met de smeekende oogjes. Toen de man verder ging, liep Marieke een eindje mee. Weer bewonderde ze de kunstjes van het diertje, weer zag ze hoe de man geld ophaalde en.... weer liep ze mee, toen de man zijn weg vervolgde. Jullie begrijpt wel, wat er verder ge beurde. Toen Marieke eindelijk genoeg naar de kunstjes gekeken had, kwam ze tot de ontdekking, dat ze ergens was, waar alles haar onbekend voorkwam. Angstig ging ze op de stoep van een groot huis zitten en rillend kroop ze in elkaar, want Marieke had vergeten haar manteltje en mutsje weer aan te doen, toen de man met het aapje kwam. Wat was het hier een groote, drukke straatl Fietsen en auto's vlogen voorbij. En wat liepen alle menschen haastig! Alle fabrieken en kantoren gingen uit en iedereen haastte zich naar huis, naar de warme kachel en een gezellig maal Marie ke keek angstig vragend omhoog of er bij al die gezichten niet één zou zijn dat ze kende. Maar allen liepen haar voorhij, zonder naar het kleine meisje om te kijken. Neen, toch niet allen. Daar stapte ineens een dame op haar af, die haar vriendelijk toe knikte en zei: „Maar kleine blauwoog, je moet met die kou niet op een stoep gaan zitten 1 Je zult nog ziek worden. Ga gauw naar huis!" „Ik weet mijn huis niet!" antwoordde Marieke met een plotselingen snik en tra nen in de oogjes. „Hoe heet je dan, kindje?" vroeg de dame. „Marieke!" „Maar hoe nog meer?" „Niets meer. Mijn broertje heet Jaap. Die is al op school!" zei Marieke weer. „En hoe heet dan de straat, waar je woont?" „Ik woon in een huis en mag alleen op het kleine straatje spelen. En toen kwam er zoo'n lief aapje en toen ging ik bij on geluk mee en nu is mijn huis weg. En het kleine straatje ook!" „Weet je wat, kleine prul", zei de dame, „ga jij maar zoo lang met mij mee. Dan drinken we eerst in mijn warme kamér een lekker kopje ohooolade. En als Marie ke dan wat uitgerust is, gaan we samen je huis zoeken, hoor". De dame wilde na tuurlijk de politie opbellen en vragen, of er ook het zoek-raken van een kind aan gegeven was, maar dat kon ze zoo gauw niet aan Marieke uitleggen. Vlug liep ze naar huis met Marieke aan de hand. Wat moesten die kleine voetjes stappen, maar Marieke werd er wel een beetje warmer door. En in de gezellige warme kamer, waar de dame haar bracht, mocht Marieke op een leuk klein bankje voor de haard zitten. Na vijf minuten bracht een dienst meisje een paar heerlijke koppen choco lade binnen. Ze hield Marieke even ge- ze™aP> toen de dame ging telefoneeren en Marieke vertelde haar van Jaap en haar poppen en het schattige aapje, dat haar liet verdwalen. Even later kwam de dame weer binnen en zei lachend: „Nu weet ik, hoe Marieke nog meer heet en ook, waar ze woont en nu gaan we Marie ke naar huis brengen en Moeder en Vader en Jaap, die nu bedroefd zijn, weer blij maken. Kijk eens, een mooie appel voor Jaap en een voor Marieke en hier een warme sjaal, die je maar zoo lang om moet doen. Zoo lekker om Je&rmpl";' maar.... wat ls dat? Eenknnrt,eooJ« lurkje gespeld en daar staat ons „Marieke Mertens, Hoogstraat 18. Wilt E haar even thuisbrengen, als U haar vindt? O, M» rieke, heerlijke kleine domme Marieke. En Marieke en de dame en het diensx- meisje schaterden het uit! RAADSELS. OpdasBtngen dtar vorige raadsels. L Buikpijn n.' Gezelligheid kent geen tijd. dijk, teen, deining, Helleen, zeggen. Goede oplossingen van belde raadsels ontvangen van: A. A.; R. A.; J. A.; J. B.; P. B.; H. B.; A v. d. B.; B. B.; A. D.; J. D.; A D.; J. G. (Callantsoog); J. G.; B. v. H.; N. v. H.; B. H.; B. H.; T. H.; D. R. L; J. J. (Cal lantsoog); J. de J.; P. K.; H. K.; T. W. K.; A. K.; A K.; O. K.; H. K.; S. K.; J. K.; G. L.; A. M.; J; O.; T. P.; J. J. P.; O. R.; T. R.; W. R.; O. R.; J. K. S.; J. S.; P. S.; J. T.; J. T.; S. T.; B. en G. V.; T. de V.; H. de V.; 0. V.; J. W. Zelfgemaakte raadsels ontvtn: Anten A.; Barend van H.; DfcTn4?. jo de J.; J. J. P. en Plet S. a' «.j Nieuwe raadaeta Het eerste wil niemand graag ttj8 want het zit aan het hoofd, het tw3 Is een smakelijke vrucht. Het geheelln niemand graag hebben. *U Ingez. door P. IL Het geheel is een spreekwoord Tan woorden of 84 letters. Een 14, 21, 18 gebruikt haast Iedere. »s naohts. 10, 10, 5 en 8, 19, 8, 12 zijn lichaam* deeloH. 9, 11, 20, 8 ls een stad in België. 2, 8, 22, 88 moeten mensch en dier oa te leven. i Een 1, 15, 82, 27 ls een groote vier. voeter. 8, 6, 16, 23 ls een jongensnaam en n 34, 16, 19, 17, 12 ook. 29, 13, 34, 28, 80, 2, 88 zijn heel licht 24 en 26 zijn medeklinkers. Ingez. door J. b BABBELUURTJE OVER MODE. WOLLEN JURKEN IN SPORTIEF MODEL EN RUITSTOFFEN. Een geruitte wollen jurk min of meer sportief gemaakt is voor vele dames nog altijd een geliefde dracht voor de morgen uren en verder 's middags als er geen be zoek verwacht wordt. Als japon voor de reis zijn ze ook zeer practisch, daar ze keurig en sportief klee- den en niet zoo snel het opgevangen stof vertoonen. Voorlooplg hebben deze jurken nog het werkt in jade-groen, zwart, rood en wit Het model ls heel eenvoudig en ls aan. één gesneden, bijna aansluitend in de taille. De zijnaden zijn van een flinke klok-ruimte voorzien en midden voor is vanaf 10 c.M. onder de taille een geplia. seerd baantje ingezet. De kleine revertjes en punt-manchetjes zijn van zwart fluweel. No. 2 is wel geen geruitte japon, maar echter een zeer leuk sportief japonnetje, welk model men ook heel goed van ruit. stof zou kunnen vervaardigen. Als men dan de japon van de schuine ruit maakt en vrije ongedwongen aspect en heeft men nog geen last van lange slippen en lange ongelijke rokzoomen. Deze jurken hebben bijna alle de nog gelijke rokzoom en han gen nog vrij kort, al is 't dan ook langer dan men den laatsten tijd zag. De moderne rok moet de knie geheel bedekken. No. 1 van onze voorbeelden is een gezel hge japon van een mooie Uchtbeige S" stol gemaakt met een teer de_ ingezette plooi-stukken van de rechte ruit, verkrijgt men een keurige sport- japon. Een leuk peau de suède garnituur, met name: kraagje, manchetten en ceintuur zouden een gezellige aparte afwerking geven aan deze hupsche vlotte japon. No. 8 is meer een vriendelijk gekleed japonnetje van ruit-stof, zeer geschikt voor iemand, die wel erg gecharmeerd is van ruit-stof, maar volstrekt niet van een sportlef model. Dit japonnetje draagt meer een Fransoh karakter, mede door het materiaal waarvan het gemaakt ls, n.L zwarte fijne stof met schuine dunné witte ruit erin. Zeer lief staat het fijne effen ïood waarvan de kleine halskraag en de oravatte gemaakt is en waarmee de rok slip gevoerd is. De rijen knoopjes echter zijn van de eigen stof gemaakt. maK ook wel genoemd worden, uaar dit zoo aardig in ruiten gestikt Zonder de minste afwijkende versiering is deze japon geheel van marineblauw seige gemaakt. Alleen loopt langs de bies aan de hals en op de mouwen een fÜD gouden koortje, waardoor het japonnetje een zeer gedistingeerd effect krijgt en i us„i ^K6111^ al weer veel meer thuis hoort bij de namiddagjurken. Mooi is ook de bewerking van het rokje! van uit iedere punt der ruit is de rok naar toe jngeknipt en is in die opening en, fijn geplisseerd waaiertje gezet. oo n waaiertje doet dienst als jabot. ®en wart suède Ceintuurtje houdt de japon onder de taille wat strakker bijeen. Corry Brens. Beter binnen dan bulten. De gevangenis ls bezig, populair te worden in dezen natten herfst. Onlangs wem een man voor den achtsten keer op' gesloten. Toen de directeur de ronde de^ herkende hij den man en zei: Wat, ben ie nu al weer hier? --Wel mijnheer, zei de man opgewekt, kijk eens naar buiten, wat een weer! 4 Kindervriend. Mijnheer. Ik zat met de raadsels en had al een begin, Toen' kreeg ik in 't rijmen weer zooveel zin, Al is het dezen keer dan wel wat klein, Toch heb ik een oplossing weer op rijm. Wat leuk van Jeantje en AddLe, dat ze ook zijn begonnen, En bij hun oplossing een gedichte hebben verzonnen. Komt jongens en meisjes, zit nu niet voor zoo'n rijmpje te vreezen, 't Is juist leuk het door zooveel kinderen wondt gelezen, Maar nu schei ik uit en zet mijn oplossing neer. Voor allen een groet en tot den volgenden keer. Annie v. d. Brink. No. i. Als die kinderen dat allemaal opeten, is vast en zeker hun maag van streek en kla gen ze vast over pijn in d'r buik. No. a. Gezelligheid kent geen tijd. Langs een water is weieens een dijk, Die bij hevig stormweer soms bezwijkt. Dat lichaamsdeel moet zijn teen, En een bewoner van1 Griekenland is Helleen. Een boot maakt altijd deining in het water, Hetgeen dan tegen de steenen glooiing komt met erg geklater. Zeggen is een ander woord voor vertellen of praten, En nu zal ik mijn rijmen er maar bij laten. Annie v. d. Brink. No. i. Een dijk ligt veel in Nederland, No. 2. Een teen hebben we niet aan de hand. No. 3. Van deining kan je zeeziek worden, No. 4. Een Helleen is nu een Griek geworden. No. 5- Wie zeggen u nu heel verblijd: Gezelligheid kent geen tijd. Addie Klopper. Loodsgracht. Mijnheer. Als vijf kinderen vijf pond kersen en vijf pond aalbessen en vijf pond klapbessen eten, Dan zullen zij dat niet gauw vergeten, Want dan krijgt elk kindje, klein, Een verschrikkelijke buikpijn. Het tweede raadsel kon ik niet vinden, Want ik behoor nog niet tot die groote vrinden, Ik ben nog maar acht jaar, En krijg het niet zoo best klaar. Andere bladen schrijven voor verschillende leeftijden, Wilt u dat genoegen aan ons groentjes ook bereiden? Dan zullen veel kinderen met mij blij zijn, En vinden dat van u nog eens erg fijn, Dus bijvoorbaat mijn kwajongensdank, hoop dat u het doet, anders gaat het Jut tertje mankl een

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 12