worden gehouden, eri. Menr gisteren-
avond al hebben we midden In de politiek
i gezwommen en spr. kreeg het gevoel van
een eenzamen wandelaar, die wordt aan
gevallen en ter verantwoording wordt ge
roepen. Dat kan men toch niet langs zich
"heen laten glijden. Maar ik ben nu uit
Alg. Beschouwingen Gemeente- myn tent gei0kt en het is noodzakelijk op
begrooting. De heer Van Dam een en anc(er in te gaan, anders zou de
aan het woord. schijn gewekt worden, dat er iets .van
waar is.
De heer V an Da m bespreekt de moei-
GEMEENTERAAD.
Vergadering van Dinsdagavond.
Voortgegaan wordt met de
HU is de meest democratische
democraat.
De democratie doet opgeld, maar ook
Hjkheden, waarvan het College in het
Voorwoord spreekt en memoreert de
maatregelen, in het verleden genomen om
de begrooting sluitend te krijgen. Spr.
noemt b.v. het brengen op „buitenge- _8pir js democraat, zelfs nog meer dan de
woon" van vernieuwing van straten, dat andere heeren. Bij de fractie Gemeente-
op „gewoon" hoort, de afschrijving op de helang zit de democratie nog dieper dan
bedrijven, en andere, o. a. het premievrij e ^y soc.-dem.
pensioen. Al deze dingen zullen nog ge- De heer BoTkert: Zóó diep, -dat je
durende enkele jaren hun invloed doen ze viüden kuntI
gelden. Ook het interen van de 4 maanden th Ja t v qnT.
de om het lemocmu; «eïo Koe<! I
KM&pcsiuo uct g inwhnald Slechts gradueele verschillen zyn. Het
°P ISS 2l4ïdras kS verschil tusschen soc- en vryz.-dem. is al
een belangrijk mmder bedrag aan kas De laatete ,holten ach,ter de
mèenrdatmGednstaten ter£ht op inhalen i 'eerste aan, gaan een beetje verder soms
tieve maatregel is. Het heeft spr. ver- Schoeffelenberger eigenlqk? Het is een
wcnderd waafom slechts 20.000 in stede mengelmoesje, wat men democratie noemt.
Vebi4ht'°00 hierV00r °P begr0°ting iS Slechts wat ten voordeele ls
Dit alles vormen lasten, die op de ge- van het gem. pers. is democratie,
meente rusten. i Maar ini 't algemeen gesproken wordt
i dit als de ware democratie verkondigd, dat
Het vastrechttarief een goede1 alles wat ten voordeele is van het gein.-
maatregeL j personeel democratie is. Momenteel is de
graadmeter voor democratie een coquet-
VastrechttariefSpr. heeft dit voorstel teeren- met overheidspersoneel. Niet meer
met buitengewoon groot genoegen ont- vraag voor de ware democratie, dat
vangen. Hij heeft er vroeger een wanho
pige strijd voor gevoerd. Spr. meent, dat
het voor verbruikers de beste weg is. De
men de beletselen voor een goede ontwik
keling van ieder individu wegneemt.
Spr. komt nu eerst op de vrijz.-dem. en
heer Van der Vaart heeft zeer terecht er wil enkele dingen in het licht stellen.
op gewezen, dat we hebben te letten op
de belangen van beide partijen. De heer beer-Van Loo kwam eenigszms uit-
De Boer heeft gesproken als democraat, mSeS^aTïerSghig vsm de
maar het is moeilijk uittemaken wanneer nooit meeoeea aan verlaging \an
men democraat isoi met. De heer De lastei1- Laat by dat bewyzen!
Boer scheidde de gebruikers in goed-ge-
situeerde en minder-gesitueerde, en wil
het tarief meer toepassen op de minder-
gesitueerden. x
De heer De Boer: Niet goed geci-
teerdl
Gemeentebelang wilde bezui
nigen.
Spr. verwijst naar cle begrooting 1927.
waar onze fractie gepoogd heeft bezuini
gingen aan te brengen tot een bedrag van
De heer VanDam: De heer De Boer 62.000
wil met een algemeene verlaging komen, De heeren hebben zich niet tegen aLier
maar dan moet men dat toch uit andere lei uitgaven verzet, maar gedaan alsof we
posten halen.
royaal in ons geld zaten. Spr. wijst op de
Het doet spr. genoegen, dat het College onnoodige uitgave der verwarming -an
allereerst met goede kwaliteit gas wil ko
men. Laten we niet uit het oog verliezen,
waar het gas heengaat. Als er grooter af
zet kan worden bereikt, zijn daar andere
categorieën mee gebaat. Spr. beveelt het
vastrecht ten sterkste aan.
Spr. vraagt hoe men bij de oude vast
recht-verbruikers het tarief berekent.
Vastrecht electriciteit. Hier is de zaak
anders, maar laat ons niet te bang zijn
voor wanverhouding tusschen de debiet-
belasting en het aantal K.W.U.
De prijsdaling, die kon worden toege
past, zit vast aan de stijging van het
debiet.
De toestand aan de Reiniging.
Gem.-Reiniging. De heer De Boer heeft
de groote daden van de democratische
raadsmeerderheid omschreven in één zin,
dat er thans slechts 32 man werken in
plaats van 60. Men kan ook zeggen: vroe
ger werkten er zooveel man in de Briket
tenfabriek.
Interrupties: Dat is geen vergelijking!
De heer Van Dam: Tegenover die
loonuitgave stonden destijds ook inkom
sten. Maar de compostomzet was niet loo-
-hend meer. De loonen zijn gestegen, waar
door een gansch andere verhouding ont
stond. Het personeel is verminderd-, om
dat de co-mpostbereiding stop is gezet, en
.er is gezocht naar een nieuwe wijze van
verwijderen van vuil. Daarover is strijd
geweest; de zaak is thans voor elkaar.
Spr. heeft indertijd alles goed nagegaan,
o. a. de plaatsing van het Storthuis. Er
is thans evenwel zooveel in het bedrijf
veranderd, dat men niet meer kan verge
lijken.
Samenwerking tusschen den
Raad. A priorl niet mogelijk.
Spr. komt nu tot een merkwaardig
punt: de samenwerking tusschen de
raadsleden. Spr. heeft zich afgevraagd
wie daarover wel gesproken kan hebben
in de secties, maar heeft het niet kunnen
ontdekken.
Toen spr. pas in den Raad was, hebben
de vrijz.-dem. een vergadering belegd met
de soc.-dem. en de R.-K. De soc.-dem.
hebben eens een vergadering belegd, waar
op niet waren uitgenoodigd Gemeentebe
lang en de fractie Schoeffelenberger.
Bij de behandeling van het Wachtgeld-
reglement is gezegd, dat er moties van
andere partijen neergesabeld waren. Was
er maar een bespreking geweest, dan zou
het anders gegaan zijn ermee. We hebben
wel eens met elkaar besprekingen gehad,
waarbij overeenstemming werd bereikt,
maar er zijn toch over 't algemeen wel
zooveel verschillen, dat er a priori kan
worden gezegd, dat samenwerking niet
mogelijk is. De eerste grondslag voor be
sprekingen moet zijn, dat er mogelijkheid
bestaat tot samenwerking te komen.
Tenslotte nog de pensioenpremie voor
het gem.-personeeL Op welken gTond geeft
men die 2 Die post onvoorzien is toch
niet van dien aard, dat het daarop kan
worden gebaseerd.
De heer Biersteker is uit zijn
tent gelokt en verschijnt gehar
nast ln de arena
De heer Biersteker: Het leek aan
vankelijk, dat alles kalm zou verloopen;
er zouden geen politieke beschouwingen
het raadhuis, die niet eens voldoet- Na
heel veel pogingen is het althans voot het
Oudeliedenhuis gelukt verandering daarin
te brengen.
Harde waarheden tegen de
vrijz.-dem.
Als de heer Van Loo nu van mij zegt,
dat ik heb gehapt, antwoord ik: gij hebt
gekund, maar niet gewild. Met de vrijz.-
dem. loopt het niet zoo erg schitterend.
We hadden een vrijz.-dem. wethouder,
voor wien het geld een minder groote rol
speelde dan het gemeentebelang. Hij
moest als wethouder en zelfs als raadslid
Verdwijnen. De vrijz.-dem., die voor eenige
jaren 6/21 van den Raad vormden, zijn
verminderd tot 3/21.
De heer V a n L o o Toen was de heer
Biersteker het ook nög!
De heer Biersteker: Precies! De
vrijz.-dem. zijn te halfslachtig, zij moeten
meehollen mét de soc.-dem. Er zijn nog
slechts geringe verschillen tusschen hen,
het is een kwestie van wat meer -rosé of
wat meer rood. Het best was als ze hun
matten oprolden en naar de S.D.A.P. over
gingen, waar ze behooren.
De heer Schoeffelenberger on
dier het mes.
Er is een andere democraat geweest,
die veel tegen het College zeide en veel
in raadsels sprak. Twee dingen nopen spr.
er iets van te zeggen: Te. de onhebbelijke
manier van optreden van den- heer Schoef
felenberger jegens den heer Houwing.
Het is goedkoop om aldus voor de tribune
te spreken, maar spr. kan er geen andere
uitdrukking voor vinden dan hij raaskalt.
In zijn slothetoog zegt hij, dat er nog
veel meer te zeggen valt, maar dat hij dat
niet in- het openbaar wil zeggen. Dat is
niet in den haak. Je hebt geblaft, Schoef
felenberger. maar bijt dan tevens! Wij
hebben recht die dingen te weten: als je
een kerel bent, kom dan uit den hoek!
De heer Schoeffelenberger:
't ls sterk, hoor!
De heer Biersteker: Nietwaar? De
heer Schoeffelenberger heeft ook gezegd-:
het «daagt in het Oosten. Wat bedoelt-ie
daarmee?
De heer Van der Vaart: De zon
komt op!
De heer Biersteker:
Welke zon?
De heer Van der V aartDe onze,
natuurlijk!
De heer Van Loo: De horizon!
De heer Biersteker: Is het het
bolsjewisme? Is het het nationalisme uit
Oost-Indië? De heer Schoeffelenberger
haalt zijn schouders op, weet zeker zelf
niet wat hij bedoeld heeft. Het kon wel
gebeuren, dat het opwekken tot vrijheid,
ongebondenheid of of zoo de economische
toestanden zouden verzwakken. Ook van
cnze stad.
De soc.-dem. krijgt een beurt.
De heer Biersteker beantwoordt
nog den heer Van der Vaart. Deze behan
delde de betere finantieele verhouding.
- iemand zal er zijn, die dit betoog niet
onderschrijft, maar het is weer typeerend
voor de soc.-dem., dat zy hun wethouder
De Zwart de eer daarvan toeschrijven.
Zonder den heer De Zwart was deze ver
betering er óók gekomen. Reeds jaren
geleden is door het gemeentebestuur aan
gedrongen op verbetering in den toestand.
Reeds in 1000 «tin gedocumenteerde
stukken hierover naar Den Haag gezon
den. Dat de regeling er nu gekomen is,
is een geluk voor de gemeente.
Men vond dl© hoog© belastin
gen niet zoo erg.
De hooge belastingen. De heer Van der
Vaart vond, het onnoodig daar nu nog
over te praten. Het is noodig die dingen
nog te stipuleeren; er is een tijd geweest,
dat de soc.-dem. en vrijz.-dem. spraken
van het eldorado dat hier was. „Dat beetje
belastingen was niet erg". Nu zegt men:
laten we dit met den mantel der liefde be
dekken.
De heer BorkertDat doen we voor
jeluil
De heer Biersteker: Straks ont
staat' een andere toestand. Hoe zal dan de
Raad doen met eventueel© nieuwe belas
tingen? De vraag is gesteld: wie is de
schuld van den toestand? Niemand wil de
'schuld dragen; de omstandigheden zijn
schuld, zegt men, dat onze finantieele
nood zoo hoog is gestegen, dat het water
tot aan de lippen staat. Men- moet het
waarlijk niet gering achten, dat in deze
gemeente menschen zijn, die 1/4 of 1/5
van hun inkomen moeten offeren aan den
.fiscus! Spr. zal nu niemand beschuldigen,
maar wel wil hij zeggen, dat niemand er
aan meegewerkt heeft dien druk te ver
lagen. Van- bezuiniging is niets gekomen.
Interrupties: Niet zooale u wilde, ten-
minstel
Worden wij door ambtenaren
geregeerd?
De heer Bierstekerrlnde uitingen
van het College vindt spr. ook ietó, dat
niet gerust stelt. Spr. citeert uit het Voor
woord den zin:
En, ofschoon nu voor het vervolg er in
deze gemeente nog wel geen- sprake van
zal zijn, 'dat de belastingen laag worden
genoemd trouwens de tegenwoordige
mentaliteit van het menschdom is, dat
men over de belastingen bijna steeds on
tevreden is voor ons staat het vast,
dat de wet van 15 Juli 1929 voor onze ge
meente op financieel gebied een belang
rijke verbetering zal geven.
Hij wijst met niaine op den tusschenzin
betreffende de mentaliteit van tegen
woordig.
Wie spreekt daar? vraagt spr. De be
stuurder, die ons leidt of is het de amb
tenaar die zegt: eerst wij en dan de bur
gerij? Er wordt een beetje smalend ge
sproken over den belastingbetaler. Niet
'de belangen der gemeenschap zijn hier
nummer 1 en de vraag komt op of hier
niet de invloed van de ambtenaren over
dein burgemeester heen sterker is dan: de
wil van dien burgemeester zelf?
De heer De Zwart: Dat is geen in
sinuatie, nietwaar?
De hèer Biersteker: Wie zullen
straks den toon aangeven hij de nieuwe
regeling? Spr. bedoelt volstrekt niet de
belangen der ambtenaren te verwaarloo-
zen. Maar no. 1 moet zijn de behartiging
der belangen van de gemeenschap in haar
geheel. Het wordt nu vooral oppassen.
Het is straks waarlijk niet van belang
ontbloot te zorgen dat de belastifigen laag
blijven, zij blyve graadmeter voor vesti
ging hier. Er zijn menschen weggegaan
uitsluitend om de hooge belastingen.
Straks wordt de toestand zoo, dat er geen
aanleiding behoeft te zijn de gemeente al
thans om de belastingen te verlaten. Als
het gemeentebestuur er maar voor zorgt,
dat het hen niet wegjaagt.
Geroep: Daar kunt u nooit voor zorgen!
De heer Biersteker herinnert het
College aan de spreuk „regeeren is voor
uitzien''.
De late indiening der begrooting.
Spr. behandelt nog enkele punten van
het alg. rapport Het is absurd, dat we
een begrooting zoo laat moeten behande
len en^riog niet eens het jaarverslag heb-
gen, Zorgt u, zegt spr. tegen B. en W.,
dat de begrooting vroeger komt. Zij be
hoort 4 maanden voor het einde van- hef
loopende jaar te worden ingediend vol
gens de wet. Het euvel van de late ver
beurde tn (het belang der gemeente ia, Ja
een andere vraag. Spr. let alleen op de
daden van iemand. De heer Smits als wet
houder moet evenwel niet denken nu de
wethouder te zijn van de rechtsche par
tijen en Gemeentebelang. Hij is uitslui
tend wethouder van de s.-d.
Spr. heeft nog andere punten, die hij
bij de artikelen zal behandelen, doch wil
de 31/, korting en de samenwerking,
die de heer Monihemius bedoelt, bespre
ken. Wat bedoelt de heer Monhemius met
die ideëel© samenwerking in een Raad
als deze?
De illusies van den heer Mon
hemius.
De heer De Zwart: Laat hem nu
óók eens illusies hebben!
De heer Biersteker voortgaande:
Misschien- komt er nog eens een econo
misch samengestelde Raad.
De omstandigheden niet gunstig
voor de verlaging der pensioen-
korting.
Spr. heeft gisterenavond geïnterrum
peerd, toen de heer v. d. Vaart zei dat men
nu „pas" kwam met dit voorstel, dat men
er „nu al" mee kwam en herhaalt dit. Zijn
standpunt is ongewijzigd en spr. acht de
omstandigheden ongunstig gekozen. In de
eerste plaats leven we nog onder de hooge
belastingen en we behooren elk middêl
aan te grijpen dien druk te verlichten.
In het Alg. Rapport staat niet vermeld,
dat spr. een voorstel zou doen den post
Onvoorzien met 10.600 te verlagen, hoe
wel dat wel door hem is gezegd.
Hierover ontstaat eenig debat tusschen
spr. en den alg. rapporteur.
De heer Biersteker: De verlaging
is niet gemotiveerd, omdat het grootste
deel van de burgerij geen premievrij pen
sioen geniet en men daarmee een klein
corps bevoorrecht. Deze feiten zijn niet
weg te redeneeren. Hieruit blijkt alweer,
dat de graadmeter voor de democratie is
in de eerste plaats te zorgen voor wie in
overheidsdienst zijn en in de tweede plaats
voor de burgerij.
Spr. geeft enkele cijfers ten bewijze van
de stelling, dat men hier niet moet spreken
over hen, die in gemeentedienst zijn, dat
ze het zoo slecht hebben.
Spr. had het voorzichtiger van het Col
lege gevonden nu niet met dit voorstel te
komen. Wy' zullen thans niet meer met al
lerlei bezuinigingen komen. Ter vorigen
jare hebben wij gepoogd tot een bedrag
van 62.000.te bezuinigen. Wij; komen
er dit jaar niet mee, omdat wy het niet
parlementair vinden. Maar ons standpunt
m deze is niet veranderd.
Wy zullen alles doen wat wy kunnen de
belangen der gemeenschap te behartigen.
De heer Trap 1» het niet eens
met zijn fractiegenoot Voor d!e
eenheid' der fractie wel jammer.
De heer Trap had niet het plan iets te
zeggen, maar moet over enkele punten wel
mededeelingen doen.
Met hetgeen de heer Schoeffelenberger
heeft gezegd, gaat spr. niet accoord in alle
opzichten. Spr. zal het niet hebben over
diens wijze van debatteeren. Elk vogeltje
zingt zooals het gebekt is.
Spr. is voorstander van premievrij pen
sioen, en ontkent, dat het zijn bedoeling
is allereerst het overheidspersoneel te
dienen. Voor spr. is de pensioenstorting
een achterhouden van loon.
Het College aan het woord.
Rede van den heer De Zwart.
De heer De Zwart zal trachten, de
negen sprekers te beantwoordden.
Bestrijding van woeker thans
blf de wet geregeld.
De heer De Boer heeft het vraagstuk
aangesneden der bestrijding van den woe
ker, en hield een pleidooi over de nood
zakelijkheid dit tot gemeentelijke taak te
maken. Tot op zekere hoogte kan dit
sympathiek zijn, maar de vraag is of het
onderwerp nog even urgent is, als toen in
1927 spr. partijgenoot v. d. Bergh -het
ter sprake bracht. Er was niets veranderd
sindsdien, zei de heer De Boer. Dat heeft
mij van hem gefrappeerd. De heer De
of verkoop, met de beperking voor bebou
wing De mogelijkheid tot speculatie is
daardoor hier vrijwel uitgesloten. En de
heer Soh. wil nu overgaan naar wat de
heer Van Beresteijn will Hij zegt voor
stander te zijn van verkoop van den ach
tergrond. Wat bedoelt hij daarmee? De
heer Scli. wil verkoop van particulieren
sterk entameeren. Zijn optreden als par
ticulier is anders, dan tracht hij op alle
mogelijke manieren aan de gemeentelijke
voorschriften te ontkomen.
Interrupties: Nou ja, dat is koopman
schap'
Praktijk en theorie van den
heer Schoeffelenberger.
De heer D e Z w a r tPraktijk en theo
rie komen bij den heer Sch. in botsing.
Een ander frappeerend staaltje was, toen
hij ons verweet voornamelijk bezuinigd
te hebben op de werkeloozenuitkeering.
Zelfs was er een man op de Arbeidsbeurs,
die zat te huilen, zeide hij- Hij heeft meer-
malen in den Rafld verkondigd, dat \er-
schillende dingen in het particulier be
drijf beter en goedkooper geschieden dan
in overheidsbedrijf. Spr. zal dit niet ontken
nen, op bepaalde punten, maar dat komt
dat de heer Schoeffelenberger de reke
ning verkeerd opzet en er met byrekent
de meerdere zorg die de overheid draagt
voor haar ambtenaren, terwijl de particu-
lieren ze aan de werkeloosheid overlaten.
En het is gemakkelijk nu maar weer de
overheid de schuld te geven, dat zy niet
de nadeelen opvangt.
Ik heb een dergelijk -betoog demagogie
genoemd, omdat de heer Soh. zelf mede
schuldig staat aan de werkeloosheid.
De heer Biersteker: Precies!
De heer D e Z w a r tBovendien was
zijn verwijt aan B. en W. dat de gemeente
minder deed aan werkeloosheiduitkeering
dan andere jaren, onjuist. In de secties
heeft spr. er hem op gewezen en dit uit
eengezet
Zijn aanval op burgemeester
Houwing.
Nog scherper geval deed zich voor bij
zyn aanval op oud-burgemeester Hou
wing. Hij laakte het in den heer Houwing,
dat hij deze gemeente verliet en in den
Haag zijn pensioen verteerde. Spr. citeert
den heer Schoeffelenberger in zijn af-
scheids-schryven aan den heer Houwing.
Hy zegt daarin hartelijke woorden van
afscheid, hoopt dat het hem in zy'n nieu
we woonplaats goed zal gaan, enz.
De heer Schoeffelenberger:
Dat onderschrijf ik nog!
De heer De Zwart: Precies, maar
dan moogt u hem thans niet dergelijke
beschuldigingen naar het hoofd gooien.
Dat had dan in dat schrijven moeten ge
beuren!
Woningbouw.
De heer Schoeffelenberger laakte het
voorts, dat in het Tuindorp wederom wo
ningen worden gebouwd. Het frappeert
spr., dat iemand, die zegt voor het prole
tariaat op te treden, thans tegen dit plan
in verzet komt. En het frappante is, dat
particuliere bouwers al aanvragen deden
voor verdere uitbreiding van dit stads
deel. Meer en meer komt men tot inzicht
dat ook de arbeider recht heeft op betere
woningen dan hü thans in verschillende
straten heeft
Salartsverhooglng
meester, enz.
burgemees-
schijnang is, dat het onmogelijk is thans fPei!LUbkoJ?e?J dat de slacht"
nog met wijzigingsvoorstellen iin de be-
lastingen te komen.
Het veranderde Ooilege.
Er hebben veranderingen in het Col
lege plaats gehad en wy missen noode het
glundere gezicht van een der wethouders.
Over het verwijderen van den tweeden
wethouder is het maar beter te zwijgen.
Een andere kwestie is.
De heer De Zwart: De wijze waarop
deze is vervangen. Daar hebben wij achter
het net gevischt.
De heer Biersteker: Voor de ka
tholieke party was de verrassing niet erg
prettig. Daar kwam de democratie om het
hoekje kijken-. Het is eigenaardig: een
bepaalde fractie wijst iemand aan en er
offers juist in het overheidspersoneel zijn
te vinden. Waar zit dat in? In het feit, dal
deze gemakkelijk hun loon kunnen cedee-
ren. Diezelfde banken zullen er niet zoo
gemakkelijk toekomen bij particuliere ar
beiders. En het College heeft gezegd- hoe
sympathiek het voorstel ook is, er is
een radicale vei%ndering gekomen in den
toestand, waardoor de ambtenarenwet 1929
m werking zal treden. De overheid zal het
cedeeren van loon niet meer erkennen
v ooi lichamen, die niet vooraf zijn goed
gekeurd. Dat maakt het recht van cedee
ren waardeloos. Daarvoor komen Banken
in de plaats, waar tegen bepaalde rente
kan worden geleend.
Het is dus thans overbodig geworden
maatregelen te nemen. Ook voor de mili
tairen van land- en zeemacht geldt de wet.
uit^'de b^-,Deze neemt ton'dieg^ifomen fijn'ïok^trakkem1^6"
het in gedachten en men had mogen ver
wachten, dat hij als christelijk mensoh het
gebod zou 'huldigen: gij zult niet begee-
ren. Hy heeft wel begeerd....
De heer Smits: Dat is een leugen!
De heer Biersteker: 't Gaat niet
De heer Schoeffelenberger wordt
ingemaakt.
De heer Schoeffelenberger heeft ver
klaard het met den heer Van Beresteijn
om personen, alleen om de feiten, dat hisr i verwonderlh'k^vM i8
iemand met algeheels negatie van de eigen hy Tel 2 wef? de verbond
pary w«l(mder 4 H,as £gg
De heer Smits zal naar do nUpen Van R "wfldePl,efpe^^Pj0JJ
der soc. dem. moeten dansen. den verkoop vergrooten en daarfoor de
Het gevolg is, dat de heer Smits zal ^ttrainSi04^16011111416. ??ven-
moeten dansen naar de pijpen der soc.- ™ffnw-fupUe: Die speculatie maakt u er
dem. Wat is hiervan de consequentie? n
De heer Borkert: Dat die rooien Haaeschen rand rr-"^ in den
nog zoo stom nie:- zyn! j Sft ztoh de he4 gné„ ^dlt denkbeeld
De heer Biersteker: Of het ge- sel van ongelimiteerde uitgiftein erfpacht
De heer Schoeffelenberger heeft afge
geven op de verhooging van de salarissen
van burgemeester, enz.
Spr. was de minderheid in het College,
die meende positief te moeten opkomen
tegen het opnemen in de begrooting van
deze bedragen. Het doet spr. leed, dat de
Raad slechts een negatief advies heeft
kunnen geven. Bijzonder grievend was,
dat de heer Sch. het deed voorkomen, dat
deze drie functionarissen zelf deze ver
hooging doordreven en het gaarne accep-
teerden ook. En by spr. kwam het oogen-
buk van s heeren Schoeffelenberger's be-
eediging in gedachte, waarin hy uitdruk-
kelyk beloofde de wetten des lands te
zullen eerbiedigen.
En hoe men over het feit zelve moge
denken, de.wetgever heeft nu eenmaal de
bevoegdheid deze salarissen vast te stel-
len. En als alle raadsleden van de menta
liteit van den -heer Schoeffelenberger wa-
ïen, wil ik wel zeggen het oogenblik te
zegenen waarop de wetgever deze be
voegdheid aan den Raad heeft onttrok
ken. Als de heer Sch. wil medewerken
aan een andere wetgeving waarby de ge-
Sf de bevoegdheden zouden krijgen
beti ellende deze materie, moet tevens
ook aan deze ambtenaren het recht wor-
voor P°sitie-verbetering te
sti yden. Maar als er meerdere raadsleden
waren als de heer Sch. zou de wetgever
men met een aanmerkelijke be-
laiottmg van de bevoegdheden v»n Son
hin. toestand der gemeente.
va?denewSPrekT-,nRe? (met uitzondering
vraagstuk dm« h' P8?hebben de het
stanf2 piLbeiaStlngen 611 den «n. toe-
%fdere heeft^!Verward> en de heer
niet !l r zelfs dingen besproken, die
met door den beugel kunnen.
De heer Borkert: Precies!
staan nf<u 44 n W a r ®eide kwesties
staan met met elkander in verband.
T>e fin. toestand en die belas
tingen.
draagkracht1? omtrent belastingen en
van het ,C^eeren uit geschriften
nioet men "maa,Bureau der Statistiek
met waf Qk rekening houden
fei mt dp—PUreau er zelf bij zet: dat
St?pn f^ V161® mag afleiden om-
meento n t" t°estand eener ge
meente. Dat wordt steeds vergeten
móeton°Sf« /emeente, een sohool bouwt,
W m v u daarvoor leenen en leggen op
schnld rt ^6 geslacht °ok een deel der
S?t ,betalen wy hier z0°'
at driemaal zooveel als Den Haag, dat
'Mo Sr MaaS Z t oModeo, dan *d Wijken, dat alleen