Belangrijke PRIJSVERLAGING Alg. Coóp. Verbr. en Prod. Vereen. Afd. Kleeding GROOTE OPRUIMING HEERENMOOE-ARTIKELEN Afd. Kruidenierswaren GEMENGD NIEUWS. verbonriS J ük door dr- Beeker te zUn VROUWEN IN DE FRANSCHE REVOLUTIE. Wie voor het eerst de Fransche revo lutie bestudeert, gevoelt zich als één, die over den rand van een krater kqkt, en daar beneden een geweldige kokende chaos ziet. Het is een ziedende, borrelen de massa, het oplaaien van woedende Charlotte Oorday stond aan de zijde der Girondijnen, die wel inzagen, dat ze te „HELDER" U. A. KONINGSTRAAT 9 Alles moeten weg tegen bespottelijk iage prijzen Koopt nu!! Zie de etalage!! INGAANDE HEDEN SUIKER BASTERD SUIKER BRUIcE SUIKER ZAKJES SUIKER DE GENTLEMAN-ZAKKENROLLER. traohten te bestelen in het Gebouw voor Knnstpn en Wetensohappen na afloop van een voorstelling. Toen had hij zic& vlug uit de voeten gemaakt. De schouwburgrat is Dinsdag naar het Het hooger beroep van Salomon Liebermann. Het vergaan van het dok Yalcan II op de Noordzee. HET VOLKSGERICHT TE ZUIDLAREN. PENSIOEN VOOR INVALIDITEIT. Wierlngon. ONGEVAL IN DEN SLUI8PUT TE DEN OEVER. elementen. Zoo ziet men ook in het eerst de chaos der Fransche revolutie, de heksenkeuken van plots ontketende hartstochten, van ontembare woede, van niet te breidelen wreedheid. Eerst langzaam, bq nadere bestudeering, ziet ge de üjn, waarlangs alles gaat, ontdekt ge de pereoonlojkhe- den, die een rol in dit drama hebben ge speeld, ziet ge den weg, waar langs de beulen en slachtoffers, de drijvers en de gedrevenen zijn gegaan. Dan bespeurt ge ook de draaikolk, waarin velen te gronde gingen, meegesleurd door blinden hartstocht, woede en razernij. In dit wilde tijdperk hebben ook de vrouwen een rol gespeeld, zooals ze, in elk tijdperk van de wereldgeschiedenis een rol hebben gespeeld. Ze vochten en streden mede. Ze leden mede en werden slachtoffers, zoo goed als ze beulen wa- Sprekende in een conferentie voor de leden van de „Université des Annales over de zenuwzieken in de Fransche re volutie, wijdde Dr. Racul Baudet te Pa rijs ook eenige woorden aan de vrouwen, iii de periode, waarin de hevigste harts tochten werden ontketend, waarin tevens de schoonste blijken van menschenliefde werden gegeven. In de menigte, in die volksmassa, vroeger berustend zonder verzet, nu tot een razende bende geworden, waren de vrouwen de felsten, de meest brutalen, de wreedsten. Geleidelijk waren ze zóó geworden. Bij de inneming van de Bastille waren zij nog toeschouwsters. Zij juichten de bele geraars toe en moedigden hun aan en toonden hun vuisten aan de 'belegerden. Dat was in Juli. Doch reeds in Octo- ber vielen zij door het werpen van stee- nen een 'bataillon van de nationale garde aan, forceerden de deuren van het Parij- sche stadhuis, maakten zich meester van geweren en kanonnen en marcheerden naar Versailles. Doch ze hebben nog niet de wreedheid, welke ze later zouden toonen. Ze bedaarden spoedig, toen de koning rustig met ze sprak en één van baar omhelsde. Doch een jaar later zijn ze verschrik kelijk. 'Ze wisselen geweerschoten met de Zwitsers, die het koniklijk paleis, de Tuilleries, verdedigen, overweldigen de koninklijke vertrekken, rollen zich in het bed van de koningin en spelen met de lijken. Fabre d'Eglantine noemt ze eindelijk „de vrouwelijke grenadiers van de revo lutie". Zij zijn de tricoteuses, die aan den voet van de guillotine haar breiwerk niet in den steek laten. Maar aan den anderen kant, bij de ko- ningsgezinden, bij de Vendeërs ziet men dezelfde hartstochten bij de vrou wen, als bij de revolutionairen en de moordenaars van de koninklijke familie. Ze zijn even brutaal. En even wreed. Terwijl hun mannen terugtrekken voor de soldaten der revolutie, rennen zij naai de kanonnen, en doorsteken de artilleris ten. Zij geven ook het voorbeeld van wreedheid. Na den terugtocht van de re publikeinen, bij Noirnoutiers, martelen en dooden ze alle gevangenen. Sommi gen werden levend 'begraven, anderen levend verbrand. Het spreekt vanzelf, dat uit die massa, uit de vele ongenoemden, wier namen niet werden opgeteekend, persoonlijk heden opstegen, die in de wereldhistorie een plaats hebben verworven, die niet on geacht kunnen worden gelaten, wanneer over het tijdperk, waarin ze leefden, stre den en werkten, wordt gesproken of ge schreven. Uit de chaos der Fransche revolutie zijn zoowel vrouwen als mannen voortge komen, die de aandacht overwaard zijn, omdat ze een stuk van de geschiedenis hebben gemaakt, omdat ze het centrum vormden van actie en reactie, van aanval en verdediging, van wreedheid en zelf opoffering, van beestachtigheid en menschlievendheicL Over eenige vrouwen te schrijven, wier optreden in de Fransche revolutie voor altijd is vastgelegd, wier verschij ning typeerend was voor het tijdvak, is het doel van dit artikel. Vooreerst Marie Antoinette, dochter van Maria Theresia, gehuwd met Lode- wijk XVI en met hem het slachtoffer wordende van de revolutie, die de oude toestanden doet verdwijnen en het oude koningschap, dat eeuwen lang over Frankrijk regeerde, verjoeg. Slachtoffers mede van wat vroegere koningen hadden misdreven, met haar hoofd betalende wat anderen hadden misdaan. Wil men Marie Antoinette zien als het slachtoffer van de omwenteling, dan heb ben wij haar ook te zien als een vrucht van haar tijd, van de opvoeding van het hof van de koningin van Oostenrijk, reeds jong gehuwd met den Franschén kroonprins en reeds jong gebracht naar een hof, waar Lodewijk de Vijftiende nog regeerde, een vorst zonder veel mo raliteit en die aan zijn volk niet het voor beeld heeft gegeven van zedelijkheid en belangstelling in het lot van land en volk. Het land uitputtende voor zijn liefhebbe rijen en zijn minnehandel. Toen 11 Mei 1774 Lodewijk de Zestien- ed den Franschén troon besteeg, onder het gejuich van het volk, dat jubelde om den dood van zijn voorganger en om de verheffing van een vorst, van wien men alles goeds verwachtte, was geheel Frank rijk in een hoopvolle stemming. Hier was een welgezind, een moreel hoogstaand man op dan troon gekomen, hier was een koningin, die een toonbeeld was van be minnelijkheid en die een einde zou ma ken aan het zedenbederf van het hof. Doch da stemming verandert al spoe dig bij het volk, als het blijft gebukt gaan onder de zware belasting, waaraan niet te ontkomen scheen. Het volk, opgezet begon niet zonder reden te morren. Marie Antoinette, dochter van een kei zerin, toch ai niet gewoon, het volk, de massa, hoog te schatten, begint het volk te haten, het volk, dat in opstand kwam tegen den vorst en de vorstin, tegen de edelen, de hoogsten van den lande. De geschiedschrijvers zijn het met el kaar eens, ook generaal Toulongeon, haar tijdgenoot, dat zij een der voor naamste oorzaken was van den onder gang van Lodewijk XVI. Zich verheven voelende boyen de volksmassa, was zij het, die den koning telkens trachtte te be wegen, zonder volksvertegenwoordiging te regeeren. Die den koning opzette tegen de revolteerende menigte. De menigte voelde het. De haat kwam, de haat van de koningin beantwoord door de haat van het volk. Om het volk nog meer tegen haar op te zetten, strooide men praatjes tegen haar uit. Aan het slot wordt ze be schouwd als de grootste vijandin van Frankrijk. Van de revolutie en van de vrijheid. Fouquier-Tinville, de openbare aanklager, een der grootste schelmen van de revolutie, die, ten slotte, als een soort gerechtigheid ook zou verliezen, onder de guillotine, verklaarde, dat zij; gedu rende haar verblijf, een geesel en een bloedzuigster der Franschén is geweest, dat zij het geld van Frankrijk heeft ver spild, dat zij tegen de revolutie had saamgezworen en dat zij een burgeroor log had willen ontketenen. Ze wordt voor de revolutionnaire recht bank gebracht als een gewone samen- zweerster en een dochter van 'n keizerin en de gemalin van een koning te zien komen uit de cel van een gewone ge vangenis en verschijnende voor een ge wone rechtbank, was wel één van de bui tengewone voorvallen, in die dagen, zoo rijk aan geweldige gebeurtenissen. Hermann, de president van de recht bank, waarvoor de koningin terecht stond, verklaarde aan het slot, dat het Fran sche volk de koningin in staat van be schuldiging had gesteld en alle politieke gebeurtenissen, gedurende de laatste vijf jaar tegen haar getuigden. Zlij; bleef, ook onder de grootste beschul digingen haar kalmte bewaren. Ze be hield in de moeilijkste ©ogenblikken te genover de vertegenwoordigers van het volk, of die zich als zoodanig hadden op geworpen, haar koninklijke waardigheid. Terwijl haar zaak werd behandeld, in tegenwoordigheid van zoovelen, die haar haatten, bleef zij in haar rol van konin gin, die het volk geleerd heeft te haten. Die kalmte bewaarde ze, toen ze gevangen werd genomen, toen -men haar het eerst naar den Temple bracht en eindelijk haar opsloot in de Oonciergerie. Het doodvonnis werd uitgesproken om half 5 in den morgen van den 16den Octo- ber 1793 en een kwartder daarna staan de lieden gereed om haar naar het scha vot te brengen. Ze werd naar het schavot gebracht op de zelfde wijze als andere gevangenen en ter dood veroordeelden en ze toonde zich ongevoelig voor de kreten „weg met de tirannie, weg met madame Veto". Haar hoofd viel in den middag op de zelfde plaats, waar het hoofd van Lode- wjjk, haar gemaal en dat van vele ande ren was gevallen. Zij werd spoedig gevolgd door Madame Elisabeth, de zuster van den koning, die alleen de misdaad had begaan, de zuster van den koning te zijn. Daar hebben we Charlotte Oord'ay, die 13 Juli 1793 Marat vermoordde. Ze was geen koningsgezinde, gelijk 'men gewoon lijk heeft aangenomen. Ook zij blaakte van geestdrift voor de vrijheid, doch ook in haar was de haat tegen hen, die van de vrijheid misbruik maakten om te dooden. Chiarlotte Anne Marie Oorday was te Saint Saturnin geboren. Haar jeugd' scheen te verloopen in een stille afzonde ring, in gezelschap van haar vader, ter wijl zij zich wijdde aan de letterkunde en geschiedkundige studies. Het geweld van de revolutie was ook tot baar gekomen en ze had de gewoonte, de gebeurtenissen van vroegere d'agen te vergelijken met het tijdperk, waarin ze leefde. Ze zag hoe de Girondijnen werden op gehitst tegen de Jaoobijnen en Marat be hoorde tot degenen, die de Girondijnen uitkreten voor volksbedriegers en vij anden1 van de verkregen vrijheden. In •haar oogen evenwel, waren de Girondij nen, met hun deugden en hun gaven de eenigen, die de Fransche republiek kon den redden. En nu had zij hooren zeggen, dat het juist Marat was, die er steeds op aan drong, de Girondijnen te verjagen en ze verbeeldde zich, dat hij' het hoofd was van de Bergpartij. Een feit is het, dat Marat in die dagen weinig of geen in vloed meer had. Hij schold op iedereen, zag in alles en in iedereen verraad en was het type van een volksmenner, die door allerlei middelen, die op allerlei manie ren het volk op zijn hand wist te krijgen. In de conventie was zijn invloed ge ring, maar onder het volk was hij zeer populair. Deze man, die dagen lang in een bad werkte, om eenigszins te ontko men aan de kwellingen van een ziekte, waaraan hjj leed, had ook al de sentimen ten van haat ondergaan. Hij' haatte om zich te wreken op het lot, dat hem zieke lijk deed zijn en -mismaakt, hij haatte om te haten en om zijn lust tot verderven bot te vieren. De Girondijnen, die te laat had den ingezien, dat in ieder mensoh het beestachtige sluimert, dat losbreekt in tij den van revolutie en opstand, hadden tot zijn verderf besloten, zooals hjj het er op toe legde, de Girondijnen te vernie tigen. ver waren gegaan. Door een algemeene woede aangestoken, door een haat aan gegrepen, waarvan niemand scheen ver schoond te blijven, komt ook in haar, zelfs in dat onschuldige meisje, iets van het beestachtige te voorschijn. Zij besluit Marat te dooden. Zij vertoef de te Caen, toen daar de Girondijnen bij een kwamen. Haar groote schoonheid, haar jeugd, haar energie hadden ook de sympathie van deze afgevaardigden op gewekt. Ze beschouwden haar als hun ge lijke, doch zij had hen geen deelgenoot gemaakt van haar plan, om neer te slaan dengene, dien zij hield voor den grootsten vijand van de lieden, wier politiek zij voorstond. Charlotte Corday blijft een merkwaar dige figuur. Ze is geen furie, geen Theroigne de Mericourt, die een alles be halve rustig leven had geleid, die met de pistolen in den zak en de zweep in de hand, menigmaal de oproerige vrouwen had geleid. Haar door de tijden opgewekte haat, doet haar de details van haar plan vol ledig uitwerken. Haar vader schrijft ze, dat ze naar Engeland gaat, om te ontko men aan het onweer, dat Frankrijk be dreigt. Aan anderen vertelt ze, dat ze naar Parijs gaat, om familie op te zoe ken. Te Parijs koopt zij zich een mes en Vervoegt zich aan het huis van Marat. Tot twèe maal toe weigert hij haar te ont vangen.' Ze schrijft hem een brief, waar in zij hem mededeelt, dat ze uit Calvados komt, hem belangrijke dingen heeft te vertellen en een beroep doet op zijn mede lijden. Voor de derde maal vraagt ze weer toe gang tot hem. En om acht uur in den avond wordt ze toegelaten. Hij zit in het bad, omringd door papieren en pennen. Marat wil van haar de namen hooren van de afgevaardigden, die te Caen ver toeven. Ze noemt ze en hij schudt het hoofd en zegt: „goed, goed, ze zullen naar de guil lotine gaan". Charlotte Corday grijpt naar het mes, dat zij links, onder haar corsage had verborgen, en steekt het wapen in zijn hart. Ze wordt onmiddellijk gegrepen en naar de gevangenis van de Abbaye ge bracht en vervolgens naar de Ooncierge rie. De moord op Marat, door Charlotte Cor day gepleegd, met het doel, de Girondij nen te redden, veroorzaakte juist hun val. Ofschoon zij niet op de hoogte waren van haar plan, werd Charlotte Corday be schouwd als de uitvoerster van hun wil. Charlotte Corday had voor de revolu tionnaire rechtbank de houding van iemand, die meende, dat zij door den moord op Marat een dienst aan haar vaderland heeft bewezen. Ze verklaarde, dat zij Marat had gedood in de hoop, dat zij aan het land' den zoo noodigen vrede zou geven en niet omdat zij in den man een misdadiger zag. Ter dood veroor deeld, hoorde ze het vonnis zonder eenige ontroering aan en met een glimlach op de lippen. Zij ging naar het schavot met een kalmte en een moedi, die haar altijd had den vergezeld. De menigte, die met graag te elke terechtstelling bijwoonde, ont hield zich ook nu niet van betoogingen, doch er was ook menigeen, die medelij den met haar had. Haar schoonheid en haar vijf en twintig jaren wekten de be wondering op, ook van hen, die hard waren geworden en menige vrouw hadden zien ter dood brengen. En menigeen ont blootte het hoofd, toen zij voorbij trok. Ook Charlotte Corday was een slacht offer van de revolutie, die het rustige meisje tot een moordenares had gemaakt. De mannen hadden het voorbeeld ge geven door te dooden. Het gevloeide bloed' had haar bloed in opstand gebracht. Zoo werdén hartstochten ontketend, die sluimeren en sluimerend blijven in kal me en rustige tijden. Een andere belangwekkende vrouw is Madame Roland, vrouw van den vroege- ren minister Roland, van binnenlandsche zaken onder Lodewijk XVI. Zij, dochter van een juwelier, jong en schoon, was door de studies der wijsgee- ren, de republikeinsche ideëen toegedaan. Haar man en ook zij hadden zich bij de Girondijnen aangesloten en zij, een goed schrijfster, werkte niet alleen voor haar man, de verschillende onderwerpen uit, doch gebruikte ook haar beschaafde pen om propaganda te maken voor de denk beelden van haar partij. Als Roland als minister ontslagen wordt, omdat hij een al te vrijmoedigen brief aan den koning had geschreven, waarin hij er op aandrong, meer haast te maken met de constitutie, treedt zijn vrouw meer en meer op den voorgrond. Maar beiden worden betrokken in den strijd van de Bergpartij togen de Giron dijnen. De Girondijnen worden in staat van be schuldiging gesteld als verraders van het vaderland. Mevrouw Roland wordt nog niet genoemd onder hen, doch ze blijft verdacht en men geeft het bevel haar en haar echtgenoot te arresteeren. Hij; weet te vluchten, dooh haar weet men te vinden en ze wordt naar de ge vangenis gevoerd. Hadden tal van Girondijnen bij hun te rechtstelling blijken van moed gegeven, ook Madame Roland, ziob sterk voelende door haar idleeën, beklimt moedig het schavot, als ze door de revolutionaire rechtbank, die in het groot werkt, ter dood wordt veroordeeld. Ze werd 2 Juli in hech tenis genomen, omdat men had ontdekt, dat ze een briefwisseling had onderhou den met de uitgeweken Girondijnen. Dat was zóó verdacht, dat zij daarvoor het leven moest laten. Met haar stierven op denzelfden dag Railly, de eerste voorzitter van de Wet gevende Vergadering, die ook de zitting had geleid in de kaatsbaan, waarin men verklaarde niet uiteen te gaan, vóór Frankrijk een grondwet had; de procu reur-generaal Manuek die als een vijand werd beschouwd, omdat hij had gepoogd 20 ot. per pond 26 ii ii ii 25 i, ,i 1.05 per 5 pond den koning te redden, de hertog van Or- leans, meneer „gelijkheid", die zich eerst volksgezind had getoond eii mede tegen den koning conspireerde, Olympe en Gou- ges, een andere vrouwelijke revolutionai re, die overal was te vinden bij belang wekkende gebeurtenissen tijdens de revo lutie. Madame Roland werd met Lamarche, directeur van de assignatenfabriek op de zelfde kar naar het schavot gebracht. Ze gaf een bewijs van heldenmoed, door met hem, die haar vergezelde, te twisten over den voorrang bij de terechtstelling. „Gaat U vóór, meneer Lamarche", zeide ze. „Ik heb den moed om te wachten". Ze was niet de eerste, en ook niet de laatste vrouw, die stierf voor haar ideeën. 1 Binnenland. DE MOORD TE STOMPWIJK. Ook de tweede dader gegrepen? De Haagsche politie heeft naar de „Tijd" meldt nog een tweede arrestatie gedaan in verband met den te Stompwijk gepleegden moord op den manufacturier v. d. Drift, uit Voorburg. Ook deze aangehoudene, een 30-jarige man is uit Den Haag afkomstig. OVERREDEN EN GEDOOD. Een automobilist ln „vrooHjke stemming". Woensdagnacht omstreeks half drie is op den Haagweg ter hoogte van de verf- fabriek nabij Delft een onbekende man aangereden door een auto, bestuurd door een heer uit Rotterdam. De man was bijna op slag dood. De auto, een gloednieuwe wagen van de R. A. I. te Amsterdam, reed daarna tegen een boom. De politie van Rijswijk heeft het lijk van den onbeken den man naar het lijkenhuisje aldaar ver voerd en de auto in beslag genomen. Naar het Hbld. verneemt verkeerden de passagiers, die in de auto waren ge zeten, in een vroolijke stemming. Zij heb ben geen letsel bekomen. NA DEN MOORD IN DEN BLIJDORPPOLDER TE ROTTERDAM. Spoedige sluiting van de Instructie. De instructie tegen W. Visser, die er van verdacht wordt op 9 October van het vorig jaar in den polder Blijdorp bij Rotterdam de 10-jarige Marietje van O. te hebben vermoord, zal spoedig geslo ten worden, zoo mogelijk over één of twee weken. Er wordt nog gewacht op enkele rapporten, waarvan de inleiding echter eiken dag tegemoet gezien kan worden. Ook hoopt men nog den brief schrijver D. B. te vinden, die kort na den moord de politie hier ter stede aan bood voor f 1000 aanwijzingen te geven, die spoedig tot de aanhouding van den dader zouden leiden. Hoe dit ook zij, in elk geval zal binnenkort de rechter-com- missaris met zijn werk gereed komen. Vermoedelijk zullen er dan nog wel en kele maanden overheen gaan, alvorens met de behandeling voor de rechtbank aangevangen kan worden. De Telegraaf. Ten vervolge- op het bericht over de ar restatie in -den Princesse-schouwburg in Den Haag van den zakkenroller-ln-smo- king, meldt men, dat de politie thans ge komen is achter de woonplaats van den aangehouden Armeniër. Hij woont in ge zelschap van een vriendin in de buurt van het Hollandsohe Spoorstation in Den Haag op een gemeubileerde kamer. Toen daar een onderzoek werd ingesteld, ble ken aan hetzelfde adres nog te wonen een Rus en een Poolsche. De twee dames en de Rus werden ook aangehouden Het wordt zeer waarschijnlijk geacht, dat deze drie ln het complot zaten. Geen van hen was in het bezit van geldige papier ;-n zoodat zij dezer dagen over de grens zul len worden gezet. Verder is gebleken, dat het gezelschap slechts korten tijd in Den Kaag heeft vertoefd. Op 22 Januari heeft de Arme niër daar zijn eersten slag geslagen HU maakt den Indruk van een lnteliigenten sluwen kerel en houdt zich van den dom me. Hij is echter door zeer velen her kend, o.m. ook door iemand, dien hij had huis van bewaring overgebracht. Llebermann opnieuw veroor deeld tot drie jaar gevangenis straf. Bij een overvolle publieke tribune ei. een goed gevulde zaal ving Donderdag de achtste dag van het strafproces tegen Salomon Liebermann, dienende voor bet Gerechtshof Amsterdam, aan. Met de uitvoerige verslagen van de vorige zittingsdagen hebben wij onze lezers niet willen vermoeien, omdat het een noodzakelijkerwijs eindeloos herhalen was van feiten, die reeds bekend waren. Op dezen achtsten zittingsdag werd Liebermann verhoord,waarna de advocaat- generaal, mr. A. baron van Harinxma i hoe Slooten, requisitoir ham. Spr. zeide zich in bet algemeei m t m i vonnis van de rechtbank, op enkele kleine feitelijke onjuistheden na, geheel te kun nen vereenigen. Wat tenslotte de strafmaat betreft, mèt de Rechtbank is spr. van meening, dat bier een hoogst ernstig feit is gepleegd, vooral ook omdat door de gepleegde handelingen kleine spaarders in het Noorden ernstig zijn benadeeld. Aan den anderen kant wil spr. als verzachtend* omstandigheid aannemen, dat Liebermann's gezondheidstoestand in het Huis van Bewaring is achteruit ge gaan en ook de lange tijd, door hem in voorloopige hechtenis doorgebracht. Alles in aanmerking nemende, eischte de advocaat-generaal vernietiging van het vonnis der Rechtbank op formeele gron den en opnieuw Liebermann's veroor deeling als in primo n.1. tot drie jaar gevangenisstraf, echter met aftrek van acht maanden voorioopige hechtenis. Na het requisitoir worden achtereen volgens de heeren Möhring en Woltman nog even door den president naar voren geroepen om op enkele punten ophelde ring te geven. De zitting wordt dan te 5 min. voor vier geschorst tot Maandag a.s. 10 uur. Op dien dag zullen de verdedigers, Mrs. Kokosky, en Duys hun pleidooien houden. De Raad voor de Scheepvaart te Am sterdam heeft gistermiddag een onder zoek ingesteld naar de zaak van het ver gaan van het dok Vulcan II op de Noord zee op 7 December 1929. Dit dok werd gesleept door de sleepbooten „Humber" en „Witte Zee"; bij de ramp hebben twee mensehen van de bemanning het leven verloren. x De hoofdinspecteur voor de Scheep vaart, de heer Fock, zeide dat het aohter- af gemakkelijk is om te zeggen: men had deze reis niet mogen ondernemen zonder gunstiger weerberichten af te wachten. Als zeeman acht spr. het verantwoord, dat men onder de gegeven omstandigheden de reis heeft aangedurfd. Een reis met een dok is altijd een gevaarlijke onder neming. Na het gebeurde zal men in ge lijke omstandigheden misschien gunstiger weerberichten afwachten. Spr. is van mee ning, dat de ramp te wijten is aan den ouderdom van het dok (het dok was 32 jaar oud. Red. Held. Crt.), tezamen met het zeer plotselinge, het bijna onverwach te opkomen van den storm. Spr. is van meening, dat den kapitein geen blaam kan treffen. De Raad zal later uitspraak doen. De rechtbank te Assen heeft gisteren 13 personen uit de gemeente Zuidlaren, die in den avond van 5 October aldaar hebben deelgenomen aan het z.g. volksgericht, door te zamen met vereende krachten ge- weid te plegen tegen de bij L. T. in ge bruik zijnde woning, veroordeeld tot f 50 boete, te vervangen door een maand hech tenis of voor de minderjarigen door een maand tuchtschool Aan den milicien H. Berfelo te schedé, die in Juli 1928 te Oldenbroek bij het ontijdig ontploffen van een granaat zwaar getrofen werd, tengevolge waar van hü blind werd en beide onderarmen moest missen, is door de regeering een pensioen van 4000 per jaar toegekend. De kosten van verpieging in de zieken huizen te Ziwolle en Utrecht had de ne men"1118' V°°r baar rekeninft geno- En- deD°"Sa^aK 18 In dBn Slulsput bij van de Maatschappij „Trio" FenTlp/nm erns^K ongeluk gebeurd, van een h! ïer werkzame arbeiders viel OD een Va? onKevaer 71/. meter lukktoe ?nnen vl°er waarbij de onge- kvam t kooMwonde be- werd verhrH ij n knieschijf nagenoeg of de nrh v) 4 deelde nlet veel oer afaevlr Was ook van den heton- M laver 7a ^Waardoor dan nog 10 Na onniiHH6 mo Z5U Sekomen. het Mnr tt getrotteno Per auto naar voerd ne"BosP1taal te Den Helder ver trek br.e*ier.?,laat8B kon men ons om- Datiënt »n ,1 ?en bestand van den Patiënt geen inlichtingen verstrekken.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 14