Belangrijke PRIJSVERLAGING
Alg. Coóp. Verbr. en Prod. Vereen.
Afd. Kleeding
GROOTE OPRUIMING
HEERENMOOE-ARTIKELEN
Afd. Kruidenierswaren
GEMENGD NIEUWS.
verbonriS J ük door dr- Beeker te zUn
VROUWEN IN DE FRANSCHE REVOLUTIE.
Wie voor het eerst de Fransche revo
lutie bestudeert, gevoelt zich als één, die
over den rand van een krater kqkt, en
daar beneden een geweldige kokende
chaos ziet. Het is een ziedende, borrelen
de massa, het oplaaien van woedende
Charlotte Oorday stond aan de zijde der
Girondijnen, die wel inzagen, dat ze te
„HELDER" U. A.
KONINGSTRAAT 9
Alles moeten weg tegen
bespottelijk iage prijzen
Koopt nu!! Zie de etalage!!
INGAANDE HEDEN
SUIKER
BASTERD SUIKER
BRUIcE SUIKER
ZAKJES SUIKER
DE GENTLEMAN-ZAKKENROLLER.
traohten te bestelen in het Gebouw voor
Knnstpn en Wetensohappen na afloop
van een voorstelling. Toen had hij zic&
vlug uit de voeten gemaakt.
De schouwburgrat is Dinsdag naar het
Het hooger beroep van
Salomon Liebermann.
Het vergaan van het dok
Yalcan II op de Noordzee.
HET VOLKSGERICHT TE
ZUIDLAREN.
PENSIOEN VOOR INVALIDITEIT.
Wierlngon.
ONGEVAL IN DEN SLUI8PUT TE
DEN OEVER.
elementen.
Zoo ziet men ook in het eerst de chaos
der Fransche revolutie, de heksenkeuken
van plots ontketende hartstochten, van
ontembare woede, van niet te breidelen
wreedheid. Eerst langzaam, bq nadere
bestudeering, ziet ge de üjn, waarlangs
alles gaat, ontdekt ge de pereoonlojkhe-
den, die een rol in dit drama hebben ge
speeld, ziet ge den weg, waar langs de
beulen en slachtoffers, de drijvers en de
gedrevenen zijn gegaan. Dan bespeurt
ge ook de draaikolk, waarin velen te
gronde gingen, meegesleurd door blinden
hartstocht, woede en razernij.
In dit wilde tijdperk hebben ook de
vrouwen een rol gespeeld, zooals ze, in
elk tijdperk van de wereldgeschiedenis
een rol hebben gespeeld. Ze vochten en
streden mede. Ze leden mede en werden
slachtoffers, zoo goed als ze beulen wa-
Sprekende in een conferentie voor de
leden van de „Université des Annales
over de zenuwzieken in de Fransche re
volutie, wijdde Dr. Racul Baudet te Pa
rijs ook eenige woorden aan de vrouwen,
iii de periode, waarin de hevigste harts
tochten werden ontketend, waarin tevens
de schoonste blijken van menschenliefde
werden gegeven.
In de menigte, in die volksmassa,
vroeger berustend zonder verzet, nu tot
een razende bende geworden, waren de
vrouwen de felsten, de meest brutalen,
de wreedsten.
Geleidelijk waren ze zóó geworden. Bij
de inneming van de Bastille waren zij
nog toeschouwsters. Zij juichten de bele
geraars toe en moedigden hun aan en
toonden hun vuisten aan de 'belegerden.
Dat was in Juli. Doch reeds in Octo-
ber vielen zij door het werpen van stee-
nen een 'bataillon van de nationale garde
aan, forceerden de deuren van het Parij-
sche stadhuis, maakten zich meester van
geweren en kanonnen en marcheerden
naar Versailles. Doch ze hebben nog niet
de wreedheid, welke ze later zouden
toonen. Ze bedaarden spoedig, toen de
koning rustig met ze sprak en één van
baar omhelsde.
Doch een jaar later zijn ze verschrik
kelijk. 'Ze wisselen geweerschoten met de
Zwitsers, die het koniklijk paleis, de
Tuilleries, verdedigen, overweldigen de
koninklijke vertrekken, rollen zich in het
bed van de koningin en spelen met de
lijken.
Fabre d'Eglantine noemt ze eindelijk
„de vrouwelijke grenadiers van de revo
lutie". Zij zijn de tricoteuses, die aan den
voet van de guillotine haar breiwerk niet
in den steek laten.
Maar aan den anderen kant, bij de ko-
ningsgezinden, bij de Vendeërs ziet
men dezelfde hartstochten bij de vrou
wen, als bij de revolutionairen en de
moordenaars van de koninklijke familie.
Ze zijn even brutaal. En even wreed.
Terwijl hun mannen terugtrekken voor
de soldaten der revolutie, rennen zij naai
de kanonnen, en doorsteken de artilleris
ten. Zij geven ook het voorbeeld van
wreedheid. Na den terugtocht van de re
publikeinen, bij Noirnoutiers, martelen
en dooden ze alle gevangenen. Sommi
gen werden levend 'begraven, anderen
levend verbrand.
Het spreekt vanzelf, dat uit die massa,
uit de vele ongenoemden, wier namen
niet werden opgeteekend, persoonlijk
heden opstegen, die in de wereldhistorie
een plaats hebben verworven, die niet on
geacht kunnen worden gelaten, wanneer
over het tijdperk, waarin ze leefden, stre
den en werkten, wordt gesproken of ge
schreven.
Uit de chaos der Fransche revolutie
zijn zoowel vrouwen als mannen voortge
komen, die de aandacht overwaard zijn,
omdat ze een stuk van de geschiedenis
hebben gemaakt, omdat ze het centrum
vormden van actie en reactie, van aanval
en verdediging, van wreedheid en zelf
opoffering, van beestachtigheid en
menschlievendheicL
Over eenige vrouwen te schrijven,
wier optreden in de Fransche revolutie
voor altijd is vastgelegd, wier verschij
ning typeerend was voor het tijdvak, is
het doel van dit artikel.
Vooreerst Marie Antoinette, dochter
van Maria Theresia, gehuwd met Lode-
wijk XVI en met hem het slachtoffer
wordende van de revolutie, die de oude
toestanden doet verdwijnen en het oude
koningschap, dat eeuwen lang over
Frankrijk regeerde, verjoeg. Slachtoffers
mede van wat vroegere koningen hadden
misdreven, met haar hoofd betalende wat
anderen hadden misdaan.
Wil men Marie Antoinette zien als het
slachtoffer van de omwenteling, dan heb
ben wij haar ook te zien als een vrucht
van haar tijd, van de opvoeding van het
hof van de koningin van Oostenrijk,
reeds jong gehuwd met den Franschén
kroonprins en reeds jong gebracht naar
een hof, waar Lodewijk de Vijftiende
nog regeerde, een vorst zonder veel mo
raliteit en die aan zijn volk niet het voor
beeld heeft gegeven van zedelijkheid en
belangstelling in het lot van land en volk.
Het land uitputtende voor zijn liefhebbe
rijen en zijn minnehandel.
Toen 11 Mei 1774 Lodewijk de Zestien-
ed den Franschén troon besteeg, onder
het gejuich van het volk, dat jubelde om
den dood van zijn voorganger en om de
verheffing van een vorst, van wien men
alles goeds verwachtte, was geheel Frank
rijk in een hoopvolle stemming. Hier was
een welgezind, een moreel hoogstaand
man op dan troon gekomen, hier was een
koningin, die een toonbeeld was van be
minnelijkheid en die een einde zou ma
ken aan het zedenbederf van het hof.
Doch da stemming verandert al spoe
dig bij het volk, als het blijft gebukt gaan
onder de zware belasting, waaraan niet
te ontkomen scheen.
Het volk, opgezet begon niet zonder
reden te morren.
Marie Antoinette, dochter van een kei
zerin, toch ai niet gewoon, het volk, de
massa, hoog te schatten, begint het volk
te haten, het volk, dat in opstand kwam
tegen den vorst en de vorstin, tegen de
edelen, de hoogsten van den lande.
De geschiedschrijvers zijn het met el
kaar eens, ook generaal Toulongeon,
haar tijdgenoot, dat zij een der voor
naamste oorzaken was van den onder
gang van Lodewijk XVI. Zich verheven
voelende boyen de volksmassa, was zij
het, die den koning telkens trachtte te be
wegen, zonder volksvertegenwoordiging
te regeeren. Die den koning opzette tegen
de revolteerende menigte. De menigte
voelde het. De haat kwam, de haat van
de koningin beantwoord door de haat van
het volk. Om het volk nog meer tegen
haar op te zetten, strooide men praatjes
tegen haar uit. Aan het slot wordt ze be
schouwd als de grootste vijandin van
Frankrijk. Van de revolutie en van de
vrijheid. Fouquier-Tinville, de openbare
aanklager, een der grootste schelmen van
de revolutie, die, ten slotte, als een soort
gerechtigheid ook zou verliezen, onder
de guillotine, verklaarde, dat zij; gedu
rende haar verblijf, een geesel en een
bloedzuigster der Franschén is geweest,
dat zij het geld van Frankrijk heeft ver
spild, dat zij tegen de revolutie had
saamgezworen en dat zij een burgeroor
log had willen ontketenen.
Ze wordt voor de revolutionnaire recht
bank gebracht als een gewone samen-
zweerster en een dochter van 'n keizerin
en de gemalin van een koning te zien
komen uit de cel van een gewone ge
vangenis en verschijnende voor een ge
wone rechtbank, was wel één van de bui
tengewone voorvallen, in die dagen, zoo
rijk aan geweldige gebeurtenissen.
Hermann, de president van de recht
bank, waarvoor de koningin terecht stond,
verklaarde aan het slot, dat het Fran
sche volk de koningin in staat van be
schuldiging had gesteld en alle politieke
gebeurtenissen, gedurende de laatste vijf
jaar tegen haar getuigden.
Zlij; bleef, ook onder de grootste beschul
digingen haar kalmte bewaren. Ze be
hield in de moeilijkste ©ogenblikken te
genover de vertegenwoordigers van het
volk, of die zich als zoodanig hadden op
geworpen, haar koninklijke waardigheid.
Terwijl haar zaak werd behandeld, in
tegenwoordigheid van zoovelen, die haar
haatten, bleef zij in haar rol van konin
gin, die het volk geleerd heeft te haten.
Die kalmte bewaarde ze, toen ze gevangen
werd genomen, toen -men haar het eerst
naar den Temple bracht en eindelijk haar
opsloot in de Oonciergerie.
Het doodvonnis werd uitgesproken om
half 5 in den morgen van den 16den Octo-
ber 1793 en een kwartder daarna staan
de lieden gereed om haar naar het scha
vot te brengen. Ze werd naar het schavot
gebracht op de zelfde wijze als andere
gevangenen en ter dood veroordeelden en
ze toonde zich ongevoelig voor de kreten
„weg met de tirannie, weg met madame
Veto".
Haar hoofd viel in den middag op de
zelfde plaats, waar het hoofd van Lode-
wjjk, haar gemaal en dat van vele ande
ren was gevallen.
Zij werd spoedig gevolgd door Madame
Elisabeth, de zuster van den koning, die
alleen de misdaad had begaan, de zuster
van den koning te zijn.
Daar hebben we Charlotte Oord'ay, die
13 Juli 1793 Marat vermoordde. Ze was
geen koningsgezinde, gelijk 'men gewoon
lijk heeft aangenomen. Ook zij blaakte
van geestdrift voor de vrijheid, doch ook
in haar was de haat tegen hen, die van
de vrijheid misbruik maakten om te
dooden.
Chiarlotte Anne Marie Oorday was te
Saint Saturnin geboren. Haar jeugd'
scheen te verloopen in een stille afzonde
ring, in gezelschap van haar vader, ter
wijl zij zich wijdde aan de letterkunde en
geschiedkundige studies. Het geweld van
de revolutie was ook tot baar gekomen en
ze had de gewoonte, de gebeurtenissen
van vroegere d'agen te vergelijken met
het tijdperk, waarin ze leefde.
Ze zag hoe de Girondijnen werden op
gehitst tegen de Jaoobijnen en Marat be
hoorde tot degenen, die de Girondijnen
uitkreten voor volksbedriegers en vij
anden1 van de verkregen vrijheden. In
•haar oogen evenwel, waren de Girondij
nen, met hun deugden en hun gaven de
eenigen, die de Fransche republiek kon
den redden.
En nu had zij hooren zeggen, dat het
juist Marat was, die er steeds op aan
drong, de Girondijnen te verjagen en ze
verbeeldde zich, dat hij' het hoofd was
van de Bergpartij. Een feit is het, dat
Marat in die dagen weinig of geen in
vloed meer had. Hij schold op iedereen,
zag in alles en in iedereen verraad en was
het type van een volksmenner, die door
allerlei middelen, die op allerlei manie
ren het volk op zijn hand wist te krijgen.
In de conventie was zijn invloed ge
ring, maar onder het volk was hij zeer
populair. Deze man, die dagen lang in
een bad werkte, om eenigszins te ontko
men aan de kwellingen van een ziekte,
waaraan hjj leed, had ook al de sentimen
ten van haat ondergaan. Hij' haatte om
zich te wreken op het lot, dat hem zieke
lijk deed zijn en -mismaakt, hij haatte om
te haten en om zijn lust tot verderven bot
te vieren. De Girondijnen, die te laat had
den ingezien, dat in ieder mensoh het
beestachtige sluimert, dat losbreekt in tij
den van revolutie en opstand, hadden tot
zijn verderf besloten, zooals hjj het er
op toe legde, de Girondijnen te vernie
tigen.
ver waren gegaan. Door een algemeene
woede aangestoken, door een haat aan
gegrepen, waarvan niemand scheen ver
schoond te blijven, komt ook in haar, zelfs
in dat onschuldige meisje, iets van het
beestachtige te voorschijn.
Zij besluit Marat te dooden. Zij vertoef
de te Caen, toen daar de Girondijnen bij
een kwamen. Haar groote schoonheid,
haar jeugd, haar energie hadden ook de
sympathie van deze afgevaardigden op
gewekt. Ze beschouwden haar als hun ge
lijke, doch zij had hen geen deelgenoot
gemaakt van haar plan, om neer te slaan
dengene, dien zij hield voor den grootsten
vijand van de lieden, wier politiek zij
voorstond.
Charlotte Corday blijft een merkwaar
dige figuur. Ze is geen furie, geen
Theroigne de Mericourt, die een alles be
halve rustig leven had geleid, die met de
pistolen in den zak en de zweep in de
hand, menigmaal de oproerige vrouwen
had geleid.
Haar door de tijden opgewekte haat,
doet haar de details van haar plan vol
ledig uitwerken. Haar vader schrijft ze,
dat ze naar Engeland gaat, om te ontko
men aan het onweer, dat Frankrijk be
dreigt. Aan anderen vertelt ze, dat ze
naar Parijs gaat, om familie op te zoe
ken. Te Parijs koopt zij zich een mes en
Vervoegt zich aan het huis van Marat.
Tot twèe maal toe weigert hij haar te ont
vangen.' Ze schrijft hem een brief, waar
in zij hem mededeelt, dat ze uit Calvados
komt, hem belangrijke dingen heeft te
vertellen en een beroep doet op zijn mede
lijden.
Voor de derde maal vraagt ze weer toe
gang tot hem. En om acht uur in den
avond wordt ze toegelaten. Hij zit in het
bad, omringd door papieren en pennen.
Marat wil van haar de namen hooren
van de afgevaardigden, die te Caen ver
toeven.
Ze noemt ze en hij schudt het hoofd en
zegt: „goed, goed, ze zullen naar de guil
lotine gaan".
Charlotte Corday grijpt naar het mes,
dat zij links, onder haar corsage had
verborgen, en steekt het wapen in zijn
hart. Ze wordt onmiddellijk gegrepen en
naar de gevangenis van de Abbaye ge
bracht en vervolgens naar de Ooncierge
rie.
De moord op Marat, door Charlotte Cor
day gepleegd, met het doel, de Girondij
nen te redden, veroorzaakte juist hun val.
Ofschoon zij niet op de hoogte waren van
haar plan, werd Charlotte Corday be
schouwd als de uitvoerster van hun wil.
Charlotte Corday had voor de revolu
tionnaire rechtbank de houding van
iemand, die meende, dat zij door den
moord op Marat een dienst aan haar
vaderland heeft bewezen. Ze verklaarde,
dat zij Marat had gedood in de hoop, dat
zij aan het land' den zoo noodigen vrede
zou geven en niet omdat zij in den man
een misdadiger zag. Ter dood veroor
deeld, hoorde ze het vonnis zonder eenige
ontroering aan en met een glimlach op de
lippen. Zij ging naar het schavot met een
kalmte en een moedi, die haar altijd had
den vergezeld. De menigte, die met graag
te elke terechtstelling bijwoonde, ont
hield zich ook nu niet van betoogingen,
doch er was ook menigeen, die medelij
den met haar had. Haar schoonheid en
haar vijf en twintig jaren wekten de be
wondering op, ook van hen, die hard
waren geworden en menige vrouw hadden
zien ter dood brengen. En menigeen ont
blootte het hoofd, toen zij voorbij trok.
Ook Charlotte Corday was een slacht
offer van de revolutie, die het rustige
meisje tot een moordenares had gemaakt.
De mannen hadden het voorbeeld ge
geven door te dooden. Het gevloeide
bloed' had haar bloed in opstand gebracht.
Zoo werdén hartstochten ontketend, die
sluimeren en sluimerend blijven in kal
me en rustige tijden.
Een andere belangwekkende vrouw is
Madame Roland, vrouw van den vroege-
ren minister Roland, van binnenlandsche
zaken onder Lodewijk XVI.
Zij, dochter van een juwelier, jong en
schoon, was door de studies der wijsgee-
ren, de republikeinsche ideëen toegedaan.
Haar man en ook zij hadden zich bij de
Girondijnen aangesloten en zij, een goed
schrijfster, werkte niet alleen voor haar
man, de verschillende onderwerpen uit,
doch gebruikte ook haar beschaafde pen
om propaganda te maken voor de denk
beelden van haar partij.
Als Roland als minister ontslagen
wordt, omdat hij een al te vrijmoedigen
brief aan den koning had geschreven,
waarin hij er op aandrong, meer haast te
maken met de constitutie, treedt zijn
vrouw meer en meer op den voorgrond.
Maar beiden worden betrokken in den
strijd van de Bergpartij togen de Giron
dijnen.
De Girondijnen worden in staat van be
schuldiging gesteld als verraders van het
vaderland. Mevrouw Roland wordt nog
niet genoemd onder hen, doch ze blijft
verdacht en men geeft het bevel haar en
haar echtgenoot te arresteeren.
Hij; weet te vluchten, dooh haar weet
men te vinden en ze wordt naar de ge
vangenis gevoerd.
Hadden tal van Girondijnen bij hun te
rechtstelling blijken van moed gegeven,
ook Madame Roland, ziob sterk voelende
door haar idleeën, beklimt moedig het
schavot, als ze door de revolutionaire
rechtbank, die in het groot werkt, ter dood
wordt veroordeeld. Ze werd 2 Juli in hech
tenis genomen, omdat men had ontdekt,
dat ze een briefwisseling had onderhou
den met de uitgeweken Girondijnen.
Dat was zóó verdacht, dat zij daarvoor
het leven moest laten.
Met haar stierven op denzelfden dag
Railly, de eerste voorzitter van de Wet
gevende Vergadering, die ook de zitting
had geleid in de kaatsbaan, waarin men
verklaarde niet uiteen te gaan, vóór
Frankrijk een grondwet had; de procu
reur-generaal Manuek die als een vijand
werd beschouwd, omdat hij had gepoogd
20 ot. per pond
26 ii ii ii
25 i, ,i
1.05 per 5 pond
den koning te redden, de hertog van Or-
leans, meneer „gelijkheid", die zich eerst
volksgezind had getoond eii mede tegen
den koning conspireerde, Olympe en Gou-
ges, een andere vrouwelijke revolutionai
re, die overal was te vinden bij belang
wekkende gebeurtenissen tijdens de revo
lutie.
Madame Roland werd met Lamarche,
directeur van de assignatenfabriek op de
zelfde kar naar het schavot gebracht. Ze
gaf een bewijs van heldenmoed, door met
hem, die haar vergezelde, te twisten over
den voorrang bij de terechtstelling.
„Gaat U vóór, meneer Lamarche", zeide
ze. „Ik heb den moed om te wachten".
Ze was niet de eerste, en ook niet de
laatste vrouw, die stierf voor haar
ideeën. 1
Binnenland.
DE MOORD TE STOMPWIJK.
Ook de tweede dader gegrepen?
De Haagsche politie heeft naar de
„Tijd" meldt nog een tweede arrestatie
gedaan in verband met den te Stompwijk
gepleegden moord op den manufacturier
v. d. Drift, uit Voorburg.
Ook deze aangehoudene, een 30-jarige
man is uit Den Haag afkomstig.
OVERREDEN EN GEDOOD.
Een automobilist ln „vrooHjke
stemming".
Woensdagnacht omstreeks half drie is
op den Haagweg ter hoogte van de verf-
fabriek nabij Delft een onbekende man
aangereden door een auto, bestuurd door
een heer uit Rotterdam. De man was bijna
op slag dood. De auto, een gloednieuwe
wagen van de R. A. I. te Amsterdam, reed
daarna tegen een boom. De politie van
Rijswijk heeft het lijk van den onbeken
den man naar het lijkenhuisje aldaar ver
voerd en de auto in beslag genomen.
Naar het Hbld. verneemt verkeerden
de passagiers, die in de auto waren ge
zeten, in een vroolijke stemming. Zij heb
ben geen letsel bekomen.
NA DEN MOORD IN DEN
BLIJDORPPOLDER TE ROTTERDAM.
Spoedige sluiting van de Instructie.
De instructie tegen W. Visser, die er
van verdacht wordt op 9 October van
het vorig jaar in den polder Blijdorp bij
Rotterdam de 10-jarige Marietje van O.
te hebben vermoord, zal spoedig geslo
ten worden, zoo mogelijk over één of
twee weken. Er wordt nog gewacht op
enkele rapporten, waarvan de inleiding
echter eiken dag tegemoet gezien kan
worden. Ook hoopt men nog den brief
schrijver D. B. te vinden, die kort na
den moord de politie hier ter stede aan
bood voor f 1000 aanwijzingen te geven,
die spoedig tot de aanhouding van den
dader zouden leiden. Hoe dit ook zij, in
elk geval zal binnenkort de rechter-com-
missaris met zijn werk gereed komen.
Vermoedelijk zullen er dan nog wel en
kele maanden overheen gaan, alvorens
met de behandeling voor de rechtbank
aangevangen kan worden.
De Telegraaf.
Ten vervolge- op het bericht over de ar
restatie in -den Princesse-schouwburg in
Den Haag van den zakkenroller-ln-smo-
king, meldt men, dat de politie thans ge
komen is achter de woonplaats van den
aangehouden Armeniër. Hij woont in ge
zelschap van een vriendin in de buurt van
het Hollandsohe Spoorstation in Den
Haag op een gemeubileerde kamer. Toen
daar een onderzoek werd ingesteld, ble
ken aan hetzelfde adres nog te wonen
een Rus en een Poolsche. De twee dames
en de Rus werden ook aangehouden Het
wordt zeer waarschijnlijk geacht, dat deze
drie ln het complot zaten. Geen van hen
was in het bezit van geldige papier ;-n
zoodat zij dezer dagen over de grens zul
len worden gezet.
Verder is gebleken, dat het gezelschap
slechts korten tijd in Den Kaag heeft
vertoefd. Op 22 Januari heeft de Arme
niër daar zijn eersten slag geslagen HU
maakt den Indruk van een lnteliigenten
sluwen kerel en houdt zich van den dom
me. Hij is echter door zeer velen her
kend, o.m. ook door iemand, dien hij had
huis van bewaring overgebracht.
Llebermann opnieuw veroor
deeld tot drie jaar gevangenis
straf.
Bij een overvolle publieke tribune ei.
een goed gevulde zaal ving Donderdag
de achtste dag van het strafproces tegen
Salomon Liebermann, dienende voor bet
Gerechtshof Amsterdam, aan.
Met de uitvoerige verslagen van de
vorige zittingsdagen hebben wij onze
lezers niet willen vermoeien, omdat het
een noodzakelijkerwijs eindeloos herhalen
was van feiten, die reeds bekend waren.
Op dezen achtsten zittingsdag werd
Liebermann verhoord,waarna de advocaat-
generaal, mr. A. baron van Harinxma i hoe
Slooten, requisitoir ham.
Spr. zeide zich in bet algemeei m t m i
vonnis van de rechtbank, op enkele kleine
feitelijke onjuistheden na, geheel te kun
nen vereenigen.
Wat tenslotte de strafmaat betreft, mèt de
Rechtbank is spr. van meening, dat bier
een hoogst ernstig feit is gepleegd, vooral
ook omdat door de gepleegde handelingen
kleine spaarders in het Noorden ernstig
zijn benadeeld.
Aan den anderen kant wil spr. als
verzachtend* omstandigheid aannemen,
dat Liebermann's gezondheidstoestand in
het Huis van Bewaring is achteruit ge
gaan en ook de lange tijd, door hem in
voorloopige hechtenis doorgebracht.
Alles in aanmerking nemende, eischte
de advocaat-generaal vernietiging van het
vonnis der Rechtbank op formeele gron
den en opnieuw Liebermann's veroor
deeling als in primo n.1. tot drie jaar
gevangenisstraf, echter met aftrek van
acht maanden voorioopige hechtenis.
Na het requisitoir worden achtereen
volgens de heeren Möhring en Woltman
nog even door den president naar voren
geroepen om op enkele punten ophelde
ring te geven. De zitting wordt dan te
5 min. voor vier geschorst tot Maandag a.s.
10 uur. Op dien dag zullen de verdedigers,
Mrs. Kokosky, en Duys hun pleidooien
houden.
De Raad voor de Scheepvaart te Am
sterdam heeft gistermiddag een onder
zoek ingesteld naar de zaak van het ver
gaan van het dok Vulcan II op de Noord
zee op 7 December 1929. Dit dok werd
gesleept door de sleepbooten „Humber"
en „Witte Zee"; bij de ramp hebben twee
mensehen van de bemanning het leven
verloren. x
De hoofdinspecteur voor de Scheep
vaart, de heer Fock, zeide dat het aohter-
af gemakkelijk is om te zeggen: men had
deze reis niet mogen ondernemen zonder
gunstiger weerberichten af te wachten.
Als zeeman acht spr. het verantwoord, dat
men onder de gegeven omstandigheden
de reis heeft aangedurfd. Een reis met
een dok is altijd een gevaarlijke onder
neming. Na het gebeurde zal men in ge
lijke omstandigheden misschien gunstiger
weerberichten afwachten. Spr. is van mee
ning, dat de ramp te wijten is aan den
ouderdom van het dok (het dok was 32
jaar oud. Red. Held. Crt.), tezamen met
het zeer plotselinge, het bijna onverwach
te opkomen van den storm. Spr. is van
meening, dat den kapitein geen blaam
kan treffen.
De Raad zal later uitspraak doen.
De rechtbank te Assen heeft gisteren 13
personen uit de gemeente Zuidlaren, die
in den avond van 5 October aldaar hebben
deelgenomen aan het z.g. volksgericht,
door te zamen met vereende krachten ge-
weid te plegen tegen de bij L. T. in ge
bruik zijnde woning, veroordeeld tot f 50
boete, te vervangen door een maand hech
tenis of voor de minderjarigen door een
maand tuchtschool
Aan den milicien H. Berfelo te
schedé, die in Juli 1928 te Oldenbroek bij
het ontijdig ontploffen van een granaat
zwaar getrofen werd, tengevolge waar
van hü blind werd en beide onderarmen
moest missen, is door de regeering een
pensioen van 4000 per jaar toegekend.
De kosten van verpieging in de zieken
huizen te Ziwolle en Utrecht had de ne
men"1118' V°°r baar rekeninft geno-
En-
deD°"Sa^aK 18 In dBn Slulsput bij
van de Maatschappij „Trio"
FenTlp/nm erns^K ongeluk gebeurd,
van een h! ïer werkzame arbeiders viel
OD een Va? onKevaer 71/. meter
lukktoe ?nnen vl°er waarbij de onge-
kvam t kooMwonde be-
werd verhrH ij n knieschijf nagenoeg
of de nrh v) 4 deelde nlet veel
oer afaevlr Was ook van den heton-
M laver 7a ^Waardoor dan nog 10
Na onniiHH6 mo Z5U Sekomen.
het Mnr tt getrotteno Per auto naar
voerd ne"BosP1taal te Den Helder ver
trek br.e*ier.?,laat8B kon men ons om-
Datiënt »n ,1 ?en bestand van den
Patiënt geen inlichtingen verstrekken.