UIT DE WIJDE WERELD Populair Bijvoegsel van de HELDERSCHE COURANT, VAN 'S LEVENS 1 i WIJSGEERIGEN KANT van ZATERDAG 1 FEBRUARI 1930 VREDIG VOORWAARTS. IL SOLE MIO. m VAN DE*. GROOTltN DER AARDE. KLEINE WIJSHEDEN. TOB NOOIT HOEKJE. VERWACHT HET GEVAAR. 't Juttertje 419. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN). ■W Aanvaard! het onvenmijdeljtjke opgewekt. Er zijn menschen, die zulk een rouw in het hart dragen over het verlies van de jeugd, dat een weinig beminnelijk heid er niet meer op over kan schieten. Ze worden norsch en wrevelig, en doen daardoor zichzelf en hun omgeving groo telij ks tekort. Want, even treurig als het Is om een kind te zien, dat aan een. oud dametje doet denken, even bedroevend is het een grijsaard te ontmoeten, die in zijn ouder dom niets anders schijnt te zien, dan het slot van een onbevredigd leven. Het valt natuurlijk niet te ontkennen, dat het van Lieverlede voelen afbrokke len van ons aardsche huis iets is dat tot weemoed stemt; maar weemoed behoeft geen ontevredenheid te worden. De ouder dom kan zoo schoon en vreedzaam zijn, als we ons willig in hem voegen, hem aanvaarden als een levenstijdperk, waarin we zekerlijk niet alleen verlies, maar ook winst hebben te zoeken. Hebben we dan in dat leven, dat achter ons ligt, in het geheel niets gewonnen? Zijn we alleen armer en niet in zekeren' zin ook rijker geworden? Leven we dan alleen van het verleden en zouden we werkelijk terug willen koeren naar de onwetendheid, naar de verwarde denk beelden van onze jeugd? Zoudén we op nieuw den strijd! willen aanbinden met dat woelige leven, ons dat jagen en ren nen nogmaals getroosten, nogmaals met horten en stooten, met struikelen en val len wenschen voorwaarts te gaan? at Zie, ik stel het mij1 liever anders voor. We hebben een kllmmenden bergtocht gemaakt, een vermoeiend eindweegs ach ter den rug. En nu gunnen we ons een oogenblik rust en zetten ons neer op een eenzamen bergtop, terwijl d© stralen der ondergaande zon het landschap aan onzen voet met vredigen glans verlichten. We kunnen het thans overzien; en dui delijk liggen voor ons de kronkelingen, de steile, steenachtige paden maar ook de bloeiende weiden, de lachende dalen, de verkwikkende stroom, met zijn bloemrijke oevers. We zien jonge gestalten in de verte, die worstelen om boven te komen.we roepen hun toe, maar onze stem klinkt niet tot hen dioor, we wenken, maar ze zien niet onze hand. Ach we weten het, het is hun heter te zoeken en te dwalen, te struikelen en te vallen, om tenslotte te vinden hun eigen weg! Maar een dankstemming komt toch over ons omdat we zuiverder inzicht en ruimer overzicht hebben verkregen, dat er steenblokken zijn, waaraan we onzen voet niet meer zouden stooten, dat er ne derige bloemen zijn, die we niet meer onopgemerkt voorbij zouden gaan. De rust doet ons goed. Maar te lang ruisten willen we niet; we willen trachten voorwaarts te gaan zoolang wij kunnen. Immers diaar ginds rijzen nieuw© hoog ten, bergtoppen bedekt met smetlooze sneteuw.Dóór ligt onze toekomst, daarheen zal onze voet zich hebben te richten. Wij. willen niet bij de pakken gaan neerzitten. Wij willen niet ons leven be derven door nuttelooze droomerijen. Wij zullen ons frisoh houden tot aan het ein de. Wij willen de belangstelling niet ver liezen voor het streven om ons heen. Misschien behoudt onze ervaring iemand voor een al te overmoedigen stap. Mis schien wjjst ons overdacht woord! iemand een nog niet gezienen weg. Zoo kunnen wij te midden der jongeren leven zonder ons te voelen een sta-in-den- weg. Zoo zullen we niet vervallen tot een nutteloos wrak, ons zeiven en anderen tot last. Er zal rust en vrede van ons kunnen uitgaan. We zullen ons nog immer noodig voelen en als ons uur slaat, zullen we niet behoeven te scheiden met zelfverwijt. B. „Evvlva! Evvlva! ritolla!" Sedert de moeder van Aglolllno Fron- tini het bericM van zijn terugkeer had gekregen, ging zij lederen dag naar de Grande Marino hield de hand voor de oogen om deze te beschutten voor de felle zon van Capri en staarde naar de Punta Campanella of er geen schip in zicht was. Als zij in de verte iets ontwaarde, begon haar hart ;V.oo onstuimig te klop pen, dat het haar pijn deed. Misschien was dit het schip, dat haar jongen naar huis bracht Als de boot dan eindelijk voorbijgleed en zich verwijderde, zonder het eiland aan te doen en zij niehs meer zag dan het blauwe water van d»e Tyrheensche Zee, besteeg zij weer het ruwe voetpad van de Contra delle Parre om\ terug te koeren naar haar oud bouwvallig huisje, dat om- 6even was door olijfboonuen en cactussen, 'aar zat zij dan dagen ,lang, slecht af en toe haar breiwerk op schoot latende, om den loop van de zon achter den Monte S&l&ro te vervolgen of te altaren naar de DE DORST NAAR HET GELD. Valsche munters. Geld is het groote tooverwoord, dat van den beginne af zooveel menschen ge- eiectriseerü heeft. Ondernemende avontu riers zijn in groote massa's naar de goud velden van Californië en Zuid-Afrika ge trokken om het edele metaal uit te gra ven; alchimisten hebben in hun labora toria hun hersens gepijnigd om het goud langs kunstmatigen weg te vervaardigen. Deze allen hebben op hun manier aan het gouden kalf gewerkt, waarvoor de wereld, op zijn geldzakken, in afgodische vereering nederknielt. Want „geld maken" is het voornaamste doel en arbeid voor wie niet hoogerzien. Een bezoek in de „Munt" biedt ons een tooneel, dat men niet zoo gemakkelijk ver geet. De verbeelding, zelfs van den nuch- tersten denker, wordt opgewekt als men het roodgloeiende goud in die groote mas sieve smeltovens ziet vloeibaar maken en den glinsterenden stroom in de gereed- gehouden vormen gieten. Men kan nau welijks den heimelijken wensch onder drukken ook maar een duizendste deel van het overal opgestapelde, tot staven gegoten goud en zilver te bezitten, dat nu door zware walzen in groote platen uitgerold, door vernuftige machines in schijven gesneden en tenslotte automa tisch gestempeld en tot afzonderlijke muntstukken geslagen wordt. Voordat het nieuwe geld in de kel ders der bank geborgen wordt, wordt elk stuk op een allernauwkeurigste weeg schaal gewogen, waarbij de te lichte of te zware munten worden teruggehouden. Indien men overweegt, wat al niet voor geld is te krijgen, kan men er zich niet over verwonderen, dat er ten allen tijde menschen geweest zijn, die het voordeelig geacht hebben voor eigen rekening geld te fabriceeren. Slechts met dit verschil, dat zij inplaats van goud of zilver lood of tin gebruikten. Het „hoe" is weliswaar tot nog toe niet opgehelderd geworden, want het is een der zeldzaamste feiten in.de misdadigerspsychologie, dat er van de ge heimen der valsche munterij tot nu toe bijzonder weinig bekend geraakt is. Geen enkele onthulling bij beruchte rechtsgedingen, geen enkele ontdekking van werktuigen en stempels door dé ge heime politie, zelfs niet de sensationeel© beschrijvingen van Parijs of Londen en andere wereldsteden door Dickens of Vietor Hugo, hebben een helder licht kunnen ontsteken in dezen duisteren doolhof. Zoo kon men in een heel jaar bij de Londensche politie slechts drie geval len opnoemen, waarin valsche munters gegrepen werden en van die drie kon slechts in een enkel geval veroordeeling volgen. De reden is vel de volledige af sluiting van elk v «rkeer waarin deze menschen leven. In Londen bijvoo.rbe» bestaat in de misdadigerswereld een fcherp begrensde arbeidsverdeeling, zoog wt een inbreker net zoo rnln valschf mui oten kan maken als een schoenmaker oc vufectiekleeding. De valsche munters vor. luen een aparte afdeeling en zij zijp bij bxl n standgenoo- ten bekend onder den m sam „Schoful- man". Hun vak bestaat ha» valsch geld te munten, bankpapier na te maken en handteekeningen te vervals cihen. Van hun werkzaamheid wordt zoo fejoed als niets openbaar; zij 'leve» niet me M elkander te zamen en maken nimmer v. t 'ienden deel genoot van hun geheimen en plannen. Hun werkplaatsen en laborat pria, die van distellatiemachineH, smeltkro 6'zen en alle verdere werktuigen voorzien zijn, bevin den zich soms op de meest ongedachte plekken. Dan weer eens in detnkere kel ders, van een berucht stadskwa rtier maar ook wel eens op vlieringen v j m deftige huizen, tot zelfs op de meest idyllische plekjes van dorp of platteland. In deze geheime nesten denken ze na, experimenteeren ze, voltooien ze hun wonderlijke arbeid. Van hierui t zetten ze hun geraffineerd1»? campagne ir\ voor het distribueeren hunner werkstukl'nen. Maar spreken over hun vak en vakaa, o gelegen heden doen ze nooit. B. 'AN^ schaduwen op de rotsen van den Farag- lioni en keek zij uren achtereen naar die rotsen in bevend verlangen naar den volgenden dag. Ais d e visschers haar zagen loop en, begroetten zij haar met een eerbiedig: „Buon di, gia Frontini". Zij was niet de eenige moeder op het eiland, die haar jongen verwachtte. De zonen van Capri waren bijna allen als soldaten naar Triporanië vertrokkon, maar hoe velen hunner zouden terugkec- ren? In een waren storm van oorlogzuch tige geestdrift waren zij onder het wap peren van het driekleurige vaandel en liet gejubel van de oorlogsmuziek naar Afrika vertrokken, met den oorlogskreet: „Sempre avanti Savoia!" De een-jarigen en veel beroepssoldaten werden te Napels in hetzelfde regiment van Bersaglieri, onder bevel van overste Fara ingedeeld en zij scheepten zich in, alsof Itiet voor een pleiziertochtje was, onder den juich kreet: „Evvlva lTtalia!" De zoon van moeder Frontini was onder de eersten, stralend van vuur en van jeugd onder de mooie boschhanen, veer op den hoed, die zijn oogen beschaduw de, zijn gloevolle oogen, die bramdden als de zuidelijke zon. „II sole mio/, mijn zon" zei de moeder als zij» in de zomer nachten onder haar venster» hoordi s zin gen: „Che bella oosa 'na inuenata solel"| Maar nu zongen zij niet meer, daar LEEFTIJ1D-RECEPT VAN ROC: KEFELLER. Toen John D,, Rockefeller zijn 66 sten geboortedag vierde, gebeurde dat onder buitengewoon voel belangstelling, daar de vermaarde millionair in alle kriniïen zeer beroemd is. N adat leden zijner fami lie en verschillend»? zijner vrienden rotie voeringen hadden gehouden, stond Joïin D. op en verklaard ie, dat hij het wonde r baarlijke middel, waaraan hij zelfs op hoogen leeftijd zij n krachten te danken had, bekend zou i maken. De trouwe die naren van het hixis Rockefeller overhan digden ieder der gasten een imitat'de- chèque, het luidd.e „aan toonder" en het papier was goecl voor „honderd ja&ir leven". Op de rug;zijde stonden de Bockes- feillersche leefregjels genoteerd: 1. Vermijd dik te worden, slank zijn is gezond zijn. 2. Maak regebcnatig lichaamsbeweging; rust roest. j 3. Zorg altijd voor frissobe lucht. Fris- sche lucht is tegengif voor elke ziekte. j 4. Drink dage! ijks drie liter water. 5. Erger je ni-iot, wind je niet op. Aanvankelijk waren alle gasten ver baasd over den. eenvoud van het recept. Toen maakte i< jmand de opmerking, dat een dergelijke i gebruiksaanwijzing alleen nut heeft voor jchatrijk© menschen zooals de gastheer. Rockefeller antwoordde, dat deze kuur voor een iedetr te bereiken is: water en frissche lucht i kosten niets, wat beweging kan ieder zici t l verschaffen, die het zelf wil en men k;; an zich hoeden voor dik worden. „Alles goed en wel," repliceerde de pessimistische gast, „maar punt vijf is het moeilijkst op te volgen, van uwe me thode. Het er| geren, dat iemand dagelijks overkomt vin» it toch zijn oorzaak in dien strijd om het bestaan en ik kan mij voor stellen, dat u daar geen last van heeft." Rockefeller dacht even na en sprak: „Toegegeven, dat de meerderheid van het menschdom n nijn methode niet geheel en ad opvolgen 1 ran, doordat het vijfde punt dit onmogel j yk maakt. Daardoor verliest zij twintig procent van haar waarde. De menschen die alleen de vier punten kun nen opvolgern, zullen zich dus tevreden moeten steil» ?n met tachtig jaar te worden. Daar is nie f a aan te doen." B. SPREEKWOORDEN UIT HET VERRE OOSTEN. Als de spreekwoorden van een volk inderdaad de spiegel zijn van zijn ziel, zooals een wijze Oosterling heeft be weerd, dan zal men uit de volgende Turksche, Arabische en Perzische spreekwoorden de vrouw uit het Morgen land niet onduidelijk, inaar ook niet al tijd lieftallig te zien krijgen. Karakte ristiek is, dat van de 6000 Oostersche spreekwoorden, die zijn verzameld, er niet meer dan 300 betrekking hebben op de vrouw. De verklaring voor die zonder linge verhouding ligt voor de hand: De vrouw speelt in het maatschappelijke le ven der betrokken landen een onderge schikte rol, en in het openbare leven heelemaal geen roL Tenminste tot nog toe. Hier volgen er eenige: De man denkt het eerst aan zich zelf, de vrouw het eerst aan den man en dan aan de kinderen. Wat één hen naar boven wroet, kun nen negen hanen niet weer in orde ma ken. Als de bedienden krakeelen, is ieder huis te klein. Schoonheid kent geen trouw, de zee geen maat. Als gij een vrouw liefhebt, staat gij' voor de keuze: óf zij beheerscht u,. óf gij moet haar gehoorzamen. De mannen verwijten de vrouwen: ge brek aan verstand), en als een vrouw ver standig is, vindien ze het niet goed. Onderzoekt de zoom, vóór gij linnen koopt, en de moeder, vóór gij de dochter het hof maakt Als de man van meening is dat' het wa ter tegen den berg oploopt, dan moet de vrouw zeggen: Het is zoo. Ieder man heeft een hartstocht en iedere vrouw heeft er negen. Het gelukkigst door het huwelijk wordt de weduwnaar zonder kinderen. ginds onde: r de fluitende kogels en de ver zengende stralen van de Afrikaansche zon, die op hun hoofden brandde. Weken en maande: n. sleepten zich langzaam voort, vooral de; grenen, die tehuis op tijdig wachtten. Men had Tripoli niet zonder strijd kunmen innemen en de inboorlin gen hadd ten de tropen niet als verlos sers ontvai ogen. Zij hadden te kampen met de wanhoj p ige dweepzucht van de Arabi sche volks n stammen, die zich voor den Turkschen heerscher opwierpen en bij den schril]! en klank dér fluiten van de Terboukas op den vijand losstormden. Zij stieten oj de paniek van de oproerige inboorling» ?n, die een gewapenden tegen stander u it de mijnputten, uit iedere voor van de gerstakkers te voorschijn tooverde. De vijand had hier en daar kanonnen ingegraven of achter heggen verborgen, die bundels met vergiftige pijlen aan de mannen brachten. En haa r Lillino, zooals zij hem noemde, toen hij r u>g klein was, liep daar rond, de borst pr lesgevend aan de bedrieglijke kogels, o p den harden grond slapend, In de duin© n in den storm liggend, bij het onverbid» ïellijke flikkeren der sterren, die zich aan den hemel verhieven.... Lillino had nog nooit aan zijn oude moeder toeschreven, maar Ooncetta, de dochter v an een naburigen visscher, met wie haar zoon verloofd was, kwam dik wijl» bi) haar om de couranten voor te Duidelijk. „Wat voor een soort man is hij?" „Ja, hoe zal ik dat het beste zeggen als je hem ontmoet, heeft hü altijd zijn sigaren vergeten mee te nemen." Het verleden draagt voor ons een we- duwensluier, de toekomst een bruidsluier. Raad vragen is meestal goedkeuring vragen op wat men zichzelf reeds voor genomen heeft Noem iemand nog niet liefdeloos, als gij van hem geen liefde ontvangt. De man, die niet voor zichzelf kan den ken, wil altijd1 voor anderen denken. Een verstandig man heeft zijn zwak heden, zoowel als een dwaas; maar het verschil tusschen hen is dat de zwak heden van den een hem zeiven bekend, maar der wereld onbekend zijn, terwijl die van dén ander wereldkundig zijn, hoewel hij ze zelf niet kent De arglistige bedrieger kan niet half zoo gemakkelijk ons bedriegen als we 't ons zeiven doen. Opgeruimdheid van geest in dagen van tegenspoed is moed voor het hart, kracht voor den arm' en een goede (spijsvertering voor de maag. De jaloezie vindt haar oorsprong meer in eigenliefde dan in ware liefde. lezen, die getuigden van de heldhaftige gevechten, van de droevige nederlagen, de afschuwelijke wreedheden, die de zwarte vijanden aan de weerloozen en ge wonden bedreven. De moeder rilde bij de gedachte dat haar jongen bij deze ge wonden kon zijn. De Garibaldische dapperheM, die al deze regimenten bezielde, was nutteloos, tegenoverde volmaaktheid en de geraffi neerdheid der moorddadige oorlogs machines. Iedere persoonlijke daad van heldenmoed ging verloren door den hagel van granaten, verpletterde, door de zeis van de mitrailleuses als gras in den hooi bouw gemaald. De moeder wist maar al te goed, dat haar zoon tot degenen be hoorde, die niet terugbeefden voor het gevaar. Hij was één van de jonge man nen, die uitriepen: „De oorlog is de eeni ge hygiëne der wereld en de opvoedende moraal", en die zelden ook dat indivi duen en volkeren alle rechten bezitten behalve het recht der lafhartigheid. De moeders begrijpen niets van zulke prin cipes, als deze het hart van hun kinderen tot mikpunt kiezen. Vreemde, barbaarsch-kllnkende namen zweefden in de lucht rond, evenals lasti ge vliegen, die zich op het slagveld ver zadigd hebben aan menschelijk bloed: „Ored Medeuine, Slgi Meszai, Djamil Bel, Bemi-Sanadi, Hamidié". Niemand wist welke bloedige visioenen zich onder deze namen verborgen, die als vijandige pro jectielen op het- vreedzaam eiland rond vlogen. Ho «veel soldaten waren al in de Het zfin de ongededdeerden die op straat overreden worden. Welken kant uit? Achteruit, vooruit, blijven staan? Neem een besluit! De auto raast aan! Het moderne verkeer is vol gevaren. Ge weet dit ge houdt er reke ning mee. Ge wacht tot het oogenblik om over te steken gunstig schijnt, ge Laat traims en auto's passeeren. Maar ondanks Uw voorzichtigheid en routine kan er toch plotseling een oogenblik van gevaar komen. Er stuift iets op U aan, in een paar seconden moet ge een besluit nemen. Een besluit nemen, of verpletterd worden. Ook het leven is vol gevaren. We we ten het allen en we zijn er op verdacht. Maar toch kan het gevaar zoo «verwacht opduiken, dat het U duizelt. Welken kant uit? Ge staat besluiteloos. En wordt ver- pLetterd. Laat U niet overrompelen door het gevaar. Er zijn menschen, die bij het zien van een toesnellende auto denken: „daar kom ik onder" en zelfs geen po ging doen om te ontsnappen. Er zijn er ook, die heen en weer hollen, door schrik hun bezinning kwijt. Dan 'ge beurt het ongeluk, onvermijdelijk. Het eenige wat hen had kunnen redden was juist een resoluut ingrijpen geweest Resoluut handelen als het gevaar aan stormt! Daar is tegenwoordigheid van geest voor noodig. Ja, tegenwoonïigheid van geest Hoe kweeken W0 die aan, hoe kunnen wij zorgen, dat zij op het juiste moment aanwezig zal zijn? Door het gevaar te voorzien. Ook het plotselinge. We moeten daar evengoed op bedacht zijn als op de steeds wederkee- rende, makkelijker te ontkomen gevaren- Ge moet ervan overtuigd zijn, dat ge van daag of morgen plotseling voor een groot gevaar kunt staan. Ge hoeft U daar niet ongerust over te maken, ge neeimt het al leen aan als feit. Zoo bereidt ge Uzelf voor en zoo komt het gevaar niet over- waoht. Ge zult dan niet zoo gauw schrik ken, niet zoo gauw Uw bezinning kwijt raken; Uw hersens zullen blijven werken en in staat zijn dat één© beslissende be sluit te nemen, waarvan levenof dood af hangt. Laat U niet overrompelen door het gevaar, laat het U niet vreemd zijn, als het op U toekomt Het ongedachte, nooit verwachte, verwekt den .grootsten schrik en verwarring. Alles kan U overkomen! Wees op alles voorbereid! Dr. JOS. DE COCK. N. N. te H. Heb steeds eerbied voor den man met een overtuiging, ook al zijt gij het miet hem oneens. Uit iemands overtuiging spreekt zijn persoonlijkheid. Hij die spreekt met beslistheid en bepaaldheid, is een mensch, die helder en klaar heeft gedacht en die uit dit denken een over tuiging heeft opgebouwd, die met zorg is overwogen. Hoevelen durven thans nog te zeggen: „Dit is mijn overtuiging!" Een bedroevend schijntje menschen; en toch hebben wij! heden behoefte .aan man nen met overtuiging. Vrager te H In elk geval is iemand, die heeleioaal geen reden heeft om» graag goed te wer ken, gemakkelijk vatbaar voor verkeerde invloeden. Zoo iemand speelt miaar zoo wat met. zijn levenskansen. Hij. zal van alles en nog wat aanpakken en niets vol brengen, want het kan hem niet schelen, of hjj vooruit komt of niet in de wereld, Hij probeert iets, lukt het, zooveel te be ter, lukt het niet, ook al niet erg. Het is ongelukkig voor ieder mensch, om zich zonder meer aan het noodlot toe te ver trouwen. Iemand die, omdat het hem toe vallig een poosje goed is gegaan, nu maar op zijn „goed gesternte" vertrouwt, bouwt op drijfzand. Een stap verder en het draagt hem niet meer, één dag langer en de kansen keeren. Menschen, die op „het geluk" vertrouwen, denken er al niet meer over, om zich in te span nen voor hetgeen zij willen veroveren. Het z.g. „geluk" is de klip, waarop vele levens gestrand zijn. Verzonden brieven: Mevr. J. de H.; S. G. te H. Mevr. D. te H; K. S. te H. gerstenakkers, die aan de Middellandsche Zee gelegen waren en op de wegen waar de spitse pijlen der schildwachten den doortocht beletten, gevallen. De couranten verkondigden op zekeren dag de overwinning van 23 Ook hjj Saaea Sciat waar het elfde regiment overwon nen had, onder bevel van den overste Fara. Zij vermeldden de inneming van Ain-Zorg en de bloedige episode van de villa van Djambi Bel, die men met do spits van de bajonet moest veroveren. In Capri, zoowel als in geheel Italië, werden deze berichten met geestdrift begroet, en alle kleine kinderen zongon den marsch van het elfde regiment. Frontini had niet geschreven en zijn moeder kon zich niet verheugen over die berichten. Zij weende alleen ln stilte als zij er aan dacht met hoeveel menschen- levens deze overwinning weer gekocht zou zijn. De naam van Angiolllno bevond zich niet op de lijst der dooden, maar <le berichten hadden zooveel tijd noodig om Oapri te bereiken, dat terwijl men zich verheugde over een gespaard leven, een verloren kogel het hoofd al lang kon ge troffen hebben. Wie zou ooit <le namen van de ontelbare gewonden, die in de ge- improviseerde hospitalen smachtten, kun nen opnoemen en degenen, die onbekend stierven ln een met lijken opgevulde beek van het verafgelegen land? CSlnt volgt).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 7