UIT DE WIJDE WERELD
Populair Bijvoegsel van de
HELDERSCHE COURANT,
VAN 'S LEVENS 1
i WIJSGEERIGEN KANT
van ZATERDAG 1 FEBRUARI 1930
VREDIG VOORWAARTS.
IL SOLE MIO.
m VAN DE*. GROOTltN
DER AARDE.
KLEINE WIJSHEDEN.
TOB NOOIT HOEKJE.
VERWACHT HET GEVAAR.
't Juttertje
419. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
■W
Aanvaard! het onvenmijdeljtjke
opgewekt.
Er zijn menschen, die zulk een rouw
in het hart dragen over het verlies van
de jeugd, dat een weinig beminnelijk
heid er niet meer op over kan schieten.
Ze worden norsch en wrevelig, en doen
daardoor zichzelf en hun omgeving groo
telij ks tekort.
Want, even treurig als het Is om een
kind te zien, dat aan een. oud dametje
doet denken, even bedroevend is het een
grijsaard te ontmoeten, die in zijn ouder
dom niets anders schijnt te zien, dan het
slot van een onbevredigd leven.
Het valt natuurlijk niet te ontkennen,
dat het van Lieverlede voelen afbrokke
len van ons aardsche huis iets is dat tot
weemoed stemt; maar weemoed behoeft
geen ontevredenheid te worden. De ouder
dom kan zoo schoon en vreedzaam zijn,
als we ons willig in hem voegen, hem
aanvaarden als een levenstijdperk,
waarin we zekerlijk niet alleen verlies,
maar ook winst hebben te zoeken.
Hebben we dan in dat leven, dat achter
ons ligt, in het geheel niets gewonnen?
Zijn we alleen armer en niet in zekeren'
zin ook rijker geworden? Leven we dan
alleen van het verleden en zouden we
werkelijk terug willen koeren naar de
onwetendheid, naar de verwarde denk
beelden van onze jeugd? Zoudén we op
nieuw den strijd! willen aanbinden met
dat woelige leven, ons dat jagen en ren
nen nogmaals getroosten, nogmaals met
horten en stooten, met struikelen en val
len wenschen voorwaarts te gaan?
at
Zie, ik stel het mij1 liever anders voor.
We hebben een kllmmenden bergtocht
gemaakt, een vermoeiend eindweegs ach
ter den rug. En nu gunnen we ons een
oogenblik rust en zetten ons neer op een
eenzamen bergtop, terwijl d© stralen der
ondergaande zon het landschap aan onzen
voet met vredigen glans verlichten.
We kunnen het thans overzien; en dui
delijk liggen voor ons de kronkelingen,
de steile, steenachtige paden maar
ook de bloeiende weiden, de lachende
dalen, de verkwikkende stroom, met zijn
bloemrijke oevers.
We zien jonge gestalten in de verte,
die worstelen om boven te komen.we
roepen hun toe, maar onze stem klinkt
niet tot hen dioor, we wenken, maar ze
zien niet onze hand.
Ach we weten het, het is hun heter te
zoeken en te dwalen, te struikelen en te
vallen, om tenslotte te vinden hun eigen
weg!
Maar een dankstemming komt toch
over ons omdat we zuiverder inzicht en
ruimer overzicht hebben verkregen, dat
er steenblokken zijn, waaraan we onzen
voet niet meer zouden stooten, dat er ne
derige bloemen zijn, die we niet meer
onopgemerkt voorbij zouden gaan.
De rust doet ons goed. Maar te lang
ruisten willen we niet; we willen trachten
voorwaarts te gaan zoolang wij kunnen.
Immers diaar ginds rijzen nieuw© hoog
ten, bergtoppen bedekt met smetlooze
sneteuw.Dóór ligt onze toekomst,
daarheen zal onze voet zich hebben te
richten.
Wij. willen niet bij de pakken gaan
neerzitten. Wij willen niet ons leven be
derven door nuttelooze droomerijen. Wij
zullen ons frisoh houden tot aan het ein
de. Wij willen de belangstelling niet ver
liezen voor het streven om ons heen.
Misschien behoudt onze ervaring iemand
voor een al te overmoedigen stap. Mis
schien wjjst ons overdacht woord! iemand
een nog niet gezienen weg.
Zoo kunnen wij te midden der jongeren
leven zonder ons te voelen een sta-in-den-
weg. Zoo zullen we niet vervallen tot een
nutteloos wrak, ons zeiven en anderen tot
last. Er zal rust en vrede van ons kunnen
uitgaan. We zullen ons nog immer noodig
voelen en als ons uur slaat, zullen we niet
behoeven te scheiden met zelfverwijt.
B.
„Evvlva! Evvlva! ritolla!"
Sedert de moeder van Aglolllno Fron-
tini het bericM van zijn terugkeer had
gekregen, ging zij lederen dag naar de
Grande Marino hield de hand voor de
oogen om deze te beschutten voor de felle
zon van Capri en staarde naar de Punta
Campanella of er geen schip in zicht
was. Als zij in de verte iets ontwaarde,
begon haar hart ;V.oo onstuimig te klop
pen, dat het haar pijn deed. Misschien
was dit het schip, dat haar jongen naar
huis bracht
Als de boot dan eindelijk voorbijgleed
en zich verwijderde, zonder het eiland aan
te doen en zij niehs meer zag dan het
blauwe water van d»e Tyrheensche Zee,
besteeg zij weer het ruwe voetpad van de
Contra delle Parre om\ terug te koeren
naar haar oud bouwvallig huisje, dat om-
6even was door olijfboonuen en cactussen,
'aar zat zij dan dagen ,lang, slecht af
en toe haar breiwerk op schoot latende,
om den loop van de zon achter den Monte
S&l&ro te vervolgen of te altaren naar de
DE DORST NAAR HET GELD.
Valsche munters.
Geld is het groote tooverwoord, dat
van den beginne af zooveel menschen ge-
eiectriseerü heeft. Ondernemende avontu
riers zijn in groote massa's naar de goud
velden van Californië en Zuid-Afrika ge
trokken om het edele metaal uit te gra
ven; alchimisten hebben in hun labora
toria hun hersens gepijnigd om het goud
langs kunstmatigen weg te vervaardigen.
Deze allen hebben op hun manier aan
het gouden kalf gewerkt, waarvoor de
wereld, op zijn geldzakken, in afgodische
vereering nederknielt.
Want „geld maken" is het voornaamste
doel en arbeid voor wie niet hoogerzien.
Een bezoek in de „Munt" biedt ons een
tooneel, dat men niet zoo gemakkelijk ver
geet. De verbeelding, zelfs van den nuch-
tersten denker, wordt opgewekt als men
het roodgloeiende goud in die groote mas
sieve smeltovens ziet vloeibaar maken en
den glinsterenden stroom in de gereed-
gehouden vormen gieten. Men kan nau
welijks den heimelijken wensch onder
drukken ook maar een duizendste deel
van het overal opgestapelde, tot staven
gegoten goud en zilver te bezitten, dat
nu door zware walzen in groote platen
uitgerold, door vernuftige machines in
schijven gesneden en tenslotte automa
tisch gestempeld en tot afzonderlijke
muntstukken geslagen wordt.
Voordat het nieuwe geld in de kel
ders der bank geborgen wordt, wordt elk
stuk op een allernauwkeurigste weeg
schaal gewogen, waarbij de te lichte of
te zware munten worden teruggehouden.
Indien men overweegt, wat al niet voor
geld is te krijgen, kan men er zich niet
over verwonderen, dat er ten allen tijde
menschen geweest zijn, die het voordeelig
geacht hebben voor eigen rekening geld
te fabriceeren. Slechts met dit verschil,
dat zij inplaats van goud of zilver lood of
tin gebruikten. Het „hoe" is weliswaar tot
nog toe niet opgehelderd geworden, want
het is een der zeldzaamste feiten in.de
misdadigerspsychologie, dat er van de ge
heimen der valsche munterij tot nu toe
bijzonder weinig bekend geraakt is.
Geen enkele onthulling bij beruchte
rechtsgedingen, geen enkele ontdekking
van werktuigen en stempels door dé ge
heime politie, zelfs niet de sensationeel©
beschrijvingen van Parijs of Londen en
andere wereldsteden door Dickens of
Vietor Hugo, hebben een helder licht
kunnen ontsteken in dezen duisteren
doolhof. Zoo kon men in een heel jaar bij
de Londensche politie slechts drie geval
len opnoemen, waarin valsche munters
gegrepen werden en van die drie kon
slechts in een enkel geval veroordeeling
volgen. De reden is vel de volledige af
sluiting van elk v «rkeer waarin deze
menschen leven.
In Londen bijvoo.rbe» bestaat in de
misdadigerswereld een fcherp begrensde
arbeidsverdeeling, zoog wt een inbreker
net zoo rnln valschf mui oten kan maken
als een schoenmaker oc vufectiekleeding.
De valsche munters vor. luen een aparte
afdeeling en zij zijp bij bxl n standgenoo-
ten bekend onder den m sam „Schoful-
man". Hun vak bestaat ha» valsch geld te
munten, bankpapier na te maken en
handteekeningen te vervals cihen. Van hun
werkzaamheid wordt zoo fejoed als niets
openbaar; zij 'leve» niet me M elkander te
zamen en maken nimmer v. t 'ienden deel
genoot van hun geheimen en plannen.
Hun werkplaatsen en laborat pria, die van
distellatiemachineH, smeltkro 6'zen en alle
verdere werktuigen voorzien zijn, bevin
den zich soms op de meest ongedachte
plekken. Dan weer eens in detnkere kel
ders, van een berucht stadskwa rtier maar
ook wel eens op vlieringen v j m deftige
huizen, tot zelfs op de meest idyllische
plekjes van dorp of platteland.
In deze geheime nesten denken ze na,
experimenteeren ze, voltooien ze hun
wonderlijke arbeid. Van hierui t zetten ze
hun geraffineerd1»? campagne ir\ voor het
distribueeren hunner werkstukl'nen. Maar
spreken over hun vak en vakaa, o gelegen
heden doen ze nooit.
B.
'AN^
schaduwen op de rotsen van den Farag-
lioni en keek zij uren achtereen naar die
rotsen in bevend verlangen naar den
volgenden dag.
Ais d e visschers haar zagen loop en,
begroetten zij haar met een eerbiedig:
„Buon di, gia Frontini". Zij was niet de
eenige moeder op het eiland, die haar
jongen verwachtte.
De zonen van Capri waren bijna allen
als soldaten naar Triporanië vertrokkon,
maar hoe velen hunner zouden terugkec-
ren? In een waren storm van oorlogzuch
tige geestdrift waren zij onder het wap
peren van het driekleurige vaandel en
liet gejubel van de oorlogsmuziek naar
Afrika vertrokken, met den oorlogskreet:
„Sempre avanti Savoia!" De een-jarigen
en veel beroepssoldaten werden te Napels
in hetzelfde regiment van Bersaglieri,
onder bevel van overste Fara ingedeeld
en zij scheepten zich in, alsof Itiet voor
een pleiziertochtje was, onder den juich
kreet: „Evvlva lTtalia!"
De zoon van moeder Frontini was onder
de eersten, stralend van vuur en van
jeugd onder de mooie boschhanen, veer
op den hoed, die zijn oogen beschaduw
de, zijn gloevolle oogen, die bramdden
als de zuidelijke zon. „II sole mio/, mijn
zon" zei de moeder als zij» in de zomer
nachten onder haar venster» hoordi s zin
gen: „Che bella oosa 'na inuenata solel"|
Maar nu zongen zij niet meer, daar
LEEFTIJ1D-RECEPT VAN
ROC: KEFELLER.
Toen John D,, Rockefeller zijn 66 sten
geboortedag vierde, gebeurde dat onder
buitengewoon voel belangstelling, daar
de vermaarde millionair in alle kriniïen
zeer beroemd is. N adat leden zijner fami
lie en verschillend»? zijner vrienden rotie
voeringen hadden gehouden, stond Joïin
D. op en verklaard ie, dat hij het wonde r
baarlijke middel, waaraan hij zelfs op
hoogen leeftijd zij n krachten te danken
had, bekend zou i maken. De trouwe die
naren van het hixis Rockefeller overhan
digden ieder der gasten een imitat'de-
chèque, het luidd.e „aan toonder" en het
papier was goecl voor „honderd ja&ir
leven". Op de rug;zijde stonden de Bockes-
feillersche leefregjels genoteerd:
1. Vermijd dik te worden, slank zijn is
gezond zijn.
2. Maak regebcnatig lichaamsbeweging;
rust roest. j
3. Zorg altijd voor frissobe lucht. Fris-
sche lucht is tegengif voor elke ziekte. j
4. Drink dage! ijks drie liter water.
5. Erger je ni-iot, wind je niet op.
Aanvankelijk waren alle gasten ver
baasd over den. eenvoud van het recept.
Toen maakte i< jmand de opmerking, dat
een dergelijke i gebruiksaanwijzing alleen
nut heeft voor jchatrijk© menschen zooals
de gastheer.
Rockefeller antwoordde, dat deze kuur
voor een iedetr te bereiken is: water en
frissche lucht i kosten niets, wat beweging
kan ieder zici t l verschaffen, die het zelf
wil en men k;; an zich hoeden voor dik
worden.
„Alles goed en wel," repliceerde de
pessimistische gast, „maar punt vijf is
het moeilijkst op te volgen, van uwe me
thode. Het er| geren, dat iemand dagelijks
overkomt vin» it toch zijn oorzaak in dien
strijd om het bestaan en ik kan mij voor
stellen, dat u daar geen last van heeft."
Rockefeller dacht even na en sprak:
„Toegegeven, dat de meerderheid van het
menschdom n nijn methode niet geheel en
ad opvolgen 1 ran, doordat het vijfde punt
dit onmogel j yk maakt. Daardoor verliest
zij twintig procent van haar waarde. De
menschen die alleen de vier punten kun
nen opvolgern, zullen zich dus tevreden
moeten steil» ?n met tachtig jaar te worden.
Daar is nie f a aan te doen."
B.
SPREEKWOORDEN UIT HET VERRE
OOSTEN.
Als de spreekwoorden van een volk
inderdaad de spiegel zijn van zijn ziel,
zooals een wijze Oosterling heeft be
weerd, dan zal men uit de volgende
Turksche, Arabische en Perzische
spreekwoorden de vrouw uit het Morgen
land niet onduidelijk, inaar ook niet al
tijd lieftallig te zien krijgen. Karakte
ristiek is, dat van de 6000 Oostersche
spreekwoorden, die zijn verzameld, er
niet meer dan 300 betrekking hebben op
de vrouw. De verklaring voor die zonder
linge verhouding ligt voor de hand: De
vrouw speelt in het maatschappelijke le
ven der betrokken landen een onderge
schikte rol, en in het openbare leven
heelemaal geen roL Tenminste tot nog
toe.
Hier volgen er eenige:
De man denkt het eerst aan zich zelf,
de vrouw het eerst aan den man en dan
aan de kinderen.
Wat één hen naar boven wroet, kun
nen negen hanen niet weer in orde ma
ken.
Als de bedienden krakeelen, is ieder
huis te klein.
Schoonheid kent geen trouw, de zee
geen maat.
Als gij een vrouw liefhebt, staat gij'
voor de keuze: óf zij beheerscht u,. óf gij
moet haar gehoorzamen.
De mannen verwijten de vrouwen: ge
brek aan verstand), en als een vrouw ver
standig is, vindien ze het niet goed.
Onderzoekt de zoom, vóór gij linnen
koopt, en de moeder, vóór gij de dochter
het hof maakt
Als de man van meening is dat' het wa
ter tegen den berg oploopt, dan moet de
vrouw zeggen: Het is zoo.
Ieder man heeft een hartstocht en
iedere vrouw heeft er negen.
Het gelukkigst door het huwelijk wordt
de weduwnaar zonder kinderen.
ginds onde: r de fluitende kogels en de ver
zengende stralen van de Afrikaansche
zon, die op hun hoofden brandde. Weken
en maande: n. sleepten zich langzaam voort,
vooral de; grenen, die tehuis op tijdig
wachtten. Men had Tripoli niet zonder
strijd kunmen innemen en de inboorlin
gen hadd ten de tropen niet als verlos
sers ontvai ogen. Zij hadden te kampen met
de wanhoj p ige dweepzucht van de Arabi
sche volks n stammen, die zich voor den
Turkschen heerscher opwierpen en bij
den schril]! en klank dér fluiten van de
Terboukas op den vijand losstormden. Zij
stieten oj de paniek van de oproerige
inboorling» ?n, die een gewapenden tegen
stander u it de mijnputten, uit iedere
voor van de gerstakkers te voorschijn
tooverde. De vijand had hier en daar
kanonnen ingegraven of achter heggen
verborgen, die bundels met vergiftige
pijlen aan de mannen brachten.
En haa r Lillino, zooals zij hem noemde,
toen hij r u>g klein was, liep daar rond, de
borst pr lesgevend aan de bedrieglijke
kogels, o p den harden grond slapend, In
de duin© n in den storm liggend, bij het
onverbid» ïellijke flikkeren der sterren, die
zich aan den hemel verhieven....
Lillino had nog nooit aan zijn oude
moeder toeschreven, maar Ooncetta, de
dochter v an een naburigen visscher, met
wie haar zoon verloofd was, kwam dik
wijl» bi) haar om de couranten voor te
Duidelijk.
„Wat voor een soort man is hij?"
„Ja, hoe zal ik dat het beste zeggen
als je hem ontmoet, heeft hü altijd zijn
sigaren vergeten mee te nemen."
Het verleden draagt voor ons een we-
duwensluier, de toekomst een bruidsluier.
Raad vragen is meestal goedkeuring
vragen op wat men zichzelf reeds voor
genomen heeft
Noem iemand nog niet liefdeloos, als
gij van hem geen liefde ontvangt.
De man, die niet voor zichzelf kan den
ken, wil altijd1 voor anderen denken.
Een verstandig man heeft zijn zwak
heden, zoowel als een dwaas; maar het
verschil tusschen hen is dat de zwak
heden van den een hem zeiven bekend,
maar der wereld onbekend zijn, terwijl
die van dén ander wereldkundig zijn,
hoewel hij ze zelf niet kent
De arglistige bedrieger kan niet half
zoo gemakkelijk ons bedriegen als we
't ons zeiven doen.
Opgeruimdheid van geest in dagen van
tegenspoed is moed voor het hart, kracht
voor den arm' en een goede (spijsvertering
voor de maag.
De jaloezie vindt haar oorsprong meer
in eigenliefde dan in ware liefde.
lezen, die getuigden van de heldhaftige
gevechten, van de droevige nederlagen,
de afschuwelijke wreedheden, die de
zwarte vijanden aan de weerloozen en ge
wonden bedreven. De moeder rilde bij
de gedachte dat haar jongen bij deze ge
wonden kon zijn.
De Garibaldische dapperheM, die al
deze regimenten bezielde, was nutteloos,
tegenoverde volmaaktheid en de geraffi
neerdheid der moorddadige oorlogs
machines. Iedere persoonlijke daad van
heldenmoed ging verloren door den hagel
van granaten, verpletterde, door de zeis
van de mitrailleuses als gras in den hooi
bouw gemaald. De moeder wist maar al
te goed, dat haar zoon tot degenen be
hoorde, die niet terugbeefden voor het
gevaar. Hij was één van de jonge man
nen, die uitriepen: „De oorlog is de eeni
ge hygiëne der wereld en de opvoedende
moraal", en die zelden ook dat indivi
duen en volkeren alle rechten bezitten
behalve het recht der lafhartigheid. De
moeders begrijpen niets van zulke prin
cipes, als deze het hart van hun kinderen
tot mikpunt kiezen.
Vreemde, barbaarsch-kllnkende namen
zweefden in de lucht rond, evenals lasti
ge vliegen, die zich op het slagveld ver
zadigd hebben aan menschelijk bloed:
„Ored Medeuine, Slgi Meszai, Djamil Bel,
Bemi-Sanadi, Hamidié". Niemand wist
welke bloedige visioenen zich onder deze
namen verborgen, die als vijandige pro
jectielen op het- vreedzaam eiland rond
vlogen. Ho «veel soldaten waren al in de
Het zfin de ongededdeerden
die op straat overreden worden.
Welken kant uit? Achteruit, vooruit,
blijven staan? Neem een besluit! De auto
raast aan! Het moderne verkeer is vol
gevaren. Ge weet dit ge houdt er reke
ning mee. Ge wacht tot het oogenblik om
over te steken gunstig schijnt, ge Laat
traims en auto's passeeren. Maar ondanks
Uw voorzichtigheid en routine kan er
toch plotseling een oogenblik van gevaar
komen. Er stuift iets op U aan, in een
paar seconden moet ge een besluit nemen.
Een besluit nemen, of verpletterd worden.
Ook het leven is vol gevaren. We we
ten het allen en we zijn er op verdacht.
Maar toch kan het gevaar zoo «verwacht
opduiken, dat het U duizelt. Welken kant
uit? Ge staat besluiteloos. En wordt ver-
pLetterd. Laat U niet overrompelen door
het gevaar. Er zijn menschen, die bij het
zien van een toesnellende auto denken:
„daar kom ik onder" en zelfs geen po
ging doen om te ontsnappen. Er zijn er
ook, die heen en weer hollen, door
schrik hun bezinning kwijt. Dan 'ge
beurt het ongeluk, onvermijdelijk. Het
eenige wat hen had kunnen redden was
juist een resoluut ingrijpen geweest
Resoluut handelen als het gevaar aan
stormt! Daar is tegenwoordigheid van
geest voor noodig. Ja, tegenwoonïigheid
van geest Hoe kweeken W0 die aan, hoe
kunnen wij zorgen, dat zij op het juiste
moment aanwezig zal zijn?
Door het gevaar te voorzien. Ook het
plotselinge. We moeten daar evengoed
op bedacht zijn als op de steeds wederkee-
rende, makkelijker te ontkomen gevaren-
Ge moet ervan overtuigd zijn, dat ge van
daag of morgen plotseling voor een groot
gevaar kunt staan. Ge hoeft U daar niet
ongerust over te maken, ge neeimt het al
leen aan als feit. Zoo bereidt ge Uzelf
voor en zoo komt het gevaar niet over-
waoht. Ge zult dan niet zoo gauw schrik
ken, niet zoo gauw Uw bezinning kwijt
raken; Uw hersens zullen blijven werken
en in staat zijn dat één© beslissende be
sluit te nemen, waarvan levenof dood af
hangt. Laat U niet overrompelen door het
gevaar, laat het U niet vreemd zijn, als
het op U toekomt Het ongedachte, nooit
verwachte, verwekt den .grootsten schrik
en verwarring.
Alles kan U overkomen!
Wees op alles voorbereid!
Dr. JOS. DE COCK.
N. N. te H.
Heb steeds eerbied voor den man met
een overtuiging, ook al zijt gij het miet
hem oneens. Uit iemands overtuiging
spreekt zijn persoonlijkheid. Hij die
spreekt met beslistheid en bepaaldheid,
is een mensch, die helder en klaar heeft
gedacht en die uit dit denken een over
tuiging heeft opgebouwd, die met zorg is
overwogen. Hoevelen durven thans nog
te zeggen: „Dit is mijn overtuiging!"
Een bedroevend schijntje menschen; en
toch hebben wij! heden behoefte .aan man
nen met overtuiging.
Vrager te H
In elk geval is iemand, die heeleioaal
geen reden heeft om» graag goed te wer
ken, gemakkelijk vatbaar voor verkeerde
invloeden. Zoo iemand speelt miaar zoo
wat met. zijn levenskansen. Hij. zal van
alles en nog wat aanpakken en niets vol
brengen, want het kan hem niet schelen,
of hjj vooruit komt of niet in de wereld,
Hij probeert iets, lukt het, zooveel te be
ter, lukt het niet, ook al niet erg. Het
is ongelukkig voor ieder mensch, om zich
zonder meer aan het noodlot toe te ver
trouwen. Iemand die, omdat het hem toe
vallig een poosje goed is gegaan, nu
maar op zijn „goed gesternte" vertrouwt,
bouwt op drijfzand. Een stap verder en
het draagt hem niet meer, één dag
langer en de kansen keeren. Menschen,
die op „het geluk" vertrouwen, denken
er al niet meer over, om zich in te span
nen voor hetgeen zij willen veroveren.
Het z.g. „geluk" is de klip, waarop vele
levens gestrand zijn.
Verzonden brieven:
Mevr. J. de H.; S. G. te H.
Mevr. D. te H; K. S. te H.
gerstenakkers, die aan de Middellandsche
Zee gelegen waren en op de wegen waar
de spitse pijlen der schildwachten den
doortocht beletten, gevallen.
De couranten verkondigden op zekeren
dag de overwinning van 23 Ook hjj Saaea
Sciat waar het elfde regiment overwon
nen had, onder bevel van den overste
Fara. Zij vermeldden de inneming van
Ain-Zorg en de bloedige episode van de
villa van Djambi Bel, die men met do
spits van de bajonet moest veroveren. In
Capri, zoowel als in geheel Italië, werden
deze berichten met geestdrift begroet, en
alle kleine kinderen zongon den marsch
van het elfde regiment.
Frontini had niet geschreven en zijn
moeder kon zich niet verheugen over die
berichten. Zij weende alleen ln stilte als
zij er aan dacht met hoeveel menschen-
levens deze overwinning weer gekocht
zou zijn. De naam van Angiolllno bevond
zich niet op de lijst der dooden, maar <le
berichten hadden zooveel tijd noodig om
Oapri te bereiken, dat terwijl men zich
verheugde over een gespaard leven, een
verloren kogel het hoofd al lang kon ge
troffen hebben. Wie zou ooit <le namen
van de ontelbare gewonden, die in de ge-
improviseerde hospitalen smachtten, kun
nen opnoemen en degenen, die onbekend
stierven ln een met lijken opgevulde beek
van het verafgelegen land?
CSlnt volgt).