VOOR OE HINDI BEN
VOOR DE VROUWEN.
BABBELUURTJE OVER MODE.
iï—
n.
§i2
f K->S' K- J- K-"> G- w1
Gekleede Japonnen van kant!
Hebben we wel ooit een seizoen be
leefd, dat er geen avondtoiletten gedra
gen werden van kant of kantstoffen. Voor
zoover ik me berinneren kan waren zij
er altijd bij, naar gelang de imode bei
aangaf van strooken kant of grove kant
of zeer fijne kant, totaal verschillend
onderling van elkaar; maar de kanten
japon wès vertegenwoordigd naast alle
andere.
Voor de tegenwoordige modellen wordt
in hoofdzaak fijne zijden kant gebonkt
met een doorgewerkt patroon, zoodat de
japon in iedere snit gesneden kan wor
den en men toch niet op het patroon acht
behoeft te slaan. Maar ook afgepaste kant
kan voor de moderne japon wel gebruikt
worden; 't hangt er maar van af, welk
model men wenscht te maken. Voor een
aansluitende japon met klokrok is natuur
lijk kantstof het aangewezen materiaal,
terwijl men de afgepaste kant heel goed
gebruiken kan voor de rechte lijfjes met
ruim of geplooid aangezette rokjes.
Nauw verwant aan de kanten japon is
die van tulle en ook deze is nog steeds
en vogue. 't Spreekt vanzelf, dat de japon
van laatstgenoemde materie altijd zeer
luchtig en overvloedig aan stof bewerkt
wordt Zoo'n tolletje vergt dan ook de
noodige metertjes stof.
Ons eerste modelletje is er een zeer
duidelijk voorbeeld van. Als sneeuw zoo
flossig is het lijfje om de ranke figuur ge
drapeerd. De schouders-bandjes dragen
een rank groote rozen, welke een prachtig
passend geheel vormen met de teere
japon. Het rokje, dat in drie lange punten
neerhangt, is dubbel en dubbel ruim. De
kleur van het origineel was crême-kleu-
rig met garneering van thee-rozen. Een
beeldig toiletje dus voor een donker-
oogige en -harige schoonheid.
Voor een fijn teer blondje is het hier-
nevenstaande toilet prachtig geschikt.
Hiervoor is gebruikt de afgepaste, kant,
ditmaal in fijn roode kleur, ohenille op
zijden tule. Het lijfje is in eenvoudig
rechten vorm en is met drie smalle si er-
bandjes om de schouders bevestigd. Het
rokje is ook van de rechte strook ge
maakt, maar hangt naar achter toe steeds
langer af. Deze vorm is verkregen door
op regelmatige afstanden plooi-groepen
te maken, welke aan den onderkant
er gevouwen zijn d an boven, zoodat de
ant zioh van zelf J aiiar onderen langer
wegbuigt 't Is tan iel lijk eenvoudig van
opzet, maar het resi' xlta at is een zeer sier
lijk toilet wat bepa? üd flatteus kleedt.
Het derde kleed je is van amandel-
Maar dat komt zoo, de raadsels die inge
zonden worden zijn wel eens te moeilijk,
zoo moeilijk, dat b.v. jongens en meisjes
van 8 jaar ze niet op kunnen lossen, en
die doen ook mee, dus dan zou het niet
eerlijk zijn zulke moeilijke raadsels te
groen zijden mom jseli ue met in dezelfde plaatsen. Jullie weet hoe i^aas Stadtman
kleur zijden fig uren bestikt. Hoewel
uiterst eenvoudig van H"orm is het toch
zeer elegant en v verkt tle kleur niet het
allerminst mee t ot het effect van een
chic en toch jeu .g'dig l rleedend toiletje.
De fijne toets vre rdt vtirkregen door de
twee royale banon van e 1'fen zijden mous
seline, waarvan de redster onder het
over-rokje vand «nn kom ft tippen en de
linker met een groot lus rechtstreeks van
de taille af waj ppert.
Het vierde lx jiiet is sta tig, rijk. Een nog
slanke oudere figuur zal er schitteren*
mooi in uitzie m. Het is i samengesteld uit
marine-Mauw en1 zilve r-kant-stof. De
hoofd-vorm i' g blauw en i i e garneerende
aamullingen van-zilver.
Kunstig gi jsneden is de: i e japon en het
eisoht een b okwame ham dzoowel om
vorm te gev en als om het in elkaar te
zetten.
Een blautv soepel satijn 1 int heeft zich
tot strik veu-werkt als een. sierlijke vlin
der op den linker schoud evr gezet, waar
door het toi let een èf gel ï.oel verkrijgt.
Corry Brem.
PABUBCHE MODEBRIEF.
Luxe.
„Is het écht?" was een van de eerste
dingen die we vroegen als jong meisje,
wanneer een van onze vriendinnen of
kennisjes een nieuwen ring of mooie
broche had gekregen.
Want, nietwaar, of het echt was, gaf er
in dien tijd de waarde aan. Dan pas inte
resseerde je je voor het kleinood en liet
je je gaan in bewondering.
bevestigd zijn.
Maar de luxe beperkt zich niet alleen
tot bijouterieën. Men draagt, b.v. in
den schouwburg, ook veel beeldige avond
kapjes, geheel van goud- of zilverkant.
Hierbij behoort een lange sjaal van de-
zélfde stof. Zelfs al is het kapsel niet bij
zonder goed in orde, zoo ziet men er met
een dergelijke hoofdbedekking toch nog
elegant uit. Wie geen mutsje draagt, vult
's avondls de eigen korte haren een weinig
Wie vraagt er nu nog naar echt? Het aan met vulsche. Een kleine chimon een
interesseert niemand étrJ- i -
of die vreemde
broche van roode en groene steentjes,
die zoo artistiek doet op onze zwart flu-
weelen japonnen, werkelijk uit echte sma
ragden en robijnen bestaat Ais het bijou
nuooi is en chic staat dan mag het ge
rust van glas zijn.
Is het ook eigenlijk geen primitieve
opvatting om sieraden naar echt of niet-
echt te beoordeelen in plaats van naar
schoonheid? Een mijner vriendinnen, be
kend om haar goeden smaak, kiest nooit
anders dan sieraden van half edelsteen,
hoewel ze zich gerust de luxe van echte
steenen kan veroorloven. Maar ze be
weert dat ze lapis-lazuli, turkoois, ame-
thyst, agaait en al die mooie en kleurige
edelateenen: van den tweeden rang mooier
en artistieker vindt dan de echte.
We dragen nu dan ook met het grootste
genoegen en -zonder valsche schaamte
halskettingen van grillig gevormde stuk
jes glas en daarbij armbanden die afwis
selend uit witte en zwarte glazen rondjes
bestaan. Of leuke snoeren van gekleurde
blokjes hout en bonte glazen kralen. Ook
Rijnsteen is weer in de mode en wordt
zelfs door voorname modehuizen bij hun
toiletten gebruikt.
-Bij avondjaponnen ziet men soms' schit
terende kettingen van brillanten, die niet
om den hals, maar van schouder tot
schouder zijn gelegd, alwaar ze aan het
schouderbandje met twee groote ringen
rouleau, krulletje en dergelijk toevoegsel
worden met een mooie sierkam of een
bijou bevestigd, dat geeft tevens iets
weelderigs aan de „coiffure". Op gala-
avonden van de opera dragen de dames
geheel© pruiken van wit haar of witte
zijde. Maar dat blijven altijd uitzonderin
gen en de meesten prefereeren de na
tuurlijke haardracht.
Een nieuwe vorm van luxe zijn de
lange handschoenen. Interessant staan bij
een japon in sterke kleur zwart herte
leeren handschoenen. Velen hebben een
lange, soepele manchet, die over de ge-
heele lengte in 't midden is toegeknoopt.
Aan beide zijkanten is een split aange
bracht waaruit, heel ooquet, een paar
smalle strookjes komen kijken.
Sommige handschoenen zijn met kant
ingezet en prijken aan de bovenzijde met
een smal kanten boordje. Vele zijn ver
sierd met bont, met fraai borduursel, met
kraaltjes, sohilderwerk, enz. Soms is de
handschoen zelf eenvoudig maar heeft
een manchet die rijk versierd is, waar
door hij toch een luxueus aanzien krijgt
WTT/FTET.MTA A
- De éisch vervuld.
Feministe: „Onze zienswijze is, dat de
vrouw het loon van den man moet heb
ben
Getrouwd© man: „Dat krijgt de mijne
Beste jongens en meisj es!
Ziezoo, dat is alweer een ma and om, en
Donderdagavond heb ik thuis de prijsjes
verloot en hieronder vinden jullie de
namen van de gelukkige prij swinnaars,
twee meisjes en twee jongens. lu er bijna
evenveel vriendinnetjes met doen als
vriendjes, is het ook eerlijk <j lat er een
zelfde aantal boeken onder de i neisjes als
onder de jongens verloot wordi t Tot nog
toe was het aantal jongens, dat meedeed,
altijd veel grooter dan dat van de meis
jes, maar deze maand was h©1 t verschil
inaar heel gering. En nu van vi indaag af
moeten er nog veel meer kinde ren mee
doen, want ach, het zijn er eige nljjk nog
maar heel gering. En nu, van va udaag af,
Dus jongens en meisjes, nu nii at langer
getalmd, pak een potlood en et >n stukje
papier en begin met de raadse )ls op te
lossen, schrijf dan op het papierl je: „Aan
de raadselredactie van de H< ildersche
Courant" en breng het Woensc lagavond
voor zes uur op ons kantoor. Do en hoor!
Ik ben heel erg benieuwd!
Ik heb ook weer een paar opl> ossingen
op rijm ontvangen, waarbij er een van
Simon Borst, Callantsoog. Simoi 1 is een
paar dagen ziek geweest, schrijf t hij, en
ik denk dat dat de oorzaak is, da t hij me
deze week de raadsels zond v. an twee
weken geleden. Ja, daar sta je nu natuur-
lijk vau te kijken, hè, maar 't is heusch
waar hoor, Simon. Je hebt zeker niet op
den datum van de krant gelet. Ni ut enfin,
denk erom dat je je deze maand n iet ver
gist.
Annie v. d. Brink stuurt me des Je week
een heel lang opstelletje, dat ik e rg leuk
vind, maar dat zóó groot is, dat ik het
niet heelemaal op kan nemen. Nu heb ik
er hier en daar maar wat in bekoil en zoo
vind je het vandaag dan in 't Ji ittertie,
Annie.
Ook kreeg ik weer een zelf g jemaakt
raadsel van 0. Rudolph, maar di e vergat
do oplossing erbij te zetten. Wat rijn die
jongens toch ook vergeetachtig, 1 1 meis
jes! Stuur het dus volgende w- e ek nog
maar eens in, Oor, zoo heet je toe b i? O ja,
nu moet ik jullie meteen nog wat i :eggen,
misschien zijn verscheidenen van ji ullie al
eens een klein beetje teleurgestel'i, omdat
ze hun raadsels, die ze ingezondei u had
den, niet in de krant vermeld v onden.
daarover al eens gemopperd heeft en om
jullie dus allemaal tot goeie vrienden en
vriendinnetjes te houden komen de moei
lijke er maar niet in.
Maandag is er een vriendje van ons
jarig, jongens en meisjes, Piet Spruit, aan
den* Kanaaiweg, wordt dan 10 jaar. Nu,
Piet, ik zal je nu alvast maar feliciteeren
en ik weet zeker dat ik dat namens alle
vriendjes en vriendinnetjes doe. Ik hoop
dat je een prettigen dag hebt.
Gita Spaans. Het doet me genoegen,
dat je het zoo fijn vond, dat je rijmpje de
vorige week was opgenomen, Gita. Maar
't was ook erg aardig, hoor. Ik vind het
heelemaal niet erg dat je het deze week
te moeilijk vond en misschien lukt het een
volgenden keer weer eens beter. Dus dat
zullen we dan maar hopen, hè?
Nu jongens en meisjes, ik heb nu toch
wel mijn belofte van de vorige week ver
vuld, dat ik jullie meer zou schrijven,
maar nu eindig ik, tot een volgende week
dus maar weer.
Kindervriend.
Inplaats van een rijmpje ga ik a, en ook
mijn vriendjes en vriendinnetjes, eens wat ver
tellen.
U moet n.1. weten dat ik op zangles ben
bij mijnheer De Hoogh. Door die zangklas-se
wordt elk jaar een uitvoering gegeven. Ver
leden jaar hebben we „De Fee van de Bron"
opgevoerd, 't Was een mooie operette en we
hebben' toen ook allemaal goed gespeeld. Die
kleine kaboutertjes met die lollige pakjes aan
met puntmutsjes, dat was natuurlijk juist iets
waar de kinderen in de zaal over zaten te ge
nieten. Ik was kabouter Snelvoet en moest
erg vlug tippelen. Ja mijnheer, toen het afge-
loopen' was, vroeg er buiten een jongen aan
me: „zeg Annie, had je wieletjes onder je
schoenen?" Ik natuurlijk hard aan 't lachen,
En nu hebben we op die zangklas een brui
loft in 't vooruitzicht, want nu gaan we die
prachtige operette opvoeren van „Asschepoes"
Dat belooft wat te worden mijnheerU
We moeten er een hoop voor leeren, want
we zijn toch ook nog maar klein. Maar ja des
te prettiger is het voor ons cn vooral voor de
moeite en de werkzaamheden van mevr. en
mijnheer De Hoogh, als je -dan van alle kan
ten hoort: „jullie hebben het prachtig gedaan"
Nou vriendjes en vriendinnetjes, jullie ko
men toch zeker ook wel kijken, hè? Vindt u
zoo'n zangclubje ook niet leuk, mijnheer? Ik
vind het reuze, hoorl
Ik weet vast, als de kinderen wisten hoe
gezellig dat is, dat er nog eèn hoop kinderen
op zangles kwamen vóór onze uitvoering van
Asschepoes. Ik zou het leuk vinden als de
kant-vrienden en vriendinnetjes ook zang
vriendjes en vriendinnetjes werden
Als de uitvoering gegeven wordt reken ik
er vast op, dat u komt luisteren hoor mijn
heer.
Wat hadden die meisjes ook leuke rijmpjes
gemaakt hè, mijnheer! Ik vond het juist best,
dat mijn rijmpje dezerj keer er eens niet in
stond, anders zouden andere kinderen hun
rijmpjes er haast nooit in staan. Neen hoor,
dat zou niet eerlijk zijn. Nu mijnheer, heb ik
toch een hoop verteld.
Veel groeten voor u en allemaal van
Annie v. d. Brink,
Ruijghweg 89.
Beste Mijnheer.
Beste mijnheer de kindervriend,
Misschien heb ik nu eens een prijsje verdiend,
Wederom heb ik de raadsels opgelost,
En- ook nu weer ingezonden,
Al heeft het mij ook veel moeite gekost,
Heb ik ze gelukkig toch gevonden.
Het eerste is lelie, aster en roos,
Dat zijn drie bloemen, teer en broos.
Het tweede „Elk is smid van zijn geluk",
En slaat op het aanbeedl het ijzer stuk.
Jan Baarda.
Kindervriend.
Ik zal ook: maar eens beginnen,
Met een rijmpje te verzinnen,
Al kan ik het ook niet zoo goed,
Het houdt je tenminste een tijdje zoet
Nummer één is -lplie,
De tweede bloem Is aster,
De dende fis een roos.
Gemeene praat heet laster,
Wie dat doet is erg boos.
Raadsel twee is:
Elk, is de smid van zijn geluk"
Ziezoo, nu nog een kleine ruk.
Joh. de Jong.
Stakmanbossestraat 24.
DE BETOOVERDE KTRÏ.
Heel lang geleden liep er eens een boer
langs een "wannen stoffigen landweg. Hij
voorde een ezel aan een touw mede en
daar het dier heel mak en gewillig achter
zijn baas: aan wandelde en het bovendien
drukkend loom weer was, gaf de boer zich
geheel aan zijn gedachten over en liep
droomerig door zonder op zijn omgeving
te letten. 6
Zoo kwam het, dat hij de twee landloo-
pers niet xa,g, die half onder de struiken
verborgen aan den kant van den weg la
gen te rusten. Een van de twee wilde den
boer een groet toeroepen, doch de ander
verhinderde dit door zijn kameraad een
hand voor den mond te houden, terwtÖ hi1
hem influisterde: „Stl die ezel is voor
ons."
Toen de boer een eindje verder was
vroeg d«. ander verwonderd: „Hoe wou ie
dat doen. en hoe wou je het beest verkoo-
pen zonder dat de boer hem herkent?"
„Laat dat maar aan mij over" -ant
woordde de eerste. „Pak jij de ezel'straks
maar aan en breng hem morgen op de
wel! Ua stad- Voor de rest zorg ik
Samen slopen ze nu achter den boer aan
De lan dlooper, die het plan veraWn
had, knx x>pte voorzichtig, het touw los en
legde de lus om zijn eigen hals. De ander,
man klopte den ezel liefkozend op
rug, voerde hem tusschen de struiken tn
liet grauwtje daar uitrusten tot de boe»
uit het gezicht verdwenen was, trouw jJ.
volgd door den dief met het touw om zHj»
hals Toen deze zeker wist, dat zijn vriend
met den ezel in veiligheid kon. zijn, stond
hij plotseling stil. I
De boer ontwaakte door den ruk aan hel
touw uit zijn droomen, draaide zich om
en zag tot rijn ontzetting, dat hij een man
aan rijn touw meevoerde.
„Wie ben je?" schreeuwde hg vet-
schrikt
„Ik ben oen ezel, baas, sprak die dief
deemoedig. „Mag ik u mijn geschiedenis
vertellen?" 6n toen de Ixkt toefcftemuitiQmj
knikte, vervolgde hij: „Ik ben de slechte
zoon van een goede moeder. Mijn moeder
heeft altijd getracht een ijverige fijnte
boer van me te maken, zoo als u benjt
baas. Maar ik was lui en dronk graag. Op
zekeren dag kwam ik dronken thuis waar
op mijn moeder me een standje gaf.
nam een stok om haar te slaan, doch oer
ik mjjn voornemen uit kon voeren, ver-,
scheen er een tooverfee, die me in een
ezel veranderde en zei, dat ik drie jaren''!
lang in die gedaante op aarde rond zou
loopen. Van schaamte ontvluchtte ik mjjn'
moeders woning. Ik werd door een man
gevangen en op de markt aan u verkocht
Juist vandaag zijn de drie jaar om en ia
de betoovering gebroken!"
„Och, och," jammerde de boer. „ft
vraag je vergiffenis vriend, dat ik je
steeds als een echte ezel behandeld heb,
je ezelsvoer gegeven heb en je op stroo
heb laten slapen, maar ik heb het onwe,
tend gedaan!''
„O, dat is niets baas," antwoordde de -
landlooper edelmoedig. Ik verdiende 1 iiet§.
anders en bovendien was je nooit slecht
of wreed voor me. Het is alleen jamine^j
dat je nu je ezel kwijt bent." j
„Dat is niets," antwoordde de boer. „ttd
ben gelukkig niet arm' en kan wel weeèlj
een ander beestje koopen, maar ik hoop
toch nooit meer een betooverde man te
krijgen. Nu ik 'groet je vriend. Ga ma*.
gauw naar je moeder. Ik ga aan de vr->uw^
vertellen, wat me overkomen is. Het zal
haar spijten, want je was steeds een
willig beest!"
De dief liep nu snel zijn kameraad ac
terna, terwijl de boer naar huis ging. ZijaL
vrouw stond al naar hem uit te kijken,
daar ze vond, dat haar man later dan gp»
woon! ijk thuis kwam. Toen ze hem zon
der Grauwtje aan zag komen, liep ze hem
wel tegemoet uitroepend: „Maar Josef^o
waar is Grauwtje? Wat "is er gebeurd??
waarop boer Josef in kleuren en geuren^
zjjn avontuur verhaalde. De boerin was
ook ten hoogste verbaasd en ook zij vond
iet heel naar, dat ze een betooverd mensdh
als een dier behandeld had, al had ze den
ezel ook nooit kwaad gedaan.
Tenslotte zei ze: „Josef, je moet morgen
maar naar de stad gaan en op de veemarkt
een nieuw ezeltje koopen. Maar let Jüfl
goed op, of het dier niets mensohelijk»
heeft. Ik vond altijd wel, dat Grauwtje
erg verstandig uit zjjn oogen keek, net of
hjj alles begreep, wat ik zei!"
„Ja, ja vrouw," antwoordde de boer.
t Is zooals je zegt. Ik zal goed uitkijken!"
Den volgenden dag ging de boer naf
de veemarkt in de stad. Daar zag hij'ree
een man met een ezeltje staan. Boer JosqjcY
stevende er op af, doch toen hü dichterbij
kwam herkende hij tot zijn onuitsprek^^
lijke verbazingzjjn eigen Grauwtje^
loofdschuddend stapte de boer naar hetC
beest toe en fluisterde het in zijn lange
oor: „Foei, foei, ben je nu al weer droa^
ken geweest Je verdient, d,at je nu een
wreede meester krijgt." -
RAADSELS.
Oplossingen der vorige raadsels.
I.
Lelie, aster, roos.
Elk is de smid van zijn geluk.
sis*
19«J
oldsD
Goede oplossingen van beide raadsel» 8
ontvangen van: ijmA
R. A,; J. A.; J. B.; H. B.; A. v. d. R?sB
B.; A. D. J. D.; A. D.; B. v. H.; N. v.
H.; B. H.; B. H.; T. H.; D. R. I.; J. *9*
(Callantsoog); J. de J.; P. K.; H. K.; A. KnjD
A. M.; J. O.; J. J. P.; O. R.; T. R.; W. R4»M
G. S.; J. K S.; J. S.; P. S.; J. T.; S. T.r
B. en G. V.; M. C. V.; H. de V.; C. V.;
W. |f,,v t
De prijzen zijn, na loting, ten deel ge*-<1
vallen aan: iqbj
Annie van den Brink, Ruyghweg 89. lü
A. Koeleman, Ruyghweg 117.
Jaantje Oostendorp, Goversstraat 47.
Piet Smit Laan 60.
j Nieuwe raadsels.
Ik ben een plaats in Friesland. Als mc_
ot twee letters af doet blijft er tien over.
Welke plaats is dat?
Ingez. door J. J. G. 1
1L
t-s-e-b-s-o-u-i-h-t-t-s-w-e-t-o-s
«JX-kan I811 dit Potjeslatijn een bekend
spreekwoord maken. -2
Iygez. dloor D. R. Lti
•o3
Had ze gelijk
eei? der winkeljuffrouwen een
Wn ,end> ronda* ze een klant had
11^K£eisprokeil: «Juffrouw van Midden,
?F-,aan denken, dat een klant
aityd gelijk heeft."
h,ll!nrouv van Midden: „Neemt u me niet
2k, meneer, ze zei, dat u een oude
bullebak bent"
AU
De ongeloovlge.
De een: „Zien is gelooven."
De ander: „Nou, nou!"
De een: „Maar dat kan toch niet
andera"
De ander: ,Jk zie jou, maar geloof
je toch niet"