ocsclgdwsl Te oen ccvcq
hfit a V uen jjiuiur van l>jj ue oiiicieeie in aienststeinng a
Het gemaal biedt plaats aan twee ge
lijke, door Dieselmotoren gedreven, cen-
trifugaalpoonpen met dubbele zulgbuis,
terwijl voldaan is aan den gestelden edsoh,
dat in het gebouw, bij gebloken behoefte,
een derde dergelijk pompaggregaat moet
kunnen worden opgesteld. Waar de hoog-
tel gghig van de machinevloor, 4.60 M.
N.AJ'. bedraagt, beteekent dit dat deze
vloer bij het begin van het droogmalen
ongeveer 47. M. beneden den waterspie
gel ligt.
De beide zuigbuizen van elke pomp,
monden in een zuigkanaal van beton uit,
welke kanalen kunnen worden afgesloten
door schuiven en onderling verbonden
zijn door een eveneens afsluitbaar riool.
Op deze wijze is het mogelijk, dat hij bui
ten bedrijf stellen van één der pompen,
de andere beurtelings beidie kanalen be
maalt.
Van het gebouw worden zoowel het
uiterlijk als de constructie in hooge mate
beheerscht door den toestand bij het
droogmalen. De wanden dienen aan een
aanmerkelijke waterdruk weerstand te
kunnen bieden, terwijl de machinekamer
vloer als stempeling tusschen de beide
langswanden door belangrijke samen
drukkende krachten wordt belast, waar
bij de vele gaten en uitsparingen, welke
bij de pompen en machines aanwezig zijn,
den toestand nog ingewikkelder maken.
Verder zijn de in het machinelokaal aan.
wezige deuren, waaronder één van zoo.
danige afmetingen dat hierdoor de ma-
chine-deelen konden worden binnenge
bracht, moeten worden uitgevoerd als wa
terdichte, ijzeren deuren, terwijl de ramen
voldoende hoog boven water zijn geplaatst
om geen last te ondervinden van deining
en golfslag. Deze hooge plaatsing van de
ramen, benevens de inwendig zichtbare
schuine dakvlakken en de spanten met
topscharnier, geven aan de machineruim
te een eigenaardig „halkarakter". Dit
wordt nog versterkt door de aanzienlijke
lengte der machinehal welke 50 M. be
draagt. Een deel van deze ruimte wordt
voorloopig ingericht als werkplaats voor
kleine reparaties aan de machines enz. en
is slechts door een laag muurtje van het
machinelokaal gescheiden, zoodat de bei
de ruimten aesthetisch als een geheel
werken, terwijl de loopkraan zijn lasten
over het muurtje heen kan vervoeren. Ook
voor het uitwendige zijn de hoog geplaat
ste ramen en de aan de opname van den
waterdruk dienstbaar gemaakte oonter-
forter, naast het rustige pannendak met
zijn mooie romaansche pannen de meest
kenmerkende elementen.
Onder het maohinelokaal bevindt zich
een kelder waarin de vele benoodigde
pijp- en electrische leidingen zijn onderge
bracht en waar zich de machinefundaties
bevinden. Del keldervloer rust, evenals de
fundeeringsvloer onder de zuigkanalen
op een houten paalfundeering. In het
Westelijke uiteinde van het gebouw zijn
enkele neven- en dienstruimten onderge
bracht. Dit gedeelte heeft een ter hoogte
van 0.80 NAP. gelegen verdieping
welke door een trap met het machinelo
kaal is verbonden. Op deze verdieping be
vinden zich een Directievertrek, een klein
laboratorium voor olieonderzoek e. d. en
de toiletten. Tevens is hier de hoofdin
gangsdeur, welke uitkomt op een op ge
noemde hoogte gelegen plateau tusschen
het gemaal en de zich bewesten daarvan
bevindende schutsluis. Dit is tijdens het
droogmalen de eenige toegang tot het ge
bouw. Gelijkvloers met het machinelokaal
liggen in dit westelijk gedeelte een per-
soneelslokaal, een wachthokje voor den
toezicht hebbenden machinist en de stook
ruimte voor de centrale verwarming waar
van de ventilator en calorifère zich op een
tusschenverdieping bevinden.
Het door de pompen opgevoerde water
wordt door twee persbuizen van gewapend
beton onder den benoorden het gebouw
aanwezigen zeedijk afgevoerd.
Evenals bij het gemaal te Medemblik,
werd het bouwkundig gedeelte van het
ontwerp verzorgd door Ir. D. Roosenburg.
Het gemaal te Den Oever.
De machine-installatie.
Ook de beide installaties te Den Oever
zijn geheel gelijk, en bestaan elk uit een
centrifugaalpomp direct gekoppeld met
een dieselmotor. De motoren zijn zescylin-
der motoren van 600 P.K. maximaal. De
electrische stroom voor verschillende hier
opgestelde hulpwerktuigen wordt ook hier
geleverd door het P.E.N., terwijl een
reserve motor is opgesteld voor eventueele
storing.
Nabij het gemaal zijn drie oliereservoirs
gebouwd, die voor ongeveer een jaar
brandstof kunnen bevatten, zoodat in ge
val van vorst, e. d., het malen kan door
gaan. De verwarming van het gebouw ge
schiedt hier, wat de machinehal betreft,
door heete lucht, wat de bijvertrekken
aangaat met stoom. De verwarmingsketel
wordt met olie gestookt.
In normale omstandigheden kan, zoo
noodjg, het gemaal te Den Oever den pol-
uer drooghouden. Op het oogenblik wordt
nier 480 M8. per minuut verwerkt; later
ny een opvoerhoogte van 5.30 M., wordt
getal teruggebracht op 250 M8. Dit
~A,i gelijk met een capaciteit van 1*11
5^ M8. per etmaal, later 8/« mill. M\
De poimp'instalJatie kan hier, zoo noodig,
net water tot 8 M. opvoeren.
De verlaging van het peil der Zuider
se, die aldus verkregen wordt, door de
gemalen te Medemblik en Den Oever sa
men bedraagt ongeveer 2 cM. per etmaal.
Kinds het begin van het jaar werd reeds
Proefgemalen en in de afgeloopen weken
Ir water dan ook reeds ongeveer 75
n™. gedaald, waardoor de ondiepe gedeel
ten van den polder aan de Noordzijde
reeds zijn drooggevallen. Duidelijk tee-
Kont zich langs den dijk te Medemblik
eeda een zwarte rand af.
De bezichtiging van hot gebouw.
Allereerst ging de tocht naar de groot©
machinehal, waar de drie pompen met hun
cgelinachines staan opgesteüd. Hier voor-
1 komt men sterk onder den indruk van
wronGcn
Het gemaal bevat 2 pomp-aggregaten, elk bestaande uit een zes-cylinder Dieselmotor van 400 P.K. bij 133 omw.
en max. 600 P.K. bij 175 omw. per min., direct gekoppeld met een centrifugaalpomp voer normaal 250 M3. per min.
bij 5.3 M. opvoerhoogte. Het normaal aantal omw. van de pomp bedraagt 133 per min. In de maehinekamer is
ruimte gereserveerd voor een derde pomp-aggregaat.
Links de uitmonding in het IJselmeer, rechts de Wieringermeerpolder.
dig-groote motoren heheerschen deze zich onmiddellijk naar het bemalingsge-
ruimte; iedere motor weegt 32000 K.G. bouw op ongeveer vijf minuten afstand
De geheele wand wordt aan de eene zijde gelegen. Hoog steekt het in wit beschil-
in beslag genomen door de drie schakel- derd gewapend beton opgetrokken ge-
borden, juister is misschien schakelbord- j bouw 10 M. boven en thans nog 20 M.
installaties. Toen na afloop van de rond-j onder den waterspiegel boven de grau-
wandeLng de motoren werden stopgezet we omgeving uit. Aan beide zijden spoelt
ter eere van het bezoek was de bema-het water nog tegen den afsluitdijk: links
lingsinstallatie in werking gesteld kon1 de Wieringermeer, waar wij: over eenige
men duidelijk zien hoe automatisch, na I jaren vruchtbare akkers verwachten,
de sluiting der deuren in de zuigkanalen,
de machinerie stop kwam te staan. Voor
mogelijke defecten, en ter onderlinge re
geling van de verschillende hoogten, zijn
de drie zuigkanalen onderling nog weder
door verbindingskanalen verbonden, die
ook door middel van afsluitdeuren kunnen
worden afgesloten.
Beneden deze machinehal bevindt zich
de pompkelder, met een waterdichte deur
gescheiden van de Wieringermeer, welke
later evenwel toegang zal geven tot den
Wieringermeerpolder. Onder den bodem
van dezen kelder loonen de kanalen met
daarin de waaiers der pompen. In den
pompkelder bevindt zich voorts de stook
inrichting voor de centrale verwarming,
die ter wille van de reinheid mét
olie gevoed wordt.
Tal van veiligheidsmaatregelen zijn ge
nomen. Wij zeiden reeds, dat bij een ver
keerde schakeling de stroom automatisch
uitgeschakeld wordt. Komt er evenwel sto
ring op het electrisoh net, waardoor de
pompen huiten werking gesteld worden,
dan kan met den gelijkstroom van een
accumulatorinrichting de persbuis, waai*
door het water in de Zuiderzee gedreven
wordt, electrisch gesloten worden om te
voorkomen, dat het water terugstroomt
Behalve deze afsluiting heeft elke pers
buis bovendien nog een houten afsluiting
bij de opening en nog een ijzeren schuif
in het hart van den dijk. Wanneer de pol
der eenmaal is drooggemalen, kunnen de
beide gemalen (nabij Medemblik en Wie-
ringen) den polder in tweeduizend uur
drooghouden. Daar een jaar echter 8600
uren telt, is er een reserve van 6600 uur
om hij veel regen of bij veel water door
andere oorzaken den polder droog te
houden.
Daar bovendien elk der gemalen in
staat is zoo noodig den geheelen polder
droog te houden de kanalen der vier
afdeelingen met verschillend peil staan
door sluizen en duikers met elkaar In
verbinding behoeft er mensohelijker-
wjjs gesproken geen vrees te bestaan, dat
de polder onder water zal loopen. Boven
dien bevindt zich zooals bekend in
het midden van den polder een terp, dié
17a M. boven N.A.P. ligt, waarop de be
woners van het nieuwe Zuiderzeegebied
zelfs bij een dijkdoorbraak veilig zullen
zijn.
De openingsplechtigheid.
Maandagmorgen tegen half twaalf arri
veerden met een extra-trein uit Amster
dam vele genoodigden te Medemblik om
bij de officieele in dienststelling van de
ontzaglijke werk, dat hier verrioht isbeide gemalen tegenwoordig te zyn.
nog verricht worden zal. Drie gewei- Van het station begaf het gezelschap
rechts de Zuiderzee, over eenige jaren het
IJselmeer geheetem
In de groote machinehal had de plechti
ge officieele in dienststelling plaats. On
der de vele aanwezigen merkten wij. op
den Commissaris der Koningin in de pro
vincie Noord-Holland, Jhr. A. Roëll, de
voorzitters en griffiers van de beide
Kamers der Staten-Generaal, de leden var.
den Zuiderzeeraad, vele leden van de
Staatsoommissie-Lorentz, van de commis-
sie-dr. Lovink, van de commissie-mr. G.
Visering, veile ingenieurs van de Zuider
zeewerken, de directies van de maatschap
pijen, die de werken uitvoeren, het ge
meentebestuur van Medemblik en vele an
deren.
Nadat ververschingen waren rondge
diend, nam eerst de Directeur-Generaal
van den dienst der Zuiderzeewerken, ir.
V. J. P. de Blocq van Kuffeler, het woord,
die in het kort een overzicht gaf van de
tot stand gekomen werken.
De kosten zijn belangrijk hooger
geworden dan geraamd! was.
Uit diens rede nemen wij het volgende
over:
Spr. wees er op, dat het aanvankelijk in
de bedoeling lag eerst de afsluitingen te
maken en daarna tot de inpolderingen
over te gaan, dit standpunt is gewijzigd
na het onderzoek van de Commissie-
Lovink, die in haar rapport zeer sterk het
hier te lande bestaande gebrek aan cul
tuurgrond voor den landbouw naar voren
heeft gebracht. Na de bezwaren hiervan
naar voren te hebben gebracht, geeft spr.
een overzicht van de werkzaamheden voor
de afsluiting van de Wieringermeer. Spr.
verzweeg niet, dat de kosten van de be
dijking belangrijk hooger zijn geworden
dan deze eertijds waren geraamd. Bij een
werk dat een kwart eeuw duurt, is het
echter niet mogelijk met het oog ob de wis
seling van het prijsniveau de begrooting
absoluut vast te stellen.
De prijzen der grondwerken waren b.v.
over 1929 87, lager dan over 1928.
Reeds voor de droogmaking zijn in den
polder de noodige hoofdkanalen gebag
gerd, welke het water naar de gemalen
zullen voeren. De sterkte der gemalen is
bepaald door de eischen van ontwatering,
\yelke de landbouw stelt. Het polderpeil is
in verband daarmede vastgesteld op 1.40
M. onder het laagst gelegen land, terwijl
verder ln de periode van het grootste
waterbezwaar geen grootero verhoogirig
dan enkele decimeters wordt toegelaten;
Het nieuwe gemaal te Medemblik met zijn
8000 W.P.K. is het machtigste gemaal in
ons land en, voorzoover spr. bekend, ook
in het buitenland.
Na een overzicht te hebben gegeven van
de geschiedenis van het gemaal stelde de
Directeur-Generaal den Minister van
Waterstaat voor, na dit gemaal in oogen-
sohouw te hebben genomen, order te
geven tot het in bedrijf stellen van de ge
malen te Medemblik en Den Oevesr, ten
einde een aanvang te maken met het
droogleggen van den eersten Zuiderzee-
grond.
Nadat de heer De Blocq van Kuffeler
zijn rede had uitgesproken, trad de heer
H. Colijn als voorzitter van den Zuider
zeeraad naar voren.
Rede H. Colijn.
Spr. ziet in dezen dag een bijzondere,
nu wij toegekomen zijn aan de bemaling
en wel een dag, die ons in bijlzondere mate
met de realiteit van de drooglegging der
Zuiderzee in aanraking brengt. Die reali
teit doet allerlei nieuwe gedachten bij ons
opkomen. Tot nu toe was alleen de water
bouwkundige aan het woord. Thans komen
andere vragen naar voren, die de belang
stelling van het publiek raken en hen
nauw aan het hart liggen, nauwer dan de
speciaal-technische vragen. Wanneer
straks twintig duizend H.A. grond aan
Nederland zijn toegevoegd, rijst de vraag:
wat zullen wij daarmee aanvangen? Als
het water straks is weggemalen, dan is
er nog veel arbeid' te verrichten, eer hét
zoo ver is, dat wij dien grond kunnen gaan
bebouwen. Om dat te kunnen doen moeten
er arbeidskrachten in de Wieringermeer
worden gebracht.
Die krachten zullen wij niet uit de on
middellijke omgeving van de Wieringer
meer kunnen betrekken, willen wij niet
den arbeid in deze omgeving ontwrichten.
Die krachten zullen moeten komen uit het
geheele land'. Dan zal de grond bouwrijp
moeten worden gemaakt en daarbij zal een
dankbaar, gebruik gemaakt kunnen wor
den van fret werk, dat de commissie-
Lovink in den proefpolder Andijk heeft
verricht. En dan komt aan de orde de
quaestie van de uitgifte van gronden.
Komende tot het kostenvraagstuk, zegt
spr. dat ons zeer alarmeerende beschou
wingen niet zijn bespaard. Persoonlijk is
spr. van meening, dat men met een oijfer
van 200 millioen gulden zal hebben te
rekenen. Is dat veel? Neem aan, dat men
voor die 200 millioen een leening van 5
pot. zal sluiten met een aflossing in vijf
tig jaar, dan zou die vijftigjarige an
nuïteit neerkomen op een bedrag van
10.120.480 per jaar. Is dat veel? Is het
veel, wanneer men de Rijksbegrootlng met
tien millioen per jaar bezwaart en daar
voor de beschikking krijgt over 225.000
H.A. grond'.
In de zeventiende eeuw was niets ons
volk te groot En wanneer het ln eigen
land, op eigen bodem werken onderneemt
als de drooglegging der Zuiderzee, dan is
dit volk geen uitgedoofde natie, maar het
beschikt dan over de kracht, die het in
vroeger eeuwen heeft getoond
Spr. eindigde zijn luid toegejuichte rede
met den wensoh, dat God dit werk ook in
de toekomst zal blijven zegenen.
Rede van den minister.
Hierop hield de Minister van Water
staat, imr. P. Reymer, een rede.
Spr. schetste hoe hij bij de woorden van
don Directeur-Generaal onder den indruk
was gekomen van de beteekenis der on
derneming, waarvan dit werk een onder
deel vormt Wij weten ons aldus de
Minister gedragen door den wil van het
volk om dit werk tot verhooging van de
volkskracht tot een goed einde te brengen.
Het geheele Nederlandsche volk zal mede
werken om dit grootsohe cultureele monu
ment te voltooien.
Uitvoerig stond spr. hierna stil bij de
geschiedenis van de droogmaking van de
Zuiderzee. Reeds in 1849 werden hiertoe
de eerste plannen gemaakt, plannen die
na vele veranderingen en wijzigingen
leidden tot de thans geldende wet van
1918. Spr. herinnerde 'in dit verband aan
het optreden van Minister Lely, die van
den aanvang af de ziel en de stuwkracht
van het werk is geweest. In 1913 trad
ir. Lely ten derde male als Minister op en
toen kwam de groote voorbereiding ln dé
eind-phase doordat het Kabinet bij zijn
optreden in de troonrede indiening van
een wetsontwerp tot uitvoering der af
sluiting een gedeeltelijke droogmaking
van de Zuiderzee aankondigde. Lely heeft
met nimmer falende energie de eindpaal
weten te bereiken en werkte nog op hoo-
gen leeftijd als voorzitter van den Zuider
zeeraad van nabij mede aan de vraagstuk
ken, die nog waren op te lossen. Kan het
verwonderen, aldus de Minister, dat
nu wij op het punt staan het eerste vol
tooide werk in gebruik te stellen, de re
geering daaraan dén naam wil verbinden,
van dezen man van initiatief en daad
kracht? Zoo zal het gemaal bij Den Oever
de „Leemans" heeten, tot dank voor het
geen beiden voor tijdgenoot en nageslacht
hebben verricht
Hjerop bracht de Minister dank aan de
Directie en de aannemers en aan allen, die
hun beste krachten aan den bouw van het
werk hebben gewijds.
Ondier klokgelui en het hljschen
dér vlag In werking (gesteld.
Aan het slot van zijn rede gaf de njinis-
ter het sein tot het in werking stellen'van
de pompen. Telefonisch werd het sein
doorgegeven naar Wieringen en terwijl
op heide gebouwen en de gemeentehuizen
de vlaggen werden geheschen, werden on
der het luiden der klokken de pompinstal-
laties in werking gesteld om in continu
bedrijf in zeven a acht maanden den Wie
ringermeerpolder leeg te malen.
In groepen bezichtigden de aanwezigen
onder deskundige leiding vervolgens het
gebouw en zijn 'inrichting en te drie uur
ongeveer vertrokken de gasten weer pér
extra-trein uit Medemblik.
Slotbeschouwingen. Een werk,
dat tot ln lengte van dagen den
roem onzer vaderlandsche inge
nieurs zal verkondigen.
Tot slot van dit artikel nemen wij nog de
volgende beschouwing over die een der
redacteuren van het „Handelsblad" aan
de gebeurtenis wijdt:
Als over acht a negen maanden de be
maling zal zijn- voltooid, en met het in
cultuur brengen der gronden een aanvang
kan worden gemaakt, zal de gewonnen
bodem in hoofdzaak zware zeeklei blijken
te zijn; verder zal de grond bestaan uit
hechtere klei, terwijl héél enkele gedeel
ten zandgrond en veen zullen opleveren.
Alvorens men den polder kan betreden
om er wegen en kanalen aan te leggen,
moeten enkele maanden verloopen. Is ook
die arbeid verricht, dan komt de grond
voor den landbouwkundige beschikbaar.
Intusschen verwacht men, dat er zeven
jaren zullen verloopen, eer de zwaarste
gronden voor de abnormale cultures ge
reed zijn, maar, oordeelend naar de voor-
loopige uitkomsten door den Andijker
proefpolder opgeleverd, bestaat de moge
lijkheid, dat deze periode eventueel korter
kan worden.
Er komt in Hollands Noorderkwartier
een werk tot stand, dat, wanneer het een
maal ten goede is voltooid, tot in lengte
van dagen den roem van onze vaderland
sche ingenieurs en landbouwkundigen zal
verkondigen.
SCHAKELSCHEMA
BEMALINGSINSTALLATIE
MEDEMBLIK.
Ter wille van de vele technici onder
onze lezers geven wij op de vierde pagina
van dit blad het plan van het schakel
schema te Medemblik.
De benoodigde stroom wordt door een
bovengrondsche 50.000 Volt leiding
komende van Oterleek betrokken van het
Provinciaal Electrisch Bedrijf en in een
boven de machinekamer gelegen ruimte
getransformeerd tot 3000 Volt. De hoofd
motor is voor 3000 Volt uitgevoerd.
De motor van het regelaggregaat, de
hulpwerktuigen en de verlichting betrek
ken hun stroom met een spanning van
380/220 Volt, van een stel hulprails, welke
door transformator 0 gevoed worden. Met
schakelaar A en aanloopweerstand D
wordt de hoofdmotor in bedrijf gezet.
Daarna wordt het regelaggregaat in wer
king gesteld met schakelaar E
Om de hoofdmotor te regelen wordt nu
de schakelaar G op „regelen" omgezet
We schakelen dan het anker van de Scher-
biusmaohlne ln serie met den rotor van
hoofdmotor B. Werkt do spanning van H
de sllpspannlng van B tegen, dan zou alk
gevolg daarvan de rotorstroom afnemen.
De hoofdmotor ontwikkelt dan echter niet
meer voldoende koppel om de pomp aan
te drijven en als gevolg daarvan neemt het
aantal omwentelingen zooveel af, tot de
slipspanning voldoende ls toegenomen ora
weer de benoodigde stroom door den rotor
te doen gaan.
Werkt daarentegen de spanning van de
Scherbiusmachine in dezelfde richting als
de slipspanning, dan zou de stroom te
groot worden; het koppel neemt du» toe
en de motor wordt zooveel versneld, tot de