niets. Schagen. B. en W. stellen voor daartoe bijgaand ontwerp-besluit te bekrachtigen. Wordt aangenomen. Vaststelling instructie's voor den gemeentebode en -eonciebge. B. en W. bieden ter vaststelling aan instructie's voor den te benoemen gemeen tebode en -conciërge, welke ontwerpen door den voorzitter worden voorgelezen. Bij het artikel, regelende het verlof, zegt de heer Oden dat hij ongeveer 8 jaar geleden een voorstel heeft gedaan over de rechtspositie van het personeel, waar in ook het verlof ter sprake is gekomen. Burgemeester Peereboom zeide toen, dat. als een ambtenaar verlof wilde hebben, het altijd is toegestaan. Maar spr. vindt het een verkeerd stelsel, dat men met zijn petje onder den arm om verlof moet komen vragen. Het personeel heeft daar recht op en spr. dient daarom een motie in, strekkende om aan de ambtenaren en werklieden in vasten dienst een verlof toe te staan van 12 werkdagen, met be houd van loon. De heer Kaan vraagt of de bode thans geen recht op verlof heeft. De Voorzitter antwoordt, dat hij verlof krijgt, als het door hem wordt ge vraagd. De heer Kaan: Het zou dus eventueel van de willekeur van den Burgemeester afhangen. De motie van den heer Oden wordt hierna met algemeene stemmen aange nomen. De heer Lub zegt, dat in de instructie staat, dat de bode, nadat door hem ont slag is gevraagd, nog gedurende 6 weken in dienst zal moeten blijven. Spr. vraagt welke regeling er zal zijn, als het ontslag niet gevraagd, maar om de een of andere reden gegeven wordt. Is er dan geen ter mijn van opzegging? De Voorzitter antwoordt, dat dit van de feiten zal afhangen. Het kan na tuurlijk niet de bedoeling zijn, dat hem geen tijd gegund zou worden om naar een andere betrekking uit te zien. De instructie's worden hierna vastge steld. Herziening jaarwedden der ambtenaren ter secretarie. B. en W. deelen mede, dat nu de sala- risverhooging van den burgemeester, den secretaris en den ontvanger haar beslag heeft gekregen, het noodig zal zijn even eens de jaarwedden van het secretarie- personeel aan eene herziening te onder werpen. Deze jaarwedden toch dienen in zekere verhouding te staan tot die van genoemde functionarissen, maar ook an derzijds is er alle aanleiding eene ver- hooging van die jaarwedden in overwe ging te nemen, ten gevolge van de buiten gewoon sterke toename der werkzaam heden. Deze toeneming is van dien aard, dat de ambtenaren hunne uiterste krach ten moeten inspannen om een tijdige af doening der zaken te verzekeren, een plicht, waarvan zij zich op lofwaardige wijze kwijten. De belangrijke taak, die ook op hunne schouders rust, om een zoo goed mogelijken gang van het bestuur der gemeente te verzekeren en toepassing te geven aan den steeds voortgaande» stroom van nieuwe wetten en voorschrif ten, doet hen recht geven op eene bezol diging, evenredig aan het belang van het werk, dat zij hebben te verrichten. B. W. stellen daarom voor die jaar wedden, met ingang van 1 Januari 1930, te verhoogen en te bepalen voor den len ambtenaar op 2200.met vier 2-jaar- lijksohe verhoogingen elk van 100. tot 2600.(thans van 1800.tot 2200.en voor den 2en ambtenaar op 1400.met gelijke verhoogingen tot 1800.(thans van 1000.— tot 1400.In vergelijking met gelijksoor tige gemeenten zijn de aldus bepaalde sa larissen stellig nog niet aan den hoogen kant. De Voorzitter deelt mede, dat verder nog is ingekomen een adres van de Afd. Noord-Holland van den Nederlandschen Bond van Gemeente-ambtenaren, waarin eveneens op herziening der salarissen voor den len ambtenaar vast te stellen op 2400.tot 2800.en voor den 2eu ambtenaar op 1800.tot 2200.voor beiden vier 2-jaarlijksche verhoogingen van 100.bovendien wordt voorge steld voor het bezit van verschillende di ploma's een vergoeding te geven van 100.per diploma, met een maximum van 200. De heer Jn. Lont vraagt of het sala ris van den 2en ambtenaar direct wordt gebracht op 1400. De Voorzitter antwoordt, dat een nieuwe ambtenaar met 1400 zou begin nen. Voor De Wit tellen de dienstjaren mede voor de periodieke verhoogingen. De heer Oden zegt, dat hij dit voorstel van B. en W. met vreugde heeft begroet. Reeds bij het voorstel van Ged. Staten tot verhooging van de Jaarwedden van den burgemeester, secretaris en ontvan ger heeft de heer Lub gevraagd of B. en W. dan ook van plan waren de salarissen van het overige personeel te verhoogen. DeVoorzitte.r zegt, dat dit toen ook direct is toegezegd. De heer L u b wil de salarissen ver meerderen met 50.per diploma, met een maximum van 100. De heer Oden is hier ook voor. Het is voor de ambtenaren een prikkel om di ploma's te krijgen. Het voorstel-Lub, in stemming ge bracht, wordt met 6 tegen 5 stemmen ver worpen. Voor stemmen de heeren: Bosker, Oden, Lub, Tijsen en De Vries. Tegen de heeren: J. Koop, Jb. Lont, Jn. Lont, Bakker, M. Kooij en Kaan. Het voorstel van B. en W. wordt met al gemeene stemmen aangenomen. Voorziening in de behoefte aan kasgeld. Aangezien de stand der kasmiddelen dit toeliet, is de kasgeldleening groot 27000.toegestaan bij besluit van 5 Öctober 1929, goedgekeurd door Gedepu teerde Staten bij besluit van 27 November d.a.v. No. 95 niet opgenomen. Daar ver sterking van de gemeentekas thans in middels noodig is geworden, verzoeken B. enW. hun opnieuw te machtigen de be- noodigde gelden te leenen, in verband waarmede zij er op wijzen, dat de volgen de uitgaven van bu.tengewonen aard nog zijn te doen of ten deele reeds gedaan: aanbouw van 2 lokalen aan de school te Oosterland, zijnde rond 15000 aankoop van grond tot dat doel, rond i. 100G buitengewone herstelling van het schoolgebouw te W esterland, rond 2500 aanbouw lokaal aan de school te Westerland, vermoedeiijk onge veer 7500 aanleg en vernieuwing van div. gedeelten klinkerbestrating ver moedelijk ongeveer 10000 Samen 36000 De plaatselijke Coöperatieve Boeren leenbank heeft zich bereid verklaard ge noemde som tijdelijk te versohaffen, tegen eene rente, berekend naar 43/4 's jaars. met een afsluitprov.sie groot V« Aan gezien deze condities billijk worden ge acht, stellen B. en W. voor hen te mach tigen, naar gelang van behoefte dit be drag bij haar op te nemen en het geheel af te lossen vóór of op 31 December 1930 Wordt aangenomen. Benoeming bode en conciërge voor het raadhuis. B. en W. hebben de volgende aanbeve ling ingediend: 1. K. Jongejan te Anna Paulowna; 2. A. Veerdig Sz. te Wieringen; 3. T. Bakker Yz. te Wieringen. Bij de eerste stemming worden uitge bracht: 1 stem op den heer K. Jongejan, 5 stemmen op den heer A. Veerdig Sz., 3 stemmen op den heer T. Bakker Vz. en 2 stemmen op den heer S. C. Kooij. Zoodat opnieuw een vrije stemming wordt gehouden. Bij de tweede vrije stemming worden uitgebracht: 6 stemmen op den heer A. Veerdig Sz., 3 stemmen op den heer T. Bakker Vz. en 2 stemmen op den heer S. C. Kooij. De heer A. Veerdig Sz. is dus be noemd. Commissie van toezicht op het lager onderwijs. Op 1 Januari j.1. moest volgens rooster als lid der Commissie van toezicht op het lager onderwijs aftreden de heer J. Kui per. Ten einde de samenstelling der Com missie in overeenstemming te doen zijn met de wettelijke voorschriften (zie art. 184 der L.O.wet 1920) zal het noodig zijn in deze vacature te voorzien door benoe ming van een vertegenwoordiger uit de- categorie onderwijzend personeel der bij zondere lagere scholen, zoodat de heer Kuiper niet herkiesbaar is. Ter vervulling der vacature hebben B. en W. mitsdien de eer, na gepleegd over leg met de Commissie, ter benoemmg aan te bevelen den heer S. Juisting. Aange zien het overige, aan de bijzondere school te Den Oever werkzame, onderwijzend personeel nog niet den meerderjarigen leeftijd heeft bereikt, is het niet mogelijk eene aanbeveling van 2 personen in te dienen. De Voorzitter zegt den heer Kui per dank voor de aan de commissie be wezen diensten. De heer Juisting wordt hierna met 9 stemmen benoemd. Twee stembriefjes waren blanco. Rondvraag. Wethouder Bosker geeft in over weging in het vervolg het lezen der notu len achterwege te laten. Het kost maar tijd en spr. meent, dat het niet noodig is. Is er iemand, die ze wil inzien, dan is daarvoor altijd gelegenheid. De heer Kaan meent, dat het meer tijd kost, als 11 raadsleden de notulen moeten komen inzien. De heer Lub vindt het voorlezen der notulen heelemaal niet vervelend. Spr. is er tegen de notulen niet meer te lezen. Ook de heer M. Kooy vindt het half uurtje notulenlezen niet zoo erg. Spr. luis tert er altijd met genoegen naar. De heer Oden geeft in overweging de zinkputten van stankafsluiters te voor zien, want hem hebben verschillende klachten bereikt over den verschrikkelij- ken stank, welke de putten verspreiden. Spr. noemt o.a. de putten bij zijn zoon in de Elftstraat en bij C. Duynker in de Belt straat. De Voorzitter zegt, dat hij tech nisch niet voldoende onderlegd is om te kunnen beoordeelen of dit euvel met stankafsluiters is te verhelpen. Er is wel een middel, n.1. de rioolbuizen in het mid den van de straat leggen, met kleine put jes aan de kanten. Het schijnt echter niet veroorzaakt te worden door de closets, maar door het vuil, dat door de inwoners in de putten wordt gegooid. De heer Bakker vraagt of ieder wel een goede septic-tanc heeft, die met een closet aan de rioleering is aangesloten. De Voorzitter antwoordt, dat deze voorwaarde bij de vergunning tot aan sluiting altijd wordt gesteld. Er zal echter een onderzoek worden ingesteld, of er iets tegen te doen is: De heer Oden zegt verder, dat de in woners van de Klieftstraat er over hebben geklaagd, dat de heg van het huisje, waarin A. Dijkshoorn heeft gewoond over de straat hangt. Zal worden nagegaan. De heer Oden heeft zooeven nog uit de notulen vernomen, dat B. en W. er in principe tegen zijn, dat door inteekening op lijsten gelden worden ingezameld. Spr. kan zich dat standpunt indenken, maar dan moet het een ieder worden geweigerd. En 14 dagen nadat Oldersma geen toe stemming kon krijgen, mocht een ander wel met een lijst gelden inzamelen. De V o o r z i 11 e r zegt, dat hiertoe zoo min mogelijk toestemming wordt ver leend. Het geval, waarop de heer Oden het oog heeft, betrof iemand, wiens inboe del was verbrand en die buiten zijn schuld niet was verzekerd. Daarom is het bij uit zondering toegestaan. De heer Lub zegt, dat hem is ge vraagd of het niet mogelijk zou zijn, dat ook te Oosterland en Westerland gelegen heid wordt gegeven tot het laten keuren van trekhonden. De menschen moeten er voor uit hun werk en dan is het dichter bij. De Voorzitter zegt, dat dit zal wor den overwogen, mits er een voldoend aan tal honden zijn. De heer Jb. Lont heeft klachten ver nomen over het ergerlijk gedrag van de jeugd op de begraafplaats te Hippolytus- hoef. Het is geen rustplaats, maar een speelplaats geworden. De Voorzitter vindt het diep treu rig, dat de kinderen zoo weinig respect hebben, dat zij op de begraafplaats spelen. Er zal niet gemakkelijk wat aan te doen zijn, want zien ze blinkende knoopen, dan zijn ze weg. De ouders zullen hier moe ten ingrijpen. De heer Oden vraagt of de begraaf plaats niet kan worden gesloten. De heeren Bosker en Kaan zeg gen, dat dit niet te doen is. De Voorzitter zal het hoofd der school verzoeken de kinderen op het onbe hoorlijke van hun gedrag te wijzen. De heer M. Bakker brengt nogmaals een verzoek over van W. Hartog en Jb. Lont om aangesloten te worden aan het electrisch net. De Voorzitter zegt, dat hierover is geschreven, doch dat het P.E.N. vasthoudt aan het vergoeden van de kosten van aan leg. Verder is er niets aan te doen. De heer M. Kooy zegt, dat de straat lantaarn bij de Directiekeet te De Haukes stuk is, doch van repareeren komt niets. De Voo rzi11e r zegt, dat de perso nen, die met het inzetten der lampen in de lantaarns zijn belast, een paar maan den geleden zijn aangeschreven eenmaal per week de lantaarns even na te gaan om te zien of deze in orde zijn. Hieraan wordt schijnbaar niet de hand gehouden. De heer Oden merkt op, dat deze per sonen hiervoor geen vergoeding krijgen, doch alleen de kosten van levering van de lamp. De heer M. Kooy wil verder een lamp plaatsen bij het complex keten aan den Poelweg. Het is daar stikdonker en de menschen liepen in het prikkeldraad langs het pad. De Voorzitter vraagt of het niet beter zou zijn, hiertoe niet direct over te gaan, want op verschillende andere plaat sen, zooals Ooster- en Westerklief is ook geen verlichting, zoodat de plaatsing van een lantaarn daar direct weer andere ver zoeken tengevolge zal hebben. De heer M. Kooy vindt dat geen be zwaar. De menschen betalen toch ook hun belasting. De heer M. Kooy klaagt verder over den rommel die aan de kant van den Iloelmerdijk wordt neergegooid. Wethouder Bosker zegt, dat S. Rus- selman dit in orde zou maken voor een bedrag van 25. De heer P. Kaan klaagt nog over de vele balavonden, waarvoor toestemming wordt verleend, zoo o.a. met Kerstmis op beide dagen. Vooral op Christelijke feest dagen heeft spr. hiertegen bezwaar*. De V o o r z i 11 e r zal hiermede reke ning houden. Hierna sluiting. ALGEM. VERGADERING VISSCHERSVEREENIGING D.E.T.V. Openbare vergadering van de Vis- sc'hersvereeniging „D.E.T.V." te Wierin gen, op Zondag 23 Februari 1930, des n.m. 3 uur, in het lokaal van den heer Jb. Bruul. Aanwezig waren 75 leden. Voorzitter, de heer J. Tijsen, opent met een hartelijk welkom de vergadering en verheugt zich over de groote opkomst der leden. Daar de notulen der vorige verga dering nogal uitgebreid zijn, verzoekt de voorzitter aan de vergadering of het noo dig is deze voor te lezen, daar anders met het voorlezen te veel tijd verloren gaat. De vergadering acht het voorlezen over bodig, zoodat de notulen voor accoord worden aangenomen. Ingekomen stukken. Ingekomen is een schrijven van de Ge nerale Commissie, waarin 'n oproep wordt gedaan aan de jonge schippers om zich aan te melden om opgeleid te worden tot steenzetter bij de Zuiderzeewerken. Zij moeten lichamelijk krachtig ontwikkeld zijn, leeftijd 2540 jaar. Verder zouden zii dan te werk gesteld worden aan den zeedijk te Zürioh. Tevens een schrijven van de Generale Commissie, dat genoemde personen in aanmerking kunnen komen zich te bekwa men in het verrichten van grond- en landarbeid in de aanstonds drooggelegde Wierinigermeer. Aanmeldingen voor bo venstaande kunnen ter gemeente-secreta rie alhier geschieden alzoo ook inlichtin gen ingewonnen worden over de tegemoet koming in de kosten. Verder een schrijven van den Untvan- ger der Registratie te Den Helder, waar in medegedeeld wordt, dat met 1 Apin de vergunning van de visschers om in de Wieringermeer te vissohen afloopt. Het doel is nu het vischwater wederom te ver pachten. Gaarne zou de Ontvanger de voorwaarden willen weten voor welke som de visschers hiertoe genegen zijn. VrM bestuursverkiezing wegens^ perio dieke aftreding van de heeren S. Zomer dijk, M. Kuit, J. Lont Gzn. en S. ten Bokkek Uit de eerste stemmirm blijkt, dat gekozen zijn de heeren J. Lont Gzn., S. ten Bokkel en Jb. Bakker Jzn., terwijl uit de tweede en vervolpens herstemming wordt gekozen de heer K. de Haan. Allen nemen hunne benoeming aan. Uit de rekening en verantwoording van den penningmeester, den heer P. Kaleveld, blijkt, dat de ontvangsten in 1929 hadden bedragen 242.26 en de uitgaven 289.20, zoodat er over dit jaar een tekort was van j 55.94. In 1928 was er echter een saldo van 793.42, zoodat de vereeniging heden nog in kas heeft f 737.48. Dit bedrag is belegd bij de Boerenleenbank. Bij monde van den heer J. Hegeman Wzn. wordt verklaard, dat boeken en bescheiden in goede orde waren bevonden en brengt voorzitter den penningmeester dank voor zijn goed beheer. Vervolgens brengt de heer L. Wigbout verslag uit als afgevaardigde naar den Minister en zegt, dat de uitslag nogal be vredigend was. Óp voorstel van den heer Keuris te Van Ewijeksluis waren zij eerst geweest bij den hoold-inspecteur van de Binnenvisscherij, die alles wat in zijn ver mogen is zou doen om tot een gunstige oplossing voor de visschers te komen. Het bezoek bij den Minister was kort geweest, maar redelijk gunstig. Deze zegde overleg te zullen plegen met de Generale Comm. Zijn raadsheer stond de Commissie wel willend te woord wat betreft de pachtsom voor de Wieringermeer om er in te vis sohen deze zoo laag mogelijk te stellen, maar tevens dat het uitisluiteend voor de beroepsvissehers zou dienen. Dit waren de bevindingen van den heer Wigbout en hü voegde er aan toe goed samen te wer ken, zoodat de eene vissoher de andere den kop niet insloeg. In plaats van den heer M. Kooij, welke afwezig was, deelde de voorzitter mede, dat de heer Kooij afgevaardigd is geweest naar het Centraal Comité. In verband met de nieuwe wetswijziging van de Zui- derzeesteunwet, welke April aanstaande behandeld zal worden, is er bij het Comité op aangedrongen overleg te plegen met de Kamerleden en andere personen, welke invloed op deze wet konden hebben. Om voor schuit en netten een betere tegemoet koming te verkrijgen, alsmede dat er voor de waardevermindering van bedoelde schuiten enz. wat los komt. Verder deelt de voorzitter mede, dat hij en de secretaris op bezoek zijn geweest bij den Ontvanger van Registratie in Den Helder, om te praten over de pachtsom voor de Wieringermeer. Het eindresultaat was, dat de Wieringermeer gepacht kon worden voor de som van f 200.hetwelk geen slecht resultaat was. Alles is, aldus de voorzitter, voor zoover in orde, dat de stukken nog moeten af komen. Naderhand zal dan beslist worden hoe in deze aangelegenheid te handelen. Hierover ontstonden veel discuss'iën, daar sommigen van meening waren, dat de Wieringermeer zóó wel gegeven kon wor den, daar er toch altijd vrij in gevischt was. Hierna verkrijgt de heer B. J. Gelder van Amsterdam het woord. Spreker begint met te zeggen, het wel wat voorbarig van de visschers te vinden wat betreft de pacht in de Wieringermeer. Hij verzoekt daarom eerst het contract af te wachten en verder dit goed te lezen. Nu begint er reeds tegenkanting van andere zijde te ko men, daar men bang is, dat de visschers de diverse slooten en kanalen welke ge baggerd zijn, zullen beschadigen en er reeds een vischkoopman de som van f 15.000.00 heeft geboden voor eventueele pachting. Het slot van de rekening is dus dat de visschers een grooten stap vooruit zijn en dus moeten afwachten. Wat de nieuwe wet betreft, hieruit is veel te halen en deze is veel beter dan de vori ge. De vernedering die de visschers altijd ondervinden moesten, zal worden ontno men. De Generale Commissie heeft niets anders gedaan dan een armoedige bedee- ling. Zij geeft voorschotten aan de schip pers, welke echter met de minste tegenslag op hun rug liggen. Spreker wil de houding van den Urker schipper, wiens botter in beslag genomen werd, niet verdedigen. Het geeft geen pas zoo iets te doen. Had bedoelde schipper echter om uitstel gevraagd, dan had hij dit ook wel verkregen, Maar het scheelt veel op welke manier er door de schippers zelve gehandeld wordt. Geeft, zoo vervolgde spreker, de schip pers een behoorlijke botter, waarmede zij hun beroep op de Noordzee kunnen uit oefenen, maar niet een tweedehands botter van Texel. De schippers moeten op een behoorlijke manier geholpen worden. Spreker zegt, dat er aan de Zuiderzee ongeveer 2000 visschers wonen. Die moe ten uit hun midden een commissie vast stellen met aan het hoofd een rechtskun dig adviseur en een bedrag vast leunen voor de eventueele kosten. Er zijn tegenwoordig veel advocaten die om naam te maken wel willen helpen tegen een kleine vergoeding. Wanneet-dus iedere vissoher b.v. f 2 50 zou willen bijdragen, zou men er kunnen komen om recht te eischen wat de ïis schei-s wordt ontnomen. Laat dit voorstel van Wieringen, die toch de grootste vloot heeft, uitgaan, en dan de andere Zuiderzeeplaatsen volgen Met applaus werd deze rede beant woord. Rondvraag, De 'heer S. ten Bokkel, het woord ver krijgende, vraagt of de contributie niet verhoogd kan worden, in antwoord op den heer Gelder. Voorzitter zegt, dat er van hun kant geen bezwaren zijn, maar de an dere vereenigingen, daar zou het wachten nog op wezen. De heei* Gelder: Alle visschers moeten hunne belangen zoo goed mogelijk behar tigen Wat er nu gebeurt, is ruzie. Die niets verdient ontvangt wel zijn geld, die het echter dubbel en dwars noodig heeft, Verder deelt de heer Gelder nog mede, dat men visch wil uitzetten in het Amstel- meer, mocht dit goed voldoen dan ook later in het IJselmeer. De heer Jo ten Bokkel vraagt voorzit ter nogmaals over de vraag van S. ten Bokkel. Voorzitter antwoordt dat er thans nog 8 a 9 quitanties onbetaald zijn geble- ven en hü zich niet gaarne op glad ijs be- geeft. Dus maar afwachten. De heer J. Hegeman Wz. vraagt of men een consent moet toonen als de Rijksveld wachter komt kijken naar die visscherij in de Wieringermeer. Ook hier geeft voor zitter liever geen definitief antwoord op en zegt zijn bewijs maar te toonen als lid van de vereeniging. De heer M. Joh. Bakker beklaagt ziöli over de slechte behandeling van de zijde der M.U.Z. Hij had n.1. zijn schuit verhuurd aan die Mij. Deze is ech- ter weggedreven en hij bedankt. Door dit euvel waren ook zijn zoons bedankt. Het bleek echter later, dat Bakker, wiens schuit door de M.U.Z. verzekerd was voor f 2000.00, er zelf ook f 1000.00 van op zak gestoken had. Hoewel Bakker zich dus door de M. U. Z. had laten uitbetalen, wilde hij van de vereeniging hebben, dat over dit feit naar de Generale Commissie zou wor den geschréven. De M.U.Z.zoo vervolgde Bakker, steelt ten eerste je vischwater en laat dan je eigendommen nog wegdrijven. Het was oplichterij in het groot. Het re sultaat van deze zaak was, dat de secre taris een brief voor Bakker zal schrijven naar de Generale Commissie. Hierna niets meer aan de orde zijnde, sluit voorzitter na een woord van dank aan den heer B. J. Gelder te hebben ge richt voor zijn aanwezigheid en verder aan allen voor de gezellige samenwerking, de vergadering. OPRICHTING VAN EEN TUINBOL WMARKT. Meermalen is sprake geweest van de oprichting van oen tuimbouwmarkt te Schagen. Het groote bewzaar was dan altijd het middel van vervoer te water. Schagen had geen verbindingswater met den omtrek, geen kanaal, dat in verbin ding stond met de buitenwereld. Straks, wanneer het kanaal SchagenStolpen daaraan een einde heeft gemaakt, dan komt het rechtstreeks in verbinding met het Groot Noordhollandsch Kanaal, dus ook met Den Helder en Alkmaar, of wel met geheel Neder'and. Stemmen gaan thans op opnieuw over de oprichting van een Tuinbouwmarkt te spreken. HOOFDINGELANDEN POLDER WAARD EN GROET. Voor dezen polder had op 22 Februari eene verkiezing plaats van drie hoofdin gelanden, twee wegens bedanken van de hoeren K. Breebaart, Barsingerhorn en H. Spaans Cz. en een wegens de benoe ming van M. D. Wilken tot heemraad. Uitgebracht werden 67 stemmen. Voor de vacature K. Breebaart, moet eene her- stemming plaats hebben tusschen P. Koe men met 29 stemmen en G. D. GeertseiM met 23 stemmen; voor de vacature Spaans moet mede eene herstemnin? plaats hebben tusschen G. D. Geertseffl* met 33 en C. Kaan met 15 stemmen. Voor de vacature H. D. Wilken werd gekozen D. Molenaar, Groet polder, Winkel, met 43 stemmen. Herstemming 8 Maart. Te Schagen is de melkprijs van 16 0P 15 cent gebracht. Autobusdienst Alkmaar—Den Helder v.v. Dienstregeling ingegaan 13 Maart 1929 Standplaats: Den Helder: Havenhoofd- Alkmaar: Bierkade. Vertrek van Alkmaar (Bierkade) 7-0»> 8l*' 10.10 11.05, 12.25, I3.SO, 14.55, 16.OO, 17-35' 18.50, 20.50. Vertrek van Alkmaar (Station) 7-05- 8-2°' m.15, 11.10, 12.30, 13.55, 15-00, 16.05, '74' 18.55, 20.55. Aankomst Den Helder 8.35, 9.50, n.45. 12 4^' M-oo, 15.25, 16.30, 17.35, 19.10, 20.25, 22 Vertrek Den Helder 6.35, 7.30, 8.55, 9-5°> 12 l0' I3.IO, 14.20, 15.15, 16.35, 18.30. 20.35 Aankomst Alkmaar (Station) 8.05. 9 00, i° 25, n.20, 13.40, 14.40, 15.50, 16.45. 18oS- 20' 2205 Aankomst Alkmaar (Bierkade) 8.10, 9-OS, n.25, 13.45, 14-45, 15-55, 16.50, 18.10. 22.10

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Heldersche Courant | 1930 | | pagina 10