niets.
Schagen.
B. en W. stellen voor daartoe bijgaand
ontwerp-besluit te bekrachtigen.
Wordt aangenomen.
Vaststelling instructie's voor den
gemeentebode en -eonciebge.
B. en W. bieden ter vaststelling aan
instructie's voor den te benoemen gemeen
tebode en -conciërge, welke ontwerpen
door den voorzitter worden voorgelezen.
Bij het artikel, regelende het verlof, zegt
de heer Oden dat hij ongeveer 8 jaar
geleden een voorstel heeft gedaan over
de rechtspositie van het personeel, waar
in ook het verlof ter sprake is gekomen.
Burgemeester Peereboom zeide toen, dat.
als een ambtenaar verlof wilde hebben,
het altijd is toegestaan. Maar spr. vindt
het een verkeerd stelsel, dat men met zijn
petje onder den arm om verlof moet
komen vragen. Het personeel heeft daar
recht op en spr. dient daarom een motie
in, strekkende om aan de ambtenaren
en werklieden in vasten dienst een verlof
toe te staan van 12 werkdagen, met be
houd van loon.
De heer Kaan vraagt of de bode thans
geen recht op verlof heeft.
De Voorzitter antwoordt, dat hij
verlof krijgt, als het door hem wordt ge
vraagd.
De heer Kaan: Het zou dus eventueel
van de willekeur van den Burgemeester
afhangen.
De motie van den heer Oden wordt
hierna met algemeene stemmen aange
nomen.
De heer Lub zegt, dat in de instructie
staat, dat de bode, nadat door hem ont
slag is gevraagd, nog gedurende 6 weken
in dienst zal moeten blijven. Spr. vraagt
welke regeling er zal zijn, als het ontslag
niet gevraagd, maar om de een of andere
reden gegeven wordt. Is er dan geen ter
mijn van opzegging?
De Voorzitter antwoordt, dat dit
van de feiten zal afhangen. Het kan na
tuurlijk niet de bedoeling zijn, dat hem
geen tijd gegund zou worden om naar
een andere betrekking uit te zien.
De instructie's worden hierna vastge
steld.
Herziening jaarwedden der
ambtenaren ter secretarie.
B. en W. deelen mede, dat nu de sala-
risverhooging van den burgemeester, den
secretaris en den ontvanger haar beslag
heeft gekregen, het noodig zal zijn even
eens de jaarwedden van het secretarie-
personeel aan eene herziening te onder
werpen. Deze jaarwedden toch dienen in
zekere verhouding te staan tot die van
genoemde functionarissen, maar ook an
derzijds is er alle aanleiding eene ver-
hooging van die jaarwedden in overwe
ging te nemen, ten gevolge van de buiten
gewoon sterke toename der werkzaam
heden. Deze toeneming is van dien aard,
dat de ambtenaren hunne uiterste krach
ten moeten inspannen om een tijdige af
doening der zaken te verzekeren, een
plicht, waarvan zij zich op lofwaardige
wijze kwijten. De belangrijke taak, die
ook op hunne schouders rust, om een zoo
goed mogelijken gang van het bestuur
der gemeente te verzekeren en toepassing
te geven aan den steeds voortgaande»
stroom van nieuwe wetten en voorschrif
ten, doet hen recht geven op eene bezol
diging, evenredig aan het belang van het
werk, dat zij hebben te verrichten.
B. W. stellen daarom voor die jaar
wedden, met ingang van 1 Januari 1930,
te verhoogen en te bepalen voor den len
ambtenaar op 2200.met vier 2-jaar-
lijksohe verhoogingen elk van 100.
tot 2600.(thans van 1800.tot
2200.en voor den 2en ambtenaar op
1400.met gelijke verhoogingen tot
1800.(thans van 1000.— tot
1400.In vergelijking met gelijksoor
tige gemeenten zijn de aldus bepaalde sa
larissen stellig nog niet aan den hoogen
kant.
De Voorzitter deelt mede, dat verder
nog is ingekomen een adres van de Afd.
Noord-Holland van den Nederlandschen
Bond van Gemeente-ambtenaren, waarin
eveneens op herziening der salarissen
voor den len ambtenaar vast te stellen op
2400.tot 2800.en voor den 2eu
ambtenaar op 1800.tot 2200.voor
beiden vier 2-jaarlijksche verhoogingen
van 100.bovendien wordt voorge
steld voor het bezit van verschillende di
ploma's een vergoeding te geven van
100.per diploma, met een maximum
van 200.
De heer Jn. Lont vraagt of het sala
ris van den 2en ambtenaar direct wordt
gebracht op 1400.
De Voorzitter antwoordt, dat een
nieuwe ambtenaar met 1400 zou begin
nen. Voor De Wit tellen de dienstjaren
mede voor de periodieke verhoogingen.
De heer Oden zegt, dat hij dit voorstel
van B. en W. met vreugde heeft begroet.
Reeds bij het voorstel van Ged. Staten
tot verhooging van de Jaarwedden van
den burgemeester, secretaris en ontvan
ger heeft de heer Lub gevraagd of B. en
W. dan ook van plan waren de salarissen
van het overige personeel te verhoogen.
DeVoorzitte.r zegt, dat dit toen ook
direct is toegezegd.
De heer L u b wil de salarissen ver
meerderen met 50.per diploma, met
een maximum van 100.
De heer Oden is hier ook voor. Het is
voor de ambtenaren een prikkel om di
ploma's te krijgen.
Het voorstel-Lub, in stemming ge
bracht, wordt met 6 tegen 5 stemmen ver
worpen.
Voor stemmen de heeren: Bosker,
Oden, Lub, Tijsen en De Vries.
Tegen de heeren: J. Koop, Jb. Lont, Jn.
Lont, Bakker, M. Kooij en Kaan.
Het voorstel van B. en W. wordt met al
gemeene stemmen aangenomen.
Voorziening in de behoefte aan
kasgeld.
Aangezien de stand der kasmiddelen
dit toeliet, is de kasgeldleening groot
27000.toegestaan bij besluit van 5
Öctober 1929, goedgekeurd door Gedepu
teerde Staten bij besluit van 27 November
d.a.v. No. 95 niet opgenomen. Daar ver
sterking van de gemeentekas thans in
middels noodig is geworden, verzoeken
B. enW. hun opnieuw te machtigen de be-
noodigde gelden te leenen, in verband
waarmede zij er op wijzen, dat de volgen
de uitgaven van bu.tengewonen aard nog
zijn te doen of ten deele reeds gedaan:
aanbouw van 2 lokalen aan de
school te Oosterland, zijnde rond 15000
aankoop van grond tot dat doel,
rond i. 100G
buitengewone herstelling van het
schoolgebouw te W esterland,
rond 2500
aanbouw lokaal aan de school te
Westerland, vermoedeiijk onge
veer 7500
aanleg en vernieuwing van div.
gedeelten klinkerbestrating ver
moedelijk ongeveer 10000
Samen 36000
De plaatselijke Coöperatieve Boeren
leenbank heeft zich bereid verklaard ge
noemde som tijdelijk te versohaffen, tegen
eene rente, berekend naar 43/4 's jaars.
met een afsluitprov.sie groot V« Aan
gezien deze condities billijk worden ge
acht, stellen B. en W. voor hen te mach
tigen, naar gelang van behoefte dit be
drag bij haar op te nemen en het geheel
af te lossen vóór of op 31 December 1930
Wordt aangenomen.
Benoeming bode en conciërge
voor het raadhuis.
B. en W. hebben de volgende aanbeve
ling ingediend:
1. K. Jongejan te Anna Paulowna;
2. A. Veerdig Sz. te Wieringen;
3. T. Bakker Yz. te Wieringen.
Bij de eerste stemming worden uitge
bracht:
1 stem op den heer K. Jongejan,
5 stemmen op den heer A. Veerdig Sz.,
3 stemmen op den heer T. Bakker
Vz. en
2 stemmen op den heer S. C. Kooij.
Zoodat opnieuw een vrije stemming
wordt gehouden.
Bij de tweede vrije stemming worden
uitgebracht:
6 stemmen op den heer A. Veerdig Sz.,
3 stemmen op den heer T. Bakker
Vz. en
2 stemmen op den heer S. C. Kooij.
De heer A. Veerdig Sz. is dus be
noemd.
Commissie van toezicht op het
lager onderwijs.
Op 1 Januari j.1. moest volgens rooster
als lid der Commissie van toezicht op het
lager onderwijs aftreden de heer J. Kui
per. Ten einde de samenstelling der Com
missie in overeenstemming te doen zijn
met de wettelijke voorschriften (zie art.
184 der L.O.wet 1920) zal het noodig zijn
in deze vacature te voorzien door benoe
ming van een vertegenwoordiger uit de-
categorie onderwijzend personeel der bij
zondere lagere scholen, zoodat de heer
Kuiper niet herkiesbaar is.
Ter vervulling der vacature hebben B.
en W. mitsdien de eer, na gepleegd over
leg met de Commissie, ter benoemmg aan
te bevelen den heer S. Juisting. Aange
zien het overige, aan de bijzondere school
te Den Oever werkzame, onderwijzend
personeel nog niet den meerderjarigen
leeftijd heeft bereikt, is het niet mogelijk
eene aanbeveling van 2 personen in te
dienen.
De Voorzitter zegt den heer Kui
per dank voor de aan de commissie be
wezen diensten.
De heer Juisting wordt hierna met 9
stemmen benoemd. Twee stembriefjes
waren blanco.
Rondvraag.
Wethouder Bosker geeft in over
weging in het vervolg het lezen der notu
len achterwege te laten. Het kost maar
tijd en spr. meent, dat het niet noodig is.
Is er iemand, die ze wil inzien, dan is
daarvoor altijd gelegenheid.
De heer Kaan meent, dat het meer tijd
kost, als 11 raadsleden de notulen moeten
komen inzien.
De heer Lub vindt het voorlezen der
notulen heelemaal niet vervelend. Spr. is
er tegen de notulen niet meer te lezen.
Ook de heer M. Kooy vindt het half
uurtje notulenlezen niet zoo erg. Spr. luis
tert er altijd met genoegen naar.
De heer Oden geeft in overweging de
zinkputten van stankafsluiters te voor
zien, want hem hebben verschillende
klachten bereikt over den verschrikkelij-
ken stank, welke de putten verspreiden.
Spr. noemt o.a. de putten bij zijn zoon in
de Elftstraat en bij C. Duynker in de Belt
straat.
De Voorzitter zegt, dat hij tech
nisch niet voldoende onderlegd is om te
kunnen beoordeelen of dit euvel met
stankafsluiters is te verhelpen. Er is wel
een middel, n.1. de rioolbuizen in het mid
den van de straat leggen, met kleine put
jes aan de kanten. Het schijnt echter niet
veroorzaakt te worden door de closets,
maar door het vuil, dat door de inwoners
in de putten wordt gegooid.
De heer Bakker vraagt of ieder wel
een goede septic-tanc heeft, die met een
closet aan de rioleering is aangesloten.
De Voorzitter antwoordt, dat deze
voorwaarde bij de vergunning tot aan
sluiting altijd wordt gesteld. Er zal echter
een onderzoek worden ingesteld, of er iets
tegen te doen is:
De heer Oden zegt verder, dat de in
woners van de Klieftstraat er over hebben
geklaagd, dat de heg van het huisje,
waarin A. Dijkshoorn heeft gewoond over
de straat hangt.
Zal worden nagegaan.
De heer Oden heeft zooeven nog uit
de notulen vernomen, dat B. en W. er in
principe tegen zijn, dat door inteekening
op lijsten gelden worden ingezameld. Spr.
kan zich dat standpunt indenken, maar
dan moet het een ieder worden geweigerd.
En 14 dagen nadat Oldersma geen toe
stemming kon krijgen, mocht een ander
wel met een lijst gelden inzamelen.
De V o o r z i 11 e r zegt, dat hiertoe zoo
min mogelijk toestemming wordt ver
leend. Het geval, waarop de heer Oden
het oog heeft, betrof iemand, wiens inboe
del was verbrand en die buiten zijn schuld
niet was verzekerd. Daarom is het bij uit
zondering toegestaan.
De heer Lub zegt, dat hem is ge
vraagd of het niet mogelijk zou zijn, dat
ook te Oosterland en Westerland gelegen
heid wordt gegeven tot het laten keuren
van trekhonden. De menschen moeten er
voor uit hun werk en dan is het dichter bij.
De Voorzitter zegt, dat dit zal wor
den overwogen, mits er een voldoend aan
tal honden zijn.
De heer Jb. Lont heeft klachten ver
nomen over het ergerlijk gedrag van de
jeugd op de begraafplaats te Hippolytus-
hoef. Het is geen rustplaats, maar een
speelplaats geworden.
De Voorzitter vindt het diep treu
rig, dat de kinderen zoo weinig respect
hebben, dat zij op de begraafplaats spelen.
Er zal niet gemakkelijk wat aan te doen
zijn, want zien ze blinkende knoopen, dan
zijn ze weg. De ouders zullen hier moe
ten ingrijpen.
De heer Oden vraagt of de begraaf
plaats niet kan worden gesloten.
De heeren Bosker en Kaan zeg
gen, dat dit niet te doen is.
De Voorzitter zal het hoofd der
school verzoeken de kinderen op het onbe
hoorlijke van hun gedrag te wijzen.
De heer M. Bakker brengt nogmaals
een verzoek over van W. Hartog en Jb.
Lont om aangesloten te worden aan het
electrisch net.
De Voorzitter zegt, dat hierover is
geschreven, doch dat het P.E.N. vasthoudt
aan het vergoeden van de kosten van aan
leg. Verder is er niets aan te doen.
De heer M. Kooy zegt, dat de straat
lantaarn bij de Directiekeet te De Haukes
stuk is, doch van repareeren komt niets.
De Voo rzi11e r zegt, dat de perso
nen, die met het inzetten der lampen in
de lantaarns zijn belast, een paar maan
den geleden zijn aangeschreven eenmaal
per week de lantaarns even na te gaan
om te zien of deze in orde zijn. Hieraan
wordt schijnbaar niet de hand gehouden.
De heer Oden merkt op, dat deze per
sonen hiervoor geen vergoeding krijgen,
doch alleen de kosten van levering van
de lamp.
De heer M. Kooy wil verder een lamp
plaatsen bij het complex keten aan den
Poelweg. Het is daar stikdonker en de
menschen liepen in het prikkeldraad langs
het pad.
De Voorzitter vraagt of het niet
beter zou zijn, hiertoe niet direct over te
gaan, want op verschillende andere plaat
sen, zooals Ooster- en Westerklief is ook
geen verlichting, zoodat de plaatsing van
een lantaarn daar direct weer andere ver
zoeken tengevolge zal hebben.
De heer M. Kooy vindt dat geen be
zwaar. De menschen betalen toch ook hun
belasting.
De heer M. Kooy klaagt verder over
den rommel die aan de kant van den
Iloelmerdijk wordt neergegooid.
Wethouder Bosker zegt, dat S. Rus-
selman dit in orde zou maken voor een
bedrag van 25.
De heer P. Kaan klaagt nog over de
vele balavonden, waarvoor toestemming
wordt verleend, zoo o.a. met Kerstmis op
beide dagen. Vooral op Christelijke feest
dagen heeft spr. hiertegen bezwaar*.
De V o o r z i 11 e r zal hiermede reke
ning houden.
Hierna sluiting.
ALGEM. VERGADERING
VISSCHERSVEREENIGING D.E.T.V.
Openbare vergadering van de Vis-
sc'hersvereeniging „D.E.T.V." te Wierin
gen, op Zondag 23 Februari 1930, des
n.m. 3 uur, in het lokaal van den heer
Jb. Bruul. Aanwezig waren 75 leden.
Voorzitter, de heer J. Tijsen, opent met
een hartelijk welkom de vergadering en
verheugt zich over de groote opkomst der
leden. Daar de notulen der vorige verga
dering nogal uitgebreid zijn, verzoekt de
voorzitter aan de vergadering of het noo
dig is deze voor te lezen, daar anders met
het voorlezen te veel tijd verloren gaat.
De vergadering acht het voorlezen over
bodig, zoodat de notulen voor accoord
worden aangenomen.
Ingekomen stukken.
Ingekomen is een schrijven van de Ge
nerale Commissie, waarin 'n oproep wordt
gedaan aan de jonge schippers om zich
aan te melden om opgeleid te worden tot
steenzetter bij de Zuiderzeewerken. Zij
moeten lichamelijk krachtig ontwikkeld
zijn, leeftijd 2540 jaar. Verder zouden
zii dan te werk gesteld worden aan den
zeedijk te Zürioh.
Tevens een schrijven van de Generale
Commissie, dat genoemde personen in
aanmerking kunnen komen zich te bekwa
men in het verrichten van grond- en
landarbeid in de aanstonds drooggelegde
Wierinigermeer. Aanmeldingen voor bo
venstaande kunnen ter gemeente-secreta
rie alhier geschieden alzoo ook inlichtin
gen ingewonnen worden over de tegemoet
koming in de kosten.
Verder een schrijven van den Untvan-
ger der Registratie te Den Helder, waar
in medegedeeld wordt, dat met 1 Apin
de vergunning van de visschers om in de
Wieringermeer te vissohen afloopt. Het
doel is nu het vischwater wederom te ver
pachten. Gaarne zou de Ontvanger de
voorwaarden willen weten voor welke som
de visschers hiertoe genegen zijn.
VrM bestuursverkiezing wegens^ perio
dieke aftreding van de heeren S. Zomer
dijk, M. Kuit, J. Lont Gzn. en S. ten
Bokkek Uit de eerste stemmirm blijkt,
dat gekozen zijn de heeren J. Lont Gzn.,
S. ten Bokkel en Jb. Bakker Jzn., terwijl
uit de tweede en vervolpens herstemming
wordt gekozen de heer K. de Haan. Allen
nemen hunne benoeming aan.
Uit de rekening en verantwoording van
den penningmeester, den heer P. Kaleveld,
blijkt, dat de ontvangsten in 1929 hadden
bedragen 242.26 en de uitgaven 289.20,
zoodat er over dit jaar een tekort was van
j 55.94. In 1928 was er echter een saldo
van 793.42, zoodat de vereeniging heden
nog in kas heeft f 737.48. Dit bedrag is
belegd bij de Boerenleenbank. Bij monde
van den heer J. Hegeman Wzn. wordt
verklaard, dat boeken en bescheiden in
goede orde waren bevonden en brengt
voorzitter den penningmeester dank voor
zijn goed beheer.
Vervolgens brengt de heer L. Wigbout
verslag uit als afgevaardigde naar den
Minister en zegt, dat de uitslag nogal be
vredigend was. Óp voorstel van den heer
Keuris te Van Ewijeksluis waren zij eerst
geweest bij den hoold-inspecteur van de
Binnenvisscherij, die alles wat in zijn ver
mogen is zou doen om tot een gunstige
oplossing voor de visschers te komen. Het
bezoek bij den Minister was kort geweest,
maar redelijk gunstig. Deze zegde overleg
te zullen plegen met de Generale Comm.
Zijn raadsheer stond de Commissie wel
willend te woord wat betreft de pachtsom
voor de Wieringermeer om er in te vis
sohen deze zoo laag mogelijk te stellen,
maar tevens dat het uitisluiteend voor de
beroepsvissehers zou dienen. Dit waren
de bevindingen van den heer Wigbout en
hü voegde er aan toe goed samen te wer
ken, zoodat de eene vissoher de andere
den kop niet insloeg.
In plaats van den heer M. Kooij, welke
afwezig was, deelde de voorzitter mede,
dat de heer Kooij afgevaardigd is geweest
naar het Centraal Comité. In verband
met de nieuwe wetswijziging van de Zui-
derzeesteunwet, welke April aanstaande
behandeld zal worden, is er bij het Comité
op aangedrongen overleg te plegen met
de Kamerleden en andere personen, welke
invloed op deze wet konden hebben. Om
voor schuit en netten een betere tegemoet
koming te verkrijgen, alsmede dat er voor
de waardevermindering van bedoelde
schuiten enz. wat los komt.
Verder deelt de voorzitter mede, dat hij
en de secretaris op bezoek zijn geweest bij
den Ontvanger van Registratie in Den
Helder, om te praten over de pachtsom
voor de Wieringermeer. Het eindresultaat
was, dat de Wieringermeer gepacht kon
worden voor de som van f 200.hetwelk
geen slecht resultaat was.
Alles is, aldus de voorzitter, voor zoover
in orde, dat de stukken nog moeten af
komen. Naderhand zal dan beslist worden
hoe in deze aangelegenheid te handelen.
Hierover ontstonden veel discuss'iën, daar
sommigen van meening waren, dat de
Wieringermeer zóó wel gegeven kon wor
den, daar er toch altijd vrij in gevischt
was.
Hierna verkrijgt de heer B. J. Gelder
van Amsterdam het woord. Spreker begint
met te zeggen, het wel wat voorbarig van
de visschers te vinden wat betreft de
pacht in de Wieringermeer. Hij verzoekt
daarom eerst het contract af te wachten en
verder dit goed te lezen. Nu begint er
reeds tegenkanting van andere zijde te ko
men, daar men bang is, dat de visschers
de diverse slooten en kanalen welke ge
baggerd zijn, zullen beschadigen en er
reeds een vischkoopman de som van
f 15.000.00 heeft geboden voor eventueele
pachting. Het slot van de rekening is dus
dat de visschers een grooten stap vooruit
zijn en dus moeten afwachten.
Wat de nieuwe wet betreft, hieruit is veel
te halen en deze is veel beter dan de vori
ge. De vernedering die de visschers altijd
ondervinden moesten, zal worden ontno
men. De Generale Commissie heeft niets
anders gedaan dan een armoedige bedee-
ling. Zij geeft voorschotten aan de schip
pers, welke echter met de minste tegenslag
op hun rug liggen.
Spreker wil de houding van den Urker
schipper, wiens botter in beslag genomen
werd, niet verdedigen. Het geeft geen pas
zoo iets te doen. Had bedoelde schipper
echter om uitstel gevraagd, dan had hij dit
ook wel verkregen, Maar het scheelt veel
op welke manier er door de schippers
zelve gehandeld wordt.
Geeft, zoo vervolgde spreker, de schip
pers een behoorlijke botter, waarmede zij
hun beroep op de Noordzee kunnen uit
oefenen, maar niet een tweedehands botter
van Texel. De schippers moeten op een
behoorlijke manier geholpen worden.
Spreker zegt, dat er aan de Zuiderzee
ongeveer 2000 visschers wonen. Die moe
ten uit hun midden een commissie vast
stellen met aan het hoofd een rechtskun
dig adviseur en een bedrag vast leunen
voor de eventueele kosten.
Er zijn tegenwoordig veel advocaten die
om naam te maken wel willen helpen tegen
een kleine vergoeding.
Wanneet-dus iedere vissoher b.v. f 2 50
zou willen bijdragen, zou men er kunnen
komen om recht te eischen wat de ïis
schei-s wordt ontnomen.
Laat dit voorstel van Wieringen, die
toch de grootste vloot heeft, uitgaan, en
dan de andere Zuiderzeeplaatsen volgen
Met applaus werd deze rede beant
woord.
Rondvraag,
De 'heer S. ten Bokkel, het woord ver
krijgende, vraagt of de contributie niet
verhoogd kan worden, in antwoord op den
heer Gelder. Voorzitter zegt, dat er van
hun kant geen bezwaren zijn, maar de an
dere vereenigingen, daar zou het wachten
nog op wezen.
De heei* Gelder: Alle visschers moeten
hunne belangen zoo goed mogelijk behar
tigen Wat er nu gebeurt, is ruzie. Die
niets verdient ontvangt wel zijn geld, die
het echter dubbel en dwars noodig heeft,
Verder deelt de heer Gelder nog mede,
dat men visch wil uitzetten in het Amstel-
meer, mocht dit goed voldoen dan ook
later in het IJselmeer.
De heer Jo ten Bokkel vraagt voorzit
ter nogmaals over de vraag van S. ten
Bokkel. Voorzitter antwoordt dat er thans
nog 8 a 9 quitanties onbetaald zijn geble-
ven en hü zich niet gaarne op glad ijs be-
geeft. Dus maar afwachten.
De heer J. Hegeman Wz. vraagt of men
een consent moet toonen als de Rijksveld
wachter komt kijken naar die visscherij in
de Wieringermeer. Ook hier geeft voor
zitter liever geen definitief antwoord op
en zegt zijn bewijs maar te toonen als lid
van de vereeniging.
De heer M. Joh. Bakker beklaagt ziöli
over de
slechte behandeling
van de zijde der M.U.Z. Hij had n.1. zijn
schuit verhuurd aan die Mij. Deze is ech-
ter weggedreven en hij bedankt. Door dit
euvel waren ook zijn zoons bedankt. Het
bleek echter later, dat Bakker, wiens
schuit door de M.U.Z. verzekerd was voor
f 2000.00, er zelf ook f 1000.00 van op zak
gestoken had.
Hoewel Bakker zich dus door de
M. U. Z. had laten uitbetalen, wilde hij
van de vereeniging hebben, dat over dit
feit naar de Generale Commissie zou wor
den geschréven. De M.U.Z.zoo vervolgde
Bakker, steelt ten eerste je vischwater en
laat dan je eigendommen nog wegdrijven.
Het was oplichterij in het groot. Het re
sultaat van deze zaak was, dat de secre
taris een brief voor Bakker zal schrijven
naar de Generale Commissie.
Hierna niets meer aan de orde zijnde,
sluit voorzitter na een woord van dank
aan den heer B. J. Gelder te hebben ge
richt voor zijn aanwezigheid en verder aan
allen voor de gezellige samenwerking, de
vergadering.
OPRICHTING VAN EEN
TUINBOL WMARKT.
Meermalen is sprake geweest van de
oprichting van oen tuimbouwmarkt te
Schagen. Het groote bewzaar was dan
altijd het middel van vervoer te water.
Schagen had geen verbindingswater met
den omtrek, geen kanaal, dat in verbin
ding stond met de buitenwereld. Straks,
wanneer het kanaal SchagenStolpen
daaraan een einde heeft gemaakt, dan
komt het rechtstreeks in verbinding met
het Groot Noordhollandsch Kanaal, dus
ook met Den Helder en Alkmaar, of wel
met geheel Neder'and.
Stemmen gaan thans op opnieuw over
de oprichting van een Tuinbouwmarkt te
spreken.
HOOFDINGELANDEN POLDER
WAARD EN GROET.
Voor dezen polder had op 22 Februari
eene verkiezing plaats van drie hoofdin
gelanden, twee wegens bedanken van de
hoeren K. Breebaart, Barsingerhorn en
H. Spaans Cz. en een wegens de benoe
ming van M. D. Wilken tot heemraad.
Uitgebracht werden 67 stemmen. Voor de
vacature K. Breebaart, moet eene her-
stemming plaats hebben tusschen P. Koe
men met 29 stemmen en G. D. GeertseiM
met 23 stemmen; voor de vacature
Spaans moet mede eene herstemnin?
plaats hebben tusschen G. D. Geertseffl*
met 33 en C. Kaan met 15 stemmen. Voor
de vacature H. D. Wilken werd gekozen
D. Molenaar, Groet polder, Winkel, met
43 stemmen.
Herstemming 8 Maart.
Te Schagen is de melkprijs van 16 0P
15 cent gebracht.
Autobusdienst Alkmaar—Den Helder v.v.
Dienstregeling ingegaan 13 Maart 1929
Standplaats: Den Helder: Havenhoofd-
Alkmaar: Bierkade.
Vertrek van Alkmaar (Bierkade) 7-0»> 8l*'
10.10 11.05, 12.25, I3.SO, 14.55, 16.OO, 17-35'
18.50, 20.50.
Vertrek van Alkmaar (Station) 7-05- 8-2°'
m.15, 11.10, 12.30, 13.55, 15-00, 16.05, '74'
18.55, 20.55.
Aankomst Den Helder 8.35, 9.50, n.45. 12 4^'
M-oo, 15.25, 16.30, 17.35, 19.10, 20.25, 22
Vertrek Den Helder 6.35, 7.30, 8.55, 9-5°> 12 l0'
I3.IO, 14.20, 15.15, 16.35, 18.30. 20.35
Aankomst Alkmaar (Station) 8.05. 9 00, i° 25,
n.20, 13.40, 14.40, 15.50, 16.45. 18oS- 20'
2205
Aankomst Alkmaar (Bierkade) 8.10, 9-OS,
n.25, 13.45, 14-45, 15-55, 16.50, 18.10.
22.10