't Juffertje
POFBUIRE MEK
'li Greep van dit en dat
Populair Bijvoegsel van de
HELOERSCHE COURANT,
VOOR DE VROUWEN.
DERDE BLAD.
van ZATERDAG 19 APRIL 1930
430. (AUTEURSRECHTEN VOORBEHOUDEN).
TE DEUM.
Een lied op den brandstapel
Op zekeren dag kwam te Milaan Aure-
lius Augustinus. na vele omzwervingen
en na bij voed wijsgeerigo stelsels beil te
hebben gezocht. Nog altijd was hij'niet ge
doopt, tot groot verdriet van zijn moeder
Monioa. Maar de woorden, door een gees
telijke tot haar gesproken, dat de zoon
van zooveel tranen en gebeden onmoge
lijk verloren kon gaan, zouden bewaar
heid worden. Door haar invloed en dien
van Ambrosius wordt de nieuwe mensch
in hein geboren. Hij, bereidt zich tot zijn
opneming in de kerk voor. In den Paasdh-
nacht van 887 ontving hij van de hand
van den bisschop den doop. De overleve
ring! laat nu Ambrosius bij1 die gelegen
heid in geestesverrufcking uitroepen: Te
Deum Laudamus (U o God loven wij) en
Augustinus diaarop antwoorden: Te Do-
minuim confiteimur (U, o Heer, belijden
wij), en zoo voortgaande oon beurten, tot
dat onder goddelijke ingeving het heele
lied tot stand was gekomen. Wij bezitten
in dit loflied een zang van hoogen ouder
dom, statige schoonheid, innigen -feodja-
dienstzliL
4
Het ,.Te Deum;' werd en wordt gezon
gen by alle feesteiyke gelegenheden, de
kroning van vorsten, de wijding van bis
schoppen, op verjaar- en feestdagen van
leden der koninfclijlke familie, bij1 kerstin-
wijdingi. Vele geschiedkundige herinne
ringen zijn daarvan aan te halen. Karei
de Groote had aan Paus Leo Hl zijn be
scherming verleend tegen persoonlijke
belagers en tegen vyanden van Italië,
voor welke diensten de kerkvorst den
Frankischen koning op het kerstfeest van
het jaar 799 de keizerskroon op het hoofd
drukte. Byi gelegenheid van Leo's herstel
op den pausel ijken stoel hieven de bis
schoppen, nadat de Paus de mus bediend
had, bet Te Deum aan, waarmede al de
aanwezige geestelijken en de keizer en
met hen heel het vrome Christenvolk in
stemden.
By| de kroning van Karei de Kale klonk
het bevel: „Laat ons eenparig God dan
ken, zingende Te Deum Laudamus".
Toen de hertog van Saksen, Albert EG,
op zijn tocht naar het Heilige Land de
kust van Palestina in het oog kreeg heeft
hy met al zijn reisgenooten het lied van
Ambrosius gezongen; zy herhaalden dat,
toen zy voor den terugtocht de ankers
mochten lichten. Boerend is het verhaal,
hoe Jan de Bakker, gaande langs de
Gevangenpoort naar den brandstapel, die
hem wachtte, zijn medegevangenen toe
riep, goeden moed te houden als sterke
helden van Jesus ChristL Zij1 staarden met
fonkelende blikken door de tralies van
de gevangenis heen, en toen zij nu zyn
stem hoorden, klapten zij! in de handen
als teeken v§n toestemming en belofte,
om dadelijk het Te Deum daarop te laten
volgen. Hijzelf met de moordende strik
om de hals. terwijl het pek van den brand
stapel werd aangestoken, riep uit: „Te
Deum Laudamus".
Minder fraai was betgeen voorviel op
het concilie van Bazel, in 1433, waar,
evenals bij vorige gelegenheden, een
Fransche en een Italiaansche party
elkaar den voorrang betwisten. Er
heerschte rumoer als in een parlements
vergadering of gemeenteraadszitting van
den tegenwoordigen tijd. Scheldwoorden
ontbraken niet. Zelfs dreigden de hoog
eerwaarde heeren handgemeen te woer
den. Elndeiyk zou het tot een stemming
WAT HIJ GEMIST HAD....
Novelle door
A. W.
n.
Jan nam plaats, en terwyi Mary belde
en de daarop verschenen Ellen verzocht
thee te willen brengen, deed zy een zwii-
gend gebed, dat het meisje zoo handig
zou zyn, het beste porcelein te brengen,
wat toast te maken, en in de buurt wat
cake te halen.
Intusschen praatte zy druk met Jan,
vroeg hem het een en ander over zyn
werk, en kwam toen meteen te weten, dat
naar briefje reeds geruimen tyd in zyn
bezit was geweest, daar hy vroeger dan
hij gedacht had, was aangekomen.
„Juist iets voor een man," lachte Mary
v rooi ijk, „Je hadt moeten trouwen Jan."
Jan antwoordde niets op deze opmer
king, doch leunde slechts achterover in
*yn stoel, terwijl hy telken» Mary aan
komen. De Italiaansche party bracht haar
stem uit en hief als teeken van haar over
winning het Te Deum aan. Nauwelijks
waren do laatste tonen wegesfcorven, of de
tegenparty zong hetzelfde 'lied en nu op
nog luider toon.
B.
VOOR HET PAASCHFEEST.
De dansende Paaschzon.
Het geneeskrachtige Paaschwater.
In vele plaatsen begon eertyds het
Paaschfeest reeds vóór zonsopgang. Zeer
vroeg wipte men het bed uit, want een
oud volksgeloof zegt, dat op Paaschmor-
gen de zon danst, en dit dansen van het
groote licht wilde ieder zien. Men moest
er vlug bij zyn, want het gebeurde maar
heel even, vlak na zonsopgang sprong ze
driemaal op van vreugde over het Paasch
feest en wie het zag, was het geheele jaar
gelukkig in zyn ondernemingen. Menig
een heeft zich verbeeld de vroolyk dan
sende Paaschzon te aanschouwen.
Nog andere weldadigheden stelde de
natuur beschikbaar op „Ostermorgen".
In sommige streken van Duitschland kon
den de vlugge meiskens, die naar het
zonnedansen kwamen gluren, ook en pas
sant het „Paaschwater" gaan scheppen.
De zonsopgang schonk aan het water van
elke kreek en vliet wonderkracht Maar
het moest worden geschept, precies met
zonsopgang en bovendien diep in het ge
heim, niemand mocht er hij zyn, niemand
mocht het weten, en er mocht onder het
scheppen geen woord gesproken worden.
Gelukte dit, dan werd het een middel om
de schoonheid van het gelaat te bestendi
gen en werd bovendien een medicament
voor duizend en één kwalen. IJdelheid
der ydelhedenmenig juffertje van
twyfelaöhtigen leeftyd die haar kansen
verminderd zag, is op Paaschmorgen naar
een bronnetje gekuierd om water te
scheppen en heeft zich als zy eenige uren
later ter kerke wandelde op z'n Paasch-
best aangedirkt, verbeeld, dat het Oster-
water, reeds geholpen had!
Mooie nieuwe kleeren waren even on
afscheidelijk van 't Paaschfeest als
't Paaschbrood en de Paascheieren en dit
oude gebruik heeft onder het volk tot den
huidigen dag stand gehouden, want nog
immer zyn de kleermakers tegen Pasohen
overvoerd met werk voor den Paasch-
pronk.
Het elerfeest in Washington.
De Paasch-Maandag is voor de kinde
ren te Washington een feest, dat met het
grootste ongeduld wordt tegemoet gezien.
Óp dien dag wordt „Het Witte Huis" de
beroemde residentie van den President
der Republiek, voor de kinderen geopend,
die dan dit feest mogen vieren op het
ruime vóórplein.
Zoodra het maar licht begint te worden,
komen van alle kanten de jongens Aan
zetten en van alle rangen en standen en
kleuren en grootten. Niet waar? Ryk en
arm, groot en klein, zwart en blank komt
aangepatrouilleerd; velen er van op fiet
sen of rolschaatsen; sommigen nog in den
kinderwagen ook en allen> houden een
mandje met roode eieren in de hand, voor
het eierfeest, een traditioneele plechtig
heid op den tweeden Paaschdag. Ze gaan
rollen met de. eieren of bet knikkers wa
ren en degeen, wiens ei heel is, heeft ge
wonnen. Het is dus zaak, om een heelen
boel eieren te verzamelen en eigenaardig
is het om te zien, hoe verschillend de jon
gens en meisjes met hun kostbare last
omspringen. Sommigen brengen zelf
eenden- en kalkoenen eieren mee, om des
te zekerder te zyn van hun overwinning.
En als het dan eindeiyk twaalf uur Is,
begint de eerste maaltyd in de open lucht
voor dat jaar. Om drie uur in den namid
dag begint de militaire muziek te spelen
en verschynt de President zelve op het
balkon, vergezeld door zijn familie en een
kring intieme vrienden. Uitbundige toe
juichingen volgen dan, geestdriftig wordt
er gezwaaid met hoeden en petten, de
muziek speelt allerlei Vaderlandsche lie
deren die het Amerikaansche hart goed
doen. Is de President een echte kinder
vriend, dan hebben de kleinen natuuriyk
dubbel pret en den heel den dag weer
klinkt het terras van de juichkreten der
opgewonden kinderschaar. B.
Een Madridsohe dame, dieheel in
de verte met koning Alfonso verwant
familielid getrouw had en zeetr prat ging
•op den titel ontmoette eens die koningin
van Spanje ot> het .golfterrein. Onder het
gesprek wendde zy zich tot een bediende
en zei: „Telefoneer even naar mijn huis
en vraag of de prinsen al thee gedron
ken hebben."1 Waarop de koningin: „En
telefoneer voor iny even naar het paleis
en vraag, al mijn kinderen al thee heb
ben gehad".
Persbericht.
Vleiende vergelijking.
De automobilist die alle belangen uit
het oog verliest behalve zyn eigen, is
een even anti-geaneensohappeiyk lid van
de samenleving als de inbreker.
Sir Martin Conway.
Buzlau als paedagoog.
Zure plicht Is voor het kind niet aan-
trekkeiyk, een opgewekte toon on' een
biy gezicht lokken. Ik geloof, dat er
in Buziau een goede leeraar in opvoed
kunde verloren is gegaan.
A. Jl Straatman in „Het Kind".
BABBELUURTJE OVER MODE.
PARIJSGHE MODEBRIEF.
Toilet-onder deeleu.
Dezer dagen, by het snuffelen in een
kiekjesdoos, ontdekte ik een oud, ver
geten portretje van myzelf, zoo van tien,
twaalf jaar geleden. Gretig nam ik het
ter hand en beschouwde het aandachtig.
Was dat jonge gezichtje met die weeke
lijnen werkeiyk het mijne? Heb ik zóó
uitgezien, in een zwart fluweelen mantel
en grooten zwart fluweelen hoed, hooge
lichtgrijze laarzen en bruine hand
schoenen? Waarom bruine handschoe
nen? Waarom geen lichtgrijze, in de
kleur van myn laarzen? Mei onzen huidi
gen smaak en opvattingen kunnen we
zoo'n keuze haast niet meer begrijpen. De
kleine onderdeelen van onze kleeding en
hun onderlinge harmonie zyn zóó van be
lang daarmede staat of valt de elegan
tie van ons toilet. En niet alleen omdat de
mode dat zoo wil, maar ook uit het oog
punt van goeden smaak.
Dikwyis zyn slechts heel eenvoudige
middelen noodig om de verschillende toi
let-bijkomstigheden tot één geheel te
stempelen, b.v. rijen kettingsteken onder
elkaar in twee of drie verschillende kleu
ren, aangebracht op sjaal, kraag en man
chetten, tasehje en handschoenen. Een an
der maal zijn het driehoekjes van vilt of
laken waarmee men sjaal, tasehje en ja
ponkraag versiert. Of reepjes lint, in twee
verschillende kleuren, worden in diago-
naalrijen genaaid langs den rand va.n
sjaal en handsohoenboord
japonversiering kunt maken in den vorm
van een vlindertje dat ge op den linker
schouder bevestigd. Dit vervangt de bloem
die eenigen tyd geleden zoo in den smaak
was.
Deïze vlindertjes kunnen op verschil
lende manieren gemaakt worden. Men ge
bruikt er by voorkeur teere, luchtige weef
sels voor kant, tulle, gaas, zijde enz. Som
migen wenschen hetaardige vlindertje
precies in de tint van haar toilet, anderen
prefereeren het in afstekende kleur. By
zwarte en witte japonnen is de keuze niet
moeiiyk, bij de eerste zal een fyn, wit
kanten vlindertje, bij de laatste een van
zwart fluweel of zyde heel mooi doen.
Het vlindertje van onze afbeelding is
gedacht van gele zyde met vleuigelpunten
van oranje zyde. De gele stof wordt ge
borduurd in oranje, de oranje daarentegen
in geel. Het vlindertje, dat men met wat
ten opvult, wordt van donkerbruin fluweel
gemaakt.
WILHELMINE.
Onze lezeressen, die uitvoeriger wen
schen ingelicht te worden over de laatste
mode, zoowel voor dames als kinderen,
raden wij dringend aan een abonnement
te nemen op „Het Nieuwe Modeblad".
Dit uiterst practische Nederlandsche
modetydschrift, hetwelk ook een schat
van gegevens biedt voor handwerken in
alle genres, is by de uitgevers dezer Cou
rant tegen sterk geredu.ee arden prjjjis ver
krijgbaar.
De abonnementsprijs van het Nieuwe
Modeblad, 2 maal per maand verschynende
in 10 bladzyden met telkenmale 2 gratis
knippatroonbladen, bedraagt slechts 0.95
pe* kwartaal, franco per post 1.25.
Aardig zyn ook de nieuwe sportsjaals
van soepele gemengde tweed, omrand met
effen wollen stof. Hierby draagt men een
tasehje van geborduurde wol in dezelfde
kleur een handwerkje dat tegenwoordig
ONTSTELLENDE
VOORJAARSGEBEURTENISSEN ZIJN:
Als gy den-eenigen-hoed^die-u-zou-staan
ontdektop het hoofd van een ander.
Als uw echtgenoot in uwe afwezigheid
(onkundig van het feit, dat gy gezaaid
hebt) het perk voor het huis omspit om u
te verrassen.
Als de poes jongen krijgt in uw bed.
Als de nieuwste mode bet u absoluut
onmogelijk maakt, dien beeldigen-mantel-
van-voor-verledén-jaar nog een seizoen te
dragen.
Als gy zelf de jalouziën gevernist hebt
en de wind klapt ze dicht, zoodat gy ze
voorgoed hermetisch gesloten en op elkaar
geplakt terug vindt.
Als het nieuwe behang, dat zoo'n „lief
patroontje" had op het staal, uw kamer
in een afgrijselyke nachtmerrie herschept.
TOB NOOIT HOEKJE.
VOORZIE „DE VERVELENDE
DINGEN".
Wie getracht heeft de draden
sterk en gaaf te spinnen zal al
werkende zyn taak hehben lief
gekregen.
C. M. van HilleGaerthé.
Wy moeten de taak, het werk zien te
vinden, waarvoor we geschikt zyn. Maar
aan dat werk waarvoor we geschikt zyn,
zit dikwyis nog zooveel vast, waarvoor we
ons niet geschikt wanen. Zooveel moeite,
zooveel beslommeringen. Stel U voor, dat
een schilder zyn roeping kan volgen,
dat hy een atelier voor zich alleen heeft,
dat hy volkomen vrij is. Nu kan hy zich
aan zyn kunst wyden, nu kan hy volop
kunstenaar zyn. Maar hy moet eerst verf
koopen, doek spannen, penseelen uitzoe
ken. Hij zal later ook zijn palet moeten
schoonmaken, hij zal moeten redderen en
ruimen in het atelier. Al die kleinigheden
houden liem van het eigenlijke werk af.
Maar toch: ze komen er by, bij kan er niet
af. Elke dag eisoht kleine diensten vqn
ons. We moeten die zoo wys mogelijk zien
te verrichten, toezien, dat we onze krach
ten niet verbrokkelen. Maar we moeten
ook die kleine plichten, die bykomstig
heden niet verwaarloozen. Een niet
schoongemaakt palet, een rommelige
kamer benauwt ons, leidt ons af van ons
werk, maakt prikkelbaar en humeurig.
We moeten die kleine dingen dan maar
beschouwen als een deel van ons werk,
we moeten ze aanvaarden als noodzake
lijkheden om te kunnen werken.
Wanneer ons leven werkeiyk op het
werk, op het groote werk, dat onze aan
dacht en liefde heeft, is ingesteld, dan
hooren ook die bykomstigheden tot onze
taak.
Die bykomstigheden kunnen er vele
zyn, ieder werk brengt de zyne mee. Er
kunnen aan ons werk vermoeiende reizen,
vervelende bezoeken verbonden zyn, we
kunnen er door in aanraking moeten
komen met ons antipathieke personen. Er
zijn ook plichten, die sohynbaar buiten
ons wenk omgaan, zoo ls er b.v. de
werkende vrouw, die toch ook nog haar
kleeren heel moet houden, haar kamer
stofvrij.
De materieele zyde van het leven vraagt
veel, en het is juist de kunst haar zoo
weinig mogelyk te geven! Als wy voort
durend' aan haar bestaan herinnerd wor
den, neemt zy een veel te groote plaats in
ons leven in. Daarom: overzie Uw werk,
eer ge eraan begint. En zie de kleinig-
eden niet voorby. Bedenk, dat het dage-
iijksch leven ook zyn eischen stelt, dat
we aan alle zyden gebonden zyn aan de
materie. We ontkomen er niet aan. Zie het
werk in Uw leven, niet het werk apart,
bulten alles om. Al hebben we een groot
werk onderhanden, we moeten toch eten
en drinken en slapen, al ls onze taak
nog zoo verheven, we moeten toch naar
heel menscheiyke middelen grijpen. Zelfs
de grootste kunstenaar heeft materiaal
noodig. Overzie alles wat ge moet doen.
Handel naar een vast plan. En ge zult
met vreugde arbeiden. Want dan zyn de
bykomstigheden een deel van Uw levens
taak, van de taak, die ge liefhebt
Dt. JOS DB OOOK.
(Nadruk vwtoden.)
haast iedere dame zelf kan maken.
Nu we toch over handwerkjes hebbèn
weet ge wel, dat ge een alleraardigste
keek, en zoo nu en dan zyn blikken door
het vertrek liet dwalen.
Toen weid de thee binnengebracht, en
Mary's ergste vermoeden was bewaarheid
gewórden. Ellen had den ouden, bruinen
theepot gebruikt, de toast veel te dik ge
sneden, en inplaats van versche cake ge
haald te hebben, zette ze een schaal met
oudbakken biscuitjes op tafel.
De thee was echter goed warm en Jan
viel op de toast aan, alsof hy werkelijk
honger had.
„Mary.... Mary!" klonk het plotseling
op ongeduldfgen toon van boven.
„Dat is Bob," verklaarde Mary haastig.
„De arme jongen ls zoo verkouden. Je
neemt het me zeker niet kwaUjk, als ik
even ga kyken wat hi1 noodig heeft, ls
het wel?"
Bpb verlangde zelfs héél veel. Ten
eerste verzocht hij' haar de nu koud ge
worden mosterdpleister af te nemen, ten
tweede wilde hy thee hebben en ten derde
vroeg hy op ontevreden toon, waarom
Mary, die toch waarlijk den heelen dag
niets te doen had, haar zieken man niet
wat gezelschap kwam houden....
Na eenige explicaties en verontschul
digingen kon Mary weer naar haar gast
terugkeeren.
Ze waren juist druk bezig herinnerin
gen uit het verleden op te halen, terwijl
Jan sprak vaa een zeegroene japon, die
haar altyd zoo mooi had gestaan, toen I gesloten, werd ze woedend op zichzelf,
een vreeseiyk kindergeschrei h#n tot de'omdat de tranen in haar oogen waren
werkelijkheid terugbracht. gekomen. „Goede help, waarom maak ik
„Mammielk wil mijn mammie heb
ben! O, mammie moet bij me komen!"
„Arm klein ding!" riep Mary uit „Het
is myn jongste kindje. Ik moet even naar
haar toe."
Benige oogenblikken later hield het
jonge moedertje haar kind tegen zich
aangedrukt, terwyi ze haar op honderd
verschillende manieren verzekerde, dat
mammie haar Wendy werkeiyk niet ver
geten was. Toen Mary weer beneden
kwam, stond Jan voor hét venster.
„Ik moet nu weggaan," zei hij byna
kortaf.
„Je moet eens gauw terug komen, als
de zieken weer beter zyn," zei Mary op
vriendeiyken toon. „Kom dan by ons
eten, wil je? We zouden dan daarna naar
den schouwburg kunnen gaan."
Even staarde Jan peinzend voor zioh
uit. Toen antwoordde hij: „Dat zou ik heel
graag hebben gedaan, als ,ik morgen niet
naar Schotland vertrok, waar ik de rest
van mijn verlof bij familie ga doorbren
gen. 'Dus ik ben bang, dat ik je na van
daag niet meer zal zien."
Ze moesten dus alweer afscheid nemen.
Even kwam er een prop in Mary's keel.
Ze had zich hun ontmoeting zoo heel,
heel anders voorgesteld. Waarom had al
les ook zoo ongelukkig moeten loopen,
dacht zy.
Toen zij de deur achter haar gast had
Uit die schooL
Onderwazen „Iemand heeft drie pond
worst gekocht van tien stuivers, twee kop
erwten van vyf stuivers. Wat maakt dat
tezamen?"
Leerling: „Erwtensoep, meneer".
me nog druk om een man, die maar al
te duidelijk toont, dat hy liever niet met
me omgaat, omdat ik er niet meer zoo'
Chic uitzie als vroeger."
Toen ze even later aan Bob's bed zat,
haalde hij haar eensklaps heel dicht naar
zich toe, en fluisterde: „Je bent een uit
stekend verpleegstertje liefste. Ik heb er
spyt van, dat ik zooeven onvriendelijk
tegen je was, want ik bedoelde het heusch
niet zoo."
Daarna knielde ze by Wendy's bedje
neer, die met haar verrukkelijke dikke
armpjes wijd uitgespreid, op haar heer
lijke manier tot haar zei: „Dag lieve
mammie.... Ik houd zoo verschrikkeiyk
veel van je.
„Wat komt al het ander er op aan, zoo
lang ik dat heb?" dacht zij bi.1 zichzelf,
nadat zy haar jongste kindje gekust had...
i Den daaropvolgenden morgen kwam er
voor Mary een brief, en zij zag onmiddel-
lijk aan het handschrift, dat deze van Jan
was. Toen ze de enveloppe geopend had
las zij:
„Beste Mary!
Je zult misschien gedacht hebben, dat
ik ontzettend onhebbeiyk tegenover je
was, maar ik kon er heusch niets aan
doen. Als ik niet heel gauw van je was
weggegaan, zou ik dingen gezegd heb
ben, waarvan ik later spijt zou hebben
gehad.Ik dacht nameiyk, Mary, dat
lk je na al die jaren, rustig en veilig weer
kon ontmoeten, dooh ik heb my vergist.
Zij: „Ik heb gelezen dat de mannen
kaalhoofdig worden, omdat ze hun her
sens zoo inspannen."
Hij: „Dat kan uitkomen. Ik heb gele
zen dat de baardgroei geen vat heeft op
vrouwen, omdat ze haar kaken te veel
gebruiken."
WUde eenden.
Dan! is dat werkelijk een wilde eend,
wat je mij daar voorgediend hebt?"
„Wild meneer?" Dat zal waar zijn.
Gisteren hebben we haar wel een half
uur achterna gezeten op de plaats om ze
te vangen."
Terwijl ik in Indië was heb ik heel veel
getrouwde paartjes ontmoetwaarvan
de vrouwen dikwijls niet anders waren
dan gepoederde, geschilderde modepop
pen, die alleen dachten, om de bewonde
ring van andere mannen, terwyi zij hun
kinderen aan de meiden overlieten. Dik
wyis wanneer ik heel erg naar je ver
langde, trachtte ik mezelf troost in te
spreken, door te denken, dat je precies
zooals die vele andere vrouwen was ge
worden.
Toen ik je echter gisteren sprak in je
gezellig ingerichte huisje, terwyi je man
en je kindje om het hardst om je riepen,
en ik bemerkte, datje nog even eenvoudig
en ongekunsteld was als vroeger.toen,
Mary, toen zag ik maar al te duideiyk wal
ik gemist had. Je zult me begrijpen
Vaarwel!
Jan".
Wat hü gemist hadMet een eigen
aardige uitdrukking in haar oogen legde
Mary den brief neer, toen nam ze met een
warmen blos van geluk op haar wangen,
terwijl er een glimlach om haar lippen
speelde, het blad waarop het ontbijt stond,
op, en liep er mede naar boven naar haar
man
HINDE.
m
De troef der Koningin.